DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De opening van liet Engelsche Parlement. Uit den Alkmaarschen Raad SxtgeCiiksch Ovevzicht No. Ut* Directeurs C. KRAK. WOEVIDAG 9 iEPTEMBER 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 133e Jaargang. Heeftomen in den geest van den heer Thomsen gehandeld door de wethoudersverkiezing zonder debat te doen plaats hebben De heer Van de Vall heeft den Heiloosehen Raad goede manieren geleerd. Het is niet onmogelijk, dat hijopdenduurookln Alkmaar eenig succes zal boeken. De wereld moet overtuigd worden, dat het pond sterling onaantastbaar is» KRACHTIGE REDE VAN MACDONALD. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten .abat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTEI ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Was het omdat de Raad op een avond ver gaderde, omdat een voorstelling in de zaal onzer vroedschap gratis toegankelijk is en er niet eens vermakelijkheidsbelasting wordt geheven, was het omdat het binnen warm en buiten guur was,' of was het omdat men in verband met de wethoudersverkiezing een geweldig politiek steekspel verwachtte, dat de tribunes zoo overvuld waren en daarbuiten op de hooge stoep nog velen ongeduldig aan de deur rammelden in de hoop ook nog te worden binnen gelaten? Wij weten het niet en kunnen alleen met zekerheid zeggen, dat de toeschouwers niet gekregen hebben wat zij verwacht hadden en dat een bureaulist zoo er al een ge weest was een slechte kas zou gehad heb ben omdat de meesten zonder twijfel hun entreegeld weer terug gevraagd zouden heb ben. Een wethoudersbenoeming zonder debat ten, een lange waschlijst vol ingekomen stuk ken, die bijna één voor één gelezen en be sproken moesten worden, leeraars- en com- missiebenoemingen en ten slotte de aanbie ding van een gemeentebegrooting waarvin de cijfers al gepublicéerd zijn, het vormde alles tesamen een buitengewoon onaantrek kelijke agenda en de buitenstaanders hebben zich er werkelijk niet over te beklagen, dat de deur onwrikbaar vast zat en dat de bode niet te bewegen was hen nog in het heilige der heiligen toe te laten. Een wethoudersverkiezing zonder debat ten, dat is in Alkmaar waarschijnlijk nog niet voorgekomen of het moet in dien goeden ouden tijd geweest zijn toen de politiek nog niet was uitgevonden en alle raadsleden het altijd over de belangen van onze stad roe rend eens waren Het „Noord Hollandsch Dagblad" had de gedachte gelanceerd uit eerbied voor het over leden raadslid den heer Thomsen nu maar niet verder over de wethoudersverkiezing te spreken en de burgemeester had de kern dier gedachte overgenomen en was met de fractie voorzitters dienaangaande blijkbaar tot over eenstemming gekomen, waarna de Raad er zonder verdere discussie mee accoord ging. gezien als weinige oogenblikken voor het noodlottig oogenblik waarop hij uit de rij zijner geestverwanten helaas zoo plotseling werd weggenomen. Was het zijn wensch, ging het in de rich ting van zijn verlangen, dat de oppositie zich thans tot een werkeloos toezien zou be palen, of was hij de vaandrig, die door een schot geveld het vaandel aan zijn strijdmak kers zou overgeven en hen zou aanvuren voorwaarts te gaan op den weg dien hij niet meer kon beëindigen? In den geest van den overledene is dit of fer van de oppositie niet geweest en daarom was er geen enkele reden ter wille van zijn nagedachtenis het politieke debat te staken Wij kunnen ons voorstellen, dat op het oogenblik van een schokkende gebeurtenis zelfs scherp tegenover elkaar staande poli tieke figuren elkander de hand drukken en zwijgen, maar zoo was de toestand Maan dagavond zeker niet meer. Er was geen spra ke van een vergadering die in het teeken