Alkmaarsche Courant.
Honden! drie en dertigste laargang.
Pingdag 3 November.
egmond aan zee.
No. 259
1931.
Qcmemtecadm
rekeningen voor 1930 goed
gekeurd, behalve die voor de be
drijven, aangezien de directeur,
volgens de commissie, verplicht
was, de bescheiden ten gemeente-
huize te deponeeren, terwijl de
directeur van oordeel is, dat de
commissie die ten zijnen kantore
moest komen inzien.
Ged. St. moeten maar uitmaken,
wie gelijk heeft.
De raadsvergaderingen in Eg-
mond een publieke vermakelijk
heid.
Als de burgemeester voor de ge
meente uitgaat, logeert hij niet in
het Leger des Heils.
De raad vergaderde Maandagavond ten
8 ure. Aangezien bij de laatste volkstelling
Egmond juist 20 zielen te kort kwam om het
aantal raadsleden van 11 te handhaven, be
ataat thans de raad uit slechts 7 leden.
De publieke belangstelling was vrij groot
Velen beschouwen zoo'n avondvergadering
als een evenement en de raad schijnt dit
prettig te vinden. De raadsvergaderingen,
clie vroeger over dag gehouden werden, vin
den thans n.1. des avonds plaats.
Van Ged. St. was de rekening 1929 goed
gekeurd terug ontvangen.
Mede had dit college goedgekeurd het be
sluit om eenige inschrijvingen op Nederland-
sche schuld te verkoopen en daarvoor aan-
deelen te nemen van de Bank van Nederland
sche gemeenten.
Bij de laatste kasopname van den ge
meente-ontvanger bleek in kas 11584 De
boeken leverden een geschil op van f 1.60.
Overeenkomstig de boeken was bij de ge
meentebedrijven in kas f 1503.8814.
Van den heer Broek was een dankbetuiging
Ingekomen voor zijn benoeming tot gemeente
opzichter.
Deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Van den heer Honing was een verzoek in
gekomen om een hekje voor zijn kelderraam,
dat op gemeentegrond staat, te mogen ver
beteren.
De heer VanderPol gevoelde wel iets
voor het vërzoek.
B. en W. adviseerden om het hekje te laten
verwijderen, aangezien het daar het verkeer
in den weg staat en adressant door het aan
brengen van harmonicagaas het gewenschte
licht Van behouden.
Z.h.s. werd hiertoe besloten.
Van den heer Ten Bruggencate was het
verzoek ingekomen om, in verband met zijn
belangrijke werkzaamheden, splitsing te
brengen in de functies van conciërge en bode
en hem ontslag te verkenen als conciërge,
zoodat hij buiten het gemeentehuis kon wo
nen.
B en W. achtten dit geen belang voor de
gemeente en ste'den voor, afwijzend op dit
verzoek te beschikken.
De heer Hartman oordeelde het voor
stel van B. en W. in alle opzichten vleiend
voor den man, omdat daaruit wel blijkt, da:
hij zijn plicht doet. Het baantje van con
cierge noemde spr. gelijk aan het leven van
een vrijen gevangene Spr. kon zich inden
ken, dat de man nog wat aan zijn leven wil
hebben en er af wil. Gezien de misère, zullen
anderen wel graag het baantje willen aan
vaarden.
Spr. heeft er bezwaar tegen, dat adressant
zijn betrekking als bode gehandhaafd wii
zien. De door hem gewenschte splitsinp is in
strijd met de usance. Wanneer adressant zijn
betrekking van bode er ook aan wil geven,
dan zou spr. het verzoek wel willen inwilli
gen
Devoorzitter constateerde, dat
adressant momenteel alleen als conciërge
ontslag vraagt en feitelijk is de heer Hart
man het dus met B. en W. eens, om daarop
afwijzend te beschikken.
De heer Dekker vereenigde zich met
het denkbeeld van den heer Hartman en op
de vraag, hoeveel adressant met deze func
ties verdient, antwoordde de voorzitter, dat
hij als conciërge vrij wonen, vuur en licht
heeft en als bode 50 krijgt.
