Alkmaarsche Courant.
J&itmenland
DE SCHOOL.
Honderd drie en dertigste Jaargang.
%Yoensdas ïf Ottlober
No. 253 1931
Mevr. F. ReuterHoukoop een oud~
stadgenoote schrijft ons:
Wij gingen op de Christelijke school. Hoe
goed kan ik mij nog den eersten dag herin
neren; zeker omdat ik zoo merkwaardig
vond, dat mijn zus beweerde: Nu moet je
goed opletten, van alle menschen die wij te
genkomen kan in aan de neus zien, of zij
Koomsch of Protestant zijn. Kijk, daar komt
juffrouw Schouten aan, die is Roomsch. Hoe
kan ik nou weten of het waar is? Nou kind,
dat vraag je vanmiddag aan vader, onthoud
de namen maar! Daar komt mijnheer Jansen
aan, die is Protestant. Dat ging zoo een
poosje door, tot wij bij de steenen brug kwa
men. 's Middags vroeg ik het aan moeder en
ja, zooals zij gezegd had kwam het uit! Ik
was verbaasd over zooveel kennis, maar niet
lang. Nu had mijn zus die weg al 3 jaar ge-
loopen en aan de overkant van de tweede
gracht was de katholieke kerk, waarvan de
mis uitging als wij de Voormeer op kwamen;
zij kende de menschen dus heel goed. Ik zal
de weg naar school beschrijven, dan kunt u
nagaan of het nu veel veranderd is. Op het
eerste Verdronkenoord waren links gesloten
huizen, meest met spionnetjes; aan den over
kant was een koekbakkerswinkel met een uit
gebouwde uitstalkast, zooals de bakkers die
hadden. Op de tweede gracht over de kerk
was ook een bakkerswinkel, iets verder op
was een vischwinkel, waar wij altijd op let
ten, omdat er a!s de nieuwe haring er was
een gouden kroon uithing met een zilveren
haring er in aan een vuurrood lint. Een paar
huizen verder woonde de fotograaf waar een
kastje buiten hing met foto's, die wij natuur
lijk goed bekeken. Ik heb nu nog een aardig
groepje van de 4 oudste kinderen, daar ge
maakt en meer portretten, die nog veel scher
per zijn dan foto's van veel lateren datum,
rfij was dus blijkbaar een goed vakman. Aan
den overkant was een hotel en een drogiste
rij; dan voorbij de kapel de boekhandel van
Kluitman. Hoe dikwijls heb ik daar later
staan kijken, dol als ik altijd op boeken was!
Als er geen vischmarkt was gingen wij altijd
de steenen brug over en de markt, dat won
een heele hoek; de andere steenen brug over,
dan kon je net zoo in het huis van oom Ka-
rel komen, die op de hoek van Mient en Lan-
gestraat woonde. Onder de ramen van hun
huiskamer keek je op hei pothuis van een
schoenmaker neen, dat hoorde daar niet,
vond ik altijd; de Langestraat was in mijn
oogen altijd de deftigste straat en toen wa
ren er alleen groote huizen waarin de elite
van Alkmaar woonde. Rechts was een zaak
van de Gebr. Kuyper, dames- en heerenkleer
makers, dit waè 'wat men een gesloten zaak
noemt. Ik was altijd heel verontwaardigd als
in het voorjaar de Langestraat van de groote
kerk tot de steenen brug vol koeien stond.
Wat een lawaai, al die boeren met hun ge
schreeuw en luidruchtig gepraat. En hoe
vies was de straat als wij uit school kwa
men al werd er dan ook dadelijk met man en
macht geschrobt. Konden zij die beesten niet
op de groote- of paardenmarkt brengen? On
ze dokter woonde in het midden van de
straat. Hij kon haast zijn deur niet uit. Wij
gingen het schapensteegje in, de Boterslooi
dwars over en dan in de Raamstraat vooraan
rechts was onze school. Een breede groote
gang door, dan de binnenplaats over kwa
men wij direct, zonder gang, twee treedjes
op, in het schoollokaal. Een groot schot, half
glas, half hout, scheidde de twee laagste
klassen af, daarnaast waren de twee andere,
dan een breed middelpad, waar achter de
twee hoogste klassen. Onze kleeren hingen
achter ons onder een rij ramen. Op de blinde
muur voor ons stond voor elke twee klassen
een bord en hingen landkaarten. Als wij
naar achteren moesten, wat zelden werd toe
gestaan. moesten wij de binnenplaats over,
waar achter het lokaal een paar kleine hokjes
stonden; eenvoudiger kon het al niet, en de
meester sprak dan ook van het „hok". Rustig
was het in school nooit, hoe kon het ook?
