Alkmaarsciie Courant. „ARNHEM" (T) HET GEHEIM VAN DE HEIDE. DE BOOT VAN ZEVEN. Jlaxliomeuws Jeuiiietan Jieck&Sxhaol Honderd drie en dertigste laargang. Dinsdag* 3 Yovember SCHOUW. JAARLIJKSCHE SCHOUW 01 ae""de plek Ds. EILERTS DE MAAN. LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ (Slot volgt) N«. 259 1931 f Woensdag 4 November. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A.R.A.) 6.457.en 7.30—7.45 Gymnastiekles. 8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwij ding. 1015 Concert. Trio Drukker, Minny Erfmann, voordracht en het V.A.R A.-too- neel. 12.Concert door het V.A R A.-septet en gramofoonplaten. 2.15 Keukenpraatje. 3.— Gramofoonplaten. 3.20 Kindertooneel: „De schat in het zitvermeer". 4.20 Concert voor de kinderen. 4.45 Vraaghalfuurtje 6. Onderwijsfonds Binnenvaart. 6.30 Gramo foonplaten. 6.45 Causerie. (Over het kapita lisme). 7.15 Concert door het V.A R.A.- orkest. O.a. Slavische rhapsodie, Friedemann. 8.B. Ruitenberg: „Studenten in de maat schappij... of ernaast'*. 8.15 Vervolg con cert. 9.Wakre en Tropenduit" door het V.A.R.A.-tooneel 0. 1. v. Willem van Cappel- len. 9.15 Grarafooonplaten. 9.30 „Gijzeling", spel van A. M. de Jong. Het Groot Volkstol neel. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Gramo foonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N.C.R V.) 8 Schriftlezing. 8.15—9.45 Gramofoonpl 10.— Zang N.C.R.V.-Dameskoor. 10.30— 01.Ziekendienst. 11.Harmoniumspel door M. F. Jurjaanz. Mevr. D. v. Neerden— Ongers, zang 12.15—12.30 Gramofoonpl. 12.30 Concert N.C.R.V.-kwartet, zang, viool, cello en piano. 2.— Gramofoonplaten. 2.30 Chr. Lectuur doro mej. Wentink 3.Con cert. K. Hartvelt, viool. P. Lentz, cello en G. Seyler, piano. 4.30 Gramofoonplaten. 5. Kinderuur. 6.Causerie „Waarde van stal mest en gier". 7.Lezing over Sowjet-Rus land. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.10. Zendingsavond vanuit de Laurenskerk te Rotterdam. Mevr. J. Hekkertvan Eysden, sopraan en Dameskoor „Capella", 0. 1. v M. Guittart. Ca. 10.— Vaz Dias. 10.1011.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. '11.05 Lezing over de crisis. 12.20 Orkestcon cert. 1.35 Orgelconcert. 2.45 Voor scholen. 2 50 Lezing over Biologie en hygiëne. 3.20 'Engelsche literatuur. 3.50 Symphoniecon- cert. O.a. Onvoltooide Symphonie van Schu- bert. 5.05 Orgelconcert. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Pianomuziek van Schumann. 7.10 Tooneélkritiek. 7.30 Lezing 7.50 We tenschappelijke lezing. 8.35 Concert. Orkest, kwartet en pianist. O.a. Eerste Symphonie in Bes, Schumann. Parijs ,Jiadio-Paris1725 M. 8.05, 12.50, 125 en 6.50 Gramofoonplaten. 9.05 Radio- tooneel. 9.50 Gramofoonplaten en Solisten concert. Langenberg, 473 M. 6.25—7.20, 10.— 1020 en 11.20 Gramofoonplaten. 12 25 1.50 Orakestconcert. 4.205.20 Orkestcon cert. 8.05 Symphr nieconcert, o.a. Pianocon cert f-moll, Chopin. 10.20—11.20 Avondcon cert en Dansmuziek Kalundborg, 1153 M. 2.204.20 Orkest concert. 4.20—4.50 Gramofoonplaten 8 20 8.35 Clavecimbaal-soli. 8.351.20 Dansmu ziek. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 5 30, 6.50 en 8.20 Gramofoonplaten. 9.05 Comedie „Zij" van M. Donnay. 9.25 Concert door de Augustijnen. 338 M.: 5.2C Dansmuziek 6 50 Gramofoonplaten 8.20 Strijkkwartet, op 45 G-Dur, van Fauré 9.35 Orkestconcert Rome, 441 M. 7.30 Gramofoonplaten 8 20 Italiaansche Muziek. O.a. Manon Lescaut. Puccini. Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijke avond 9 20 Berichten. Hierna tot 1'.50 Weldadigheids- ba! van de Berlijnsche Brandweer Dansmu ziek der kapel „Arthur Guttman Als Inter mezzo: Verslag van de Berlijnsche Zesdaag- sche. VOORUITGANG VAN DE A.V.R O. Met 13.000 luistervinken. De heer W. v^o^t heeft Zondagavond voor de microfoon medegedeeld, dat de A.V R.O. thans 152.000 contribuanten heeft, dat :s 13.000 luistervinken méér dan verleden jaar om dezen tijd. WIJ WAKEN voor het gedeponeerde merk Locarbits. Locarbits waakt over Uw gezondheid. Locarbits Groene Kruis Hoestbonbons. Uit het Engelsch van MoRICE GEKARD door W. v. E.—v. R. 84 Manson dacht aan het gezegde „dief en diefjesmaat" en werd vuurrood. Da.t is Goddank voorbij, mijnheer, zeide hij, en ik ben U dankbaar, dat U mij de kans geeft het hoofd weer recht op te kunnen houden! Mr. Myddleton legde zijn hand op George's schouder. Ik heb respect voor je gekregen, eeide hij, onthoud, dat ik van nu af aan altijd een vriend voor je zal zijn. Ik zal Uw vriendelijkheid mijn le ven lang niet vergeten! ™I7,?00 if,het genoeg! Wat zullen we met die zakken doen? behooren U toe, mijnheer, en ijn, naar ik schat, minstens vijftig pond per zak waard, waarschijnlijk meer. Dan zullen we ze niet achterlaten, sprak de Squire. Mijn zakken zijn groot genoeg om er elk een te bevatten. Ik heb er wel eens een paar konijnen in gehad, jm deze zakken nemen niet meer plaats BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAaR brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat op WOENSDAG 11 NOVEMBER dezes jaars, door den Directeur van den Hout en de Plantsoenen zal worden ge houden de over: De oude Zandersloot, beginnende bij het bruggetje in den Kennemersingel, benevens de Hoevervaart. De sloot langs de Egelenburgerlaan en Ropjeskuil tot den weg naar de be- graafpplaats. De Bleekersloot, loopende van den Nieuwlandersingel af en de nieuwe Zandersloot, beide tot aan de banschei- ding van Heiloo. De sloot loopende van het Baanpad af achter langs de woningen van „Goed Wonen" tot het pad van Overdie. De sloot van de le Kanaalstraat af ten Zuiden van de huizen van het Zeglis tot het Kanaal. De sloot loopende ten Zuiden van het weiland behoorende bij „Oostwijk" en verder tot het Kanaal. De slooten loopende langs de Zuid zijde van den Schermcrweg. Wordende alle eigenaars of gebrui kers van perceelen aan en langs die slooten liggende, aangemaand om van de gezegde slooten, en wel ieder voor zooverre zijn eigendom zich daar langs uitstrekt, de kanten af te maaien, het kroos en afgemaaide op te halen, als mede die slooten uit te diepen en het zand ber evens den modder, op hunne kosten, ter weerszijden daaruit op te halen, alles op zoodanige diepte en onder die boete en strafbepalingen, als bij de bestaande verordeningen zijn vastge steld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. Alkmaar, den 2 November 1931. Mevrouw F. ReuterHoncoop, een oud-stadgenoote, schrijft ons: Het was voor ons kinderen altijd een groote vreugde in den zomer Zondag avond het vertrek van de boot van 7 uur gade te slaan. Deze voer met mu ziek weg, en was altijd stampvol. Ten eerste was het met de boot goedkooper dan met den trein, en een retour was toen een heel seizoen geldig. Dan was de reis op zich zelf een genot. Het was wel een heele zit, 3 uur, maar de tocht was vol afwisseling, en ook kon men immers aan boord van alles krijgen, en om tien uur in Amsterdam was een goede tijd. Wij moesten altijd om zeven uur naar bed, wat wij eigenlijk onüillijk vonden. Zoo klein waren wij toch niet meer en 's winters was het dan juist zoo gezellig in de huiskamer; maar