van rouw stond, er is over allerlei futiliteiten op humoristische wijze van gedachten gewis seld, er zijn grapjes gemaakt, er was blijk baar geen enkele reden waarom niet overal over gediscusieerd kon worden, tot zelfs over het voorzitterschap van de veiling. Alleen niet over de wethoudersbenoeminguit eerbied voor den heer Thomsen. Men heeft zelfs de mogelijkheid niet onder het oog gezien de persoon en de rede van den heer Thomsen. bij de verdere bespreking uit te schakelen en het moet ons eerlijk van het hart, dat wij het gevoel hebben, dat de oppo sitie zich onder den indruk der gebeurtenis sen, op insfignatie van het „Noord-Holl. Dag blad", wel wat al te gemakkelijk bij deze voor Alkmaar zoo beteekenisvolle kwestie het zwijgen heeft laten opleggen. Op gevaar van het verwijt, dat wij de na gedachtenis van den heer Thomsen niet vol doende in eere zouden houden, kunnen wij toch niet anders verklaren dan dat deze be slissing ons niet alleen onnoodig maar ook onlogisch lijkt. Er zijn twee groote groepen, de R.K. en de S.D.A.P., die, met uitsluiting van alle anderen, besloten hebben de vacan te wethoudersplaatsen samen te deelen en die weten dat zij dit ongestraft kunnen doen omdat zij in den Raad een meerderheid vor men. Deze groepen hebben geen belang bij een discussie daarover. Integendeel, hoe minder men van de overzijde daarop in het openbaar critiek levert, hoe minder scherp deze machts daad ten eigen bate belicht wordt, hoe liever het hun zijn moet. Dat is trouwens wel gebleken uit de zeer korte verklaring welke de heer Venneker op 1 September heeft afgelegd en uit de nog kortere van de zijde van den fractie-voorzitter der S.D.A.P., die alleen maar hééft meege deeld, dat hij met de woorden van den heer Venneker volkomen accoord ging. Niet aan die zijde bestond er behoefte de wethoudersverkiezing te bespreken, maar wel aan de zijde der oppositie, waar men zich miskend en gepasseerd wist, waar men een woord van protest tegen deze negatie wilde laten hooren en waar men de samen stelling van het nieuwe college aan gerecht vaardigde critiek wilde onderwerpen. Moest er dus door sluiting der debatten een offer gebracht worden zoo werd het althans voorgesteld dan werd dit offer uitsluitend van de zijde der oppositie ge vraagd. De vraag die men zich nu mag stellen is deze: waarom moest dat offer eigenlijk ge bracht worden? Mert zegt uit deferentie voor den heer Thom sen en wij zouden ons dat alles heel goed kunnen indenken wanneer de heer Thomsen een an was geweest, die op de samenstelling van het nieuwe college liefst zoo weinig mo- «ijk aandacht had willen vestigen. Maar in wezen is de zaak toch eigenlijk Prec'e® andersom en was de heer Thomsen juist degene, die er als leider der oppositie aar verlangd had daarover een vernieti gde critiek te laten hooren. Zelden heb- W'J hem zoo krachtig en Verontwaardigd Enfin, soit, zou Buziau zeggen, het debat dat trouwens aan de benoemingen toch niets veranderd zou hebben, maar dat doet er ten slotte niet toe is uitgebleven en de vier wethouders zagen zich even later weer voor vier jaren of korter! ingehuurd en waren er als de kippetjes bij om hun oude plaatsen weer te bezetten. De burgemeester heeft de heeren op de hem eigen vriendelijke wijze gecomplimen teerd met hun schitterende benoeming en natuurlijk hebben alle vier gekozenen dade lijk verklaard, dat zij deze benoeming wenschten te aanvaarden. Opmerkelijk is zeker, dat de heer Klaver twee stemmen minder kreeg dan zijn bond- genooten waarbij niet alleen een stem op den heer Ringers maar zelfs een op den heer Keesom was uitgebracht en waar dit noodza kelijk een katholieke stem moet geweest zijn, krijgt men onwillekeurig de gedachte, dat