Alkmaarsche Courant. EEN LEVEN QM EEK LEVEN. JiadUniieuws HeuiiieUm Qememtecadm Honderd vier en dertigste Jaargang. Vrilda^ Januari. Brieven uit Berlijn 'NoT24 1932 Zaïtrdag 30 Januari 1932. Hilversum 1875 M. (V.A.R.A.-uitzending inivffl V.P.R.O.). 6.45-7.00 en 7.30- 7 45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonplaten. 1000 Morgenwijding. 0.15 Concert. Lou Ra'ndv humorist, Joh. Jong, piano, de „Two riveüi's accordeon. 12.00—1.45 Concert V. ?R A -séptei en gramofoonplaten. 2.15 In stituut \mor Arb. Ontwikkeling. 2.30 V.A.R. A Kinderkoor o. 1. v. L. Hulscher. Joh. Ion? Piano. 3.00 Belastingpraatje. 3.20 Am- a Stn-kwtotat o l. L Chen 4 00 Causerie over „Vivisectie op menschen?", Dr 1 Pijl 4 30 Vervolg concert. 5.15 Beoe fening der Huismuziek. 6.00 Literair halfuur- dedoorA. M. de Jong. 6.30 Volksliederen door de „Wielewaal" o. 1. v. Piet liggers 6 45 Uit de Roode Jeugdbeweging. 6.50 Ver vólg volksliederen. 7.00 Schaakmatch tus schen Dr. Max Euwe en den heer Colle, kampioen van België. 8.00 V.A.R.A.-orkest o. 1. v. H. de Groot. Solisten M. Komst en C. Doets, trompet, J. Evers, trombone, Daaf Wins, piano en J. Hagenaar, xylofoon en klokkenspel. 0.a. Ouverture „Dichter und Bauer", Suppé. 8.45 Bij de pomp door Teun de Klepperman. 9.00 Vervolg concert. 0.a_ Hong. Blijspel-Ouverture, Keler-Bela. 9.45 Bestuursmededeelingen door A. de Vries. 10.00 Vervolg concert. O.a. Potp. „Im wen sen Röss'1", Benatzky. 10.40 Vaz Dias. 10.50 Voordracht door W. v. Capellen, K. Bakker en A. Bouwmeester. 11.1512.00 Gramo foonplaten. Huizen 298 M. (Uitsl. K.R.O.-uitzending) 8009.15 Gramofoonplaten. 10.00 Concert K.R.O.-trio. 11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.15 Concert K.R.O.-sextet. 1.45 Pauze. 2.00 Gra mofoonplaten. 2.30 Kinderuurtje. 4.00 Gra mofoonplaten. 5.15 Esperanto-nieuws. 5.30 Gramofoonplaten. 6.20 Journ. Weekover zicht. 6.40 Esperanto-les. 7.10 Causerie. 7.45 Sportpraatje. 8.00 K.R.O.-salon-orkest o. 1. v. Marinus van 't Woud. M. m. v. Lucien, voordracht. 0.a. Ouvert. „Orpheus in de on- dewereld", Offenbach, en potp. „Für alle", Dostal. Circa 9.15 Vaz Dias. 11.00—12.00 Gramofoonplaten. Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10.50 Tijdsein, berichten en lezing. 1.20— 2 20 Commodore orkest. 3.50 Bermondsey Central Schoolconcert. 4.20 Orkestconcertj hierna orgelconcert Reginald Foort. 5.35 Kinderuur. 6.20—6.45 Berichten. 6.50 Lie deren-recital Eliz. Gibson, sopraan. 7.10 Causerie. 7.25 Lezingen. 7.50 Vaudeville. O.a. Jack Payne's orkest en de „Three Ed- diés", Negerzang. 9.20 Berichten, lezing. 10.00 Derde acte van „Hoffmann's Vertellin gen" van J. Offenbach. Uit Sadler's Wells Theatre. 10.45—12.20 Ambrose en zün Band. Varijs „Radio-Paris11725 M. 8.05 Gr mofoonplaten 9.20 Concert vanuit het C servatorium. 12.50 Gramofoonpjlaten. 5. Concert vanuit Theater „Pigalle". 9.05 Vro lijk halfuurtje. 9.50 Parijsch andoline-orkest o. L v. Ch. Feret. O.a. Aubade printanière, Lacombe. Langenberg 473 M. 6.257.20 Hambur ger Havenconcert. 12.251.50 Concert o. 1. v. Wolf. 1.55—2.45 Gramofoonplaten. 4.50 5.20 Concert. Alt en piano. 7.20 Sinfonie aus Oesterreich, hoorspel in 4 deelen. Hier na tot 11.20 Dansmuziek door Josef Holzer en zijn orkest Ralundborg 1153 M. 11.201.20 Con eert uit Rest. Wivex. 1.502.20 Gramofoon platen. 2.501.50 Radio-Blaas-orkest o. 1. v. J. Andersen. Palle Alsfelt, piano. 