jtlkmaarsclie Courant.
nis de leeuwerik aanheft
Jiuttsl en Wetenschap
Speet
Londensche brieven.
n,et Wybert
Honderd ïier en dertigste Jaargang.
Hier begint het t r
1932
N«
Vrtjdnff'29 Januari
(Van onzen eigen correspondent)
Reclame op het zwerk.
De lucht mag niet voor reclame worden
misbruikt. De „Times" heelt verklaard, dat
geen beschaafde natie het kan gedoogen.
Vele lezers van het gezaghebbende blad heb
ben er mee ingestemd. Er is geen twijfel
aan, het verzet, dat is gerezen tegen de ge
dachte aan het gebruik van de lucht voor ad
vertenties, voor de aanprijzing van waren,
welke naar de ervaring leert niet
steds de meest uitgelezen schatten der aard-
sche productie vormen, het verzet tegen zulke
aanprijzing is zeer hevig. En toch is de
lucht, en nog wel de blauwe zomerlucht, in
dit land al sedert jaren geregeld aangewend
voor het opschrijven van een woord, dat re
clame was, daar het de gedachte verbond
aan een ruim verspreid en allerwege te koop
zijnd artikel. Tegen dat gebruik is nooit ern
stig verzet opgekomen. Daar was ook mis
schien niet zooveel reden tce Zulk een ad
vertentiewoord werd op de lucht geschreven
met een vliegtoestel, waarvan de staart wit
ten rook uitliet. Ge hebt het zelf gezien of
ge hebt er van gehoord. Men vertelt hier,
dat dit een uitvinding was van majoor Sava-
ge, „den eersten luchtschrijver van de we
reld". De menschen schonken er weinig aan
dacht aan en de elementen der natuur, hoe
tam ze ook kunnen zijn op zonnige zomer
dagen, slaagden er altijd in spoedig dezen
rook en nog spcediger het woord zelf
te deen verdwijnen Rook is immers een
vluchtig voortbrengsel. Zoodat de hemel
trans door die luchtschrijverij weinig of
niets van zijn schoonheid verloor. Te meer
niet, aangezien de vliegtuigrook van vrien
delijke substantie was, welke wel harmoni
eerde met het luchtschep in het algemeen.
Nu staat de zaak anders, heel anders. Ma
joor Savage, die een vindingrijk man is en
wien men zou toewenschen, dat hij zijn ta
lenten voor hooger doel zou aanwenden dan
hij zich stelt (hoe hoog zijn doel in letterlij
ken zin ook moge zijn), heeft iets nieuws be
dacht en vervaardigd. Het is een zoeklicht,
aanvankelijk aangekondigd als opzienba
rend verdedigingswapen in tijd van oorlog,
thans ingevoerd op alsnog bescheiden en
experimenteele schaal als reclamemiddel
voor den grooten handel en de groote fabri
cage.
Dit zoeklicht verhoudt zich ongeveer tot
een normaal zoelicht zcoals de zon zich ver
houdt tot de maan, of zooals een vuurtoren
zich verhoudt tot een kaars Indien getallen
van astronomische nullenkracht u iets zeg
gen, dan kan het dienstig zijn de kaarsen-
sterkte van dat zoeklicht te vermeldei); ze is
3 000.000.000. Een vijande'ijk vliegtuig, dat
tegen deze lamp zou loopen, zou zoo
werd uitgelegd reddeloos verloren zijn.
Want het zou er niet meer uit kunnen komen
en in het raamwerk van licht, dat de vinding
oo de lucht teekent, zouden kauonn'ers met
afweergeschut precies kunnen zien waar en
hoe hoog de „raider'' was Maar de eigen
schappen van dit licht waren neg veel in
drukwekkender. Men kon het bij wijze van
spreken open en dicht slaan zooa's men het
'n waaier doet. Vier van d:e Echten geplaatst
als een plusteeken en rug aan rug in paren
cd een oorlogsschip gaven uitzicht op de
360 graden van den horizon aan den man op
de brug en aan de mannen bij de kanonnen.
