aikmaarsche Courant. Radionieuws feuilleton Rechtszaken. Honderd drie en dertigste laargang. Donderdag 1? September T eekengenootschap Kunst zij ons doel". DAROL FARQUMAR's NACHTWANDELING. geen gei Dames en kinderkleeding Eerst kijken t V *5$ (Wordt vervolgd)- 1931 K». 219 Vrijdag 18 September. Hilversum, 1875 M. (6.4512.4. 8.- en 11.-12- V.A.R.A., 12—4— A.V. R.O. en de V.P.RO. van 8.—11.— uur). 6.45 _7.en 7.307.45 Gymnastiekles o. 1. v. G. Kleerekoper. 8.— Gramofoonplaten. 10.— GOLFLENGTEN TE VEEL? Voor de bijeenkomst te Locarno in October a s. in door het secretariaat van de Wereld- omroep-Vereeniging reeds een aantal ge gevens verzameld. Men wil voorstellen, dat elk land een vierde gedeelte va nalle beschik baar gestelde golflengten zal afstaan om het onderlinge frequentieverschil der zendsta tions grooter te kunnen maken. Engeland heeft zich reeds bereid verklaard twee golflengten af te staan. De laatste twee jaren is het aantal Europeesche zenders toe genomen van 200 tot 261. Was in het begin van 1920 de totale zendenergie van alle europeesche zender 600 kw, thans zal, wan- netL^€ 'n ,^anb°uw zijnde zenders eveneens 10 'dfn genomen, deze totale zendener- e J2860 kw bedragen. roeporkest o. 1. v. N. Treep Flesch: „Reuzen-inktvisschen en andere zee monsters". 2.30 Gramofoonplaten. 315— 4Aansluiting Carlton-Hotel te Amster dam. 4.Pianostukjes óoor Joh. Jong. 4 30 Voor de kinderen. 5.15 Concert door het VAR A.-orkest onder leiding van Hugo de Groot 6.— Voordracht door M. Beversluis ft 20 Vervolg concert. 6.45 Actueel Allerlei door het N.V.V. 7.- Vervolg concert. 7.30- 8 Orgelspel door Joh Jong op een orgel van de Standaart's Fabriek te Schiedam. 8 Ds W. Mackenzie „Activiteit en Passiviteit in het geloofsleven (II)". 8.30 Concertt. G. Sttotijn—Molenaar, zang. Hans Schouw man piano. 9.Ór. H Wolf: „Humanisti- sche'retigie. IL Herder". 9.30 Vervolg con cert Stotijn en H. Schouwman vierhandig piano) 10.- Vrijz. Godsd. Persbureau 10.05 Vaz Dias. 10.15 Ds N. Blokker: Onze postpropaganda. 10.45 Gramofoonpl. 11 12.— Gramofoonplatenconcert van de V. A. RA. Huizen298 M. (Algemeen programma, te verzorgen door A N.C.R.V.) 8.Schrift lezing. 8.15—9.45 Gramofoonplaten. 10.30 Ziekendienst. 11.— Gramofoonp'aten. 12.— Politieberichten. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Concert. H. Hermann, viool. H. v d. Horst Jr., cello. Mevr. R. A. v. d. Horst- Bleekrode, piano. A. P. Smeehuyzen, harmo nium. 2.Gramofoonplaten. 3.Concert Hollandsch Harpkwartet. 4.304.45 Gra mofoonplaten. 5.H. J. Steinvoort: De be plakking van het kluwenbakje". 5.30 Orgel concert P. v. d. Kerkhoff. 6.30 Radio-dokter. 7.A. J. Herwig: „Mooie nieuwe dahlia's". 7.30 Politieber. 7.45 Gramofoonplaten. 8.— Orkestprogramma o. 1. v. F. Schuurman. Spreker mr. dr. H. H. A. van Gybland Oos- terhoff: „Nederland en Suriname". Na af loop: Vaz Dias en tot 11.30 gramofoonpl. Daventry, 1554.4 Al. 10.35 Morgenwijding. 11.0511.20 Lezing. 12.20 Orkestconcert. 1.05 Orgelconcert door O. M. Peasgood. 1.502.50 Gramofoonplaten. 4.20 Orkest concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Zang door Evelyn Arden en George Parker. 7.10 Lezing. 7.30 Lezing. 7.50 D«M>4 IA i-L A \Y/oo T^riimniteoVia mnn eoroje „The Road to the West". Dramatische monoloog van Filson Young. 8.45 Vaudeville. 10. Berichten. 10.15 Berichten. 10.20 Lezing. 10.30 Orkestconcert. 