7.20 8.35 Oude Duitsche Dansmuziek o. 1. v. Gröndahl. Per Knudsen, zang. O.a. Loreley Rheinklange, wals, Strauss. 8.358.55 Ope rette-liederen door Poul Knudsen. 9.35 10.20 Concert o. 1. v. Gröndahl. O.a. Me nuet, Boccherini. 10.2011.35 Dansmuziek. Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 Uitzending van een opera. Zeesen 1635 M 7.20 Concert door een blaas-orkest van werklooze musici o. 1. v. Carl Woitschach. 9.20 Berichten en hierna tot 11.50 Dansmuziek vanuit de „Marmor- Saal", Persbal. Naar het Er.gelsch van Morice Gerard door Emma A. H 2) Op een middag, ongeveer een week la ter, keerde zij terug van een onderzoe kingstocht naar in het wild groeiende bloemen Mademoiselle Levrier lag met hoofdpijn te bed De namiddagzon ver spreidde een waas oveÉ het landschap; d en vorigen dag was er een.-zware regen gevallen; nu iagen de dalen en de kreu- peiboschjes in een warmen nevel ge- huld, die er iets onwezenlijks aan gaf, oi het de beelden van een luchtspiege ling waren. wiufl Abbey was prachtig gelegen; een dón g ®eter achter de moestuinen, aan ri vor.C Rant van het huis, stoomde de ppi m 4i ^von' aan de voorzijde was flfló ham ,eze' bestrooide oprijlaan, die hiervn nten orri het pak heenboog; Si hpwr Was weer fcen wei e' waarop ripfipi, en,zlc'1 "aar hartelust te goed zirh en u-noorden daarvan strekte van hl" schi!derachtige wildernis uit dat tphnT1; e? kreuPelhout. Tusschen geüluk-t Hm4tC-had Lucille het bouquetje met da Hnl?1] ïn de rechterhand hield hiar zonn"her,Weld z'i de linten van bosch trad0 Vast Zo°dra zc uit het gebouwen Ze ^et 8roc te blok van ««.dit droeg (Van onzen correspondent). Wereldsteden plegen haar „onderwereld" te hebben. Ik weet niet meer precies, of „on derwereld" een zuiver Nederlandsch woord is, en is het dat niet. dan geef ik toe, ditmaal door „Unterwelt er maar op los te verta len een leelijk Germanisme meer in verkeer gebracht heb. Waarvoor dan bij "Voorbaat mijn verontschuldiging. „Whitechapel", de misdadigerswijk van Londen, is wel de meest bekende internatio nale centrale, die zelfs in tal van romans en tooneelstukken een hoofdrol speelt. Natuur lijk hebben ook Parijs, New-York, Chicago vooral en nog vele andere steden van over groot formaat zulke nesten van de misdaad, waar de lichtschuwe elementen kunnen onder duiken als de politie haar „razzia's" onder neemt, waar ze hun vereenigingen en bonden hebben, hun feesten vieren en gestolen goed onderbrengen. Berlijn is in dit opzicht niet zoo roman tisch als men wellicht zou gedacht hebben. En toch heeft vooral de laatste jaren de „Berlijnsche onderwereld" in tal van proces sen een rol van beteekenis gespeeld. We wil len er ditmaal eens eenige bijzonderheden over vertellen. Het is al dadelijk typisch Duitsch, en heusch niet verwonderlijk in een land, dat zijn kracht zoekt en vindt in een fabelachtige organisatie op elk gebied, dat ook de misda digers streng georganiseerd zijn en niet weinig trotsch op hun bonden en vereenigin gen. Het bedrijf van den misdadiger bloeit na den oorlog in geheel Duitschland en in de wereldstad Berlijn in het bijzonder. Geen wonder. Vijf millioen en meer menschen zijn op het oogenblik in dit land werk'oos en werkloosheid beteekent ledigheid oftewel des duivels oorkussen. Men kan het velen onge lukkige elementen niet eens zoo erg kwalijk nemen, dat honger en wanhoop hen tol mis daad, tot roofmoord en diefstal