WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN fBinttettlaad 0 Amerikaansche notities Gorgel droog met dit tuinbouwdistrict behooren, maakt de chris telijke bevolking slechts een geringe minder heid uit. Dat nu Broek op Langcndijk van de omstandigheid, dat de meerderheid zijner be volking tot de christelijken behoort, misbruik maakt om in die gemeente een confessionneele inrichting voor lager tuinbouwonderwijs te verkrijgen en niet een, die ook inderdaad allen toelaat, ongeacht zijn overtuiging, is niet de behartiging van een tuinbouwbe'ang, ■waartoe de overteid verplicht kan worden geacht, doch is een drangmiddel om dat on derwijs alleen beschikbaar te stellen als het van een bepaald etiquet is voorzien, dat andersdenkenden niet kunnen aanvaarden Wil men een onderwijsinrichting, die voor ieder toegankelijk is, dan moet dat zijn een school, die op neutralen grondslag staat, een, waar ook de kinderen van ouders uit Zuidscharwoude, Noordscharwoude. St Pan- cras, Hugowaard en meer andere in de on middellijke omgeving van Brcek op '.angen- diik gelegen plaatsen, onderwijs kunnen ont vangen volgens hun overtuiging. Als er een tuinbouwschool wordt gesticht, dan moet dit niet zijn ten believen van twee derde deel der Broeker inwoners, maar dan moet dit ge schieden ten gerieve de heele tuinbouwbevo'- kincr van Langendük en omstreken. Het zal noodzakelijk ziin, dat de tuinbou wersorganisaties deze zaak met spoed en den noodigen ernst behandelen. Er moet op actieve wiize worden gei'verd voor de stich ting van een neutrale tuinbouwschool en de minister moet er van worden overtuigd, dat deze tuinbouwstreek geen christelijke maar een neutrale tuinbouwschool wenscht. De tuinbouwvereeniging ..De Toekomst" heeft al een stap in die richting gedaan en we ver onderstellen en vertrouwen dat ook andere tuinbouworganisaties voor hetzelfde zullen ijveren. Deze actie moet niet beperkt blijven tot vereenigingen. bij de Langendi'ker Groentencentrale aangesloten, doch ook die, behoorende tot de Noordermarkthond. moeten hieraan meedoen. Daarmee wordt niet alleen een tuindersbelang gediend, doch er wordt mee bereikt, dat een onnoodige splitsing en verdeeldheid, naar godsdienstige en no'itieke overtuiging, wordt tegengehouden. Dat sep- tarisme heeft al zooveel kwaad gedaan, dat er noodig paal en perk moet worden aange steld. Bovendien kan het meewerken om schijnheiligheid en sofisterij een halt toe te roepen. Onlangs las ik in de Amerikaansche bla den het bericht, dat het New-Yorksche Bu reau of Motor Vehicles besloten had om ae bezitters van een rijbewijs in Engeland, Hol land, Duitschland en nog een paar andere landen een hier geldig rijbewijs te geven zonder een rijproef te doen, maar na een klein eramen in de verkeersreglementen, wanneer zij in dit land wenschen te rijden Ik erken natuurlijk dadelijk de goede motie ven van dit Bureau, dat nu niet zulke heele lichte eischen stelt aan aanvragers voor en bezitters van een rijbewijs en ik vermoed, dat de betrokken autoriteiten wel duchtig ge ïnformeerd zullen hebben wat de Engelscne, Duitsche en Hollandsche bureaux van hun onderdanen olegen te eischen. Maar zelfs dan waag ik het, te wijzen op een klein ver schil tusschen de Amerikaansche en Euro- peesche rijkunst, omdat de eerste zich niet be- •p;altitot het beheerschen van den wagen en net kennen van de verkeersregelen, maar er komt nog een andere moeilijkheid bij: de om vang van het verkeer. net is niet overdreven te beweren, dat er geen plek ter wereld bestaat, waar zooveel auto's bij elkaar gevonden kunnen worden dan in New-York City en onmiddellijk^ om geving. En natuurlijk is het nergens zoo volgepropt als in het harte van de stad, zegge Manhattan. Ongetwijfeld