VERKADE Hteuv/ Het gemeentebeleid en het maatschappelijk leven Het hooge peil der gemeenteloonen draagt bij tot het op onnatuurlijke wijze in stand houden van koopkracht en tot belemmering' van prijsvaL Een rede van dr. A. R. Zimmerman, 25 CENT. OOL1JKH ©ESTERS voorstel. Een groote moeilijkheid is om de menschen werk te laten verrichten, dat over eenstemt met hun vroeger werk. Is het niet mogelijk nuttig werk te vinden voor men schen niet geschikt voor zwaar grondwerk. Kan men werkloozen niet opdragen toe zicht op het verkeer te houden bij onbewaak te overwegen. De voorzitter oordeelde, dat in het laatste denkbeeld een gevaar school. Als men de menschen weer opheft, verhoogt men het gevaar. Bovendien is het een hoogst verant woordelijke taak. De Spoorwegen aarzelen zelf een waar schuwingssysteem in te voeren, omdat bij storing het gevaar grooter is. De heer De Vries herinnerde aan be sprekingen in de werkloozencommissie. Het besluit is genomen om alle patroons te ver- zoeken zich voor werkzoekenden in verbin- ding te stellen met den correspondent der ar beidsbemiddeling. De heer He 11 in ga ging met het voor stel accoord. Spr. vrceg of het niet mogelijk was de be grooting zoo te maken, dat B. en w. gerech tigd zijn werkloozen te werk te stellen aan t gemeentewerk, dat de patroons voor de ge meente uitvoeren. De voorzitter zeide, dat B. en W. uit standpunt reeds innamen. Weth. Hemming betoogde, dat men di. niet alles in reglementen kan vastleggen. Men moet hier geval voor geval beoordee- len. Ook mag men niet uit het oog verliezen, dat men moet voorkomen, dat de kleine pa troons daardoor broodeloos worden ge maakt. De heer A u k e s bepleitte nog de wensche- lijkheid om waar mogelijk werk te vervroe- gen. De voorzitter zeide, dat dit denkbee.o de aandacht van B. en W. heeft. Het voorstel werd hierop aangenomen, waarna de vergadering werd gesloten. t In een vergadering van het Departement Amsterdam der Maatschappij v. Nijverheid en Handel en de vereeniging „De Industriee- le Club", welke gisteravond is gehouden in het gebouw „Industria", heeft dr. A. R. Zim- merman, oud-burgemeester van Rotterdam, een rede gehouden over„Het gemeentebeleid en het maatschappelijk leven". Reeds gedurende menig jaar zeide spre ker heeft het beleid van een groot aantal gemeentebesturen in wijden kring de aan dacht getrokken, maar het is toch eerst sinds enkele maanden dat dit onderwerp zoo ac tueel is geworden, dat men kan zeggen dat het thans een nationaal vraagstuk van de eerste grootte is. Dit werd het geval, toen verschillende gemeenten, waaronder de aller grootsten, in acute moeilijkheden begonnen te verkeeren en toen een wetsontwerp werd ingediend, waarbij aan de regeering de be voegdheid wordt toegedacht kasvoorschotten aan de gemeenten te geven of de door ande ren te geven voorschotten te garandeeren en aan deze hulp voorwaarden te verbinden. Het vraagstuk: „gemeentebeleid en maat schappelijk leven" is van zeer verre strek king, want het maatschappelijk leven omvat alles waarin het bestaan der volksgemeen schap als zoodanig zich uit, niet alken het stoffelijk en economisch bestaan, maar ook het peil der ontwikkeling, het peil der be schaving. Op dat alles oefenen de daden der gemeentebesturen hun invloed. Die daden zijn dan ook van de grootste verscheidenheid. Wanneer wij ons daarvan rekenschap geyen, begrijpen wij dat er voor een generaliseeren voor een algemeene kenschetsing geen plaats is. In een aantal opzichten hebben de ge