DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DIERENDAG. T>xiqdiik&ch Quevzidit ^Buitenland Stoomerij - Ververij S. KROM. Aio. 232 Wif moeten hef dier leeren zien ais een deeltje der schepping. VBIJOA© 2 OC TOBER 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 133e Jaargang. BEZOEKT DE Een korte terugblik. Aanvang half twee. ZONDAG 4 OCTOBER 1931 ALCMARIA V. V. V DE HEIMAT..PUTSCH" VOOR DEN OOSTENRIJKSCHEN NAT. RAAD. ONLUSTEN TE DUISBURG. s Is te Alkmaar de eenige inrichting Onze naam waar- borgt prima afleve ring. NOODLANDING VAN KINGSFORD SMITH BIJ SMYRNA. 4 Hij hoopte nog gisteravond Athe ne te bereiken. OPNIEUW CHINEESCHE JAPANSCHE BOTSINGEN BIJ MOEKDEN. ITALIAANSCHE KRUISER VAN STAPEL GELOOPEN. ONTSLAGAANVRAGE GOUVERNEUR BANK OF ENGELAND? Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie biadsn. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van de afdeeling Alkmaar van de Neder- iandsche Vereeniging tot bescherming van Dieren om ook in onze courant de aandacht te vestigen op de beteekenis ■van den vierden October welke dag algemeen aan de belangen en nooden van het dier zal worden gewijd. Men heeft in alle landen daarvoor den vierden October vastgesteld in verband met de herdenking welke in 1926 op dien datum plaats had van een der meest be kende dierenbeschermers, Franciscus van Assisi, een wereldfiguur wiens be teekenis wij hier niet nader uiteen be hoeven te zetten. In Cze.ho-Slowakije werd besloten aan dien datum een internationale jaarlijk- sche actie voor een liefderijker behan deling van het dier te verbinden, in En geland nam men het denkbeeld over, dat weerklank vond in Amerika en Austra lië en later ook in Duitschland, Oosten rijk en mdië waarna van de internatio nale Dierenbeschermingscongressen te Weenen en te Florence tot alle Vereeni- gingen op dit gebied de opwekking is ■uitgegaan tot het geven van een vasten vorm en algemeenc bekendheid aan dit streven. Het vorig jaar werd ook in ons land dien dag reeds een groote actie ont plooit en bleken zeer velen, ook buiten den engen vereenigingskring, daaraan steun te willen verleenen. Het streven is ook hen, die niet bij het eigenlijke werk der dierenbescherming zijn betrokken dien dag te doen wijden aan den arbeid voor de meest weerloozeen machtelooze onzer medeschepselen wier lotsverbete ring den mensch een eerezaak moet zijn. De Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van Dieren heeft thans weer al haar afdeelingen opgewekt zoo krachtig mogelijk propaganda te maken om den jaarlijkschen dierendag ook ïu weer te doen slagen. Wie zich voor dierenbescherming interesseert krijgt bij aanvrage aan de secretaris-en der betrokken vereenigin- gen en afdeelingen brochures en boekjes waarin de noodzakelijkheid van dit streven op overtuigende wijze kan blij ken en waarin bescherming van het zwakke en hulpelooze een moreele plicht wordt genoemd. Wij willen er hier slechts in het kort op wijzen welk standpunt ons inziens ieder mensch ten deze heeft in te nemen waarbij wij van de gedachte uitgaan, dat wij niet als heer en meester tegenover het dier der schepping staan maar dat wij te zijnen opzichte een vertrouwens positie hebben gekregen. Er komen en dat is aan één kant heel gelukkig tegenwoordig heel wat rr.eer menschen, die dieren mishandelen, met den strafrechter in aanraking dan vroeger het geval was. Dit wil niet zeg gen, dat de menschen tegenwoordig over het algemeen zoo veel wreeder zijn dan vroeger, maar uitsluitend, dat wat toen geen vergrijp geacht werd, tegenwoordig als een misbruik van het recht van den sterkste gevoeld wordt en dat ook in rechterlijke kringen meer dan vroeger wordt begrepen, dat dierenmishandeling een misdaad is, die streng gestraft dient te worden. Men bedenke daarbij evenwel, dat straf geen maatregel van opvoeding maar van vergelding is, dat men er hoogstens mee kan bereiken, dat dieren beulen zich anders tegenover de hen toevertrouwde schepselen zullen gedra gen uit vrees voor den strafrechter en niet uit veredeling van gevoel en ver dieping van inzicht. Al erkennen wij gaarne het voor de dieren nuttig effect van deze vergel dingsmaatregelen, wij aanvaarden ze toch als een noodzakelijk kwaad en be grijpen, dat het streven der dierenbe schermers niet allereerst op vergelding ^naar op veredeling moet gericht zijn. Er wordt tegenwoordig aan jonge menschen zooveel meer dan vroeger te overdenken en te doorvoelen gegeven dat het geen wonder is. da' velen door grootere beschaving van den geest tot verzachting van het gemoed zijn Ke komen. 