Hlkmaarsclie Courant.
BALANS-UITVERKOOP
B. W. G. LIEHESCH
KAMER VAN KOOPHANDEL
Radionieuws
ReuiUeton
Het kostbare meesterstukje
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Woensdag (i Januari.
Nieuwjaarsrede van den voorzitter.
No. 4
1932.
Ernstige tijden, slechts sporadisch een enkel
lichtpuntje.
Donderdag 7 Januari.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.R.O.)
8Gramofoonplaten. 10.Morgenwij
ding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Piano
recital door Egb. Veen. Viool: Egb. veen Jr.
11.Kinderknipcursus. 11.30 Gramofoon
platen. 12.—Omroeporkest o 1. v. Nico
Treep. Gramofoonplaten. 2.— Pauze. 2.30
Gramofoonplaten. 3 Knipcursus. 34
Gramofoonplaten. 4.— Ziekenuurtje. 5-
Concert Kovacs Lajos en zijn orkest. Ketrein
zang: Bob Scholte. 6.30 Sportpraatje 7.—
Cavelli's, accordeon-virtuozen. 7.30 tngel-
sche les. 8.Gramofoonplaten 8.15 1U^>0
Uit de Stadsgehoorzaal Leiden: Concert Ke-
sidentie-orkest o. 1. v. Dr. Peter van Anrooy.
W. Andriessen, piano, o.a. Concert v. piano
en orkest, Bes-Dur Brahms. Hierna zang
door Maria Baska. Vleugel: Egb. Veen. Ver
volgens „Dond Quichotte", op. 35, Strauss.
Cello: Charles van Tscherdael. 10.30 Vaz
Dias. 10.45—12.— Gramofoonplaten.
Huizen, 298 M. (8.—9.15 en 2.—
K.R.O., 10.-11.— en 2.-H.30 M.CR.V
8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. IO.Id
Ziekendienst. 10.45 Gramofoonplaten. 11.30
Godsd. Halfuurtje. 12.15 K.R.Ö.-orkest o. 1.
v J. Gerritsen. 2 Handwerkcursus. 3.—
Gramofoonpl 3.15-3.45 Vrouwenhalfuur
4Ziekenuur. 5.Cursus Handenarbeid
voor de jeugd. 5.45 Cello-recital Andr. de
Swkarte. Marianna de Leeuwe, vleugel. 6.45
Knipcursus. 7.Vragenhalfuurtje. 7.45
Ned. Chr. Persbureau. 8.—10 30 Concert
English Quartet, gem. vocaal kwartet en
Strijkkwartet, 2 violen, cello en altviool, m.
m v. T. Brandes, harmonium. Werken van
Purcell, E. German, E. Elgar en A. Sullivan
9 —9.30 Causerie o.a. over Kerkvoogdijen.
10.30 Vaz Dias. 10.40-11.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Reginald Foort, orgel
concert. 1.20 Gramofoonplaten. 1.35 Orkest
concert o. 1. v. J. Bridge. 2.05 Lezing. 2.20
3.20 Megan Lloyd, cello en Margot
Wright, piano. 3.20 Middag-kerkdienst. 4.05
Jack Payne's B. B. C.-Dansorkest 4.50
Grosvenor-House-orkest. 5.35 Kinderuur
6 20 Berichten. 6.50 Bach's 48 preludes en
fuga's door J. Ching, piano. 7.10 Duitsche
causerie. 7.30 en 7 50 Lezing. 8.20 B. B. C.-
orkest o. 1. v. V. Hely—Hutchinson. O.a
Ouvert. „Vroolijke vrouwtjes van Windsor"
Nicolai. 9.20—9.35 Berichten 9.40 Lezing.
9 55 „Stanford en Parry", vocaal en instru
mentaal recital door Dale Smith, bariton en
Winifred Small, viool. 10.50 Korte kerk
dienst. 11.05—12.20 Jack Pavne's B B. C-
Dansorkest.
Parijs Radio-Paris1725 M. 8.05, 12.50,
1 25 en 9.05 Gramofoonplaten. 9.50 Concert.
Symphonische Dansen, o.a. Duitsche dansen,
Mozart, Auffordrung zum Tanz, Weber.