is het ver keer van Parijs of Londen reusachtig verge leken bij het Amsterdamsche of Haagscne, maar menschen, die het van de laatste jaren weten kunnen, hebben mij verzekerd, dat New York gemakkelijk Parijs of Londen of Berlijn overtreft qua hoeveelheid en intensi teit. En wie daaraan mocht twijfelen doet goed eens dezer dagen, in den druksten tijd van het seizoen, een blik te slaan op het kilo meterslange Broadway of de Fifth Avenue en zelfs de minder in het buitenland beken de evenwijdig loopende straten van gelijke lengte als de Madison-, Lexington-, Sixth en Seventh Avenue, die in elke richting drie rijen auto's laten voortgaan en die soms on wrikbaar vast blijven staan, omdat een kilo meter verderop een verkeersbelemmering plaats heeft. Het wil er nog niet goed bij me in, dat dt Amerikanen zéo maar een rijbewijs geven aan Engelsche bezoekers, die immers tradt- tioneele linkshouders zijn. Volgens zijn eigen bewering heeft Lindbergh maar eenmaal van zijn leven in docdangst verkeerd en wel toen hij na zijn eerste bezoek aan Londen het vliegveld van Croydon verliet in een auto, die naar links uitweek bij nadering van een ander. En evenzeer moet een Engelschman zich weinig thuis voelen op den weg in Euro pa of Amerika, waar men den rechterkant be rijdt. Zooveel is zeker, dat de meeste bezoe kers afkomstig uit groote steden of goed op de hoogte met het verkeer van groote steden in hun land, er altijd weer in New-York hun verbazing over uitspreken, hoe het hier schijn baar van een leien dakje gaat en met hoe weinig omslag. Toch zou ik niemand durven aanraden om steunend op zijn Hollandsche, desnoods Europeesche rij-ervaringen, hier maar dade lijk echter het stuur te gaan zitten om de een voudige reden, dat zelfs de geboren en ge togen curepeaan, die vanaf zijn prille jeugd op de gaspedaal getrapt heelt, oogen en ooren ter cege den kost moet geven om geen verkeersfout te maken tot nadeel van zijn beurs of erger nog: ten koste van een onge luk- Om nu maar bij ons eigen land te blij ven: daar is de automobilist koning op den weg en de meerdere van voertuigen door paarden getrokken, handwagens en fietsen om van de voetgangers maar heelemaal tc 2wijgen. Het komt bij ons voor, dat de wa gens in een lange rij achter eikaar gaan, maar het komt beslist niet voor, dat zij in drie rijen naast elkaar voortvliegen, tree plank tegen treeplank en voorbumper tegen achterbumper, bij wijze van spreken. li» zulke omstandigheden is de wagen maar een mier in de heele processie en verdwijnt alle koningschap. Hier daarentegen behoort de rijweg met sporadische uitzonderingen toe aan de auto, waaronder ik geen motorfietsen met of zonder zijspan, driewielers en dergelijken versta. En het geslacht der fietsers mankeert hier ten eenemale, tenzij in de buitenwijken met woon huizen, waar de jeugd nog wel op stalen rossen van bijna niet te tillen zwaarte rond- kart voor plezier, maar dan veiligheids halve op de trottoirs en over de paden van parken en bosschen. Hetgeen zonder eenig gevaar voor de voetgangers geschiedt, omdat die jongens nooit den beest speien, evenmin als zij greote menschen uitjouwen o» met ijsballen bekogelen: de jeugd heeft hier in dat opzicht benijdenswaardig veel voor cp zekere vaderlanclsche schoffies. Er loopen nog eenige duizenden paarden door de New- Yorksche straten, uitsluitend en alleen ais trekdier voor vrachtwagens en het gebeurt een hoogst enkele keer, dat men een herinne ring aan vervlogen tijden tegenkomt in den vorm van een coupétje, bespannen met een of twee paarden, met koetsier en palfrenier op den bok en zoo goed als zeker een paar bedaagde dames meevoeren, die in de tach tiger jaren tot de belles van New-York be hoorden