de meerderheidsgroep toch niet zoo hecht in elkaar zit als de vereenigde roode en zwarte politici wel willen doen gelooven. De heer Venneker, die thans voorzitter van de R.K. raadsfractie'is geworden, heeft dezer dagen in onze courant een rekensom metje uitgewerkt waaruit moest blijken in welk een buitengewoon gunstige positie de regeeringsgroepen de leden der oppositie bij het benoemen in diverse raadscommissie's geplaatst hadden. Hij kwam daarbij tot een aantal van 74 plaatsen waarvan de 13 leden van de regee- ringsgroep er slechts 43 zouden bezetten en de 8 leden der oppositie niet minder dan 31. Men kwam dan tot een verhouding van drie en vier-dertiende tegen drie en zeven achtste ten gunste der oppositie. Zoo goedgeefsch zijn wij nu eenmaal, zegt de heer Venneker, maar het is al meer ge bleken, dat er aan de goedgeefschheid van meerderheidsgroepen wel eens een politiek luchtje zit en het blijkt ook thans, dat de heer Venneker een geheel verkeerde voor stelling van zaken heeft gegeven Heeft hij dat opzettelijk gedaan of wist hij niet beter? De keuze uit beide vragen is moeilijk, maar men mag van den leider der grootste raadsfractie toch zeker niet ver wachten, dat hij zich vergist heeft, vooral niet als hij zooiets ongevraagd in twee plaat selijke dagbladen gaat publiceeren. Bovendien heeft de heer Venneker de wet houders bij de verdeeling meegeteld, terwijl toch vaststaat, dat deze geen plaats als lid der commissie kunnen innemen. De toestand is dus in werkelijkheid zoo, dat 9 leden der meerderheid beslag leggen op 44 commissieplaatsen en er 30 overlaten voor 8 leden der oppositie, zoodat de ver houding vier en acht-negende tegen drie en zes-achtste ten gunste van de meerderheid is geworden. Bedenkt men bovendien dat in verreweg de meeste commissies een wethouder als voor zitter zal optreden en dat deze wethouders volgens de veranderde gemeentewet thans ook stemrecht daarin hebben, dan blijft er van al de mooie woorden van den heer Ven neker niet veel meer over. In werkelijkheid is de toestand zoo, dat thans in de meeste commissies twee leden van de oppositie zitten tegenover vier leden van de vereenigde R.K. en Soc.-Dem. groepen zoodat het voorstel van den heer Sietsma om in December dé commissies slechts uit vier leden te doen bestaan en de verhouding daar door drie tegen twee te maken uit billijk heidsoogpunt zeker een nadere overweging waard is. Tot onze groote vreugde kunnen wij hier mededeelen, dat wij eindelijk een stadgenoot ontdekt hebben, die openlijk verklaard heeft, dat hij eerbied voor den Raad heeft. Het is de heer Van de Vall, het nieuw ge kozen Soc.-Dem raadslid en al sluit de eer bied voqr den Raad dus ook nog wel eenige zelfverheerlijking in, ten slotte is ook een man, die zich zelf respecteert een opmerkens waardige figuur en wij kunnen dan ook niets anders doen dan verklaren, dat wij dit tee ken van hernieuwd ontzag voor ons hoogste stadscollege ten zeerste toejuichen. De heer Van de Vall is namelijk de eenige die tijdens zijn redevoering uit zijn zetel is opgestaan en daarbij heeft mededegedeeld, dat hij dit voortaan altijd zal doen uit eer bied voor zijn onjgeving. Men verzekeriöc dat hij dit ook in Heiloo gedaan heeit en dat zijn beleefdheid daar zooveel indruk gemaakt heeft, dat de andere raadsleden niet voor hem wilden on derdoen zoodat de debatten daar ten slotte alle in staande houding gevoerd werden. Wij betwijfelen of hij in dit bonte gezel schap ook zooveel geestdriftige volgelingen zal vinden tot dusver in zijn illuster voor beeld althans nog niet nagevolgd maar Verwisseling van namen komt herhaalde lijk voor, het is geen zeldzaamheid, dat een juffrouw voor de handwerken door het vluchtig