Alkmaarsciie !ourant.
BALANS-UITVERKOOP
Hel kostbare nesterstukje
B, W. G. LIENESCH
Jiadumiiiws
OteuUkon
Qwteentecadm
£and= eit 3mw.(souux
Maandag; 4 Januari.
Bij de jaarwisseling.
Honderd vier en dertig! Jaargang.
No. 2 v 1932.
Dinsdag 5 Janri.
Hilversum, 1875 M. (Uitetend A.V.R O
8.Gramofoonplaten. i— Morgenwij
ding. 10.15 GramofoonplaÉ. 10.30 Kook-
praatje. 11.—12.— ConceïAnny Savenye,
piano. N. Pielystroom, zanjVleugel: Egb.
Veen. 12.Gramofoonplii. 12.30 Om-
roeporkest o. 1. v. Nico irj en gramofoon-
platen. 2.Pauze. 2.30 Cbiofoonpl. 3
Knipcursus. 4— Gramtonplaten. 4.30
Radio-kinderkoorzang o. 1. J. Hamel. 5
Gramofoonplaien. 5.30 Ui|<est. „Haech
Den Haag: Orchestre Pak Corn. Codel-
ban. 6.30 Sam Swaap, vioen W. Andries-
sen, piano, spelen vioolsonj Debussy. 7.
Jooodsch praatje en Jood» liederen. 7.30
Engelsche les. 8Onkporkest o. 1. v.
Nico Treep en Ferd. Heikin, viool, o a.
vioolconcert D-dur, Mozaij».„Wij zoeken
een omroeper'', radiotoone©.20 Kovacs La-
jos en zijn Band. 9 45 Lo Noiret. 10.
Vaz Dias. 10.15 Ko-vacs les 10.30 Louis
Noiret. 10.45 Kovacs Jjos. 11.12.
Gramofoonplaten.
Huizen, 298 M (Uitsknd K. R. O
8—9.15 en 10.—11.30lraniofoonplaien.
11.30 Godsd. halfuurtje.!. 15 KRO.-Trio.
I.45 Gramofoonplaten. 2 Vrouwenuurtje.
3— Knipcursus. 3.30 iedenmaakcursus
3.454.Knipcursus. O Sonatencyclus.
L. Wijngaarden, viool en Ligtelijn, piano.
5.306.40 K.R.O. Kunstiemble. 6.4C Cau
serie over Slagersvak erMiddenstandsten-
toonstelling. 7.Grr.i|oo'iplaten. 7.10
Causerie voor de ouders. 5 Vtrbondskwar-
tiertje. 8.—11.—Kon. V „Königskinder,
Humperdinck. Hierna „Di oningen-avond",
blijspel van Shakespepartf uzick van Hum
perdinck. Vertaling: Dr. A. J. Burgerdijk.
In de pauze Vaz Dias. 12.Gramo
foonplaten.
Daventry, 1554 M. 10 Morgenwijding
II.05 Lezing. 12.20Drge'concert E.
O'Henry. 1.20 Leonardoemp en zijn or
kest. 2.252.50 Gramofiplaten. 4 20 Tro
cadero-orkest o. 1. v. A. 9am. T35 Kinder
uur. 6.20 Berichten. Bac 48 preludes en
fuga's, piano door J. Shi 7.10 Fransche
causerie. 7.40 B. B. C.-titer-orkest o. 1. v.
L. Woodgate, m. m. v. lalino Rowsell, so
praan. O.a. Lied u „Zigeunerbaron",
Strauss. 8.50 Lezing. 9.-9.35 .ï-erichten
9.40 B. B. C.-orkest o. 1 L. Ronald. Les-
lie England, piano. O Concerto nr. 2
g-moll, Saint-Saëns. 10 12.£0 Roy Fox
an zijn Band.
Parijs ,Jiadio-Paris",25 M. S.05, 12.50
en 1.25 Gramofoonplate8.20 „Tristan en
Isolde" van Wagner. (Cmofoonplaien van
de Bayreuth Opera o. 1. Kaïl Elmendorff).