Maar verder behoort de weg geheel aan den man achter het stuur en aannemend, dat hij dat stuur geheel in zijn macht heeft, rijst er een eindelooze reeks moeilijkheden voor zijn oogen op. Moeilijkheden, die z.ch in een seconde voordoen en in een fractie daarvan beslist moeten worden op drie ma nieren: vlugger doorrijden, remmen of het stuur omgooien. Een kind weet het onder scheid tusschen rood en groen licht, dat hier net als overal vóór onveilig en veilig dienst doet, maar dat is pas het begin! Er is al zoo veel over gesproken en geschreven om alle verkeersregelingen voor alle V. S. gelijk en elijkvormig te maken en niet alleen in de taten. maar ook in de steden en dorpen van eiken Staat. Terwijl men bijv. in de stad New-York bij een rood licht een hoek naar links of rechts mag omdraaien, is diezelfde manoeuvre daarbuiten, waar men niet zoo haastig gebakerd is of met duizenden wa gens tegelijk opgescheept zit. streng verbo den. Het is maar een weet! En beschikt men daar niet over, dan kost het al gauw een boete of een ongeluk. De man aan het stuur in Amerika mag eigenlijk geen seconde zijn aandacht laten verslappen, zelfs midden op het land op een eenzamen weg! Er staat maar een klein bordje met de letters RR erop aan den rech terkant van den weg of die staan min of meer duidelijk met witte verf op het wegdek, ge let er niet op, maar neemt in flinke vaart den bocht en de helling af daar liggen de spoorrails, zonder afsluitboom, misschien met electrische roode lichten, die aan- en uit knippen bij het naderen van een trein, mis schien met een enkel bordje Stop, Look, Lis ten. Hebt ge vaart geminderd bij dat eerste onoogelijke bordje met RR? Goed, dan kunt ge nog tijdig stoppen, zoo nietOp Kerst avond werd bij Buffalo een heele familie van zes personen weggevaagd door onvoor zichtig oversteken van den spoorbaan. De wegen, die wij berijden, zijn overvloedig voorzien met waarschuwingen en aanwijzin gen; elke bocht, helling, zijweg, kruispunt wordt tijdig van te voren aangegeven door borden of reflectoren en nog rijden de men schen het meer in of slaan te pletter tegen een rotsachtige bocht. Ruim dertig duizend slachtoffers vielen er in het afgeloopen jaar middels de auto, de heele wereldoorlog kost te aan Amerika zeven en dertig duizend ge sneuvelden. Hoe meer men in de vrije natuur terecht komt, hoe gemakkelijker het natuurlijk wordt, maar zelfs daar zijn er dingen, die onze automobilisten maar liever moeten pro beeren al zijn ze het thuis gewend: bijv. het links voorrijden! Geen sterveling haalt het hier in zijn hoofd om een centimeter over de rechterhelft van den weg te rijden en wan neer hij ongelukkigerwijs in zulk een nauwe straat terecht komt, dat hij niet kan draaien, schiet er niets anders over dan een einde verder te rijden, om te draaien en aan den goeden wegkant terug te keeren. Links voor rijden is een doodzonde. Goddank! Er bestaan vele doodzonden voor den automobilist in Amerika: onnoodig tceteren in de stad is er een van en wanneer het ge daan wordt, is dat gewoonlijk omdat er niet opgereden wordt bij een groen licht en de achterrijders op die manier hun ongeduld te kennen geven. Maar als waarschuwing aan voetgangers? Het komt bij wijze van spre ken niet voor, omdat het rijverkeer zoo over- heerscht in hoeveelheid, dat de straat alleen overgestoken wordt bij de verwisseling der roode en groene lichten. En een andere dood zonde is, te probeeren nog eventjes voor het roode licht langs te wippen: men doet veili ger bij het uitgaan van het groene en de paar seconden voor het aangaan van het roode licht op de rem te trappen, bok al mist ge er den trein door. Amerikaansche politie agenten hebben de gewoonte niet iemand te staan