meentebesturen, naar spr.'s meenihg, ook nu nog recht op waardeering en lof. Op de ge schiedenis van Nederland, zijn de bestuurs daden der gemeenten van de allergrootste be- teekenis geweest; met name het Amsterdam- sche stadsbestuur heeft behoort tot de voor naamste factoren, welke de beteekenis van ons vaderland in de wereld hebben bepaald. Ook na den val der oude republiek hebben alle opvolgende staatsregelingen begrepen, dat de plaatselijke autonomie der gemeenten behouden moest blijven. Tot op den huidigen dag vervullen de gemeenten een uiterst nut tige taak op het gebied der materieele wel vaart op het gebied der ontwikkeling en op het gebied der hygiëne. Spr. noemde havens, electriciteitsvoorziening, volksontwikkeling en volksgezondheid. Wij weten allen wel dat op dit gebied excessen zijn begaan. De bestu ren zijn er ook niet altijd van doordrongen geweest, dat veel wat vroeger bekostigd kon worden, thans financieel niet meer mogelijk is. Het vraagstuk dat is op te lossen is niet: „Wat zal men in de plaats van de gemeente lijke autonomie stellen?" maar „Hoe kan die autonomie gehandhaafd blijven met gelijktij dige wegneming van de schadelijke factoren, welke zich meer en meer hebben doen gel den?" Sommige gemeenten, aldus spreker, stellen het algemeen belang achter bij demagogie en partijzicht. Er is soms fantastische geldver spilling. Er zijn misbruiken in het behande len van de moeilijkste bestuursvragen vaak op zeer lichtvaardige wijze, in het op zich ne men van allerlei functies, die de krachten te boven gingen, in de afwezigheid van dat nauwgezette toezicht op anderen, welke in groote personeelen onmisbaar is. Die verkeerdheden hebben de thans be staande moeilijkheden in het leven geroepen. Iedere ingewijde heeft reeds sinds jaren kun nen voorzien, dat niet op deze wijze kan wor den voortgeleefd. In de laatste zeven jaren is de totale schuld der Nederlandsche ge meenten dus na alle periodieke aflossin gen toegenomen met 800 millioen gulden of met ongeveer 115 millioen gulden per jaar. In 1923 betaalde Rotterdam aan rente en aflossing op haar schulden ruim negen mf hoen gulden, in 1929 ruim 23 millioen gulden en sedert 1929 is er nog zwaar ge leend. Het is duidelijk dat ook zonderde c r s i s het oogenblik zou zijn aangebroken, waarop dit systeem in elkander zou zijn ge vallen. Het is een vergoelijkende uitdrukking, wan neer men den huidigen toestand kenschetst als moeilijkheden der kasvoorziening. De waarheid is, dat uit de eigen inkomsten niet meer voldoende middelen binnenvloeien om de uitgaven te dekken, dat dit sterk toene mend tekort thans niet meer met geborgd geld kan worden gedekt en dat dientengevol ge de verplichtingen niet meer kunnen wor den nagekomen en dat eerst dan weder een toestand van onverdachte solvabiliteit zal in treden, wanneer de uitgaven op zeer krach tige wijze zullen zijn teruggebracht, stp^n die uitgaven zijn ge- beteekénu'^i feit' dat de Knancieele beteekenis \an alle gemeentelijke huishoudin gen samen thans is uitgegroeid boven die van den Staatsdienst. Spr. lichtte dit toe met tal van cijfers, aan de statistieken ontleend Het zal, denkt spr. wel een unicum in de we reld zijn, dat de gemeenten tezamen meer uitgaven dan de Staat en bijna evenveel schuld hebben. De conclusie die hieruit moet worden ge trokken is deze, dat wie den financieelen toe stand van Nederland wil beoordeelen, dien niet kan aflezen uit de staatsbegrooting of uit de staatsschulden, maar dat hij er zich rekenschap van