jMQezonden Stukken JCeck Schooi J gls er meer binnenlandsche handelaren zijn, het bedrag op 2.50 gehandhaafd blijft. De voorzitter meende dat men hiermede accoord ging. De vergadering in Den Haag ral door zooveel mogelijk bestuursleden be zocht worden, en met de gedachtenwisse- ling zal rekening gehouden worden. Medegedeeld werd, dat na gevoerde cor respondentie met de L. G. C.f eene boete zal geheven worden, gelijkstaande met het gewicht, dat op het veilingbordje staat, in dien blijkt dat er minder gewicht is dan is aangegeven; De voorzitter raadde nu aan om even- tueele tekorten, die soms groot kunnen zijn, bij den keurmeester op te geven. Na eene korte bespreking hechtte de ver gadering hieraan hare goedkeuring. Nu werd gestemd over de toelating van den heer C. Kuiper Jz. als lid. Met algemeene stemmen werd hij aange nomen. Dit was wel een unicum, zeide de voor zitter. De secretaris releveerde na eene gehou den correspondentie met het K. S. Z. Hieruit bleek, dat bij klachten een beroep bij eene commissie mogelijk is. De heer Jn. Kloosterboer zette uiteen, dat de activiteit van deze instelling zeer veel te wenschen overlaat. Uit de besprekingen, mede als gevolg van de gevoerde correspondentie met het K. S. Z„ kwam men tot de conclusie, dat het zeer gewenscht is, dat door bouwer en koo- per alles gedaan zal worden om betere en meerdere keuring voor de pootaardappelen te verkrijgen. Het volgende punt betrof: De maatrege len tot handhaving van de minimumprijzen De voorzitter releveerde de samenkomst, welke hierover met het bestuur en Den Vierbond is gehouden, en zeide, dat koo- pers beneden 60 cent beboet worden met 25. We willen hoopen, zeide de voorzit ter, dat het uit de hand verkoopen nu ach- tewege blijft. Over dit punt ontstond een breedvoerige discussie. De heer Jn. Kloosterboer b.v. vroeg, waar het bestuur van „Koophandel het recht vandaan haalt om zoo maar besluiten per andere organisatie te nemen. De voorzitter vond het schandalig van die leden van „Koophandel", die er op uit zijn, als ze goed voor 60 cent kunnen koo- pen, dan liever na de veiling achter de menschen gaan, om goedkoop te koopen. Dc heer Jn. Hoogland zeide, dat er geen vertrouwen bij de leden is, dat het met die boeten goed zal gaan. Bij overtreding zijn er 2 bouwers en 2 kooplieden, die als commissie het geval zullen onderzoeken. De heer Jn. Kloosterboer vond, dat men zich op glad ijs betfaf. Laten de vereenigin- gen zelve hunne leden beboeten. De heer Bonnet zeide, dat het zijn oor sprong vond in de tuinders; welnu, laat men het dan daar uitzoeken. De voorzitter zeide, dat men dit ook wel wilde, maar niet zonder Koophandel. De heer S. Kramer wilde, dat het onver kochte goed wordt vernietigd en door de tuinbouwvereeniging later betalen. De heer Ootjers (Noordermarktbond), be treurde het dat over dit punt zoo lang ge discussieerd werd. Over het geheele land ZÜn minimumprijzen gesteld. Men moet gren oneerlijke concurrentie in de hand werken, maar een reëel en handel bevorderen De voorzitter meende dat er nu genoeg is gediscussieerd en zeide het niet zoo erg te vinden als in Medemblik of Opperdoes waar onder 60 cent verkocht wordt Maar wel is erg, als men voor 60 cent kan koo pen op de veiling, men op andere wijze tracht te koonen voor 30 cent. De heer Ootiers zeide: Laat ons dan be sluiten. De heer Hoog'and Jr. zeide dat het wel over het geheele land is ingesteld, maar dat er veilingen ziin die het