nakijken, maar op de eerste de beste treeplank te springen en den automobilist de opdracht te geven: „Chase that fellow" gaat dien kerel achterna m.a.w. ge komt er niet ongestraft af. New-York, dat langzaam maar zeker on berijdbaar wordt door de relatief smalle straten meer dan voldoende in den tijd der landauers en victoria's en het toene mend verkeer, heeft zich gedwongen gezien, allerlei maatregelen te nemen, zooals stra ten in één richting te laten berijden e.d. Met het gevolg, dat men de stad grondig moet kennen om niet als in een doolhof rond te dwalen zonder zijn punfvan bestemming te kunnen benaderen. Én dat leert men niet in een paar dagen tijds! Evenmin leert men in de eerste paar weken wennen aan de onover trefbare brutaliteit en vlote waaghalzerij van het soort New-Yorksche chauffeurs, onder wie ik de taxi-chauffeur een eervolle vermel ding geef. Wat deze heeren met hun door gaans groote en glimmend onderhouden wa gens voor capriolen durven uithalen ten kost van den bedeesden en voorzichtiger rij den is genoeg om den laatste zooveel moge lijk het hartje van de stad te laten vermij den. Alles bij elkaar genomen kan ik een goeden, d.w.z. verstandigen en bekwamen Hollandschen automobilist aanraden niet dadelijk te probeeren over Broadway te rij den, maar eerst eens voor een paar dagen de kat uit den boom te kijken- DE AGENT, HET MEISJE EN DE JALOERSCHE VERLOOFDE. Een melodrama zonder happy-end. Op een van de politiebureau's te Rotter dam verscheen, zoo vertelt de N.R Crt., een jonge man, die zich zeer verbolgen toonde en die dringend den dienstdoenden inspec teur wilde spreken. Hij wilde een klacht in dienen en dan wel tegen een agent. De agent heeft me beieedigd, zoo sprak hij tot den in specteur. Deze informeerde, wat de agent _an toch wel gezegd had. Niets, klonk het verbluffende antwoord, maar hij heeft me naar mijn naam gevraagd en dat neem ik niet aan. De insftecteur deed heel veel moeite om den boozen man te kalmeeren en toen dit zoo'n beetje was gelukt, vertelde de klager, dat hij met zijn meisje aan het wandeien was geweest en dat toen een bepaalde agent hem opeens naar zijn naam had gevraagd. Dat vond hij een ernstige beleediging en daarom kwam hij verhaal zoeken. De agent werd ontboden en die vertelde, dat hij het meisje van den klager kende en dat hij haar daarom had begroet. De man, die bij het meisje was, was daarop op hem afge komen en had toen heel nadrukkelijk paar zijn nummer staan kijken. De agent had ver volgens tot den man gezegdals u zoo graag mijn nummer wilt kennen, dan wil ik uw naam wel eens weten. De man had geen antwoord gegeven, maar was halsoverkop naar het bureau gerend om een klacht in te dienen. Het meisje werd opgespoord, om als ge tuige te worden gehoord. Wat zij vertelde, klopte precies met wat de agent had gezegd. Haar verloofde was, zoo zei ze, vreeselijk ja- loersch en hij kon niet hebben, dat een ander naar keek. laat staan, haar groette. Maar de ze jaloezie is in strijd met het vurige verlan gen van den minnaar, om een motorfiets te koopen. Hij wil zoo'n motorfiets koopen, klagde zij, en ik wil hebben, dat hij het geld voor onze meubeltjes bewaart. En nu wil hij van me af. Hij heeft liever een motor. En toch is hij jaloersch. Nou niet meer, zei de klager, en hij stapte het bureau uit, om een motorfiets te gaan koopen Gaarne hadden wij hier een happy-end la ten volgen, maar de agent is al getrouwd BENZINE-SPEURDERS IN DEN ZUIDPLASPOLDER. Poer Nelissen beleeft een drama. Midden in den Zuidplaspolder, nabij Moordrecht, staat de hoeve vai^boer Nelis sen. Ze is er eenzaam, slechts door weiden er. wat slooten omgeven, 'n Smalle vlonder ver bindt het erf met het even smalle weggetje, dat, naar den eenen