Langenberg, 473 M. 25, 10.40—11.55
Gramcioonplaten. 12.20.50 Concert o. 1.
v. Wolf. 4.205.20 istenconceit. 7.20
Avondconcert o. 1. v. W o.a. 2de Hong
rhapsodie, Liszt. 8.20 ,priolen", Kabaret-
programma. 9.20 Sluitii
Kalundborg, 1153 yVfl 1.20—1.20 Con
cert uit het Palace-Ho 2.4.Mogens
Hansens orkest. 7.20 Nsche strijkmuziek
0 1. v. Reesen. 7.45 Ra-tooneel. 8.05 Mu
ziek der Dreigroschen-G"'- van K. Weill o
1 v. Reesen. 8.30 Toont 8.50 Piano-recital
door V. Fischer. 9.20—20 Oostersche mu
ziek, o.a. uit Lakmé, Des.
Brussel, 508 en 338 j 508 M.: 12.35
2.05 Gramofoonplaten. .20 Orkestconcert
6.50 Dansmuziek, graroon. 8.20 Omroep
orkest o. 1. v. André m. v. fluit. O.a. Ahf-
forderung zum Tanz, Ver en Caprice vien
nois, Kreisler. 338 M.2.352.05 Gramo
foonplaten. 5.20 Orkemcert. 6.50 Lehar-
ifoncert, gramofoonplat8.2010.20 Sarov
Revue.
Rome, 441 M. 8.20 (eert door het kwar
tet van Rome, o.a. kwd in c-dur, op. 59,
nr. 3 Beethoven. Tensh muziek van Alfre-
do Catalani.
Zeesen, 1635 M. 7.2Das gibt's nur ein
mal das kommt nicj wieder", vroolijke
avond met medewerkinyan solisten en or
kest. 8.30 Orkestconcer 1. v. Prof. R. Ha
gel. 9.30 Berichten en Ina tot 11.50 Dans
muziek door Barnabasi Geczy's orkest.
Uit het Engelsch doocj. C M O. de W
49)
HOOFDSK XLV.
De gezichten, op ééiitzondering na, wa
ren op den achtergroiferaakt, toen Julie
langzaam en moeilijk besef kwam van
hetgeen haar was overlen. Maw boog zich
over haar heen en hieeen gebarsten kopje
aan haar lippen en dohaar krachtige taal
hield zij tevens de ancki op een afstand.
Misschien had de n van den inhoud
van het kopje evenveejvloed op de lijderes
als de geneeskracht vaen inhoud. Het was
zoo walgelijk voor ienti wie van kleins af
aan een afkeer was inpt voor al wat alco
hol bevatte, zoodat ee bepaalde walging
hielp om haar het bettzijn terug te doen
krijgen.
In het eerst kon noiiets tot haar ver
stand doordringen. At toen zij zich lang
zamerhand iets begon herinneren van haar
onmiddellijk verleden rich vastknoopte aar.
bet heden, kreeg zij z een hevigen schrik,
dat het niet veel sfhe# of zij verloor haar
bewustzijn opnieuw. Jinnering werkte als
een messteek. De Varf>on! De Van Roon!
aar was het? O, G< als zij het toch nog
\erloren had! Die gecfite was als een pijn,
maar van een zuiveiteine smartelijkheid
Maar zij behoefde diefart niet te gevoelen
Zij drukte de Van Ro^nstuimig tegen haar
Men schrijft ons uit 's-Gravenhage
In vele zaken pleegt men aan het einde van
het jaar de rekening op te maken. Maar ook
buiten het zakenleven geschiedt hetzelfde. De
meesten onzer staan tegen den overgang van
het oude-maar het nieuwe jaar even stil, om
de balans op te maken van wat het afgeloo-
pen jaar hun aan vreugde en leed, aan voor-
en tegenspoed, heeft gebracht. Sommigen
sluiten daarbij een taak af, die hun lief was
geworden en geven zich rekenschap van de
wijze, waarop zij die taak vervuld hebben,
terwijl zij zich tevens afvragen, hoe zij den
tijd en de kracht, welke door het eindigen van
die taak vrijvalt, even nuttig voor zichzelf en
de samenleving zullen kunnen besteden. An
deren moeten als gevolg van het klimmen der
jaren, den achteruitgang van hun gezond
heidstoestand, hun geestelijk en lichamelijk
kunen eerlang voor goed van hun werkzaam
heden afscheid nemen en maken nu de balans
op van hun arbeidzaam leven. De eenvoudige
burger, zoowel als zij die met de overheids
taak zijn belast, vragen zich op Oudejaar af
of zij in alle opzichten wel hun plicht heb
ben gedaan, of zij geen fouten hebben ge
maakt, die vermeden hadden kunnen wor
den, of er reden voor hen is, met voldoening
dan wel met zelfverwijt terug te zien op den
afgelegden weg. Zoo wordt bij de jaarwis
seling in velerlei opzicht en in verschillenden
zin de rekening opgemaakt. Volgen wij deze
algemeene en goede gwoonte, doch niet voor
onszelf, alleen maar voor het gansche Ne
derlandsche volk, dan moeten wij, de balans
van voor- en tegenspoed opmakende, helaas
ccnstateeren, dat het afgeloopen jaar ons
niet veel anders dan misère heeft gebracht.