verleidt, waar ze onder gunstiger omstandigheden zeker eer'ijke, fatsoenlijke staatsburgers gebleven zouden zijn. Maar ook de oorlo^ zelf heeft misdadigers gekweekt. Een staat, die plotseling zijn krach tige, jonge burgers op die van een anderen staat loslaat en het neersabelen, neerschieten, doorsteken van medemenscher niet alleen sanctionneert. maar zelfs aanmoedjgt en be loont. om welke nog zoo vader'andslievende motieven dan ook, moet er zich op voorberei den, dat de generaties, welke deze vrijheid" genoten hebben, nog tientallen jaren lang mes en revolver wat losjes in den broekzak hebben zitten en de waarde van een men- schenleven niet meer zoo hoog schatten als dat voor den oorlog het geval was. Ber'ijn is een middelpunt van de misdaad geworden en de politie, die hier terecht een gunstige reputatie geniet, kan desondanks slechts een betrekkelijk gering aantal misda digers achter slot en grendel krijgen. Voor al, omdat de stedelijke financiën en die van den staat Pruisen er zóó ongunstig voor staan, dat voor de politie in het algemeen en de crimineele in het bijzonder slechts zeer weinig ge'd kan worden uitgegeven en de af- deeling officiëele detectives, de „Scotland Yard" van Berlijn, dan ook hoogst middel matig ondanks den me°r dan zwaren dienst gehonoreerd wordt. Het merkwaardige van deze Duitsche mis- dad'gers is hun neiging tot typisch „burger lijke" organisatie Dat is natuurlijk ten deele toe te schrijven aan den wensch en de nood zakelijkheid, tegenover de met staatsmacht samenwerkende organisatie der politie een tegenwicht te scheppen. Maar de vorm, waarin dit geschiedt, is toch wel bijzonder merkwaardig. Het sentimenteele, naar het ro mantisch neigende Duitsche volk, voelt blijk baar toch veel minder voor „romantiek" dan bijvoorbeeld het Fransche. Ik weet niet, hoe op dit gebied op het oogenblik de toestanden in Parijs zijn. Maar een feit is toch, dat een kwarteeuwgeleden en nog langer, de Parij- sche „apache" zich een wereldreputatie wist te verschaffen en in de literatuur, in theater en muziek een eereplaats kreeg. De „Valse des Apaches", waarin ik Max Dearly en Mistinguette zeker twee-en-twintig jaar gele den in de sinds dien afgebrande oude „Mou- lin Rouge" kon toejuichen, is klassiek ge worden en deed de ronde over den geheelen aardbol. De Berlijnsche „Gannove" is even onbekend als zijn Parijsche collega beroemd iSj en tot klassieke dansen hebben deze nuch- tere broeders het nimmer gebracht. Wie ty- gevelspits, terwijl de vleugels, van schietgaten en kanteelen voorzien, met klimop waren begroeid. Ineens stond het kind stil. Ze hoorde geritsel naast zich, of iemand of iets zich tusschen het kreupelhout bewoog. Ze was niet bang, maar was gewoon goed acht te slaan op al wat de natuur haar te zien en te hooren gaf. Waarschijnlijk was het een damhert, de leider van de kudde, die wat afgedwaald was van zijn kameraden. Een minuut later uitte zij een kreet van verrassing. Het onverwachte had plaats gehad Twee mannen traden te voorschijna De een was ternauwernood een man te noemen; zijn gelaat was donker en gebruind; zijn neus lang en gebogen; zijn lippen waren vol; zijn kin getuigde van een sterk karakter, maar hei kuiltje daarin gaf blijk, dat de eige naar makkelijk tot lachen was te bewe gen. De kleeren, die hij droeg, waren van een kostbaar weefsel: blauw fluweel met zilvergalon, en de hoed was