De heer VanderPol oordeelde den
veldwachter in het gemeentehuis juist op zijn
plaats.
De heer Hartman: Maar juist daar
om is hij een vrije gevangene.
Devoorzitter: Zijn opvolger is dit
dan ook.
De heer Hartman: Maar hij wil vrij
man zijn.
Devoorzitter wilde zich aan het ver
zoek houden. Mocht adressant onts'ag wen-
schen voor beide functies, dan wordt het een
andere zaak, maar daarover kan men een
volgende vergadering spreken.
Het voorstel van B. en W. werd hierop
z. h. s. aangenomen.
Z.h.s. werd eveneens besloten, afwijzend
te beschikken op het verzoek van de Afd. N -
Holland van de Broederschap van gemeente
ontvangers in Nederland, waarin verzocht
wordt, om de premie voor de zekerheidstel
ling van den ontvanger voor rekening van
de gemeente te nemen.
Op voorstel van B en W. werd gunstig
beschikt op het verzoek van den heer G
Swart, om 17 M2. grond van het pand aan
de Duinstraat, waarop de gemeente
hypotheek heeft, te mogen verkoopen ten be-
ve vaü den bouw van een huis.
van adressant was eveneens het verzoek
ingekomen om de door hem verschuldigde
vnLa uentewaa,n de gemeente, evenals
Ü-5 Verh°even van 6 op 5 te
stel en en dit met terugwerkende kracht van-
f waarop de heer Verhoeven dit
heeft genoten.
«LW* stelden voor, het rente-percentage
^r.irru.Ori,0Pa T° te brengen, doch niet van
len dat ^nnl acht en daarnaast te bepa-
wordea. p van 1 2 afgelost moet
De heer Hartman zeide, dat 2 af
lossing voor adressant moeilijkheden brengt
Hij oordeelde het bovendien billijk, dat een
inwoner dezelfde voorrechten geniet, die aan
een niet-inwoner zijn verleend en spr. stelde
daarom voor, wèl terugwerkende kracht te
verleenen.
Devoorzitter oordeelde het stand
punt van den heer Hartman een gevaarlijk
standpunt. De consequentie daarvan zou zijn
dat de gemeente, wanneer ze b. v. op het on
derpand van den niet-inwoner 1000 ver
loor, ook tegen adressant zou zeggen* „Nou
leggen wij op uw ondergand ook maar
1000 bij*
De heer VanderPol meende, dat de
gemeente niet mag profiteeren van het feit,
dat een inwoner, die zijn best doet, en steeds
betaalt, niet eerder op de hoogte was van een
voordeel, dat aan een niet-inwoner, wanbe
taler, werd verleend. Met den heer Hartman
wilde spr. dan ook aan het verlagingsbesluit
terugwerkende kracht verleenen. Overigens is
hij er voor om de aflossing van 1 op 2
te brengen.
De heer Hartman wees er nog op, dat
de huizen van den heer Swart zooveel over
waarde hebben, dat ze voor de gemeente
nooit een strop kunnen opleveren.
De heer Dekker was van oordeel, dat
uit het voorstel van B. en W. blijkt, dat ze
willen meewerken in het belang van de inge
zetenen. De verhooging van de aflossing
met 1 juichte spr. niet toe, omdat de man
juist verlaging vraagt met het oog op moei
lijkheden.
Spr. wilde de rente van 6 op 5 stellen
en de aflossing op 1 laten, maar geen
terugwerkende kracht. Hij wilde zich aan het
verzoek van adressant houden.
De heer H a r t m a n: Maar adressant
vraagt juist terugwerkende kracht.
Het voorstel van B en W. kwam hierop
het eerst in stemming.
Aangezien de stemmen staakten, zal hier
over in de volgende vergadering opnieuw
worden gestemd.
Vóór het voorstel van B. en W. stemden
de wethouders en de heer Blok.
De drie-jaarlijksche afrekening van de
RK. school en de Christel, school werden
hierop conform goedgekeurd.