Zulke groote klassen en maar 3 meesters.
Dan een school met een gemengde bevolking,
de jonkers en freules van Foreest waren op
school en ook de armsten. Dikwijls was er
onder de kinderen ruzie om hun kleeding;
wreed als kinderen zijn.
De kleinsten achter het schot waren nog
het beste af. Daar kon de kweekeling nog
orde onder houden. Bij de grooten kon het
rumoerig toe gaan. Later, toen ik in het
groote lokaal zat, was meester Loran hoofd
der school en was er meer orde.
Eens is er een waar school-oproer geweest
Loran's vader was overleden en meester
moest naar de begrafenis. Nu dachten de
kinderen dien dag vrij te krijgen, maar neen,
ze moesten op school komen. Wat een gemop
per!
Wacht maar. zeiden de belhamels, wij krij
gen wel vrij. Heel de opstandige bende storm
de de school binnen en daar was enkel de
kweekeling. Meester van Gelder was er ook
niet en daarom hadden de twee laagste klas
sen vrij gekregen. Nu was de kweekeling een
weinig loensch. Dadelijk was het: O jongens,
enkel de scheele is er maar. Niemand groette
en dadelijk begon het lawaai. Hij riep en tik
te om stilte, maar er was geen sprake van,
dat hij stilte kreeg voor het gebed. Eerst wa
ren het alleen de jongens, maar al gauw de
den ook de meisjes mee. Roepen en schreeu
wen, uit de banken loopen, met de lessenaar
s.aan. Het bepaalde zich tot de twee hoogste
lassen Hoe meer lawaai die maakten, hoe
h!Ü u rerr ander,en werden. Wij keken maar
noe net af zou loopen. De kweekeling ging
in midden tegen den muur staan met zijn
armen over de borst gekruisd. Ach, wat zag
hij vreeselijk bleek en wat keek hij woedend
uit zijn donkere oogen. Dat duurde zoo een
heele poos en het werd steeds erger. Einde
lijk stak hij zijn hand op en schreeuwde
woest, naar de deur wijzendEr uit, er uit
Hoera, hoera, voor den meester; roef de
hoeden en petten gepakt en klompen aan de
deur open gesmeten en onder het zingen Van
In naam van Oranje, doe open de pooï£
stormde heel de oproerige bende de school
uit en de gang in waar het lawaai dreunde
en na-echode.
Maar daar zaten wij nog. Wat nu? Zou
den wij niet moeten leeren? Hij stond er
maar en de deur wijd open. Eindelijk zegt
hijGaan jullie ook maar heen. Wij stonden
ïeel stil op; graag hadden wij hem een
hand willen geven, maar niemand durfde. Wij
fluisterden: „Dag meester" en gingen stille
tjes heen. De laatste trok zacht de deur dicht.
Diu'< werd er over nagepraat. Daar zou wat
opzitten; meester Loran was heel streng.
Neen, met 100 strafregels (het dagelijkscbe
strafwerk) zouden zij er nu niet afkomen,
die rakkers. Het schoolmeesteren was in die
dagen een moeilijk ambt.