11.2012.20 Dans muziek. Parijs „Radio-Paris?'1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12 50, 1.25 en 6.50 Gramo foonplaten. 8.20 Radio-tooneel. 9.50 Gramo foonplaten. Langenberg, 473 M. 7.25—8.20, 11.— 11.35 en 12.20 Gramofoonpl. 1.252.50, 5.20—5.50 en 5.506.35 Orkestconcert en toespraken. 8.50 Radio-Tooneel. Daarna be richten en tot 12.20 Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 1.05—2.20 Orkest concert. 3.205.20 Orkestconcert en voor dracht. 8.308.50 Zang-voordracht. 8.50— 10.10 Radio-tooneel. 10.1010.35 Vier-han- dig pianospel. 10 5011.20 Mandoline-con cert. Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.: 5 20 Orkestconcert. 6A0 Gramofoonpl. 8.20 Or- kesconcer. 338.2 M.5.20 Orkesconcer. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 „Senorita Pif Paf". Operette van Max Gabriël. Zeesen, 1635 M. 7.7.50 Gramofoonpla ten. 9.20 en 10.30 Schooluitz. 10.55 en 12.20 Berichten. 12.20 Gramofoonplaten. 1.15 2.20 Berichten. 2.20 Gramofoonpl. 3 20— 4.50 Lezingen. 4.50 Concert. 5.50—8.20 Le zingen. 8.20 „Worüver man in New York spricht" door G. Sell, 8.35 „Sag deine Mei- nung mit Musik" van Harry Salton. 9.35 Berichten. 9.45 Concert o. 1. v. E. Prade. 10.50 Berichten en daarna Strijkkwartetten. 1831—1931. (Slot.) In 1852 werd de 8ste kunstbeschouwing gegeven, die komen evenwel in 't vervolg zoo herhaaldelijk voor dat ik ze niet zal opnoe- men, ze geven echter het bewijs van de werk lust en de activiteit der leden. Bij deze kunstbeschouwing echter bezong een zekere J. D. Tonders elk der inzenders afzonderlijk in een gedicht en verblijdde er het bestuur mede. Bij het werk van Plas dichtte hij: Men zag ook Plas met zijne koeien Zoo schoon van stand, zoo rijk van kleur, 't Was of men zag de beesten loeien En schapen stonden in hun fleur. Het college in een expres daarvoor bijeen geroepen vergadering besloot Tonders een dankbetuiging te zenden en Tonders zeer vereerd, betuigde in de Alkm.' Courant van 19 April 152 zijn dank aan het Bestuur voor den hem toegebrachten lof. Het volgende jaar 1 October 1853 trof het college een zware slag door het overlijden van zijn directeur Pieter Plas. Met treurmu ziek werd hij door zijn kunstbroeders graf waarts geleid, terwijl talrijke bladzijden ge tuigen van de achting en vriendschap hem toegedragen. Of de steunactie voor de weduwe en wee- zen in den vorm van een verloting succes heeft gehad, kon ik niet te weten komen. In de Aikmaarsche Courant van 10 October 1853 vindt men van Plas een levensbeschrij ving. Als zijn opvolger tot directeur werd spoedig daarna Stucki, de stadsteekenmees- ter, benoemd. Hengstman was toen reeds door Hendriks als president vervangen. Deze Stucki, met zijn lange grijze haren, een echt schilderstype, wiens portret nog al tijd ons teekenlokaal siert, was behalve een goed teekenaar ook een bekwaam fluitspeler en daarvan werd een dankbaar gebruik ge maakt op de kunstreis in 1871, die hij met een tiental leden maakte, daarmede tegelijk het 40-jarig bestaan vierend. Deze reis wordt in haar geheel nauwkeu rig beschreven en aardig is het te lezen, hoe zij bij de Kennemerpoort bij elkander komen in een met twee paarden bespannen wagen plaats nemen en zoo onder muziek en zang hunne reis aanvangen, daarbij natuurlijk allerlei avonturen belevend. Onder deze vroolijke kunstbroeders ont brak vanzelfsprekend Izaak Schoor! uit Oudorp niet. Ook zijn portret is nog in ons lokaal aan wezig. Zijn teekenkunst deed wel eens aan het hedendaagsche futurisme denken, doch zijn danskunst werd hoog geprezen. Vooral als hij de horlepijp danste, was ieder vol bewon dering. Natuurlijk dichtte Schoorl en als hij be merkt dat zijn schilderstukken weinig op brengen, tracht hij zijn gedichten aan den man te brengen en wel tegen zeer concurree- rende prijs. 