De heer Hartman miste een ingekomen
adres van de Winkeliersvereeniging over de
winkelsluiting, een adres van den heer Prins,
die bezwaar maakt tegen de precario-rechten
en een stuk van de Federatie, waarin verzocht
wordt, maatregelen ter voorziening van de
werkloosheid te treffen.
De voorzitter antwoordde, dat de
adressen van de Winkeliersver. en van de
Federatie tot B. en W. gericht waren en door
hen waren behandeld en dat het ander adres
bij de begrooting aan de orde komt.
De heer VanderPol wenschte te ver
nemen, hoe B. en W. over het adres van de
Federatie denken.
Devoorzitter zou dit bij de rond
vraag willen behandelen.
Conform het voorstel werd a 2 per M2
tot den verkoop van een stukje grond beslo
ten.
In verband met het voorstel om tot de be-
soeming van een onderwijzer met hoofdacte
over te gaan, vroeg de heer Hartman, met
het oog op het wetsontwerp-Terpstra, of er
geen kans was, dat men daardoor een boven
tallige leerkracht krijgt.
De voorzitter zeide, dat het hier de
verplichte benoeming van een tweeden onder
wijzer met hoofdacte geldt. Er is nog een tij
delijke leerkracht, zoodat er geen vrees oe-
hoeft te bestaan, dat de te benoemen leer
kracht op wachtgeld gesteld moet worden
De man wordt deze maand 23, de minimum
leeftijd voor een onderwijzer het hoofdacte en
B. en W. stelden daarom voor, hem thans
voor vast te benoemen.
Op een vraag van den heer Hartman
zeide de voorzitter, dat na herhaalden op
roep, slechts een tweede sollicitant zich had
aangemeld. B. en W. komen echter maar mei
één candidaat; dit in overleg met den inspec
teur.
De heer H artman: Dus u hebt den
tweeden sollicitant niet op de voordracht ge
plaatst?
Devoorziter* Natuurlijk niet.
De heer Hartman:Ik vind dat niet na
tuurlijk. Rechf en billijkheid vordert, dat ook
de tweede sollicitant op de voordracht wordt
geolaatst. -
De v o o r z i t t e r: Men plaatst op de
voordracht menschen, die daarvoor geschikt
zijn en peen personen, die daarvoor niet ge
schikt zijn.
De heer H a r t m a n: De raad is dus
marionet: maar dan is het beter, dat B. en W
benoemen.
De-v o o r z i t t e r: Wij kunnen er maar
een krijgen.
De heer Hartman:U kunt er twee krij
gen.
De voorzitter* Wij kunnen geen twee
goede krijgen.
De heer H a r t m a n: U gaat dus maar
af op den Inspecteur.
De voorzitter: Ook op onze eigen
informaties. De heer Bakker is ae candidaat
De heer Bakker werd hierop met 4 stem
men benoemd; 1 stem was ongeldig en 1
stem werd blanco uitgebracht.
De rekeningen.
De heer Hartman rapporteerde over
de gemeente-rekening 1930.
De commissie vroeg inlichtingen over de
post 2o0 voor de vrije beschikking over
brandkranen. Ook de post 140 schoonma
ken putten kwam de commissie hoog voor,
alsmede de 235 voor het maken van een
teekening van een beton-muur door de firma
Last en Zn. te Enkhuizen, welke muur al de
bijnaam heeft van de klaagmuur.
De post 700 voor de verpleging van een
kind, oordeelde de comm. eveneens hoog.
Voorts was het opgevallen, dat hoewel de
subsidie voor de V.V.V. op 750 was ge
steld, op deze post 825 was uitbetaald.
De gewone dienst sloot in ontvangsten op
134.323.72; in uitgaven 136 295-00; na-
deelig saldo 1971.28 H - 82.