met vee- ren versierd, maar alles was doorweekt en met slijk bespat. De andere was een jaar of twaalf oudei, breed in de schouders en veel knapper en mooier, vond Lucille, dan de donkere jonge man, die het eerst haar aandacht had getrokken. Een oogenblik voelde zij lust om weg te loopen; toen raapte zij haar moed bij een, richtte zich in haar volle lengte wat nog niet veel was en bedacht zich, dat zij erfgename was van Gran- geland Abbey. De vreemden bogen voor haar, met den hoed in de hand. Weet u. heeren, dat dit land parti- pische Berlijnsche „onderwereld-menschen" en hun mentaliteit wil leeren kennen, leze bijvoorbeeld Döblin's prachtigen roman „Berlin Alexanderplatz" en zal tot de ont dekking komen, dat men de mentaliteit dezer menschen volkomen anders beoordeelen moet. Zoodra ze met „het werk" klaar zijn en hun „Dinggedreht" hebben, zijn ze ty pische klein-burgerlijke menschjes en ze ken nen geen hooger geluk dan voor zulken door en door degelijken en fatsoenlijken „kleine middenstand" te worden aangezien. Hun bonden en vereenigingen kennen strenge tucht naast groote gemoedelijkheid Het zichtbaar gedragen insigne is merk waardig genoeg, waar ze toch immers alle openbaarheid behoorden te schuwen bij al deze vereenigingen van misdadigers, die als een soort middeleeuwsch gilde opge bouwd zijn, schering en inslag. Men heeft clublokalen, vereenigingsvaandels, eigen muziekavonden en stichtingsfeesten, een on derling begrafenisfonds en de verplichting om gestorven medeleden de laatste eer te be wijzen. Voor kransen worden bij voorkeur enorme bedragen uitgegeven. Statuten wor den gedrukt en de vereenigingen krijgen on schuldige namen, waardoor ze op kegel clubs en stamtafels gelijken. De jaarlijksche bals zijn voor den georganiseerden misdadi ger hel hoogtepunt van zijn leven, en menig onschuldig balbezoeker, die daarheen ver dwaald is, zal nauwelijks bemerken, dat de keurigeheeren in rok en smoking den vori gen nacht nog een inbraak gepleegd of een bankbeambte onderweg beroofd hebben, en dat vele „dames" in groot avondtoilet dien- zelfden dag nog in de Friedrichstrasse uren lang op en neer gewandeld hebben om „beertjes van buuten" te lokken, of als „ho- j telratten" in Esplanade of Adlon „gewerkt" hebben om den rijken gast van den inhoud zijner zwaarleden koffers te ontlasten. De meeste dezer bonden en vereenigingen zijn der politie, die haar succes bijna altijd aan verklikkers te danken heeft, natuurlijk bekend. En typisch voor de zeer nauwe sa menwerking tusschen politie en misdadigers is, dat over het algemeen de criminalisten liever met deze clubs in vrede leven dan dat zij tegen zulke organisaties die boven dien toch onmiddellijk onder andere namen weer zouden opduiken van haar macht gebruik maakt Voor de politie zijn vereeni gingen van menschen, die aan den zelfkant der samenleving wonen, zelfs gewenschl, omdat ze er een zekere club-eer op nahouden voor discipline zorgen, verraders uitstooten en meestal de „schwere Jungs", dat zijn moordenaar en gevaarlijk „schietende" in brekers niet alleen niet opnemen, maar ook gaarne aan de politie in handen spelen. Voor welken dienst zij dan omgekeerd een zekere tolerantie voor hun vereenigingsleven ver langen. In vorige jaren zijn deze vereenigingen herhaaldelijk in groote processen betrokken geweest, nadat ze, wat vroeger zelden voor kwam, zich tot onderlinge straatgevechten