Maar tevens moeten wij vaststellen, dat bij
een groot deel onzer landgenooten het besef
van den ernst van den toestand nog altijd
niet voldoende schijnt te zijn doorgedrongen,
ofschoon zij toch duidelijk kunnen waarne
men, dat de crisis in verscherpte mate niet
alleen het buitenland teistert, maar hier te
lande de inkomsten zienderoogen doet slin
ken men lette slechts op de voortdurend
afnemende belastingopbrengst den export
onoverkomelijke hinderpalen in den weg legt
en den nood in vele takken van -bedrijf
niet alleen in landbouw en scheepvaart, maar
ook in verscheidene nijverheidsbedrijven
tot groote hoogte heeft doen stijgen. Voor
heen ongekende omvangrijke werkloosheid is
hiervan het meest in het oog springend tee-
ken.
Toch blijft een belangrijk deel der bevol
king zich verzetten tegen de absoluut nood
zakelijk daling der productiekosten en de me
de ter voorkoming van inflatie van ons ruil
middel gebiedend noodige sterke inkrimping
der uitgaven van staat, provinciën en ge
meenten. En in het licht van dit betreurens
waardig en verontrustend verschijnsel rijst
bij ons de vraag, of van de zijde van de ver
antwoordelijke regeerlngsinstanties in het af
geloopen jaar en ernst van den toestand wel
voldoende duidelijk is gemaakt aan ons volk.
of wel voldoende gezorgd is. dat het besef
van dien ernst in alle kringen en lagen der
bevolking doordrong. En wanneer wij dan de
balans van de verantwoordelijkheid bij de
autoriteiten voor dit gemis aan inzicht in den
ernst van den toestand bij zoovelen onzer me
deburgers opmaken, dan moeten wij tot ons
leedwezen vaststellen, dat tot voor enkele
maanden in de regeeringsbureaux zelf van
een diepgeworteld bewustzijn, hoe ongunstig
of liever hoe uiterst zorgwekkend de toestand
was. geen sprake is geweest.
Het beste bewijs daarvan is wel. dat nog
in den zomer van 1931 de regeering geen
termen aanwezig achtte om door vernietiging
van het desbetreffende Raadsbesluit paal en
perk te stellen aan de opdrijving van de sala-
rieering van het gemeentepersoneel in Am
sterdam, terwijl thans daarentegen een wets
ontwerp aanhangig is om door verlaging
van de Riiksuitkeeringen aan de gemeenten,
deze te nopen tot verlaging van de salaris
sen en loonen van haar personeel.
Het valt niet te ontkennen, of de regeering
heeft door te lang aarzelen om in te grijpen
voet gegeven aan de verkeerde meemng. dat
men hier te doen had met een inzinking van
voorbijgaanden aard, waarbij er hoegenaamd
geen noodzaak aanwezig was het peil van de
loonen en salarissen te doen dalen en in het
algemeen groote versobering te betrachten,
teneinde de lasten voor het bedrijfsleven te
verbehtpn en het mogelijk te maken, dat het
ook bij de zoozeer verlaagde oriizen zonder
verbes concurreerend kan b1iiven voortwer-
ken. Toch kan ons volk slechts dan de crisis
te boven komen, wanneer het zich bewust is
1 i 'i
borst, zooals een kind haar pop kan vast
klemmen. Toen dit besef langzaam tot haar
doordrong, helderde haar verstand plotse
ling op.