De rustigste dagen, die ik voor de school
gekend heb, waren toen Mijntje was gestor
ven. Naast de school was een klein snoep
winkeltje en daar was een dochtertje, die al
jaren ziek was. Zij lag in de kamer aan de
straat en wij meisjes maakten wel eens een
praatje als het' raam open stond. Arm K'Jjd,
hoe geduldig lag zij daar; en heel de drukke
kinderschar stormde altijd de gang in vlak
iangs haar kamertje. Toen wij op 'n morgen
de winkel gesloten en de gordijnen dicht za
gen, begrepen wij, dat zij dood was. Ja, nu
het haar niet meer deeren kon, slopen zeifs
de drukste jongens op hun teenen de gang
in Heel de school was onder den indruk, en
nooit had er zulk een rust geheerscht als die
dagen. Haar moeder had aan de bovenmees
ter laten zeggen, dat de meisjes, die haar nog
wilden zien, om 4 uur moesten komen. Nog
weet ik hoe wij zwijgend langs haar kistje
gingen en hoe bedroefd wij waren. Haar
moeder was heel kalm en vertelde ons hoe
lief zij altijd was geweest.
Toen zij begraven was en het winkeltje
weer open, begon het oude rumoerige leven
weer. De jeugd vergeet zoo gauw.
Ook was het in de kersentijd buiten de
school heel rustig. Ieder kind trachtte zoo
veel mogelijk kersenpitten te bemachtigen.
Deze werden als kleinooden verzameld, goed
schoon gemaakt (wat erg lastig was) en dan
aan de schoolmuur aan beide kanten plat
geslepen totdat er een gaatje in gemaakt kon
worden. Wat een werk en wat deden onze
vingertoppen pijn. Kettingen en armbanden
werden er van geregen en de jongens maak
ten er paardenleidsels van. Wat een vreugde
als we na dagen van moeizaam zwoegen een
lange ketting konden maken. Nooit deden we
het thuis. Waarom, dat weet ik niet.
Onze moeders vonden het zeker niet goed.
Ze zullen het tijd verknoeien gevonden heb
ben. Je moest altijd breien of wiegen.
Op zekeren dag werd een afspraak ge
maakt: Jongens, allemaal om 12 uur naar
het Raadhuis, de scheele moet vandaag loten.
Allen stroomden er heen en ik ook mee. Wat
een gedrang en gekijk. Ja, daar kwamen zij
met hun nummers op de pet de trappen af,
maar hij was er niet bij. Wat een geluk,
dacht ik, nu kunnen ze hem niet plagen. Zeer
teleurgesteld gingen zij eindelijk heen.
Eens in het jaar gingen wij graag naar
school; als de bovenmeester jarig was. Dan
kwam zijn vrouw op school en werden wij
getracteerd. Wij mochten leuke spelletjes
doen en zij deden alle moeite om den dag
voor ons zoo prettig mogelijk te maken. En
wat deden wij? Wel de volgende dag weer
even ondeugend zijn. Van hulde of geschen
ken wist men in die dagen niet.
Dan was er nog het schoolfeest. In den zo
mer voor de vacantie ging de heele school een
dag naar buiten. Het best heugt mij nog, dat
wij naar Bergen gingen en daar onder de
boomen aan een heel lange tafel pannekoe
ken aten. Ook gingen dan leden van het
schoolbestuur mee en hadden wij een heerlij
ken dag.
HET NIEUWE URGENTIEPROGRAM
VAN DEN BOND VAN LAND-
PACHTERS.
Bespreking over pachtmoraiorium
en ontbinding der pachtcontracten.
Deze dagen vergaderde te Zwolle de Stu
diecommissie tot het definitief vaststellen
van haar voorstellen aan het Bondsbestuur
Alle leden n.1. de Bondsvoorzitter, de voor
zitter der Provinciale afdeelingen en de al
gemeen-secretaris, waren aanwezig. Met al-
gemeene stemmen werd besloten aan het
Bondsbestuur voor te stellen, het Urgentie
program van den Bond voortaan als volg te
lezen:
Art. 1. Afschaffing van publieke verhurin
gen en al wat daarmee is gelijk te stellen
(o.a. verhuring bij gesloten briefjes).
Art. 2. Instelling van regeeringswege van
pachtcommissies, aan welker taxaties en be
slissingen bindende kracht worde verleend.