Langenberg, 473 M. 6.257.20, 10.40
12.10 Gramofoonpl. 12.25—1.50 Concert
Werag-orkest o. 1. v. Kühn. 4.20-5.20 Con
cert o. 1. v. R. Merten. 7 20 Sted. orkest van
Münster o. 1. v. Wulf, o.a. Ouvert. Gazza
ladra, Rossini. 7.50 Concert. Fragm. uit de
operettes van Leo Fall. Sted. Orkest Münster
o 1. v. Wolf. Hierna tot 11.20 Concert.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Con
cert uit het Palace-3Hotel. 2 504.20 Con
cert uit Wivex. 7.30—9.35 Symphonieconcert
o 1. v. Grömdahl en m. m. v. solisten, o.a.
Symphonie A-dur, Mendelssohn-Bartholdy.
Hierna Wagner-programma. 9.5011.50
Dansmuziek
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35
2 05 Gramofoonplaten. 5.20 Orkestconcert.
6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Concert Om
roeporkest. O.a. Ouvert. Euryanthe. 9.20—
10.20 Vervolg concert, o.a. Fant. „Belle Hé-
lène", Offenbach. 338 M.: 12.35—2.05 Gra
mofoonplaten. 5.20 Russisch orkestconcert.
6 50 Gramofoonplaten. 9.20 Concert en too-
neel o.a Ouvert. Mignon, Thomas en Scènes
pittoresques, Massenet.
Rome, 441 M. 8.20 Symphonieconcert m.
m v koor en orkest o. 1. v. Santarelli, o.a.
Siegfried's Rheinfahrt uit „Die Götterdam-
merung", Wagner.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Actueele uitzending.
7.50 Opera „Der Postillon Lonjumeau" in
drie acten van A. Adam. 9.20 Berichten en
hierna tot 11.50 Dansmuziek door Otto
Kermbach en zijn orkest.
In de hedenmiddag gehouden vergadering
van de K. v. K., waarvan wij het verslag
morgen plaatsen, heeft de voorzitter, de heer
S. W. Arntz, een zeer uitvoerige nieuwjaars
rede gehouden, waaraan wij het volgende
ontkenen:
Na herinnerd te hebben aan de verade
ming allerwege na het sluiten van den wa
penstilstand op 11 Nov 1918, constateerde
spr., dat bijna niemand toen tijdig heeft in
gezien, dat er een zeer langdurige periode
noodig zou zijn om door spaarzaamheid en
de allergrootste omzichtigheid te trachten
het economische leven weer in gezonde banen
te brengen.
Met schier onverantwoordelijke lichtvaar
digheid bleven de buitengewone uitgaven en
belastingen aanhouden, totdat „de kruik
barstte". Europa was zóó ver gegaan, dat de
afgrond in het zicht kwam en nu werd elkeen
zich feitelijk pas bewust, dat drastische maat
regelen nooaig waren om zich staande te
houden. Het begon in 1920. De koopkracht
van Duitschland was te niet gegaan, de valu
ta's in Frankrijk, België en Oostenrijk maak
ten de concurrentie met die landen vrijwel on
mogelijk, hetgeen, gevolgd door talrijke an
dere min of meer belangrijke factoren, ten
slotte tot een algeheele malaise leidde. Een
economische strijd ontbrandde. Er kwamen
beschermende rechten, beperkingen van den
invoer, deviezenverkeer, enz. Met dit al
kwam ons land leelijk is de knel. Het kwam
zoover, dat buitenlandsche koopers, met ge
reed geld in de hand om onze producten te
koopen, deze door al die fraaie noodmaat
regelen niet mogen importeeren of in vele ge
vallen ze na levering niet mogen betalen
Onze veel geroemde zuivelproducten, waar
men in de oorlogsjaren om smeekte, werden
nu eenvoudig geweerd.
Het spreekt haast vanzelf, dat de voort
durende drang, op onze regeering uitge
oefend om tegenmaatregelen te nemen, ten
slotte zóó sterk begon te worden, dat ook ons
land ertoe is overgegaan noodmaatregelen te
treffen ter bescherming van nijverheid, han
del, landbouw, veeteelt en visscherij, o.a. be
staande in een wettelijke regeling tot het be
perken van den invoer en eene tot het regelen
van den uitvoer van bepaalde goederen.