'k Zal twintig verzen schrijven Voor vijf cent één gedicht Zoo krijg ik ook wat schijven Voor wat ik heb verricht. Eén gulden, twintig verzen breng ik u franco thuis; Van alles wat, diversen! Ik schud ze uit mijn buis. In 1882 was Schoorl 40 jaar lid van het college en werd hij in de versierde teeken zaal gehuldigd. In de nu volgende jaren verminderde het aantal leden zoodanig dat het einde nabij scheen. Zelfs hield ds. Heyst bij een kunstbeschouwing reeds een lijkrede op den ontslapene. Doch Wigman, Bakker en Vermeer verlo ren den moed niet en toen Klasener een paar Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. 491 Farquhar wierp hem, onder het aan steken van een sigaret, een haastigen blik toe, terwijl hij op quasie onverschil ligen toon informeerde: Ik hoop niet, dat juffrouw Curtis zich de zaak ernstig heeft aangetrokken? Och wat! Die jonge dame trekt zich de dingen niet gauw ernstig aan. Zij voelde zich best in haar nopjes in de ge vangenis, naar het schijnt. Ja, met de vrouwen is het toch eigenaardig gesteld! Nemen zij tegenspoed zoo luchtig op, omdat zij minder of wel meer teergevoe lig zijn? Zijn zij op dat punt onze meer deren of onze minderen? Ik zou het je niet kunnen zeggen. Ja, als Engelschman wil je zeker liever niet discusseeren over het verschil tusschen man en vrouw. Nog een glaas je? Best... Met de vrouw van den con ciërge van het gerechtsgebouw had, naar het schijnt, juffrouw Curtis al gauw vriendschap gesloten en om haar te hel pen den tijd te korten, bracht deze haar zoontje van een paar maanden als speel kameraad bij haar. Zij heeft alleraar digst op het kindje gepast! Zij is onmid dellijk naar het hotel teruggekeerd om jaar later als lid toetrad nam het Genoot- schap spoedig weder in bloei toe en werd in 1891 het 60-jarig bestaan gevierd. Toen ving men ook aan de wanden van de teekenzaal met meer en minder talent te be schilderen, zeer tot genoegen van Arie Pe perkamp, den waard. En Arie, wonder in zijn schik Kwam, als hij kon, elk oogenblik Eens kijken naar zulk werken; 't Was een mirakel wat je zag; De zaal vergrootte ied'ren dag Met fraaie wandelperken, Dan wijst hij daar z'n vrouwtje lief Op 't coloriet en perspectief. Vele kunstlievende leden van vroeger zul len zich die voorstellingen nog wel kunnen herinneren uit de dagen der kunstbeschou wingen, wanneer, onder een kopje chocolade, de teekeningen en aquarellen uit de porte feuilles van verschillende vereenigingen van hand tot hand gaande, aan een onmeedoo- gende critiek werden onderworpen. In 1893 werd de heer Cock lid en in 1896 secr. en door zijn toedoen kwam 't genoot schap spoedig tot den grootsten bloei dien bet totdusver gekend had. Daarbij schijnt hij de gave bezeten te hebben even gemakkelijk in dichtvorm als in proza te kunnen schrij ven; het voorgaande en de volgende gedicht jes zijn dan ook van zijn hand en aan zijn verschillende voordrachten, waarvan ik in dit overzicht dikwijls een dankbaar gebruik maak, ontleend. Het 65- en 70-jarig bestaan werd vervol gens in 1896 en 1901 met het houden van een tentoonstelling en de daarop volgende