Art. 3. De leden-pachters der in art. 2 be
doelde commissies worden door den minister
benoemd uit een voordracht, opgemaakt door
de organisatie(s) van landpachters. Even
eens de leden-verpachters door de georgani
seerde verpachters. Indien in bepaalde stre
ken de verpachters of pachters niet georga
niseerd zijn, dan worden de betreffende leden
der pachtcommissies benoemd uit een voor
dracht opgemaakt door Ged. Staten der pro-
\incie. Het aanatal pachters- en verpachters-
leden zij in iedere commissie gelijk, De voor
zitter werden rechtstreeks door den minister
benoemd.
Art. 4. De eigenaren van boerderijen en
land zijn verplicht bij elke wisseling van
huurder gebruik te maken van de in art 2
genoemde pachtcommissie.
Art. 5. Bij wederinhuring (verlenging
der pacht) worden beide partijen vrijgelaten,
echter voor beide met recht van beroep op de
pachtcommissie, ingeval zij het over den
pachtprijs niet eens kunnen worden.
Art. 6. Den pachter worde toegekend een
wettelijk recht op continuatie, naar den i'jds-
duur beperkt. De eigenaar heeft te a jen
tijde het recht om na afloop eener paent-
periode zelf het verpachte te gaan exploitee-
ren of in exploitatie te fSvan
die hem in den eersten of tweeden g
bloedverwantschap bestaan, mitsi
een jaar van te voren opzegging 1P. n
zijn wensch genoodzaakt pacht-
'dk* ^n vernietigen;
waarborgen kan vragen van den verpachter,
om te voorkomen, dat de opzegging slechts in
schijn eigen- of familie-exploitatie beteekent,
doch enkel en alleen bedoelt den pachter te
verdrijven. Verkoop tast het continuatierecht
van den pachter niet aan.
Art. 7. Aan de pachtcommissie worde op
gedragen op verzoek van een van beide par
tij™: j-
lo. bij het beeindtgen der pacht, (hetzij
vrijwillig, hetzij na opzegging door den ver
pachter) de som vast te stellen, die de ver
pachter aan den pachter moet betalen als
vergoeding voor aangebracht verbeteringen;
2o. bij het beëindigen der pacht de som
vast te stellen, die de pacht wegens verwaar-
loozing van het gepachte verplicht is den
verpachter te betalen.
3o. het bedrag vast te stellen, dat de pach
ter ter zake van natuurrampen (waterschade,
misoogst, veeziekte, enz.) van de pachtsom
mag inhouden.
Art. 8. Bij verwaarloozing van zijn plich
ten door den pachter kan de pachtcommissie
op verzoek van den verpachter, de pachtover
eenkomst ten allen tijde beëindigen. Wenscht
de pachter na afloop der huurperiode de
pacht te beëindigen, dan moet hij tenminste
een jaar van tevoren opzeggen.
Art. 99. Indien de verpachter zijn ver
plichtingen inzake onderhoud, herstelling
etc. niet nakomt, kan de pachtcommissie op
verzoek van den pachter dezen machtigen,
bedoelde werkzaamheden zelve te doen ver
richten en de kosten te verrekenen met de te
betalen pachtsom, onverminderd des pach
ters recht op vergoeding voor eventueele
schade.
k. Ingeval van groote prijsdaling of -stij
ging der producten kan de minister, waar
onder „landbouw" ressorteert, de pachtcom
missies gehoord, verklaren, dat de gewijzig
de tijdsomstandigheden reden zijn, dat de
pachtcommissies, ongeacht of de pacht-
periode al dan niet afgeloopen is, indien een
van beide partijen zulks wenscht, de pacht
som opnieuw kunnen vaststellen.
1. De pachtcommissies worden ingesteld
voor een betrekkelijk klein gebied en hebben
het recht, zich voor de uitvoering van haar
taak de medewerking te verzekeren van plaat
selijke deskundigen, die aangewezen worden
door de georganiseerde pachters en verpach
ters. Zij maken ieder jaar een uitvoerig rap
port omtrent haar arbeid, openbaar.
m. Ter bestrijding van de kosten der pacht
commissies, echter met uitzondering van het
salaris van den voorzitter, worde van ver
pachter en pachter een gelijk bedrag per
hectare geheven.
n. De leden der pachtcommissies genieten
geen vaste belooning, doch alleen een billijke
vergoeding van reis- of verblijfkosten en tijd
verlies.
