Alkmaarsche Courant. Honden! drie en dertigste laargang. Pingdag 3 November. egmond aan zee. No. 259 1931. Qcmemtecadm rekeningen voor 1930 goed gekeurd, behalve die voor de be drijven, aangezien de directeur, volgens de commissie, verplicht was, de bescheiden ten gemeente- huize te deponeeren, terwijl de directeur van oordeel is, dat de commissie die ten zijnen kantore moest komen inzien. Ged. St. moeten maar uitmaken, wie gelijk heeft. De raadsvergaderingen in Eg- mond een publieke vermakelijk heid. Als de burgemeester voor de ge meente uitgaat, logeert hij niet in het Leger des Heils. De raad vergaderde Maandagavond ten 8 ure. Aangezien bij de laatste volkstelling Egmond juist 20 zielen te kort kwam om het aantal raadsleden van 11 te handhaven, be ataat thans de raad uit slechts 7 leden. De publieke belangstelling was vrij groot Velen beschouwen zoo'n avondvergadering als een evenement en de raad schijnt dit prettig te vinden. De raadsvergaderingen, clie vroeger over dag gehouden werden, vin den thans n.1. des avonds plaats. Van Ged. St. was de rekening 1929 goed gekeurd terug ontvangen. Mede had dit college goedgekeurd het be sluit om eenige inschrijvingen op Nederland- sche schuld te verkoopen en daarvoor aan- deelen te nemen van de Bank van Nederland sche gemeenten. Bij de laatste kasopname van den ge meente-ontvanger bleek in kas 11584 De boeken leverden een geschil op van f 1.60. Overeenkomstig de boeken was bij de ge meentebedrijven in kas f 1503.8814. Van den heer Broek was een dankbetuiging Ingekomen voor zijn benoeming tot gemeente opzichter. Deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Van den heer Honing was een verzoek in gekomen om een hekje voor zijn kelderraam, dat op gemeentegrond staat, te mogen ver beteren. De heer VanderPol gevoelde wel iets voor het vërzoek. B. en W. adviseerden om het hekje te laten verwijderen, aangezien het daar het verkeer in den weg staat en adressant door het aan brengen van harmonicagaas het gewenschte licht Van behouden. Z.h.s. werd hiertoe besloten. Van den heer Ten Bruggencate was het verzoek ingekomen om, in verband met zijn belangrijke werkzaamheden, splitsing te brengen in de functies van conciërge en bode en hem ontslag te verkenen als conciërge, zoodat hij buiten het gemeentehuis kon wo nen. B en W. achtten dit geen belang voor de gemeente en ste'den voor, afwijzend op dit verzoek te beschikken. De heer Hartman oordeelde het voor stel van B. en W. in alle opzichten vleiend voor den man, omdat daaruit wel blijkt, da: hij zijn plicht doet. Het baantje van con cierge noemde spr. gelijk aan het leven van een vrijen gevangene Spr. kon zich inden ken, dat de man nog wat aan zijn leven wil hebben en er af wil. Gezien de misère, zullen anderen wel graag het baantje willen aan vaarden. Spr. heeft er bezwaar tegen, dat adressant zijn betrekking als bode gehandhaafd wii zien. De door hem gewenschte splitsinp is in strijd met de usance. Wanneer adressant zijn betrekking van bode er ook aan wil geven, dan zou spr. het verzoek wel willen inwilli gen Devoorzitter constateerde, dat adressant momenteel alleen als conciërge ontslag vraagt en feitelijk is de heer Hart man het dus met B. en W. eens, om daarop afwijzend te beschikken. De heer Dekker vereenigde zich met het denkbeeld van den heer Hartman en op de vraag, hoeveel adressant met deze func ties verdient, antwoordde de voorzitter, dat hij als conciërge vrij wonen, vuur en licht heeft en als bode 50 krijgt. De heer VanderPol oordeelde den veldwachter in het gemeentehuis juist op zijn plaats. De heer Hartman: Maar juist daar om is hij een vrije gevangene. Devoorzitter: Zijn opvolger is dit dan ook. De heer Hartman: Maar hij wil vrij man zijn. Devoorzitter wilde zich aan het ver zoek houden. Mocht adressant onts'ag wen- schen voor beide functies, dan