Alkmaarsche Courant. J&itmenland DE SCHOOL. Honderd drie en dertigste Jaargang. %Yoensdas ïf Ottlober No. 253 1931 Mevr. F. ReuterHoukoop een oud~ stadgenoote schrijft ons: Wij gingen op de Christelijke school. Hoe goed kan ik mij nog den eersten dag herin neren; zeker omdat ik zoo merkwaardig vond, dat mijn zus beweerde: Nu moet je goed opletten, van alle menschen die wij te genkomen kan in aan de neus zien, of zij Koomsch of Protestant zijn. Kijk, daar komt juffrouw Schouten aan, die is Roomsch. Hoe kan ik nou weten of het waar is? Nou kind, dat vraag je vanmiddag aan vader, onthoud de namen maar! Daar komt mijnheer Jansen aan, die is Protestant. Dat ging zoo een poosje door, tot wij bij de steenen brug kwa men. 's Middags vroeg ik het aan moeder en ja, zooals zij gezegd had kwam het uit! Ik was verbaasd over zooveel kennis, maar niet lang. Nu had mijn zus die weg al 3 jaar ge- loopen en aan de overkant van de tweede gracht was de katholieke kerk, waarvan de mis uitging als wij de Voormeer op kwamen; zij kende de menschen dus heel goed. Ik zal de weg naar school beschrijven, dan kunt u nagaan of het nu veel veranderd is. Op het eerste Verdronkenoord waren links gesloten huizen, meest met spionnetjes; aan den over kant was een koekbakkerswinkel met een uit gebouwde uitstalkast, zooals de bakkers die hadden. Op de tweede gracht over de kerk was ook een bakkerswinkel, iets verder op was een vischwinkel, waar wij altijd op let ten, omdat er a!s de nieuwe haring er was een gouden kroon uithing met een zilveren haring er in aan een vuurrood lint. Een paar huizen verder woonde de fotograaf waar een kastje buiten hing met foto's, die wij natuur lijk goed bekeken. Ik heb nu nog een aardig groepje van de 4 oudste kinderen, daar ge maakt en meer portretten, die nog veel scher per zijn dan foto's van veel lateren datum, rfij was dus blijkbaar een goed vakman. Aan den overkant was een hotel en een drogiste rij; dan voorbij de kapel de boekhandel van Kluitman. Hoe dikwijls heb ik daar later staan kijken, dol als ik altijd op boeken was! Als er geen vischmarkt was gingen wij altijd de steenen brug over en de markt, dat won een heele hoek; de andere steenen brug over, dan kon je net zoo in het huis van oom Ka- rel komen, die op de hoek van Mient en Lan- gestraat woonde. Onder de ramen van hun huiskamer keek je op hei pothuis van een schoenmaker neen, dat hoorde daar niet, vond ik altijd; de Langestraat was in mijn oogen altijd de deftigste straat en toen wa ren er alleen groote huizen waarin de elite van Alkmaar woonde. Rechts was een zaak van de Gebr. Kuyper, dames- en heerenkleer makers, dit waè 'wat men een gesloten zaak noemt. Ik was altijd heel verontwaardigd als in het voorjaar de Langestraat van de groote kerk tot de steenen brug vol koeien stond. Wat een lawaai, al die boeren met hun ge schreeuw en luidruchtig gepraat. En hoe vies was de straat als wij uit school kwa men al werd er dan ook dadelijk met man en macht geschrobt. Konden zij die beesten niet op de groote- of paardenmarkt brengen? On ze dokter woonde in het midden van de straat. Hij kon haast zijn deur niet uit. Wij gingen het schapensteegje in, de Boterslooi dwars over en dan in de Raamstraat vooraan rechts was onze school. Een breede groote gang door, dan de binnenplaats over kwa men wij direct, zonder gang, twee treedjes op, in het schoollokaal. Een groot schot, half glas, half hout, scheidde de twee laagste klassen af, daarnaast waren de twee andere, dan een breed middelpad, waar achter de twee hoogste klassen. Onze kleeren hingen achter ons onder een rij ramen. Op de blinde muur voor ons stond voor elke twee klassen een bord en hingen landkaarten. Als wij naar achteren moesten, wat zelden werd toe gestaan. moesten wij de binnenplaats over, waar achter het lokaal een paar kleine hokjes stonden; eenvoudiger kon het al niet, en de meester sprak dan ook van het „hok". Rustig was het in school nooit, hoe