hadden laten verleiden. En bij zulke gelegen heden is gebleken, hoe groot de macht der misdadigersclub is en hoe weinig neiging de crimineele politie toont, hier met al te harde hand in te grijpen. Zelfs de strafrechter ver mag het spinneweb van draden, welke hier dagelijks gesponnen worden, nimmer vol doende te overzien. Natuurlijk speelt zich het leven van de Berlijnsche „onderwereld" niet altijd in het openbaar af. We hebben hier ook onze mis- dadigerswijken in de oude city, rondom den Alexanderplatz en den Schlesischen Bahn- hof en zelfs in buurten, waar men ze minder dan ooit verwachten zou. Daar weten de da mes en heeren der verschillende gildes elkaar eiken avond en eiken nacht te vinden en ook de rechercheurs zijn daar kind-aanhuis. Er wordt een jargon gesproken, dat alleen de ingewijde kent, en ofschoon in zulke „Bouil lonkelders" en kleine koffiehuizen met pen ningen gerekend wordt, de consumptie dus zeer goedkoop is, gaat er toch zooveel om, dat verschillende bazen van deze kroegen een dubbel leven kunnen leiden, in de dure westelijke wijken eigen villa's bezitten en per eigen auto naar hun kroeg kunnen rijden. Wonderlijke types, die den teekenaar en den romanschrijver vermogen te inspireeren, vindt men natuurlijk ook in Berlijn. Maar de romantiek is ver te zoeken. Deze men schen iijn arm, als ze niet toevallig een goe den greqp gedaan hebben, waarna de buit meestal in weinige uren tijcls aan alcohol en meiden uitgegeven wordt. Men bedelt zich door het leven heen de nieuwsgierige bezoe ker wordt onmiddellijk gedwongen, ïondjes te geven, oude schulden_te betalen en zijn culier eigendom is?Het behoort aan mijn vader, sir Evelyn Lee. De jonge man glimlachte. Terwijl hij dit deed gingen zijn oogen opgewekter staan en kregen ze iets innemends, dat ze eerst niet hadden. Het verheugt mij dit te hooren, zei hij, wij verwachtten het wel met een biik naar zijn begeleider maar wij waren er niet zeker van. Uw vader is een heel goed vriend van ons, mejuffrouw... ik heet Lucille, viel ze in, met een schuchtere waardigheid, die haar heel goed stond. Mejuffrouw Lucille! Ik dank u voor de voorstélling; u moet het mij maar vergeven, als ik mij niet aan u voorstel: voor ojis beiden zal het beter zijn, als ik onbekend blijf. Hier viel de oudste van de heeren wat ongeduldig in: Vergeef mij, sir, maar wij moeten geen tijd verspillen. Wij zullen u heel dankbaar zijn, jongedame, als u ons zoo gauw mogelijk naar uw vader wilt ge leiden. Ncr bet°-- J het zv- als sir - lyn zoo goed zou willen wezen, om bij óns te komen. De weg naar het huis voert, naar ik zie, over een grasveld, dat heel mooi is, om op te kijken, maar niet geschikt voor degenen, die onopgemerkt wenschen te blijven. Vader is in de bibliotheek, bracht Lucille in het midden Hij is den laatsten tijd maar weinig uitgegaan. Dat weet ik, viel de jonge man in. Hij is ziek geweest; anders ben ik zeker, dat sir Evelyn St! vermaande de oudere heer, de boomen mochten eens ooren hebben 1 voorraad aan sigaren en sigaretten cp te of feren. Doet hij dit niet, dan is zijn leven wel iswaar niet bedreigd, maar merkt hij toch al heef spoedig, dat bij tot verbetering van de atmosfeer niet bijdraagt en kans loopt, dat men straks in de donker,; straat een ernstig woord met hem wil spreken Van „Bohème" is in zulke kringen niet veel te ontdekken. De misdadigers in Berlijn dragen