kant, loopt tot aan de boerderij van Jansen ver weg en naar den anderen kant, verloren gaat in de landen. Er kwamen bij boer Nelissen door den dag en 's avonds maar zeer weinig men schen: alleen de buurman en z'n vrouw, de bakker en de kruidenier en ook nog een brie venbesteller, die geregeld de krant brengt. Dat waren allen. Boer Nelissen leefde dus vrij en behoefde niet te vreezen te worden gecontroleerd in zijn doen en laten. Op 'n dag van December van het vorig jaar was hij naar het dorp geweest en hij had daar lang gepraat met den baas van een autobusdienst. Wat er allemaal bedisseld was, wisten slechts Nelissen en de bus-man. Een van de chauffeurs kon, toen beiden af scheid namen, slechts de woorden opvan gen: „Als jij voor het een zorgt, zorg ik voor het ander". De drie avonden en nachten na het bezoek aan het dorp werd er, zoo vertelt de „Tijd", rond en bij de hoeve van boer Nelissen druk gearbeid. Er geschiedden geheimzinnige din gen. Daar in 't duister werd gegraven, er werd een nieuw varkenskot opgetrokken en de rust van de landen werd gestoord door hevige plonsen in het water. Toen Januari van het nieuwe jaar er was, rookte boer Nelissen zijn dagelijksch pijpje met méér hartstocht dan voorheen; er was iets wat hem ongerust maakte. Op 'n dag zag hij twee mannen op de fiets recht op z'n hoeve afkomen, 't Was vreemd volk. Van achter de schuur zag hij, dat ze afstapten, hoe ze den neus in den wind staken en snoven als honden. Nelissen z'n hart begon heftiger te klop pen en het ging bonzen, toen de vreemden met ijzeren priemen in den grond begonnen te boren. „Kemiezen!" flitste het door z'n brein, ze hebben lont geroken en nou ben ik de si gaar!" En boer Nelissen was de sigaar: de „kwaaje" dampen hadden hem verraden. Wel twintig vaten benzine kwamen voor den dag: in de aardappelkuilen zaten geen piepers; als de hooiberg gebroeid had, zou hij tien maal feller gebrand hebben, consta teerde men; het varkenskot werd afgebroken want z'n muren waren gecamoufleerde ton nen en zelfs uit de slooten werd het kostbare vocht opgedoken. Boer Nelissen kreeg 'n bewijs van goed gedrag en zei „dank u". De „kemiezen" waren zeer vriendelijk, toen z£ hem groetten. Het scheen Nelissen toe, düt ze veel lichter reden, dan toen hij ze zag naderen. DE „STANFRIES IV' GELICHT. Een dag van moeizamen en inge spannen arbeid. De lijken der op varenden niet gevonden. Uit Stavoren werd gistermiddag gemeld: Het gebeuren, waarnaar geheel Nederland verscheidene dagen lang met spanning heeft uitgezienHet weer aan de oppervlakte bren gen van het wrak der tijdens de reis van Am sterdam naar Harlingen op de Zuiderzee vergane vrachtstoomboot „Staniries IV" van de N V. Scheepvaart Maatschappij „Hol.and- Friesland is heden, dank zij de bijzonder gunstige weersomstandigheden na vele uren van ingespannen en moeizamer, arbeid een feit geworden. Zooa!s men weet was de berging van het schip opgedragen aan de firma van der Tak te Rotterdam; bij het na zooveel tegenspoed eindelijk met succes bekroonde bergingswerk, dat onder ieiding stond van den heer Nie- man. bedriifschef van genoemde firma is ge bruik gemaakt van de tot dit bedrijf behoo rende bergingsvaartuigen „Phvllis^ Hudson" en ..Meermin", van een bok met 25 ton hef vermogen er, van een bok van de N. V. Ver- schure Co 's Scheepsweri en Machine fabriek van 60 op hefvermogen, welke gister avond te 10 uur uit Amsterdam was ver trokken naar de p'aats van de ramp, welke, zooa's bekend, zich bevindt op het midden van de lijn. die men op de kaart trekken kan van de Oostpunt van Wieringen naar Hinde- loopen. De groote moeilijkheid bij de berging was het kit, dat de „Stanfries IV" met de kiel naar boven lag, waardoor zij eersf