Alkinaarsche Courant.
Rechtszaken
£attd: en JuuifotM
Honderd drie en dertigste Jaargang.
tcrilaa 5 llecemlier.
gevonden voorwerpen.
HEER-HUGOWAARD.
Nieuw Leven.
1931.
I
No. 287
Aanwezig aan het Bureau van politie, Lan
gstraat en aldaar te bevragen op alle werk
dagen tusschen 11 en 1 uur, de navolgende
voorwerpen als gevonden gedeponeerd op
27 November tot en met 4 December 1931
Schoen; kindertaschje; gymnastiekschoentje;
kinderhandschoentjekinderportemonnaie
damestasch met inhoud, w.o. geld (was in
luxe auto blijven liggen op 1 Dec. 1931);
huissleutel; sleuteltjes aan ring; kinder
kousje; portemonnaie met inhoud; stuk van
broche; dameshandschoen; handschoen.
Aanwezig en te bevragen bi] de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op -7 November tot en
met 4 December 1931: P. Gorter, e Kabel-
et raat 13, halsdoek; W. H°ogla™l Laat 171,
schroevendraaier; M- 4
Paraplu ie; J. Lieftink Ged. 'aa^k>o^9,
autoband met velg; H. Kokk^ Langestraat
63, eiermandje; N. Klaver, Uitenboschstraat
65. pakje ha.rlint; D Kaaij v. d Woude
straat 20, portemonnaie; M. W t, St Joseph-
straat 15, belastingmerk in etui CVeer,
Bierkade 14a. poishoriop J. Schipper,
Oude<n-acht 116, tasch; B. w- v. d. Velden,
Rijksstraatweg 286, Heiloo, polshorloge; H.
LeeSer Hoogstraat 1, reflector; H. Zui-
Kma Achterwezel 5, portemonnaie; G. v.
tylief' Druiven laan 31. zweep; W. P. de Boer,
ifiepst 25 rijwielbelastingmerk; H. Scholt-
meier Zegfó 52, handschoen; L. Oly, Uiten-
bosch'str. 9, kinderhandschoentje; P. Spring-
vpld Baansingel 33, kinderportemonnaie met
inhoud; N- Pater, Waterschapstraat 14, rij
wielbelastingmerk in étui; Cory Jonker,
/Trompstraat 10, rijwielbelastingmerk; D.
Stammers, Snaarmanslaan 59, electr. zaklan
taarn; Van Worm, Houttil 70, actetasch;
Hulstkamp, Achterdam 2, tompouce; M. Wit,
St. Josephstraat 15, vulpen; M. de Rooij,
Ramen 14a, geldstuk; J. de Jong, Ruiter-
straat 23, kindertaschje met inhoud; T. Wil-
Jers, Magdalenenstraat 6, handschoen; H. J.
de Vries, Kennemerstraatweg E 96, belas
tingmerk in étui en bos sleutels; J. Reselman,
Huiswaard, bos sleutels.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
lolitie.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
(Vervolg).
MISDRIJF ARTIKEL 249 WETBOEK
VAN STRAFRECHT.
De persoon van Adr. K., werkman te
'Alkmaar en reeds geruimen tijd gedeti
neerd, stond op 18 Aug. j.1. ter zake bo<
ven aangeduid zedenmisdrijf terecht en
tegen hem werd, zooals we vernamen,
gevorderd een gevangenisstraf voor den
tijd van 2 jaren. Een tusschenvonnis ge
lastte echter aanhouding der zaak ter
arader onderzoek. Heden werd die be
handeling in gesloten zitting voortgezet
en de heer J. H. WHgers, ambtenaar van
het genootschap als getuige-rapporteur
gehoord. Naar wij vernamen werd 2
'jaar gev. onvoorwaardelijk gevorderd.
Mr. Leesberg opponeerde als raads
man en verdediger.
VAN EEN ONTVREEMDE JAS.
