Alkmaarsciie !ourant. BALANS-UITVERKOOP Hel kostbare nesterstukje B, W. G. LIENESCH Jiadumiiiws OteuUkon Qwteentecadm £and= eit 3mw.(souux Maandag; 4 Januari. Bij de jaarwisseling. Honderd vier en dertig! Jaargang. No. 2 v 1932. Dinsdag 5 Janri. Hilversum, 1875 M. (Uitetend A.V.R O 8.Gramofoonplaten. i— Morgenwij ding. 10.15 GramofoonplaÉ. 10.30 Kook- praatje. 11.—12.— ConceïAnny Savenye, piano. N. Pielystroom, zanjVleugel: Egb. Veen. 12.Gramofoonplii. 12.30 Om- roeporkest o. 1. v. Nico irj en gramofoon- platen. 2.Pauze. 2.30 Cbiofoonpl. 3 Knipcursus. 4— Gramtonplaten. 4.30 Radio-kinderkoorzang o. 1. J. Hamel. 5 Gramofoonplaien. 5.30 Ui|<est. „Haech Den Haag: Orchestre Pak Corn. Codel- ban. 6.30 Sam Swaap, vioen W. Andries- sen, piano, spelen vioolsonj Debussy. 7. Jooodsch praatje en Jood» liederen. 7.30 Engelsche les. 8Onkporkest o. 1. v. Nico Treep en Ferd. Heikin, viool, o a. vioolconcert D-dur, Mozaij».„Wij zoeken een omroeper'', radiotoone©.20 Kovacs La- jos en zijn Band. 9 45 Lo Noiret. 10. Vaz Dias. 10.15 Ko-vacs les 10.30 Louis Noiret. 10.45 Kovacs Jjos. 11.12. Gramofoonplaten. Huizen, 298 M (Uitsknd K. R. O 8—9.15 en 10.—11.30lraniofoonplaien. 11.30 Godsd. halfuurtje.!. 15 KRO.-Trio. I.45 Gramofoonplaten. 2 Vrouwenuurtje. 3— Knipcursus. 3.30 iedenmaakcursus 3.454.Knipcursus. O Sonatencyclus. L. Wijngaarden, viool en Ligtelijn, piano. 5.306.40 K.R.O. Kunstiemble. 6.4C Cau serie over Slagersvak erMiddenstandsten- toonstelling. 7.Grr.i|oo'iplaten. 7.10 Causerie voor de ouders. 5 Vtrbondskwar- tiertje. 8.—11.—Kon. V „Königskinder, Humperdinck. Hierna „Di oningen-avond", blijspel van Shakespepartf uzick van Hum perdinck. Vertaling: Dr. A. J. Burgerdijk. In de pauze Vaz Dias. 12.Gramo foonplaten. Daventry, 1554 M. 10 Morgenwijding II.05 Lezing. 12.20Drge'concert E. O'Henry. 1.20 Leonardoemp en zijn or kest. 2.252.50 Gramofiplaten. 4 20 Tro cadero-orkest o. 1. v. A. 9am. T35 Kinder uur. 6.20 Berichten. Bac 48 preludes en fuga's, piano door J. Shi 7.10 Fransche causerie. 7.40 B. B. C.-titer-orkest o. 1. v. L. Woodgate, m. m. v. lalino Rowsell, so praan. O.a. Lied u „Zigeunerbaron", Strauss. 8.50 Lezing. 9.-9.35 .ï-erichten 9.40 B. B. C.-orkest o. 1 L. Ronald. Les- lie England, piano. O Concerto nr. 2 g-moll, Saint-Saëns. 10 12.£0 Roy Fox an zijn Band. Parijs ,Jiadio-Paris",25 M. S.05, 12.50 en 1.25 Gramofoonplate8.20 „Tristan en Isolde" van Wagner. (Cmofoonplaien van de Bayreuth Opera o. 1. Kaïl Elmendorff). Langenberg, 473 M. 25, 10.40—11.55 Gramcioonplaten. 12.20.50 Concert o. 1. v. Wolf. 4.205.20 istenconceit. 7.20 Avondconcert o. 1. v. W o.a. 2de Hong rhapsodie, Liszt. 8.20 ,priolen", Kabaret- programma. 9.20 Sluitii Kalundborg, 1153 yVfl 1.20—1.20 Con cert uit het Palace-Ho 2.4.Mogens Hansens orkest. 7.20 Nsche strijkmuziek 0 1. v. Reesen. 7.45 Ra-tooneel. 8.05 Mu ziek der Dreigroschen-G"'- van K. Weill o 1 v. Reesen. 8.30 Toont 8.50 Piano-recital door V. Fischer. 9.20—20 Oostersche mu ziek, o.a. uit Lakmé, Des. Brussel, 508 en 338 j 508 M.: 12.35 2.05 Gramofoonplaten. .20 Orkestconcert 6.50 Dansmuziek, graroon. 8.20 Omroep orkest o. 1. v. André m. v. fluit. O.a. Ahf- forderung zum Tanz, Ver en Caprice vien nois, Kreisler. 338 M.2.352.05 Gramo foonplaten. 5.20 Orkemcert. 