Wij ontveinzen ons niet, dat de overheid
thans voor een zeer zware taak is gesteld
Eenerzijds ziet zij de inkomsten sterk af
nemen, terwijl anderzijds de nooden van de
bevolking met den dag stijgen, zoodat ver
laging der lasten een dringende eisch wordt.
Met het Comité van Economisch Verweer
in ons land stellen wij ons de vraag of de
Nederlandsche regeering niet krachtiger van
zich af heeft kunnen slaan, hetzij door ster
ker middelen van tegenweer aan te wenden,
of te trachten met de vier overige Oslo-sta-
ten (België, Denemarken, Zweden en N'oor-
wegen), die met ons land tezamen circa 30
millioen inwoners tellen, daartegen stelling
te nemen? Alleen een krachtig beleid en voor
al snel handelen zal ons ervan kunnen red
den schaakmat te worden gezet.
Met de noodmaatregelen van het buiten
land, die onzen exporthandel vrijwel hebben
genekt, dacht spr. vooral ook aan den val van
het Engelsche Pond Sterling. Veel wordt er
in dit verband gesproken over de vraag of
de landen, die den gouden standaard verlie
ten, daartoe weder zullen terugkeeren? Dit
zal m i. wel noodig zijn, want zoolang er
geen ander stabiel internationaal betaalmid
del wordt gevonden hetgeen niet zeer
waarschijnlijk is zal de gouden standaard
m.i. noodig blijven om een vaste basis te
geven aan het internationale goederen- en
geldverkeer.
Spr. nam aan, dat uit het binnenkort ver
schijnende jaarverslag opnieuw de ernst der
tijden zal blijken, slechts sporadisch zult U
een enkel lichtpuntje ontwaren. Over enkele
belangrijke bedrijfsgroepen gaf spr. reed:
eenige mededeelingen, die uit den aard der
zaak verre van gunstig luidden.
Grove tuinbouwproducten.
Tengevolge van de vele regens in den
zomer 1930 had het gewas der winterkool
sterk geleden, waardoor de oogst over het al
gemeen slecht was, terwijl de voorraden in
de pakhuizen ongeveer 'n derde of 3500 wa
gens, minder waren dan een jaar te voren
Hoofdzakelijk door die kleine voorraden zijn
de gemiddelde kool prijzen niet zoo heel cn
gunstig geweest; wel waren zij in het begin
van het winterseizoen laag, doch door net
koude voorjaar werden zij aan het begin van
het seizoen nog tamelijk hoog. De prijzen
Uit het Engelsch door mej. C M. O. de W
51)
HOOFDSTUK XLIV.
Julie was vreeselijk opgewonden terwijl zij
stond te wachten op iemand, die de deur
open zou doen. Alles wat zij dien dag on
dervond, had haar opgehouden, maar nu
Elbert niet langer naast haar liep en zij voor
de deur van een vreemd huis stond, kwamen
de kwelgeesten weer op haar hersens af. Het
was of een nieuwe aanval van angst haar
deed sidderen en weer was zij bang haar be
wustzijn te verliezen.
De deur werd spoedig open gedaan door
een deftigen mannelijken bediende en dit
kerkte als een versterkend middel. Julie
vroeg of zij juffrouw Babraham even zou
kunnen spreken. Zulk een verzoek op een
zenuwachtige, opgewonden manier uitge
sproken, deed den knecht even aarzelen, zoo
bat hij- zelfs niet scheen te kunnen besluiten
haar binnen te laten in de ruime, flauw ver
lichte hall. Toch deed hij het eindelijk, deed
ue deur dicht en vroeg haar naam op zeer
weinig vriendelijken toon, een toon, die haar
op ieder ander oogenblik zeer zou hebben af
geschrikt.