inkijken van een verkeerde bijlage een stem krijgt als er een leerares in het Grieksch of een docent in de Staatsinrichting moet benoemd worden. Wat de heer Hoijtink betreft is men blijk baar van de veronderstelling uitgegaan, dat de Raad van Arbeid te dezer stede, die op het oogenblik niet minder dan drie raads leden van verschillende politieke pluimage heeft geleverd, ook wel in staat zal zijn een leeraar in de natuurkunde af te geven, van welke gedachtengang de heer Hoijtink dan de dupe is geworden. Overigens is hij onder onze vroede vade ren inderdaad een der meest natuurlijken in zooverre dat hij zich niet mooier voordoet dan hij werkelijk is en dat hij zich door niets en niemand laat verleiden om het voor hem afgebakende politieke pad te verlaten. Als de Raad v~'i Arbeid bij een volgende verkiezing nog meer raadsleden levert, ho pen wij, dat zij althans van hetzelfde politie ke gehalte zullen blijken. Last not least maken wij melding van de sympathieke rede welke de burgemeester naar aanleiding van het overlijden van den heer Donath heeft gehouden. Het is te betreuren, dat tijdens de nieuwe zittingsperiode nog elke raadszitting in het teeken van den dood gestaan heeft. Alkmaar heeft het verlies van mannen van de oude garde te betreuren, van bestuurders, die hun beste krachten ook gaven in het tijdperk toen onze vroedschap nog het cachet van een ze kere gereserveerdheid droeg. De heer Donath, die onder bijzonder moei lijke omstandigheden destijds het secretaris* ambt aanvaard heeft, leeft in aller herinne ring voort als een bijzonder kundig hoofd ambtenaar, die door zijn wellevendheid en welwillendheid in breeden kring vrienden heeft verworven. Wij hebben, nu de commissies benoemd zijn, een en ander nog eens nageteld en dan blijkt al dadelijk, dat de verhouding tusschen de plaatsen van de oppositie en die van de regeeringsmeerderheid niet 31 tegen 43 .is, maar 30 tegen 44. met een beetje goeden wil kan er heel wat bereikt worden en wanneer de Soc.-Dem. straks het voorbeeld geven zullen zelfs de scherpste interrupties voortaan door eerbie dige houdingen en nog eerbiediger blikken eenigszins verzacht kunnen worden. Het is geen wonder dat de heer Bakker verbaasd was, dat de Raad thans geen enkele reden meer zag waarom een gedelegeerde bij de veiling niet tevens voorzitter van deze onderneming mocht wezen. Bij zijn scherpe critiek op de toestanden aan de exportveiling heeft de heer Van Dru- nen toen de heer Thomsen nog voorzitter daarvan was nadrukkelijk op het verkeer de van deze combinatie gewezen en wij kre gen destijds den indruk, dat de Raad daar mede volkomen accoord ging. Wij zelf trouwens ook omdat een gedele geerde van de gemeente bij een onderneming aan welker levensvatbaarheid men wel eens twijfelt en waarin een groot bedrag aan ge meentegeld is gestoken, allereerst tot taak heeft op de bestuurshandelingen toe te zien en te waarschuwen als daar besluiten wor den genomen, welke niet evenwijdig loopen met het belang der gemeente. Het is te be treuren, dat de statuten der veiling blijkbaar voorschrijven, dat de gedelegeerde bestuurs lid moet zijn, het is nog minder juist hem tot voorzitter te maken omdat een voorzitter die zich voor zijn vereeniging interesseert in een tweeslachtige positie kan komen, daar hij zoowel voor de belangen van de veiling als voor die der gemeente moet waken en deze niet altijd zullen samengaan. Thans wordt de toestand nog ingewikkel der omdat de heer Van Slingerland, die als gedelegeerde is gekozen, niet alleen vrij blijft het voorzitterschap van de instelling te aan vaarden, maar tevens nog voorzitter is van de commissie van onderzoek naar de toe standen aan die veiling. Men mag beweren, dat