Kapitaaldienst, ii^omsten 18*7»
H-aprtaaldienst, mtcomsien j -
uitgaven 190.235.93;nadeelig »f>*"
De bescheiden van de. geSw?f vond de
bedrijven en het waterleitsfnaanwezig De
comm. niet in het zitt.nglokaal
Veldwachter deelde
comm. Ëte veidwachter aeeioe
nog zorg te dragen, t* ^„egen was, de
mede, dat de direc ze^den. Daarvoor
gevraagde stukken in te
moesten de heeren maar bij hem op 't kantoor
komen. De heer Snoek stelde zich als lid van
de comm. met den directeur in verbinding,
doch kreeg eveneens een weigerend ant
woord.
De comm. achtte deze handeling in strijd
met de gemeentewet en meende niet, de on
dergeschikte te zijn van een gemeente-ambte
naar en besloot de rekening van de bedrijven
niet te kunnen goedkeuren. Wel verwees de
directeur naar het accountantsrapport van
de Ver. van Ned. gemeenten, doch voor de
commissie had dit rapport geen waarde om
dat reeds eerder een accountantsrapport werd
overgelegd met onjuiste cijfers.
De rekening van het Burg. Arm
bestuur.
Het was de comm. opgevallen, dat de post:
„geneeskundige hulp en medicijnen", waar
voor 150 op de begrooting was uitgetrok
ken, met 3537.75 was overschreden.
Het is de comm. niet ontgaan, dat door het
B. A. aan een tweetal personen belangrijke
offers zijn gebracht, met als gevolg, mini
mum en onvoldoende uitkeeringen aan be-
hoeftigen, ouden van dagen en invaliden. De
comm. betwijfelde dan ook, of deze wel der.
steun ontvangen, waarbij de grens van het
levensonderhoud is bereikt, zooals de Armen
wet voorschrijft.
De comm. geeft den raad dan ook in over
weging. om voor de a.s. begrooting de nadee-
lige saldo's, die nog steeds drukken, weg te
werken.
De rekening sloot in ontvangst op een be
drag van 8030.96; uitgaven 10694 52*
nacreelig saldo 2633.62;
die van het Gasthuisfonds, ontvangsten
2498.47; uitgaven 2895.71; nacfeelig
saldo 397.24.
De comm. bracht nog een compliment voor
de nette wijze, waarop de administratie was
fevoerd en stelde voor, de rekeningen, behou-
ens die van de licht- en waterleidingbedrijf
goed te keuren.
Persoonlijk, aldus de heer Hartman,
wensch ik nog op te merken, dat mij uit een
declaratie van den burgemeester voor een reis
naar Amsterdam wel gebleken is, dat hij niet
in het Leger des Heils heeft gelogeerd.
De Voorzitter deelt mede, dat de
raad indertijd besloot om aan het water
leidingsbedrijf voor de vrije beschikking
over de brandkranen, 250 uit te kee-
ren. Bij de nieuwe begrooting stellen
B. en W. voor deze post te schrappen.
Wat de post 140 voor het schoonmaken
van 30 putten betreft, spr. is van mee
ning dat dit niet duur is. Het is jammer
dat de betonmuur niet is doorgegaan.
Het bestek en teekeningen zijn er echter
voor gemaakt en dit is nu eenmaal niet
zoo goedkoop. Ook de sintels, waarvoor
gemiddeld 1 per kub. Meter betaald
wordt zijn niet duur, maar men kan dit
in de toekomst wijzigen. De 700 ver-
plegingskosten voor één kind gaan over
een kind, dat in een krankzinnigenge
sticht verpleegd wordt. De kosten daar
voor bedragen 850, zoodat de ouders
nog 150 betalen. De subsidie aan de
V. V. V. is 750. Dat op deze. post 825
is betaald houdt verband met het feit,
dat Egmond lid is van de vereeniging
voor Noordzee Badplaatsen, die gemeen
schappelijke reclame maakt, onder
auspiciën van de A. N. V. V.
De heer Hartman wijst er op, dat
voor meisjes, die onder dezelfde omstan
digheden als het kind, dat 700 kost
verpleegd worden, 350 betaald wordt.
Een der kinderen komt uit een vis-
schersgezin en de ouders betalen daar
voor nog 2 in de week bij, voor het an
dere kind wordt ook 350 betaald.
