Alkmaarsciie Courant.
„ARNHEM"
(T)
HET GEHEIM VAN DE HEIDE.
DE BOOT VAN ZEVEN.
Jlaxliomeuws
Jeuiiietan
Jieck&Sxhaol
Honderd drie en dertigste laargang.
Dinsdag* 3 Yovember
SCHOUW.
JAARLIJKSCHE SCHOUW
01 ae""de plek
Ds. EILERTS DE MAAN.
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
(Slot volgt)
N«. 259 1931
f
Woensdag 4 November.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A.R.A.)
6.457.en 7.30—7.45 Gymnastiekles.
8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwij
ding. 1015 Concert. Trio Drukker, Minny
Erfmann, voordracht en het V.A.R A.-too-
neel. 12.Concert door het V.A R A.-septet
en gramofoonplaten. 2.15 Keukenpraatje.
3.— Gramofoonplaten. 3.20 Kindertooneel:
„De schat in het zitvermeer". 4.20 Concert
voor de kinderen. 4.45 Vraaghalfuurtje 6.
Onderwijsfonds Binnenvaart. 6.30 Gramo
foonplaten. 6.45 Causerie. (Over het kapita
lisme). 7.15 Concert door het V.A R.A.-
orkest. O.a. Slavische rhapsodie, Friedemann.
8.B. Ruitenberg: „Studenten in de maat
schappij... of ernaast'*. 8.15 Vervolg con
cert. 9.Wakre en Tropenduit" door het
V.A.R.A.-tooneel 0. 1. v. Willem van Cappel-
len. 9.15 Grarafooonplaten. 9.30 „Gijzeling",
spel van A. M. de Jong. Het Groot Volkstol
neel. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Gramo
foonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N.C.R V.)
8 Schriftlezing. 8.15—9.45 Gramofoonpl
10.— Zang N.C.R.V.-Dameskoor. 10.30—
01.Ziekendienst. 11.Harmoniumspel
door M. F. Jurjaanz. Mevr. D. v. Neerden—
Ongers, zang 12.15—12.30 Gramofoonpl.
12.30 Concert N.C.R.V.-kwartet, zang, viool,
cello en piano. 2.— Gramofoonplaten. 2.30
Chr. Lectuur doro mej. Wentink 3.Con
cert. K. Hartvelt, viool. P. Lentz, cello en G.
Seyler, piano. 4.30 Gramofoonplaten. 5.
Kinderuur. 6.Causerie „Waarde van stal
mest en gier". 7.Lezing over Sowjet-Rus
land. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.10.
Zendingsavond vanuit de Laurenskerk te
Rotterdam. Mevr. J. Hekkertvan Eysden,
sopraan en Dameskoor „Capella", 0. 1. v M.
Guittart. Ca. 10.— Vaz Dias. 10.1011.30
Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
'11.05 Lezing over de crisis. 12.20 Orkestcon
cert. 1.35 Orgelconcert. 2.45 Voor scholen.
2 50 Lezing over Biologie en hygiëne. 3.20
'Engelsche literatuur. 3.50 Symphoniecon-
cert. O.a. Onvoltooide Symphonie van Schu-
bert. 5.05 Orgelconcert. 5.35 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6.50 Pianomuziek van Schumann.
7.10 Tooneélkritiek. 7.30 Lezing 7.50 We
tenschappelijke lezing. 8.35 Concert. Orkest,
kwartet en pianist. O.a. Eerste Symphonie in
Bes, Schumann.
Parijs ,Jiadio-Paris1725 M. 8.05, 12.50,
125 en 6.50 Gramofoonplaten. 9.05 Radio-
tooneel. 9.50 Gramofoonplaten en Solisten
concert.
Langenberg, 473 M. 6.25—7.20, 10.—
1020 en 11.20 Gramofoonplaten. 12 25
1.50 Orakestconcert. 4.205.20 Orkestcon
cert. 8.05 Symphr nieconcert, o.a. Pianocon
cert f-moll, Chopin. 10.20—11.20 Avondcon
cert en Dansmuziek
Kalundborg, 1153 M. 2.204.20 Orkest
concert. 4.20—4.50 Gramofoonplaten 8 20
8.35 Clavecimbaal-soli. 8.351.20 Dansmu
ziek.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 5 30, 6.50
en 8.20 Gramofoonplaten. 9.05 Comedie
„Zij" van M. Donnay. 9.25 Concert door de
Augustijnen. 338 M.: 5.2C Dansmuziek 6 50
Gramofoonplaten 8.20 Strijkkwartet, op 45
G-Dur, van Fauré 9.35 Orkestconcert
Rome, 441 M. 7.30 Gramofoonplaten 8 20
Italiaansche Muziek. O.a. Manon Lescaut.