hun lot niet met zwier en onverschil ligheid. Ze zijn „werkers" op hun gebied, vatten alles „gründlich" op en hebben geen grein van de charme van den Parijschen apache. Bohémiens kent Berlijn wel, maar die zit ten in de kofifehuizen aan den Kurfürsten- damm, leven op kosten van vrienden en vrien- dinen, doen aan hooge politiek, zijn overi gens ook al aan het uitste/ven. Berlijn is een nuchtere stad, ondanks het vele groen en de ontelbare balcons met bloempotten. Zelfs de misdaad loopt hier nog liefst rond met een clubvaandel en met den hoogen hoed! ROLAND. AKERSLOOT. Raad Woensdagmiddag vergaderde de dezer gemeente in voltallige zitting. De voorzitter hoopte, dat het jaar 1932 voor de ingezetenen voorspoedig moge zijn en voor de ingeztenen voorspoedig moge zijn en beter mag verloopen dan 1931. De heer Groot dankte den voorzitter en hoopte dat het hem en zijn gezin goed moge gaan. Ingekomen stukken. Schrijven Ged. Staten tot vaststelling bijdrage keuringsdienst voor waren voor 1932 op 314.23. Opgave inspecteur der Rijks Directe Belas tingen te Alkmaar geraamde opbrengst: Hoofdsom Pers. Bel. 1932/1933 op 4400, vorig jaar op 5000. Opcenten op de hoofd som der Pers. Bei. 19321933 4400, vorig jaar 5000. Aandeel Groridbel. 1932—1933 7200, vorig jaar 7177.50. Opcenten Grondbel. 1932—1933 op 3200, vorig jaar 3189. Besloten werd het bekende adres van den raad van Wehl voor kennisgeving aan te ne men. Schrijven van den directeur van het slachthuis te Alkmaar, dat afgekeurd vleesch bij de gemeentereinigingsdienst kan worden verbrand. Daar wij aldus de voorzitter aan gesloten zijn bij den vleeschkeuringsdienst te Alkmaar is dit een prachtige oplossing en een woord van dank aan den directeur is voorzeker op zijn plaats. Verzoek D. Zwart en anderen om de paai op het kerkhof waar de brandspuitslangen gedroogd worden aldaar te verwijderen. Bij B. en W. behoort dit adres, maar deze heb ben besloten om de paal te verwijderen. Bij den laatsten storm toen de slangen hingen te drogen zijn, aldus de voorzitter, een tweetal nummerpaaltjes van de gemeente stukgesla gen,-alsmede een grafsteen van de familie Bosman, waarover een verzoek om vergoe ding is ingekomen. Vanmorgen deelde een raadslid mij, aldus de voorzitter, mede, dat de heer Bosman het opschrift zal laten aanbrengen als de ge meente de grafsteen laat aanbrengen. Dit is z.i. de beste oplossing De heeren Schut en Schermerhorn konden zich hiermede veree nigen. Allen voor. Ingekomen was een verzoek van den heer Dammes, schilder, cm in aanmerking te ko men voor gemeentewerk daar hij in 2 jaar geen gemeentewerk heeft gehad. De voorzitter: Het werk wordt steeds onder de vaklieden verdeeld. De heer Koomen, die zich als schilder aan den overkant heeft ge vestigd, is nu aan de beurt geweest. Het gaat aan den overkant precies als hier. Er wordt gewerkt tot een zeker bedrag, maar er is niet zooveel werk. De heer Schermerhorn: Dammes is daar over bij mij geweest, ik wil geen critiek uit oefenen op het beleid van B. en W. Mét het oog op zijn ouderdom was hij van gedachte, dat hij miskend werd en er geen bericht van had gehad. Ik heb hem aangeraden schrifte lijk een verzoek te richten aan den raad. Dan zou het adres wel in behandeling komen. De voorzitter: Dammes is nu aan de beurt en was hij bij mij gekomen, dan had ik het hem verteld. Ingekomen schrijven van den Ned. R.K. Landarbeidersbond