li afwachting vantle Troonrede.
^fchaakudciek
jfm
Z)amcufoiek
y//w Ir*!®1ipf
25 BOOG AZIJN 2J
DE BESTE VOOR DEHPRIIS tT
m iii i lil
Él
P
0 HÉS B
jjjj
lH 'ilü fi
fp
ü-'
iÉÜ §111
WVUv
Geneeskundige brieven
Voor kleine tuinen.
DK OOLIJKH «ISTKBi
taxichauffeur veel stof doen opwaaien. Zij
toch achten zich danig gehandicapt door het
lichtensysteem, tengevolge waarvan het niet
meer mogelijk is bij doorgaand verkeer op
den hoofdweg, van den zijweg komend, zich
in het hoofdverkeer ongehinderd te kunnen
mengen, een manoeuvre, welke vroeger, toen
de agenten de kruispunten bedienden, steeds
zonder bezwaren kon worden uitgevoerd.
Amsterdammers kennen die bezwaar reeds
lang, en niet geheel ongemotiveerd uiten
sommigen zich af en toe minder waardeerend
over het stopborden-systeem, dat bij „stop"
het rechtsafzwenkende verkeer deze beweging
belet. Inderdaad is bij ons dit verbod van
geen enkele waarde. En zeker niet met be-
trekikng tot het voetgangersverkeer, dat
thans evenmin beschermd wordt door de wer
king van het stopbord als in het andere ge
val.
Men zal ook te Amsterdam, ten einde een
veiligen overtocht voor den voetganger op
den duur te creëeren, moeten overgaan tot
het maken van speciale oversteekpunten on
der leiding van een agent. Op enkele plaat
sen reeds heeft men dit systeem in toepassing
gebracht en met succes. Hier kunnen ook de
gewone straatagenten dienst doen en zijn geen
speciale verkeersagenten vereischt. In hoe
verre het lichtensysteem in de hoofdstad suc
cesvol zal blijken te zijn, zal de praktijk
moeten uitwijzen. Een niet te onderschatten
gevaar is zeker, dat teveel verschillende syste
men in één stad zoodoende worden toegepast,
hetgeen voor een goeden gang van zaken
moeilijk een waarborg kan zijn. Reeds nu ver
schillen op meerdere plaatsen in de stad de
toepassingen van het stopbord.
Hier uit hoofde van een trambaan, daar m
verband met de enge ruimte heeft men uit
zonderingen getolereerd. Bewijst dat juist
niet, dat- zelfs voor een half automatisch
systeem van verkeersregelen de verkeers
wegen aan zekere eischen van geschiktheid
hebben te beantwoorden. Buitendien is ook de
samenstelling van het Amsterdamsche ver
keer van dien aard, dat vol-automatische
regeling groote bezwaren oplevert. Het is
makkelijker een aanhoudenden stroom van
automobielen op zekere momenten te doen
stoppen en af te breken, om even later weer te
laten vervolgen dan dit te doen met een ver
keersstroom samengesteld uit fietsers, hand
karren, sleepers wagens en auto's. Maar wat
er te Amsterdam ook zal gebeuren op ver
keersgebied en welke systemen men zal gaan
toepassen, het is te wenschen, dat men tege
lijkertijd een uniformiteit, zoo niet over het
geheele land, dan toch in de drie of vier
groote teden tracht te bereiken. Want daar
mee is het in ons land op het oogenblik nog
helaas maar al te droevig gesteld. Voor den
weggebruiker, die wel eens in verschillende
plaatsen rijdt of loopt is het haast ondoenlijk
geworden.
Een teekend voorbeeld daarvan is o.a. de
kwestie der vluchtheuvels en het passeeren.
,iDe komende gewijzigde Amsterdamsche poli
tieverordening zal wellicht een verandering
|bregen in de huidige situatie, die verbiedt het
passeeren van vluchtheuvels aan den linker-
of binnenkant. Er zijn stemmen opgegaan,
die ten behoeve van het snelverkeer ruimte op
den trambaan links van de vluchtheuvels vrij
willen geven en het passeeren aan beide kan
ten dus willen toestaan. Den Haag kent deze
dispensatie reeds. Ware het nu niet te wen
schen, dat men betreffende een dergelijken
maatregel overleg pleegde en, daargelaten
wat men vaststelt, dat tenminste
op dezelfde basis zou doen?