kon het ook? Zulke groote klassen en maar 3 meesters. Dan een school met een gemengde bevolking, de jonkers en freules van Foreest waren op school en ook de armsten. Dikwijls was er onder de kinderen ruzie om hun kleeding; wreed als kinderen zijn. De kleinsten achter het schot waren nog het beste af. Daar kon de kweekeling nog orde onder houden. Bij de grooten kon het rumoerig toe gaan. Later, toen ik in het groote lokaal zat, was meester Loran hoofd der school en was er meer orde. Eens is er een waar school-oproer geweest Loran's vader was overleden en meester moest naar de begrafenis. Nu dachten de kinderen dien dag vrij te krijgen, maar neen, ze moesten op school komen. Wat een gemop per! Wacht maar. zeiden de belhamels, wij krij gen wel vrij. Heel de opstandige bende storm de de school binnen en daar was enkel de kweekeling. Meester van Gelder was er ook niet en daarom hadden de twee laagste klas sen vrij gekregen. Nu was de kweekeling een weinig loensch. Dadelijk was het: O jongens, enkel de scheele is er maar. Niemand groette en dadelijk begon het lawaai. Hij riep en tik te om stilte, maar er was geen sprake van, dat hij stilte kreeg voor het gebed. Eerst wa ren het alleen de jongens, maar al gauw de den ook de meisjes mee. Roepen en schreeu wen, uit de banken loopen, met de lessenaar s.aan. Het bepaalde zich tot de twee hoogste lassen Hoe meer lawaai die maakten, hoe h!Ü u rerr ander,en werden. Wij keken maar noe net af zou loopen. De kweekeling ging in midden tegen den muur staan met zijn armen over de borst gekruisd. Ach, wat zag hij vreeselijk bleek en wat keek hij woedend uit zijn donkere oogen. Dat duurde zoo een heele poos en het werd steeds erger. Einde lijk stak hij zijn hand op en schreeuwde woest, naar de deur wijzendEr uit, er uit Hoera, hoera, voor den meester; roef de hoeden en petten gepakt en klompen aan de deur open gesmeten en onder het zingen Van In naam van Oranje, doe open de pooï£ stormde heel de oproerige bende de school uit en de gang in waar het lawaai dreunde en na-echode. Maar daar zaten wij nog. Wat nu? Zou den wij niet moeten leeren? Hij stond er maar en de deur wijd open. Eindelijk zegt hijGaan jullie ook maar heen. Wij stonden ïeel stil op; graag hadden wij hem een hand willen geven, maar niemand durfde. Wij fluisterden: „Dag meester" en gingen stille tjes heen. De laatste trok zacht de deur dicht. Diu'< werd er over nagepraat. Daar zou wat opzitten; meester Loran was heel streng. Neen, met 100 strafregels (het dagelijkscbe strafwerk) zouden zij er nu niet afkomen, die rakkers. Het schoolmeesteren was in die dagen een moeilijk ambt. De rustigste dagen, die ik voor de school gekend heb, waren toen Mijntje was gestor ven. Naast de school was een klein snoep winkeltje en daar was een dochtertje, die al jaren ziek was. Zij lag in de kamer aan de straat en wij meisjes maakten wel eens een praatje als het' raam open stond. Arm K'Jjd, hoe geduldig lag zij daar; en heel de drukke kinderschar stormde altijd de gang in vlak iangs haar kamertje. Toen wij op 'n morgen de winkel gesloten en de gordijnen dicht za gen, begrepen wij, dat zij dood was. Ja, nu het haar niet meer deeren kon, slopen zeifs de drukste jongens op hun teenen de gang in Heel de school was onder den indruk, en nooit had er zulk een rust geheerscht als die dagen. Haar moeder had aan de bovenmees ter laten zeggen, dat de meisjes, die haar nog wilden zien, om 4 uur moesten komen. Nog weet ik hoe wij zwijgend langs haar kistje gingen en hoe bedroefd wij waren. Haar moeder was heel kalm en vertelde ons hoe lief zij altijd was geweest. Toen zij begraven was en het winkeltje weer open, begon het oude rumoerige leven weer. De jeugd vergeet zoo gauw. Ook was het in de kersentijd buiten de school heel rustig. Ieder kind trachtte zoo veel mogelijk kersenpitten te bemachtigen. Deze werden als kleinooden verzameld, goed schoon gemaakt (wat erg lastig was) en dan aan de