ONZE DRUKKERIJ
UW DRUKWERK
üxmd: en JmuQmw
STSteÏÏ?,erwiil men hiw
Ome JCoionim
'fxminclaal 'flieuws
Jnoezonden Stukken
£cuüste Aecichten
N.V. Boek- iHandelsdrukkerij
V.h. HERMS. COSTER i ZOON
Voortlam C 9.
m m m m m m m m m m m m
Brieven uit Rusland
KOEDIJK.
VOORZIEN VAN DE
NIEUWSTE MACHINES
LEVERT
FRAAI EN SNEL.
Vraagt offerte aan de
Direct na aankomst van het schip werden
He kisten met het stoffelijk overschot van de
£Lren Wiersma, Van Onlangs en Kotte, ge
wikkeld in de Nederlandsche driekleur naar
u l0uwkamer gedragen. Hierbij was namens
3e KL.M. tegenwoordig mr. T. H. Slotema-
ker en namens den Rotterdamschen Lloyd, de
heer Th Ruys. 'n de rouwkamer heeft men
do drie kisten naast elkaar opgebaard. In
het middenstaat de kist met het stoffelijk
overschot van piloot Wiersma, rechts daar
van, dat van den tweeden piloot Van On
langs, terwijl dat van den boordwerktuig
kundige Kotte ter linkerzijde is geplaatst.
Kransen van den Rotterdamschen Lloyd en
van de K L.M. dekken de lijkbaren.
De begrafenissen, die Maandag zullen
plaats hebben, zullen uitsluitend kunnen
worden bijgewoond door familieleden en
genoodigden.
SNIJBLOEMEN-UITVOER NAAR
FRANKRIJK.
Het contingent bereikt. Nog
slechts 100 K-O. per dag per
vliegtuig toegestaan.
De directie van den landbouw deel' mede,
dat volgens telefonische mededeeling var. den
j-jjkslandbouwconsulent te Parijs, het Jour
nal Officiel van hedenmorgen
ling bevat, dat de invoer van snijbloemen uit
alle landen voorloopig verboden is, wegens
uitputting der contingenten.
Er wordt slechts uitzondering gemaakt
voor den invoer der 100 KG. snijbloemen,
per dag per vliegtuig in te voeren uit Neder
land.
VLEESCH-CONTINGENTEERING.
Als tegenmaatregel Deensche
bestellingen in Nederland inge
trokken.
De N.V. Reinders' Olie- en veevoederfa
brieken te Zwolle heeft zich met een uitvoe
rig schrijven gericht tot den minister van
Arbeid, H. en N.. waarin erover geklaagd
wordt, dat een belangrijke order, die haar
vertegenwoordiger in Denemarken bij een
vasten afnemer had kunnen plaatsen, vol
gens diens schrijven dreigde af te springen,
omdat de Deensche bladen en de boerenstand
aldaar verontwaardigd waren over de berich
ten omtrent contingenteering van den invoer
yan Deensch vleesch in ons land. Adressant
vreest, dat de Nederlandsche exporteurs den
afzet daar te lande zullen zien inkrimpen
tengevolge van de maatregelen van onze re
geering, die in de oogen der Denen een in
druk van onrech- scheppen. De firma vraagt
daarom den minister onverwijld die maat
regel en te nemen, die er toe kunnen bijdra
gen, dat de voorgenomen contingenteering
van rundvleesch ten opzichte van Denemar
ken wordt verzacht, althans in zoodanigen
vorm wordt gegoten, dat daaraan in Dene
marken niet langer het motief van onrecht
vaardige behandeling zal kunnen wou!en
ontleend.
OTERLEEK.
Vergadering Tw.nbouwvereeniging
„Ons Begin".
Woensdagavond vond in café de Vries
een ledenvergadering plaats van de tuin-
bcuwvereeniging „Ons Begin". Mede waren
aanwezig de raadsleden Heringa en Witte-
veen als gasten.
Ingekomen was een schrijven van B. en
W. dezer gemeente, meldende, dat in de
raadsvergadering van 29 December besloten
was, een steunregeling in 't leven te roepen
voor noodlijdende tuinders en kleine veehou
ders. De goedkeuring van Ged. Staten hierop
zou worden aangevraagd.