Wat de kwestie zelf betreft: het verdient
zeker aanbeveling het vóór en tegen van een
eventueelen nieuwen maatregel ampel te over
wegen Een groot risico is vooral voor den
voetganger aan het links passeeren der
vluchtheuvels verbonden. Immers als zoowel
links als rechts gepasseerd mag worden is
een zekere verwarring altijd voor de hand
liggend; een verwarring, die al velen nood
lottig is geweest en ook hier zeker niet zal na
laten slachtoffers te eischen. Verder zou het
op den trambaan passeeren vooral voor krui
singen, waar tramhaltes gelegen zijn en
dat is bijna overal het geval ongetwijfeld
voor de aam onnoodige stagnatie veroorza
ken Een stagnatie, welke de tram zich zeker
met kan veroorloven. Hier is een kwestie
waar het belang van het snelverkeer zeker
niet zwaarder gewogen mag worden, dan de
algemeene publieke veiligheid, die bij een
links passeeren van vluchtheuvels danig in
het_gedrang zou komen.
En zoo is deze hoofdstadbrief toch weer
een echte hoofdstadbrief geworden, doorspekt
van plaatselijke belangen en gevoeligheidjes
Dat Amsterdam er haar voordeel mee moge
doen. Vergelijkingen zij altijd gevaarlijk. Ver
gelijkingen gaan ook niet altijd op. En zeker
niet de vergelijking: Verkeer in Londen ver
keer in Amsterdam. Doch hetgeen zeker ver
geleken mag worden, zijn de gedragingen der
weggebruikers hier en daar En bij een goede
verkeersregeling is de houding van het pu
bliek van evenveel belang als die der politie
bij haar zeker niet te onderschatten taak. Dat
komt in Londen zoo goed tot uiting. .Zoo goed
zelfs, dat een Amsterdamsche briefschrijver
onmogelijk kan nalaten, die veelbesproken
kwestie van het verkeer nog eens bij den kop
te pakken.
VAN SIEGEN.
Er is in de laatste weken in Duitsch-
land en Engeland heel wat gebeurd. Wij
zullen niet nogmaals in bijzonderheden
de gebeurtenissen beschrijven, waarvan
onze trouwe lezers en lezeressen dage
lijks op de hoogte zijn gehouden; daar
voor liggen ze te versch in het geheu
gen. Genoeg zij het, voor wat Duitsch
land aangaat, te memoreeren, dat het in
uiterst moeilijke omstandigheden was
geraakt, als gevolg van den samenloop
van de wereldcrisis en de daaruit voort
spruitende prijsdalen en exportmoeilijk
heden met groote financieele moeilijk-
nnrw'/enerzijds voortspruitend uit de
SkkrnH» TstatndlKheden loodzwaar
S un w herstelbetalingen, ander-
5f'uj ,het verminderd vertrouwen in
tZiïiïÏÏZ**»** Duitschland
tei od kortfn"0P"gRlng van credie-
op korten termijn. Men weet dat
men in Duitschland toen bij noodveror
dcning is gaan regeeren en dat de Ame-
nkaansche President Hoover, den ernst
van den toestand inziende, voor den dag
is gekomen met zijn moratorium-vooi-
stel voor den tijd van één jaar, de vorde
ringen van Staten op elkander betref,
fende, welk voorstel tenslotte in hoofd
zaak is aanvaard. Men weet eveneens,
dat Duitschland daarmede nog lang niet
geheel uit den put is, maar dat de Regee
ring inmiddels is voortgegaan drasti
sche maatregelen te nemen om het fi
nancieel evenwicht te herstellen, vvaar-
bij alle groepen der bevolking, ook zij die
in overheidsdienst zijn, offers hebben
moeten brengen.