Puccini.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijke avond 9 20
Berichten. Hierna tot 1'.50 Weldadigheids-
ba! van de Berlijnsche Brandweer Dansmu
ziek der kapel „Arthur Guttman Als Inter
mezzo: Verslag van de Berlijnsche Zesdaag-
sche.
VOORUITGANG VAN DE A.V.R O.
Met 13.000 luistervinken.
De heer W. v^o^t heeft Zondagavond voor
de microfoon medegedeeld, dat de A.V R.O.
thans 152.000 contribuanten heeft, dat :s
13.000 luistervinken méér dan verleden jaar
om dezen tijd.
WIJ WAKEN
voor het gedeponeerde merk
Locarbits.
Locarbits waakt over Uw
gezondheid.
Locarbits Groene Kruis
Hoestbonbons.
Uit het Engelsch van MoRICE GEKARD
door W. v. E.—v. R.
84
Manson dacht aan het gezegde „dief
en diefjesmaat" en werd vuurrood.
Da.t is Goddank voorbij, mijnheer,
zeide hij, en ik ben U dankbaar, dat U
mij de kans geeft het hoofd weer recht
op te kunnen houden!
Mr. Myddleton legde zijn hand op
George's schouder.
Ik heb respect voor je gekregen,
eeide hij, onthoud, dat ik van nu af aan
altijd een vriend voor je zal zijn.
Ik zal Uw vriendelijkheid mijn le
ven lang niet vergeten!
™I7,?00 if,het genoeg! Wat zullen we
met die zakken doen?
behooren U toe, mijnheer, en
ijn, naar ik schat, minstens vijftig pond
per zak waard, waarschijnlijk meer.
Dan zullen we ze niet achterlaten,
sprak de Squire. Mijn zakken zijn groot
genoeg om er elk een te bevatten. Ik heb
er wel eens een paar konijnen in gehad,
jm deze zakken nemen niet meer plaats
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente ALKMAaR brengen bij
deze ter kennis van belanghebbenden,
dat op WOENSDAG 11 NOVEMBER
dezes jaars, door den Directeur van den
Hout en de Plantsoenen zal worden ge
houden de
over:
De oude Zandersloot, beginnende bij
het bruggetje in den Kennemersingel,
benevens de Hoevervaart.
De sloot langs de Egelenburgerlaan en
Ropjeskuil tot den weg naar de be-
graafpplaats.
De Bleekersloot, loopende van den
Nieuwlandersingel af en de nieuwe
Zandersloot, beide tot aan de banschei-
ding van Heiloo.
De sloot loopende van het Baanpad af
achter langs de woningen van „Goed
Wonen" tot het pad van Overdie.
De sloot van de le Kanaalstraat af
ten Zuiden van de huizen van het Zeglis
tot het Kanaal.
De sloot loopende ten Zuiden van het
weiland behoorende bij „Oostwijk" en
verder tot het Kanaal.
De slooten loopende langs de Zuid
zijde van den Schermcrweg.
Wordende alle eigenaars of gebrui
kers van perceelen aan en langs die
slooten liggende, aangemaand om van
de gezegde slooten, en wel ieder voor
zooverre zijn eigendom zich daar langs
uitstrekt, de kanten af te maaien, het
kroos en afgemaaide op te halen, als
mede die slooten uit te diepen en het
zand ber evens den modder, op hunne
kosten, ter weerszijden daaruit op te
halen, alles op zoodanige diepte en onder
die boete en strafbepalingen, als bij de
bestaande verordeningen zijn vastge
steld.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
Alkmaar, den 2 November 1931.
Mevrouw F. ReuterHoncoop, een
oud-stadgenoote, schrijft ons:
Het was voor ons kinderen altijd een
groote vreugde in den zomer Zondag
avond het vertrek van de boot van
7 uur gade te slaan. Deze voer met mu
ziek weg, en was altijd stampvol. Ten
eerste was het met de boot goedkooper
dan met den trein, en een retour was
toen een heel seizoen geldig. Dan was de
reis op zich zelf een genot. Het was wel
een heele zit, 3 uur, maar de tocht was
vol afwisseling, en ook kon men immers
aan boord van alles krijgen, en om tien
uur in Amsterdam was een goede tijd.