geen pardon: kinderen 7 uur naar boven! Maar zomers en Zondagavonds vooral wilden wij om half zeven al naar bed. Dan eerst ons boven uitgekleed en in nachtgoed uit het raam. Wij keken elk aan den kant van onze bedden; hët raam zoo hoog mogelijk open en de deur stijf dicht. Uit het raam hangen mocht volstrekt niet; wij lagen dan op onze knieën en kwamen met onze hoofden juist boven de vensterbank. Zondagsavonds om 6 uur begon het geloop al van de luidjes, die naar Heiloo en Bergen geweest waren met kleine kinderen, en dan blij waren een veilige haven te bereiken. Deze menschen wa ren dikwijls al zoo vroeg van huis ge gaan. De vrouwen en kinderen gingen dadelijk op de boot, maar het manvolk eerst het kroegje in. Oom Janus en zwager Jan zouden nog tracteeren, of Piet en Manus moesten nog een afzak kertje hebben. O, wat kon het dan luid ruchtig toegaan! Zij wilden dikwijls al lemaal tegelijk tracteeren, en kregen daar dan ruzie om. Deur en ramen ston den wijd open, zoodat wij elk woord kon den verstaan. De boot floot altijd 3 maal voor het vertrek, en bij de eerste fluit begon de pretgeroep van moeders en dochters: komen jullie nu!, maar geen kans nog; zij hadden pas eeuwige vriendschap ge sloten en konden nog geen afscheid ne men. Dan werd gewoonlijk eerst een klein meisje gestuurd om oom of vader te halen. Dan bij de tweede fluit geroep en ge draaf over de brug van heele stoeten met -=Z-_L_ Dit zeggend stopte mr. Myddleton den buit in de ruime zakken van zijn jacht buis. Ik wil hier nooit meer terugkomen, merkte George met een zucht van dank baarheid op, toen zij weer buiten op de rots waren gekomen. Eenige oogenblikken later voer de boot de vaargeul weer in. Toen zij de open zee bereikt hadden, gaf Manson het roer over. Zij hadden wind mee, zoodat het zeil onmiddellijk bol stond en zij vlug vooruit kwamen. De zon scheen op het water en deed al de schoonheid der zee uitkomen: het ge schitter der golven, de voortrollende brekers, die de boot onder het varen vormde. Het scheen moeilijk te geloo- ven, dat zij in de gezonken „Maggie" zulk een getuigenis van een afgespeeld drama achterlieten. Hoe verschilde de ze mooie namiddag van de nachtelijke duisternis, waarin Ducros in de vaar geul van de Hammetts den tol had be taald voor zijn onwettige handelingen en zijn hebzucht! George Manson had reden g zelfs maar de gedachte te 6&tei\ d man, die hem zoo ver van het goede^pad, dat hij voor dien tijd ste£jf t het deld, had afgebrachttoen P hem, Hoe dikwijl» kinderwagens en huilende kinderen aan de rokken. „O, kijk ze hollen, ze denken dat het de laatste fluit is!" Dan werd meestal een groote jongen gestuurd om de mannen uit de kroeg te halen. En ja hoor, zij kwamen dan naar buiten, maar dronken mannen zijn niet vlug; handen schudden en op schouders kloppen, of zij naar de Noordpool gin gen. Geen beweging in te krijgen tot dat de derde fluit ging. Dan kwamen schoonmoeders en dikke tantes aanstor men, en pakten oom Janus, Tinus, Piet of hoe zij ook heetten, zonder meer ste vig beet, en met een holletje ging het de loopplank op. O, kijk toch, wat grappig, twee zulke magere wijfjes met zoon dikke man- of twee heele dikke tantes met dat kleine ventje! Dan, als de plank werd ingehaald, nog een hijgend jongmensch: O, baas, daar komt nog een heele troep! Alle laatko mers aan het wenken en roepen. Nog even gewacht, en zij werden allen bin nengehaald. Nu zwaaide de boot, en de muziek begon. Het hoogtepunt! Gezwaai en geroep! alles danste en zong; roode en witte doeken wuifden. De