schoolmuur aan beide kanten plat geslepen totdat er een gaatje in gemaakt kon worden. Wat een werk en wat deden onze vingertoppen pijn. Kettingen en armbanden werden er van geregen en de jongens maak ten er paardenleidsels van. Wat een vreugde als we na dagen van moeizaam zwoegen een lange ketting konden maken. Nooit deden we het thuis. Waarom, dat weet ik niet. Onze moeders vonden het zeker niet goed. Ze zullen het tijd verknoeien gevonden heb ben. Je moest altijd breien of wiegen. Op zekeren dag werd een afspraak ge maakt: Jongens, allemaal om 12 uur naar het Raadhuis, de scheele moet vandaag loten. Allen stroomden er heen en ik ook mee. Wat een gedrang en gekijk. Ja, daar kwamen zij met hun nummers op de pet de trappen af, maar hij was er niet bij. Wat een geluk, dacht ik, nu kunnen ze hem niet plagen. Zeer teleurgesteld gingen zij eindelijk heen. Eens in het jaar gingen wij graag naar school; als de bovenmeester jarig was. Dan kwam zijn vrouw op school en werden wij getracteerd. Wij mochten leuke spelletjes doen en zij deden alle moeite om den dag voor ons zoo prettig mogelijk te maken. En wat deden wij? Wel de volgende dag weer even ondeugend zijn. Van hulde of geschen ken wist men in die dagen niet. Dan was er nog het schoolfeest. In den zo mer voor de vacantie ging de heele school een dag naar buiten. Het best heugt mij nog, dat wij naar Bergen gingen en daar onder de boomen aan een heel lange tafel pannekoe ken aten. Ook gingen dan leden van het schoolbestuur mee en hadden wij een heerlij ken dag. HET NIEUWE URGENTIEPROGRAM VAN DEN BOND VAN LAND- PACHTERS. Bespreking over pachtmoraiorium en ontbinding der pachtcontracten. Deze dagen vergaderde te Zwolle de Stu diecommissie tot het definitief vaststellen van haar voorstellen aan het Bondsbestuur Alle leden n.1. de Bondsvoorzitter, de voor zitter der Provinciale afdeelingen en de al gemeen-secretaris, waren aanwezig. Met al- gemeene stemmen werd besloten aan het Bondsbestuur voor te stellen, het Urgentie program van den Bond voortaan als volg te lezen: Art. 1. Afschaffing van publieke verhurin gen en al wat daarmee is gelijk te stellen (o.a. verhuring bij gesloten briefjes). Art. 2. Instelling van regeeringswege van pachtcommissies, aan welker taxaties en be slissingen bindende kracht worde verleend. Art. 3. De leden-pachters der in art. 2 be doelde commissies worden door den minister benoemd uit een voordracht, opgemaakt door de organisatie(s) van landpachters. Even eens de leden-verpachters door de georgani seerde verpachters. Indien in bepaalde stre ken de verpachters of pachters niet georga niseerd zijn, dan worden de betreffende leden der pachtcommissies benoemd uit een voor dracht opgemaakt door Ged. Staten der pro- \incie. Het aanatal pachters- en verpachters- leden zij in iedere commissie gelijk, De voor zitter werden rechtstreeks door den minister benoemd. Art. 4. De eigenaren van boerderijen en land zijn verplicht bij elke wisseling van huurder gebruik te maken van de in art 2 genoemde pachtcommissie. Art. 5. Bij wederinhuring (verlenging der pacht) worden beide partijen vrijgelaten, echter voor beide met recht van beroep op de pachtcommissie, ingeval zij het over den pachtprijs niet eens kunnen worden. Art. 6. Den pachter worde toegekend een wettelijk recht op continuatie, naar den i'jds- duur beperkt. De eigenaar heeft te a jen tijde het recht om na afloop eener paent- periode zelf het verpachte te gaan exploitee- ren of in exploitatie te fSvan die hem in den eersten of tweeden g bloedverwantschap bestaan, mitsi een jaar van te voren opzegging 1P. n zijn wensch genoodzaakt pacht- 'dk* ^n vernietigen; waarborgen kan vragen van den verpachter, om te voorkomen, dat de opzegging slechts in schijn eigen- of familie-exploitatie beteekent, doch enkel en alleen bedoelt den pachter te verdrijven. Verkoop tast het continuatierecht van den pachter niet aan. Art. 7. Aan de pachtcommissie worde op gedragen op verzoek van een van beide par tij™: j- lo. bij het beeindtgen der pacht, (hetzij vrijwillig, hetzij na opzegging door den ver pachter) de som vast te stellen, die de ver pachter aan den pachter moet betalen als vergoeding voor aangebracht verbeteringen; 2o. bij het beëindigen der pacht de som vast te stellen, die de pacht wegens verwaar- loozing van het gepachte verplicht is den verpachter te betalen. 