Wij moesten altijd om zeven uur naar
bed, wat wij eigenlijk onüillijk vonden.
Zoo klein waren wij toch niet meer en
's winters was het dan juist zoo gezellig
in de huiskamer; maar geen pardon:
kinderen 7 uur naar boven!
Maar zomers en Zondagavonds vooral
wilden wij om half zeven al naar bed.
Dan eerst ons boven uitgekleed en in
nachtgoed uit het raam. Wij keken elk
aan den kant van onze bedden; hët
raam zoo hoog mogelijk open en de deur
stijf dicht. Uit het raam hangen mocht
volstrekt niet; wij lagen dan op onze
knieën en kwamen met onze hoofden
juist boven de vensterbank.
Zondagsavonds om 6 uur begon het
geloop al van de luidjes, die naar Heiloo
en Bergen geweest waren met kleine
kinderen, en dan blij waren een veilige
haven te bereiken. Deze menschen wa
ren dikwijls al zoo vroeg van huis ge
gaan. De vrouwen en kinderen gingen
dadelijk op de boot, maar het manvolk
eerst het kroegje in. Oom Janus en
zwager Jan zouden nog tracteeren, of
Piet en Manus moesten nog een afzak
kertje hebben. O, wat kon het dan luid
ruchtig toegaan! Zij wilden dikwijls al
lemaal tegelijk tracteeren, en kregen
daar dan ruzie om. Deur en ramen ston
den wijd open, zoodat wij elk woord kon
den verstaan.
De boot floot altijd 3 maal voor het
vertrek, en bij de eerste fluit begon de
pretgeroep van moeders en dochters:
komen jullie nu!, maar geen kans nog;
zij hadden pas eeuwige vriendschap ge
sloten en konden nog geen afscheid ne
men. Dan werd gewoonlijk eerst een
klein meisje gestuurd om oom of vader
te halen.
Dan bij de tweede fluit geroep en ge
draaf over de brug van heele stoeten met
-=Z-_L_
Dit zeggend stopte mr. Myddleton den
buit in de ruime zakken van zijn jacht
buis.
Ik wil hier nooit meer terugkomen,
merkte George met een zucht van dank
baarheid op, toen zij weer buiten op de
rots waren gekomen.
Eenige oogenblikken later voer de
boot de vaargeul weer in. Toen zij de
open zee bereikt hadden, gaf Manson het
roer over. Zij hadden wind mee, zoodat
het zeil onmiddellijk bol stond en zij
vlug vooruit kwamen.
De zon scheen op het water en deed al
de schoonheid der zee uitkomen: het ge
schitter der golven, de voortrollende
brekers, die de boot onder het varen
vormde. Het scheen moeilijk te geloo-
ven, dat zij in de gezonken „Maggie"
zulk een getuigenis van een afgespeeld
drama achterlieten. Hoe verschilde de
ze mooie namiddag van de nachtelijke
duisternis, waarin Ducros in de vaar
geul van de Hammetts den tol had be
taald voor zijn onwettige handelingen
en zijn hebzucht!
George Manson had reden g
zelfs maar de gedachte te 6&tei\ d
man, die hem zoo ver van het goede^pad,
dat hij voor dien tijd ste£jf t het
deld, had afgebrachttoen P
hem, Hoe dikwijl»
kinderwagens en huilende kinderen aan
de rokken. „O, kijk ze hollen, ze denken
dat het de laatste fluit is!"
Dan werd meestal een groote jongen
gestuurd om de mannen uit de kroeg te
halen. En ja hoor, zij kwamen dan naar
buiten, maar dronken mannen zijn niet
vlug; handen schudden en op schouders
kloppen, of zij naar de Noordpool gin
gen. Geen beweging in te krijgen tot
dat de derde fluit ging. Dan kwamen
schoonmoeders en dikke tantes aanstor
men, en pakten oom Janus, Tinus, Piet
of hoe zij ook heetten, zonder meer ste
vig beet, en met een holletje ging het de
loopplank op.
O, kijk toch, wat grappig, twee zulke
magere wijfjes met zoon dikke man- of
twee heele dikke tantes met dat kleine
ventje!