niet uitvoeren. De heer J. Hoogland is er voor a's de le den allen besluiten, maar niet als het zoo maar door de tuinbouworganisaties opge legd wordt De heer Rijper meende dat het goed zou ziin, als de tuinders het konden vinden, dat lii niet onder den minimumprijs verkochten Het goed wordt zelfs voor 1 cent per stuk verkocht, en daartegen kunnen wij niet con curreeren. De voorzitter: Dat is een zaak van de tuinders. Als het blijkt dat ze niet aan de veiling komen, dan spreekt het vanzelf dat de bepaling opgeheven wordt. De heer S. de Boer kwam op tegen de be schuldiging dat de tuinders déze boete heb ben opgelegd, want dat is geenszins het ge val. De voorzitter meende dat men nu voorloo- pig met het genomen besluit accoord gaat. De heer Rijper: Maar meneer de voor zitter, moeten wij als leden daarin toestem men? De voorzitter: Ja. Meerdere stemmen: Daar zijn wij tegen De voorzitter: Dan gaan wij stemmen. De uitslag van de stemming was: 20 voor en 13 tegen. De boete wordt dus voorloopig ingesteld. De heer Jn. Kloosterboer zeide te hopen, dat men maatregelen zal nemen als men el ders kool verkoopt beneden de minimum waarde. De voorzitter zegde dit toe. Nu volgt punt 4: Nieuwe prijscourant Overeenkomst. Na een korte bespreking werd goedgevon den deze overeenkomst weer opnieuw aan te gaan \olgens den wensch van den heer KI nrif,mer' za' kot besluit over de minimum- ge ,na a k-o rd en"3fe 380 kornet du,bespi;eking prijscourantenovereen- was Ap a1 vraag naar voren wat beter den of rs,y°or het buitenland per gul- hf-ekerw.ï^rn Van de b€trokl(en natie te een n De gedachten liepen hierover uit- koo]evan°7pnr "'Z5® dat voor wapen voelde er vee? vL/ 80 Vracl,t ti: komt' Hij Brren* te verifn» ,°m «'echts tot aan de vellende 1™?"' wil hierover op eene da gep!aatstgz?n%*" ,punt °P de agen den zal overwogen wor- ^°°£'and zeide bezwaar te bben dat vreemde kooplieden zoo maar op de veiling kunnen raak koopen. Spreker was niet tegen kleine kwantums, maar als vreemde kooplieden zoo maar met een mand appelen beginnen, gaat het toch te ver en er wordt niets van gezegd. De voorzitter: Het gaat niet goed als men ten nadeele van de kooplieden verkoopt. Het is in strijd met het veilingsreglement. De heer S. de Boer, veilingleider, zou hieraan aandacht schenken. De heer G. Bekker wees er op dat alles tusschen door verkocht wordt De voorzitter zeide dat het beter is, dat alles apart gepresenteerd wordt. Oo kwerd den veilingleider aanbevolen maatregelen te nemen. De voorzitter ging tot sluiting over en hoopte dat de vorst ons niet in den steek zou laten. Er is bepaald veel kool en de vorst moet ons helpen. Hierop liet hij de hamer vallen. WARMENHUIZEN. Overzicht „C.V.V." van 2 tot en met 7 November 1931. De verscheidenheid van de aangevoerde producten is de laatste week aanmerkelijk ingekrompen.. Van slaboonen, witte kool en bloemkool viel in deze week niets te be speuren. Het is een algemeen bekend feit, dat deze inkrimping niet het gevolg is van een „uitverkoopDe tuinbouwers zijn als het ware genoodzaakt geweest hunne aan voeren van bepaalde producten te staken Zeker de tegenwoordige drukke werkzaam heden zijn mede de oorzaak van de onge kende geringe aanvoer doch alles mag niet onder die vlag gedekt worden. Roode kool. Om te beginnen met dc „groote rij van producten" kunnen wij eerst melden, dat de handel in roode kool wel iets is verbeterd, alhoewel de prijzen nog bij lange niet goed te noemen