3o. het bedrag vast te stellen, dat de pach ter ter zake van natuurrampen (waterschade, misoogst, veeziekte, enz.) van de pachtsom mag inhouden. Art. 8. Bij verwaarloozing van zijn plich ten door den pachter kan de pachtcommissie op verzoek van den verpachter, de pachtover eenkomst ten allen tijde beëindigen. Wenscht de pachter na afloop der huurperiode de pacht te beëindigen, dan moet hij tenminste een jaar van tevoren opzeggen. Art. 99. Indien de verpachter zijn ver plichtingen inzake onderhoud, herstelling etc. niet nakomt, kan de pachtcommissie op verzoek van den pachter dezen machtigen, bedoelde werkzaamheden zelve te doen ver richten en de kosten te verrekenen met de te betalen pachtsom, onverminderd des pach ters recht op vergoeding voor eventueele schade. k. Ingeval van groote prijsdaling of -stij ging der producten kan de minister, waar onder „landbouw" ressorteert, de pachtcom missies gehoord, verklaren, dat de gewijzig de tijdsomstandigheden reden zijn, dat de pachtcommissies, ongeacht of de pacht- periode al dan niet afgeloopen is, indien een van beide partijen zulks wenscht, de pacht som opnieuw kunnen vaststellen. 1. De pachtcommissies worden ingesteld voor een betrekkelijk klein gebied en hebben het recht, zich voor de uitvoering van haar taak de medewerking te verzekeren van plaat selijke deskundigen, die aangewezen worden door de georganiseerde pachters en verpach ters. Zij maken ieder jaar een uitvoerig rap port omtrent haar arbeid, openbaar. m. Ter bestrijding van de kosten der pacht commissies, echter met uitzondering van het salaris van den voorzitter, worde van ver pachter en pachter een gelijk bedrag per hectare geheven. n. De leden der pachtcommissies genieten geen vaste belooning, doch alleen een billijke vergoeding van reis- of verblijfkosten en tijd verlies. Voorts werd besloten aan het bondsbestuur in overweging te geven door een vragenlijst nog verschillende zaken aan de orde te stel len o.a.: A. hoe denken de afdeelingen over een actie voor een pachtmoratorium (uitstel van betaling krachtens een noodwet) en ontbin ding van alle op 1 Mei 1932 nog loopende pachtcontracten, welke afgesloten zijn vóór 1 Mei 1931, met recht voor den zittenden pachter van weder inhuur voor een pacht som, vast te stellen door pachtcommissies, benoemd en samengesteld als in het aanhan gige wetontwerp op de pachtcommissies, wanneer partijen onderling niet tot overeen- temming kunnen komen; B. hoe denken de afdeelingen over een actie voor zoodanige invoerrechten op gra nen, vleesch en vetten, dat onze landbouw en veeteelt op de binnenlandsche markt kan concurreeren, tegen prijzen, die het bedrijf loonend maken; C. komt het pachten van land door ambte naren en andere in publieken dienst zijnde personen in zulk een omvang voor, dat een actie daartegen gewenscht is? D. hoe denken de afdeelingen over deel- pacht en veranderlijke pacht. Besloten werd om aan het Bondsbestuur nog voor te stellen, zoo mogelijk in iedere provincie een der Bondsbestuursleden aan te wijzen, die onder leiding van en in samen werking met den algemeenen secretaris de propaganda regelt en bevordert; den leden van verplichting dient en het contact tus- schen de afdeeling en Bondsbestuur ver sterkt. In Friesland achtte men hiervoor twee personen noodig, wegens het groot aantal leden dat de Bond daar telt. Voor deze werk zaamheden behoort eenige vergoeding te worden gegeven, bijvoorbeeld honderd gul den per persoon en per jaar. Eveneens zal aan het Bondsbestuur wor den geadviseerd te