dit onderzoek reeds 0 - - - - wiiUVitVUIV X is beëindigd en dus over een afgesloten pe- ride heeft geloopen, straks zal de heer Van Slingerland wellicht concludeeren, dat er aan de veiling heel wat gewijzigd moet worden - q, «viuvu en wij benijden hem zijn voorzittersplaats niet als blijkt, dat zijn mede-veilfhgsbestuur- deren daarmede dan niet accoord gaan en hij in de bestuursvergaderingen dus in de minderheid zal blijven, ofwel de stok achter de deur zal moeten zetten de gemeente als boeman zal moeten gebruiken. Dat de heer Hoijtink de stem van een zij ner medeleden kreeg toen er een leeraar in de natuurkunde aan het Gymnasium be noemd moest worden, is een bewijs van den ernst waarmede dergelijke benoemingen ge woonlijk in onze raadszaal geschieden. Gisteren dan is wij hebben het reeds in ons overzicht medegedeeld het Engelsche parlement geopend met een boodschap van den koning en een rede van den premier MacDonald. Nadat de speaker de zitting voor geopend had verklaard, las hij een boodschap van den koning voor, waarin deze de noodzake lijkheid van de bijeenroeping voor een extra zitting erkent en het parlement verzoekt een suppletoire begrooting op te stellen en door bezuinigingen aan de moeilijke financieele positie van het land tegemoet te komen. Nadat op voorstel van den premier. Mac Donald, Sir Herbert benoemd was tot voor zitter van de Werkcommissie en de oppositie had afgezien van haar recht, om over deze kwestie te vragen, nam de premier het woord voor zijn met zooveel spanning tegemoet ge ziene redevoering. MacDonald zette allereerst het werkpro gram der regeering uiteen en deelde mede dat de minister van Financiën, Snowden, Donderdag zijn nieuwe belastingvoorstellen zal bekend maken, terwijl Vrijdag de be zuinigingsvoorstellen in tweede lezing in be handeling zullen komen. Komende tot de gebeurtenissen der laatste weken, verklaarde MacDonald dat hij den 8sten Augustus, tijdens zijn verblijf in Schot land van de Bank of England een mededee- ling had ontvangen, waarin zijn aandacht werd gevestigd op het dreigend gevaar van de voortdurende goudafvloeiïngen en hij er op opmerkzaam werd gemaakt dat het mo gelijk zou zijn dat een ernstige financieele crisis zou intreden. Den daaropvolgenden Maandag is Mac Donald naar Londen teruggekeerd, waar hij zich onmiddellijk met de leiders der andere partijen heeft in verbinding gesteld. Tusschen 13 en 30 Juli, aldus Mac Donald, heeft de Bank of England ongeveer 34 millioen verloren en de credieten die werden opgeno men om de afvloeiingen te compenseeren, waren in de derde week van Augustus ge heel opgebruikt. Op dezen grond bleek een nieuwe leening noodzakelijk ten einde het pondsterling op goudbasis te houden. Met de oude socialistische regeering kon MacDonald niet tot overeenstemming komen, weshalve hij de opdracht van den koning een nieuw kabinet te vormen, aanvaardde. Voorts verklaarde MacDonald dat alle problemen, dat wil zeggen, die van het bank wezen, de oorlogsschulden en de herstelbe talingen aan een nieuw onderzoek moeten worden onderworpen, zoodra de huidige cri sis ten einde is. De wereldcrisis met de werkloosheid welke er het gevolg van is, heeft het deficit op de staatsbegrooting veroorzaakt. Enge land moet op zijn hoede zijn, wil het niet ge dwongen worden of zijn invoer uit zijn kapi taal of met in waarde verminderd papiergeld te betalen, want deze crisis heeft bewezen dat zelfs het groote internationale geldcen- trum Londen is blootgesteld geweest aan de pretenties van het buitenland. Nóch de haute-affaire nóch de andere or ganisaties hebben het recht de politiek van een natie beslissend te beïnvloeden. Aan den anderen kant evenwel kan men ook niet van de bankiers