jeugd holde nog een eind mee.Mijnheer Bosman was ook altijd aanwezig. Liep hij in de week meestal tot voorbij ons huis, Zondags bleef hij bij het huis van juffr. Abink staan. Al die drukte bij het kroegje schrikte hem zeker af; en als de boot omzwaaide, ging hij dadelijk weg. Maar het bleef nog een heelen tijd rumoerig. Luidjes, die familie hadden wegge bracht, troffen elkaar nog aan tot hun vreugd of verwondering. „Hé, juffrouw, ik wist niet, dat U familie over had". Nu, dan moest de zaak worden uitge legd, en de hardloopers moesten natuur lijk nog een afzakkertje hebben. Zoo te gen achten werd het pas rustig, als de laatste klanten verdwenen waren. Dan kwam buurman van Tol (de café houder) een luchtje scheppen. Hij had wel een beetje verpoozing noodig nu al die dikke vrienden weg waren. Dat was voor ons het sein om te verdwijnen. Hij keek eerst naar boven, tikte dan bij va der aan het raam, en wees met zijn pijp omhoog. Was het raam open, dan hoor den wij hem zeggen: Mijnheer Valk, de jongens liggen nog uit het raam. Ja, oude baas, wij zagen het best, en schoten als muizen in ons holletje. Nog vóór Va- der's driftige stappen op de trap klon ken. Ja, dan kregen wij een uitbrander: „Ondeugende kinderen, het is bij achten, en hoe dikwijls moet ik zeggen, dat de ramen niet open mogen staan". Die had den wij in de haast vergeten. Je moest ook de stokken voorzichtig weghalen, anders viel met een smak het raam dicht en brak of barstte het wel eens. De ramen werden dan door Vader dicht gedaan en de deur wijd open gezet. „Nu, wel te rusten, ik moet geen woord meer hooren, hoor!" Och, wij wisten het wel, Vader hield zich maar zoo kwaad, maar was het niet. Zelf had hij zich immers ook vermaakt met die gezellige drukte. Maar wij hadden toch alles veel mooier en beter gezien. Met een zucht van wel behagen vielen wij dan in slaap. Zooals wij reeds eerder berichtten heeft de Ned. herv. predikant ds. Eilerts de Haan, met ingang van 30 Nov. a.s. zijn emeritaat aangevraagd en gaat hij daar na zijn geliefd Heiloo, waar hij 27 jaar predikant is geweest, verlaten, om zich in den Haag te vestigen. Ds. Eilerts de Haan werd in 1864 te Noordwolde geboren. Hij studeerde in Leiden, werd tot predikant in Borger be roepen, waar hij niet lang verbleef, om dat hij reeds in 1904 het predikantambt te Heiloo aanvaardde. Wie eenigszins met het kerkelijk leven in Noordholland bekend is, weet, dat ds. Eilerts de Haan, als voorzitter van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden, als lid van de Algemeene synode, als voorzitter van het Prov. kerkbestuur in N.-Hals voorzitter van den Raad van Beheer voor de Predikantstractementen er als voorzitter voor de Diaconale Ar menzorg in N.-H in het kerkelijk leven een belangrijke plaats inneemt. Wij hebben vooral in de oorlogsjaren verschillende bewogen predikantenver gaderingen medegemaakt en herinne ren ons nog steeds, hoe het ds. Eilerts de Haan, als rustige, waardige persoonlijk heid gelukte, om de vaak heftig bewogen geweest, waar de mijnwerker het leven had verloren! Toen zij de haven binnenliepen, kreeg George Manson een welbekende japon in het oog, dicht bij den vuurtoren. Is dat je vrouw, die op je wacht? vroeg Squire Jack, want zijn scherp oog had de eenzame vrouwelijke gedaante ook reeds ontdekt. Ja, mijnheer! Het lijkt me heel prettig, zoo opge wacht te worden, Manson! merkte Mr. Mvddleton op. Een goede vrouw is meer waard, dan een dozijn valsche vrienden. Ik hoop dat geluk ook eens te smaken, George! Dat hoop ik van