trachten in iedere provin cie een bureau op te richten ter voorlichting der leden betreffende verpachters, te huur of te koop zijnde boerderijen, pachtskwestie enz. Deze bureaux behooren onder leiding van een Bondsbestuurslid te staan. Na zeer uitvoerige bespreking werd ten slotte met algemeene stemmen besloten, aan het Bondsbestuur voor te stellen, de statuten wijziging te beperken tot enkele formeele za ken de verkiezing van voorzitter en secre taris-penningmeester te laten als die nu is; het aantal Bondsbestuursleden der provincie terug te brengen op twee (voorzitter en secre taris der provinciale afdeelingen). HET BELGISCHE BROOD. Telegrafisch tusschenkomst van den minister gevraagd. De centrale commissie uit de Rotterdam- sche bakkerij heeft heden aan den minister president het volgende telegram gezonden* Volgens persberienten werden heden 6000 Belgische brooden te Rotterdam aan gevoerd met bedoeling dit quantum op te voeren tot 50.000 stuks per dag. Wij zijn door de U bekende wettelijke bepalingen niet in staat, tegen de Belgische prijzen te concurreeren en doen een dringend beroep op interventie der regeering. Toenemende invoer van Belgisch broed in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen neemt de verkoop van Belgisch brood grootere afmetingen aan. EHt feit trekt wel te meer de aandacht, wijl voorheen niet on aanzienlijke verkoopen van Nederlandsch brood in de grensgemeenten van België (Oost-Vlaanderen) geschiedden; te Clinge bijvoorbeeld ging tot voor kon meer brood naar België, dan dat in deze Nederlandsche grensplaats werd ingevoerd. Ook te Sas van Gent, PhiHppine, Zuiddorpe was de in voer van Belgisch brood niet noemens waard; vooral aan de kwaliteit van het brood meende men dit te moeten toe schrijven. Van lieverlede is de invoer van Belgisch brood echter gestegen. Belgische bloem werd voor 115 Belg. francs aangeboden, tegen een prijs van twaalf gulden per 100 K G die in Nederland moest betaald worden (de min dere kwaliteit was in België nog iets lager in prijs. n.1. rond 105 francs per 100 K.G.) Hoewel de invoer van broor eerst zeer ge ring was. neemt deze thans sterk toe; met name in Sas van Gent en Clinge ondervin den de bakkers de gevolgen. Sedert enkele dagen wordt het Belgische brood ook per auto in Terneuzen aangevoerd, en door een bakker verkrijgbaar gesteld; de bakkers in deze stad constateeren de vermindering van den verkoop van Nederlandsch brood duide lijk- EEN KIND VERDWENEN. Opsporing verzocht. Op 9 September j.1. des avonds circa 9 uur werd te Rijswijk (Z.H.) door een ongehuwde moeder een jongetje, geboren den 27en Augustus 1931, afgestaan aan een zich noemende mevrouw Domhoff, zonder dat de Voogdijraad te 's-Gravenhage daarvoor toe stemming had verleend. De vrouw liet zich met het kind in den avond van 9 September j.1. per taxi naar het station Staatsspoor te 's-Gravenhage rijden, waar zij even vóór den trein, welke te 22.20 uur naar Utrecht vertrekt, aankwam. Verdere nasporingen naar die vrouw en het kind bleven vruchteloos. De politie zoekt thans haar verblijfplaats. DIEFSTAL TE HOOGEZAND. Op verzoek van den opperwachtmeester marechaussee te Hoogezand heeft de recher che te Groningen aangehouden en in voor- loopige bewaring gestald een colporteur en een reizende koopman, beiden te Groningen gedomicilieerd, verdacht van inbraak, ge volgd door diefstal van een som gelds, j.1. Zaterdagavond te Hoogezand gepleegd. KOPLANTAARNS BIJ DE NEDERL. SPOORWEGEN. Zijn afgeschaft. Sinds 10 Februari 1930 hadden de Neder landsche spoorwegen voorgeschreven dat op de baanvakken RoosendaalVlissingen, WoerdenLeiden en MeppelLeeuwarden, de locomotieven des nachts, behalve de twee brandende frontlantaarns, bij wijze van proef één brandende koplantaarn met wit licht naar voren moesten voeren, die ge plaatst was aan de frontzijde van den loco motief boven de gewone frontlantaarns Door dezen maatregel verwachtte de directie meer veiligheid