zijn. Mooie groote roode kool is nog verkocht voor den minimumprijs van 0.60 per 100 K.G., terwijl men ook voor de kale 0.60 wist te bedingen. Aangaande de hoogste noteering van de roodekoolprijzen zijn wij vergeleken met de noteeringen van de laat ste weken wel iets vooruitgegaan. Behalve in deze week zijn prijzen als 2 per 100 K.G. in dit seizoen nog niet besteed. De aanvoer bedroeg in deze week 22.100 K.G. tegen 700 K.G. in de vorige week. Gele kool. De aanvoer van gele is even eens in deze week wat uitgebreid. Deze be droeg 6600 K.G. tegen 300 K.G. in de vo rige week. Voor de groote gele kool werd j.1. Woensdag den minimumprijs betaald en op Vrijdag j.1. voor iets kleinere soort 0.80 per 100 K.G. Zooals men ziet was de handel in dit product nog van weinige be- teekenis. ij Het derde en laatste aangevoerde pro duet was de uien. Gele uien en drielingen. Onder al de be roerde omstandigheden blijven de uienprij- zen steeds goed. Voor de gewone uien is betaald van 4.705.50 en voor de grove uien van 4.705.10 alles per 100 K.G. De drielingen uien bleven eveneens dezelfde belangstelling trekken. De prijzen hiervan varieerden van 4.30 tot 4.80 per 100 K.G. De aanvoer bedroeg In totaal 31775 K.G. tegen 26200 K.G. In de vorige week. DE STREEK. Nu per 1 November het Duitsche invoer recht van 5 tot 214 Mark per 100 K G. is verlaagd en de vroege herfstbloemkool vrij wel opgeruimd is, wordt thans tegen de gel dende iage priizen weer eenigen handel met Westfalen en Rijnland ondernomen. (buiten verant\ioordeli\kheid van de Redact'e. De opname ji ae rubriek, be^i/st geenszins dat de edactu er mede instemt). Alkmaar, 10 Nov. 1931. Mijnheer de Redacteur, Verzoeke beleefd eerige ruimte in Uw ge acht blad. Wanneer iemand scherp uit den hoek komt in Uw courant van 6 November, dan is dit wel „Scheeps-officier". Als bedoelde „Scheeps-officier" zoo goed dt Vaderiandschc geschiedenis kende ten op zichte der arbeidsvoorwaarden, als deze m c'ien rijd waren voor het scheepsprrsoneel of misschien alleen voer de. scheepsofficieren, dan komt het ondergetekende onbegrijpelijk voor, dat Inzender zich toch voor dezen werk kring beschikbaar heeft willen stellen. Op cLze meening mijnerzijds zal „Scheeps officier" zich natuurlijk verdedigen met de stelling, dat hij toen nog jong was en belust op wedei waardigheden, welke hij naar ver houding van den tijd op zee gevaren te heb ben, ook wel medegemaakt zal hebben. 't Brouwsel, dat uit een stuk bierglas moest worden gebruikt, heeft die „oude zeevaarder", stel ik mij voor, met het meeste plezier en vol doening gebruikt, zooals het meestal aange- raam is iets betreffende herinneringen te ver tellen. Hiertegenover kan eeu oude man vertellen, dat hij, als afgedaan en onbruikbaar be schouwd, zegge nog geen 13 jaar geleden, zender eenigen steun, zijn biezen kon pakken, wat toentertijd niets anders beteekende, dan dat men aan den honger werd overgegeven Dit is preciea 't tegenovergestelde: de „oude zeevaarder" kreeg zijn buik 'tenminste nog vol. terwijl de „afgedankte proletariër" eenvou dig aan den dijk werd gezet. „Scheepsofficier" beweert, „een schip °P zee houdt U gevangen". Dit geeft o. g. direct toe. Abuis is hij door te zeggen, dat een werkhuis aan land na 8 uur arbeid zijn poor ten entsiuit. Ja, nu in de meeste gevallen vver Maar dan gaat de werker niet direcj„^an huis, maar hij moet direct naar huis en da blijft hij vanzelf wel binnen, *antz n in zeer