8 Voor hen heeft het vraagstuk der dierenbescherming een geheel ander karakter gekregen, in zooverre zij het niet slechts als een moreele plicht opvat ten, uit een natuurlijk gevoel van be scherming door dén sterkere van den zwakkere, maar omdat zij door het dier zelf in een geheel ander licht te zien, door zijn gemoedsleven te bestudeeren zijn trouw aan den mensch en zijn ont roerende zorg voor zijn kinderen te on- stateeren, in zich zelf het verlangen voelen opkomen, die weerlooze schepse len in deze voor hen zoo wreede wereld te beschermen. Zoolang een opvoeding in dezen geest van de groote massa der kinderen uit de volksklasse nog onbereikbaar is, zal men toch alles moeten doen om het kind zelf te leeren zien hoe wonderlijk mooi de schepping is en hoe elk dier daarin zijn eigen plaatsje heeft gekregen. De mensch, die zich het machtigste en mooiste schepsel waant, heeft daarom alleen niet het recht over leven en dood van het zwakkere dier te beschikken. In tegendeel, juist door zijn sterke positie moet hij leeren begrijpen, dat hij een moreele taak heeft, dat hij niet boven maar naast het dier staat en dat de fijn bewerktuigde wezens, de schepselen, die in hun trouw en aanhankelijkheid, in hun geheele zieleleven dikwijls zelfs bo ven hem staan, niet ter wereld zijn ge komen opdat hij naar hartelust over hun leven en dood, over hun lijden en sterven kan beschikken. Er zijn op elk bestrijdingsgebied men schen, die in hun ijver wel eens te ver gaan en zooals er vroeger gelachen werd om propagandisten van de „blauwe knoop", die hun medeschepselen walden afleeren om te veel alcohol te gebruiken, zoo wordt er thans nog maar al te veel gespot niet de meest voortvarenden in de gelederen der dierenbeschermers die in veler oogen wel eens te overdreven optreden. Men ziet daarbij te veel naar dit optre den en niet naar de motieven daarvoor en wil niet begrijpen, dat he juist de meest gevoelige naturen, de sterkst door het onrecht getroffenen zijn, die spontaan het in nood verkeerende dier te hulp snellen. Juist het feit, dat een welverzorgde opvoeding tot de liefde voor het dier tot dusver heeft ontbro ken maakt dat er nog menschen zijn, die zich gerechtigd achten tegenover deze uitingen van de diepste mensche- lijkheid een hooghartige en spottende houding aan te nemen. Wat de Dierenbescherming noodig heeft is menschen, die het kwaad bij den wortel aantasten, wier streven niet al le/ eerst op bestraffing, maar op verede ling moet gericht zijn. Ouders en onderwijzers moeten de kinderen dagelijks voorhouden dat een dier niet voorbeschikt is om onderwor- pen te zijn aan de nukken van een mensch, dat het wel een ander maar geen dager gevoelsleven heeft, dat het zich in intellect en gevoel slechts aan past aan de plaats die het, evenals de mensch, in de natuur heeft gekregen. u moe*en leeren, dat een dier, dat zich op natuurlijke wijze met zijn wape nen tegen mishandeling verdedigt, daar voor geen slaag verdient omdat het in de voor hem veel wreedere wereld voor zijn verdediging nu eenmaal op de kraiht van zijn lichaam is aangewezen. Het is al erg genoeg, dat de mensch \an zijn macht misbruik maakt door een vrij geboren schepsel volkomen i.. zijn dienst te stellen, hij zal op den duur de lisfde voor het dier moeten leeren, niet om diens uiterlijk schoon, dat verganke- lnk en bij alle dieren ongelijk is, maar omdat hij het dier moet leeren zien als een onderdeeltje van de schepping, die tot zelfs in de nietigste wezens van een ontroerende schoonheid is. De dierenbeschermers hebben geen ge makkelijke taak, al groeit gelukkig ook hier het algemeene inzicht en staat hun zelfopofferende arbeid niet meer zoo in