Dan, als de plank werd ingehaald, nog
een hijgend jongmensch: O, baas, daar
komt nog een heele troep! Alle laatko
mers aan het wenken en roepen. Nog
even gewacht, en zij werden allen bin
nengehaald. Nu zwaaide de boot, en de
muziek begon. Het hoogtepunt! Gezwaai
en geroep! alles danste en zong; roode
en witte doeken wuifden. De jeugd holde
nog een eind mee.Mijnheer Bosman was
ook altijd aanwezig. Liep hij in de week
meestal tot voorbij ons huis, Zondags
bleef hij bij het huis van juffr. Abink
staan. Al die drukte bij het kroegje
schrikte hem zeker af; en als de boot
omzwaaide, ging hij dadelijk weg. Maar
het bleef nog een heelen tijd rumoerig.
Luidjes, die familie hadden wegge
bracht, troffen elkaar nog aan tot hun
vreugd of verwondering. „Hé, juffrouw,
ik wist niet, dat U familie over had".
Nu, dan moest de zaak worden uitge
legd, en de hardloopers moesten natuur
lijk nog een afzakkertje hebben. Zoo te
gen achten werd het pas rustig, als de
laatste klanten verdwenen waren.
Dan kwam buurman van Tol (de café
houder) een luchtje scheppen. Hij had
wel een beetje verpoozing noodig nu al
die dikke vrienden weg waren. Dat was
voor ons het sein om te verdwijnen. Hij
keek eerst naar boven, tikte dan bij va
der aan het raam, en wees met zijn pijp
omhoog. Was het raam open, dan hoor
den wij hem zeggen: Mijnheer Valk, de
jongens liggen nog uit het raam. Ja,
oude baas, wij zagen het best, en schoten
als muizen in ons holletje. Nog vóór Va-
der's driftige stappen op de trap klon
ken. Ja, dan kregen wij een uitbrander:
„Ondeugende kinderen, het is bij achten,
en hoe dikwijls moet ik zeggen, dat de
ramen niet open mogen staan". Die had
den wij in de haast vergeten. Je moest
ook de stokken voorzichtig weghalen,
anders viel met een smak het raam
dicht en brak of barstte het wel eens.
De ramen werden dan door Vader dicht
gedaan en de deur wijd open gezet. „Nu,
wel te rusten, ik moet geen woord meer
hooren, hoor!" Och, wij wisten het wel,
Vader hield zich maar zoo kwaad, maar
was het niet. Zelf had hij zich immers
ook vermaakt met die gezellige drukte.
Maar wij hadden toch alles veel mooier
en beter gezien. Met een zucht van wel
behagen vielen wij dan in slaap.
Zooals wij reeds eerder berichtten heeft
de Ned. herv. predikant ds. Eilerts de
Haan, met ingang van 30 Nov. a.s. zijn
emeritaat aangevraagd en gaat hij daar
na zijn geliefd Heiloo, waar hij 27 jaar
predikant is geweest, verlaten, om zich
in den Haag te vestigen.
Ds. Eilerts de Haan werd in 1864 te
Noordwolde geboren. Hij studeerde in
Leiden, werd tot predikant in Borger be
roepen, waar hij niet lang verbleef, om
dat hij reeds in 1904 het predikantambt
te Heiloo aanvaardde.
Wie eenigszins met het kerkelijk leven
in Noordholland bekend is, weet, dat ds.
Eilerts de Haan, als voorzitter van de
Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden,
als lid van de Algemeene synode, als
voorzitter van het Prov. kerkbestuur in
N.-Hals voorzitter van den Raad van
Beheer voor de Predikantstractementen
er als voorzitter voor de Diaconale Ar
menzorg in N.-H in het kerkelijk
leven een belangrijke plaats inneemt.
Wij hebben vooral in de oorlogsjaren
verschillende bewogen predikantenver
gaderingen medegemaakt en herinne
ren ons nog steeds, hoe het ds. Eilerts de
Haan, als rustige, waardige persoonlijk
heid gelukte, om de vaak heftig bewogen
geweest, waar de mijnwerker het leven
had verloren!
Toen zij de haven binnenliepen, kreeg
George Manson een welbekende japon in
het oog, dicht bij den vuurtoren.