Ik ben juffrouw Gedge, zei Julie. Uit
oen antiquiteitenwinkel in de Nieuwe Cros
van uien en wortelen bleven laag, zoodat de
financieele resultaten voor de tuinders, op
een enkele uitzondering na, slecht waren,
een gevolg van den geringen oogst. Voor den
handel is de wintercampagne JanuariMei
niet zoo ongunstig geweest. De inmaakfabrie-
ken hebben hun voorraad zuurkool tegen
redelijke prijzen kunnen ruimen. Met de ge
zouten snij- en spercieboonen was dit niet het
geval, doch deze zullen in het thans begofl-
nen winterseizoen tegen betere prijzen kun
nen worden verkocht, daar in den afgeloopen
zomer door de hooge prijzen van het versche
product maar heel weinig is ingemaakt. Over
het nieuwe, in Juni beginnende seizoen, kan
men wat vroege aardappelen en zomer- en
herfstkool betreft volstaan met te zeggen,
„voor den handel slecht en voor den tuin
bouw allertreurigst". Reeds vóór de vroege
aardappelen geoogst konden worden, ver
toonde zich in hevige mate de ziekte, met ge
volg dat er over het algemeen een geringe en
voor meerdere tuinders in het geheel geen
oogst was. Er kwamen kleine aanvoeren aan
de veilingen en nagenoeg geen export vond
plaats. Daar ook de vroege aardappel-oogst
in Engeland slecht was, kon het voor export
beschikbare gedeelte voor goede prijzen in
dat land geplaatst worden. Duitschland, an
ders het voornaamste afzetgebied voor dit
product, bleef geheel uit de markt. De voor
pootaardappelen geschikte hoeveelheid vond
tegen goedé prijzen een weg, hoofdzakelijk
naar België, Frankrijk en Italië. Van de
zomer- en herfstkool kon alleen heel in het
begin van het seizoen wat voor export ge
plaatst worden, later was deze vrijwel ner
gens meer te verkoopen, zoodat een groot ge
deelte op het land is gebleven.
Zoowel de zomer- als de herfstbloemkool
heeft een lagen prijs opgebracht. Van de
tomaten konden die uit de warme kassen vrij
goede, doch die uit de koude kassen slechts
'age prijzen opbrengen.
De prijzen van de uien waren goed, terwijl
eveneens de oogst voldoende is geweestdoor
minderen uitzaai zijn de winter-voorradeu
echter niet groot.
De in de schuren opgeslagen voorraden
winterkool zijn dit jaar weer groot, de priizen
echter zeer laag, terwijl de vooruitzichten
nog verre van rooskleurig zijn. Als gewoon
lijk wordt gehoopt op vorst en een koud voor
jaar.
In de omgeving HeilooCastricum en
langs de duinstreek zijn de omstandigheden
ook niet gunstig; wel was de aardbeienoogst
dit jaar goed, doch de prijs heel laag; van
de boonen waren de prijzen hoog, de oogst
liet echter te wenschen over.
De zuurkoolfabrieken aan den Langendijk
hebben het versche product voor lage prijzen
kunnen koopen, de afzet van zuurkool is
normaal, doch kon tot nog toe eveneens
slechts tegen lage prijzen plaats vinden.
De toestand van den landbouw.
Het jaar 1931 was voor het land- en vee-
houdersbedrijf een ongelukkig jaar.
In het veehoudersbedrijf trad de ongun
stige toestand in het 2e halfjaar in, eerst
met de boter, daarna in October-November
met de kaas, alles tengevolge van de buiten
landsche toestanden.
Ten aanzien van het overige deel van het
veehoudersbedrijf, de varkensmesterij en vet-
weiderij, is er niets dan nadeel te vermelden,
in het bijzonder bij de vetweiderij, die kapi
talen verloor, voornamelijk tengevolge van
den onbeperkten invoer in ons land van
Deensch- en ander buitenlandsch vleesch.
De eigenlijke landbouw, de graanbouw,
was ook niet gunstig, al bracht de tarwewet
aan velen steun, met het gevolg, dat de
tarwecultuur zeer werd uitgebreid. Alleen
een hooger maalpercentage zal in staat zijn
om voor het kwantum goede inlandsche
tarwe nog plaatsing te vinden.
Veel veehouders en landbouwers geraken
in groote financieele moeilijkheden en om
het evenwicht te vinden wat zeer moeilijk-
gaat zal er veel gewijzigd en vereenvou
digd moeten worden, wil er nog kans bestaan
op een bescheiden loonend bedrijf.
Bloembollenkweekerij en handel.