Waarom hebben B. en W. zich voor het
andere kind niet in verbinding gesteld
met die goedkoope inrichting. Het be
drag dat de gemeente terug ontvangt,
noem ik voor den persoon in kwestie
bovendien geen bedrag. Daarover zal
spx*. in comité wel meer naar voren
brengen.
De Voorzitter merkt op, dat hier
sprake is van een misverstand. De ver
pleegden van 350 zijn meisjes, maar
die van 700 is een jongen.
B. en W. hebben al geprobeerd, om
die goedkooper verpleegd te krijgen,
doch dat is tot nog toe niet gelukt. Voor
meisjes schijnt daarvoor meer gelegen
heid te zijn.
De heer Hartman is van oordeel,
dat het kind maar thuis moet komen,
wanneer de ouders zelf niet meer willen
betalen.
De Voorzitter oordeelde, dat men
dit beter in comité onder de loupe kon
nemen.
De kwestie met het Armbestuur wil
spr. bij de begrooting afdoen. Het zal
niet gemakkelijk gaan.
De heer Hartman achtte het wel
mogelijk en bleef sterk betwijfelen, dat
gegeven wordt, wat genoemd kan wor
den het bereiken van den grens van le
vensonderhoud.
De Voorzitter zegt, dat hij over
het geschil tusschen de Comm. en den
Dir. van de bedrijven van den Dir. een
rapport heeft gekregen, waarin deze
mededeelde, dat de heer Snoeks hem te
lefonisch verzocht, de rekeningen en de
kasbewijzen over het boekjaar 1930 naar
1 pt gemeentehuis over te brengen, om
dat de Comm. van oordeel was. aan het
accountantsrapport van de Ver. van
Ned. gemeenten geen waarde te kunnen
hechten, omdat destijds in een dergelijk
rapport van 1924 een schrijffout was ge-
Sl De6 Directeur heeft bezwaar gemaakt
tegen het afgeven van kasstukken,
maar gezegd, dat ze die bij hem konden
komen inzien. Hij ontkent, a leen naar
het accountantsrapport te hebben ver
wezen.
Voorts wijst hij op de door Ged. St.
goedgekeurde verordening, waarbij hij
persoonlijk borg moet stellen voor de
gelden en dus de verantwoordelijkheid
voor de gelden is gelegd bij den betrok
ken Directeur. Daarom meent hij, dat
hij de bewijsstukken onder zijn berus
ting moet houden en dat deze voor den
Raad ten allen tijde ter inzage liggen,
maar ter plaatse, waar ze behooren.
Gezien de ontijdige openbaarmaking
van het geschil, waartegen de Dir.
krachtig stelling neemt, vordert deze,
Ged. St. een uitspraak te verzoeken over
de toelaatbaarheid daarvan. Hij ontkent
uitdrukkelijk in het telefonisch onder
houd de woorden te hebben gebezigd:
„Je krijgt de kasbewijzen niet, want je
snapt er toch niets van of iets, wat
daarop gelijkt. Hij rapporteert voorts,
dat het onderhoud, dat hij met den heer
Snoeks heeft gehad woordelijk is ver
staan door twee getuigen, die verklaren,
dat het in dien vorm is verloopen.
Bovendien verklaart de Dir., dat er
uitsluitend sprake is geweest van de
kasbewijzen. Ook herinnert hij aan de
klacht, destijds door den heer Snoeks
tegen den burgemeester ingediend,
waarbij is komen vast te staan, dat de
heer Snoeks den klager een andere brief
dan het ontwerp heeft laten teekenen, de
klager in den waan latende, dat hij het
ontwerp teekende. 8 Maart 1927 nam de
Raad tegen deze onwaardige handel
wijze een motie aan.
De Dir. zegt dan ook, voortaan alleen
op schriftelijke vragen van Commissies,
waarin de heer Snoeks zitting heeft,
schriftelijk te zullen antwoorden.