De 39-jarige schoenmaker H. J. B. M.,
geboren te Nieuwer-Amstel, thans gede
tineerd in de strafgevangenis te Sche-
veningen, stond terecht ter zake dief
stal van 1 of meer overjassen op 26 Oc-
tober 1930 ontvreemd te Hoorn uit de
gang eener w oning, geiegen aan het Gr.
Óóst aldaar. Mr. Leesberg, toegevoegd
verdediger, pleitte reeds direct nietig
heid der dagvaarding op gronden, die
evenwel door den officier werden bestre
den De verdachte besefte blijkbaar het
gewicht niet van dit juridisch meenings-
Iverschil. Hij erkende eenvoudig do jas
te hebben gekocht voor 5 en ontkende
beslist eenige schuld aan de hem ten
laste gelegde diefstal. De jas liet ver
dachte in zijn kosthuis achter. Vermoe
delijk koopt hij zoo nu en dan een jas
en legt die ergens neer voor 'n anderen
liefhebber, evenals men doet met een
dagblad in den trein.
Met betrekking tot de nietigverklaring
der dagvaardine begaf de rechtbank
zich in raadkamer teneinde over dit
vraagstuk van gedachten te wisselen.
Na heropening werd door de recht
bank het verzoek tot nietigheidsverkla-
Ting verworpen op nader ontwikkelde
gronden.
Daarop werd gehoord de eigenaar
van de ontvreemde jas, de heer Pieter
Jongebreur. De deur stond dfstijds niet
Lx het slot, later stond de deur geheel
open en miste getuige zijn overjas en
die van zijn zoon, welke kleedingstuk-
fcen aan den kapstok hingen. Het was
een demisaison en een regenjas. De jas
van den zoon is terug gevonden doch
de jas van papa kon wel als blijvend
ve"mist beschouwd worden. Een tram
kaartje uit Amsterdam nog in zoon s
jas aanwezig, bevestigde de identiteit
;Van dit kleedingstuk. Het leukste was
dat in de vestibule een aanbevelmgs-
kaart werd gevonden van een schoen
makerij „De Concurrent", welke kaart
afkomstig was van verdachte, die zoo-
'a-i hij beweerde dien Zondagavond
Practisch had besteed, door op het ge-
heele Grootoost, huis aan huis derge-
'i.ike kaarten uit te deelen.
De jas in casu kon niet met zekerheid
«oor verdachte worden herkend. Zijn
memorie was ten dien opzichte mis-
-l"hien wat zwak.
'De getuige J. H Dijk was niet ver-
M henen, waarvan acte werd gevraagd
en verleend, zoodat deze nalatige ge-
nge daaromtrent door den ambtenaai
*n>t openbaar ministerie nader zöi
.warden geïnterpelleerd.
De heer W. Lampe, een eenigszins
hardhoorige logementshouder, had ver
dachte destijds logies verleend Hij
noemde zich Jan van Dalen. De heer
Lampe herinnerde zich uitstekend dat
verdachte dienavond met de bewuste
jas thuis kwam. Hij had bedoelde jas
aan en men zei algemeen wat is Jan
van Dalen mooi! Verdachte paste goed
op en had volop werk. Hij bood de jas
te koop aan, doch de hotelhouded ver
zette zich daar persé tegen. Jan van
Dalen is daarop vertrokken en liet de
jas achter.
Rechercheur de Munninck had een
onderzoek ingesteld en verklaarde dat
de pseudo Jan van Dalen hem de wo
ning van den heer Jongbreur had aan
gewezen als een der perceelen die hij
met een adreskaart, had bedacht. Hij had
voorts geen andere kleeren dan die hij
aan had, deelde hij den rechercheur
mede.
Verdachte verklaarde nu, dat maar
te hebben gezegd uit vrees dat men hem
zou vast houden, ook omdat hij nog
straf te goed liad. Daarom had hij ook
een valschen naam opgegeven.
Hij had nog te goed, wegens verduis
tering, 3 maanden voor Rotterdam en
2 maanden voor den Bosch, welke
straffen hij thans bezig is „op te knap
pen".