6.50 Lehar- ifoncert, gramofoonplat8.2010.20 Sarov Revue. Rome, 441 M. 8.20 (eert door het kwar tet van Rome, o.a. kwd in c-dur, op. 59, nr. 3 Beethoven. Tensh muziek van Alfre- do Catalani. Zeesen, 1635 M. 7.2Das gibt's nur ein mal das kommt nicj wieder", vroolijke avond met medewerkinyan solisten en or kest. 8.30 Orkestconcer 1. v. Prof. R. Ha gel. 9.30 Berichten en Ina tot 11.50 Dans muziek door Barnabasi Geczy's orkest. Uit het Engelsch doocj. C M O. de W 49) HOOFDSK XLV. De gezichten, op ééiitzondering na, wa ren op den achtergroiferaakt, toen Julie langzaam en moeilijk besef kwam van hetgeen haar was overlen. Maw boog zich over haar heen en hieeen gebarsten kopje aan haar lippen en dohaar krachtige taal hield zij tevens de ancki op een afstand. Misschien had de n van den inhoud van het kopje evenveejvloed op de lijderes als de geneeskracht vaen inhoud. Het was zoo walgelijk voor ienti wie van kleins af aan een afkeer was inpt voor al wat alco hol bevatte, zoodat ee bepaalde walging hielp om haar het bettzijn terug te doen krijgen. In het eerst kon noiiets tot haar ver stand doordringen. At toen zij zich lang zamerhand iets begon herinneren van haar onmiddellijk verleden rich vastknoopte aar. bet heden, kreeg zij z een hevigen schrik, dat het niet veel sfhe# of zij verloor haar bewustzijn opnieuw. Jinnering werkte als een messteek. De Varf>on! De Van Roon! aar was het? O, G< als zij het toch nog \erloren had! Die gecfite was als een pijn, maar van een zuiveiteine smartelijkheid Maar zij behoefde diefart niet te gevoelen Zij drukte de Van Ro^nstuimig tegen haar Men schrijft ons uit 's-Gravenhage In vele zaken pleegt men aan het einde van het jaar de rekening op te maken. Maar ook buiten het zakenleven geschiedt hetzelfde. De meesten onzer staan tegen den overgang van het oude-maar het nieuwe jaar even stil, om de balans op te maken van wat het afgeloo- pen jaar hun aan vreugde en leed, aan voor- en tegenspoed, heeft gebracht. Sommigen sluiten daarbij een taak af, die hun lief was geworden en geven zich rekenschap van de wijze, waarop zij die taak vervuld hebben, terwijl zij zich tevens afvragen, hoe zij den tijd en de kracht, welke door het eindigen van die taak vrijvalt, even nuttig voor zichzelf en de samenleving zullen kunnen besteden. An deren moeten als gevolg van het klimmen der jaren, den achteruitgang van hun gezond heidstoestand, hun geestelijk en lichamelijk kunen eerlang voor goed van hun werkzaam heden afscheid nemen en maken nu de balans op van hun arbeidzaam leven. De eenvoudige burger, zoowel als zij die met de overheids taak zijn belast, vragen zich op Oudejaar af of zij in alle opzichten wel hun plicht heb ben gedaan, of zij geen fouten hebben ge maakt, die vermeden hadden kunnen wor den, of er reden voor hen is, met voldoening dan wel met zelfverwijt terug te zien op den afgelegden weg. Zoo wordt bij de jaarwis seling in velerlei opzicht en in verschillenden zin de rekening opgemaakt. Volgen wij deze algemeene en goede gwoonte, doch niet voor onszelf, alleen maar voor het gansche Ne derlandsche volk, dan moeten wij, de balans van voor- en tegenspoed opmakende, helaas ccnstateeren, dat het afgeloopen jaar ons niet veel anders dan misère heeft gebracht. Maar tevens moeten wij vaststellen, dat bij een groot deel onzer landgenooten het besef van den ernst van den toestand nog altijd niet voldoende schijnt te zijn doorgedrongen, ofschoon zij toch duidelijk kunnen waarne men, dat de crisis in verscherpte mate niet alleen het buitenland teistert, maar hier te lande de inkomsten zienderoogen doet slin ken men lette slechts op de