De heer Hartman concludeert, dat
de Dir. met den naam van den rappor
teur in de war is. De rapporteur is niet
de heer Snoeks, maar Hartman. Wat be
staat tusschen den Dir. en den heer
Snoeks, geldt niet voor de beide overige
commissieleden. Deze vinden het jam
mer, en kunnen niet verantwoordelijk
gesteld worden voor het telefoongesprek
tusschen den heer Snoeks en den Dir.
Zij waren daar niet bij en spr. zal het op
prijs stellen, dat de heer Snoeks, wan
neer hij beter is, in de gelegenheid wordt
gesteld, zich tegen die aanklacht te ver
dedigen.
Naar spr. meening, heeft de Dir. in
strijd gehandeld met de wet, die toch
terdege zegt, dat de noodige bescheiden,
ter controleering van de administratie,
aanwezig moeten zijn, daar, waar de
commissie zitting houdt. De gemeente,
het Burg. Armbestuur en het Gasthuis
fonds doen dit ook en waarom moet er
voor de gemeente-bedrijven een uitzon
dering worden gemaakt?
Spr. heeft den volgenden dag aan den
burgemeester gevraagd, het geschil uit
de wereld te helpen en alsnog den Dir. te
verzoeken, de bescheiden de factuurs en
de kwintanties te deponeeren, daar,
waar ze noodig waren. Dan zou de
Comm. nog eens de moeite doen om te
komen.
Wanneer de Dir. nu in dezen gesterkt
wordt door zijn onmiddell ijken chef, dan is
dit een zaak, die te betreuren valt. Spr. is
van oordeel, dat het College den Dir. wel
terdege onder het oog had moeten brengen,
dat hij in strijd met de wet handelde. Dat
dit niet is geschied, is iets, wat de Comm.
tegen staat. Om tenslotte ondergeschikt te
zijn aan een Dir., die voor zijn benoeming
afhankelijk is van den Raad, weiger ik. Ieder
zal dit met mij eens zijn.
De heer van de Pol ging met deze
verklaring accoord.
Devoorzitter zegt, dat de heer
Hartman conclusies trekt, die er niet zijn. De
Dir. is door B. en W. niet gesterkt in zijn
houding. Zij hebben met hem gesproken om
nog een weg tot oplossing te vinden, maar
de Dir. gevoelde daar niet voor.
U zegt, dat hij in strijd met de wet han
delt, doch daar is geen sprake van. Wel, als
het een jaar later was, maar op het oogen-
blik niet. U haalt het Burg. Armbestuur aan,
maar U weet, dat van het Burg. Armbestuur
ook niet alles aanwezig is.
De heer Hartman beriep zich op art.
195 van de Gemeentewet 1926 en handhaaf
de zijn meening, dat de Dir. in strijd met de
wet had gehandeld.
De voorzitter zegt, dat de Dir. had
moeten overleggen zijn financieel overzicht
en zijn balansen. Hij wijst erop, dat het in
een groote plaats zeker ondoenlijk zou zijn,
te vorderen, dat de bedrijven met alle reke
ningen, factuurs, enz. naar de vergadering
van de Comm. liepen.
De heer van de Pol: Wij zijn hier
niet in een groote plaats.
De v o o r z i t t e r: De wet geldt voor
allen en ik meen, te hebben aangetoond, dat
het net mogelijk kan zijn, dat de wet vordert,
wat de heeren erin lezen, maar per slot van
rekening moeten Ged. St. het maar uitmaken.
De heer Van de Pol: Maar ik zal
er wel zalig voor oppassen, om een commis
sielid van ons, dat niet aanwezig is, hier in
het donker te laten zetten.
De heer Hartman: Het is altijd ver
keerd, om iemand in den rug aan te vallen
en ik deel U daarom mede, dat de mogelijk
heid niet is uitgesloten, dat de Comm een
gelijkluidend rapport inzendt aan Ged. St.
U zult het inzenden, maar ook de Comm.
zal dit doen.
De voorzitter stelt er belang in, te
weten, wrarom men dit doet. Is dat een
kwestie van wantrouwen?