Benoeming afgevaardigden naar de verga
dering van de Langendijker Groentencentra-
le. Aan de beurt van aftreden waren de hee-
ren Jb. Moerbeek en O. de Vries, die met
groote meerderheid van stemmen werden
herbenoemd.
Voorstellen jaarvergadering L.G.C. De
heer Moerbeek bracht in bespreking een
voorstel van De West te Koedijk en Zuid-
«charwoude, om de veilingleider aan kant te
zetten. Spr. was van meening, dat de vei
lingleider moet blijven. Zijn diensten kun
nen niet gemist worden en aan moet het sa
laris geen bezwaar zijn.
De voorzitter zou hem willen handhaven.
De heer De Vries zeide, dat het door De
West als voorstel op de beschrijvingsbrief
zal worden geplaatst. Wij loopen dus op 't
oogenblik een beetje op voor.
De heer Muntjewerf vond het juist goed,
dat zooiets van tevoren wórdt besproken,
dan kan men de zaak beter beoordeelen.
De heer De Vries verwachtte, dat het voor
stel van De West niet vreemd is aan de z.g.n.
rabarber-kwestie. De functionnaris schijnt
toen niet juist te hebben gehandeld, doch is
dat voldoende reden om hem aan kant te
zetten? Er is door hem veel werk gedaan en
veel recht gezet.
De heer Moerbeek: Zijn de geruchten die
er in omloop zijn wel juist. We moeten hem
niet aan kant zetten, hij kan niet gemist wor
den. Beter zou het dan zijn, den keurmeester
af te schaffen en beide functies te vereeni
gen. We hebben in den tegenwoordigen lei
der een uitstekende kracht.
De heer Leegwater achtte wel degelijk
grieven aanwezig, doch kan ze niet ten volle
beoordeelen.
De heer Boeder gaf als zijn meening te
kennen, dat als we er buiten kunnen, het
niet noodig is hem te houden.
De heer Zwaan was van oordeel, dat men
gerust kon wachten tot de jaarvergadering
Aldus besj0'/11^ V3U beschrijvingsbrief.
uj^1re'<in^ credietverleening. Na inleiding
Pnnt door den voorzitter zette de se-
- etaria uitvoerig uiteen, wat er over bekend
dJR»»- Pr- zou er méér voor zijn, in-
;a„ *e verstrekken crediet niet binnen 15
rv. u worden teruggeëischt.
over»? ecr ^.Vviea heeft het bevreemd, dat
kun,,» ®*",r*iving»biljetten van de secretarie
e secretaris antwoordde hierop, dat die
burgemeesters vooruit zijn geloopen, om al
vast een overzicht te krijgen van hetgeen
noodig is. Dan staat de raad ook anders te
genover de 30 pCt. voor welke de gemeente
garant moet zijn.
De heer Heringa zou er op willen wijzen,
dat er heel wat voorbereidend werk aan ver
bonden is. Spr. wees op de stemverhouding
in den raad en verwachtte, dat er nog we!
een felle strijd gestreden zal moeten worden.
Men moet weten hoe groot het aangevraagde
bedrag is, dan kan de raad zich er over be
raden Besloten werd dit ter afdoening te
stellen in handen van de aardappelcommis
sie.
De heer De Vries vond het een heel treu
rig verschijnsel, dat er in deze gemeente nog
menschen gevonden worden, die den treuri-
Sen moed hebben een anti-steunbeweging in
et leven te roepen. Het is spr. bekend, dat
er thans 72 gemeenten zijn, die steun verke
nen aan noodlijdende tuinders en kleine
boertjes, maar nergens is nog sprake geweest
van een dergelijke tegen actie. Het is wen-
schelijk, dat een paar menschen naar Haar
lem gaan, om Ged, Staten onder 't oog te
brengen, hoe de toestand hier is. De noodza
kelijk te maken onkosten moeten dan maar
uit de kas bestreden worden
De heer Moerbeek kon zich daar in hoofd
zaax mee vereenigen, doch niet wat betreft
de kosten. Niet aile menschen weike trekken
j kunnen zijn lid van den tuinbouw,
j j!;r" j De heer De Vries antwoordde, dat juist
de m ledee- grasboeren de anti-steunbeweging hebben j
georganiseerd. Als die uit de» vereenigmg j
loopen is voor ons geen ramp.