Is dat je vrouw, die op je wacht?
vroeg Squire Jack, want zijn scherp oog
had de eenzame vrouwelijke gedaante
ook reeds ontdekt.
Ja, mijnheer!
Het lijkt me heel prettig, zoo opge
wacht te worden, Manson! merkte Mr.
Mvddleton op. Een goede vrouw is meer
waard, dan een dozijn valsche vrienden.
Ik hoop dat geluk ook eens te smaken,
George!
Dat hoop ik van harte, mijnheer!
Een groote menigte volks stond op den
terugkeer van de boot te wachten, om
nieuws te hooren omtrent het onderzoek
en het lot van Ducros.
Toen hij hen zag, zeide Mr. Mvddle-
t01ll ik geloof dat het beter is, het uur,
waarop we naar den koperader gaan te
wijzigen. Je weet den weg er heen zeker
even goed bij nacht als overdag te vin
den? voegde hij er losjes bij.
ja, Squire, antwoordde Manson,
het spijt mij het te moeten erkennen.
Terwijl hij nog sprak, schuurde de kiel
van de boot reeds over de helling van
het strand. Het zeil was reeds bij den in
gang van de haven gestreken; de man
elementen tot waarieering te brengen
van de meer bevredigden.
Wanneer ds. Eilerts de Haan het
woord voerde, dan wist men dat het hem
ernst was, maar dan wist men ook, dat
hetgeen hij beioogde, het resultaat was
van een ernstige studie en dat het
geen hij naar voren bracht in het diepst
van zijn ziel werd geboren.
Daarvan getuigde vooral het door hem
gehouden referaat, als voorzitter van de
Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden
in N.-Hwaarin hij met dieP® geloofs
overtuiging de noodzakelijkheid verde
digde om als antwoord op de vragen die
gedaan worden bij de bevestiging van
lidmaten der kerk het „Ja in Geest en
Hoofdzaak" toe te laten.
In Alkmaar zal men zich nog wel her
inneren op welk een hartstochtelijke
wijze wijlen ds. de Pree, als rechtzinnig
predikant bij de bevestiging van de
V: ijzinnigen als bestuurders der kerk
tegen dit „Ja, in Geest en in Hoofdzaak"
te velde trok en een letterlijke beant
woording als noodzakelijkheid bepleitte.
Deze vraag was in de synode tot een
brandende kwestie geworden en het is
weer de groote verdienste van ds. Eilerts
de Haan, die als waarachtig protestant
op grond van de historische wording
vau het protestantisme met nadruk vast
stelde, dat het wezen van den protestant
voidert ,dat hij zijn geweten geen geweid
aandoet, dat de synode het „In Geest en
ir Hoofdzaak" heeft gehandhaafd.
In de groote pastorie te Heiloo, het
eenvoudige, doch deftige heerenhuis, ge
legen in de onmiddellijke omgeving van
het mooie witte dorpskerkje, dat, om
geven door een hooge iepenhaag, nog
herinnert aan de schoonheid van dit
eens zoo mooie landelijke N. H. dorp,
hebben wij ds. Eilerts de Haan eens op
gezocht om met hem over het verleden
en de toekomst te praten.
Wij treffen hem in zijn groote studeer
kamer met de vele boekenkasten, waar
van de meeste boeken reeds waren weg
gedaan, omdat de nieuwe woning in den
Haag de ruimte mist ze een plaats te
geven.
Met een enkele opmerking werd het
ons duidelijk, hoe hem dit speet. Het was
voor hem het zoo vertrouwde levens-
milieu geworden.
Als filosoof begreep hij echter dat de
mensch nu eenmaal ook dergelijke din
gen moet aanvaarden omdat voor een
iecer de tija komt waarin hij los moet
laten wat hem in lange levensjaren lief
is geworden.
Het deed hem eveneens leed, dat zijn
gezondheidstoestand thans van dien
aard is, dat hij op doktersadvies al in
geen 4 weken den preekstoel heeft kun-
uen betreden en zelfs nog niet de zeker
heid heeft zijn afscheidspreek tot de ge
meente te kunnen houden.
Wij stelden hem de vraag, op
welke wijze hij in zijn nieuwe omgeving
dacht, iets van het vele werk, dat hij op
zich had genomen te kunnen voortzetten.
Het gelaat van den waardigen predi
ker klaarde aanstonds weer op.