De heer Hartman: Er is niet gespro
ken over wantrouwen.
De voorzitter: Maar het rapport
wordt toch gelijk met de rekeningen naar
Haarlem gestuurd. Er schijnt dus toch wel
sprake van wantrouwen, maar ik heb er
geen bezwaar tegen, dat de heeren aldus
handelen.
De secretaris: Voor het verzenden
van afschriften ben ik verantwoordelijk.
De heer Hartman: Dan zal ik daar
over met de Comm. spreken en voorstellen,
dat niet te doen.
De s e c r e t a r i s: Ik zou wel eens wil
len weten, wat ik gedaan heb, dat eenig
wantrouwen motiveert.
De voorzitter: Het woord is niet
aan U; trek het U maar niet aan.
Wat de door mij ingediende declaratie be
treft, die loopt over het bijwonen van een
cursus, waarbij talrijke collega's aanwezig
waren. En ik vind het, eerlijk gezegd wel
een klein beetje dun, daarover te vallen Mijn
reiskosten zijn waarachtig niet zoo hoog.
De heer Hartman: Er staat niet bij.
hoeveel dagen U op reis bent geweest
De voorzitter: Ik ben twee dagen en
één nacht weg geweest, en wij hebben daar
een vollen dag werk gehad. De cursus hield
verband met de bescherming van de burger
bevolking tegen gasaanvallen en ging uit van
de regeering. Wij waren dus in zekeren zin
opgecommandeerd. -
Spr. geeft den heer Hartman in over
weging, een volgenden keer niet zoo te insi-
nueeren.
De heer Hartman: Dat weet ik nog
niet. U had er dan maar op moeten zetten,
hoe lang U weg bent geweest. De fout ligt
bij U. U maakt, dat de secretaris ten onrechte
zegt, dat er wantrouwen gezaaid wordt en
stemming tegen hem.
De voorzitter bracht hierop het voor
stel van de Comm. om de rekeningen, be
houdens die van de bedrijven, voorloopig
goed te keuren, in stemming.
Hiertoe werd met algemeene stemmen be
sloten-
De wethouders bleven buften stemming.
Een suppletoire begrooting voor den
dienst 1931, groot 3000, werd conform
vastgesteld
De begrooting voor 1932, gewone dienst,
ontvangsten en uitgaven 127534.67; kapi-
taaldienst. ontvangsten en uitgaven 34000,
werd op voorstel van den fi=er Blok, in
handen van den Raad buiten de wethouders
gesteld, ter onderzoek.
De subsidieaanvragen van de V. V. V. en
van de Comm. tot viering van den Koningin
nedag, werden bij de begrooting gevoegd.
Nog werd besloten, het nadeelig saldo van
1930, groot 971, op 1931 over te brengen.
Besloten werd, te bepalen, dat de Berg
straat van West naar Oost niet meer door
4-wielige motorrijtuigen, mag worden be
reden.
B. en W. deden hierna het voorstel, om den
grond langs de Wilhelminastraat, de Tromp
straat, den Prins Hendrikweg en den Zwar-
tenweg, te verkoopen en B. en W te machti
gen, te verkoopen tegen een door den Raad
vastgestelden prijs; langs de Wilhelminastr.
voor 2.25 per M2, Prins Hendrikstraat
1.50, Trompstraat 2.25 en Zwarte Weg
1.25.
Voorts stellen B. en W. voor, om voorloopig
naast Zander een strookje van 10 M. open
te houden om de toegang tot het daar achter
gelegen duin niet vast te zetten.
Verder stellen zij voor, te bepalen, dat de-
gennen, die daar willen bouwen, niet meer
behoeven bij te dragen voor het betegelen.
De gemeente is niet verplicht, te tegelen,
maar als er betegeld wordt, dan moet de ge-
mente het doen.
DeVoorzitter zegt nog, op een vraag
van den heer Hartman, dat B en W met te-
gelen willen wachten, tot er een paar per-
ceelen gebouwd zijn. Het is hier een zaak van
practische politiek.