Zij moest haar geest wakker houden, al
was het alleen om dezen talisman te verdedi
gen, waarvoor zij reeds zoo onuitsprekelijk
had moeten lijden. Zij wist niet waar zij was
en die slechte vrouw, die haar dat kopje voor
den mond hield, en ook die andere vreeseliike
menschen op den achtergrond vervulaen
haar met den grootsten angst.
Maar Maw, hoe gemeen zij er ook uit zag,
meende het goed met haar. Het was niet ge
makkelijk dit feit te verklaren, het mensch
had zulk een luide stem en zulk een onbarm
hartig gezicht. Maar langzamerhand begon
het door te dringen tot Julie's verstoorde
zenuwen, en dat gaf haar een greintje moed
om vol te houden en te trachten zich zelf te
blijven, haar bewustzijn niet weer te verlie
zen, waar zij ieder oogenblik voor vreesde.
Waar wou je naar toe gaan, liefje?
De stem was wel ruw, maar toen de woor
den tot Julie's oor doordrongen, was zij in
staat te waardeeren, dat zij vriendelijk be
doeld waren. Maar toch begreep zij weldra
dat het geen troost voor haar was. Waar zij
naar toe ging? Op die wreede vraag kon zij
geen antwoord geven.
Doodelijk verschrikt arm schaap! zei
Maw. Met een zekere woede deelde zij het
feit aan de omstanders mede, die zich met
een zekeren eerbied rondom de lijderes ver-
eenigden.
Waar kom je vandaan?
Julie's eenig antwoord was een huivering
Die doodsche stilte was zoo griezelig, dat
Maw het hoofd schudde en met een vuilen
vinger op haar voorhoofd tikte.
van den werkelijken toestand en wanneer
daarbij tevens de regeering door krachtige
maatregelen den weg toont te kennen en te
wilen bewandelen om ten spoedigste uit de
moeilijkheden te komen. Wanneer het be
drijfsleven zoo dringend behoefte heeft aan
vermindering van lasten, wanneer de veilig
heid van den gulden gevaar loopt, indien het
financieel evenwicht in het Staatsbudget niet
verzekerd is en voor steeds grooter leeningen
een beroep op de geldmarkt moet worden ge
daan, wanneer eindelijk alles er op wijst, dat
de inkomsten van het Rijk en de andere pu
blieke lichamen in de naaste toekomst nog
veel harder zulen achteruitloopen dan thans,
dan ligt het toch voor de hand. dat het eer
ste, wat noodig is, zoowel bij den Staat als
bij de provinciën en gemeenten, is: bezuini
ging, bezuiniging en nogmaals bezuiniging'
Intusschen hebben wij bij de regeering daar
van nog niet vee! anders gehoord, dan dat
een commissie is ingesteld, die voorste''ei
daaromtrent zal moeten indienen. En wat dt
gemeenten betreft, ontmoet men bij deze veel
eer de neiging nog een schepje op de uitga
ven te leggen, en, in plaats van door bezui
niging, de uitgaven te dekken door nieuwe
belastingverzwaring. Is het dan te verwonde
ren, indien ook bij de beschutte particuliere
bedrijven de loonen onveranderd hoog blij-
ven en indien bij de onbeschutte bedrijven 1
stakingen uitbreken om loonsverlaging tegen 1
te gaan, ja ze'.fs om hooger loon te verkrij- j
gen? Slecht voorgaan doet slecht volgen. En j
van overheidswege is eerst zeer laat en tot
dusver slechts aarzelend en schoorvoetend
die juiste weg ingeslagen.
Laat ons hopen, dat het thans aangevan
gen jaar zich moge kenmerken door een
krachtiger bewustzijn van den toestand bij
de Overheid en een meer doortastende toe
passing van de middelen, die noodig zijn om
de crisis te boven te komen.
ZUID- EN NOORDSCHERMER.
Op Woensdag 30 Dec. vergaderde de
Raad dezer gemeente onder voorzitterschap
van burgemeester C. de Groot.
Eene missive betreffende de gemeentebe-
grooting 1932 van Ged. Staten ontvangen,
gaf aanleiding tot eene uitvoerige bespreking
Eenige leden waren van oordeel, dat waar
de gemeente niemand steun vraagt, de wijze,
waarop deze de werkverschaffing regelt, den
minister, noch Ged. Staten iets aangaat.