te brengen op de onbewaakte overwegen, daar het andere verkeer door deze derde lantaarn direct een naderenden trein zou kunnen onderscheiden. De proef schijnt niet geslaagd te zijn, althans de di rectie heeft met ingang van 26 October j.1. deze order weer ingetrokken en de locomo tieven voeren op genoemde baanvakken uit sluitend gewone frontlantaarns. DE VERDUISTERING TEN NADEELE EENER ROTTERDAMSCHE ASSURANTIEFIRMA. Een mislukte speculatie in ponden is de aanleiding geweest tot de vergrijpen, waar aan de gister (zooals gemeld) gearresteerde jhr. J. F. B. v. d. B. heeft schuldig gemaakt. Groote bedragen aan premies, die hij heeft moeten afdragen, heeft hij onder zich ge houden. Een Amsterdamsche assurantiefirma, tot wie hij in relatie stond, heeft door de ge- pleefde verduisteringen zoo groote schade geleden, dat zij, naar in assurantiekringen wordt verteld, zal moeten liquideeren. De firma N. E. Kröller en Co. te Amsterdam zal, naar men meedeelt, blijven bestaan. Zij zal evenwel door een andere onderneming worden overgenomen. INBREKER IN DEN VAL GELOOPEN. Toen gisteravond de bewoner van het perceel Karperstraat 27 te Amsterdam thuiskwam, deed hij de minder aange name ontdekking, dat in de kamers ver schillende kasten waren opengebroken, terwijl op de tafel een geopend geldkist je stond. Toen hij zijn slaapkamer bin nenging, stond hij plotseling tegenover een hem onbekenden man. De bewoner van het huis verloor zijn tegenwoordig heid van geest niet, hij rende de trap af en trok de deur achter zich in slot. De politie van het bureau Overtoom werd gewaarschuwd, doch toen deze een on derzoek instelde, bleek de inbreker aan den achterkant door een raam ontsnapt te zijn, in de zich daar bevindende tui nen. Onmiddellijk ging de politie er toe over de omgeving af te zetten en de tui nen te doorzoeken, met het gevolg dat een uur daarna een persoon werd aan gehouden, die zich verborgen hield in een tuin aan de Pieter Lastmankade. Het bleek een 20-jarig persoon te zijn zonder betrekking en vermoedelijk uit Arnhem afkomstig. Geld of andere waarden werden op hem niet gevonden. Hij is aan het bureau Overtoom inge sloten. DE CVLEMBORGSCHE MOORDZAAK. De geschiedenis van de 2000. Het Volk heeft te Culemborg in verband met de jongste bijzonderheden over de Cu- lemborgsche moordzaak nadere informaties bij notaris Schouten ingewonnen. Daarbij is gebleken, dat de notaris van de vondst ken nis kreeg via den commissaris van politie te Culemborg, die daarmede een opdracht ver vulde van mr. van Everdingen, waarnemend officier van justitie te Tiel. Op zijn beurt handelde de laatste daarmede in opdracht van den procureur-generaal bij het gerechts- hdf te Arnhem, mr. Cnopius. Het blad voegt daaraan toe, dat het vin den van die 2000 niet dateert van den laatsten tijd, maar dat dit bedrag zich reeds gedurende 1 a 2 jaar in bewaring bevindt in de brandkast van het parket van het ge rechtshof te Arnhem. Ongeveer 2 jaar geleden is dit geld n.1. ten huize van de weduwe Haveman, die toen reeds een 6-tal jaren te Assen woonde, bij een huiszoeking in beslag genomen. Naar reeds gemeld, zou het geld gevonden zijn achter een sipiegel of schilderij. Dit zou dan de plaats zijn geweest, waar de ex-recher cheur Haveman zijn aandeel in het van de van Wiggens geroofde bedrag heeft verbor gen. Bij huiszoekingen in zijn woning te Cu lemborg werd destijds niets gevonden. Naar Het Volk verder vernam, heeft de justitie aangenomen, dat deze 2000 kenne lijk afkomstig zijn van de van Wiggens. En nu het laatstelijk ingestelde onderzoek naar de daders van den moord met roof weer op niets was uitgeloopen, achtte de procureur- generaal mr. Cnopius thans het oogpnblik gekomen, er zorg voor te dragen, dat dit geld aan de erfgenamen der van Wiggens wordt uitbetaald. De weduwe Haveman heeft daartoe haar medewerking verleend. Door deze beslissing is nu tevens komen vast te staan dat de justitie het mede-daderschap van