omgetrok ken moest worden. Toen dit geschied was, werd het schip door de beide bokken zoover gelicht, dat met de groote centrifugaal-pomp van de „Phyllis Hudson" eerst het groote ruim en daarna het machine- en ketelruim kon worden leeggepompt. Te ongeveer 5 uur in den middag was de „Stanfries IV" drijvende en konden de ver schillende aanwezige deskundigen, o.w. de heer C A. G. van der Boom. inspecteur voor de scheepvaart te Amsterdam, een onderzoek aan boord instellen. Daarbij is gebleken, dat de ingangskappen van de voor- en achter- logiezen, alsmede alle luiken waren wegge slagen; voorts, da de groote lier bij de mast dwars bij het dek horizontaal was afge broken. welk lot ook de mast zelf, en wel bij den mastkoker, getroffen heeft. Het zeil stond in top, een bewijs, dat het schip zeilende was. toen de ramp geschiedde Ook is komen vast te staan, dat de .Staniries IV" niet ten anker is gegaan. De ankerketting was namelijk niet uitgeloopen, terwijl de spil vast stond. Voor zoover na te gaan waren de lijken der vier opvarenden, die bij de ramp om het leven zijn gekomen, niet meer aan boord. De machine bleek zich nog op haar plaats te bevinden De ketel was echter verdwenen. Romp en dek waren geheel in tact. Het vaartuig zal door de firma van der Tak naar Amsterdam worden gesleept, waar de reparatie zal plaats vinden. Nadere bij- zonderbeden volgen nog. WYBERT beschermt U iedef joor tegen verkoudheid en cotorrh. KORTING OP RIJKSUITKEERINGEN'. Een scherp protest van Ged. Staten van Gelderland, die haar in strijd vinden met rechtvaardigheid. Ged. Staten van Gelderland hebben aan Prov. Staten voorgelegd een ontwerp adres aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het wetsontwerp tot tijdelijke korting op rijksuitkeeringen. Ged. Staten stellen voorop, dat ook naar hun oordeel in verband met de totaal gewij zigde tijdsomstandigheden het algemeen landsbelang een herziening van de salaris sen der provinciale ambtenaren vordert, doch zij meenen toch tegen den thans door de re geering gekozen weg hun ernstige bezwa ren te moeten doen hooren. Immers indien in plaats hiervan de regee ring met de provinciale besturen over de noodzakelijkheid of wenschelijkheid van de salarisverlaging in overleg ware getreden, dan zou dit overleg volkomen passend in de huidige rechtsbedeeling zeer zeker tot be\ redigende resultaten hebben kunnen lei den. Dit wetsontwerp, zeggen Ged. Staten, be- aoeit intusschen een dwang op de provincia le besturen uit te oefenen. Wordt dit wets Allèin in orlglneele doozen a 25, 45 en 65 ets. ontwerp wet, dan zal die dwang formeel aan een wet rechtsgrond kunnen ontleenen, maar in werkelijkheid met elk begrip van recht en rechtvaardigheid in flagranten strijd Z JGed Staten zien in het wetsontwerp in de eerste plaats een stap, die uitermate kren kend is voor het rechtsgevoel, en in de twee de plaats constateeren zij daarin een ernsti ge aantasting van de provinciale autonomie. Weliswaar laat het wetsontwerp Ged. Staten vrij om de regeling der jaarwedden van de provinciale ambtenaren ongewijzigd te la ten, doch de inmenging van de regeering is van dien aard, dat wel degelijk van aanran- ding van de autonomie moet worden gespro ken. In de derde plaats zijn Ged. Staten van oordeel, dat niet de minste aanleiding be staat op de rijksuitkeering aan de provin cies, een korting, welke dan ook, toe te pas sen. Ged. Staten wijzen op de uitbreiding van de taak van het provinciaal bestuur met betrekking tot de uitvoering van de rijkswet ten. Neemt men tot grondslag de uitgaven van de provinciale rekening 1930, dan zou de rijksuitkeering globaal moeten bedragen 292.000. t Wanneer men nu bedenkt, dat de rijks uitkeering voor Gelderland is