Zoo werd het nieuwe zoeklicht Van ma
joor Savage aangekondigd. En zoo za! het
wel zijn. Maar nu het geen oorlog is en En
geland niet onmiddellijk behoefte heeft aan
de verdediging, welke licht kan verschaffen,
wil majoor Savage zijn vinding toch n et
renteloos laten verroesten, een opvatting,
welke men slechts kan rechtvaardigen. Maar
over de wijze, waarop hij het vruchtgebruik
van zijn ongetwijfeld schrandere hersenen
deelachtig wil worden, zijn de beste geesten
van het land ten zeerste ontsteld. Nu er geen
vijandelijke legers op veiligen afstand ge
houden behoeven te worden, nu een Britscli
oorlogsschip den nacht in kan gaan zonder
gevaar door maritiem kleingoed in de koe'e
kelders van den Oceaan te worden begra
ven, moet het zoeklicht in dienst worden
gesteld van de reclame. En aangezien er
geen doek is geweven, zoo kolossaal (afge
scheiden van de moeilijkheid het te spannen)
dat het met effect als ontvanger voor de pro
jecties van het wonderlicht zou kunnen die
nen, kan alleen het nachtelijk firmament als
zoodanig dienst doen. De onderneming,
welke de vinding voor reclame wil gaan ex-
ploiteeren, heeft doen weten, dat zij er al
iichtleters ten getale van zestien mee in de
lucht kan plaatsen, die verder op een afstand
van 16 mijlen kunnen worden gezien. Met
zestien letters kan men veel doen. De groote,
of zooals men hier noemt, de nationale ad
verteerders, gebruiken korte maar krachtige
woorden, die al lang gemeengoed zijn van de
massa. Zulke woorden, met vurige letters
tegen het zwerk geplaatst, vormen voor dc
minderheid in het land, die ontwikkeld is,
wellicht de meest weerzinwekkende reclame,
w-elke men zich kan denken, maar ze zijn
voor de meerderheid, die onontwikkeld is,
een vlammend teeken van handelsgrootheid
en van de superlatieve eigenschappen van
het product van de firma. De handelsnaam
van een soort wollen ondergoederen, in een
krans om de Poolster geplaatst, kan zijn ef
fect op de menigte niet missen. Wanneer een
tabakshandelaar aan den heer Savage ver
zoekt, 't mannetje in de maan een pijp van
licht in den mond te geven en er bij te ver
melden welke tabak hen rookt, dan belooft
dat niet alleen massale vroolijkheid te wek
ken, aar ook een aanzienlijke verhooging
van den omzet in tabak, welke de maan
rookt. De omgekeerde W in Cassiopeia kan
de M worden in ,.Eat More Eggs", door de
vereenigde eierboeren van het land op den
Hemeltrans geadverteerd. De constellaties in
v W tn ^aar namen verschaffen een
erscheidenheid van aanwending voor den
randeren advertentieman. Juist de vrees,
dat het immers zoo wakkere advertentiebe
drijf en de „nationale" adverteerders zich
onmiddellijk van alle ruimte itt de lucht zou
den meester maken en den avondlijken lucht
koepel zouden herscheppen in een reusachtig
phosphoriseerend advertentiebad, juist de
vrees dat de commercieele heeren zich op de
hierboven geschetste wijze zouden vergrij
pen aan de hemellichamen en den hemel zelf,
heeft geleid tot den storm van protest, welke
over de hoofden der promotors is losge
barsten.
De lucht boven Londen is geenszins alle
nachten van zoodanige samenstelling en van
zoodanigen aanblik, dat het kindervertrou
wen. waarvan Willem Kloos heeft gedicht,
er de belofte van een Hemel in kan zien. En
op zulke avonden zou een reclamelicht, dat
op de droefgeestige wolken schrijft dat
„Bochil Keeps Me Smiling" of iets derge
lijks, de neerslachtigheid -van een dikken
Londenschen avond zelfs kunnen verlichten.
Maar te oordeelen naar de mateloosheid en
de teugelloosheid, welke reclame in dit land
reeds kenmerken, zou het niet blijven bij
reclame op een triestige, bedekte lucht.