vele gevallen van dien aard, d hij z'n huishouden niet tekort do n, j in staat is, zich eenige J"ÏHkzeggen datde Dus kan men gevoegelijkzeggen, oa Nuafs een haal een dier maar een vrouw, jtoch is een mensch, zal toch zeker beter iïsEÏÏ zun het leed te voelen en te begrijpen. En als man en vrouwen samen dit leed dragen, zou ondergeteekende weieens precies willen weten of deze beide menschen alle nachten zoo gerust zullen slapen. Een allerminst ruime levensopvatting heeft „Scheepsofficier" niet bewezen. Aan leed valt niet te wennen. Zoodra het motief daartoe weg is, houdt dit op. Blijft men ech ter in minder aangename omstandigheden, dan is toch logisch, dat men het leed ook be houdt. j De berusting, welke door leed wordt ge vormd, wordt dan aanvaard naar kracht en inzicht, maar in hoofdzaak is deze berusting een noodzakelijk kwaad. De legende omtrent die zeevaartschoolleer lingen doet wel romantisch aan, maar 't is eigenlijk een gewoon iets; want direct als men aan den arbeid gaat, begint de roman tiek van het leven. Is men geschikt voor den gekozen arbeid, dan wordt men benijd door z'n naasten en is men niet geschikt voor dien arbeid, dan wordt men ontslagen. En dan te lezen „het schip gaat verder". Nu, ik zou wel op dat schip willen ver- keeren, want zoolang dit verder gaat, heeft men geen last. Ten overvloede nogmaals dit: elk schip, maar ook elke arbeid i9 in hoofdzaak roman tisch. De mensch, die goed gesitueerd is prac- tiseert er anders over. Die zegt: wat moet 't mooi zijn, bijv. een machine te hebben ge maakt. Daarin legt hij zijn geheele ziel. 't Mooie van het werk door dien arbeider wordt bij hemzelf al .1^' spoedig weggeno men, doordat deze altijd in zorg zit voor zijn levensonderhoud. Dat een landman er een gunstiger levens wijze op na houdt, kan o. g. zich heel be9t in denken. Op een schip zal 't uit den aard der zaak veel primitiever toegaan dan in de wo ning aan land; zooals dit ook het geval zal zijn met de voorwaarden, waaronder men werkt. Wat betreft de gevaren van passagieren in vreemde havens met veel geld in je zak, dit is wel 't teerste punt om hierop in te gaan. Ondergeteekende kan toch slecht in de courant verklaren, zich weieens aan deze gevaren te willen blootstellen. Want aan den wal komt men er zoo maar niet toe: 't is armoede en 't blijft armoede. Ook wij arbeiders, „Scheepsofficier"!, wor den gehard door onze ondervindingen. Aan land worden ook de ondergeschikten bij verkoop van zaken aan den dijk gezet Ook deze menschen komen bij „M.H." terech*. 't Is natuurlijk beter, als men er geen bood schap heeft. Sarcastisch is er mij op gewe zen, dat dit een democratische instelling is Daarvoor betaalt de beter gesitueerde zijn belasting. Ook voor de zeelui. Dus het Neder- landsche volk wordt wel gedwongen een handje uit te steken. Alle minder aangename aangelegenheden worden op 't oogenblik in de meeste bedrij ven, misschien mede door de omstandig heden, aangetroffen. Dit is niet alleen zoo bij de zeelui. Ze bestonden 4 jaar geleden voor de melksliiters ook al. Toen was een hoogst ontwikkeld onderwijzer of hoofdonder wijzer, waarvan ik dacht, dat hij nogal een geest van organisatie bezat, de eerste van mijn klanten, waar ik niet meer behoefde aar, te komen, omdat hij de melk een paar centen goedkooper kon krijgen, iets dat ik van geen enkelen arbeider heb ondervonden. De werkelijkheid van eiken werkkring is, dat 't nooit mee valt. Als jonggezel weet