harte, mijnheer! Een groote menigte volks stond op den terugkeer van de boot te wachten, om nieuws te hooren omtrent het onderzoek en het lot van Ducros. Toen hij hen zag, zeide Mr. Mvddle- t01ll ik geloof dat het beter is, het uur, waarop we naar den koperader gaan te wijzigen. Je weet den weg er heen zeker even goed bij nacht als overdag te vin den? voegde hij er losjes bij. ja, Squire, antwoordde Manson, het spijt mij het te moeten erkennen. Terwijl hij nog sprak, schuurde de kiel van de boot reeds over de helling van het strand. Het zeil was reeds bij den in gang van de haven gestreken; de man elementen tot waarieering te brengen van de meer bevredigden. Wanneer ds. Eilerts de Haan het woord voerde, dan wist men dat het hem ernst was, maar dan wist men ook, dat hetgeen hij beioogde, het resultaat was van een ernstige studie en dat het geen hij naar voren bracht in het diepst van zijn ziel werd geboren. Daarvan getuigde vooral het door hem gehouden referaat, als voorzitter van de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden in N.-Hwaarin hij met dieP® geloofs overtuiging de noodzakelijkheid verde digde om als antwoord op de vragen die gedaan worden bij de bevestiging van lidmaten der kerk het „Ja in Geest en Hoofdzaak" toe te laten. In Alkmaar zal men zich nog wel her inneren op welk een hartstochtelijke wijze wijlen ds. de Pree, als rechtzinnig predikant bij de bevestiging van de V: ijzinnigen als bestuurders der kerk tegen dit „Ja, in Geest en in Hoofdzaak" te velde trok en een letterlijke beant woording als noodzakelijkheid bepleitte. Deze vraag was in de synode tot een brandende kwestie geworden en het is weer de groote verdienste van ds. Eilerts de Haan, die als waarachtig protestant op grond van de historische wording vau het protestantisme met nadruk vast stelde, dat het wezen van den protestant voidert ,dat hij zijn geweten geen geweid aandoet, dat de synode het „In Geest en ir Hoofdzaak" heeft gehandhaafd. In de groote pastorie te Heiloo, het eenvoudige, doch deftige heerenhuis, ge legen in de onmiddellijke omgeving van het mooie witte dorpskerkje, dat, om geven door een hooge iepenhaag, nog herinnert aan de schoonheid van dit eens zoo mooie landelijke N. H. dorp, hebben wij ds. Eilerts de Haan eens op gezocht om met hem over het verleden en de toekomst te praten. Wij treffen hem in zijn groote studeer kamer met de vele boekenkasten, waar van de meeste boeken reeds waren weg gedaan, omdat de nieuwe woning in den Haag de ruimte mist ze een plaats te geven. Met een enkele opmerking werd het ons duidelijk, hoe hem dit speet. Het was voor hem het zoo vertrouwde levens- milieu geworden. Als filosoof begreep hij echter dat de mensch nu eenmaal ook dergelijke din gen moet aanvaarden omdat voor een iecer de tija komt waarin hij los moet laten wat hem in lange levensjaren lief is geworden. Het deed hem eveneens leed, dat zijn gezondheidstoestand thans van dien aard is, dat hij op doktersadvies al in geen 4 weken den preekstoel heeft kun- uen betreden en zelfs nog niet de zeker heid heeft zijn afscheidspreek tot de ge meente te kunnen houden. Wij stelden hem de vraag, op welke wijze hij in zijn nieuwe omgeving dacht, iets van het vele werk, dat hij op zich had genomen te kunnen voortzetten. Het gelaat van den waardigen predi ker klaarde aanstonds weer op. „De synode ga ik uit", aldus antwoord de hij, „maar met den Raad van Beheer voor de predikantstractementen hoop ik mij ook in de toekomst bezig te kun nen houden". „Vertel U eens iéts van dien