De heer H. J. B. M., incognito reizende
onder den naam van „Jan van Dalen"
beschikte voorts over een respectabel
strafregister. Tal van rechtbanken had
den zich voor hem geïnteresseerd.
De officier ging omstandig het ge
beurde op dien Zondagavond nog eens
na en kwam, alles bijeen en te samen ge
nomen tot de conclusie dat er geen
twijfel bestond aan de schuld van ver
dachte betreffende den diefstal, reden
waarom de officier, mede in aanmer
king nemende den ernst van het feit en
de ongunstige antecedenten van den
verdachte, tegen hem meende te moeten
verderen 8 maanden gevangenisstraf.
Mr. Leesberg bleef bij zijn opinie dat
de dagvaarding betreffende de 2 jassen
niet juist was. Voorts bestreed pleiter
dat bewezen was de schuld van verdach
te, zooals pleiter nader en zeer uitvoerig
uitwerkte. Op deze gronden concludeer
de pleiter vrijspraak.
Na de onvermijdelijke re- er. dupliek
tusschen twee juristen, die ieder een
geheel verschillend standpunt innamen,
werd de behandeling der zaak gesloten
en de uitspraak bepaald op a.s. week.
EEN PRETTIG TREINREISJE.
De heeren gebroeders Jacob en Klaas
Kn., 'n paar Drentsche grondwerkers,
hadden op Zondag 12 Juli de kermk te
Berkhout met hun tegenwoordigheid
vi reerd en het was hen weldra gelukt
wat extra leven in de brouwerij te bren
gen door een in grooten stijl opgezet ge
vecht tegen andere kermishouders, de
heeren Jan en Klaas Abbekerk, met ge
volg dat in deze heroische worsteling de
heer Jan Abbekerk door Jacob Kn. met
een mes werd gewond, terwijl een on
derdeel van het driedeelig feestgewaad
van K. Abbekerk, zijn beste vest, even
eens door messneden werd beschadigd,
aan welke vernieling de heer KI. Kn.
zich dan zou hebben schuldig gemaakt.
De heeren Kn. waren naar aanleiding
van deze feiten op 10 November voor de
meervoudige strafkamer gedaagd, doch
de verdachten, inmiddels bij gebrek aan
k>onend werk naar hun heimath Borger
teruggekeerd en thans financieel niet in
staat te zijn, de dure reis naar Alkmaar
te bekostigen, zoodat het edelachtbaar
college van het genoegen der eerste ken
nismaking verstoken moest blijven.
Aangezien echter de officier bijzonder
gecharmeerd scheen op de persoonlijke
verschijning der heeren, stelde Z. E.
Achtb. voor de zaak aan te houden tot
1 Dec. en alsdan voorgeleiding der hee
ren te gelasten, een voorstel, dat alge
meen werd gesteund, zoodat heden ge
noemde verdachten, begeleid door een
tweetal marechaussee's, in den namid
dagzitting verschenen om hun opwach
ting te maken. De zes gedagvaarde ge
tuigen, waaronder de gemeenteveld
wachter, waren ook opgetrommeld, om
opnieuw aanwezig te zijn, zoodat, waar
alle acteurs en figuranten behoorlijk
present waren, de zaak in de puntjes
kon worden afgehandeld.
De heer Jan Abbekerk, een 30-jarig
laqdbouwer uit Avenhorn vertelde on
der ademlooze aandacht dat hij in den
avond van de vechtpartij zich had ver
poosd in het café van Nagel in „de
Hulk" en zich had bemoeid met een
buiten het café gerezen kwestie tusschen
zijn broeder Klaas en een kleinen Dren
tenaar, in casu Klaas Kn., waarbij zijn
bloeder met een mes werd verwond. Hij
snelde broer Klaas te hulp en gaf ge
noemde Drentenaar een klap op zijn e-
zicht waarop hij zelf met een mes werd
aangevallen en zijn vest werd stuk ge
sneden.