moet geven, dat er een meer dan volledige doubleering bestaat in de plaatselijke eenheden. Een doubleering in de lasten, die de natie te dragen heeft en een doubleering in de schuldverplichtingen. Dus ook een verdubbeling van den invloed, welke zware heffingen op het maatschappelijk le ven hebben en eveneens een verdubbeling van het inflatiegevaar, dat gelegen is in niet-slui- tende begrootingen en in het dekken van uit gaven met geleend geld. De groote uitbreiding, die aan het kies recht is gegeven, bekroond door de invoering van het algemeene, evenredige stemrecht, heeft ten eerste velen uit een andere klasse naar den gemeenteraad doen afvaardigen, en daaronder verscheidene, die voor die taak niet berekend waren, heeft ten tweede aan de partijpolitiek in de gemeentebesturen een groote plaats ingeruimd, en heeft er ten slotte toe geleid, dat in hoofdzaak het belang van slechte één klasse die in de belastingen weinig of niet bijdroeg, bij den raad gehoor vond. Het collectief eigenbelang van de leden eener enkele klasse werd meer en meer ver eenzelvigd met het algemeen belang. Hierbij kwam de groote machtsbevoegd en bewegingsvrijheid der gemeenteraden en de afwezigheid van deugdelijke controle. De practijk heeft doen zien dat het repressieve toezicht in beteekenis voortdurend is ge daald. Evenmin bleek effectief te zijn het cassatierecht der Kroon. Nog in een ander opzicht ontberen de ge meentebesturen een rem, die in het Staatsbe stuur aanwezig is. Spr. bedoelt het toezicht van een van het uitvoerend gezag onafhanke lijke rekenkamer, die begrootingsoverschrij- vingen of aanwijzingen op verkeerde begroo- tingsposten verhindert, en geregeld een ver slag over het gevoerde beheer publiceert. Niets van dien aard bestaat *n de gemeenten, want de z.g. rekenkamers zijn gewone secre- tarieafdeelingen, onderworpen aan 't gezag van burgemeester en wethouders, d.w.z. van den wethouder van financiën. Een totale pu blieke uitgave van bijna een milliard heeft dus zonder daartoe opzettelijk in het leven geroepen, onafhankelijke en afdoende contro le plaats. Spr. betreurde het, dat het bankwezen maar altoos door in de financiering van het gemeentelijk beleid heeft voorzien, zonder daarbij zich af te vragen, of het emitteeren van die ongetelde leeningen niet strekte om een stelsel in stand te houden, dat recht streeks gevaarlijk was voor de belangen, waarmede banken verbonden zijn. De ban ken, aldus spr., waren reeds jaren geleden in staat in onderling overleg aan den mil- lioenendans in de stadhuizen een halt toe te roepen; ook de Rijksfondsen zouden niet op de zelfde schaal gemeente-obligaties hebben genomen indien de banken de credietwaardig- heid en het begrootingsbeleid scherper had den beoordeeld en miner grif een stelsel had den gefinancierd, waarvan ieder kon begrij- pen, dat het alleen bij een opgaande con junctuur kon bestaan. Als verdere oorzaak van bederf noemde spreker de zucht om in overheidsbeheer te nemen, wat vroeger aan het particulier ini tiatief was overgelaten. Vooral in die be drijven, waar de loonfactor een groote roi speelt, is dit uiterst nadeelig gebleken. Op deze wijze zijn bijv. de tramexploitaties bronnen van geweldige nadeelige saldi ge worden. Het personeel der gemeente is aldus steeds in aantal gegroeid. De leuze, dat de gemeente voor particuliere werkgevers een voorbeeld moest zijn, had een voortdurende verhooging van wedden, loonen en ook van rangen ten gevolge, daarbij een belangrijke vermindering van