Zooals reeds is opgemerkt, zijn de beste men
schen van het land rood van verontwaardi
ging geworden om deze plannen, welke zij
een heiligschennis noemen en vanaalisme, be
dreven aan het eenige onvergankelijke en ver
heffende schoon, dat den stadsmensch nog is
overgebleven in dit tijdperk van immer dries
ter voortschrijdende cultuur. De „Times",
dien ik begon aan te halen, vindt, dat deze
luchtredame onmiddellijk en bij voorbaat
bij de wet moet worden verboden. Het blad
geeft zeer zeker de meening der weldenken-
den in het land weer. Afgescheiden van de
geestelijke en moreele bezwaren tegen zulk
bedrijf schijnen er ook juridische te zijn,
welke het plan tot mislukking doemen. Een
vermaard rechtsgeleerde heeft b.v. als zijn
meening te,kennen gegeven, dat een bezitter
van een stuk grond tevens de bezitter is van
de kolom lucht tot het zenith toe er boven en
van de kolom aarde, tot het middenpunt der
aarde toe er onder. Het zoeklicht zal „ver
boden terrein" in dien zin niet gemakkelijk
kunnen ontgaan. En wanneer het „verboden
terrein" bezit is van een vijand van lucht
redame, dan zal de maatschappij, die op
deze allermodernste wijze der menschen pad
wil verlichten, gedagvaard kunnen worden.
Die kans zou zij dus eiken avond duizend of
meer malen kunnen loopen.
Vöórteemt Gorgel droog
tr
Voor de vacante betrekking van onder
wijzeres aan de o.l. school in de Schoolstraat
te Veendam hebben zich 63 sollicitanten aan
gemeld.
De kerkeraad der herv. gem. te St. An-
naland heeft geweigerd om vóór 23 dezer het
door de synodale commissie gevorderde be
drag te storten voor de kosten van het hooger
beroep tegen de ontzetting uit het ambt, om
dat de kerkeraad weigert de vrouwelijke le
den der gemeente te plaatsen op de kiezers
lijst.
KERK EN VREDE.
Een resolutie naar de ontwape
ningsconferentie te Genève.
Het bestuur van „Kerk en Vrede", uitvoe
ring gevende aan het bes'uit der jaarverga
dering van 13 Juni 1931 te Amsterdam,
heeft de volgende motie aan de leden der Ne-
cbrlandsche delegatie naar de ontwapenings
conferentie te Genève gezonden:
Het bestuur van de vereeniging „Kerk en
Vrede" geeft te kennen, dat op hare jaarver
gadering van 13 Juni 1931 te Amsterdam
bes'o'en is de volgende leso'utie aan de Ne-
derlandsche delegatie naar de ontwanenings-
conferentie van 1932 te Genève ter kennis te
brengen, hetgeen genoemd bes uur dan ook
door dezen doet. De resolutie voornoemd
luidt als vo'gt:
..De jaarvergadering der vereeniging
„Kek en Vrede", vestigt de aandacht van de
reneering en de Nederlandscbe delegatie
(naar de ontwapeningsconferentie) op het
feit, dat in ons land en andere landen het
aantal christenen s;eeds toeneemt, die eiken
oor'og on alle corlogstoerusüng principiee'
veroordelen als vo'komen in «trijd met het
evangelie van Jezus Christus;
dringt er bij de regeering en de delegatie
oo aan. om in Genève een positief christelijk
opluid te 'aten hooren door open'ijk uit te
snreken. dat een Christen-natie op geen an
dere wüze recht mag zee Ven dan langs den
weg van rechfanraak en arbitrage, in geen
opva1 door rrvrHel van oorlog, en dat zij eer
de- onrecM moet -villen liiden dan aan deze
ontzettende ongerecbtioh'ieid mede te doen;
verklaart aan de regeering en aan de Ne-
d-rla-ndsche delegatie, dat zii zich gebonden
voelt om. zoo ooit de regeering, om welke
reden en in we)V» omsfao-ftTtipden ooV mo
bilisatie gelast, trouw te blijven aan Chris
tus' dionst en z:~h du« van p'ken steun aan
het oorlogsbedrijf 'e onthouden.
COMITÉ VAN ACTIE TEGEN
WETSONTWERP TERPSTRA.
De Onderverklaring afgeschaft.