Het gewas van de tulpen, hyacinthen en
narcissen was iets beneden het middelma
tige; voor crocussen en bijgoed was de oogst
goed te noemen. Dientengevolge was het aan
bod van eerstgenoemde soorten in het begin
van den handelstijd niet zoo groot. Tenge
volge van de minder gunstige bloemenprij-
zen in het buitenland waren de prijzen der
bloembollen tamelijk laag. Begin Augustus
liepen deze iets op, om, zoodra de financieele
crisis in Duitschland zich deed gevoelen,
weder snel te dalen. Alleen de prijzen voor
straat. Juffrouw Babraham zal zich mij wel
herinneren.
De kencht herhaalde langzaam de woor
den, die zachtjes, maar met aandrang wer
den uitgesproken. En terwijl hij naar Julie's
schoenen keek, zeide hij
lk ben bang dat juffrouw Babraham u
vanavond niet ontvangen kan. Maar ik zal
het vragen.
Eenigszins verwaand liep de man de hall
door om de zaak te bespreken met iemand,
die ze niet zien kon. De onderhandeling
duurde kort en was weinig bevredigend, want
een oogenblik later verscheen de tot nu toe
onzichtbare tusschenpersoon in de gedaante
van den butler, die den bediende van zooeven
nog in deftigheid overtrof.
Misschien kunt u mij zeggen wat de
reden is van uw komst, zei de butler, die dui
delijk bewees, dat hij twijfelde of zij wel een
goede reden had, in ieder geval niet om miss
Babraham op zulk een uur te spreken te vra
gen.
Julie kon helaas geen reden opgeven. Zij
kon haar komst niet verklaren. Deze twee
mannen waren zoo indrukwekkend, zoo on
sympathiek, zoo hard. zoo verschrikbarena
dat al had haar leven er van afgehangen, zij
zeker geen voldoende verklaring van haar
komst onder woorden kon brengen.
Juffrouw Babraham kan u op he
oogenblik niet ontvangen, zei de butler heel
langzaam, maar op een toon, die alle tegen
spraak onmogelijk maakte.
Maar ik m o e t haar spreken Het kan
niet anders, het m o e t.
Het is od het oogenblik onmogelijk.
hyacinthen, speciaal eerste-kwaliteits-bollen,
stegen belangrijk door een tekort van dit
artikel. Toen in begin September Engeland
den gouden standaard los liet en het pond
sterling ver beneden pari kwam te staan,
stortte de handel geheel ineen en stonden
de exporteurs voor een groot verlies, vooral
ook, toen de Scandinavische landen eveneens
den gouden standaard lieten varen. Alleen
voor crocussen en hyacinthen bleef de vraag
tot het einde van het handelsseizoen goed.
Kaashandel.
De Noordhollandsché kaashandel heeft in
1931 met vele moeilijkheden te kampen ge
had. De Meikaas van 1930 is nog tegen rede
lijken prijs van de hand gegaan, hetgeen
aanleiding was om voor de opzetkaas van
1931 een goeden prijs te besteden, n.1. pl.m
35 gulden per 50 Kilo. Mede door de beta
lingsmoeilijkheden in Duitschland brokkel
den de prijzen in den nazomer geleidelijk af
tot een niveau van 28 gulden, terwijl daar
op in November, mede door de daling van
het Engelsche pond sterling en de invoerbe
perking van Frankrijk, een daling tot 20 gul
den volgde. Daar de zomerkaas hoofdzakelijk
voor Frankrijk bestemd is, staat het er met
den handel in oude kaas slecht voor. Alle
zeilen zullen moeten worden bijgezet om
groote verliezen te voorkomen.
Noodgedwongen hield de vereeniging van
kaashandelaren in Noordholland een betoo
ging met kaasdragers voor de regeeringsge-
bouwen in Den Haag om op den benarden
toestand in het zuivelbedrijf te wijzen en
krachtiger verdediging onzer handelsbelan
gen te bevorderen.
In tegenstelling met Purmerend, waar zich
een kaasbeurs ontwikkelde, kan de markt te
Alkmaar zich ongerept handhaven. De aan
voer ter Alkmaarsche kaasmarkt bedroeg in
1931:
5286 stapels, wegende 6.300.421 K.G.