wordt het een andere zaak, maar daarover kan men een volgende vergadering spreken. Het voorstel van B. en W. werd hierop z. h. s. aangenomen. Z.h.s. werd eveneens besloten, afwijzend te beschikken op het verzoek van de Afd. N - Holland van de Broederschap van gemeente ontvangers in Nederland, waarin verzocht wordt, om de premie voor de zekerheidstel ling van den ontvanger voor rekening van de gemeente te nemen. Op voorstel van B en W. werd gunstig beschikt op het verzoek van den heer G Swart, om 17 M2. grond van het pand aan de Duinstraat, waarop de gemeente hypotheek heeft, te mogen verkoopen ten be- ve vaü den bouw van een huis. van adressant was eveneens het verzoek ingekomen om de door hem verschuldigde vnLa uentewaa,n de gemeente, evenals Ü-5 Verh°even van 6 op 5 te stel en en dit met terugwerkende kracht van- f waarop de heer Verhoeven dit heeft genoten. «LW* stelden voor, het rente-percentage ^r.irru.Ori,0Pa T° te brengen, doch niet van len dat ^nnl acht en daarnaast te bepa- wordea. p van 1 2 afgelost moet De heer Hartman zeide, dat 2 af lossing voor adressant moeilijkheden brengt Hij oordeelde het bovendien billijk, dat een inwoner dezelfde voorrechten geniet, die aan een niet-inwoner zijn verleend en spr. stelde daarom voor, wèl terugwerkende kracht te verleenen. Devoorzitter oordeelde het stand punt van den heer Hartman een gevaarlijk standpunt. De consequentie daarvan zou zijn dat de gemeente, wanneer ze b. v. op het on derpand van den niet-inwoner 1000 ver loor, ook tegen adressant zou zeggen* „Nou leggen wij op uw ondergand ook maar 1000 bij* De heer VanderPol meende, dat de gemeente niet mag profiteeren van het feit, dat een inwoner, die zijn best doet, en steeds betaalt, niet eerder op de hoogte was van een voordeel, dat aan een niet-inwoner, wanbe taler, werd verleend. Met den heer Hartman wilde spr. dan ook aan het verlagingsbesluit terugwerkende kracht verleenen. Overigens is hij er voor om de aflossing van 1 op 2 te brengen. De heer Hartman wees er nog op, dat de huizen van den heer Swart zooveel over waarde hebben, dat ze voor de gemeente nooit een strop kunnen opleveren. De heer Dekker was van oordeel, dat uit het voorstel van B. en W. blijkt, dat ze willen meewerken in het belang van de inge zetenen. De verhooging van de aflossing met 1 juichte spr. niet toe, omdat de man juist verlaging vraagt met het oog op moei lijkheden. Spr. wilde de rente van 6 op 5 stellen en de aflossing op 1 laten, maar geen terugwerkende kracht. Hij wilde zich aan het verzoek van adressant houden. De heer H a r t m a n: Maar adressant vraagt juist terugwerkende kracht. Het voorstel van B en W. kwam hierop het eerst in stemming. Aangezien de stemmen staakten, zal hier over in de volgende vergadering opnieuw worden gestemd. Vóór het voorstel van B. en W. stemden de wethouders en de heer Blok. De drie-jaarlijksche afrekening van de RK. school en de Christel, school werden hierop conform goedgekeurd. De heer Hartman miste een ingekomen adres van de Winkeliersvereeniging over de winkelsluiting, een adres van den heer Prins, die bezwaar maakt tegen de precario-rechten en een stuk van de Federatie, waarin verzocht wordt, maatregelen ter voorziening van de werkloosheid te treffen. De voorzitter antwoordde, dat de adressen van de Winkeliersver. en van de Federatie tot B. en W. gericht waren en door hen waren behandeld en dat het ander adres bij de begrooting aan de orde komt. De heer VanderPol wenschte te ver nemen, hoe B. en W. over het adres van de Federatie denken. Devoorzitter zou dit bij de rond vraag willen behandelen. Conform het voorstel werd a 2 per M2 tot den verkoop van een stukje grond beslo ten. In verband met het voorstel om tot de be- soeming van een onderwijzer met hoofdacte over te gaan, vroeg de heer Hartman, met het oog op het