In de bestaande Lager Onderwijswet
moet bij de aanvrage voor de stichting
van een b'jzoudere school o.m. worden
overgelegd een ouderverklaring in de
praktijk genoemd „de lijst" waaruit
biijken moet, dat de school bezoch. zal
worden door een zeker aantal kinderen.
Dit aantal hangt af van de grootte der
gemeente: 40, 60, 80, 100 voor een school
voor gewoon lager onderwijs.
En voorts o.a. een verklaring van het
schoolbestuur, waaruit blijkt, dat dit
bestuur bereid is een waarborgsom te
storten ter grootte van 15 van de
bouw- en inrichtingskosten.
Die „lijst" heeft tot heel wat e'lende
aanleiding gegeven.
Herhaaldelijk kwam het voor, dat de
volwaardigheid van de op die lijst voor
komende as. leerlingen bestreden
werd; even herhaaldelijk kwa a het
voor, dat, nadat de aanvrage, met de bij-
behoorende „lijst", bij het gemeentebe
stuur was ingediend, ouders hun ge-
plaatste bandteekening wilden terug
nemen. Zulk terugnemen van handtee-
k-ningen op dat tijdstip is echter, vol
gens de vaststaande jurisprudentie, niet
geoorloofd.
Talrijk K. B. noemen dit: „achteraf
komende omstandighelen, waarmede
geen rekening gehouden kan worden"
Groote aanleiding tot de ellende met
de „lijst" is ongetwijfeld te vinden in de
beteekenis, die aan 't woordje „blijkt" in
he'. desbetreffende wetsartikel gegeven
is.
Uit de overgelegde verklaring moet
blijken, dat 't wettelijk geeischte aan
tal kinderen de nieuwe ?chool zal be
zoeken.
Aan wie moet dat blijken?
Wie voor het eerst met dit wetsartikel
kennis maakt, zal zeggen: natuurlijk
aan dat college, dat medewerking moet
verleenen. dus aan den Gemeenteraad.
Zóó behoorde het te wezen logisch
zou het zijn, als de Gemeenteraad kon
nagaan of de handteekeningen inder
daad volwaardig zijn en of de ouders
dus werkelijk het voornemen koesteren
hun kinderen naar de nieuwe school te
zenden.
Zoo is het echter niet de interpre
tatie van „blijken" is: het moet b 1 ij k e n
aan het schoolbestuur.
Als het schoolbestuur op de dag van
de indiening van de lijst geacht kan
worden redelijkerwijze overtuigd te zijn,
dat de op de ouderverklaring voorko
mende kinderen de school zullen bezoe
ken, is de zaak in orde.
Op welke wijze de handteekening op
de lijst gekomen is, doet al heel weinig
terzake. Krasse staaltjes zijn in den loop
der jaren daarover gepubliceerd.
Ellende geven die lijsten, maar toch
althans eenige zekerheid. Ja, meer dan
eenige zekerheid. In het K. B. van 14
Mei 1928 No. 42 wordt de ouderverkla
ring genoemd: ,de voornaamste, zoo niet
eenige waarborg" voor de juistheid van
de in de aanvrage gedane mededeelin-
gen.
Was het mogelijk zonder de lijst goe
de waarborgen te scheppen, de afschaf
fing behoefde niet betreurd te worden.
Maar die betere waarborgen worden niet
gegeven door de voorgestelde verhoo
ging van de te storten wj.arborgsom van
15 tot 30 en die verhooging dan nog
alleen voor scholen met minder dan 150
leerlingen.
En toch wist de meerderheid der
Staatscommissie Rutgers en Minister
Terpstra volgt ook hier weer gedwee
geen andere oplossing te vinden.
De ouderverklaring afschaffen, want
zoo is de redeneering
„Uit de over te leggen verklaring
„moet een toekomstig feit blijken
„Het is dikwijls reeds moeilijk fei-
„ten, die in het verleden plaats gre-
„pen, te doen blijken; toekomstige
„feiten te bewijzen mag metterdaad
„onmogelijk worden geacht."