werktijd en eindelijk een altijd gunstiger regeling van pensioenen, va- cantietoeslag, ziektegeld enz. Bij de te treffen voorzieningen zal men niet alleen staan voor het bedrag van loonen en wedden, maar ook voor dat der pensioenen. Het is reeds herhaaldelijk aangetoond, dat de gemeentelijke bezoldigingen die van het Rijk te boven gaan, soms van 30 of meer nog. Wanneer nu het Rijk een zoo gewich tige rol in de financiering der gemeenten gaat vervullen, zou er dan een zakelijk argu menten in te brengen zijn tegen de voor waarde, dat de .gemeentelijke loon- en weddeschaal tot die van het Rijk voor verge lijkbare functies moet worden terugge bracht? Het hooge peil der gemeenteloonen draagt bij tot het op onnatuurlijke wijze in stand liouden van koopkracht, met andere woorden tot het nooehoudeen van prijzen en tot be- Y'ERKXDE'S - nieuwe be? schuitbusje ire frissche, tinte lende kleuren. Prifs, gevuld met een rol groote Verkades Beschuit lemiuiiïing van prijsval. .ia u« Lweviie praats is dit peil een der grootste hinderpalen om te komen tot de in Nederland volstrekt noodige verlaging der productiekosten. Voor de posi tie van Nederland op economisch gebied in deze werelddepressie is dit doel van het ge meentebeleid van vitaal belang. Dit zelfde geldt voor de werk-loozenverzorging, welke door en onder den invloed van de gemeente besturen op een hoogeren voet dan in eenig ander land der wereld is gebracht en onge hoorde sommen vordert. Hoewel de prijzen van vele behoeften da len, is het bekend, dat de huren zeer hoog blijven op deze wijze loonsherzieningen be moeilijken en de productiekosten doen stijgen In hun eigen woningbouw, in hun financie ring van vereenigingsgebouw en in hun grond uitgifte hebben de gemeenten een zoo duur woningtype begunstigd, dat het slechte voor hooge prijzen kan worden verhuurd en des niettegenstaande nog groote verliezen op levert. Spreker vreesde, dat over het geheel niet voldoende besefd wordt, dat groote openbare werken „inflationische" strekking hebben. Zij deelen koopkracht uit zonder dat spoedig ot ooit een in geld waardeerbaar economisch actief wordt geschapen. Wordt die nieuwe koopkracht genomen, van de bestaande koop kracht van anderen, dan is er geen gevaar voor het ruilmiddel, maar als zij verschaft wordt door gelden, opgenomen op schuldbe wijzen, die ten slotte bij de circulatiebank te recht kunnen kómen, dan wordt het een nieu we additioneele koopkracht zonder nieuwe economische basis. Een ander gevolg van groote openbare werken is de invoer van in het buitenland geproduceerde materialen en machines, met andere woorden een druk op onzen betalingsbalans. Ook zonder deprecia tie vertoont de inflatie haar nadeelen in prijs opdrijving, in het hooghouden van prijzen, in aansporing tot gelduitgeven, in ongezon de ondernemingszucht en in het te gemakke lijk maken van credietverleening. Als voor beeld van gemeentelijke geldverspilling noemde spreker voorts nog de met volle hand verleende subsidies aan allerlei lichamen, voortkomende uit het dwaalbegrip, dat de publieke overheid geroepen en in staat is alle maatschappelijk leeed te lenigen en alle maatschappelijk nuttige of zelfs maar sym pathieke zaken te steunen. Natuurlijk heeft dit op de particuliere offervaardigheid een oer schoonste deugden van ons volk een nadeeligen invloed gehad. Geweldige belastingdruk aldus spreker is van bovenbeschreven systeem onafschei delijk. Spr. beschouwde de zware publieke lasten als een der oorzaken, waarom de