men dit niet. Als oud-gezel weet men dit wel. Maar uit een financieel oogpunt is men wel genoodzaakt zich in één der bestaande werk kringen te begeven. In de loonstandaard is o.g. een leek. Dus kan hij hier niet op in gaan. Evenzoo is dit het geval met het prospectus. „Scheepsofficier" is zeker geen minnaar der natuur; anders keek hij r ruim niet in, maar naar den hemelboog. Zoo is het met elk vak. Als men eenmaal z'n vakkennis heeft, dan is het raadzaam daar hij te blijven. En dit is nu eenmaal in het leven zoo. Alle tijden hebben weer tijden. En tegen al te vrije handelingen door pa troons heeft men zich te organiseeren. Men is geneigd te verklaren, dat de zee vaartscholen onder de malaise lijden en zij zijn evengoed druk bevolkt. Ja, dat is nu eenmaal de tegenstelling. Wat betreft 't reeds lang niet meer aan nemen van personeel bij de Lloyd of de Nederland, hier komt de tegenstelling weer direct naar voren bij wijze van het wel aan nemen van onbevarenen. Of deze menschen nu juist kneedbaarder zullen zijn en nog groen, valt m. i. te betwijfelen. In ieder geval heeft „Scheepsofficier" door dezen zoo on- aangenamen term te gebruiken, zijn geest van ontwikkeling, bewust cf onbewust, wel eenigermate aan den Rant gezet. Ook aan land loopen heel veel werkloozan en er worden ook zeker niettegenstaande da', leerjongens aangenomen. Dit gaat ook al weer heel anders dan vroe ger. En men kan het rad des levens mi een maal niet stil laten staan. Hiermede aan het slot zijnde, heb ik de eer te teekenen met beleefden dank aan U, Mijn heer de Redacteur, voor de verleende plaats- ruimte' Hoogachtend, P. VRIESMAN Jr., Voormeer 13. Geachte Redactie, Vergun mij nog een kort woord aan de nog steeds anonieme Scheepsofficier. Mijn dank voor Uwe welwillendheid! Scheepsofficier heeft nu eenige kolommen noodig gehad, om te waarschuwen voor het zeemanschap en heeft er alle mogelijke be roerde dingen over geschreven. Een ding heeft hij m. i, echter vergeten en dat is: „Om alle belangstellenden nu eens te vertellen, welk vak nu eigenlijk wel goed is en in welke branche geen overcompleet bestaat". Wel licht konden op zijn advies, dan alle Zee vaarscholen van koers veranderen. Tenslotte nog dit! Weet scheepsofficier dan dan niet, dat vrijwel alle Maatschappijen de beurzen aan de scholen voor studeerende jon gelui hebben ingetrokken? En: Waarom valt aan zooveel jongelui het varen tegen? Omdat zij met een veel te groot optimisme beginnen. Dit kan natuurlijk voor een groot deel komen door al te mooie lectuur omtrent het zeevarend beroep, doch m. i. ligt dat ook veel aan de opleiding. Nuttig en noodzakelijk is het voor de opleiding, om al te groot optimisme te dempen en vooral om de jongelui er tijdig op te wijzen, dat wan neer zij in het bezit zijn van een diploma of certificaat, dit slechts het begin is, voor een verdere succesvolle studie en dat, mooie uni form, meisjes, etc, niet alléén genoegens, doch véél meer gevaren kunnen zijn. Resu- meerende blijk ik erbij, dat m de huidige om standigheden, zoowel te groote pessimisme, als te groot optimisme schadelijk zijn en de gulden middenweg m. i. de beste is. U dankend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, 'A. J. M. MARIJN. Bergensche en Zwolsche Radio-School (De bedoeling van „Scheepsofficier" was alleen te wijzen op de kleine kans, na studie op de zeevaartscholen, een positie te kunnen verkrijgen. Hij achtte het daarom zijn plicht ouders