„De synode ga ik uit", aldus antwoord
de hij, „maar met den Raad van Beheer
voor de predikantstractementen hoop
ik mij ook in de toekomst bezig te kun
nen houden".
„Vertel U eens iéts van dien Raad
van Beheer?" aldus de vraag die wij
hierop lieten volgen.
„Dat is wel mijn groote werk geweest",
antwoordde ds. Eilerts de Haan.
„De Bond van Predikanten heeft in 1919
aan deze zaak d§n stoot gegeven, maar
ik heb mede het reglement gemaakt, de
zaak in de synode verdedigd en werd
direct tot voorzitter gekozen.
Het was toen met de predikantstracte
menten al heel treurig gesteld en de be
doeling van het reglement is om alle
tractementen minimum te brengen op
25003500, plus 160 toeslag voor
ieder kind tot een maximum van 12
kinderen, benevens vrij wonen.
Er zijn helaas nog een aantal gemeen
ten die deze regeling nog niet hebben
aanvaard, doch de raad. die over het ge-
heele land werkt, heeft zegenrijk werk
verricht en gemaakt dat de tractementen
van de predikanten in totaal met 114 a 2
millioen per jaar zijn vermeerderd.
De Raad van Beheer is een belangrijk
lichaam geworden en gaarne hoop ik
daaraan ook in de toekomst te kunnen
arbeiden.
Hiirna liep ons onderhoud over de
talrijke vergaderingen van het classi-
kaal besiuur, het Provinciaal kerkbe
stuur en de vele conferenties door hem
geleid. Onwillekeurig kwamen hierbij
nen hadden het laatste eind geroeid.
Mr. Myddleton's paard stond op hem
te wachten; de knecht stond er bij en
hield zijn eigen paard bij den teugel.
Voordat de Squire opsteeg, zeide hij
Manson vriendelijk vaarwel.
Zeg aan je vrouw, dat ik je benijd,
George, zeide hij.
Toen schudde hij Mr. Jervaise de hand
en bedankte hem en zijn manschappen
voor hun diensten.
Met een licht hart en vlugge voeten
beklom Manson het zigzag-pad. Boven
aan ontmoette hij Maggie.
Wat is er voor nieuws, George?
vroeg zij.
We vonden de boot vol water ge-
loopen, zooals ik verwachtte. Ducros
moet naar zee zijn gedreven.
Dat spijt mij, zeide zij. Ik had nooit
tevoren een vijand, en al was hij er een,
ik zou hem nooit zoo'n vreeselijk lot
hebben toegewenscht!
Zij huiverde.
Alleen te moeten sterven zonder
iemand in je nabijheid, die je laatsten
snik opvangt, slechts met den wind en
de golven om je heen. O, George, soms
verbeeldde ik mij, dat het jou zou ge
beuren!
Zij legde haar hoofd op zijn schouder
en weende.
Doch niet alle tranen worden uit zorg
geboren.
wederzijdsche herinneringen op, die,
wanneer wij die zouden weergeven, ons
artikel te uitvoerig zouden doen worden.
Do oningewijden zullen dit begrijpen, als
zij vernemen, dat het hierbij ging over de
vaak heftige debatten in de oorlogsjaren
tus^chen predikanten als Vethake,
Menno Huizinga, ds. Schermerhorn, v. d.
Kieboom e. a., bij het behandelen van
vraagstukken als :„Wat dunkt u van den
Chriatus" of „Geweld en geweldloos
heid."
Over ds. v. d. Kieboom, door hem een
der beste predikanten uit ons land ge
noemd, was ds. Eilerts de Haan vol lof.
,Als leden van de Provinciale commis
sie voor Kerkvisitatie, zijn wij beiden,
ds. v. d. Kieboom en ik", aldus ds. Eilerts
de Haan, „eenige malen de classis rond
geweest om alles te onderzoeken en
steeds bleek dit een zeer belangrijk
werk".
Op onze vraag welke zijn bevindingen
in Heiloo warer luidde het antwoord:
„Ik heb hier steeds prettig met de men
schen gewerkt. De samenwerking was
altijd goed en moeielijkheden zijn er
eigenlijk nooit geweest. In het kerkelijke
leven werken de menschen hier prettig
samen en iemand, die tactvol optreedt,
vindt hier een mooie gemeente. Natuur
lijk kan men den boel gauw bederven en
tact om aan te voelen hoe de gemeente
tegenover de dingen staat is dan ook
noodig.