het teeken der bespotting als nog wei nige jaren geleden. Elke goede actie heeft in den beginne een tijd van strijd en miskenning door te maken, maar als zij rechtstreeks uit het hart komt is er niets en niemand, die haar groei zal kunnen stuiten. Het streven moet er niet op gericht zijn dat de mensch het dier niet mishandelen kan, maar dat de mensch dat niet wil. Elke onderwijzer kan gelegenheid vin den bij het bespreken van de wonderen der natuur op onze verhouding tot de dieren te wijzen, hun recht op een plaats onder de zon in het licht te stel- PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten abai Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTE1 ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. jfet bewondering" te kweeken voor het r als onderdeeltje der schepping en rr beroep te doen op het rechtvaardig- Isgevoel wanneer het hulpelooze, van ~en mensch afhankelijke dier door een te wreed optreden moet lijden. Wie ziet hoe jonge kinderen met die ren spelen en ze als gelijkwaardigen be handelen. boe zij opgaan in het welzijn van het dier en een natuurlijk medelij den toonen als het pijn heeft of in nood verkeert, kan constateeren hoeveel zui verder en mooier dit gevoel is dan dat van zoo menig volwassene, die door het leven verruwd werd en de plaats van het dier in de schepping heeft leeren mis kennen. De bedoeling van een jaarlijkschen dierendag is niet de menschen te vra gen één dag per jaar vriendelijk voor hun hulpelooze medeschepselen te zijn en ze dan weer te vergeten. Die bedoe ling is vóór alles eens nadrukkelijk de aandacht te vestigen op het edele werk der beschermingsorganisaties en ouders en onderwijzers, schrijvers en allen, die hun invloed op onze samenleving kun nen laten gelden, op te wekken mede te werken aan de moeilijke maar prach tige taak de menschen van de wonderen der natuur te doordringen en hen te laten gevoelen, dat wij het dier om des- zelfs wil moeten lief hebben en be schermen. HINDENBURG VERJAART. Hoofdartikelen in de Berlijnsche ochtendbladen. Vandaag is president Hindenburg jarig en wordt de oude grijzc*staatsman 84 jaar. De figuur van president Hindenburg is belangrijk genoeg, om er hier eenige oogen- blikken bij stil te staan. Paul von Hinden burg werd in 1847 uit een oud-adellijke fami lie te Posen geboren, waar zijn vader als majoor diende. Reeds spoedig bleek, dat de zoon de voetstappen van zijn vader zou druk ken en hij was nog geen 20 jaar, toen hij lui tenant werd bij de infanterie. Als zoodanig nam hij deel aan den veldtocht in Bohemen en 'n paar jaar later aan den Fransch-Duit- schen oorlog, ter gelegenheid waarvan hij het IJzeren kruis verwierf. Na de Krijgsaca- demie te hebben afgeloopen, werd hij kapitein en bij den Generaïen Staf geplaatst en van toen af volgde een snelle promotie, totdat hij in 1896 chef van den Staf van het 8ste leger corps werd. Zonder brig.-generaal te zijp ge weest werd hij in 1900 benoemd tot chef van de 28ste divisie en 3 jaar later van het 4de legercorps. Dat bleef hij tot 1911, toen hij met pensioen ging. Waarschijnlijk zou toen niemand meer van von Hindenburg gehoord hebben, als niet de wereldoorlog was uitgebroken. Onmiddellijk stelde de toen 67-jarige generaal zich weer beschikbaar, maar van deze aanbieding maakte de Duitsche regeering pas gebruik toen de Russen Oost-Pruisen binnen vielen Toen kreeg.von Hindenburg met Ludendorff de opdracht, om de Russen te verdrijven en dat lukte schitterend. Weldra was von Hin denburg de nationale held in Duitschland. Wie nu mocht meenen, dat de veldheer spoedig het opperbevel over alle legers zou krijgen, vergist zich. Von Hindenburg bleef nog lang in het Oosten opereeren en pas in 1916, na het aftreden van von Falkenhayn, werd'hij chef van den generaïen staf van alle Duitsche legers. Toen begon de groote strijd aan het West front pas goed. Een geweldig groot Duitsch offensief werd in begin 1918 ingezet door von Hindenburg en diens rechterhand von Ludendorff, doch hoe krachtig het offensief ook was en hoeveel succes de Duitschers ook hadden, de Geallieerden hielden stand en zetten weldra