wetsontwerp-Terpstra, of er geen kans was, dat men daardoor een boven tallige leerkracht krijgt. De voorzitter zeide, dat het hier de verplichte benoeming van een tweeden onder wijzer met hoofdacte geldt. Er is nog een tij delijke leerkracht, zoodat er geen vrees oe- hoeft te bestaan, dat de te benoemen leer kracht op wachtgeld gesteld moet worden De man wordt deze maand 23, de minimum leeftijd voor een onderwijzer het hoofdacte en B. en W. stelden daarom voor, hem thans voor vast te benoemen. Op een vraag van den heer Hartman zeide de voorzitter, dat na herhaalden op roep, slechts een tweede sollicitant zich had aangemeld. B. en W. komen echter maar mei één candidaat; dit in overleg met den inspec teur. De heer H artman: Dus u hebt den tweeden sollicitant niet op de voordracht ge plaatst? Devoorziter* Natuurlijk niet. De heer Hartman:Ik vind dat niet na tuurlijk. Rechf en billijkheid vordert, dat ook de tweede sollicitant op de voordracht wordt geolaatst. - De v o o r z i t t e r: Men plaatst op de voordracht menschen, die daarvoor geschikt zijn en peen personen, die daarvoor niet ge schikt zijn. De heer H a r t m a n: De raad is dus marionet: maar dan is het beter, dat B. en W benoemen. De-v o o r z i t t e r: Wij kunnen er maar een krijgen. De heer Hartman:U kunt er twee krij gen. De voorzitter* Wij kunnen geen twee goede krijgen. De heer H a r t m a n: U gaat dus maar af op den Inspecteur. De voorzitter: Ook op onze eigen informaties. De heer Bakker is ae candidaat De heer Bakker werd hierop met 4 stem men benoemd; 1 stem was ongeldig en 1 stem werd blanco uitgebracht. De rekeningen. De heer Hartman rapporteerde over de gemeente-rekening 1930. De commissie vroeg inlichtingen over de post 2o0 voor de vrije beschikking over brandkranen. Ook de post 140 schoonma ken putten kwam de commissie hoog voor, alsmede de 235 voor het maken van een teekening van een beton-muur door de firma Last en Zn. te Enkhuizen, welke muur al de bijnaam heeft van de klaagmuur. De post 700 voor de verpleging van een kind, oordeelde de comm. eveneens hoog. Voorts was het opgevallen, dat hoewel de subsidie voor de V.V.V. op 750 was ge steld, op deze post 825 was uitbetaald. De gewone dienst sloot in ontvangsten op 134.323.72; in uitgaven 136 295-00; na- deelig saldo 1971.28 H - 82. Kapitaaldienst, ii^omsten 18*7» H-aprtaaldienst, mtcomsien j - uitgaven 190.235.93;nadeelig »f>*" De bescheiden van de. geSw?f vond de bedrijven en het waterleitsfnaanwezig De comm. niet in het zitt.nglokaal Veldwachter deelde comm. Ëte veidwachter aeeioe nog zorg te dragen, t* ^„egen was, de mede, dat de direc ze^den. Daarvoor gevraagde stukken in te moesten de heeren maar bij hem op 't kantoor komen. De heer Snoek stelde zich als lid van de comm. met den directeur in verbinding, doch kreeg eveneens een weigerend ant woord. De comm. achtte deze handeling in strijd met de gemeentewet en meende niet, de on dergeschikte te zijn van een gemeente-ambte naar en besloot de rekening van de bedrijven niet te kunnen goedkeuren. Wel verwees de directeur naar het accountantsrapport van de Ver. van Ned. gemeenten, doch voor de commissie had dit rapport geen waarde om dat reeds eerder een accountantsrapport werd overgelegd met onjuiste cijfers. De rekening van het Burg. Arm bestuur. Het was de comm. opgevallen, dat de post: „geneeskundige hulp en medicijnen", waar voor 150 op de begrooting was uitgetrok ken, met 3537.75 was overschreden. Het is de comm. niet ontgaan, dat door het B. A. aan een tweetal personen belangrijke offers zijn gebracht, met als gevolg, mini mum en onvoldoende uitkeeringen aan be- hoeftigen, ouden van dagen en invaliden. De comm. betwijfelde dan ook, of deze wel der. steun ontvangen, waarbij de grens van het levensonderhoud is bereikt, zooals de Armen wet voorschrijft. De comm. geeft