cri sis zoo lang duurt. Wat thans noodig zou zijn, is een zich over de geheele lijn aanpas sen aan een lager cijferniveau, een belangrij ke reductie der voortbrengingskosten. Dat wordt echter in groote mate verhinderd door den loodzwaren last, welken de publieke uit gaven op het maatschappelijk leven leggen. De herziening der bestaande gemeente- practijken is een der onmisbare middelen om aan Nederland de voorwaarden te bieden den nedergang te boven te komen en niet achter te blijven bij andere landen, die zonder voorbehoud de noodzakelijkheid aanvaarden van deflatie of cijferverlaging, wat geheel iets anders te dan verlaging van werkelijken welstand. Hervormingen, welke wel zullen moeten nederkomen op scherper en meer effectief toe zicht, op inperking, op het scheppen van ze kere tegenwichten in het gemeentebestuur om te voorkomen, dat het beleid enkel met de materieele wenschen van ééne, klasse reke ning houde. Hervormingen dus, welke zoowel het toezicht op als de samenstelling van de besturen zullen moeten raken. De autonomie behoeft daaraan niet te worden opgeofferd, maar hare uitoefening, de wijze waarop er gebruik van gemaakt wordt, moet in veiliger banen worden geleid. Geschiedt dat, dan zal als van ouds de burgerij in al haar geleidin gen in haar gemeentelijk bestuur vertrouwen stellen en opnieuw zal de plaatselijke zelfre- geering worden, wat zij eeuwen en eeuwen geweest is: een zegen voor het algemeen be lang. JlechtsioAen den met den persoon van Joh. T., een beklagenswaardig jongmensch, omtrent wiens bedroevende zwakheden we maar verder het stilzwijgen zullen bewaren. De heer J. H. Wiggers, ambtenaar van het genootschap t. z. v. g. en kinderwet ten heeft ook al menig velletje omtrent dezen jongen man vol getypt. Dr. Hoeneveld, de bekende psychiater, werd eveneens meermalen aangezocht zijn diagnose te stellen en hij wprd ook i ditmaal weer bij de behandeling met ge- j sloten deuren als getuige-deskundige gehoord. IETS IN HETZELFDE DUBIEUZE GENRE. De 37-.,arige arbeider Simon V., uit Limmen, die zich op 28 Juli op het Zee- 'strand te Castricum schuldig maakte aan bij art. 239 strafbaar gestelde han delingen en voor dit feit op 28 Septem ber terecht stond, ontving als toen de aanzegging, dat de heer Wiggers een rapport zou uitbrengen en de behande ling tot nader order werd geschorst. 1 Heden werd deze zaak, natuurlijk met gesloten deuren, voortgezet en werd de heer Wiggers gehoord, ten einde zijn rapport nader toe te lichten. WRAAKZUCHT OF BALDADIG- 1 HEIDSLUST? 1 Een 20-jarig jongmensch, Corn. D., te I Wormer, dat tijdens zijn werkzaamhe den te Helder in Augustus van dit jaar, een billijk en behoorlijk logies genoot in het gebouw der geheelonthoudersver- eeniging aan de Hoofdgracht aldaar, gaf van zijn erkentelijkheid al op zeer zon derlinge wijze blijk, door op 15 Augus tus, alvorens afscheid te nemen, met messneden het beddegoed op zijn lo geerkamertje te vernielen, waardoor de philantropische vereeniging natuurlijk schade werd berokkend. Voor deze laffe daad, waarvoor geen motieven konden worden gevonden, moest genoemde C. D. op 2 November terecht staan, doch als- toen bleek dat de verdachte zonder eenige kennisgeving, niet was versche nen. De politierechter liet zich echter zóó maar niet afschepen en schorste de zaak tot nader te bepalen datum, ten- ainde den heer Wiggers in de gelegen heid te stellen informatiën te nemen en zoo noodig de persoonlijk i verschijning van den verdachte te kunnen gelasten. Heden