feestavonden gevierd, waarbij de heer Cock volop gelegenheid kreeg zijn gave te ont plooien. Die tentoonstelling in 1901 was zeker wel een van de belangrijkste ooit op het gebied van schilderkunst in Alkmaar gehouden en bestond uit werken in 't bezit van ingezete nen onzer gemeente. Die prachtige verzame ling, waaronder stukken van beroemde 17e euewsche meesters, uit stichtingen en hofjes en van particulieren in de zalen van het voormalige weeshuis bijeengebracht, trok zelfs ver buiten onze gemeente de aandacht. In 1904 moesten wij de zaal van Peper kamp verlaten en menig oud-lid uit die jaren zal zeker, wanneer hij onderstaand vers leest, een oogenblik in gedachten teruggaan naar die oude teekenzaal, waar hij te mid den zijner vroolijke kunstbroeders, waarvan er vele reeds zijn heengegaan, zulke prettige avonden heeft beleefd. Schrijver dezes, die onafgebroken vanaf zijn vestiging in onze stad in 1900 lid is ge weest, kan hiervan dus bij ondervinding me- despreken. Ginds stond het standje, hier de waard, De leden in 't rond geschaard Die teekenden met vlijt; Deez' stond, die zat, of past' en mat Of sleep een punt aan 't krijt. Bij wijlen werd geen enkel woord Maar slechts een diepe zucht gehoord, tot één zachtkens een lied inzette dat spoe dig daarop uit volle borst door allen werd medegezongen, waarna in de pauze een lange pijp werd opgestoken. Ik zelf heb heldhaftig gestreden die oude traditie, een lange pijp te rooken, in eere tc houden, hoewel ik telkens bij voorbaat wast misselijk te zullen worden. Het getal derge nen die er niet tegen konden of er niet van hielden, werd echter voortdurend grooter, zoodat dit oude gebruik vanzelf is uitgesle ten. Hiermede werd echter een band die ons aan 't verleden bond, afgesneden. Gelukkig werd ons, toen wij de zaal van Peperkamp moesten verlaten, door het ge- een andere japon aan te trekken en haar bevrijding in vriendenkring te vieren Ziezoo, Darol, dat drama behoort dus weer tot het verleden. Op eigenaardig verstrooiden toon er kende Farquhar, dat het drama al weer tot het verleden behoorde. Intusschen dacht hij bij zich zei ven: Tot het verle den? Lieve hemel, wat dat meisje en mij betreft, behoort het drama nog lang niet tot het verleden. Het begint integendeel pas. Met die zaak met madame Cottrell is alles in orde gekomen. Maar dan heb ben we nog steeds die andere zaak, die van het parelsnoer, dat uit onze brand kast te Londen is verdwenen. Wie heeft daarin de hand gehad? Sheila wordt er nog steeds van verdacht en ik weet niet, wat ik er van denken moetIk houd haar voor onschuldigMaar hoe zou ik haar kunnen zeggen: Zes maanden geleden heb ik gezegd, dat ge een die vegge waart, maar, hoor eens, bij nader inzien geloof ik toch niet, dat ge er een zijt! Hoe zou het me mogelijk zijn dat tot haar te zeggen? Ze zou me den rug toe draaien! En hoe zou ik kunnen peggen. Hoor eens, zelfs al hadt ge in het laatst van Augustus die parels gestolen, moe ik u toch verklaren, dat ik smoorlijk ver liefd op u ben. Ze zou me in het gezjHit uitlachen en ze zou gelijk hebben. Mat ik ook tot haar zeg. het maakt den toe stand nog onmogelijker. En tochi zall ik wat moeten zeggen. Als ik haar ontmoet, zal ik wat tot haar zeggen, doch de he mel mag weten, wat dat zal zijn. Zoo zat hij te piekeren, terwijl hij met zijn vriend zat te rooken en te keuvelen Amsterdam Nieuwendijk 225/229. Utrecht Oudegracht 151. dunéeiCarxSito a Bonfeeenoe