De heer Moerbeek wist wei, dat dit do i
dwarskijkers zijn, maar het nog iiever uli
eigen zak betalen, dan uit de kas.
De heer De Vries had dat idee ook nog in
petto. Als de vereeniging het voorstel afwijst, j
dan ga ik rnet de pet rond.
De heer Boeder betreurde het, dat de anti's i
ook nog lid zijn van de vereeniging. wat de
heer Moerbeek de opmerking ontlokte, dat
deze menschen dan meer geroyeerd moeten
worden.
De heer Zwaan achtte het geen bezwaar,
dat de kosten uit de kas worden bestreden.
De vereeniging heeft het balletje opgewor
pen, nu moet ze het ook tot een einde bren
gen. Is de vergadering evenwel gerechtigd
dit besluit te nemen? Het staat niet op de
agenda.
Naar aanleiding van deze opmerking vroeg
de voorzitter of de vergadering dit punt als
dringend beschouwt. Met algemeene stem
men werd hiertoe besloten.
De secretaris zou het juister vinden als de
vereeniging het betaalt. De gedachte om met
de pet rond te gaan is niet prettig voor de
menschen, die er mogelijk heen zullen gaan
De heer Moerbeek constateerde, dat er
thans drie raadsleden ter vergadering wa
ren. Ligt het niet op hun weg, om in dezen
op spoed aan te dringen.
De heer Heringa merkte op, dat het niet
het eenige adres is, dat Ged. Staten krijgen
te behandelen. Spr. noemde de tegen-actie
zeer onchristelijk. Waarschijnlijk speelt de
afgunst hier ook een rol.
De heer Witteveen antwoordde den heer
Moerbeek, dat hij zich te dezer zake reeds
tot een lid van Ged. Staten had gewend,
waarop spr. de toezegging had ontvangen,
dat er speed betracht zou worden.
Het voorstel-De Vries om een deputatie
van twee personen naar Haarlem te zenden
en de kosten door de vereeniging te laten be
talen, lyerd aangenomen met op één na alge
meene stemmen.
Bij de hierna gehouden stemming bleek,
•dat de raadsleden Heringa en Witteveen met
bijna algemeene stemmen waren aangewe
zen, welke heeren op zich namen, de zaak te
verdedigen. Daarna sluiting.
besloten. Ontvangsten 310.20, uitgaven
305.69, saldo 4.51.
De contributie aan het Hoofdbestuur werd
weder bepaald op 5.
De aftredende bestuursleden A. Sloof. M.
Molenaar en mevr. den Hartogh werden bij
acclamatie herkozen en namen deze herbe
noeming weder aan.
Als commissieleden voor het nazien van de
boeken en bescheiden van den (penningmees
ter in 1932 werden benoemd P. Geus, Jb
Stam en C. Egmond.
Tenslotte kwam in bespreking de oprich
ting van een Floralia-vereeniging.
Mej. Mol heeft reeds van eenige dames
toezegging van medewerking en besloten
werd mej. Barsingerhorn, mevr. Stuffers,
mej. Lammerschaag en mevr. Kikkert te ver
zoeken zitting in deze commissie te nemen.
De ter vergadering aanwezige dames mej.
Mol, mevr. den Hartogh en mej. Molenaar
zegden hun medewerking toe. Mej. Mol zal
een aanvang maken met het ophalen der
strookjes voor bestelling van bloemen
De heer P. Geus vroeg of bekend is, dat
het zilverpapier geen waarde meer heeft,
waarop geantwoord werd dat zilverpapier
nog vel wordt bewaard, omdat misschien
later de waarde weer stijgt, doch thans is
bet niets waard.