werd de zaak opnieuw aan de oide gesteld en benevens de heer Wig gers werden ook de heeren Sernee en wederom als getuigen gehoord. De get. Heertjes als getuige ngehoord. De get. als van zelf spreekt ontving de nalatige comparant van den politierechter een terechtwijzing wegens zijn niet verschij ning op de vorige zitting. Door den heer Fernee als gemachtig de werd ingediend de eisch tot 15 schadevergoeding. De werkelijke schade bedroeg echter 25 doch het bestuur wilde niet het onderste uit de kan heb ben. De verdachte kon geen motief opge ven voor zijn wonderlijk optreden, dat de politierechter de veronderstelling deed opperen, of deze verdachte niet recht wijs was. De officier kon evenmin het mysterie oplossen, doch achtte het noodig den verdachte geducht aan het verstand te brengen dat een dergelijke manier van doen niet opgaat. Eisch 80 boete of 80 dagen hechtenis. De zaak zal worden voortgezet op 21 December, n- het in winnen van nadere inlichtingen om trent dezen delinquent. ALS DAMES BABBELEN... Mej. E. V., huisvrouw van den heer Jb. B. te Hoorn, verscheen ter zake het feit, dat zij op Vrijdag 11 September haar stadgenoote mej. Duin in het open baar had beleedigd op een manier, die heusch niet tot verspreiding in een nieuwsblad of op eenige andere wijze, geschikt is. De oorzaak van dit optreden moest worden gezocht in de omstandigheid, dat mej. Duin een kind een terechtwij zing gaf. Dit kind had het dochertje van mej. Duin een klap in 't gelaat gegeven Volgens verdachte was mej. Duin begon nen te schelden en zij reduceerde voorts haar aandeel in 't gebeurde tot een mi nimum. De heer A. N. Basjes, houtbe werker, had echter de uitlatingen even min in origineelen vorm gehoord Deze getuige bracht dan ook de red ding in den nood en het resultaat was dat verdachte werd vrijgesproken. NA MOEDER KWAM OOK VADER VOOR HET VOETLICHT De heer Jacob BI., echtgenoot van mej. Elisabeth V„ de vorige verdachte, verscheen hierop voor der. politierech te, eveneens verdacht van beleediginir van mej. Duin door de toevoeging van VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR. Openbare zitting van 23 November. ARTIKEL 239. Minstens voor de vijfde of zesde maal had de Politierechter zich bezig te hou een scheldwoord, dat geen enkele redae tie ons zal toelaten nader te releveer Het was wel niet direct gemeend mS toch wel zeer onwel vagelijk, hoewel ril verdachte zijn best deed een verklarin te geven van zijn strafbare uitlating De officier kon zich deze manier van optreden voor iemand, die aangesinf„„ was bij het Leger des Heils. „ie inTen ken en requireerde 10 boete of 10 da gen hechtenis: Vonnis conform dan eisch. a HEEL WAT OP ZIJN KERFSTOK Een te Grootebroek wonende 33-jarigt koopman in zuur en karnemelk, luiste rende naar den naam van Petrus Jose" phus R., stond terecht omdat hij 0p 7 September te Bovenkarspel, den heer J de Boer uit Enkhuizen had mishandeld door hem een slag in het gelaat toe te brengen en hem voorts te kwalificeeren als lummel, schurk en meer dergelijks fraais. Dit alles gebeurde na een fiets- aanrijding door de beide heeren. Erg vriendschappelijk was de conferentie tussthen de verschillende partijen juist niet, want de een pakte zijn klomp en de ander een mes. De politierechter meen de dat deze strijdvaardigheid niet over eenkomstig was met het heerschende vredesidee. Voorts beriep de verdachte zich terecht of ten onrechte op zelfver dediging. Ook zat er nog een oude geld- kwestie tusscben de combattanten. Eisch