Voorts werd besloten aan het bondsbestuur
in overweging te geven door een vragenlijst
nog verschillende zaken aan de orde te stel
len o.a.:
A. hoe denken de afdeelingen over een
actie voor een pachtmoratorium (uitstel van
betaling krachtens een noodwet) en ontbin
ding van alle op 1 Mei 1932 nog loopende
pachtcontracten, welke afgesloten zijn vóór
1 Mei 1931, met recht voor den zittenden
pachter van weder inhuur voor een pacht
som, vast te stellen door pachtcommissies,
benoemd en samengesteld als in het aanhan
gige wetontwerp op de pachtcommissies,
wanneer partijen onderling niet tot overeen-
temming kunnen komen;
B. hoe denken de afdeelingen over een
actie voor zoodanige invoerrechten op gra
nen, vleesch en vetten, dat onze landbouw en
veeteelt op de binnenlandsche markt kan
concurreeren, tegen prijzen, die het bedrijf
loonend maken;
C. komt het pachten van land door ambte
naren en andere in publieken dienst zijnde
personen in zulk een omvang voor, dat een
actie daartegen gewenscht is?
D. hoe denken de afdeelingen over deel-
pacht en veranderlijke pacht.
Besloten werd om aan het Bondsbestuur
nog voor te stellen, zoo mogelijk in iedere
provincie een der Bondsbestuursleden aan te
wijzen, die onder leiding van en in samen
werking met den algemeenen secretaris de
propaganda regelt en bevordert; den leden
van verplichting dient en het contact tus-
schen de afdeeling en Bondsbestuur ver
sterkt. In Friesland achtte men hiervoor twee
personen noodig, wegens het groot aantal
leden dat de Bond daar telt. Voor deze werk
zaamheden behoort eenige vergoeding te
worden gegeven, bijvoorbeeld honderd gul
den per persoon en per jaar.
Eveneens zal aan het Bondsbestuur wor
den geadviseerd te trachten in iedere provin
cie een bureau op te richten ter voorlichting
der leden betreffende verpachters, te huur of
te koop zijnde boerderijen, pachtskwestie enz.
Deze bureaux behooren onder leiding van
een Bondsbestuurslid te staan.
Na zeer uitvoerige bespreking werd ten
slotte met algemeene stemmen besloten, aan
het Bondsbestuur voor te stellen, de statuten
wijziging te beperken tot enkele formeele za
ken de verkiezing van voorzitter en secre
taris-penningmeester te laten als die nu is;
het aantal Bondsbestuursleden der provincie
terug te brengen op twee (voorzitter en secre
taris der provinciale afdeelingen).
HET BELGISCHE BROOD.
Telegrafisch tusschenkomst van
den minister gevraagd.
De centrale commissie uit de Rotterdam-
sche bakkerij heeft heden aan den minister
president het volgende telegram gezonden*
Volgens persberienten werden heden
6000 Belgische brooden te Rotterdam aan
gevoerd met bedoeling dit quantum op te
voeren tot 50.000 stuks per dag. Wij zijn
door de U bekende wettelijke bepalingen
niet in staat, tegen de Belgische prijzen te
concurreeren en doen een dringend beroep
op interventie der regeering.
Toenemende invoer van Belgisch
broed in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Ook in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
neemt de verkoop van Belgisch brood
grootere afmetingen aan. EHt feit trekt wel
te meer de aandacht, wijl voorheen niet on
aanzienlijke verkoopen van Nederlandsch
brood in de grensgemeenten van België
(Oost-Vlaanderen) geschiedden; te Clinge
bijvoorbeeld ging tot voor kon meer brood
naar België, dan dat in deze Nederlandsche
grensplaats werd ingevoerd. Ook te Sas
van Gent, PhiHppine, Zuiddorpe was de in
voer van Belgisch brood niet noemens
waard; vooral aan de kwaliteit van het
brood meende men dit te moeten toe
schrijven.