en andere opvoeder voor deze opleidingsinsti tuten te waarschuwen. Wij gelooven, dat deze zaak nu aan alle kanten bekeken is en sluiten hiermede de dis cussie. Red. Alkm. Crt.) BRANDMELDING. Mijnheer de Redacteur. Verzoeke beleefd een kleine plaatsruimte voor onderstaande. De brand in de fabriek der fa. Bruin en Blom, de vorige week, bracht aan bet licht, dat er iets haperde aan het brandmeld- systeem. Wat toch was het geval? De bedie nende wacht aan het politiebureau gaf di rect aan de diverse brandmeesters telefonisch bericht „brand in de Perronstraat'. Het onge luk wil, dat één der brandmeesters van het laddercorps verstaat „brand in de Run straat", wat ten gevolge had, dat dit corps met haar ladderwagen in een ommezien juist aan het ander gedeelte van de stad haar tenten, of in dit geval haar ladder wilde op slaan, dan waar het gevaar dreigde. Geluk kig was de brand spoedig gebluscht, doch het had anders kunnen zijn. Mijn vraag is nu, is er geen beter systeem te vinden? Er zijn systemen genoeg.'En wat niet bestaat, kan tegenwoordig allicht gemaakt worden. Ik ben geen technicus en weet ook niet, of het systeem, dat ik mij voor den geest haal, ergens bestaat, doch wil het even ontplooien. Ik stel mij dan voor, in het politiebureau een toetsenbord genummerd van 1 tot met 0, dat bij brandmelding afgedrukt wordt en in directe verbinding staat met de woning der brandmeesters, bij wien ook een verlicht nummerbord wordt aangebracht. Iedere straat krijgt nu een nummer, waarvan een lijst wordt gedrukt en bij ieder nummerbord wordt opgehangen. Heeft nu b.v. de Lange- straat no. 65 en daar event. brand uitbreekt, dan verschijnt op ieder nummerbord, gelijk met het afgaan der brandschel no. 65, en heeft de brandmeester zijn lijst te raadple gen en ziet onmiddellijk, waarheen hij zijn corps kan dirigeeren. Of dit systeem te ver wezenlijken is (waaraan ik geenszins twij fel) en wat de kosten daarvan zijn, laat ik gaarne aan bevoegde deskundigen over. Te duur kan het niet zijn, omdat bij dit systeem wellicht alle telefoonaansluitingen bij de brandmeesters, welke voor rekening der ge meente zijn en zelfs nog duurder betaald moeten worden dan van een particulier, kun nen vervallen. Met dank voor de plaatsing, T. (Wij hebben natuurlijk tegen plaatsing van het bovenstaande geen bezwaar maar willen er, wat de brand in de Perronstraat betreft toch nog even op wijzen, dat de brandweer, onder leiding van haar comman dant, buitengewoon vlug ter bevoegder plaatse aanwezig was. Red. Alkm. Crt.) OUDERAVOND DER 3DE GEMEENTE SCHOOL. Maandag, 9 October, werd in de 3de Ge meenteschool een ouderavond gehouden, die in weerwil van het minder gunstige weer flink was bezocht. Na afdoening der gewone agendastukken hield de voorzitter, de heer J. N. Kroone, een inleiding over het onderwerp „Herfstvacan tie". In zijn goed gedocumenteerde rede be handelde de spreker den invloed der tegen woordig ingerichte school op de leerlingen en de leerkrachten. Daarbij besprak hij eerst in het algemeen de wenschelijkneid der va- canties, die, zoowel voor de kinderen als voo: den onderwijzer, noodig zijn tot herstel van geestelijk en lichamelijk evenwicht, betoogde, dat de tegenwoordige verdeeling van werk perioden en rustpoozen niet rationeel is door den veel te langen rek van half Augustus tot eind December. Beter zou zijn het jaar in 4 ongeveer evenlanfe werkperioden te verdee len. Dit zou bereikt kunnen worden door