De uitvoer uit Nederland van Edammer 40-
plus-kaas bedroeg in de maanden Januari
November 1931
21.725 tons ter waarde van 14.400.000.
In Januari—November 1930:
21.993 tons ter waarde van 17.357 000.
Gecondenseerde melk.
De omzet in dit artikel werd nagenoeg nier
beïnvloed door de crisis. De export uit Hol
land bleef enorm groot en was voor verschil
lende soorten gecondenseerde melk zelfs
grooter dan de vorige jaren.
Daar de export naar verafgelegen landen,
voornamelijk de tropen, door de slechte eco
nomische toestanden, achteruit ging, was de
concurrentiestrijd tusschen de Hollandsche
fabrieken op de hoofdmarkt, in casu Enge
land, grooter dan ooit te voren en daarom is
het niet te verwonderen, dat hierdoor en door
den val in de sterlingvaluta de toestand in
de gecondenseerde melkbedrijven ten zeerste
beïnvloed werd. De verkoopprijzen in Enge
land konden geen gelijken tred houden met
de daling van het pond sterling, mede door
dat de Deensche en Iersche fabrieken, in
welker landen de valuta eveneens geprecieer-
de, scherp kunnen concurreeren. Deze con
currentie doet zich nu ook reeds gevoelen op
de exportmarkten buiten Engeland.
Wat de prijzen van gecondenseerde melk
betreft, deze stonden reeds gedurende den
zomer van dit jaar op een zeer laag niveau;
eind December waren de prijzen nog weer be
langrijk lager.
Bovendien werd de handel in geconden
seerde melk en boter gehandicapt door tijde
lijke invoerverboden in verschillende landen,
verscherping van het deviezenverkeer, ver
hooging van invoerrechten, contingenteering
en andere maatregelen.
Bankbedrijf
Het jaar 1931 is over het algemeen slecht
geweest. Het is duidelijk, dat het bankbedrijf
den terugslag van dezen algemeen slechten
toestand heeft moeten gevoelen. De slechte
gang van zaken in zoo vele bedrijven, op
zichzelf een bijzonder ernstig verschijnsel,
ondermijnde dermate het vertrouwen van het
geldbeleggend publiek, dat men ook van een
vertrouwenscrisis kon gaan spreken. Het feit,
dat men er niet voldoende van overtuigd is,
dat de publiekrechtelijkelichamen hier te
lande, speciaal de gemeentebesturen, de
tering naar de nering zullen zetten, werkt er
niet toe mede om het vertrouwen te doen
terugkeeren.
Als steeds ging de slechte toestand in de
bedrijven gepaard met een ruime geldmarkt
voor het geld op korten termijn, zoodat de
prolongatierente, speciaal over de eerste
negen maanden van 1931, nog lager noteer
de dan in de overeenkomstige periode van
1930 Over het vierde kwartaal was de ver
houding anders, doordat eenerzijds in 1931
de vertrouwenscrisis toen haar invloed deed
gelden en anderzijds de prolongatiekoersen
sinds 1930 reeds op een zeer laag peil wa
ren aangeland.
Het emissiebedrijf stond in de laatste
maanden van 1931 nagenoeg stil, omdat
Op die woorden deinsde Julie achteruit
tegen den muur. En toen de butler die tragi
sche oogen zag, zei hij, ofschoon met weer
zin:
U moet morgen maar eens terug komen,
dan zal ik Uw naam opgeven.
lk, ik moet haar nu spreken, zei het
meisje wanhopig.
De butler was zoo hard als steen. U kunt
haar onmogelijk vanavond spreken.
Waarom niet? vroeg ze.
Zij gaat naar een bal.
Die woorden hadden een uitwerking als
een slag in het gezicht. Ze zag zich zelve
ronddolende in den mist, den heelen nacht
lang, met haar schat onder den arm, zonder
dak, zonder geld, alleen, en dat alles bracht
haar tot wanhoop.
Maar ach! laat mij haar even spre
ken, vanavond nog, zei ze rillend.