De verdachter, namen unaniem de
vrijheid te ontkennen met een mes te
hebben gemanouvreerd. Veeleer hadden
zij willen optreden als vredestichters en
broer Jacob Kn. had eerst waarschu
wend een gesloten mes getoond, toen J.
Abbekerk met een paal dreigde. Voorts
ontkende broeder Klaas zijn woede op
het vest van J. Abbekerk te hebben ge
koeld. Klaas Abbekerk, blijkbaar een
ruiterlijke kerel, kon niet zeggen of
een der verdachten hem in het gelaat
had gesneden. Hij had van die ontmoe
ting een souvenir overgehouden in den
vorm van een lidteeken. Hij diende nu
een eisch in tot schadevergoeding we
gens kosten van medische behandeling
en uitstoomen van zijn besmeerd gala-
costuum ad 11.50.
De getuige H. Zwier had duidelijk ge
zien dat Jb. Kn. met een mes K'aas
Abbeke-k in den wang sne-d. Daarop
zag hij dat Klaas Kn. den broer van
Klaas Abbekerk. Jan in zijn vest sneed.
Ook de heer H. Scholtens, uit Aven
horn, gaf een bezwarende verklaring De
heer Leegwater, gem. veldwachter, had
met zijn rijksconfrater Jacob Kn gefouil
leerd, waarbij een mes werd gevonden
Aan dit mes waren opgedroogde bloed
vlekken waar te nemen. Mej. M. A
Pronk, 'n 15-jarig daghitje, was ter ker
mis gevaren naar de Hulk en had met
de heeren Kn. geconverseerd. Heel me
dedeelzaam was zij echter te dien aan
zien niet. Ze had niets gezien van het
standje en kon de rechtbank weinig
voorlichting geven.
Hierop verkreeg de officier het woord
tot het construeeren van zijn requisitoir
Het ten laste gelegde werd door spr.
wettig en overtuigend bewezen geacht
en gevorderd, omdat wangen duurder
zijn dan vesten, tegen Jb. Kn., thans
schreiende, 3 maanden gev. en tegen KI.
Kn. 40 boete of 40 dagen hechtenis.
Uitspraak a.s. week.
DE DIEFSTAL IN HET
HAARLEMSCHE STADHUIS.
Door een politie-agenl.
Voor de Haarlemsche rechtbank stond
Donderdag terecht een 36-jarige agent bij
de politie te Haarlem, die tijdens de mobili
satie onderofficier te Alkmaar was. Hij werd
beschuldigd van diefstal in het stadhuis in
den nacht van 21 op 22 Dec. 1930, waarbij
een bedrag van 100 is weggenomen, en in
den nacht van 3 op 4 October 1931, waarbij
hij 125 uit een brandkast wist weg te ne
men.
Verd. verklaarde den eersten diefstal tij
dens de ronde in het stadhuis te hebben ge
pleegd. De tweede maal had hij op het poli-
tiebureau een sleutel van het stadhuis weg
genomen en was daarmee het gebouw bin
nen gekomen. Hij had het geld gebruikt om
schulden te betalen.
Het O. M. achtte een zware straf noodza
kelijk en eischte twee jaar gevangenisstraf
met aftrek der voorlooipige hechtenis.
BANKDIRECTEUR VOOR DE
RECHTBANK.
Was door een vriend aan het
haantje geholpen, hoewel hij on
bekwaam was. Had al vele ja
ren gespeculeerd.
Donderdag stond voor de rechtbank te
Zwolle terecht de ex-directeur van de N.V.
Zwartsluizer Bank wegens verduistering ten
eigen bate van 70.000 en 75.000 gld. ten
nadeele van genoemde bank.
Toen eenige maanden geleden, de krach
kwam van de N.V. Kamperbank, moest ook
de Zwartsluizerbank haar loketten sluiten,
omdat zij een belangrijk crediet-saldo had
bij de Kamperbank en dit als verloren moet
worden beschouwd. Een onderzoek naar de
financieele positie van de Zwartsluizerbank
bracht aan het licht dat er een aanzienlijk te
kort was. Het bleek dat verd. zoowel bij de
fa. Van den Elsakker en Co. als bij de N.V.