de groote vacantie iets te vervroegen en een herfstvacantie in te schakelen. Dit achtte hii zeer bevorderlijk voor het onderwijs, want dan zou na dien rustpoos tot eind December frisscher, opgewekter en intensiever gewerkt kunnen worden dan thans. Na deze rede waarin de inleider hulde bracht aan het Bureau voor Onderwijsadvie- zen te Amsterdam, dat hem zeer waardevolle gegevens had verstrekt volgde een geani meerde gedachtenwisseling, waarna ten slotte een groote meerderheid der aanwezigen zich voor het instellen van een herfstvacantie verklaarde. In de pauze namen de aanwezigen eens een kijkje in de gemoderniseerde lokalen, waar tevens een nieuwe collectie opgezette dieren was opgesteld. Allen betuigden hierover hun ingenomenheid en onder instemming der ver gadering sprak de voorzitter zijn dank uit aan de autoriteiten, die aan de verschillende verbeteringen waaronder ook liet aanbren gen van een geluiddempend wegdek had den meegewerkt. Daarna kwam aan de orde de verkiezing van een nieuwe Oudercommissie, die nu sa mengesteld werd uit de dames Langenberg en de Waal, en de heeren Koot, Olivier en Jan sen van Jorksveld. In zijn slotwoord bedankte de voorzitter allen, die tot het welslagen van dezen pret- tigen avond hadden meegewerkt en wekte de aanwezigen op de ouderavonden steeds trouw te bezoeken, daar hij ze een uitstekend mid del achtte om den band tusschen school en gezin te versterken, NED. HERV. GEM. TE ENKHUIZEN. Geen rechtzinniger meer in het kies college of als rtofabel. De herv. gem. te Enkhuizen heeft 11 ge machtigden voor het kiescollege en 2 notabe len gekozen. Het aantal stemgerechtigden be- droef 2006; op de candidaten der vrijzinni gen voor het kiescollege zijn 782 tot 794 gel* dige stemmen uitgebracht (verleden jaar 730 tot 732); op de rechtzinnige candidaten 742 tot 747 (v. j. 675 tot 677) stemmen. Voor het college van notabelen verkregen de vrijzinnige resp. 775 en 779 (v. j. 700 en 712) stemmen. De candidaten der t«genPa™j verkregen resp. 710 en 711 (v. j. 669 en 672) stemmen. Alle vrijz. candidaten van beide groepen zijn dus gekozen. j 'In het kiescollege, dat met inbegrip van de 3 predikanten uit 63 personen bestaat, heeft thans geen lid van rechtzinnige richting meer zitting. De beide laatsten hebben bi) deze verkiezing hun zetel verloren. Ook het college van notabelen bestaat thans geheel uit vrijzinnigen; tot dusver za ten er twee rechtzinnigen in. Tusschen de kiesvereeniging van de vrijz. hervormden en de rechtzinnige, genaamd Romeinen 1 16, worden thans op voor stel van de vrijzinnigen onderhandelingen gevoerd, om te komen tot evenredige verte genwoordiging. De vrijzinnigen hadden reeds eerder voorstellen in dezen geest gedaan. GASVERWARMING NED. HERV. KERK TE UITGEEST. In de Ned. herv. kerk komt gasverwar- ming. Het werk wordt uitgevoerd door de firma K. Greeuw. GEMEENTE CONTRA MINISTER. J,Buitenleerlingen"-kwestie< Na de omzetting van de driejarige in een vijfjarige R.H.B.S. te Heerenveen, werd ds gemeente Engwirden als zijnde de vesti gingsgemeente op grond van art. 36 quar- ter vrijgesteld van de bijdrage per leerling. De voorheen met de gemeente Engwirden contracteerende gemeenten Schoterland, Has- kerland en Opsterland inzake het instand houden van het M.O., moesten echter de bij drage per leerling blijven betalen. Dit achtte het gemeentebestuur van Scho terland onbillijk, waarom het zich dan ook tegen betaling dier bijdrage verzette en