voortdurend afnemende belastingopbrengst den export onoverkomelijke hinderpalen in den weg legt en den nood in vele takken van -bedrijf niet alleen in landbouw en scheepvaart, maar ook in verscheidene nijverheidsbedrijven tot groote hoogte heeft doen stijgen. Voor heen ongekende omvangrijke werkloosheid is hiervan het meest in het oog springend tee- ken. Toch blijft een belangrijk deel der bevol king zich verzetten tegen de absoluut nood zakelijk daling der productiekosten en de me de ter voorkoming van inflatie van ons ruil middel gebiedend noodige sterke inkrimping der uitgaven van staat, provinciën en ge meenten. En in het licht van dit betreurens waardig en verontrustend verschijnsel rijst bij ons de vraag, of van de zijde van de ver antwoordelijke regeerlngsinstanties in het af geloopen jaar en ernst van den toestand wel voldoende duidelijk is gemaakt aan ons volk. of wel voldoende gezorgd is. dat het besef van dien ernst in alle kringen en lagen der bevolking doordrong. En wanneer wij dan de balans van de verantwoordelijkheid bij de autoriteiten voor dit gemis aan inzicht in den ernst van den toestand bij zoovelen onzer me deburgers opmaken, dan moeten wij tot ons leedwezen vaststellen, dat tot voor enkele maanden in de regeeringsbureaux zelf van een diepgeworteld bewustzijn, hoe ongunstig of liever hoe uiterst zorgwekkend de toestand was. geen sprake is geweest. Het beste bewijs daarvan is wel. dat nog in den zomer van 1931 de regeering geen termen aanwezig achtte om door vernietiging van het desbetreffende Raadsbesluit paal en perk te stellen aan de opdrijving van de sala- rieering van het gemeentepersoneel in Am sterdam, terwijl thans daarentegen een wets ontwerp aanhangig is om door verlaging van de Riiksuitkeeringen aan de gemeenten, deze te nopen tot verlaging van de salaris sen en loonen van haar personeel. Het valt niet te ontkennen, of de regeering heeft door te lang aarzelen om in te grijpen voet gegeven aan de verkeerde meemng. dat men hier te doen had met een inzinking van voorbijgaanden aard, waarbij er hoegenaamd geen noodzaak aanwezig was het peil van de loonen en salarissen te doen dalen en in het algemeen groote versobering te betrachten, teneinde de lasten voor het bedrijfsleven te verbehtpn en het mogelijk te maken, dat het ook bij de zoozeer verlaagde oriizen zonder verbes concurreerend kan b1iiven voortwer- ken. Toch kan ons volk slechts dan de crisis te boven komen, wanneer het zich bewust is 1 i 'i borst, zooals een kind haar pop kan vast klemmen. Toen dit besef langzaam tot haar doordrong, helderde haar verstand plotse ling op. Zij moest haar geest wakker houden, al was het alleen om dezen talisman te verdedi gen, waarvoor zij reeds zoo onuitsprekelijk had moeten lijden. Zij wist niet waar zij was en die slechte vrouw, die haar dat kopje voor den mond hield, en ook die andere vreeseliike menschen op den achtergrond vervulaen haar met den grootsten angst. Maar Maw, hoe gemeen zij er ook uit zag, meende het goed met haar. Het was niet ge makkelijk dit feit te verklaren, het mensch had zulk een luide stem en zulk een onbarm hartig gezicht. Maar langzamerhand begon het door te dringen tot Julie's verstoorde zenuwen, en dat gaf haar een greintje moed om vol te houden en te trachten zich zelf te blijven, haar bewustzijn niet weer te verlie zen, waar zij ieder oogenblik voor vreesde. Waar wou je naar toe gaan, liefje? De stem was wel ruw, maar