Raad van Beheer?" aldus de vraag die wij hierop lieten volgen. „Dat is wel mijn groote werk geweest", antwoordde ds. Eilerts de Haan. „De Bond van Predikanten heeft in 1919 aan deze zaak d§n stoot gegeven, maar ik heb mede het reglement gemaakt, de zaak in de synode verdedigd en werd direct tot voorzitter gekozen. Het was toen met de predikantstracte menten al heel treurig gesteld en de be doeling van het reglement is om alle tractementen minimum te brengen op 25003500, plus 160 toeslag voor ieder kind tot een maximum van 12 kinderen, benevens vrij wonen. Er zijn helaas nog een aantal gemeen ten die deze regeling nog niet hebben aanvaard, doch de raad. die over het ge- heele land werkt, heeft zegenrijk werk verricht en gemaakt dat de tractementen van de predikanten in totaal met 114 a 2 millioen per jaar zijn vermeerderd. De Raad van Beheer is een belangrijk lichaam geworden en gaarne hoop ik daaraan ook in de toekomst te kunnen arbeiden. Hiirna liep ons onderhoud over de talrijke vergaderingen van het classi- kaal besiuur, het Provinciaal kerkbe stuur en de vele conferenties door hem geleid. Onwillekeurig kwamen hierbij nen hadden het laatste eind geroeid. Mr. Myddleton's paard stond op hem te wachten; de knecht stond er bij en hield zijn eigen paard bij den teugel. Voordat de Squire opsteeg, zeide hij Manson vriendelijk vaarwel. Zeg aan je vrouw, dat ik je benijd, George, zeide hij. Toen schudde hij Mr. Jervaise de hand en bedankte hem en zijn manschappen voor hun diensten. Met een licht hart en vlugge voeten beklom Manson het zigzag-pad. Boven aan ontmoette hij Maggie. Wat is er voor nieuws, George? vroeg zij. We vonden de boot vol water ge- loopen, zooals ik verwachtte. Ducros moet naar zee zijn gedreven. Dat spijt mij, zeide zij. Ik had nooit tevoren een vijand, en al was hij er een, ik zou hem nooit zoo'n vreeselijk lot hebben toegewenscht! Zij huiverde. Alleen te moeten sterven zonder iemand in je nabijheid, die je laatsten snik opvangt, slechts met den wind en de golven om je heen. O, George, soms verbeeldde ik mij, dat het jou zou ge beuren! Zij legde haar hoofd op zijn schouder en weende. Doch niet alle tranen worden uit zorg geboren. wederzijdsche herinneringen op, die, wanneer wij die zouden weergeven, ons artikel te uitvoerig zouden doen worden. Do oningewijden zullen dit begrijpen, als zij vernemen, dat het hierbij ging over de vaak heftige debatten in de oorlogsjaren tus^chen predikanten als Vethake, Menno Huizinga, ds. Schermerhorn, v. d. Kieboom e. a., bij het behandelen van vraagstukken als :„Wat dunkt u van den Chriatus" of „Geweld en geweldloos heid." Over ds. v. d. Kieboom, door hem een der beste predikanten uit ons land ge noemd, was ds. Eilerts de Haan vol lof. ,Als leden van de Provinciale commis sie voor Kerkvisitatie, zijn wij beiden, ds. v. d. Kieboom en ik", aldus ds. Eilerts de Haan, „eenige malen de classis rond geweest om alles te onderzoeken en steeds bleek dit een zeer belangrijk werk". Op onze vraag welke zijn bevindingen in Heiloo warer luidde het antwoord: „Ik heb hier steeds prettig met de men schen gewerkt. De samenwerking was altijd goed en moeielijkheden zijn er eigenlijk nooit geweest. In het kerkelijke leven werken de menschen hier prettig samen en iemand, die tactvol optreedt, vindt hier een mooie gemeente. Natuur lijk kan men den boel gauw bederven en tact om aan te voelen hoe de gemeente tegenover de dingen staat is dan ook noodig. Toen ik in Heiloo kwam telde de ge meente 1800 zielen, met 700 hervormden. Thans