Die redeneering over het bewijzen van
toekomstige feiten is er dan toch glad
naast. Een toekomstig feit kan nooit
„bewezen" worden. Door het plaatsen
van de handteekening op de ouderver
klaring wordt alleen een schriftelijke
verbintenis aangegaan, maar in elk ge
val toch een verbintenis.
Meer wordt door een handteekening
op een ouderverklaring niet „bewezen
maar minder mag die handteekening
ook niet 1 leekenen.
De meerderheid der Staatscommissie
en Minister Terpstra hebben niet ge
zocht naar betere waarborgen, naar een
wijze waardoor meer vastheid te ver
krijgen is, maar schaffen de ouderver
klaring eenvoudig af.
En betere waarborgen zijn waarlijk
wel te vinden; de minderheid der Staats
commissie heeft daarop gewezen; er
zijn ook nog andere aan te geven, maar
Minister Terpstra wenscht het stichten
van bijzondere scholen blijkbaar nog ge
makkelijker te maken. Wel wijzen in het
jongst verschenen „Onderwijsverslag
1929-1930", zoowel de Inspecteur in de
Inspectie Brielle, als die in de Inspectie
Midelburg beide heeren zijn voortge
komen uit het bijzonder onderwijs er
op, dat de schoolsplitsing al veel te ver
gaat en dat vele gemeenten zich die luxe
niet kur.nen veroorloven, maarhet
Wetsontwerp Terpstra gaat in een rich
ting, die voert tot zoo goed als onge
breidelde voortgang van de stichting
van bijzondere scholen en schooltjes.
Het Comité van Actie tegen
Wetsontw erp Terpstra.
PREDIKBEURTEN.
Zondag 31 Januari.
Groote Kerkvoorm. half elf, ds. Baar.
(Jeugddagviering, zoowel voor ouderen als
jongeren).
Kapel, voorm. 10 uur, ds. Hak. Avond 6
uur, ds. J. W. Roobol.
Evangelisch-Luthersche Kerk, geen dienst.
Doopsgezinde Kerk, voorm. 10.30 uur, ds.
P. J. Keuning, van de Rijp.
Remonstrantsch-Oerefcrmeerde Kerk, vm.
10.30 uur, ds. Rappold. Jeugddag voor
ouderen en jongeren. Collecte Jeugdbewe
ging.
Gereformeerde Kerk, voorm. 10 uur, ds. v.
Meijenfeldt. Avond 5.30 uur, dezelfde. Coll.
Kerkfonds.
Hersteld Apostolische Gemeente, Tous-
saintstraat. Voormiddag 10 uur en nam
4.30 uur en Woensdagavond 8 uur dienst.
Consistoriekamer Groote Kerk, Woens
dag 3 Februari a.s„ des avonds 7 uur, ds.
P. Zand.
UIT DE OMGEVINO.
AKERSLOOT, 10 uur, ds. Deetman
BERGEN, avond 7 uur, ds. v. d. Kie-
boom.
Hervormde Evangelisatie Maranatha, vm
10.15 uur, de heer Mol, van Schoort.
GROOTSCHERMER, 9.30 uur, de
Loysea,
1
EGMONDBINNEN, avond 7 uur, de
Nobel.
DE RIJP, avond 7 uur, ds Rooker.
HEILOO, avond 7 uur, ds Deetman.
Nederl. Herv. Evang. lokaal a. d. Kerk-
laan, v.m. 10 uur, ds. W. G. Gravemeijer, v.
Ams'-Tdam.
KOEDIJK, nm. 2 uur. ds. Roobol.
LIMMEN. 2 uur, ds. Hak.
NOORDSCHARWOUDE, 10 uur, ds.
Seuüjn.
NIEUWE N1EDORP, 10 uur, ds. de
I.eeuw.
OUDORP, 10 uur. ds Groot.
OTERLEEK. 10 uur. ds. Rooker.
OUDKARSPEL. 10 uur, ds. v. Dijk.
STOMPETOREN. geen dienst.
STOMPETOREN, Evangelisatie., 2 uur,
ds. Koningsbergen, van Amsterdam.
SCHF.RMERHORN, 10 uur, ds. Boeren-
donk.
URSEM. geen dienst.
UITGEEST, voorm. 10 uur. ds. van Peur-
sem. Jeugddag.