Bankierskantoor M. van Embden, beiden
coimnissionnairs in effecten te Amsterdam,
naast de bestaande rekennigen van de Zwart
sluizerbank had geopend zoogenaamde B.-
rekeningen. Vertoonden de normale rekenin
gen een credit, de B.-rekeningen stonden de
bet. Bij de N.V. van Embden zelfs 62.000.
Deze B.-rekeningen kwamen niet in de boe
ken van de Zwartsluizerbank voor en waren
ook voor commissarissen geheim gehouden.
Verd. bekende Reeds als jongmensch in be
trekking op het bankierskantoor Van Esch
en Co. te Zwolle heeft hij zich gewaagd aan
speculaties in marken, wat uitdraaide op een
schuld van 5000 gld.
Hij kon niet betalen, maar het geld werd
hem voorgeschoten door zijn vriend v. d.
Woude, directeur van de Kamperbank. Deze
bezorgde hem ook de betrekking van direc
teur van de Zwartsluizerbank, hoewel hij de
capaciteiten hiervoor miste.
Om de schuld van 5000 te kunnen aan
zuiveren, is hij blijven speculeeren door tus-
schenkomst van de commissionnairsfirma
Mandersloot en de Bruin te Amsterdam. Het
liep tegen, met het gevolg, dat nu bewezen
kon worden de verduistering van 70 a 75.000
gulden.
De officier van justitie eischte twee jaar
gevangenisstraf en de rechtbank gelastte
na raadkamer de gevangenneming van
verdachte.
BRANDSTICHTING.
Het O.M. bij de rechtbank te Leeuwarden
heeft gisteren tegen den 25-jarigen koopman
Th. f"L te Niawier wegens verduistering en
brandstichting in zijn huis, dat met inboedel
en al is verbrand, twee jaar en zes maanden
gevangenisstraf geëischt.
POGING TOT DOODSLAG OP EEN
JACHTOPZIENER.
Op Zondag 20 September 1.1. was J. de W.
aan het stroopen in de Zandvoortsche dui
nen toen hij werd betrapt door den jachtop
ziener E. van Hinschoten. De man een 63-
jarige werd brutaal en ging in zijn drift
zóó ver, dat hij den jachtopziener plotseling
mte een mes zulk een steek onder den linker
schouder toebracht, dat hij in de Mariastich-
ting te Haarlem moest worden opgenomen,
waar hij eenige weken verbleef. Voor de
rechtbank te Haarlem werd gister tegen den
dader 2 jaar gevangenisstraf geëischt.
OPRUIING TOT DIENSTWEIGERING.
Het gerechtshof te Arnhem wees gisteren
arrest tegen den 32-jarigen G. algemeen
secretaris van de Internationale Anti-Mili
taire Vereeniging uit Den Haag, die door de
rechtbank te Tiel veroordeeld was, wegens
opruiing van militairen, tot 40 boete subs.
10 dagen hechtenis. Hij had in een openbare
vergadering te Tiel, waar ook militairen aan
wezig waren, soldaten tot dienstweigering
aangespoord. Het gerechtshof bevestigde het
vonnis van de rechtbank te Tiel.
BRANDSTICHTING.
Om met de verzekeringssom een
nieuwe zaak te beginnen.
Een echtpaar uit Uithoorn heeft voor de
Amsterdamsche rechtbank terecht gestaan
wegens brandstichting. De man, een tuinder,
wiens zaken niet floreerden, had zijn vrouw
gezegd dat hij met een ander samen een
bloembollenhandel wilde beginnen. Doch
geld daarvoor was niet aanwezig en de
eenige manier om dat te verkrijgen was het
huis in brand te steken, en zoodoende de
yerzekexingssom te bemachtigen, De man
gaf zijn vrouw daarvoor aanwijzingen.