Wat Engeland betreft, men behoeft
den naarn MacDonald slechts to noemen,
om onmiddellijk de gebeurtenissen van
den jongsten tijd aan zijn geestesoog te
zien voorbijtrekken. Ook Engeland zit
den laatsten tijd financieel in groote
moeilijkheden. Evenals in Duitschland
drukt de werkloosheid zeer zwaar op het
bedrijfsleven; maar niet minder zwaar
drukt zij op de Staatsfinanciën in ver
band met de algemeene werkloosheids
verzekering, in beide landen bestaande
en het stijgend aantal werkloozen. Er
was een deficit op het budget te ver
wachten, dat in het z.g. May-rapport,
een rapport van een financieele commis
sie, die maatregelen had aan te geven
om het tekort te dekken, op 119.000.000
werd geraamd. Dit leidde tot vermin
derd vertrouwen in Engelands crediet-
waardigheid. De koers van het pond
sterling daalde en de Amerikaansche
bankwereld verklaarde zich alleen be
reid Engeland nieuwe credieten te ver-
leenen, indien het thans ernst maakte
met bezuiniging. Toen is het nationale
kabinet-MacDonald gevormd, dat inder
daad de koe bij de horens heeft gevat en
de salarissen van alle personen in over
heidsdienst of in ambtelijke betrekkin
gen, de ministers incluis, gaat vermin
deren met in maximum 20 pet. en de
werkloozen uitkeeringen met 10 pet
gaat besnoeien.
Ziedaar de geschiedenis van de laatste
weken. Maar vóór dien tijd viel er met
name in Engeland van ingrijpende be
zuinigingen niet veel te bemerken, ter
wijl in Duitschland door het bedrijfsle
ven vaak geklaagd werd over den veel te
ruimen voet, waarop de overheidsorga
nen, speciaal de steden, leefden.
Zoo hebben de thans voorgevallen ge
beurtenissen den indruk bij ons geves
tigd, dat de Regeeringen alleen wanneer
haar land aan den rand van den afgrond
staat, wanneer het bankroet dreigt en
daarmede tevens de algemeene ineen
storting op politiek gebied, wellicht zelfs
de revolutie, bereid zijn doortastende
maatregelen te nemen om het land voor
ondergang te redden. Tevens leert ons
hetgeen in Engeland gebeurd is, dat
wanneer inderdaad de nood aan den
man komt, de verschillende richtingen
samengaan om een uitweg te vinden, al
is het waar, dat het grootste deel der
Engelsche Arbeiderspartij thans vijan
dig staat tegenover MacDonald, Snow-
den en Thomas, eenmaal haar meest po
pulaire leiders. Het spreekt vanzelf, dat
wanneer groepen, die elkander sterk
plegen te bestrijden, in zulke abnormale
tijden samengaan, de gewone beginsel
strijd tijdelijk wordt gestaakt. Dan over
heerscht, zooals wijlen Mr. Troelstra, de
vroegere leider der S. D. A. P., het in
1914 zootreffend uitdrukte, de nationale
gedachte de nationale geschillen.
In Duitschland ontbreekt vooralsnog
zulk een nationaal kabinet; maar... de
Rijksdag is tijdelijk naar huis gestuurd;
de normale uitwisseling van politieke
denkbeelden is daardoor uitgesloten.
Wat wij om ons heen zien gebeuren is
ook voor ons land niet van beteekenis
ontbloot. Ook hier is de toestand lang
zoo rooskleurig niet meer als ruim een
jaar geleden. Indië, dat aan ons land zoo
veel welvaart heeft gebracht, verkeert
thans in zoodanigeen crisistoestand, dat
de eertijds meest bloeiende ondernemin
gen thans weinig of geen dividend ople
veren. Ons bedrijfsleven bevindt zich
ook in een zeer moeilijke situatie; de
werkloosheid is toenemende; de natio
nale inkomsten zijn scherp dalende.
Waar moet.dat heen? Moet nu ook hier
gewacht worden met het nemen van
doeltreffende, doch ingrijpende bezuini
gingsmaatregelen, totdat de toestand
even gevaarlijk is geworden als in
Duischland of Engeland? Moet de Re
geering pas de handen vrij krijgen óm
te handelen in het nationaal belang zon
der zich om partijgetwist te bekomme
ren, wanneer wij hopeloos in den put
zitten? Wij zouden willen, dat reeds
thans de Regeering een duidelijk, beslist
en krachtig geluid liet hooren; dat zij
zeide wat zij wil. Heeft zij een meening
omtrent de oplossing van de moeilijk
heden? Voelt zij als Regeering zich ge
roepen en bereid die meening uit te
dragen onder ons volk? Het oogenblik
nadert, waarop de Troonrede zal ver
schijnen. Laat ons hopen en vertrou
wen, dat daarin zal worden aangegeven,
op ondubbelzinnige wijze, hoe de Regee-
ring zich voorstelt het herstel van ons
bedrijfsleven te bevorderen en de steeds
dreigender financieele moeilijkheden
het hoofd te bieden. Ons land heeft thans
niet minder dan Engeland of Duitsch
land behoefte aan krachtige leiding,
waarbij het nationaal belang, niet het
belang van deze of gene groep, richt
snoer zij.