Evangelisatiegebouw Sedeur: Voorm. 10
uur, de heer A. Donker, van Koog aan de
Zaan. 11.40 uur Zondagsschool.
VEENHUIZEN, 10 uur, ds. Nobel.
(Doop).
WARMENHUIZEN, avond 7 uur, ds
Seulijn „Wachter! wat is er van den nacht".
Mijn grootmoeder zaliger zeide elk voor
jaar:'„zooveel dagen de leeuwerik vóór Vrou
wendag zingt, zooveel weken er na moet hij
zwijgen". Ik heb er nooit erg op gelet, of het
oude mensch gelijk heeft gehad, maar zoo
veel is zeker, dat ik niet aan Maria-Lichtmis
(2 Febr.) kan denken, of onwillekeurig komt
de Akkerleeuwerik (Alanda arveneis) mij in
gedachte. Want op Vrouwendag behoort hij
te zingen, al doet hij het niet altijd. Soms
kan hij Sprokkelmaand niet afwachten en
stijgt hij reeds op een zonnigen dag in
Januari zoo hoog, dat men hem wel hoort,
maar in het ijle blauw van de lucht met het
oog niet kan vinden. Altijd en altijd hoort
men dan het bekende „tierelierelier'waarbij
men onwillekeurig denkt: „wat heb ik een
plezier".
Zoo'n leeuwerik is wel een liefelijke lente
bode. Wanneer hij aanheft, dan waant men
zich reeds in Grasmaand verplaatst, en men
zou willen zoeken naar het aardige leeuwe
riknestje, dat zoo open en zoo vrij in de weide
v urdt gemaakt, en in gedachte ziet men
weder de vier of vijf mooie bruingemarmerde
eiertjes op de zachte bekleeding in het kom
metje.
Maar zoo ver is het nog niet. Straks be
trekt de lucht weder, en sneeuwvlokken en
hagelsteenen leggen aan den vroolijken
zanger het zwijgen op. Zoo krijgen we den
geregeld terugkeerenden strijd tusschen win
ter en lente. Doch de leeuwerik zal ons bij
eiken zonnestraal zingend profeteeren, dat de
lente ten slotte de zege zal bevechten. En dan
zullen we weer kunnen zien, dat dit aardig
vogeltje met zijn grijsbruin pakje en zijn lan
gen duimnagel voor vele streken een heek
vervulling is. Dan zingt hij den geheelen
dag en overal, maar niet of bijna niet op den
bodem. Hoog in de lucht, bij voortdurend
klapwieken, vertelt hij van den grooten rijk
dom, dien hij bezit in zijn broedend vrouwtje.
Doch slechts een paar weken heeft hij er den
tijd voor, want dan moet hij medehelpen tot
laving van het hongerig kroost, dat voortdu
rend roept: „honger, honger, nooit genoeg!"
Snel groeien de jonge leeuwerikken, en dat
is goed ook, want weldra wordt door het
ouderpaar een tweede en soms later nog een
derde nest in gereedheid gebracht, zoodat een
rijke vermenigvuldiging kan plaats hebben.
En voor ieder nest zingt het mannetje luide
en hoog, zoodat men het getierelier den ge
heelen zomer door vernemen kan.
Maar van dit alles kunnen we nu nog
weinig hooren en zien. Men ziet nog niet
veel exemplaren. In het najaar zijn de
meeste naar het Zuiden gegaan en daar
doen ze goed aan, want bij sneeuwval of
strenge vorst komen dikwijls de achterblij
vers om. Spoedig zullen groote vluchten weer
naar hier komen.
Maar zie nu eens op den dorpsweg! Daar
zwermt al een leger van leeuwerikken rond
Juist, maar dit zijn geen Akker- of Veld
leeuwerikken. Ze behooren tot de soort, die
aangeduid wordt met den naam Kuifleeuwe
rik (Galerida cristata L.). Wanneer men hem
kon vergelijken met den gewonen leeuwerik,
zou het blijken, dat de bek langer en de duim
nagel korter is. Maar zijn naam draagt de
Kuifleewerik naar de verlengde kruinvederen,
die tot een puntig kuifje opgezet kunnen wor
den. Leeft deze leeuwerik des winters bij ons
in groot aantal en durft hij zich dan zelfs
wagen op de straten van dorpen en steden,
des zomers verblijft hij hier slechts met wei
nige paren. De eieren zijn grooter dan die
van den Akkerleeuwerik, meer glanzig en
roodachtig geelwit van grond.