du desermement qui sera tenue, a <^eneve aa moö de jev-** ïo^t frriM'j'-n QBOpganisê/ per Ca ftPre»; h néeWandaoexco ipie. tnetammenf vofre, [épence au norn. do f fiumantfé'.de pendre. feo meoupes nécessaires quL aonduieont au désarmement des nationA B •iécfarafton M5Ï oosjïherfcrxlaia deasas de 18 ano ant a toas lés pcfiftqcies da TxryS e3t sentee. aa riem de ao fj&sasm&fesa de fa ÜQStsife deaJfcfe&S pap te. de la Eot»s Raggwzdwasia. a C ÏW>ra-O» -V Het bovenstaande is een reproductie van de oorkonde, die door den Voor zitter van de Vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers", tijdens zijn rede te Genève aan M. Titulesco wordt aangeboden. Op deze oorkonde staat vermeld: PETITIONNEMENT VOOR INTERNATIONALE ONTWAPENING. Van het Nederlandsche Volk aan de Ontwapeningsconferentie in Februari 1932 te Genève te houden. Georganiseerd door de Nederlandsche Dagbladpers. Ik verzoek Uwe Conferentie met den meesten aandrang, in naam der menschelijkheid, die maatregelen te nemen die tot ontwapening der naties zul len leiden. Deze verklaring, onderteekend door 2.438.908 Nederlanders boven de 18 jaar, behoorend tot alle politieke richtingen des lands, wordt namens hen aan den Voorzitter van de.Assemblée 1931 van den Volkenbond aangeboden door het bestuur van de Nederlandsche Dagbladpers. September 1931. J. W. HENNY, voorzitter. W. G. J. VEENHOVEN, secretaris. in het eigenaardig Zwitsersche kleine restaurant, waar geen Engelsch, Ameri- kaansch of Fransch gelaat was te be speuren. Het was er gezellig en prettig, al was het er tevens geweldig stoffig. Zeg vriend, de tijd schiet op, voel je iets er voor te gaan eten, Darol? Mij goed, maar laten we voor de afwisseling dat niet in ons hotel doen, Jean. Wat denk je van Bellavista of een andere inrichting? Alleen niet in ons hotel. Opperbest, zeide ae Franschman, die wel kon raden, waarom Farquhar dien avond niet in zijn hotel wilde di- neeren. Aan alle logé's was de waarheid bekend geworden, iedereen was woest verontwaardigd, dat op zulke losse gronden die madame Cottrell twee fat soenlijke en sympathieke jonge Engel- schen van diefstal had beschuldigd en ze met zulk geraas en getier te lijf was ge gaan; en nu was iedereen van plan om de ge'rehabiliteerden eens flink te huldi gen. Maar Darol wilde niet enkel aan die hulde ontkomen. Ik wil er mijn kop onder verwed den, zeide de jonge Franschman bij zich- zelven, als er niet iets ernstigs gaande is tusschen hem en dat jonge meisje. De jongelui bleven lang tafelen. Toen zij naar hun hotel terugkeerden, troffen zij geen sterveling meer aan. De late dansers waren nog niet thuis, de meeste gasten waren naar hun kamers gegaan. Nu, beste kerel, welbedankt voor alle moeite! Ik ga naar bed. Je zal wel lekker slapen, in ieder geval zeker beter dan od dat verduivelde meentebestuur een der zalen van de Nieuwe Doele beschikbaar gesteld, waar het college zich spoedig geheel thuis gevoelde, zoodat het 75-jarig jubileum in 1906 met het hou den van een lezing met lichtbeelden gevierd kon worden. De thans volgende 25 jaren wil ik slechts vluchtig behandelen, ik mag niet te veel plaatsruimte verlangen en een deel daarvan behelst slechts een lijdensperiode. 