Spr. herinnerde eraan, dat er nog altijd het
verzoek van den heer Van Pelt is, om hem
grond te verkoopen. Dit verzoek is nog niet
afgedaan, omdat nog niet vaststaat, hoe de
weg komt, doch dit leek spr. billijk om de
grondprijsverhooging op hem niet toe te pas
sen.
De heer Dekker vroeg, of het niet
mogelijk was, dat eerst teekeningen werden
overgelegd, opdat de Raad, alvorens de ge
vraagde machtiging te verleenen, precies kan
zien, hoe er gebouwd wordt.
Aan den anderen kant juichte spr het toe,
dat er verandering wordt gebracht in de wij
ze van grondverkoop.
De Voorzitter zeide, dat B. en W.
wel een teekening kunnen overleggen, doch
dat zij overigens in den verkoop vrij moeten
blijven, aangezien iedere kooper een andere
breedte wenscht. Wanneer er iets bizonders
is, dan komen B. en W. van zelf wel met de
zaak in den Raad.
De heer van de Pol oordeelde den
prijs aan den Zuidkant van de Wilhelmina-
laan te hoog, wanneer de grond daar niet
bouwrijp verkocht wordt. Er moet zeker 70
c M. grond op.
Nadat hem was geantwoord, dat ophoo-
fing daar niet noodig is en dat men het bij
en bouw met de fundeering kan vinden, stel
de de heer van de Pol voor, om de prijzen
voor de Wilhelminalaan op 2.50, voor de
Pr. Hendrikstraat op 1.75, voor den Zwar
ten Weg op 1.50 en voor de Trompstraat
op 2.50 te stellen.
Overigens vereenigde hij zich met de voor
stellen van B. en W.
Dit voorstel van den heer Van de Pol werd
met algemeene stemmen aangenomen.
Op voorstel van B. en W werd besloten,
de rekening-courant met de Ver. van Ned.
gemeenten opnieuw te continuecren
Benoeming commissie wering van school
verzuim. Aftredend de heer Bosschaart en
Gerritsen.
Beiden werden met 5 en 6 stemmen her
kozen.
Tot lid van de commissie voor het land-
bouwverslag werd herkozen de heer K. de
Graaf met 3 stemmen, één stem op Huibert
Krijn, één op v. d. Pol en 1 blanco.
Tot lid van het Armbestuur en Gasthuis
fonds, aftredend de heer Ds. Roobol, werd
gekozen de heer v. Kleef.
De voorzitter: Dat zal moeilijkheden
opleveren, in verband met diens verwant
schap met den secretaris Maar laten wij
maar afwachten.
De heer Hartman bepleitte de instelling
van vas.e commissies van bijstand.
De voorzitter oordeelde dit niet
noodig.
De bestaande strafverordeningen werden
hierop opnieuw voor 5 jaar vastgesteld.
Voor den aanvang van de rondvraag
wenschte de heer Hartman mede namens
den heer v. d. Pol de verklaring af te leggen,
dat de commissie het stuk met bemerkingen
over de begrooting niet naar Ged. Staten
zullen zenden, omdat de commissie gee*x
enkel wantrouwens tegen den secretaris
koestert en niet wil, dat deze denkt dat dit
wel het geval is.
De voorzitter bracht de heeren hier
voor, namens den secretaris dank.
In de rondvraag bepleitte de heer v. d. P o 1
de wenschelijkheid van het veiplaatsen van
eenige lantaarns.
De heer Dekker wees er op, dat velen
inwoners putten, die aan de gemeente behoo
ren, gebruiken of ze hun eigendom zijn.
Devoorzitterzal een en ander onder
zoeken.
De heer Hartman laakte het, dat de
directeur van de lichtbedrijven bij de fabriek
de Meteoor in de Steeg betonpalen besteld
heeft voor werk aan de fabriek. Spr. oor
deelde. dat dit werk is voor den gemeente
opzichter, die ten volle voor zijn taak is be
rekend. De Meteoor geeft 20 pCt. provisie.