toen de woor den tot Julie's oor doordrongen, was zij in staat te waardeeren, dat zij vriendelijk be doeld waren. Maar toch begreep zij weldra dat het geen troost voor haar was. Waar zij naar toe ging? Op die wreede vraag kon zij geen antwoord geven. Doodelijk verschrikt arm schaap! zei Maw. Met een zekere woede deelde zij het feit aan de omstanders mede, die zich met een zekeren eerbied rondom de lijderes ver- eenigden. Waar kom je vandaan? Julie's eenig antwoord was een huivering Die doodsche stilte was zoo griezelig, dat Maw het hoofd schudde en met een vuilen vinger op haar voorhoofd tikte. van den werkelijken toestand en wanneer daarbij tevens de regeering door krachtige maatregelen den weg toont te kennen en te wilen bewandelen om ten spoedigste uit de moeilijkheden te komen. Wanneer het be drijfsleven zoo dringend behoefte heeft aan vermindering van lasten, wanneer de veilig heid van den gulden gevaar loopt, indien het financieel evenwicht in het Staatsbudget niet verzekerd is en voor steeds grooter leeningen een beroep op de geldmarkt moet worden ge daan, wanneer eindelijk alles er op wijst, dat de inkomsten van het Rijk en de andere pu blieke lichamen in de naaste toekomst nog veel harder zulen achteruitloopen dan thans, dan ligt het toch voor de hand. dat het eer ste, wat noodig is, zoowel bij den Staat als bij de provinciën en gemeenten, is: bezuini ging, bezuiniging en nogmaals bezuiniging' Intusschen hebben wij bij de regeering daar van nog niet vee! anders gehoord, dan dat een commissie is ingesteld, die voorste''ei daaromtrent zal moeten indienen. En wat dt gemeenten betreft, ontmoet men bij deze veel eer de neiging nog een schepje op de uitga ven te leggen, en, in plaats van door bezui niging, de uitgaven te dekken door nieuwe belastingverzwaring. Is het dan te verwonde ren, indien ook bij de beschutte particuliere bedrijven de loonen onveranderd hoog blij- ven en indien bij de onbeschutte bedrijven 1 stakingen uitbreken om loonsverlaging tegen 1 te gaan, ja ze'.fs om hooger loon te verkrij- j gen? Slecht voorgaan doet slecht volgen. En j van overheidswege is eerst zeer laat en tot dusver slechts aarzelend en schoorvoetend die juiste weg ingeslagen. Laat ons hopen, dat het thans aangevan gen jaar zich moge kenmerken door een krachtiger bewustzijn van den toestand bij de Overheid en een meer doortastende toe passing van de middelen, die noodig zijn om de crisis te boven te komen. ZUID- EN NOORDSCHERMER. Op Woensdag 30 Dec. vergaderde de Raad dezer gemeente onder voorzitterschap van burgemeester C. de Groot. Eene missive betreffende de gemeentebe- grooting 1932 van Ged. Staten ontvangen, gaf aanleiding tot eene uitvoerige bespreking Eenige leden waren van oordeel, dat waar de gemeente niemand steun vraagt, de wijze, waarop deze de werkverschaffing regelt, den minister, noch Ged. Staten iets aangaat. De voorzitter wees er evenwel op, dat laatstgenoemd College in ieder geval de goedkeuring van de begrooting en rekening in handen heeft volgens de wet en dat het niet meer dan logisch is, dat men daarbij met de inzichten der regeering rekening houdt. Maar hier geschiedt de werkverschaf fing niet op eene wijze, die bij de hoogere colleges bedenking zal ontmoeten. Na uitvoe rige uiteenzetting tegenover Ged. Staten, zal dit College den betrokken begrootingspost wel goedkeuren. In ieder geval moet de werk verschaffing ook vanaf den eersten dag in het nieuwe