Tegenover dien onmeedoogenden man voel
de zij haar geringe, haar laatste hoop weg
zinken. Ze werd de straat opgezet in den
nacht! En wat zou haar dan overkomen? Zij
kon den heelen nacht niet op straat blijven
loopen met de Van Roon onder den arm. Zij
had reeds de uiterste grens van haar kunnen
bereikt. Het donkre waas voor oogen was een
bewijs, dat haar krachten weldra uitgeput
waren. Het deed er niet toe hoe de houding
van den butler tegenover haar was; zij kon
er niet aan denken dit veilig toevluchtsoord
te verlaten, tenzij hij haar de deur uitzette,
want haar tegenspoed hier in huis was niets
vergeleken bij hetgeen haar daar buiten
wachtte.
De gestrenge bediende wist waarltik niet
vaste leeningen zeer slecht te plaatsen waren
en dan nog slechts tegen aanmerkelijk hoo
ger rente. Dit ging gepaard met een scherpe
koersdaling der vroeger geplaatste obliga
ties. Deze omstandigheden deden verschillen
de gemeentebesturen besluiten te trachten 5
pCt. obligaties uit te geven met een looptijd
van slechts ongeveer 5 jaar. Niettegenstaan
de er beperkte bedragen aan de markt kwa
nten, slaagden over het algemeen alleen die
gemeenten, die er het vlugst otj geweest wa
ren. De emissies der gemeenten, die later
kwamen, werden meestal slechts gedeeltelijk
door het publiek genomen.
Over het algemeen is 1931 ook voor de
provinciale instellingen een ver van mooi
jaar geweest.
Visscherij en vischhandel ie Den
Helder en Omgeving.
Hoopvol begonnen in het eerste halfjaar
door goede garnalen-, haring- en ansjovis
vangsten, sluit 1931 toch met een lager op-
brengstcijfer dan 1930, dat trouwens een re
cordjaar was.
Behalve door de in Den Helder en Texel
thuisbehoorende visschersvloot, werd ook
door vele visschersvaartuigen van Zuidhol
land en Zeeland de eerste 4 maanden met
succes aan de garnalenvangst deelgenomen.
De ruime garnalenvangst had geen na-
deeligen invloed op de prijzen, want die wa
ren geregeld hoog door groote vraag, bij
gebrek aan vangst langs de Zeeuwsche en
Belgische kust.
Aan de haring- en ansjovisvangst werd
door trekkers, fuiken-(kommen)-visschers en
kuilvisschers deelgenomen. Ook deze visch-
soorten werden ruim gevangen, doch konden
niet op hooge prijzen bogen. Vooral ansjovis
was zeer laag in prijs en soms bijna waar
deloos.
Geepvangst was iets beter dan het vorige
jaar; ook de sardijnvangst liet zich beter
aanzien, maar dit artikel had bijna geen
waarde.
De Noordzeevisscherij levert helaas jaar
lijks minder goede visch voor menschelijk
voedsel; vooral schol-, tong- en tarbotvangst
is de laatste jaren achteruitgaande. Of dit
nu aan overbevissching of aan de intensieve
oufvisscherij der laatste jaren, dan wel aan
jeide te wijten is, staat niet vast, doch een
feit is het, dat de goede visch de laatste jaren
verdwijnt en mede daardoor de vooruitzich
ten voor de visschers verre van rooskleurig
zijn. Wil men deze visscherij behouden, dan
zou de regeering door proefnemingen moeten
trachten daarin verbetering te brengen.
Wanneer de teekenen niet bedriegen, zijn er
te dien opzichte echter voorloopig geen in
grijpende maatregelen der regeering te ver
wachten en zullen de visschers bij gebrek
aan beter, genoodzaakt zijn hoewel dit
niet loonend is zich nog meer toe te leg
gen op het halen van broed uit zee voor de
vischmeelfabrieken en eendenhouders, of hun
bedrijf stil te leggen.
Het tweede halfjaar kenmerkte zich door
zeer slechte uitkomsten. De garnalenvissche-
rij bracht niets op door gebrek aan vraag.
Ook met de sardijn was dit het geval.
De palingvangst was slechts matig, bij
lage prijzen. De alikruiken en wulkenvangst
was tamelijk, maar de prijzen waren minder
goed dan in de voorafgaande jaren. Mosse
len werden alleen voor eendenvoer gevangen.
De zeegrasoogst was normaal, maar de
vraag naar het artikel gering.