en den Ned. Landarbei- dersbond betreffende de regeling bij de ge meentelijke werkverschaffing vastgesteld bij raadsbesluit van-4 Dec. j.1., waarbij werd be- Dit zou dan al een heel lastige gift zijn, en zich toen tot Lucille wendend: Vv'ees zoo goed, zou gauw mogelijk uw vader mee te deelen maar enkel vlak aan zijn oor dat twee vreemden zijn hulp inroepen en dat één daarvan ten minste het recht heeft, om hem zijn diensten te vragen. Deze laatste woorden werden met zooveel waardigheid uitgesproken, dat ze grooten indruk maakten op de kin derlijke bevatting. Ik zal vlug loopen, sir! riep zij, en ik ben zeker, dat vader onmiddellijk komen zal. Lucille liep over het grasveld, zoo gauw als haar beentjes haar dragen konden. De beide heeren stonden haar na te kijken, terwijl de overhangende takken hen voor het gezicht verborgen. Misschien dachten zij, dat het wel een aardig figuurtje was, zooals zij daar liep, met het hangende blonde haar als goud schitterend in het zonlicht; misschien ook waren ze te zeer vervuld van de zaak, die hen daarheen had gevoerd de noodzakelijkheid, om voortgang te maken, dan dat zij een gedachte aan haar konden wijden. Het kind vond haar vader op en neer loopen op de terrasvormige laan, met gebogen hoofd en de linkerhand op het gevest van zijn degen. Nu en dan richtte hij zih op, als bezield door een nieuw denkbeeld, maar dan trad de reactie weer in, met nog grooter neerslachtig heid. Ofschoon sir Evelyn herstellende was, voelde hij toch nog zeer wel, dat hij ziek was geweest. Lucille liep op hem toe. Hij keerde zich onmiddellijk om, bii het hooren van DOODZIEK NA ELKEN MAALTIJD. Zuster leed aan hevige indigestie. Nu gelukkiger dan ooit. „Het leven van een verpleegster laat niet veel vrijen tijd over, maar omdat ik zoo veel aan Kruschen te danken heb vind ik het een staaltje van mijn plicht om U en ook anderen de feiten mede te deelen. Ik had ergen last van te veel maagzuur en opgeblazenheid en wel zoc erg, dat ik er echt ziek van was. Ik kon gewoon niet eten. Alleen de gedachte eraan maakte mij al onpasselijk. Als ik müzelf absoluut dwong om wat te eten, werd ik ernstig ziek en het eindigde met flausv te vallen. Ik begon werkelijk het leven als een last te beschouwen. Nu heb ik 12 maanden lang Kruschen Salts gebruikt en zonder eenigen twijfel heeit dit mijn maag en spijsvertering weer geheel iri orde gebracht. Ik ben nu zoo gezond als 't maar kan en heb meer plezier in mijn werk dan ooit te voren. Al mijn patiën ten, die ervoor in aanmerking komen, raad ik ook aan Kruschen te gebruiken." Zuster E. S Indigestie wordt veroorzaakt doordat Uw maag- en verteringssappen niet nor maal meer vloeien. Hieruit volgt, dat Uw voedsel, inplaats van door het or ganisme te worden opgenomen, zich in uw lichaam ophoopt en daar gaat gisten, waardoor schadelijke vergiften ontstaan. U behoeft er daarom slechts voor te zor gen dat de verteringssappen weer nor maal vloeien en U zult van Uw maag kwalen verlost zijn. Dit is ook de maneer waarop Kruschen Salts te werk gaal en waardoor het een zoo snelle en duur zame verlichting brengt van alle indi gestie. De onmiddellijke uitwerking der zes minerale zouten in Kruschen is een aansporing voo- de lichaamssappen, die weer gezond en normaal vloeien. Dit be teekent het einde van alle indigestie! En een ongekend en onverdeeld genot van Uw maaltijden, terwijl U in 't