jaar voortgang hebben, hetgeen niet zou kunnen, indien de wenk van Ged Staten, om het voor de werkverschaffing uit getrokken crediet voorloopig naar onvoorzien over te brengen, zou moeten worden opge volgd. De raad verklaarde unaniem, zijne goedkeuring te hechten aan die voortzetting op de tot dusverre gevolgde wijze. Voorts ontmoette de meening van B. en W., dat de opcenten gemeente-fondsbelasting niet te hoog zijn geraamd, geen bestrijding. Echter werd het college gemachtigd desnoodig de begrooting op dit punt te wijzigen, met mede wijziging van andere in den brief van Ged. Staten in dat verband genoemde posten. De voorzitter deed namens B. en W. me- dedeeling, dat de gemeentelanderijen op nieuw zijn verhuurd, dat omtrent het school hek te Driehuizen, waarover destijds de heer Molenaar sprak, nog een nader onderzoek gaande is, alhoewel aanvankelijk gebleken DAMESCONFECTIE Langestraat 41-43-45 was, dat het onderhoud daarvan voor reke ning was van den heer J. Swart, die zich daarmede accoord heeft verklaard, maar nu weer van eene andere meening is gebleken. Voorts deelde de voorzitter mede, dat B. en W. de noodslachtplaats te Grootschermer, met ingang van 1 Jan. 1932 hebben opgehe ven, zulks ter uitvoering van het raadsbe sluit van 20 October j.1. Aan de orde was nu de benoeming van eene onderwijzeres aan de O.L. school te Driehuizen, ter voorziening in de, op 1 Jan. 1932 ontstaande vacature A. Yeenenga. De voorzitter gaf omtrent deze zaak eene uitvoerige toelichting. De voordracht luidde: 1. L. J. C. Stoutjes- dijk te Alkmaar; 2. C. W. B. ter Brugge te Hei'oo; 3. Al. D. Kroon te Bloemendaal. Eenige leden spraken er hunne verwonde ring over uit, dat geen der voorgedragenen het de moeite waard heeft gevonden, zich even te komen voorstellen. De voorzitter zeide, dat ook geen der leden van het coilege die eer heeft genoten. Spreker hecht aan dat persoonlijke bezoek, waar het een jeugdige onderwijzeres betreft, in tegen stelling met een schoolhoofd, niet zoo heel veel waarde. Nadat overgegaan is tot stem ming, waarbij de leden Smit en Hei nis ais stemopnemers fungeeren, bleek mei. Stoutjes- cüjk alle stemmen op zich te hebben veree- nigd. Zij was dus benoemd en werd met dit feit telegrafisch in kennis gesteld. Een groot aantal ingekomen stukken gin gen onder den hamer door. Na voorlezing werd terzijde gelegd, op voorstel van B. en W., het request van den Raad van Oterieek. Op voorstel van het college werd z.h.st. besloten adhaesie te betuigen aan het re quest van het gemeentebestuur van Wehl aan de Kroon. F.en request van eenige ingezetenen te Driehuizen, houdende verzoek, den lijnwerker van het G.E B. telefoonaansluiting te geven, werd naar B. en W. gerenvoyeerd om prae- advies. Gunstig werd beschikt op een verzoek schrift van den voormaligen huurder van ge meenteland, K. Wiedijk Gzn., om 25 scha devergoeding wegens op dat land verricht baggerwerk. De voorzitter merkte op, dat huurders vol gens het contract „buiten weidetijd" bagger op het land moeten ontvangen en zelfs ver werken. Het betreft, door werkloozen verrich te grondwerk geschiedde z.i. buiten weidetijd Over laatstgenoemde vraag werd verschil lend geoordeeld. Wethouder Pcsch zou wel kunnen mede gaan met eene kleine vergoeding aan verzoe ker, echter achtte hij het gevraagde bedrag veel te hoog. Besloten werd 10 schadever goeding te geven. Welk besluit werd geno men met alleen de stem van mevr. Slooten Smit