Zoo geschiedde het dan ook, doch de
brand was nauwelijks ontstaan of de in dit
geval ongewenschte hulp kwam opdagen,
zoodat het brandje tot zeer kleine afmetingen
bleef beperkt; zoo klein, dat de verzekering
voor de daardoor aangerichte schade slechts
f 80 behoefde uit te betalen.
Aanvankelijk werd niets vei moed, doch
later rees verdenking en werden man en
vrouw vervolgd voor brandstichting. Voor
de rechtbank bekenden zij beiden.
Het O. M. dischte voor de vrouw zes
maanden voorwaardelijke gevangenisstraf
met drie jaar proeftijd, voor den man 9
maanden gevangenisstraf met aftrek van de
preventieve hechtenis.
Uitspraak 18 December.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Vrijspraak.
De procureur bij het gerechtshof te Leeu
warden vorderde Donderdaag bevestiging
van een vonnis van de rechtbank, waarbij een
chauffeur uit Achlum, die met zijn vrachtauto
te Franeker een wielrijder aanreed, tenge
volge waarvan deze overleed, werd vrijge
sproken.
Onmiddellijk uitspraak doende, sprak het
Hof hem vrij.
Donderdagavond vergaderde de ver
eeniging Nieuw Leven in het lokaal
van den heer Mijts te Verlaat. Om 7 urn-
opende de heer P. Kostelijk de vergade
ring en wees er op, dat het voor de eerste
keer was, dat onder leiding van een an
deren voorzitter vergaderd werd. In
warme bewoordingen herdacht hij wat
de heer Brugman jarenlang voor de ver
eeniging was geweest. Nu de laatste
jaren de toestand een dergelijke critieke
wending had genomen als thans het ge
val was, viel niet te ontkennen, dat zoo
wel van bestuur als leden veel gevraagd
zou worden, wilde men het organisatie
leven op het hooge peil houden van voor1
heen en goed was het dan als men tot
voorbeeld had en tot richtsnoer kon ne
men iemand als den vorigen voorzitter
en de wijze, waarop hij in het vereeni-
gingsleven had gestaan. Nu de notulen
van de laatste vergadering, die deze had
geleid, voor hem lagen, bestormden hem
weder allerlei gedachten aan den man,
die altijd voor hem was geweest de
vriendelijke vriend, wien nooit iets te
veel was geweest, en die zoo noodig al
tijd met raad en daad hem tezijde had
gestaan.
Nader ingaande op den criteken toe
stand van bijna alle bedrijven kon spre
ker zich niet ontveinzen, dat men in de
ze dagen tot de zelfkennis kwam, dat
waar het hart vol van is, de mond van
overloopt.
Wel had hij gehoopt, dat in verband
met de op de agenda staande punten
meerdere leden ter vergadering geweest
zouden zijn, want al hoorde men den
ganschen dag niet anders, toch moest
men de zekere moedeloosheid, die bij
zoovelen viel waar te nemen, van zich
zetten en trachten door de nevelen te
zien naar een klaarder lucht. Te looche
nen was echter niet dat men, als men
alle dagen opnieuw in de kranten las
van tuindersnood en vergaderingen be
legd om deze te bespreken zonder dat
schijnbaar eenige uitkomst gevonden
werd, men wel eens de gedachte kreeg
het bijltje er maar bij neer te leggen.
Keek men naar den akkerbouw, dan zag
men daar tenminste resultaten en al
waren deze ook niet zooals door sommi
gen verwacht werd, een schrille tegen
stelling vormden zij toch met het totale
niets, dat tot nu toe voor den tuinbouw
gedaan werd.
Spr. wees in deze op den verschillen
den aard van deze beide takken van één
boom. Waar de een mee geholpen was,
kon bij den ander geen baat brengen. Al
maanden lang zoeken de bevoegde orga
nisaties naar een regeling, die ten
minste voor velen bevrediging en hulp
kan brengen, doch waar is tenslotte de
gene, die het ei van Columbus in deze
ontdekt.