In den vischhandel was het eerste half
jaar wel omzet, maar deze leed zeer onder
den algemeenen crisistoestand, die zich op
verschillende manieren deed gevoelen. Voor
al de export van haring en ansjovis onder
vond hiervan de nadeelen. In het tweede
halfjaar werd het nog moeilijker door de
contingenteeringsmaatregelen in Frankrijk
en het opheffen van den gouden standaard in
Engeland, waardoor de export zoo goed als
lam geslagen werd. De binnenlandsche be
hoefte is gering en daardoor zeer spoedig
voorzien en heeft geen invloed op de voor
naamste vischsoorten.
Mocht de visscherij het vorige jaar met
goede hoop op de toekomst eindigen, thans
ziet het er met de vooruitzichten voor den
handel donker dit. Er zijn echter nog wel
eenige lichtpunten. Zoo is er in Den Helder
wat hij met haar zou aanvangen. Maar te
midden van al die bezwaren werd het pro
bleem onverwachts opgelost. Een glans van
wit satijn, juweelen en bont verscheen op de
breede trap. Juffrouw Babraham kwam lang
zaam naar beneden.
Voor de twede maal was het Julie of de
Voorzienigheid haar te hulp kwam. Hoop,
een flauwe hoop flikkerde op in haar brein.
In eens sprong zij overeind. Zij moest dit
visioen van zuivere schoonheid van nabij be
schouwen
Juffrouw Babraham! Juffrouw Babra
ham!
Het meisje schrikte even.
Wie is u? riep zij.
In een vloed van woorden trachtte Julie
duidelijk te maken dat zij het meisje was uit
den antiquiteitenwinkel in de New Cros
straat en dat haar oom, de eigenaar van den
winkel, een zeer slechte oude man was, die ge
tracht had een kostbaar schilderstuk te stelen
dat aan haar ten geschenke gegeven was
Zij reikte het verbaasde jonge meisje de Van
Roon aan en smeekte haar er zorg voor te
dragen.
Van hetgeen verder gebeurde had Julie
later slechts een zeer flauwe herinnering. Zij
bevond zich in een soort spreekkamer, zonder
te weten hoe ze daar gekomen was, met heel
verbaasde gezichten rondom haar. De voor
ste van allen was de lieve juffrouw Babra
ham, een en al schoonheid en lieftalligheid
in haar balcostuum; deze deed allerlei vra
gen, waarop Julie zeer verwarde antwoorden
gaf. Van de bevelen, die zij gaf, kon zij niet
veel verstaan.
DAMESCONFECTIE
Langestraat 41-43-45
Alle dingen begonnen langzamerhand te
verwarren in haar geest als een vreeselijke
droom. Er kwamen nog meer menschen bij,
ondci anderen Sir Artnur Babraham. Maar
toen wist zij niet langer wat zij deed of wat
zezei, want ze begon het bewustzijn te verlie
zen; zelfs dacht ze niet langer aan den schat,
die haar geheele ziel had vervuld. Ook die
begon zijn beteekenis te verliezen.
HOOFDSTUK L.
Het was den volgenden morgen elf uur. Da
heer Arthur Babraham zag er bezwaard en
afgetrokken uit, en zat met de „Times" in
zijn hand, waarin hij echter niet las. Als men
iemand ter wereld een Zondagskind kon noe
men, dan was hij het, die vriendelijke oude
heer met zijn zachte aangename stem en zijn
gemakkelijkheid in den omgang. De dikwijls
harde wereld had hem geen kwaad gedaan.
Hij was in verschillende comité's en deed in
het geheim wel aan minder gelukkige sterve
lingen, maar had toch nooit van nabij kennis
gemaakt met de harde werkelijkheid van het
leven.
Het is echter nooit te laat dat er niet nog
iets zou kunnen gebeuren. Den vorigen avond
had deze brave man een ondervinding gehad,
die hij niet anders dan zeer ontstellend kon
vinden.
Op een tafeltje, dicht bij zijn elleboog, lag
een schilderstukje zonder lijst, en meer dan
eens dwaalden zijti oogen van de courant
naar dit schilderstuk, dat op het eerste ge
zicht zoo onbeduidend leek en toch had het de
macht hem geheel te beheerschen.
(Wordt vervolgd).