wonen in Heiloo 5000 personen waaronder 1500 hervormden. Tn verhouding tot andere gemeenten is het hier met het kerkbezoek ook vrij goed gebleven. U moet daarbij niet ver geten, dat van een predikant, die reeds 27 jaar in zijn gemeente staat, het nieu we er af is. Ik heb het hier echter altijd prettig gehad". Een gemeente eischt echter veel van hear predikant Hij moet in alle dingen voorgaan en hoe moeilijk dit is, wan neer men als predikant een tractement ontvangt waarvan het onmogelijk is om te leven, werd ons duidelijk. Ds. Eilerts de Haan stipte dit slechts met een enkel woord aan, maar wij zien nog de pijn lijke trek op ziji gelaat, toen hij vertel de hoe hij getroffen werd toen hij een armen man, die steun verzocht, meest afwijzen, omdat hij zelf niet wist hoe hij moest rondkomen en deze hem toevoegde: „Dat is nog wel een predi kant." Desondanks is het ds. Eilerts de Haan, ook in de benarde financieele ja ren, volkomen gelukt de waardigheid aan het ambt van predikant verbonden, hoog te houden. In Heiloo heeft ds. Eilerts de Haan zich ook op sociaal en maatschappelijk gebied bewogen. Daarvan getuigt zijn voorzitterschap van de bloeiende afdee- ling van „Het Witte Kruis" en dat van olkshuisvesting", alsmede het werk door de Vacantiekolonies verricht. Zijn werk in het hoofdbestuur voor Gezinsverpleging in de classis Alkmaar mag hier mede niet onvermeld blijven. Het is deze vereeniging, die in ons ge west den stoot heeft gegeven aan dit zegenrijk werk. Toen gemeenten noch „Het Witte Kruis" er aan dachten wijkv -pleegfters aan te stellen, was het de „Vereeniging voor Ge zinsverpleging", die dit noodzakelijke werk ter hand nam en wijkverpleegsters aanstelde. Er is zelfs een tijd geweest, dat de vereeniging 12 zusters in rayons te werk had gesteld. Momenteel zijn het ei nog vier. Dit getal is zooveel kleiner geworden, omdat thans in verschillende dorpen door de gemeenten en „Het Witte Kruis" wijkverpleegsters zijn aangesteld, waar over men zich niet anders dan verheu gen kan. Ds Eilerts de Haan heeft echter tot de pionniers behoord, die de noodzakelijk hlid hiervan hebben gepropageerd en wij zijn er dan ook zeker van dat men in du gewest aan hem niet ah een de herin nering zal bewaren aan een waardig, ernstig en humaan predikant, maar ook aan een man, die er van doordrongen was, dat het humanisme ook pr&ctisch behoort te worden toegepast. Een polis der schept kapitaal voor moeilijke tijden. HOOFDSTUK XVIII. In den Tuin. Mildred Keigwin was dol op haar tuin. Zij hield er niet alleen van, er in te wan, delen, doch zij werkte er ook in. Het was een ouderwetsche tuin, om ringd door een muur van leem en stroo. Niets er in was stijf en opgeprikt, en de bloemen stonden er met de groenten dooreen. Behalve door eenige bedden met gera niums, calceolaria's en gele en witte margrieten werd de ruimte voor 't huis ingenomen door een groot grasveld. De tuinlieden droegen er veel zorg voor, zoodat het gras er uit zag als fluweel. Dit deel van den tuin stond onder toe zicht van mrs. Keigwin. Zij liet haar dochter de vrije hand in wat zij „de wil dernis noemde. Mrs. Keigwin beweer de altijd, dat men in Mildred's domein een kool vond, als men een roos ver wachtte, en dat, <tls men er lelietjes van dalen plukte, men er niet zelden peter- ylie bij uittrok. Ik houd van orde, zei de oude dams steeds, en die heerscht in mijn deel van den tuin; Mildred houdt van onregelma tigheid, en die is er bij haar dan ook ruimschoots.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5