Blijkens het jaarverslag van den secreta
ris ?-as Eet ledenaantal 77. Gehouden wer
den 3 hes tours- en 1 algemeene vergadering.
Met een woord van dank aan allen die
tinne medewerking hebben verleend, sloot
de voorzitter de vergadering
ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN.
Uit Soerabaja wordt aan het Hbld. ge
seind. daj een autobus komende van Djem-
ber, bij het uitwijken voor spelende inland-
sche kinderen is verongelukt. De autobus,
die een groote snelheid had, drukte een meis
je tegen een boom dood. Daarna reed de
autobus tegen een boom, waarbij de wagen
totaal vernield werd. De chauffeur werd ge
wond. Van de acht passagiers werden een
inlander en een Arabier gedood. Drie perso
nen werden zwaar gewond, terwijl de an
dere passagiers licht kwetsuren bekwamen.
Vier zwaar gewonden.
Tusschen Tjilimoes en Cheribon heeft een
vreeselijk auto-ongeluk plaats gehad, waar-
bij vier personen zwaar werden gewond.
PEST IN NED. INDIE.
Aneta meldt uit Semarang:
In verband met een explosie van longen-
pest isoleerde het departement van Binnen-
landsch bestuur Doekoea Lemoek in het on
derdistrict Tembarak van het district Te-
manggoeng, regentschap Temanggoeng. In
de algeloopen week hadden zich in Lemoek
141 sterfgevallen aan longenpest voorge
daan. Het bezoek aan den passar van Tem
barak wordt in verband met de gevallen aan
longenpest tegengegaan.
OTERLEEK.
Door de raadsleden S. Heringa, J. van
der Gragt en R. Witteveen is een vergade
ring bij den burgemeester aangevraagd, op
grond van de gemeentewet. Reden dezer
aanvrage is een voorstel dezer leden om on
verwijld over te gaan tot het uitkeeren van
steun aan noodlijdende tuinders en kleine
veehouders.
Door de afdeeling Koedijk van de N.-H.
Ver. „Het Witte Kruis" alhier zijn pogingen
in 't werk gesteld tot 't houden van een moe
dercursus. Door de medewerking van de
hoofdvereeniging zal bij genoegzame deel
name deze cursus worden gehouden in Febr.
en Maart. Opgave voor deelname kan ge
schieden bij de bestuursleden tot 8 Februari
a.s. De cursus is gratis en wordt toeganke
lijk gesteld voor dames boven 18 jaar. Opga
ve kan geschieden bij de heeren M. Mulder,
A. J. Schipper, P. Mulder Pz. en A. Sloof.
4 Het aantal ingekomen aanvragen om
tuinderscrediet bedraagt tot op heden 162;
het totaal aangevraagde voorschot bedraagt
ruim 215.000.
Ten behoeve van het crisis-comité zijn
aangekomen 2 wagons eierkolen, welke zul
len worden verdeeld over 184 gezinnen.
2e Algemeene vergadering van de af
deeling Koedijk van het Centraal Genoot
schap voor Kinderherstellings- en Vacantie-
kolonies op 28 Januari 1932 in de zaal van
den heer Groot.
Tegenwoordig buiten het bestuur 2 leden.
De Voorzitter opende met een woord van
welkom de vergadering en sprak er zijn spijt
over uit dat er geen belangstelling is van de
ouders van uitgezonden kinderen; dezen had
hij hier wel verwacht.
Spreker deelde mede, dat de Statuten en
het Huishoudelijk Reglement goedgekeurd
van het Hoofdbestuur zijn terug ontvangen
en dat door de gemeente voor het jaar 1931
een subsidie js verleend van 25 en voor vol
gende jaren tot wederopzegging 50.
Ook bracht spreker een woord van dank
voor de medewerking van dokter den Har
togh ondervonden.
De notulen werden na voorlezing onveran
derd vastgesteld.
De rekening werd nagezien door den heer
P. Geus en mej. Goot, die deze in orde be
vonden en waarna tot goedkeuring werd
(Buiten verantwoordelijkheid van de
Redact'e. De opname in de rubriek, bewijst
geenszins dat de redactie er mede instemt).