nu een geestig requisitoir 15 boete of 15 dagen hechtenis. Vonnis dito. BELEEDIGING PER BRIEFKAARt De heer Willem H., melkslijter te Alk maar, had op 2 September een zijner naar zijne meening eenigszins minder vlugge cliënten tot betaling aangezet door hem per post een schitterend rood gekleurde briefkaart toegezonden, waar op gedrukt met koeienletters: „Betaal je schuld." De aldus tot voldoening aan gevuurde adressant, de heer J. Steen huis uit de Dijkgraafstraat, nam geen genoegen met deze wijze van aanmanen en deed een klacht wegens beleediging met gevolg dat de meikhandelaar heden terecht stond. De heer Steenhuis ontkend eenige melkschuld te hebben, welke ontkente- nis door diens echtg°noote werd onder schreven. Gevorderd werd tegen verdachte (reeds eenmaal voor een dergelijk feit veroor deeld) 25 boete of 25 dagen hechtenis. Vonnis overeenkomstig den eisch. MINDER ONSCHULDIG GEBRUIK VAN EEN BIERGLAS. De niet verschenen en in de rechtzaal niet geheel onbekende heer Gustaaf P., woon wagenbewoner, kwam in onvriendschappelijk contact met den officier en politierechter, om dat hij in den nacht van 15 September ter gelegenheid van de kermis te Spanbroek in Het café van den heer Bijman den landbou wer J. Deen uit Obdam een flinke mep op het hoofd had gegeven met een bierglas. Het was omstreeks 5 uur in den morgen, dat Deen op een dergelijke hartelijke wijze werd „ge- tracteerd". Al weer een argument om de slui tingsuren op boerenkermissen wat minder ruim toe te staan. Eisch tegen P., meermalen veroordeeld, 2 maanden, vonnis 1 maand gevangenisstraf. EEN ONGALANTE RIDDER. De heer Arie P., een inwoner van Groó- tebroek, was niet aanwezig om rekening en verantwoording af te leggen wegens mis handeling van zijn buurvrouw, mej. M. Laan, geboren Dol, die hij in den avond van Zaterdag 19 September op haar eigen erf met de vuist op het gelaat had geslagen. Na tuurlijk was de ouverture van deze opera ook niet bepaald harmonieus te noemen. Gevorderd werd 20 boete of 20 dagen Uitspraak conform. GEPRONKT MET VREEMDE VEDEREN. De 22-jarige bankwerker A. M. de H. te Wervershoof was op 7 September zoo vrij postig geweest om in de Hoogstraat te Bo- venkarspel te rijden met een motorrijwiel voorzien van een nummerbewijs, dat stond ten name van den heer H. de Boer te Enkhui zen. Toen hij echter werd aangehouden door brigadier Laagland, leed dit waagstuk een jammerlijk fiasco. Het was een trucje, dal Laagland trouwens bekend was. Eisch f 25 boete of 25 dagen. Vonnis 15 boete of 15 dagen. JEUGDIG SLAAF VAN SIGARETTEN- GENOT. Een 19-jarige jongeling H. J. uit Scner- merhorn moest Zich de onaangename positt laten weggevallen als verdachte te comparee- ren naar aanleiding van het feit, dat hij zien een aantal doosjes met sigaretten had toege ëigend ten nadeele van den heer Kamsteeg, caféhouder te Schermerhorn. De oneerlijke sigarettenminnaar werd ten slotte op heeter- daad betrapt. Het oordeel van brigadier 281. Eerst wordt tante Zeekat bij haar eigen huisje afgezet. We komen gauw eens op vi site hoor, Toven de Oesters aan deze vrien din, die veel lief en leed met hen gedeeld heeft. En tante Zeekat wuift en wuift en verdwijnt dan gauw in haar huis. 282. Dan staat de taxi stil voor het °eS huis. Met ontroering zien zij het aUe® weer. IJlings gaat de familie er op 8" planten die in de buurt groeiden zijn leW^ groot geworden, ontdekken de kinderen. moeder oester heeft een angstig voorgevo*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 6