den raad dan ook in over weging. om voor de a.s. begrooting de nadee- lige saldo's, die nog steeds drukken, weg te werken. De rekening sloot in ontvangst op een be drag van 8030.96; uitgaven 10694 52* nacreelig saldo 2633.62; die van het Gasthuisfonds, ontvangsten 2498.47; uitgaven 2895.71; nacfeelig saldo 397.24. De comm. bracht nog een compliment voor de nette wijze, waarop de administratie was fevoerd en stelde voor, de rekeningen, behou- ens die van de licht- en waterleidingbedrijf goed te keuren. Persoonlijk, aldus de heer Hartman, wensch ik nog op te merken, dat mij uit een declaratie van den burgemeester voor een reis naar Amsterdam wel gebleken is, dat hij niet in het Leger des Heils heeft gelogeerd. De Voorzitter deelt mede, dat de raad indertijd besloot om aan het water leidingsbedrijf voor de vrije beschikking over de brandkranen, 250 uit te kee- ren. Bij de nieuwe begrooting stellen B. en W. voor deze post te schrappen. Wat de post 140 voor het schoonmaken van 30 putten betreft, spr. is van mee ning dat dit niet duur is. Het is jammer dat de betonmuur niet is doorgegaan. Het bestek en teekeningen zijn er echter voor gemaakt en dit is nu eenmaal niet zoo goedkoop. Ook de sintels, waarvoor gemiddeld 1 per kub. Meter betaald wordt zijn niet duur, maar men kan dit in de toekomst wijzigen. De 700 ver- plegingskosten voor één kind gaan over een kind, dat in een krankzinnigenge sticht verpleegd wordt. De kosten daar voor bedragen 850, zoodat de ouders nog 150 betalen. De subsidie aan de V. V. V. is 750. Dat op deze. post 825 is betaald houdt verband met het feit, dat Egmond lid is van de vereeniging voor Noordzee Badplaatsen, die gemeen schappelijke reclame maakt, onder auspiciën van de A. N. V. V. De heer Hartman wijst er op, dat voor meisjes, die onder dezelfde omstan digheden als het kind, dat 700 kost verpleegd worden, 350 betaald wordt. Een der kinderen komt uit een vis- schersgezin en de ouders betalen daar voor nog 2 in de week bij, voor het an dere kind wordt ook 350 betaald. Waarom hebben B. en W. zich voor het andere kind niet in verbinding gesteld met die goedkoope inrichting. Het be drag dat de gemeente terug ontvangt, noem ik voor den persoon in kwestie bovendien geen bedrag. Daarover zal spx*. in comité wel meer naar voren brengen. De Voorzitter merkt op, dat hier sprake is van een misverstand. De ver pleegden van 350 zijn meisjes, maar die van 700 is een jongen. B. en W. hebben al geprobeerd, om die goedkooper verpleegd te krijgen, doch dat is tot nog toe niet gelukt. Voor meisjes schijnt daarvoor meer gelegen heid te zijn. De heer Hartman is van oordeel, dat het kind maar thuis moet komen, wanneer de ouders zelf niet meer willen betalen. De Voorzitter oordeelde, dat men dit beter in comité onder de loupe kon nemen. De kwestie met het Armbestuur wil spr. bij de begrooting afdoen. Het zal niet gemakkelijk gaan. De heer Hartman achtte het wel mogelijk en bleef sterk betwijfelen, dat gegeven wordt, wat genoemd kan wor den het bereiken van den grens van le vensonderhoud. De Voorzitter zegt, dat hij over het geschil tusschen de Comm. en den Dir. van de bedrijven van den Dir. een rapport heeft gekregen, waarin deze mededeelde, dat de heer Snoeks hem te lefonisch verzocht, de rekeningen en de kasbewijzen over het boekjaar 1930 naar 1 pt gemeentehuis over te brengen, om dat de Comm. van oordeel was. aan het accountantsrapport van de Ver. van Ned. gemeenten geen waarde te kunnen hechten, omdat destijds in een dergelijk rapport van 1924 een schrijffout was ge- Sl De6 Directeur heeft bezwaar gemaakt tegen het afgeven van kasstukken, maar gezegd, dat ze die bij hem konden komen inzien. Hij ontkent, a leen naar het accountantsrapport te hebben ver wezen. Voorts wijst hij op de door Ged. St. goedgekeurde verordening, waarbij hij persoonlijk