X.
Oplossing eindspel 476.
Vh7 q °D+QKa6 Kc6 V0l^t 2. a7
P\ J>c3 en wint). 2. Lf2 d2 3. Pc5+ \a5
(na Kb5 volgt Pe4).
4, b4f Kb4 5. Lel del (D. of T.) 6. Pd3f
Pd3 en wit staat pat.
Oplossing eindspel <77.
r h Pd7* Dd7 (na 1Kb5 volgt 2
Ld3+) 2. Tc6f Kb5 3. Ld3 Kc6 (na 3.
Ka 5of a4 4. Ta6t) 4. Lb5+ Kb5 pat.
Oplossing twsezet no. 355.
Men moet hier eerst, de stand bekij-
kende, uitzoeken welke zet zwart het
laatst deed. Dit kan alleen g7—g5 ge
weest zijn; hieruit volgt de sleutelzet:
1. hg6 (e. p.) Kh5
2. Th7 mat.
Probleem no. 356.
(C. A. Gilsberg).
8
n m
a b c d e 1
Tienzet mat.
Eenvoudig!
Eindspel no. <78.
8
1
a m 4 m m
w
wm
Wm.
Wit speelt en maakt remise.
Eindspel no. <79.
8
m- k m x
Wit speelt en wint.
Hier volgt een partij uit het meester-
tournooi te Bied (een badplaatsje in
Oostenrijk) waarin Aljechine, die lau
weren op lauweren verdient, Nimzo-
witsch aan zijn zegewagen bindt.
Fransche partij.
Wit: Dr. Aljechine.
Zwart: Nimzowitsch.
1.
2.
3.
4.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
9.
10.
11
12.
12.
13.
14.
15.
15.
16.
16.
17.
17.
18.
19.
e4 e6
d4 d5
Pc3 Lb4
Pge2 Een soort gambiet. Wit
heeft door zijn succes durf gekregen
en een brutaal mensch heeft de hal
ve wereld.
de4.
a3. Lc3
Pc3 f5? Zwart had beter gedaan
door deze pion niet te verdedigen.
f3! ef3
Df3 Dd4.
Dg3 belet schaak geven en gaat
een pion herwinnen.
Pf6. Na 9Dd7 volgt
Lf4 en pion c7 valt, terwijl wit een
prachtige ontwikkeling krijgt.
Dg7 De5f Om c7 te beschermen.
Le2 Tg8
drei£t Lf4 en Tadl en wint
t Pfb daarom,
Tg6.
Dh4 Ld7.
Zwart zou na 15. Lf6
iib Dh7 weer een pion verliezen
maar sterker is:
000
Lg2? Beter was Pbd7. Zwart
had dan met 0—0—0 wel beter
spel gekregen.
Thel.
Lh5
Td8f
Dh5
20. Pe4 fe4 21. Tfl daarna dame-
winst.
Vrij naar de Tel.
Wit staat overweldigend.
Le4. Er dreigde Lb5f enz.
dreigt P. winst door Lf6.
Ph5
Kf7 Zwart is verloren.
Zwart geeft op. Er dreigt
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1189 (auteur Bois-
sinot).
Stand.
Zw. 6 sch. op: 2, 7, 8, 10, 16, 29 en dam
op 41.
W. 9 sch. op: 17, 19, 21, 22, 25, 27, 28,
40, 48.
Oplossing.
Wit speelt 1914. Zw. slaat 10 19 en
wit wint door:
48—42
22—18
27—22
40—34
25: 1!
1.
2.
3.
4.
41
23
16
12
23
12
18
30
Iets van Springer.