Mijnheer de Redacteur!
Gaarne zag ik plaatsing van het onder
staande.
Nog altijd leest men in ingezonden stukken
dat men van bovei- af moet beginnen met
salarisvermindering. Laat men niet zoo lang
wachten er mede tot het te laat is en wij dien
toestand krijgen die er jn Rusland al jaren
heerscht.
En nu een vraag aan alle kerkbesturen en
kerkeraden van Nederland om er niet meer
een publieke verhuring op na te houden, want
dit is iets uit den booze. Dat gaat toch niet
langer om er een opjagerij op na te houden
om het elkander zoo moeilijk te -naken dat
de pacht niet betaald kan worden en er een
haat en nijd ontstaat onder de menschen.
Laat men het land verloten en den prijs
ieder jaar regelen en niet den gebruikers het
land ontnemen. Zooals het nu gaat krijgt de
kerk best land Zoo doet menige landeigenaar
toch ook. En het was ook te wenschen dat
het Rijk verbood aan hen die in Rijksbetrek
king zijn om mede te dingen om land mach
tig te worden, daar deze toch zeker wel een
goed loon verdienen.
J. WAGENAAR, Oterleek
Ongecorrigeerd.
DE TOESTAND IN HET VERRE
OOSTEN.
De strijd in Chapei.
De spoorlijn naar Moessoen is op een be
paalde plaats door een vliegtuigbom geheel
vernield. Duizenden Chineezen en buitenlan
ders slaan van de daken der huizen de ge
vechten gade. De Japanners hebben het Chi
neesche hoofdkwartier te Sjanghai bezet,
terwijl de Chineezen met behulp van pantser
auto's kans zagen het Noorderstation te her
oeveren, Japansche vliegtuigen deden daar
op een bomaanval op het stationsgebouw,
waarvan een vleugel werd vernield. In het
Westelijk deel van de internationale conces
sie ontstond een botsing tusschen de Engcl-
sche troepen en Chineesche soldaten, waarbij
een Engelschman werd gewond. Een andere
Engelsche compagnie in een uitlooper der
internationale concessie, werd ingesloten door
een kruisvuur van Japansche en Chineesche
soldaten. De verliezen der Chineezen gedu
rende de gevechten in en om Sjanghai wor
den geschat op 2500 dooden. Volgens hun
eigen berekeninghebben de Japanners 9
dooden en 47 gewonden. Alle ziekenhuizen en
hospitalen zijn overvuld met gewonden.
Nieuwe Chineesche troepen naar
Sjanghai.
De Chineesche regeering heeft nieuwe troe
pen naar Sjanghai gezonden. Vrijdag ver
lieten 10000 man Kantontroepen en de derde
divisie der Chineesche nationale garde Nan
king om het garnizoen te Sjanghai te verster
ken. De menigte bereidde de soldaten een
enthousiast atseheid. Uit 1 okio wordt ge
meld, dat de Japansche admiraliteit wederom
een vliegtuigmoederschip en twee flotieljes
torpedojagers naar Sjanghai heeft gezonden
Hoe het gebeurde.
Veel schrijvers, Russische en buitenland-
sche, hebben getracht een beeld te geven van
de ineenstorting van Ruland en van de daar
op volgende gebeurtenissen, waarvan wij de
voortzetting nu nog aanschouwen. De meeste
dier boeken laten echter den lezer onbevre
digd. Ge voelt er öf partijdigheid, het streven
om de ééne partij als een afgrijselijken duivel
en de andere als een groep blanke duiven
voor te stellen, óf volkomen machteloosheid
om een aannemelijk tafereel te geven, óf af
gezaagde, nietszeggende beelden. Een der
zeer weinige uitzonderingen vormt het boek
van Osorgin „Siwtsew Wrazjok" (in de
Nederlandsche vertaling „De Stille Straat"
genoemd). Het is een dier boeken, die den
lezer aangrijpen, hem in hun macht houden.