borg moet stellen voor de gelden en dus de verantwoordelijkheid voor de gelden is gelegd bij den betrok ken Directeur. Daarom meent hij, dat hij de bewijsstukken onder zijn berus ting moet houden en dat deze voor den Raad ten allen tijde ter inzage liggen, maar ter plaatse, waar ze behooren. Gezien de ontijdige openbaarmaking van het geschil, waartegen de Dir. krachtig stelling neemt, vordert deze, Ged. St. een uitspraak te verzoeken over de toelaatbaarheid daarvan. Hij ontkent uitdrukkelijk in het telefonisch onder houd de woorden te hebben gebezigd: „Je krijgt de kasbewijzen niet, want je snapt er toch niets van of iets, wat daarop gelijkt. Hij rapporteert voorts, dat het onderhoud, dat hij met den heer Snoeks heeft gehad woordelijk is ver staan door twee getuigen, die verklaren, dat het in dien vorm is verloopen. Bovendien verklaart de Dir., dat er uitsluitend sprake is geweest van de kasbewijzen. Ook herinnert hij aan de klacht, destijds door den heer Snoeks tegen den burgemeester ingediend, waarbij is komen vast te staan, dat de heer Snoeks den klager een andere brief dan het ontwerp heeft laten teekenen, de klager in den waan latende, dat hij het ontwerp teekende. 8 Maart 1927 nam de Raad tegen deze onwaardige handel wijze een motie aan. De Dir. zegt dan ook, voortaan alleen op schriftelijke vragen van Commissies, waarin de heer Snoeks zitting heeft, schriftelijk te zullen antwoorden. De heer Hartman concludeert, dat de Dir. met den naam van den rappor teur in de war is. De rapporteur is niet de heer Snoeks, maar Hartman. Wat be staat tusschen den Dir. en den heer Snoeks, geldt niet voor de beide overige commissieleden. Deze vinden het jam mer, en kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor het telefoongesprek tusschen den heer Snoeks en den Dir. Zij waren daar niet bij en spr. zal het op prijs stellen, dat de heer Snoeks, wan neer hij beter is, in de gelegenheid wordt gesteld, zich tegen die aanklacht te ver dedigen. Naar spr. meening, heeft de Dir. in strijd gehandeld met de wet, die toch terdege zegt, dat de noodige bescheiden, ter controleering van de administratie, aanwezig moeten zijn, daar, waar de commissie zitting houdt. De gemeente, het Burg. Armbestuur en het Gasthuis fonds doen dit ook en waarom moet er voor de gemeente-bedrijven een uitzon dering worden gemaakt? Spr. heeft den volgenden dag aan den burgemeester gevraagd, het geschil uit de wereld te helpen en alsnog den Dir. te verzoeken, de bescheiden de factuurs en de kwintanties te deponeeren, daar, waar ze noodig waren. Dan zou de Comm. nog eens de moeite doen om te komen. Wanneer de Dir. nu in dezen gesterkt wordt door zijn onmiddell ijken chef, dan is dit een zaak, die te betreuren valt. Spr. is van oordeel, dat het College den Dir. wel terdege onder het oog had moeten brengen, dat hij in strijd met de wet handelde. Dat dit niet is geschied, is iets, wat de Comm. tegen staat. Om tenslotte ondergeschikt te zijn aan een Dir., die voor zijn benoeming afhankelijk is van den Raad, weiger ik. Ieder zal dit met mij eens zijn. De heer van de Pol ging met deze verklaring accoord. Devoorzitter zegt, dat de heer Hartman conclusies trekt, die er niet zijn. De Dir. is door B. en W. niet gesterkt in zijn houding. Zij hebben met hem gesproken om nog een weg tot oplossing te vinden, maar de Dir. gevoelde daar niet voor. U zegt, dat hij in strijd met de wet han delt, doch daar is geen sprake van. Wel, als het een jaar later was, maar op het oogen- blik niet. U haalt het Burg. Armbestuur aan, maar U weet, dat van het Burg. Armbestuur ook niet alles aanwezig is. De heer Hartman beriep zich op art. 195 van de Gemeentewet 1926 en handhaaf de zijn meening, dat de Dir. in strijd met de wet had gehandeld. De voorzitter zegt, dat de Dir. had moeten overleggen zijn financieel