Het Fransche blad „Clubs et Café's"
bevatte de volgende fraaie studie
Springer,
i !B A
j iu
Zw. 8 sch. op: 7, 9, 11, 17, 20, 24, 26, 29.
W. 8 sch. op: 22, 28, 32, 33, 37, 38, 43, 48.
In deze positie speelt wit:
1. 28—23. Zwart kan nu op drie ma
nieren twee stuken slaan:
Op 29 27 volgt 32 1
op 17 19 volgt 3731 en 43 3
1. 17 39
2. 23 34 2. 39 30
3. 37—31 3. 2ë 38
4. 38—33 4. 28 39
5. 43: 3!
De heer v. Dartelen vestigt de aan
dacht op het volgende aardige eindspel
letje uit Groningen.
ilÜ
...Wm lil Si
fP? Wm
sy/>.
Zw. 2 sch. op 10 en 11, dam op 32.
W. 4 sch. op 18, 22, 23, 41 en dam op 50.
Wit speelt 22—17. Zw. moet slaan
11 :13. Nu zet wit 50—11! Slaat zwart
32 19 dan volgt 11—2 en 2 5.
Slaat zwart 32 46 dan volgt 23—18
en 11 1
Ter oplossing voor deze week:
'Probleem 1190 van E. Boissinot (Fr.)
"H
Zw. 10 sch. op: 1, 2, 3, 7, 12, 17, 23, 26,
28 35
W. 11 sch. op: 16, 21, 31, 32, 37, 38, 39,
40, 42, 47, 48.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Correspondentie.
P. de G. te W. Dank voor uw eindspel.
Zal het plaatsen.
Wat is ziekte? I. Platvoet.
Men zal bij den eersten blik allicht geneigd
zijn uit te roepen: „Wat een naïve, wat een
onnoozele vraag!" Dat weet toch ieder. Zoo
dra men niet meer gezond is, is men ziek.
Maar dat is geen antwoord, doch slechts
een verschuiving, waardoor de vraag zou lui
den: „Wat is gezond?" Gaat men naar een
ander antwoord zoeken, dan is te. verwach
ten ziekte is er als men iets mankeert, als er
iets niet in orde is, als men ergens last van
heeft, feitelijk dus omschrijvingen of, beter
gezegd, het gebruik van andere woorden,
Vruchtdragende houtgewassen ui onzen
tuin.
De nazomer geeft aan den -
aparte schoonheid. Vooral is dff ^h!ï'n
met die tuinen, welke met zoro- L ^eva*
n.I. waar bij keuze van het nlfnf»n ^P'ant»
ook gedacht is aan die planten wX v 1
zonder opvallen. Eerstens denvón ,nu N-
verschil lende vruchtdragende ?n aan
gende) houtgewassen Een Her t^sdra-
het oogenblik wel de IjgÜ? £?°'sle is °P
paria, waarvan de takken Hem s aucu"
vuurroode vruchttrossen nu hn 2waart:e der
hangen. Ook al omdTde L °Ver'
wordt en dus weinig hinder veroorzaaH^
den groei van andere nlanJn voor
zoo geschikt voor aanplantin?
tuinen. Mooi is nu ook de j Reinere
haar oranjegele bessen welk-el 00rn me*
massa langs de takken geDlaat£eW00nliik
er echter wel aan dat niet aif Z'in" Denkt
vrucht dragen; ze zijn tweehuiziaXTplarea
zijn manlijke en vrouwelijke niaóf' 'z' er
de laatste dragen bessen'ooft11' alleea
zuurdoorn, Berberis vulgaris ia
met lange roode vluchttrossen On i n
plaatsen is ook Viburnum Lantana ge
sneeuwbalsoort voorzien van helder r„e3a
vruchttrossen, welke tegen het donW„-
blad mooi afsteken. Op vSSe !Kne
laat de «ruchtzettinfi
soort veel te wenschen over. De vroon.
ten van Cotoneaster nemen een vonm
plaats in onder deze besdragende crewiJ™
Nu zijn het soorten als C. builata
cox en C. multiflaro calocarpa welke
met bessen beladen onze aandacht al rifv njï
hessen beladen onre aandacht treton'fc'
niet alleen de onze; ook de vogels kom^n
op af en doen zich te goed aan de Sff®?
ziene disch, welke voor hen gereed staat rw
dit geeft aan onzen tuin een aparte bekoring
Nog zijn het slechts enkele soorten waarvin
deb essen gekleurd zijn. Reeds begint ook ni
vuurdoorn, Pyracantha Lalandi en straks
volgens nog tal van andere, zoo zelfs dat bii
een zorgvuldige soortenkeus deze besdragers
onzen tuin totd lep in den winter zullen sie
ren.