1914! De wereldoorlog begon en het vol gende jaar werden soldaten in de Nieuwe Doele ingekwartierd. Veel van onze bezittin gen zijn toen uit baldadigheid vernield en zoek gemaakt, zelfs zagen wij bij ons vertrek naar de tuinzaal van de Harmonie, tot onze verontwaardiging nog een onzer mooiste doodskoppen op een der trapgeveltjes van de Nieuwe Doele staan. In die tuinzaal werd tot 1920 geteekend, in welken tijd de heer Cock bedankte en tot eere-lid werd benoemd. De heer Ziek nam zijn plaats als voorzit ter in. Volledigheidshalve zij gemeld dat opvol gend Hengstman, Hendriks, Farber, Bakker, Gonnet en dan de heer Cock vóór hem de voorzittersplaats hebben bekleed. In 1921 kon men het college op een der zolders van een café aan de Laat vinden, waar nog slechts enkele der ijverigste leden tusschen kwalijk riekende, te drogen hangen de kleederen, met verkleumde vingers zaten te teekenen en een jaar later in het foto-atelier van den heer Blokker, Ritsevoort, waar het niet ongezellig was, doch slechts enkelen be hoorlijk plaats konden vinden. Het tot 11 leden geslonken college scheen de 100 jaar niet te zullen beleven, stemmen om tot ontbinding over te gaan, deden zich hooren. In dien benauwden tijd werd de heer Slinger voorzitter, terwijl de heer Ziek tot directeur werd benoemd en ondergetee- kende tot secretaris. In den hoogsten nood wendden die zich tot het gemeentebestuur om hulp, met gevolg $at met groote bereid willigheid ons het vroegere lokaal in de Nieu we Doele ter beschikking werd gesteld. Onnoodig te zeggen met welk een vreugde wij weder de oude wenteltrap met haar uit gesleten treden beklommen. De 10 jaren omzwerven schenen een be nauwden droom, hier waren we weder thuis. Spoedig daarop verraste onze bescherm heer, de heer mr. W. C. Bosman, die zoo wel willend was geweest de plaats in te nemen van wijlen mr. Cohen Stuart, ons met de prachtige schenking alle ramen van gordij nen te voorzien, wat de gezelligheid en de geschiktheid van het lokaal zeer verhoogde. politiebureau, zei Jean aan den voet van de trap. Hij had nooit iets bemerkt van de angst, die zijn vriend had, vooral wat vrijheidsbeneming beteekende. Darol beet zich op de lippen. Ja, ik denk wel, dat ik zal slapen als een os. Wel te rusten! Slaap lekker. Twee uur later, toen ieder logé in zoete rust verzonken moest zijn, kwam Sheila, die overdag opgesloten had gezeten en des avonds zeer gefêteerd was gewor den, tot de ontdekking, dat zij den slaap niet vatten kon. Zij had zich van de eene zijde op de andere geworpen onder het broeiende dekbed, terwijl zij al wat zij dien dag had doorleefd, maar niet van zich af kon zetten. Tenslotte draaide ze het licht op en nam van haar nacht tafeltje haar Duitschen roman, een werk van Gerhard Hauptmann, maar weldra sloeg zij het boek weer dicht, het lezen ging niet recht. Ze stapte uit bed, maar het was koud in de kamer en zij trok haar bontmantel aan. Ze ging aan het schrijfbureau zitten. Zou ze een lan gen brief aan juffrouw Woffington gaan schrijven? Neen, ik moet eens naar In- dië schrijven, prevelde zij, het is schan delijk zoolang als ik niets van me heb laten hooren Maar als ik dat ga doen, zal me dat lang in beslag nemen neen, ik schrijf vannacht niet! Zij ging naar het venster; de binnen- ramen waren niet gesloten en zij ont sloot de openslaande benedenramen. Zij deed haar mantel dicht en stapte op het balcon. Zij liet haar blikken waren Hier had het genootschap gelegenheid zich te ontplooien en spoedig traden dan ook tal van leden toe, zoodat het zich weldra we der in een bloeienden toestand mocht verheu gen. De heer F. Wigman werd in deze dagen tot eere-lid