Van lieverlede is de invoer van Belgisch
brood echter gestegen. Belgische bloem werd
voor 115 Belg. francs aangeboden, tegen een
prijs van twaalf gulden per 100 K G die in
Nederland moest betaald worden (de min
dere kwaliteit was in België nog iets lager
in prijs. n.1. rond 105 francs per 100 K.G.)
Hoewel de invoer van broor eerst zeer ge
ring was. neemt deze thans sterk toe; met
name in Sas van Gent en Clinge ondervin
den de bakkers de gevolgen. Sedert enkele
dagen wordt het Belgische brood ook per
auto in Terneuzen aangevoerd, en door een
bakker verkrijgbaar gesteld; de bakkers in
deze stad constateeren de vermindering van
den verkoop van Nederlandsch brood duide
lijk-
EEN KIND VERDWENEN.
Opsporing verzocht.
Op 9 September j.1. des avonds circa 9 uur
werd te Rijswijk (Z.H.) door een ongehuwde
moeder een jongetje, geboren den 27en
Augustus 1931, afgestaan aan een zich
noemende mevrouw Domhoff, zonder dat de
Voogdijraad te 's-Gravenhage daarvoor toe
stemming had verleend.
De vrouw liet zich met het kind in den
avond van 9 September j.1. per taxi naar het
station Staatsspoor te 's-Gravenhage rijden,
waar zij even vóór den trein, welke te 22.20
uur naar Utrecht vertrekt, aankwam. Verdere
nasporingen naar die vrouw en het kind
bleven vruchteloos.
De politie zoekt thans haar verblijfplaats.
DIEFSTAL TE HOOGEZAND.
Op verzoek van den opperwachtmeester
marechaussee te Hoogezand heeft de recher
che te Groningen aangehouden en in voor-
loopige bewaring gestald een colporteur en
een reizende koopman, beiden te Groningen
gedomicilieerd, verdacht van inbraak, ge
volgd door diefstal van een som gelds, j.1.
Zaterdagavond te Hoogezand gepleegd.
KOPLANTAARNS BIJ DE NEDERL.
SPOORWEGEN.
Zijn afgeschaft.
Sinds 10 Februari 1930 hadden de Neder
landsche spoorwegen voorgeschreven dat op
de baanvakken RoosendaalVlissingen,
WoerdenLeiden en MeppelLeeuwarden,
de locomotieven des nachts, behalve de twee
brandende frontlantaarns, bij wijze van
proef één brandende koplantaarn met wit
licht naar voren moesten voeren, die ge
plaatst was aan de frontzijde van den loco
motief boven de gewone frontlantaarns Door
dezen maatregel verwachtte de directie meer
veiligheid te brengen op de onbewaakte
overwegen, daar het andere verkeer door
deze derde lantaarn direct een naderenden
trein zou kunnen onderscheiden. De proef
schijnt niet geslaagd te zijn, althans de di
rectie heeft met ingang van 26 October j.1.
deze order weer ingetrokken en de locomo
tieven voeren op genoemde baanvakken uit
sluitend gewone frontlantaarns.
DE VERDUISTERING TEN NADEELE
EENER ROTTERDAMSCHE
ASSURANTIEFIRMA.
Een mislukte speculatie in ponden is de
aanleiding geweest tot de vergrijpen, waar
aan de gister (zooals gemeld) gearresteerde
jhr. J. F. B. v. d. B. heeft schuldig gemaakt.
Groote bedragen aan premies, die hij heeft
moeten afdragen, heeft hij onder zich ge
houden.
Een Amsterdamsche assurantiefirma, tot
wie hij in relatie stond, heeft door de ge-
pleefde verduisteringen zoo groote schade
geleden, dat zij, naar in assurantiekringen
wordt verteld, zal moeten liquideeren. De
firma N. E. Kröller en Co. te Amsterdam
zal, naar men meedeelt, blijven bestaan. Zij
zal evenwel door een andere onderneming
worden overgenomen.
INBREKER IN DEN VAL GELOOPEN.