Toen ik in Heiloo kwam telde de ge
meente 1800 zielen, met 700 hervormden.
Thans wonen in Heiloo 5000 personen
waaronder 1500 hervormden.
Tn verhouding tot andere gemeenten
is het hier met het kerkbezoek ook vrij
goed gebleven. U moet daarbij niet ver
geten, dat van een predikant, die reeds
27 jaar in zijn gemeente staat, het nieu
we er af is. Ik heb het hier echter altijd
prettig gehad".
Een gemeente eischt echter veel van
hear predikant Hij moet in alle dingen
voorgaan en hoe moeilijk dit is, wan
neer men als predikant een tractement
ontvangt waarvan het onmogelijk is om
te leven, werd ons duidelijk. Ds. Eilerts
de Haan stipte dit slechts met een enkel
woord aan, maar wij zien nog de pijn
lijke trek op ziji gelaat, toen hij vertel
de hoe hij getroffen werd toen hij
een armen man, die steun verzocht,
meest afwijzen, omdat hij zelf niet wist
hoe hij moest rondkomen en deze hem
toevoegde: „Dat is nog wel een predi
kant."
Desondanks is het ds. Eilerts de
Haan, ook in de benarde financieele ja
ren, volkomen gelukt de waardigheid
aan het ambt van predikant verbonden,
hoog te houden.
In Heiloo heeft ds. Eilerts de Haan
zich ook op sociaal en maatschappelijk
gebied bewogen. Daarvan getuigt zijn
voorzitterschap van de bloeiende afdee-
ling van „Het Witte Kruis" en dat van
olkshuisvesting", alsmede het werk
door de Vacantiekolonies verricht.
Zijn werk in het hoofdbestuur voor
Gezinsverpleging in de classis Alkmaar
mag hier mede niet onvermeld blijven.
Het is deze vereeniging, die in ons ge
west den stoot heeft gegeven aan dit
zegenrijk werk.
Toen gemeenten noch „Het Witte Kruis"
er aan dachten wijkv -pleegfters aan te
stellen, was het de „Vereeniging voor Ge
zinsverpleging", die dit noodzakelijke
werk ter hand nam en wijkverpleegsters
aanstelde. Er is zelfs een tijd geweest,
dat de vereeniging 12 zusters in rayons
te werk had gesteld. Momenteel zijn het
ei nog vier.
Dit getal is zooveel kleiner geworden,
omdat thans in verschillende dorpen
door de gemeenten en „Het Witte Kruis"
wijkverpleegsters zijn aangesteld, waar
over men zich niet anders dan verheu
gen kan.
Ds Eilerts de Haan heeft echter tot
de pionniers behoord, die de noodzakelijk
hlid hiervan hebben gepropageerd en wij
zijn er dan ook zeker van dat men in
du gewest aan hem niet ah een de herin
nering zal bewaren aan een waardig,
ernstig en humaan predikant, maar ook
aan een man, die er van doordrongen
was, dat het humanisme ook pr&ctisch
behoort te worden toegepast.
Een polis der
schept kapitaal voor moeilijke tijden.
HOOFDSTUK XVIII.
In den Tuin.
Mildred Keigwin was dol op haar tuin.
Zij hield er niet alleen van, er in te wan,
delen, doch zij werkte er ook in.
Het was een ouderwetsche tuin, om
ringd door een muur van leem en stroo.
Niets er in was stijf en opgeprikt, en de
bloemen stonden er met de groenten
dooreen.
Behalve door eenige bedden met gera
niums, calceolaria's en gele en witte
margrieten werd de ruimte voor 't huis
ingenomen door een groot grasveld. De
tuinlieden droegen er veel zorg voor,
zoodat het gras er uit zag als fluweel.
Dit deel van den tuin stond onder toe
zicht van mrs. Keigwin. Zij liet haar
dochter de vrije hand in wat zij „de wil
dernis noemde. Mrs. Keigwin beweer
de altijd, dat men in Mildred's domein
een kool vond, als men een roos ver
wachtte, en dat, <tls men er lelietjes van
dalen plukte, men er niet zelden peter-
ylie bij uittrok.
Ik houd van orde, zei de oude dams
steeds, en die heerscht in mijn deel van
den tuin; Mildred houdt van onregelma
tigheid, en die is er bij haar dan ook
ruimschoots.