een tegen-offensief in. Dit of fensief zou het begin zijn van de nederlaag der Duitsdhers, want hoe deze zich ook ver zetten, hoe goed de Duitsche legers ook wer den aangevoerd, de kracht der Duitschers werd langzamerhand minder en eindelijk was het trotsche Duitsche rijk geslagen. Men zal zich herinneren, wat er toen ge beurde. Keizer Wilhelm en de kroonprins vluchtten naar Nederland en Hindenburg trok met zijn legers door België terug naar Duitschland. De terugtocht werd fraai uitge voerd, tenminste, als men in aanmerking neemt, dat de legers geheel ontredderd wa ren. In Duitschland was een revolutie uitge broken, toen het misliep met den oorlog, en de republiek verving het keizerrijk. Deze revo lutie is tamelijk rustig verloopen, al vloeide er dan ook bloed. Doch wat er ook gebeurd was in de oorlogsjaren, hoe de meening van het Duitsche volk ook totaal verandera wa3, Hindenburg bleef de groote man in Duitsch land en Hindenburg werd rijkspresident van het Duitsche rijk. Thans viert de grijze staatsman zijn 84ste verjaardag. En de meeste Berlijnsche och tendbladen hebben vanmorgen laqge artike- Motorraces te Alkmaar len gewijd aan von Hindenburg, en wijzen er op, dat dit de laatste verjaardag is van den regeerder, die in de periode van zijn presi dentschap valt. „Der Tag" wenscht Hindenburg, niet als vertegenwoordiger van een systeem maar als vertegenwoordiger van de geheele natie, van harte geluk. De banden, die Hindenburg met het beste deel van het Duitsche volk hebben verbonden, zijn niet verbroken gedurende de vervulling van zijn republikeinsche functie. Dat zal bewezen worden op den dag, waarop de eerste soldaat van den grotoen oorlog weer 't geheele volk behoort, 't Was 'n bitter noodlot, dat Hindenburg, de overwinnaar in den oorlog, de kneveling en de vredesneder- laag van zijn volk heeft moeten teekenen Maar ook onder die. omstandigheden bleef de kracht van het Duitsche volk bewaard. In de „Deutsche Tageszeitung" wijdt de oud-generaal majoor Graaf von der Goltz „Ernstige woorden op den tweeden Octo ber". De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft, dat wanneer men vraagt „Wat heeft hij bereikt?", men daaraan toe moet voegen: „Kon hij dan naar buiten zichtbaar veel be reiken?" Men moet tevens niet vergeten, hoe arm Duitschland zou zijn geweest, wanneer een dergelijke historische figuur niet aan het hoofd had gestaan, wiens lijfspreuk luidde: „Het eerst en vöör alles het Vaderland". De „Germania" hoopt, dat de verjaardag van den Rijkspresident in de eerste plaats een dag van nationale zelfbezinning zal zijn. In dezen leider moet het Duitsche volk het symbool van eenheid en geslotenheid zien. De tijd is er niet naar, groote openbare fees ten te vieren. Des te oprechter moet bij het herdenken van dezen dag in alle Duitsche harten de wensch zijn, dat in het teeken van dezen man het Duitsche volk de huidige moeilijkheden zal overwinnen en zal terugkee- ren tot de idealen en soliditeit van zijn vade ren. Het „Berliner Tageblatt" schrijft, dat in de laatste jaren de politieke beteekenis van den verjaardag van den Rijkspresident bui ten het kader der populariteit is gegroeid, naarmate de verscherpte tegenstelling op het gebied der binnenlandsche politiek hem en de Rijksregeering hebben gedwongen, op eigen verantwoording beslissingen te nemen. Deze beslissingen stonden bloot aan critiek en werden dikwijls aangevochten. Op den ver jaardag van den Rijkspresident traden de meeningsverschillen echter op den achter mond en vereenigden alle zich van hun ver antwoordelijkheid bewuste vrienden des vaderlands zich in hun oprechte wenschen voor den hoogsten vertegenwoordiger van de Republiek. In de „Boersenkurier" publiceert Herbert von Hindenburg, een neef van den Rijkspre sident, een levensbericht van Von Hinden burg. Als gevolg van een dringende interpellatie der soc.-dem. is gisteren in den Nationalen Raad de „Heimatputsch" ter sprake gekomen. De soc.