Toen gisteravond de bewoner van het
perceel Karperstraat 27 te Amsterdam
thuiskwam, deed hij de minder aange
name ontdekking, dat in de kamers ver
schillende kasten waren opengebroken,
terwijl op de tafel een geopend geldkist
je stond. Toen hij zijn slaapkamer bin
nenging, stond hij plotseling tegenover
een hem onbekenden man. De bewoner
van het huis verloor zijn tegenwoordig
heid van geest niet, hij rende de trap af
en trok de deur achter zich in slot. De
politie van het bureau Overtoom werd
gewaarschuwd, doch toen deze een on
derzoek instelde, bleek de inbreker aan
den achterkant door een raam ontsnapt
te zijn, in de zich daar bevindende tui
nen. Onmiddellijk ging de politie er toe
over de omgeving af te zetten en de tui
nen te doorzoeken, met het gevolg dat
een uur daarna een persoon werd aan
gehouden, die zich verborgen hield in
een tuin aan de Pieter Lastmankade.
Het bleek een 20-jarig persoon te zijn
zonder betrekking en vermoedelijk uit
Arnhem afkomstig. Geld of andere
waarden werden op hem niet gevonden.
Hij is aan het bureau Overtoom inge
sloten.
DE CVLEMBORGSCHE MOORDZAAK.
De geschiedenis van de 2000.
Het Volk heeft te Culemborg in verband
met de jongste bijzonderheden over de Cu-
lemborgsche moordzaak nadere informaties
bij notaris Schouten ingewonnen. Daarbij is
gebleken, dat de notaris van de vondst ken
nis kreeg via den commissaris van politie te
Culemborg, die daarmede een opdracht ver
vulde van mr. van Everdingen, waarnemend
officier van justitie te Tiel. Op zijn beurt
handelde de laatste daarmede in opdracht
van den procureur-generaal bij het gerechts-
hdf te Arnhem, mr. Cnopius.
Het blad voegt daaraan toe, dat het vin
den van die 2000 niet dateert van den
laatsten tijd, maar dat dit bedrag zich reeds
gedurende 1 a 2 jaar in bewaring bevindt
in de brandkast van het parket van het ge
rechtshof te Arnhem.
Ongeveer 2 jaar geleden is dit geld n.1.
ten huize van de weduwe Haveman, die toen
reeds een 6-tal jaren te Assen woonde, bij
een huiszoeking in beslag genomen. Naar
reeds gemeld, zou het geld gevonden zijn
achter een sipiegel of schilderij. Dit zou dan
de plaats zijn geweest, waar de ex-recher
cheur Haveman zijn aandeel in het van de
van Wiggens geroofde bedrag heeft verbor
gen. Bij huiszoekingen in zijn woning te Cu
lemborg werd destijds niets gevonden.
Naar Het Volk verder vernam, heeft de
justitie aangenomen, dat deze 2000 kenne
lijk afkomstig zijn van de van Wiggens. En
nu het laatstelijk ingestelde onderzoek naar
de daders van den moord met roof weer op
niets was uitgeloopen, achtte de procureur-
generaal mr. Cnopius thans het oogpnblik
gekomen, er zorg voor te dragen, dat dit
geld aan de erfgenamen der van Wiggens
wordt uitbetaald. De weduwe Haveman heeft
daartoe haar medewerking verleend. Door
deze beslissing is nu tevens komen vast te
staan dat de justitie het mede-daderschap
van den ex-rechercheur Haveman in deze
roof- en moordzaak aanneemt. Intusschen
schijnen, althans voor het ocgenblik, van de
zijde der justitie geen nieuwe stappen te
wachten te zijn.
DE GEMEENTEN EN DE MALAISE.
Een onderzoek naar den finars
ciëelen toestand der gemeenten.
Naar het Hbld. van welingelichte zijde
zegt te hebben vernomen, hebben de ministers
van binnénlandsche zaken en landbouw en
van financiën zich tot Ged. Staten der ver
schillende provincies gewend met het verzoek
een rapport in (e dienen over den financiëelec
toestand van de onoer hun college ressov
teerende gemeenten.