vier jaren achtereen weigerde, om deze bijdrage te storten. In 1926 paste de minister machtsmiddelen toe door te dreigen met inhouding van de rijksuitkeering volgens de wet van 1897. Een dusdanige situatie deed zich ook el ders voor o.a. te Oude Tonga, welke gemeen te met het Rijk ging procedeeren en in hoog ste instantie in het gelijk gesteld werd. Door de gemeente Schoterland is toen op grond van dat arrest van den Hoogen Raad een vordering bij het Rijk ingediend van 55.223.33. De minister is nog niet bereid bevonden deze gelden terug te storten, doch beroept zich op de verjaring. (Vorderingen verjaren bij het Rijk na vijf jaar.) Echter meent de ge meente Schoterland, dat zij dus in het uiter ste geval nog over vijf jaren terugbetaling van de gestorte gelden heeft te vorderen. B. en W. van Schoterland eischten evenwel het volle bedrag, waaromtrent de minister nog geen beslissing heeft genomen. Deze bijdra gen zijn indertijd uit de gewone middelen be taald. De kans op uitbetaling schijnt thans heel groot te zijn, althans B. en W. hebben op de begrooting over 1932 een ontvangpost van 18.000 aangebracht, zijnde het derde deel van het totaal van het teruggevorderde. Het totale bedrag wil men n.1. over drie begroo- tingsjaren verdeelen. Wordt dit bedrag door de schatkist betaald, dan zullen ook de ge meenten Haskerland en Of>sterland dezelfde rechten kunnen laten gelden. FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOI EN ONDERWIJS. Iets over groote en kleine scholen. Het Centraal Bureal voor de Statistiek schrijft ons: In het vorig artikel werden aan de hand van de statistiek van het gewoon en uitgebreid lager onderwijs enkele opmerkingen gemaakt over de gewich tige vraag of er in ons land niet te veel scholen zijn. Onze beschouwing van v.-mdaag hangt daarmede zeer nauw samen. Te veel scholen beteekent Im mers te kleine scholen. Het is daarom volkomen verklaarbaar, dat de vraag naar de schoolgrootte in de gedachten- wisseling over de actueels problemen dezer schoolorganisatie al even groote be'angstelljng geniet als die naar het aantal scholen. Gebruikelijk is het dan de schoolgrootte te bepalen naar het aantal onderwijzers. Zoo spreekt men van eenman&scholen, soms ook wel van twee- of driemansscholen. Er bestaat nog een andere, feitelijk meer voor de hand liggende, wijze om de grootte van een school aan te duiden, n l. de vermelding van grootte der schoolbevolking. Men kan de scholen dan indeelen naar groepen van leerlin gen, b.v. scholen met 1—20 leerlingen, scholen met '21—40 leerlingen, enz. Het is opmerkelijk, dat over de schoolgroot te, op de eene of op de andere wijze aan geduid, in de officieele onderwijssta- tistieken vroeger geen gegevens gepu bliceerd werden en het is verblijdend, dat het Centraal Bureal voor de Stati stiek thans in de gelegenheid werd ge steld om omtrent dit uit schoolorganisa torisch oogpunt zoo uitermate gewich tig punt cijfers te verzamelen en in zijn bovenvermelde publicatie bekend te maken. Het blijkt, dat ons land weinig groote en, gelijk trouwens bekend was, veel kleine scholen telt. Er zijn op een totaal van 7.284 scholen voor gewoon lager on derwijs slechts 109 scholen met meer dan 400 leerlingen, daarentegen 428 scholen mat niet meer dan 40 leerlingen. De statistiek geeft echter meer dan deze totalen. Wij vinden daarin een verdee- liug dezer cyfers voor elk der gemeenten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 7