-dem. afgevaardigde, Dr. Elsner, trachtte aan de hand van talrijke afzonder lijke gevallen aan te toonen, dat de landsre- geering en de organen van politieke bestuur, zoomede de autoriteiten door hun passief optreden de putsch hadden bevorderd en dat de justitie niet met de noodige kracht tegen de putschisten was opgetreden. Bondskanselier Buresch antwoordde dat de regeering op den dag van de putsch alle maatregelen had getroffen om een snelle en succesvolle opheffing der actie door te zet ten. De verschillende instanties hebben haar plicht gedaan. Er is een disciplinair onder zoek ingesteld naar hen die aan de putsch hebben medegewerkt. De minister van binnenlandsche zaken, Winkler, deelde mede, dat z.i. Pfriemer on der invloed der legitimisten heeft gestaan Het is de regeering niet onbekend dat deze kringen er naar streven de Heimwehren dienstbaar te maken aan hun doel. De minis ter beschreef uitvoerig het optreden der auto riteiten en deelde mede, dat 34 machinege weren, 2217 geweren en 500 bajonetten in beslag zijn genomen. In het verloop zijner uiteenzettingen zeide Winkler van meening te zijn dat het Huis zich ernstig moet bezig houden met de ontbinding en ontwapening van alle beschermingsorganisaties. Een op lossing van den Heimatbund alleen zou de bevolking eenzijdig en tendentieus kunnen schijnen. De regeering is vastbesloten deze nieuwebeweging met de scherpste middelen tn den kiem te smoren, Er ontstond hevig kabaal toen de Bever- sche landeshauptmann, dr. Rintelen, die door de soc.-dem. beschuldigd was van passieve steun aan de putschbeweging, het woord nam. Dr. Rintelen deelde mede, dat de auto riteiten in het eerste oogenblik niet over de noodige machtsmiddelen beschikten en dat door een al te scherp optreden slechts on- noodig bloedvergieten zou worden veroor zaakt. Dr. Rintelen werd herhaaldelijk geïnter rumpeerd. In den loop van hedenavond ontstonden in verschillende deelen der stad ernstige onlus ten. Nadat de politie erin geslaagd was, groote samenscholingen in de binnenstad te verstrooien, werden door kleinere groepen betoogers eenige etalagevensters vernield, Hoewel de politie steeds snel ter plaatse was, slaagde zij er niet in, een der aaders te ar resteeren. Uit Smyrna wordt gemeld, dat Kingsford Smith op zijn recordvlucht van Australië naar Engeland een noodlanding heeft moe ten maken te Milas, niet ver van Smyrna. Zijn toestel schijnt echter geen belangrijke schade te hebben opgeloopen, want volgens het bericht hoopte hij nog gisteravond Athe ne te bereiken. Hierdoor is een einde gemaakt aan de op- gerustheid, die omtrent het lot van Kingsford Smith heerschte, aangezien men sinds zijn vertrek uit Aleppo om naar Rome te vliegen niets meer van hem gehoord had. Volgens een mededeeling van den com mandant van het Japansche garnizoen te Moekden zouden Donderdag 20 Koreaners o.w. vrouwen en kinderen, door Chineesche troepen onder leiding van een generaal in de omgeving van Foesjoen (40 K.M. ten Oosten van Moekden gelegen) zijn vermoord. Voorts zouden 1500 man afgedankte Chi neesche troepen Koreaansche vestigingen ten Z.O. van Tieling (80 K.M. ten Noorden van Moekden) hebben geplunderd. Een sterke Japansche troepenafdeeling is naar dit gebied gedirigeerd. Volgens verdere mededeeling uit Moekden heeft Donderdag een bloedige botsing plaats gehad tusschen Japansche en Chineesche militairen. Het ge vecht zou hebben plaats gehad ten Noorden van Tieling. De Chineezen zouden, volgens het bericht, zijn teruggeslagen. Terwijl aan Japansche zijde drie dooden en een groot aantal gewonden zijn te betreuren. Te Triest is de Italiaansche kruiser „Ca» dorna" te water gelaten. Het schip is 160 M. lang, 15 M. breed, heeft een waterver plaatsing van 5350 ton en kan met 96 P.K. 37 knoopen loopen. De „Cadorna" heeft vier pantsertorens, met ieder 152 m.M. en drie vliegtuigafweerbatterijen. De nieuwe kruiser kan voorts twee catapultvliegtuigen vervoe ren. Volgens geruchten, die op de Londensche beurs voor buitenl. waarden de ronde doen heeft de gouv. van de Bank of England reeds een verzoek om ontslag als zoodanig inge diend. De Raad van Toezicht der Bank zou hierover spoedig een beslissing nemen. Dit .gerucht wordt evenwel niet bevestigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1