benoemd, wat hij wel verdiend heeft, na jarenlang de voortdurend schrak kas te hebben beheerd. En zoo kan ik dan tot slot herhalen wai de heer Cock vóór ruim 30 jaren dichtte, met verandering van. het jarental: In negentien een en dertig had 't College honderd jaar Zijn doel in 't oog, steeds voortbestaan En op de ingeslagen baan Gelijk een went'lend rad, Nu weer omhoog, dan naar beneên In voorspoed en in tegenheên Verwonnen 't gevaar. En hoopt het Teekerigenootschap nog ja« ren zijn opbouwend werk te verrichten, doot in 't algeeen den Kunstzin te verhoogen en in 't bijzonder te zijn een plaats, waar velen op prettige wijze zich in de schoone kunst kunnen oefenen. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 15 September. EEN. GEWELDIG ZONDEN- REGISTER! De 25-jarige Berend M., geboren te Nij« kerk en wonende te Alkmaar, opende de rei der diverse verdachten om terecht te staan wegens vervalsching van aangiftebiljetten voor de rijksverzekeringsbank en gebru'kma- king ten eigen bate van deze vervalschte for mulieren. Volgens dagvaarding had hij in de maand April j.1. een tweetal formulieren va!- schelijk en in strijd met de heilige waarheid ingevuld met de mededeeling dat hem in Maart van dit jaar op het stationsemplace ment te Uitgeest, een ongeval was overge komen, waardoor hij gekwetst zou zijn door, het vallen van een stuk ijzer op zijn voet. Voorts had hij deze formulieren niet minder valsch en waarheidstrijdig onderteekend met den naam van zijn werkgever C. J, Brink Voorts zou hij op 13 en 18 April ge< bruik hebben gemaakt van deze valsche for mulieren, ten einde uitkeering te verkrijgen van De hem was ten laste gelegd, echter, voor zoo ver wij uit dit niet al te duidelijke zaakje konden wijs worden, met dien verstande, dat de rijksverzekeringsbank, e verdachte erkende zoo ongeveer wat over het landschap; alles was koud, doodstil en haast helderder verlicht dan overdag. De maan was vol en de straat lantaarns brandden alle: dat kostte haast niets, daar in deze bergstadjes het water de kracht voor de electriciteits- verzorging levert. Die lantaarns maak ten den indruk van een snoer van glan zende juweelen, zich langs de hellingen omhoog kronkelend. Terwijl Sheila met de eene hand haar mantel dicht hield, steunde zij met de andere op den rand van het balcon. Zij hief haar oogen 01 naar de maan en ilet daarna haar blikken gaas over het besneeuwde landschap, waartegen da ken en boomen zich als donkere schaduwen afteekenden. Al die schaduwen zien er uit alsof zij uit blik waren gesneden, dacht Sheila. Wanneer ik straks terugdenk aan Zwitserland, zal ik al tijd zich tegen de sneeuw afteekenende scha duwen zien. Overdag is alles helblauw of wit, des nachts donker indigo op wit. Hè, wat is dat? De doodsche stilte werd door een geluid verbroken. Dat geluid kwam van dichtbij. Zij boog zich voorover naar rechts. Daar zag zij op een balcon, drie of vier balcons van het hare verwijderd, een gestalte naar buiten komen en een oogenblik later stilstaan. Het was de ge stalte van een in een pyama gehulden man. Plotseling legde hij een van zijn lange beenen ov-r ed leuning en scheen aanstalten te maken om naar beneden te klimmen. Een oogenblik later voerde hij dien gymnastischen toer uit, zonder mis te stappen. En met een door verba zing gesmoorde stem prevelde Sheila: Neen maar, 't is Darol Farquhar!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5