De voorzitter wees er evenwel op, dat
laatstgenoemd College in ieder geval de
goedkeuring van de begrooting en rekening
in handen heeft volgens de wet en dat het
niet meer dan logisch is, dat men daarbij
met de inzichten der regeering rekening
houdt. Maar hier geschiedt de werkverschaf
fing niet op eene wijze, die bij de hoogere
colleges bedenking zal ontmoeten. Na uitvoe
rige uiteenzetting tegenover Ged. Staten, zal
dit College den betrokken begrootingspost
wel goedkeuren. In ieder geval moet de werk
verschaffing ook vanaf den eersten dag in
het nieuwe jaar voortgang hebben, hetgeen
niet zou kunnen, indien de wenk van Ged
Staten, om het voor de werkverschaffing uit
getrokken crediet voorloopig naar onvoorzien
over te brengen, zou moeten worden opge
volgd. De raad verklaarde unaniem, zijne
goedkeuring te hechten aan die voortzetting
op de tot dusverre gevolgde wijze. Voorts
ontmoette de meening van B. en W., dat de
opcenten gemeente-fondsbelasting niet te
hoog zijn geraamd, geen bestrijding. Echter
werd het college gemachtigd desnoodig de
begrooting op dit punt te wijzigen, met mede
wijziging van andere in den brief van Ged.
Staten in dat verband genoemde posten.
De voorzitter deed namens B. en W. me-
dedeeling, dat de gemeentelanderijen op
nieuw zijn verhuurd, dat omtrent het school
hek te Driehuizen, waarover destijds de heer
Molenaar sprak, nog een nader onderzoek
gaande is, alhoewel aanvankelijk gebleken
DAMESCONFECTIE
Langestraat 41-43-45
was, dat het onderhoud daarvan voor reke
ning was van den heer J. Swart, die zich
daarmede accoord heeft verklaard, maar nu
weer van eene andere meening is gebleken.
Voorts deelde de voorzitter mede, dat B.
en W. de noodslachtplaats te Grootschermer,
met ingang van 1 Jan. 1932 hebben opgehe
ven, zulks ter uitvoering van het raadsbe
sluit van 20 October j.1.
Aan de orde was nu de benoeming van
eene onderwijzeres aan de O.L. school te
Driehuizen, ter voorziening in de, op 1 Jan.
1932 ontstaande vacature A. Yeenenga.
De voorzitter gaf omtrent deze zaak eene
uitvoerige toelichting.
De voordracht luidde: 1. L. J. C. Stoutjes-
dijk te Alkmaar; 2. C. W. B. ter Brugge te
Hei'oo; 3. Al. D. Kroon te Bloemendaal.
Eenige leden spraken er hunne verwonde
ring over uit, dat geen der voorgedragenen
het de moeite waard heeft gevonden, zich
even te komen voorstellen.
De voorzitter zeide, dat ook geen der leden
van het coilege die eer heeft genoten. Spreker
hecht aan dat persoonlijke bezoek, waar het
een jeugdige onderwijzeres betreft, in tegen
stelling met een schoolhoofd, niet zoo heel
veel waarde. Nadat overgegaan is tot stem
ming, waarbij de leden Smit en Hei nis ais
stemopnemers fungeeren, bleek mei. Stoutjes-
cüjk alle stemmen op zich te hebben veree-
nigd. Zij was dus benoemd en werd met dit
feit telegrafisch in kennis gesteld.
Een groot aantal ingekomen stukken gin
gen onder den hamer door.
Na voorlezing werd terzijde gelegd, op
voorstel van B. en W., het request van den
Raad van Oterieek.
Op voorstel van het college werd z.h.st.
besloten adhaesie te betuigen aan het re
quest van het gemeentebestuur van Wehl
aan de Kroon.
F.en request van eenige ingezetenen te
Driehuizen, houdende verzoek, den lijnwerker
van het G.E B. telefoonaansluiting te geven,
werd naar B. en W. gerenvoyeerd om prae-
advies.
Gunstig werd beschikt op een verzoek
schrift van den voormaligen huurder van ge
meenteland, K. Wiedijk Gzn., om 25 scha
devergoeding wegens op dat land verricht
baggerwerk.