TENTOONSTELLING VAN BETER
DRUKWERK.
In het gebouw „Musis Sacrum" heeft gis
termiddag de Burgemeester van Arnhem,
jhr. Mr. S. J. R. de Monchy geopend de
groote tentoonstelling van Beter Drukwerk,
georganiseerd door de Federatie van Werk
geversorganisaties in het Boekdrukkersbe-
drijf.
De tentoonstelling zal tot 5 November du
ren, zij is de grootste op dit gebied, welke
tot dusver in ons land werd gehouden.
ONGELUKKIG SCHOT.
De getroffene thans overleden*
De vrouw, die in een woning aan de Tulp
straat door een kogel uit een revolver was ge
troffen, welke ongeval was geschied doordat
haar zoon, bij wien zij op visite was, een
revolver schoonmaakte zonder te weten dat
dit geladen was, is naar wij vernemen aan
haar verwondingen overleden.
EEN MOTIE VOOR ONTWAPENING.
Een motie van een gemeenteraad*
In de Dinsdag gehouden raadsverga
dering te Wijhe is besloten, op voorstel
der S. D. A. P., een motie te zenden aan
den voorzitter van den ministerraad en
den voorzitter van den Volkenbond te
Genève inzake het internationale petiti
onnement voor ontwapening. Dit is de
eerste gemeenteraad in ons land die een
dergelijk besluit neemt.
EEN BROK CEMENT OP ZIJN
HOOFD.
Tet stond gedood
Gistermiddag is op een bouwwerk aan
den Bredaschenweg te Tilburg bij het
verschuiven van een groote cementen
putring de 18-jarige J. L. M. van Boxtel,
in den ring gaan staan om aan de bin
nenzijde mede te duwen. Plotseling
brak de ring en Van Boxtel kreeg een
groot stuk cement op het hoofd. Hij was
onmiddellijk dood.
VERGIFTIGING DOOR CHOCOLADE?
Van een gezin in de Kanaalstraat te
Amsterdam zijn twee jongens na het
eten van een stuk chocolade, dat zij van
een familielid hadden gekregen, onwel
geworden. De G. G. en G. D., die ge
waarschuwd werd, achtte overbrenging
van de knapen naar het Wilhelmina-
gasthuis noodzakelijk. Vermoedelijk
heeft men te doen met een geval van
chocoladevergiftiging. Naar de her
komst van de chocolade wordt een on
derzoek ingesteld.
EEN GELUKKIGE GEMEENTE.
Bij de aanbieding van de gemeentebegroo-
ting voor 1932 hebben B. en W. van Leimui-
den den raad medegedeeld, dat de financiëele
toestand der gemeente zoo gezond is, dat het
aantal opcenten op de jrersoneele belasting
kan worden verlaagd tot 20. Opcenten op de
gemeentefondsbelasting of vermogensbelas
ting worden niet geheven.
COMENIUS-HULDE.
Gister bracht de gezant van de Tsjecho-
Slowaaksche republiek vergezeld van den
consul te Amsterdam, een bezoek aan Naar-
den om, ter gelegenheid van den nationalen
feestdag, welke heden gevierd wordt, een
bloemenhulde te brengen aan de nagedachte
nis van Jan Amos Comenius op diens graf in
de voormalige Waalsche kerk.
Bij de begroeting ten raadhuize sprak de
gezant burgemeester Van Wettum toe om
hem dank te betuigen voor zijn steeds betoon
de vriendelijke hulpvaardigheid tegenover
alle Tsjecho-Slowaaksche vertegenwoordi
gers, die naar Naarden komen om Comenius
te vereeren.
In den loop der besprekingen deelde de
fezant nog mede, dat op de begrooting van
'sjecho-Slowakije voor 1932 een bedrag is
uitgetrokken voor restauratie der Waaische
kerk, welke eigendom der republiek is en tot
inrichting daarvan tot mausoleum, om die te
maken tot een waardevol monument voor
zijn beroemden landgenoot.
In het as. voorjaar zal met de werkzaam
heden begonnen worden.
I