De meeste schrijvers, die een roman uit de
periode van de Russische ineentorting èn de
revolutiedagen schrijven, kunnen de verlei
ding niet weertaan, om de leidende figuren
van de revolutie (Lenin, Trotsky, Stalin, enz.)
uit te beelden; sommigen geven alleen deze
leiders en schilderen een strijd van titanen,
hetgeen hun werk onhistorisch en onleesbaar
maakt.
Osorgin geeft in zijn roman geen enkele
historische figuur (met uitzondering van
Sawinkow, die overigens geen leidende rol
heeft gespeeld). Alle personen die hij in z'n
roman beschrijft zijn heel gewone menschen,
zooals u er veel kent. Een Rus heeft bij hef
lezen van het boek den indruk, dat het zijn
persoonlijke kennissen zijn, dat hij hen er
gens heeft leeren kennen, met sommige zelfs
bevriend is geweest. En aan het leven van
deze gewone menschen toont de schrijver ons
het geweldige Russische drama, dat zijn weer
ga in de geschiedenis van de laatste eenige
eeuwen niet kent. Daarbij geeft de schrijver
niet aan de verleiding toe, om deze eigen
aardigheid te onderstrepen, er u opmerk
zaam op te maken, dat hij tot helden van de
tragedie alledaagsche menschen heeft ge
maakt. Misschien vond hij het zelf ook vol
komen normaal, dat de door hem beschreven
gebeurtenissen zoo overweldigend, terwijl de
menschen zoo klein, zoo heel gewoon zijn. In
het werkelijke leven is het altijd zoo. Maar
men moet een meester zijn om dat in een boek
weer te geven en het op zulk een wijze te
doen.
Een bijzonder sterken, onvergetelijken in
druk maken op den lezer de overgangen van
het gewone, alledaagsche tot het grootsche en
ontzettende. Dezelfde menschen, die ge als
heel gewone en onbelangrijke wezens hebt
leeren kennen, worden door den gang van
zaken en op een heel natuurlijke wijze tot tra
gische figuren gemaakt, zonder dat zij het
zelf goed beseffen.
Nemen wij bijv. den soldaat Koltsjagin,
den broer van het dienstmeisje Doenjasja.
Het is een gewone Russische boerenjongen,
zooals elke Rus er tientallen heeft gekend. De
schrijver van deze regelen heeft bij het lezen
telkens den indruk gehad alsof hij een van
zijn jeugdvrienden zag afgebeeld. Kotsjagin,
een aardige, ietwat sluwige jongen, die zijn
werk op behoorlijke wijze vervult, dienst
meisjes het hof maakt, een beetje opsnijdt.
En nu zien wij, hoe deze boerenjongen on
merkbaar verandert. Hij wordt door de poli
tieke gebeurtenissen meegesleept, sluit zich
bij de bolsjewiki aan, zonder precies te weten,
wat zij eigenlijk willen, neemt deel aan de
bolsjewistische revolutie, wordt chef van een
groep soldaten, daarna commandant en sterft
tenslotte den dood der helden. En ge voelt,
dat dit alles juist zóó heeft moeten gebeu
ren.
Een ander voorbeeld. De arbeider Zawa-
iisjin, een dier menschen uit het volk, in wier
ziel de Russische „toska" (een soort zwaar
moedigheid) knaagt. In vroegere tijden zou
zulk een Zawalisjin een zwerver geworden
zijn, nog vroeger een heremiet wellicht. En
nu wordt hij, en alweer onmerkbaar en op
volkomen eenvoudige en begrijpelijke wijze,
beul en maakt hij in een kelder van de Tsje-
Ka henderden menschen af, zonder te weten,
waarom en waarvoor. En opnieuw voelt ge,
dat het zoo moest geweest zijn, dat alles na
tuurgetrouw weergegeven is.