En wie nu naar de heidevelden of naar de
duinen gaat, zal er waarschijnlijk een enkel
exemplaar van een derde leeuweriksoort vin
den, n.1. van den Boomleeuwerik (Lullula
arborea L.). 't Is de soort, bij de Amster-
damsche vogelkoopers bekend als Madeliefje
en bij de Geldersche als Zoetelief.
In den zomer komt de boomleeuwerik meer
bij ons voor. Hij is kleiner dan de gewone
soort, zijn staart is korter; en het vederkleed
verschilt een weinig. In den broedtijd zit hij
gaarae op boomen, doch hij maakt, evenals
de andere soorten, zijn nest op den grond-
De eieren zijn vleeschkeurig met grijze en
bruine marmervlekjes.
Den Bergleeuwerik (Evemophila alpestris
Ginel) bezagen we al eerder en hem zullen
we binnen korten tijd nog wel eens ontmoe
ten. Meerdere soorten Alandidae vindt men
in ons land niet.
Van deze vier soorten trekt die, welke den
Vrouwendag huldigt, ons wel het meeste aan,
doch alleen in de vrije natuur, hoog en klap
wiekend, en niet in een kooi, waar hij niet
kan klapwieken, en waar zijn pooten niet ge
schikt zijn voor het roestje.
Een leeuvyerik in een vogelkooi doet ons
denken aan den diergaarde-leeuw van Hilde-
brand: „Onttroonde koning! Bekrompen
reusl Simson met a tg «sneden haar! Napoleon
op St. Helena!"
J. DAALDER DZ.
BERGEN'S MANNENKOOR.
i
Het concert van dit koor, gisteravond in d«
Rustende Jager, had een officieel tintje.
Alvorens met den zang te beginnen sprak de
voorzitter, den heer A. Schalkwijk, een woord
van welkom, tevens memoreerende dat men
ter herdenking van het 10-jarig bestaan van
het koor geen feestavond had gegeven omdat
de tijdsomstandigheden daarvoor niet gunstig
waren. Hij verwelkomde daarop den nieuwen
dirigent Karei Böhne, uit Amsterdam.
Zijn voorganger, den heer Corn Jonker uit
Alkmaar, sprak woorden van waardeering
tot de oprichters de heeren de Groot en Kos
ter, herdacht den eersten dirigent, den heer
Anderson uit Alkmaar, spoorde aanwezigen,
oud- en adspirantleden aan werkend lid te
worden, dankte de soliste die dezen avond
hare medewerking verleende en de pers voor
hare tegenwoordigheid.
Het koor heeft nogal wat verandering on
dergaan, het is heel wat talrijker geworden.
Böhne heeft getoond een muzikaal leider te
zijn, die zijn kracht niet zoekt in effectwerk
maar wiens muzikaliteit op een gezonde basis
rust. Zijn bedoelingen werden ook wel opge
volgd maar de uitwerking er van was niet
steeds zóó als men het verwacht of ge-
wenscht zou hebben. Roeierslied van de
Vliegh, mooi; Haarlemsch liedeke van Hespe
stond daar beneden, het ensemble rammelde
nog al eens; Der Fremdenlegionair van
Wengert, afwisselend goed, mooi; veel min
der de inzet van „Da prest die Sehnsucht",
prachtig het slot. Zoo ging het ook met Het
Geuzenvendel van Roeske, met Te Huis van
Bonset, heel mooi o.a. Gij blijft ons voor ver
twijfeling behoeden. Sur les Remparts, van
Saintis, voor 't grootste gedeelte geslaagd,
bovenal de Serenade, aan 't slot zakte het peil
weer wat. Maar er was genoeg om te consta-
teeren dat Böhne het op den duur zal winnen
en hij z'n zangers krijgt waar hij ze hebben
wil. Dat resultaat zij hem oprecht toege-
wenscht.