overzicht en zijn balansen. Hij wijst erop, dat het in een groote plaats zeker ondoenlijk zou zijn, te vorderen, dat de bedrijven met alle reke ningen, factuurs, enz. naar de vergadering van de Comm. liepen. De heer van de Pol: Wij zijn hier niet in een groote plaats. De v o o r z i t t e r: De wet geldt voor allen en ik meen, te hebben aangetoond, dat het net mogelijk kan zijn, dat de wet vordert, wat de heeren erin lezen, maar per slot van rekening moeten Ged. St. het maar uitmaken. De heer Van de Pol: Maar ik zal er wel zalig voor oppassen, om een commis sielid van ons, dat niet aanwezig is, hier in het donker te laten zetten. De heer Hartman: Het is altijd ver keerd, om iemand in den rug aan te vallen en ik deel U daarom mede, dat de mogelijk heid niet is uitgesloten, dat de Comm een gelijkluidend rapport inzendt aan Ged. St. U zult het inzenden, maar ook de Comm. zal dit doen. De voorzitter stelt er belang in, te weten, wrarom men dit doet. Is dat een kwestie van wantrouwen? De heer Hartman: Er is niet gespro ken over wantrouwen. De voorzitter: Maar het rapport wordt toch gelijk met de rekeningen naar Haarlem gestuurd. Er schijnt dus toch wel sprake van wantrouwen, maar ik heb er geen bezwaar tegen, dat de heeren aldus handelen. De secretaris: Voor het verzenden van afschriften ben ik verantwoordelijk. De heer Hartman: Dan zal ik daar over met de Comm. spreken en voorstellen, dat niet te doen. De s e c r e t a r i s: Ik zou wel eens wil len weten, wat ik gedaan heb, dat eenig wantrouwen motiveert. De voorzitter: Het woord is niet aan U; trek het U maar niet aan. Wat de door mij ingediende declaratie be treft, die loopt over het bijwonen van een cursus, waarbij talrijke collega's aanwezig waren. En ik vind het, eerlijk gezegd wel een klein beetje dun, daarover te vallen Mijn reiskosten zijn waarachtig niet zoo hoog. De heer Hartman: Er staat niet bij. hoeveel dagen U op reis bent geweest De voorzitter: Ik ben twee dagen en één nacht weg geweest, en wij hebben daar een vollen dag werk gehad. De cursus hield verband met de bescherming van de burger bevolking tegen gasaanvallen en ging uit van de regeering. Wij waren dus in zekeren zin opgecommandeerd. - Spr. geeft den heer Hartman in over weging, een volgenden keer niet zoo te insi- nueeren. De heer Hartman: Dat weet ik nog niet. U had er dan maar op moeten zetten, hoe lang U weg bent geweest. De fout ligt bij U. U maakt, dat de secretaris ten onrechte zegt, dat er wantrouwen gezaaid wordt en stemming tegen hem. De voorzitter bracht hierop het voor stel van de Comm. om de rekeningen, be houdens die van de bedrijven, voorloopig goed te keuren, in stemming. Hiertoe werd met algemeene stemmen be sloten- De wethouders bleven buften stemming. Een suppletoire begrooting voor den dienst 1931, groot 3000, werd conform vastgesteld De begrooting voor 1932, gewone dienst, ontvangsten en uitgaven 127534.67; kapi- taaldienst. ontvangsten en uitgaven 34000, werd op voorstel van den fi=er Blok, in handen van den Raad buiten de wethouders gesteld, ter onderzoek. De subsidieaanvragen van de V. V. V. en van de Comm. tot viering van den Koningin nedag, werden bij de begrooting gevoegd. Nog werd besloten, het nadeelig saldo van 1930, groot 971, op 1931 over te brengen. Besloten werd, te bepalen, dat de Berg straat van West naar Oost niet meer door 4-wielige motorrijtuigen, mag worden be reden. B. en W. deden hierna het voorstel, om den grond langs de Wilhelminastraat, de Tromp straat, den Prins Hendrikweg en den Zwar- tenweg, te verkoopen en B. en W te machti gen, te verkoopen tegen een door den Raad vastgestelden prijs; langs de Wilhelminastr. voor 2.25 per M2, Prins Hendrikstraat 1.50, Trompstraat 2.25 en Zwarte Weg 1.25. Voorts stellen B. en W. voor, om voorloopig naast Zander een strookje van 10 M. open te houden