minst niet beangst hoeft te zijn dit naderhand te moeten „bezuren". En dit niet alleen! IJ zult uok spoedig den heilzamen in vloed merken, die Kruschen Salts op Uw bloedsomloop heeft. U zult zich een ander mensch gaan voelen, gelukkiger, opgewekter en met meer eetlust dan ooit te voren. Kruschen Salt is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogist;r 0.90 en 1.60 per flacon. paald, dat verzekerde arbeiders, die uit hun werkloozenkas kunnen trekken niet bij de werkverschaffing geplaatst kunnen worden, terwijl nog niet rechthebbend verzekerden worden ontslagen zoodra hun recht op uitkee- ring uit de werkloozenkas ontstaat. Dat deze arbeiders in ongunstiger condi tie komen dan zijn, die zulks nalaten en het bij iedere tegenslag op den steun der overheid laten aankomen, terwijl bovengenoemde be sturen verzoeken dit besluit te herzien. De voorzitter: Dit adres is in de ver gadering van de commissie en B. en W. besproken. Het volgende besluit werd in deze genomen: lo. Beëindiging werk verschaffing 1 Maart 1932; 2o. arbeiders boven 65-jarigen leeftijd zullen 3 dagen per week te werk worden gesteld in gaande 1 Febr. 1932; 3o. eveneens 1 Febr. 1932 zal geen vrijen dag meer gegeven worden voor werkzoekenden; 4o. Geor ganiseerde trekkende arbeiders worden 3 dagen per week te werk gesteld en krijgen aanvulling tot het bedrag dat de georganiseerde niet trekkende arbeider per volle week kan verdienen. Met aan drang werd er op gewezen dat ongeor ganiseerden hun belangen verwaarloo- zen. Men wilde deze zwaarder treffen, daar zij het op steun der overheid laten aankomen en mededeelen dat zij ver plicht zullen zijn zich te organiseeren daar anders geen tewerkstelling bij de gemeente meer plaats heeft. Benoeming lid Burgerl. Armbestuur. Aftredend S. Helder. Voordracht S. Helder en P. Hel der. Na stemming werd met algemeene stemmen benoemd de heer S. Helder. Benoeming pl. verv. ambtenaar van den Burgerl. Stand wegens overlijden van den heer P. Kraakman. Voordracht J. P. Kraak man en J. Berkhout. Alvorens tot stemming werd overgegaan vroeg de heer Schouten waarom een oud raadslid de heer J. Berkhout niet no. 1 stond. De voorzitter: Dit heeft met den raad niets haar voetstappen, als iemand, die al uitkijkt naar eenig bericht. Wat is er, kindje? Ademloos stond zij vóór hem; het duurde een paar seconden eer zij praten kon. Twee heeren wenschen u te spre ken, vader. Waar zijn ze? Aan den zoom van het boschje. Waarom zijn ze niet op de Abbey gekomen. ik geloof, dat zé niet gezien willen worden; ze zagen er uit.... Ja? Of ze van heel ver waren gekomen. Ik ga dadelijk mee, kondigde sir Evelyn aan. Lucille keerde terug, zonder een woord te zeggen; haar vader liep naast haar. Ze vonden de beide heeren precies, zoo als zij hen verlaten had. Sir Evelyn uitte een kreet; wat die be duidde, kon Lucille niet zeggen; ze had nooit te voren dien toon in haar vaders stem gehoord. De jongste van de twee kwam een stap naderbij. Sir Evelyn trad iilings op hem toe en deed iets, waarvan het kind verrast opkeek: hij boog de knie op het gras en bracht de hand van den jongen man aan zijn lippen. U is sir Evelyn Lee? Tot uw dienst, sire. In trouwe, een armelijke dienst! Ik ben maar een vluchteling. Het doet mij leed, dit te moeten er kennen, antwoordde sir Evelyn nadruk kelijk. (Wordt vervolgd), t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5