vastgesteld op 63.425, dan zal, aldus Ged. Staten, het geen betoog behoeven, dat, waar men eerder een verhooging van de uitkeering van het rijk aan de' provincies had mogen verwach ten, het in strijd met elk begrip van recht vaardigheid moet worden geacht, in het al- gemeen tot verlaging dier rijksuitkeering over te gaan, dit te meer nu de korting op die rijksuitkeering zal geschieden om rede nen, welke met den rechtsgrond, waarop deze rijksuitkeering berust, zelfs geen schijn van verband houden. DE MACHT VAN DE MEERDER HEID. Salarisverlaging- en wijziging ar beidsvoorwaarden door de organi saties verworpen tegen den wil van vele werknemers, zoodat een conflict dreigt. Naar de „Prov. Geld. en Nijm. Courant" verneemt, dreigt een loonconflict te zullen uitbreken bij Zwanenbergs fabrieken te Oss en Wijnbergens fabrieken te Boxtel, welke be drijven in én hand zijn.> Aanvankelijk had de directie van deze bedrijven een loonsverla ging van 5 cent per uur voorgesteld met ver schillende andere bepalingen, waaronder deze, dat het volle loon voortaan niet meer op 21-jarigen leeftijd, maar op 23-jarigen leeftijd bereikt zal worden. Bij gevoerde on derhandelingen heeft de directie haar eisch beperkt tot een Iconsverlaging van 3 cent per uur en de wijziging in leeftijdsgrens voor het behalen van het volle loon. Nu de organi saties geweigerd hebben tegen den wensch van vele werklieden, om met bovenomschre ven wijziging in de arbeidsvoorwaarden accoord te gaan, dreigt op 31 Januari a.s. een conflict te zullen uitbreken. Indien n.1. de drie cent per uur loonsverlaging en de veranderde leeftijdsgrens veer het einde van deze maand niet worden aanvaard, zullen de fabrieen te Oss en te Boxtel gesloten worden. Tusschen de 400 en 450 menschen zullen daarmede op straat omen. Gistermorgen ontving de directie een tele gram van den Rijksbemiddelaar prof. Aal- berse, met verzoek om inlichtingen, welks nog heden zullen worden verstrekt. DE MOORD TE GORINCHEM. De vrouw van den verdachte over spannen. De vrouw van den dader van den moord op notaris Courrech Staal, welke vrouw, zoo als gemeld, door de Utrechtsche rechtbank werd vrijgesproken van heling, verkeert in overspannen toestand. Toen zij bij de Utrechtsche politie om onderdak kwam vra gen, achtte men het raadzaam haar naar de psychiatrische kliniek van prof. Bouman over te brengen, waar zij voorloopig is opgeno men. HET DREIGEND CONFLICT IN DE MIJNEN. Dinsdagmiddag vergaderden te Heerlen de besturen der samenwerkende mijnwerkers bonden (katholieke bond, prot. christ. bond en centrale bond) ter bespreking der «ogenblik kelijke situatie. Verslag werd uitgebracht van de door de drie bonden gehouden be- sturenconferenties. Het bleek, dat er tusschen deze organisaties volkomen overeenstemming bestaat over de te nemen maatregelen. 65. Het werd langzamerhand een heele stoet van schreeuwende en harloopende kikkers. De kok stond nog altijd in brand en niemand kon er iets aan doen want zoodra de kok stilstond en de andere kikkers hem wilden helpen, liep hij weer vol angst hard ver der. Ze kwamen toen nog voorbij een kikkertje, dat de wasch stond te doen. Pas toen Tuimeltje ei Karei vlak bij haar stonden zagen ze haar en Tuimeltje viel van de schrik voorover in de waschkuip. 66. Wat een arm kikkertje, aar heele hoofd zat vol met zeepsop. Het duurde een heelen tijd voor ze weer rond kon kijken en toen kwam nog het ergste van a« aan waschdraad hingen de gevvasschen stukken ie branden, zoo zwart als roet. Tuimeltje en Karei hadden er langs geloopen en de kok hi'd ze in mand gestoken. Dat was nog nooit gebeurd en vlug vertelde ze alles aan haar buurvrouw en liep de op tocht na.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6