En naast deze ontzettingen, in een wereld,
waar een menschenleven geen waarde meer
heeft, waar de dronkaard Zawalisjin de dood
vonnissen van de Tsje-Ka uitvoert, waar hel
trotsche Kremlin vreemde menschen her
bergt, waar Koltsjagin's, die met moeite hun
naam in hanepooten kunnen neerschrijven,
hooge ambten bekleeden en legers aanvoeren,
waar de gewezen hoogleeraar en philosoof
zich als een hansworst moet aanstellen om
een paar haringen te verdienen in deze
vreemdsoortige wereld, waar alles op zijn
kop staat, leven de oude professor en zijn
kleindochter Tanjoesja, die het aroma van
het oude Russische leven hebben weten te be
waren. Bijzonder sterk is hierin de oude
ornitholoog. Hij vermijdt elk gesprek over de
gebeurtenissen, sluit zich in zijn oud huis op,
verzet zich met alle macht tegen het aan
stormende nieuwe leven met al zijn afgrijse
lijkheden en volkomen gemis aan eenige be
schaving. De oude professor, die zijn geheele
leven aan het bestudeeren der vogels heeft
gewijd, zag de gebeurtenissen aankomen;
toen allen, door de revolutie meegesleept, in
de eerste maanden van 917 geloofden, aat er
een periode van blijheid en geluk was geko
men, dat de ontketende machten zonder moei
te zich aan de leiding der beschaafden zou
den onderwerpen en de instelling in Rusland
van een georaenden staat op Westersch mo
del zouden verwelkomen, begreep de oude
ornitholoog, dat dit ijdele hoop was, dat de
gevolgen van de revolutie ontzettend zullen
zijn. Maar hij behoorde ook niet tot hen, die
het volk veroordeelden. De oude professor be
grijpt alles, veroordeelt niemand en draagt
met bewonderenswaardige kalmte en resigna
tie het zware kruis, dat net lot op zijn zwakke
schouders heeft neergelegd.
En zijn lieve kleindochter Tanjoesja, 'n der
aantrekkelijkste meisjesfiguren uit de Rus
sische literatuur! Zij is een rechtstreeksche
afstammelinge van de Russische meisjes, die
Toergenjew op zulk een onvergetelijke wijze
wist uit te beelden. En dat Tocrgenjew-meisje
is geplaatst in het ruwe milieu van de revo
lutiejaren. Zij weet zich aan te passen. Gela
ten geeft zij haar muziekstudie op, die haa'
tot een beroemde pianiste zou maken en wijdt
zich aan de verpleging van haar ouden
grootvader. De liefde van deze twee menschen
is zoo ontroerend, zoo aandoenlijk, en toch is
er geen zweem van sentimentaliteit in te vin
den. Ook dit, het offer van Tanjoesja, haar
zwaar werken, het bezuinigen op alles om iets
voor den ouden grootvader te kunnen koojven,
de gelatenheid waarmede zij dit alles doet
dat alles is zoo natuurlijk, zoo gewoon! En
de ontroerende wijze, waarop zij oen gewonen,
alledaagschen man bemint, hem haar leven
wijdt en dat alles zonder omhaal van woor
den, die gewoonlijk het ontluiken van de lief
de in een Westerschen roman zoo ontsieren,
Alles geschiedt hier op dezelfde wijze als
vóór ae ineenstorting, vóór den oorlog bij
Russische intellectueelen gebeurde. Er zijn
nog veel andere menschen in het boek, allen
zoo levend, zoo ontroerend echt en zoo zui-
ver-Russisch
Al deze brokstukken van de Russische
maatschappij leiden een moeilijk leven, vol
ontberingen en gevaren. Telkens wordt een
hunner kennissen of vrienden door den ga
penden afgrond verslonden, dood en onder
gang loeren op hen, maar zij zetten hun leven
voort en merken niet eens, hoe tragisch hun
leven geworden is. Zij sluiten zich in hun ka
mers op en die kamers worden voor hen het
centrum van de wereld. Daarbuiten woedt en
raast een orkaan, de wereld beeft en dreigt
elk oogenblik geheel te gronde te gaan, en
de „helden" van den roman houden zich
krampachtig aan een strootje vast, sluiten
zoolang als het maar eenigszins kan, de bui
tenwereld uit en trachten hun leven van be
schaafde wezens voort te zetten. En onder het
gehuil van den storm, terwijl de beul elk
oogenblik hen naar den kelder van Zawa
lisjin kan sleepen, voeren zij eenvoudige,
menschelijke gesprekken. De auteur heeft de
verleiding weerstaan zijn helden in die dagen
iets bijzonders, iets „geweldigs" te laten zeg
gen. Dat gebeurt alleen in romans, in het
werkelijke leven gaat alles heel gewoon toe,
zóó als Osorgin in zijn aangrijpenden en ont
róerenden roman heeft beschreven.