Thans kon echter wel met eenige ze
kerheid gezegd worden, dat de bemoei
ingen tot eenig resultaat geleid hadden
en de verschillende voorstellen een be
paalden vorm hadden aangenomen, ter
wijl bij de distributie der gelden de or
ganisaties een belangrijke rol hadden te
vervullen.
Spr. noemde den werkelijken toe
stand inderdaad zoodanig, dat men bij
realisatie daarvan allerlei vragen in
zich voelde opkomen, waarop men met
den besten wil, de uitgebreidste kennis
en het diepste inzicht toch het ant
woord moest schuldig blijven. Naar
ruwe schatting kon thans gezegd wor
den, dat de hoeveelheid aanwezige sta
pelgroenten ongeveer 12000 k 13000 wa
gons bedroeg. Ging men na dat deze in
ongeveer 125 werkdagen moesten wor
den verzonden, dan moesten van 1 De
cember tot 1 Mei per dag gemiddeld
honderd wagons van de verschillende
stations wegrollen.
Toch moest men zijn gedachten dur
ven uitstrekken om dergelijke feiten on
der de oogen te zien.
Spr. memoreerde de toltarieven, die
opnieuw dreigend in de lucht hingen,
en wees in verband met den toestand,
die hierdoor voor ons op de Engelsche
markt geschapen werd op de vraag, die
zich in verband daarmede als vanzelf
opdeed, n.1. of niet een andere indeeling
der bedrijven gebiedende eisch werd.
Wat de invoering der minimum prij
zen betrof, wenschte spr. slechts te me-
moreeren, dat dit tot ontzaglijke moei
lijkheden had aanleiding geven, en jam
mer genoeg gebleken was dat de unfaire
handel zich niet had ontzien om produc
ten, die door de veiling gegaan ^aren
voor minder te koopen dan de vastge
stelde minimum-prijs, zoodat de bona
fide baadfel&y tfcier een veld van con
currentie naast zich geopend zag, dat
zijn omzet bedreigde.
Als organisatie kon men dergelijke
handelwijze van leden niet straffeloos
laetn passeeren, doch spr. had in de
laatstgehouden bestuursvergadering
van den Noordermarktbond bovendien
het stelsel aangevallen, dat doordat het
leemten vertoonde, tot dergelijke hande
lingen aanleiding gaf.
Wat de verdere aangelegenheden der
vereeniging betrof, hoopte spr. dat hij
bij bestuur en leden die medewerking
zou vinden, die steeds het deel was ge
weest van zijn voorganger. De pers riep
hij een welkom toe, ziende in haar het
middel om gedachten naar buiten uit te
dragen en meermalen was het hem over
komen, dat juist naar aanleiding van
persverslagen door leden, die niet ter
vergadering waren geweest of andere
belangstellenden vragen werden gesteld
over het in een of andere vergadering
behandelde.
Waar verzocht werd in verband met
de te houden algemeene vergadering een
bespreking te houden, deelde de voorzit
ter mede, dat van de Eendracht het ver
zoek om deze te houden was ingekomen,
met tevens gevraagde behandeling om
de minimumprijs voor stapelgroenten op
1.50 per 100 K.G. te stellen.
Tot nog toe waren noch door het be
treffende afd. bestuur, noch door het
hoofdbestuur wegen aangewezen of ge
vonden hoe deze regeling in elkaar te
zetten.
De heer Olij meende te moeten opmer
ken, dat thans twee dingen in het
brandpunt der belangstelling staan, n.1.
de verlaging der ambtenaarstractemen-
ten en den crisistoestand. Wat het door
de Eendracht aangevoerde betreft meent
hij: „gemakkelijk te zeggen, moeilijk uit
te voeren". Wij hebben maar na te
gaan de cijfers, die daar juist genoemd
zijn. Te wenschen ware het dat voor de
groenten, die vernietigd moesten, maar
een minimumprijs van 60 cent kon wor
den uitbetaald. In-treurig was het als
men met zijn groenten weer naar huis
terug moest.
De heer v. d. Veer haalde eenige din
gen aan uit de lezing in 1922 gehouden
door Mr. Niemuiler en vroeg of het niet.
mogelijk was retorsie toe te passen.