eischen dat deze uit politieke mo tieven methoden toepassen, waardoor zij hun eigen graf delven. De mogelijkheid van een grootere werk loosheid in den winter, benevens een aan zienlijk tekort op de begrooting verzwakt de positie van Engeland. Indien Engeland een leening wil aangaan, moet zijn begrooting in evenwicht worden gebracht en de steun aan de werkloozen op i een gezonde basis staan. Indien men eenige weken geleden gemeend mocht hebben, dat Engeland geen leening noodig heeft, zou de crisis Engeland den nek hebben gebroken. MacDonald besprak vervolgens in het kort de bezuinigingsvoorstellen der regeering. Hij zeide hierbij zelf liever 1000 tractement jaarlijks minder te ontvangen dan toe te zien dat de Engelsche valuta ineenstort. Er is niet direct sprake van een gebrek aan nationale geldmiddelen, doch van een direct gebrek aan vertrouwen. De minister-president beëindigde zijn rede met het Huis te verzoeken de regee ring bij haar werkzaamheden te steunen. Het is de plicht van het kabinet op zijn post te blijven en het is de plicht van het Huis het kabinet aan het bewind te laten tot de wereld er eens te meer van overtuigd is dat het pond sterling onaantastbaar is. Met deze krachtige woorden eindigde Mac« Donald zijn rede. Herhaaldelijk was hij door de oppositie geïnterrumpeerd, zonder dat hij zich daardoor echter van streek liet brengen. Na deze rede was het woord aan Hender son, den leider der oppositie. Henderson viet de Nationale regeering scherp aan. Zij ver- dient, aldus de leider der oppositie, door haar samenstelling of door de wijze, waarop zij tot stand is gekomen, niet den naam van „nationaal". De poging om de begrooting in evenwicht te brengen is verkeerd, daar het ook in het tegenwoordig maatschappelijk stel sel onjuist is deze kosten te verhalen op de onbemiddelde bevolkingsgroepen. Scherp cri- tiseerde Henderson een verlaging der sociale uitgaven. Het Labourkabinet was van plan besparingen in te voeren van 56 millioen pdy sterling, doch de Conservatieven en de Libe ralen, aldus hadden Mac Donald en Snow- den hem medegedeeld, hadden verdere bezui nigingen van 24 tot 30 millioen pond ster-1 ling verlangd. Hier werd Henderson door den leider der Liberalen Sir Herbert Samuel onderbroken, die opmerkte, dat deze bewering onjuist was. Henderson staafde echter zijn uiteenzettingen met beroep op zijn vroegere minister-collega's, en deelde verder mede, dat hij en zijn fractiegenooten een vastbesloten oppositie tegen de nieuwe regeering zouden voeren. Nadat vervolgens Churchill nog enkele woorden gesproken had en Baldwin hulde aan MacDonald gebracht had, die den moed bezat, om het lana te redden en daarmee zijn politieke vrienden te verliezen, en nadat Masley en Alexander verder nog aan het woord geweest waren, diende MacDonald zijn motie van vertrouwen in bij het Lager huis. Met 309 tegen 250 stemmen verklaarde het Lagerhuis de regeering in haar moeilijk werk te zullen steunen. Vóór de regeering stemden alle conservatieven en liberalen en verder 12 socialisten (7 soc. ministers en 5 soc. afgevaardigden) en vier onafhankelijken. Tegen de regeering stemden de overige so cialisten, vier nationalisten (de z.g. Mosley- groep) en drie onafhankelijken, terwijl drie socialisten zich van stemming onhielden. Daarmee was de regeering dus gered. 1 KORTE BERICHTEN. Minister Deckers zal zich heden naar Harderwijk begeven ter bijwoning van een ge deelte van de feestelijkheden ter viering van het 700-jarig bestaan als stad. Het Leger des Heils heeft van een onbe kende en gift van 5000 ontvangen voor den opbouw van de nieuwe kweekschool, waarvoor nog een tekort was van 40.000. y

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1