Wie echter denkt, dat Osorgin slechts on
verschillige getuige van al deze gebeurtenis
sen is, die vergist zich. In elk hoofdstuk, in
eiken volzien voelt ge zijn hartstochtelijke
liefde tot het Russische volk, zijn meegevoel
met die arme verschrikte kinderen, en ook
zijn gramschap. In de meeste gevallen kun
nen aie gevoelens alleen door den aandachti-
gen lezer bemerkt worden, maar nu en dan
laait zijn gevoel op en komt tot uiting in
woorden, sterk en indrukwekkend in al hun
eenvoud. Maar noch zijn liefde, noch zijn
toorn hebben slechts op één partij of groep
betrekking. Voor hem zijn alle partijen onder
deden van het geheel. Wanneer hij in verzet
komt, dan is dat niet tegen een bepaalde
groep, maar tegen de ontzettingen, aange
richt door het losgebarsten beest. In het aan
gezicht van de verschrikkingen, die om hem
heen plaats vinden, verdwijnen in het niet
alle partijoneenigheden, al het getwist der
menschen. die zich wanen leider te zijn en die
in werkelijkheid door de woeste golven van
de stormende menschenzee meegesleurd wor-
den. Trouwens de opstand beperkt zich niet
alleen tot de menschen, ook de dieren komen
in verzet. Dat betrekken van de dieren in bet
verhaal vormt in het algemeen een der meest
typische eigenaardigheden van den roman.
Het is dwaas tijdens zulk een orkaan te
zoeken naar de schufdigen en te twisten, wie
gelijk en wie ongelijk heeft gehad. Even on
zinnig is het tegen iemand re protesteeren,
iemand te veroordeelen, te vervloeken. Er ge
beurt, wat gebeuren moet. Het leven kan van
de meest onschuldige menschen werktuigen
van de sociale ineenstorting, bewerkers van
den chaos, beulen en moordenaars maken.
En geen enkele mensch heeft het recht hen
te beoordeelen, laat staan te veroordeelen
Dat is de philosophische conceptie van den
schrijver, die wij, wat ons betreft, in het alge
meen kunnen onderschrijven. Dat beteekent
echter niet, dat de ontzettingen door de men
schen even gelaten aanvaard worden. Neen,
de menschen en dieren vervloeken het leven,
dat een opeenhooping van gruwelen is ge
worden. Zelfs de philosoof Astafjew, die
oogenschijnlijk zoo kalm blijft, die onver
schrokken het noodlot tegemoet gaat, zelfs hij
vervloekt zijn lot. De overigen komen in ver
zet tegen het leven, protesteeren tegen zijn
onrechtvaardigheid, tegen het zware kruis,
dat zij torsen moeten. En alleen in liet huisje
van den ouden professor weerklinken geen
verwenschingen, alleen daar is er serene aan
vaarding van het leven. In dat huis woont
een mooi meisje, dat triestig naar de ineen
storting kijkt, met weemoed en medelijden
aan hen denkt, wien niets meer helpen kan,
en niemand veroordeelt, niemand vervloekt.
Zij, Tanjoesja, is de centrale figuur van den
roman, zij geeft hoop voor de toekomst van
Rusland.
Pr. BORIS RAPTSCHINSKY.
CASTRlCUM (Januari).
Geboren: Richard Hubeitmus. z. van
J. W. Bijnevelt en A. C. Krijnen.
Overleden: Etemfienia Maria Duijker,
8 jaar, d. van A. J. Duijker en M. L. D tem
pers. Maarte Keur, 75 jaar, wonende te
Zandvoort. Johanna Alberta Jacoba Hen
driks, 56 jaar. wonende te Amsterdam.
Trijntje Gieling, 51 jaar, wonende te Amster
dam