De voorzitter merkte op, dat huurders vol
gens het contract „buiten weidetijd" bagger
op het land moeten ontvangen en zelfs ver
werken. Het betreft, door werkloozen verrich
te grondwerk geschiedde z.i. buiten weidetijd
Over laatstgenoemde vraag werd verschil
lend geoordeeld.
Wethouder Pcsch zou wel kunnen mede
gaan met eene kleine vergoeding aan verzoe
ker, echter achtte hij het gevraagde bedrag
veel te hoog. Besloten werd 10 schadever
goeding te geven. Welk besluit werd geno
men met alleen de stem van mevr. Slooten
Smit tegen.
Op voorstel van den voorzitter werd be
sloten om vast te stellen, dat „het uuiten wei
detijd", als genoemd in het huurcontract, op
een bepaalden datum zal aanvangen. Spre
ker noemde 15 Nov.
De heer Smit amendeerde des voorzitters
voorstel en wilde den datum, met het oog op
den gebruikelijken aanvang der werkver
schaffing stellen op 1 November. Aldus werd
z.h.st. besloten.
Den nieuwen huurders zal hiervan kennis
worden gegeven.
Op voorstel van B. en W. en naar aanlei
ding van eene opmerking van Ged. Staten,
werd besloten de verordening voor het Elec
triciteitsbedrijf d.d. 26 November j.1. te wij
zigen.
Van het raadslid, den heer Jb. Heinis Mz.,
was ingekomen een request, om hem, als
huurder van gemeenteland eene afwijking toe
te staan van de bepalingen van het huurcon
tract, inzake het hooien of beweiden gedu
rende het eerste gebruiksjaar.
De voorzitter meende, dat de raad niet
kan afwijken van bepalingen contractueel bij
publieke verhuring gesteld. Eenige leden
meenden, dat hetgeen Heinis vraagt, wel in
het belang ook van het land zelf is.
Mevr. Slooten is het met den voorzitter
eens. Tot den heer Heinis zeide zij: Gij hebt
zelf medegewerkt om het huurcontract te
doen luiden, zooals het luidt. Nu gij zelf
huurder zijt geworden, wilt gij het anders.
Het ontwerp-contract heeft toch oog nog
tien dagen voor een ieder ter visie gelegen.
Wat gij nu vraagt, komt niet te pas en als
de raad uw verzoek inwilligt, dan zal ik mij
terzake tot Ged. Staten wenden. Verschillen
de leden voeren over deze zaak nog het
woord.
In de oogen van Maw was er voor zulk
een kwaal maar één remedie. Nogmaals wera
het kopje tegen Julie's lippen gedrukt; nog
maals werd het teruggestooten, ditmaal met
een zekere kracht, die geruststellend was voor
de omstanders, want het was een bewijs van
terugkeerende levenskracht.
Ze ziet er netjes uit, zoo sprak de stem
van de oude vrouw, die vlak achter Maw
stond.
Waar wou je naar toe gaan? vroeg
Maw nogmaals.
Als Julie tranen gehad had, zou ze zeker
geschreid hebben. Nu haar toestand in al
zijn lellende haar voor oogen begon te staan,
maakte een gevoel van volkomen onmacht
zich van haar meester.
Ze is in de war, zei Elbert somber.
HOOFDSTUK XLVI.
Te midden van de stilte, die op Elbert's
opmerking volgde, deed Julie haar uiterste
best om haar zwakheid te boven te komen.
Zij verlangde niet langer naar den dood
Dat haar talisman nog in haar bezit was,
wakkerde tenminste op dat oogenblik haar
verlangen in leven te blijven, aan. Ten volle
bewust, dat de Van Roon, o wonder, nog niet
voor haar verloren was, voelde zij dat zij
moest voortleven tot iederen prijs.
Maar haar toestand was op het oogenblik
inderdaad hopeloos. Zij durfde het huis niet
uit gaan, want een moordenaar en dief loerde
op haar. En al waagde zij dat, waar zou ze
heen gaan?
Ja, haar toestand was bepaald wanhopig
En daarenboven was er nergens een toevlucht
voor zulk een wezen als zij op het oogenblik
was, doodzwak, ellendig, zonder eenig geld
en volkomen onwetend waar zij eigenliik ver
zeild geraakt was?