tegen. Op voorstel van den voorzitter werd be sloten om vast te stellen, dat „het uuiten wei detijd", als genoemd in het huurcontract, op een bepaalden datum zal aanvangen. Spre ker noemde 15 Nov. De heer Smit amendeerde des voorzitters voorstel en wilde den datum, met het oog op den gebruikelijken aanvang der werkver schaffing stellen op 1 November. Aldus werd z.h.st. besloten. Den nieuwen huurders zal hiervan kennis worden gegeven. Op voorstel van B. en W. en naar aanlei ding van eene opmerking van Ged. Staten, werd besloten de verordening voor het Elec triciteitsbedrijf d.d. 26 November j.1. te wij zigen. Van het raadslid, den heer Jb. Heinis Mz., was ingekomen een request, om hem, als huurder van gemeenteland eene afwijking toe te staan van de bepalingen van het huurcon tract, inzake het hooien of beweiden gedu rende het eerste gebruiksjaar. De voorzitter meende, dat de raad niet kan afwijken van bepalingen contractueel bij publieke verhuring gesteld. Eenige leden meenden, dat hetgeen Heinis vraagt, wel in het belang ook van het land zelf is. Mevr. Slooten is het met den voorzitter eens. Tot den heer Heinis zeide zij: Gij hebt zelf medegewerkt om het huurcontract te doen luiden, zooals het luidt. Nu gij zelf huurder zijt geworden, wilt gij het anders. Het ontwerp-contract heeft toch oog nog tien dagen voor een ieder ter visie gelegen. Wat gij nu vraagt, komt niet te pas en als de raad uw verzoek inwilligt, dan zal ik mij terzake tot Ged. Staten wenden. Verschillen de leden voeren over deze zaak nog het woord. In de oogen van Maw was er voor zulk een kwaal maar één remedie. Nogmaals wera het kopje tegen Julie's lippen gedrukt; nog maals werd het teruggestooten, ditmaal met een zekere kracht, die geruststellend was voor de omstanders, want het was een bewijs van terugkeerende levenskracht. Ze ziet er netjes uit, zoo sprak de stem van de oude vrouw, die vlak achter Maw stond. Waar wou je naar toe gaan? vroeg Maw nogmaals. Als Julie tranen gehad had, zou ze zeker geschreid hebben. Nu haar toestand in al zijn lellende haar voor oogen begon te staan, maakte een gevoel van volkomen onmacht zich van haar meester. Ze is in de war, zei Elbert somber. HOOFDSTUK XLVI. Te midden van de stilte, die op Elbert's opmerking volgde, deed Julie haar uiterste best om haar zwakheid te boven te komen. Zij verlangde niet langer naar den dood Dat haar talisman nog in haar bezit was, wakkerde tenminste op dat oogenblik haar verlangen in leven te blijven, aan. Ten volle bewust, dat de Van Roon, o wonder, nog niet voor haar verloren was, voelde zij dat zij moest voortleven tot iederen prijs. Maar haar toestand was op het oogenblik inderdaad hopeloos. Zij durfde het huis niet uit gaan, want een moordenaar en dief loerde op haar. En al waagde zij dat, waar zou ze heen gaan? Ja, haar toestand was bepaald wanhopig En daarenboven was er nergens een toevlucht voor zulk een wezen als zij op het oogenblik was, doodzwak, ellendig, zonder eenig geld en volkomen onwetend waar zij eigenliik ver zeild geraakt was? Hierna werd gunstig op het verzoekschrift van den heer Heinis beschikt. Tegen stemden de leden Molenaar en me vrouw Slooten—Smit. Voorai had de heer Heinis voorgesteld, de ze zaak in comité te behandelen, welk voor stel hij, op aandringen van eenige zijner me deleden introk. De heer v. d. Laan merkte op, dat, als de heer Heinis nu eens geen raadslid, maar al leen huurder was geweest deze zaak eveneens in het openbaar zou zijn behandeld gewor den. Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur wordt met ingang van 1 Jan. 1932 benoemd de heer D. de Geus, aftredend als zoodanig, zulks met 5 stemmen en 2 op den heer T. Slooten, die door den heer Heinis was aan bevolen. De aanbeveling van B. en W. luid de: 1. D. de Geus, 2. Jb. Boekel. Aangenomen werd z.h.st. een voorstel van B. en W., strekkende tot wijziging van art. 3 par. 3 der Verordening op de heffing van b«- grafenisrechten, in dier voege, dat aldaar in de plaats van vijf gulden voor eene eenvou dige grafafsluiting enz. wordt gelezen twee gulden vijftig cents en dat het bedrag van één gulden voor een grafbordje vervalt, be houdens dat de plaatsing van zulk 'n bordje aan de goedkeuring van B. en W. wordt on derworpen. Na bestrijding door den heer v. d. Laan werd verworpen een voorstel tot aanvulling van de algemeene politieverordening, inge diend door B. en W., betreffende den opslag en het vervoer van benzine e.d. Aangenomen werd een voorstel van dezelf de strekking tot aanvulling van genoemds verordening met een nieuw artikel 8 quater, inzake de veiligheid van het verkeer met rij en voertuigen, geen motorrijtuigen, of rijwie len zijnde. Deze aanneming geschiedde met alle stem men, op die van den heer v. d. Laan na, dis in de nieuwe voorschriften een beletsel zag voor het op den weg rijden met en dressee- ren van jonge paarden. De heer Heinis vroeg of de Diaconie haar quotum reeds heeft betaald in de kosten der werkverschaffing van het vorige seizoen, hoe het staat met het proces tegen schipper Key- zer en of het niet nuttig zou zijn den aanleg- steiger te Groot-Schermer met carbolineum te doen bestrijken. Op alle deze vragen kreeg genoemd lid antwoord van den burgemees ter, luidende, dat bedoeld quotum nog in be handeling is, evenals het proces-Keyzer. Mevr. SlootenSmit voegde er, wat d< laatste vraag betreft nog aan toe, dat de stei ger reeds voor die bewerking op het pro gramma staat. Hierna is niets meer te be handelen. De voorzitter dankt^ den leden voor de aangenome wijze, waarop de raad in den af geloopen jaarkring met hem heeft samenge werkt. De leden wenschen hunnerzijds den voorz tter alles goeds. Hierna sluiting. En toch, zij verlangde volstrekt niet te blijven bij die zonderlinge uitzagen. O neen liever geen oogenblik langer dan strikt nood zakelijk was. Maar wat te doen? In haar tegenwoordigen toestand was het veel en veel te moeilijk om zulk een vraag stuk op te lossen. Zij bewaarde een ijzig stil zwijgen, toen drie gezichten, één en al nieuwsgierigheid, steeds dichter bij haar kwa men: zij kon haast aan een nieuwe bezwij ming weerstand bieden. Te midden van die ellendige overdenkin gen, welke dreigden haar te overweldigen werd zij op ruwe wijze tot de werkelijkheid terug geroepen. De Van Roon werd haar door een stevige han d ontrukt. Alsof er een veer in haar hart werd gedreven, sprong zij met een zachten kreet overeind. .Maw over handigde het schilderstukje aan Elbert. Er hangt een kaartje aan, is 't niet? zei ze. Nog half versuft hield Julie zich aan de tafel vast, terwijl Elbert, die zeker de g' leerde van de familie was, langzaam den naam en het adres las dat op het kaartje stond: Mejuffrouw Babraham, 39b Park Lane W. Julie was haast niet in staat de volle betee- kenis van dat adres te beseffen. Zij was ge heel alleen vervuld van het feit, dat haar schat zich in vreemde