om de toegang tot het daar achter gelegen duin niet vast te zetten. Verder stellen zij voor, te bepalen, dat de- gennen, die daar willen bouwen, niet meer behoeven bij te dragen voor het betegelen. De gemeente is niet verplicht, te tegelen, maar als er betegeld wordt, dan moet de ge- mente het doen. DeVoorzitter zegt nog, op een vraag van den heer Hartman, dat B en W met te- gelen willen wachten, tot er een paar per- ceelen gebouwd zijn. Het is hier een zaak van practische politiek. Spr. herinnerde eraan, dat er nog altijd het verzoek van den heer Van Pelt is, om hem grond te verkoopen. Dit verzoek is nog niet afgedaan, omdat nog niet vaststaat, hoe de weg komt, doch dit leek spr. billijk om de grondprijsverhooging op hem niet toe te pas sen. De heer Dekker vroeg, of het niet mogelijk was, dat eerst teekeningen werden overgelegd, opdat de Raad, alvorens de ge vraagde machtiging te verleenen, precies kan zien, hoe er gebouwd wordt. Aan den anderen kant juichte spr het toe, dat er verandering wordt gebracht in de wij ze van grondverkoop. De Voorzitter zeide, dat B. en W. wel een teekening kunnen overleggen, doch dat zij overigens in den verkoop vrij moeten blijven, aangezien iedere kooper een andere breedte wenscht. Wanneer er iets bizonders is, dan komen B. en W. van zelf wel met de zaak in den Raad. De heer van de Pol oordeelde den prijs aan den Zuidkant van de Wilhelmina- laan te hoog, wanneer de grond daar niet bouwrijp verkocht wordt. Er moet zeker 70 c M. grond op. Nadat hem was geantwoord, dat ophoo- fing daar niet noodig is en dat men het bij en bouw met de fundeering kan vinden, stel de de heer van de Pol voor, om de prijzen voor de Wilhelminalaan op 2.50, voor de Pr. Hendrikstraat op 1.75, voor den Zwar ten Weg op 1.50 en voor de Trompstraat op 2.50 te stellen. Overigens vereenigde hij zich met de voor stellen van B. en W. Dit voorstel van den heer Van de Pol werd met algemeene stemmen aangenomen. Op voorstel van B. en W werd besloten, de rekening-courant met de Ver. van Ned. gemeenten opnieuw te continuecren Benoeming commissie wering van school verzuim. Aftredend de heer Bosschaart en Gerritsen. Beiden werden met 5 en 6 stemmen her kozen. Tot lid van de commissie voor het land- bouwverslag werd herkozen de heer K. de Graaf met 3 stemmen, één stem op Huibert Krijn, één op v. d. Pol en 1 blanco. Tot lid van het Armbestuur en Gasthuis fonds, aftredend de heer Ds. Roobol, werd gekozen de heer v. Kleef. De voorzitter: Dat zal moeilijkheden opleveren, in verband met diens verwant schap met den secretaris Maar laten wij maar afwachten. De heer Hartman bepleitte de instelling van vas.e commissies van bijstand. De voorzitter oordeelde dit niet noodig. De bestaande strafverordeningen werden hierop opnieuw voor 5 jaar vastgesteld. Voor den aanvang van de rondvraag wenschte de heer Hartman mede namens den heer v. d. Pol de verklaring af te leggen, dat de commissie het stuk met bemerkingen over de begrooting niet naar Ged. Staten zullen zenden, omdat de commissie gee*x enkel wantrouwens tegen den secretaris koestert en niet wil, dat deze denkt dat dit wel het geval is. De voorzitter bracht de heeren hier voor, namens den secretaris dank. In de rondvraag bepleitte de heer v. d. P o 1 de wenschelijkheid van het veiplaatsen van eenige lantaarns. De heer Dekker wees er op, dat velen inwoners putten, die aan de gemeente behoo ren, gebruiken of ze hun eigendom zijn. Devoorzitterzal een en ander onder zoeken. De heer Hartman laakte het, dat de directeur van de lichtbedrijven bij de fabriek de Meteoor in de Steeg betonpalen besteld heeft voor werk aan de fabriek. Spr. oor deelde. dat dit werk is voor den gemeente opzichter, die ten volle voor zijn taak is be rekend. De Meteoor geeft 20 pCt. provisie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 9