Hierna werd gunstig op het verzoekschrift
van den heer Heinis beschikt.
Tegen stemden de leden Molenaar en me
vrouw Slooten—Smit.
Voorai had de heer Heinis voorgesteld, de
ze zaak in comité te behandelen, welk voor
stel hij, op aandringen van eenige zijner me
deleden introk.
De heer v. d. Laan merkte op, dat, als de
heer Heinis nu eens geen raadslid, maar al
leen huurder was geweest deze zaak eveneens
in het openbaar zou zijn behandeld gewor
den.
Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
wordt met ingang van 1 Jan. 1932 benoemd
de heer D. de Geus, aftredend als zoodanig,
zulks met 5 stemmen en 2 op den heer T.
Slooten, die door den heer Heinis was aan
bevolen. De aanbeveling van B. en W. luid
de: 1. D. de Geus, 2. Jb. Boekel.
Aangenomen werd z.h.st. een voorstel van
B. en W., strekkende tot wijziging van art. 3
par. 3 der Verordening op de heffing van b«-
grafenisrechten, in dier voege, dat aldaar in
de plaats van vijf gulden voor eene eenvou
dige grafafsluiting enz. wordt gelezen twee
gulden vijftig cents en dat het bedrag van
één gulden voor een grafbordje vervalt, be
houdens dat de plaatsing van zulk 'n bordje
aan de goedkeuring van B. en W. wordt on
derworpen.
Na bestrijding door den heer v. d. Laan
werd verworpen een voorstel tot aanvulling
van de algemeene politieverordening, inge
diend door B. en W., betreffende den opslag
en het vervoer van benzine e.d.
Aangenomen werd een voorstel van dezelf
de strekking tot aanvulling van genoemds
verordening met een nieuw artikel 8 quater,
inzake de veiligheid van het verkeer met rij
en voertuigen, geen motorrijtuigen, of rijwie
len zijnde.
Deze aanneming geschiedde met alle stem
men, op die van den heer v. d. Laan na, dis
in de nieuwe voorschriften een beletsel zag
voor het op den weg rijden met en dressee-
ren van jonge paarden.
De heer Heinis vroeg of de Diaconie haar
quotum reeds heeft betaald in de kosten der
werkverschaffing van het vorige seizoen, hoe
het staat met het proces tegen schipper Key-
zer en of het niet nuttig zou zijn den aanleg-
steiger te Groot-Schermer met carbolineum
te doen bestrijken. Op alle deze vragen kreeg
genoemd lid antwoord van den burgemees
ter, luidende, dat bedoeld quotum nog in be
handeling is, evenals het proces-Keyzer.
Mevr. SlootenSmit voegde er, wat d<
laatste vraag betreft nog aan toe, dat de stei
ger reeds voor die bewerking op het pro
gramma staat. Hierna is niets meer te be
handelen.
De voorzitter dankt^ den leden voor de
aangenome wijze, waarop de raad in den af
geloopen jaarkring met hem heeft samenge
werkt. De leden wenschen hunnerzijds den
voorz tter alles goeds. Hierna sluiting.
En toch, zij verlangde volstrekt niet te
blijven bij die zonderlinge uitzagen. O neen
liever geen oogenblik langer dan strikt nood
zakelijk was. Maar wat te doen?
In haar tegenwoordigen toestand was het
veel en veel te moeilijk om zulk een vraag
stuk op te lossen. Zij bewaarde een ijzig stil
zwijgen, toen drie gezichten, één en al
nieuwsgierigheid, steeds dichter bij haar kwa
men: zij kon haast aan een nieuwe bezwij
ming weerstand bieden.
Te midden van die ellendige overdenkin
gen, welke dreigden haar te overweldigen
werd zij op ruwe wijze tot de werkelijkheid
terug geroepen. De Van Roon werd haar
door een stevige han d ontrukt. Alsof er een
veer in haar hart werd gedreven, sprong zij
met een zachten kreet overeind. .Maw over
handigde het schilderstukje aan Elbert.
Er hangt een kaartje aan, is 't niet?
zei ze.
Nog half versuft hield Julie zich aan de
tafel vast, terwijl Elbert, die zeker de g'
leerde van de familie was, langzaam den
naam en het adres las dat op het kaartje
stond: Mejuffrouw Babraham, 39b Park
Lane W.