handen bevond En toch hadden die woorden wel een beteekenis ook voor haar, toen haar hersenen langza merhand begonnen te werken. Het was of de gesloten deur van haar ge heugen, waarvan zij den sleutel verloren had, voor zich scheen te openen. Zij dacht aan haar vriend «Willem, aan zijn vriendin de lange, mooie gedistingeerde jongedame met de blauwe crêpe de chine japon, en aan Sir Arthur, haar vader, al die personen kwa FRANKRIJK CONTINGENTEERT. Het Nederlandscke deel 'ui 1932. Het „Journal Officiel" van Frankrijk ver meldt o.a. de volgende totaal contingenten, die gedurende de eerste drie maanden van 1932 in Frankrijk ten invoer zullen worden toegelaten. Levend gevogeltè 400.000 K.G.; verseh- en gekoeld schapenvleesch 1.000.000 K.G.; versch varkensvleesch 2.000.000 K.G.; versch rundvleesch en ander versch vleesch 600.000 K.G.gezouten vleesch, ander dan ham, 440.000 K.G.; fijne vleeschwaren (charcuterie fabriqué) 100.000 K.G.; ge slacht gevogelte 400.000 K.G.; vleeschcon- serven 700.000 K.G.eieren in de schaal 1.200.000 K.G.; boter 1.200.000 K.G. In laatstgenoemd contingent is een hoe veelheid van 60.000 K.G. begrepen voor het Saargebied. Voor kaas is voor deze periode een zelfde contingent vastgesteld als voor de periode *19 November31 December, derhalve van 2.200.000 K.G. voor een aantal kaassoorten welke speciaal als Italiaansche kaas moet worden beschouwd en van 3.000.000 K.G. voor alle andere kaas. Voor bloemen is nog geen contingent vast gesteld. Verwacht mag echter worden dat zulks thans spoedig zal geschieden. De percentages, welke van de bovenstaan de totaal contingenten aan de verschillende importeerende landen zullen worden toege wezen zijn nog niet vastgesteld. Het bericht in het Journal Officiel ver men haar voor oogen. En tevens een zekere gemoedsrust alsof zij gezonden waren door ae Voorzienigheid, waarom zij zich nooit heel veel bekommerd had. De herinnering aan dit alles werkte als een toovermiadel op haar brein. Gesteund door het bewustzijn, dat zij toch niet geheel alleen stond op de wereld, en dat zij vrienden had, die haar zeker de hand wilden reiken, begon haar verstand weer beter te werken. Terwijl Maw en Elbert zich bezig hielden met het adres en het bijzonder gewicht daar van, begon Julie zich af te vragen waar die magische woorden ineens vandaan kwamen. En zij begon er zich iets van te herinneren. Eenige dagen geleden, het leken wel jaren in Julie's gedachte, had juffrouw Babraham een schilderijlijstje aan Willem ter reparatie ge zonden. Het stevige bruine papier, waar het ingepakt was, deed de zuinige Julie besluiten het mee naar boven te nemen en in haar kof fer te pakken; misschien had zij het later eens noodig. In haar nieuwe, bijna gevaar lijke klaarheid van geest herinnerde zij zich zelfs, dat binnen in het papier, dat van een boekverkooper in Piccadilly kwam, een kaar tje hing met den naam en het adres van mejuffrouw Babraham. Het samenvoegen van al deze zaken be zorgde Julie juist iets, wat zij noodig had Bij deze duidelijke openbaring van wat de Voorzienigheid vermocht, herleefde de hoop in haar hart. Als zij maar naar de Parklaan kon gaan waar die Parklaan dan ook wezen mocht naar juffrouw Babraham Als antwoord op dezen half gevormden wensch, werd het raadsel opgelost door de heftige stem van Maw: Zeg Elbert, jij moest maar eens naar die juffrouw in de Parklaan toe gaan. (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5