Naar aanleiding van het gesprokene
merkte de voorzitter op dat op den be
schrijvingsbrief van de vergadering van
de prov. Comm. uit de veilingen het
voorstel voorkwam om tot vorming van
een fonds over te gaan, waaruit iets
minder dan de minimumprijzen zouden
kunnen worden betaald, zoodat groen
ten die eenmaal door de veiling gegaan
waren, zouden kunnen worden vernie
tigd en men tevens de unfaire handel
uitschakelde. Moeilijkheden zou deze
regeling met zich medebrengen, doch ze
ker stonden daar ook voordeelen tegen
over en hij kon niet inzien waarom de
kooplieden er tegen zouden zijn. Wel
waren de tijden niet aanlokkelijk om tot
het heffen van een hooger veilingsper
centage over te gaan, doch men moest
ook in deze medewerking van de over
heid zien te verkrijgen en niet te ont
kennen was, dat de praktijk der vernie
tiging in het Westland o.a. had uitgewe
zen, dat er resultaten mee waren te be
reiken. En zeer zeker zal door vorming
van een dergelijk fonds het euvel der
oneerlijke concurrentie uit de wereld
geholpen worden.
Wat de verhooging van het veilings
percentage met b.v. 4/i pet. betreft, spr.
haalde de Broeker veiling aan, waar
thans om financieele redenen 2 pet. ge
heven werd en vergeleek daarmede den
toestand van den Noordermarktbond,
iic met een schuld van ongeveer 37.000
een complex gebouwen aan kon wijzen,
dat er wezen mocht, terwijl het ledental
ongeveer 1500 bedroeg.
Retorsie en protectie noemde spr. on
derwerpen, waar men moeilijk over uit
gesproken kwam. Wel moest men in de
ze zeer voorzichtig zijn, daar, om b.v.
Duitschland te noemen, waar wij het z.g.
meestbegunstigingsrecht hadden, dit
land, zoo direct door ons een z.g. actieve
handelspolitiek gevoerd zou worden, dit
recht voor ons vervallen zou verklaren.
Het is er mee als met zooveel andere za
ken, beschouwt men ze aandachtig, dan
ziet men dat een oplossing ingewikkeld
is.
De heer Olij wilde in een motie tot
uiting brengen, dat het brengen van het
punt fondsvorming op den beschrij
vingsbrief der algemeene vergadering
de instemming der vergadering heeft.
De voorzitter verklaarde, dat reeds
was uitgemaakt, dat het behandeld zou
worden.
De heer Olij meende, dat juist een der
gelijke motie meer de belangstelling van
zusterverenigingen zou opwekken en
men dan daar dit punt ook onder de
loupe zou nemen.
De heer Gutter meende, dat wel dege
lijk actieve handelspolitiek geboden
was. De ons omringende landen hebben
zich tot de tanden voor het voeren van
den economischen oorlog gewapend. Als
wij blijven toezien, worden %ve doodge
drukt. Zeer goed kan hij tarieven be
grijpen. Ieder land tracht eigen moei
lijkheden te overwinnen.
De heer v. d. Veer haalde nogmaals de
meening van Mr. Niemuiler aan.
De heer Olij meende dat als een advo
caat over een zaak aan het redeneeren
ging, hij al spoedig een tegenstander
vond die even zoo glad was. Met zijn
tweeën gingen ze dan alle mogelijkhe
den van een kwestie bezien. Iets derge
lijks gebeurde thans met de tuinders-
credieten. En ondertusschen konden de
tuinders wachten. Deels is dit ook mis
schien te verklaren uit hun zwakke or
ganisatie.
De heer Bakker vroeg of de aanwezi
gen nog altijd geloofden, dat in deze
de verlossing van de regeering moest
komen. Zijn opinie was, dat maar
steeds in de gevolgen gewroet werd en
men de oorzaken over het hoofd zag.
Thans zijn wij aan het loven en bieden
ipet hen, die ons geld in bezit hebben.