A. G.
maar geenszins een bevredigende definitie In
het artikel van bchanz, dat'mij tot het schrij
ven van dezen brief dreef, wordt het volgende
aardige voorbeeld gegeven: Als ik aan een
natuurkundige de vraag voorleg: „Wat is
arbeid? aan volgt als uit een pistool het
antwoord: „Arbeid is kracht maal afstand".
Doch vraag ik den medicus: „Wat is ziekte?"
dan begint hij: „Ziekte isen hierop gaat
hij stotteren.
In de geschiedenis der geneeskunde voeren
verschillende strooimingen omtrent de ziekte
leer afwisselend den boventoon. Globaal valt
een voortdurende strijd te onderkennen tus-
schen twee opvattingen, waarvan de eene de
oorzaak der ziekten in afwijkingen van. de
vaste bestanddeelen van het lichaam, de
andere daartegenover in de lichaamsvochten
meende te moeten zoeken. Een overblijfsel
van deze laatstgenoemde leer, de humoraal-
pathologie, vinat men nog in den volksmond,
die van kwaadsappigheid spreekt. Op al die
vroegere leerstellingen kunnen wij hier biet
uitvoerig ingaan.
Een belangrijke periode wordt vastgeknoopt
aan de onderzoekingen van Virchow, waar
door de pathologische anatomie (ziektekun
dige ontleedkunde) in het centrum der be
langstelling kwam te staan. Gesteund door
de verbeteringen van het mikroskoop, werd
niet alleen de fijnere bouw der weefsels van
het menschelijk organisme beter bekend,
maar vooral de afwijkingen in dien bouw bij
ziektetoestand. De ziektekundige anatomie
ging een overheerschende rol in het medisch
denken spelen. Door de ontdekking van
steeds meer zichtbare veranderingen bij be
paalde ziekten ontstond zoetjes aan de over
tuiging, dat voor elke afwijking in het
levensproces een daarmee samengaande ana
tomisch aan te toonen oorzaak moest bestaan.
Zooals het werd uitgedrukt: elke ziekelijke
aandoening moest een anatomisch substaat
hebben en tenslotte werd dit anatomisch sub
straat dan als „de ziekte" beschouwd. Als
noodzakelijk gevolg meende men, dat ophef
fing van welke anatomische afwijking dan
ook, tot genezing moest leiden.
Van die leer, welke langen tijd vrij alge
meen gehuldigd werd en thans ook nog wel
hardnekkige aanhangers heeft, begint men
allengs terug te komen. In een vorigen bnet
noemde ik het boek van Lieck, dat thans ook
in het Nederlandsch vertaald, als „Het won
der in de geneeskunde" verkrijgbaar is. L,aaf"
uit spreekt een gansch andere taal Het is
niet het anatomisch substraat, maar storing
in de normale levensfunctie, we' ,aanr.,,':^
ziekte als zoodanig beteekenis gee'f
Sauerbruch is het zoo uitgedrukt, dat
leer van Virchow ons in een blindeg
van
155. De groote wagen vliegt langs mooie
boschwegen, over heuvels en dan weer door
laag vlak land. De kinderen geven hun oogen
goed den kost, vooral de meisjes genieten, ter
wijl de jongens een opwindend gesprek houden
over hetgeen ze doen zouden, als er eens een
ongeluk gebeurde.
156. Maar gelukkig is dat niet het geva ..j^j
Zeekat, die mee is omeen beetje op he
te passen, geniet evenzeer als de k'n ^'ent,
komt wel heel veel voorbij dat ze niet
maar de jongens en meisjes, die ep schoo
ook al het een en ander geleerd hebben, u
haar veel vertellen en natuurlijk is Marinus
knapste van allen. Hij wordt met vragen
stormd.