den ex-rechercheur Haveman in deze roof- en moordzaak aanneemt. Intusschen schijnen, althans voor het ocgenblik, van de zijde der justitie geen nieuwe stappen te wachten te zijn. DE GEMEENTEN EN DE MALAISE. Een onderzoek naar den finars ciëelen toestand der gemeenten. Naar het Hbld. van welingelichte zijde zegt te hebben vernomen, hebben de ministers van binnénlandsche zaken en landbouw en van financiën zich tot Ged. Staten der ver schillende provincies gewend met het verzoek een rapport in (e dienen over den financiëelec toestand van de onoer hun college ressov teerende gemeenten. TENTOONSTELLING VAN BETER DRUKWERK. In het gebouw „Musis Sacrum" heeft gis termiddag de Burgemeester van Arnhem, jhr. Mr. S. J. R. de Monchy geopend de groote tentoonstelling van Beter Drukwerk, georganiseerd door de Federatie van Werk geversorganisaties in het Boekdrukkersbe- drijf. De tentoonstelling zal tot 5 November du ren, zij is de grootste op dit gebied, welke tot dusver in ons land werd gehouden. ONGELUKKIG SCHOT. De getroffene thans overleden* De vrouw, die in een woning aan de Tulp straat door een kogel uit een revolver was ge troffen, welke ongeval was geschied doordat haar zoon, bij wien zij op visite was, een revolver schoonmaakte zonder te weten dat dit geladen was, is naar wij vernemen aan haar verwondingen overleden. EEN MOTIE VOOR ONTWAPENING. Een motie van een gemeenteraad* In de Dinsdag gehouden raadsverga dering te Wijhe is besloten, op voorstel der S. D. A. P., een motie te zenden aan den voorzitter van den ministerraad en den voorzitter van den Volkenbond te Genève inzake het internationale petiti onnement voor ontwapening. Dit is de eerste gemeenteraad in ons land die een dergelijk besluit neemt. EEN BROK CEMENT OP ZIJN HOOFD. Tet stond gedood Gistermiddag is op een bouwwerk aan den Bredaschenweg te Tilburg bij het verschuiven van een groote cementen putring de 18-jarige J. L. M. van Boxtel, in den ring gaan staan om aan de bin nenzijde mede te duwen. Plotseling brak de ring en Van Boxtel kreeg een groot stuk cement op het hoofd. Hij was onmiddellijk dood. VERGIFTIGING DOOR CHOCOLADE? Van een gezin in de Kanaalstraat te Amsterdam zijn twee jongens na het eten van een stuk chocolade, dat zij van een familielid hadden gekregen, onwel geworden. De G. G. en G. D., die ge waarschuwd werd, achtte overbrenging van de knapen naar het Wilhelmina- gasthuis noodzakelijk. Vermoedelijk heeft men te doen met een geval van chocoladevergiftiging. Naar de her komst van de chocolade wordt een on derzoek ingesteld. EEN GELUKKIGE GEMEENTE. Bij de aanbieding van de gemeentebegroo- ting voor 1932 hebben B. en W. van Leimui- den den raad medegedeeld, dat de financiëele toestand der gemeente zoo gezond is, dat het aantal opcenten op de jrersoneele belasting kan worden verlaagd tot 20. Opcenten op de gemeentefondsbelasting of vermogensbelas ting worden niet geheven. COMENIUS-HULDE. Gister bracht de gezant van de Tsjecho- Slowaaksche republiek vergezeld van den consul te Amsterdam, een bezoek aan Naar- den om, ter gelegenheid van den nationalen feestdag, welke heden gevierd wordt, een bloemenhulde te brengen aan de nagedachte nis van Jan Amos Comenius op diens graf in de voormalige Waalsche kerk. Bij de begroeting ten raadhuize sprak de gezant burgemeester Van Wettum toe om hem dank te betuigen voor zijn steeds betoon de vriendelijke hulpvaardigheid tegenover alle Tsjecho-Slowaaksche vertegenwoordi gers, die naar Naarden komen om Comenius te vereeren. In den loop der besprekingen deelde de fezant nog mede, dat op de begrooting van 'sjecho-Slowakije voor 1932 een bedrag is uitgetrokken voor restauratie der Waaische kerk, welke eigendom der republiek is en tot inrichting daarvan tot mausoleum, om die te maken tot een waardevol monument voor zijn beroemden landgenoot. In het as. voorjaar zal met de werkzaam heden begonnen worden. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 9