Julie was haast niet in staat de volle betee-
kenis van dat adres te beseffen. Zij was ge
heel alleen vervuld van het feit, dat haar
schat zich in vreemde handen bevond En
toch hadden die woorden wel een beteekenis
ook voor haar, toen haar hersenen langza
merhand begonnen te werken.
Het was of de gesloten deur van haar ge
heugen, waarvan zij den sleutel verloren
had, voor zich scheen te openen. Zij dacht
aan haar vriend «Willem, aan zijn vriendin
de lange, mooie gedistingeerde jongedame
met de blauwe crêpe de chine japon, en aan
Sir Arthur, haar vader, al die personen kwa
FRANKRIJK CONTINGENTEERT.
Het Nederlandscke deel 'ui 1932.
Het „Journal Officiel" van Frankrijk ver
meldt o.a. de volgende totaal contingenten,
die gedurende de eerste drie maanden van
1932 in Frankrijk ten invoer zullen worden
toegelaten.
Levend gevogeltè 400.000 K.G.; verseh-
en gekoeld schapenvleesch 1.000.000 K.G.;
versch varkensvleesch 2.000.000 K.G.;
versch rundvleesch en ander versch vleesch
600.000 K.G.gezouten vleesch, ander dan
ham, 440.000 K.G.; fijne vleeschwaren
(charcuterie fabriqué) 100.000 K.G.; ge
slacht gevogelte 400.000 K.G.; vleeschcon-
serven 700.000 K.G.eieren in de schaal
1.200.000 K.G.; boter 1.200.000 K.G.
In laatstgenoemd contingent is een hoe
veelheid van 60.000 K.G. begrepen voor het
Saargebied.
Voor kaas is voor deze periode een zelfde
contingent vastgesteld als voor de periode *19
November31 December, derhalve van
2.200.000 K.G. voor een aantal kaassoorten
welke speciaal als Italiaansche kaas moet
worden beschouwd en van 3.000.000 K.G.
voor alle andere kaas.
Voor bloemen is nog geen contingent vast
gesteld. Verwacht mag echter worden dat
zulks thans spoedig zal geschieden.
De percentages, welke van de bovenstaan
de totaal contingenten aan de verschillende
importeerende landen zullen worden toege
wezen zijn nog niet vastgesteld.
Het bericht in het Journal Officiel ver
men haar voor oogen. En tevens een zekere
gemoedsrust alsof zij gezonden waren door
ae Voorzienigheid, waarom zij zich nooit heel
veel bekommerd had.
De herinnering aan dit alles werkte als een
toovermiadel op haar brein. Gesteund door
het bewustzijn, dat zij toch niet geheel alleen
stond op de wereld, en dat zij vrienden had,
die haar zeker de hand wilden reiken, begon
haar verstand weer beter te werken.
Terwijl Maw en Elbert zich bezig hielden
met het adres en het bijzonder gewicht daar
van, begon Julie zich af te vragen waar die
magische woorden ineens vandaan kwamen.
En zij begon er zich iets van te herinneren.
Eenige dagen geleden, het leken wel jaren in
Julie's gedachte, had juffrouw Babraham een
schilderijlijstje aan Willem ter reparatie ge
zonden. Het stevige bruine papier, waar het
ingepakt was, deed de zuinige Julie besluiten
het mee naar boven te nemen en in haar kof
fer te pakken; misschien had zij het later
eens noodig. In haar nieuwe, bijna gevaar
lijke klaarheid van geest herinnerde zij zich
zelfs, dat binnen in het papier, dat van een
boekverkooper in Piccadilly kwam, een kaar
tje hing met den naam en het adres van
mejuffrouw Babraham.
Het samenvoegen van al deze zaken be
zorgde Julie juist iets, wat zij noodig had
Bij deze duidelijke openbaring van wat de
Voorzienigheid vermocht, herleefde de hoop
in haar hart. Als zij maar naar de Parklaan
kon gaan waar die Parklaan dan ook
wezen mocht naar juffrouw Babraham
Als antwoord op dezen half gevormden
wensch, werd het raadsel opgelost door de
heftige stem van Maw:
Zeg Elbert, jij moest maar eens naar
die juffrouw in de Parklaan toe gaan.
(Wordt vervolgd),