Mej. Jeanne Bacilek was de soliste. Als
men dien naam hoort denkt men uitsluitend
aan de coloratuurzangeres. Dal is zij ook in
optima forma en toch is die opvatting niet
geheel juist. Men moet de grootste bewonde
ring hebben voor haar zingen in de wals
„Frühlingsstimmen" van Strauss en de aria
van Violetta uit de opera „Tra via ta" van
Verdi, maar ondanks dat feit stel ik haar
zang in het „Gebed" uit de opera „Tosca"
van Puccini veel hooger; daarin lag voor den
hoorder nog iets meer dan bewondering,
daarin lag diep gevoel dat 'n grooten indruk
maakte. Er zullen wellicht niet zoo heel veel
zangeressen zijn die haar dat nadoen, en
daarom was het heel jammer dat de wals er
op volgde, want de indruk net de voordracht
van het Gebed gemaakt, vervaagde al te spoe
dig.
Corn. Jonker was haar klavierpartner, hij
begeleidde voortreffelijk. Z'n partij in de
wals was dikwijls analoog met de zangpartij
en z'n werk werd er niet gemakkelijker op,
want de zangeres huldigde 'n vrije opvatting.
Maar hoe vrij mej. Bacilek ook met het tempo
omsprong, Jonker liet haar niet los, hij was
en bleef haar trouwe metgezel. Natuurlijk
moest de zangeres iets toegeven, zij koos
daarvoor 'n lied uit „Rose Marie", daarbij
zichze'f begeleidende. De zangeres en Jonker
werden met bloemen gehuldigd en de bloemen
het koor toegezonden door het dubbelmannen-
kwartet „Zang en Vriendschap'' uit A'kmaar
met een begeleidend schrijven, waarin het
koor met het 10-jarig bestaan werd geluk-
gewenscht, welk schrijven door den voorzitter
werd voorgelezen, werden door hem aan
Böhne overgedragen die ze in dankbaarheid
aanvaardde.
A. K.
Voetbal.
Voorloopig Nederlandsch elftal
samengesteld.
De Keuze-commissie van den K. N. V. B>
heeft gisteravond het voorloopig Neder
landsch elftal samengesteld, dat op Woens
dag 3 Februari op het Spartaterrein te Rot
terdam zal spelen tegen de Enge sche prof
club Reading, aanvang 2 uur.
De samenstelling luidt als volgt:
Doel: Van der Meulen (H. F. C Achter:
Weber (A. D. O.) en van Run (P. S. V.);
Midden: Paauwe Sr. (Feijenoord, Anderies-
sen (Ajax) en Kools (N. A. C.Voor: Wels
(Unitas), Adam (H. V. V.), Lagendaal
(Xerxes), Mol K. F. C.) en van Nellen (D.
H. C.)
Reserves: Odijk (De Hollandiaan), Lelie
veld (V. U. C.), Graumans (N. A. C.) en
v d. Broek (P. S. V.).
Motoren.
Geen sportpark te Velsen?
Het Haarlem's Dagblad meldt, dat er zeel
waarschijnlijk geen inotorbaan te Velsen zal
komen. Als reden wordt opgegeven, dat de
bewoners van Duin en Kruidberg en van
Kennemergaarde, aan wie deze terreinen toe-
behooren, op de nabijheid er van niet gesteld
zijn
Gymnastiek.
Chr. Gvmnastiekvereeniging „Advendo",
Gisteravond gaf de Alkmaarsche Christel.
Gymnastiekvereeniging Adveiïdo haar zeven
de uitvoering in de Harmonie. De belang
stelling hiervoor was zeer groot.
Na een opmarsch van alle leden met als
slot een keurige opstelling op het tooneel
achter het vaandel werd op verzoek van den
voorzitter, den heer Haytema, gemeenschap
pelijk gezongen Ps. 84 3. Hierna ging de
heer Haytema voor in gebed, waarna hij na
een hartelijk woord van welkom allereerst
in treffende woorden den zoo vroeg ontsla
pen secretaris H. Walinga herdacht, die al
tijd de ziel der vereeniging was geweest. De
nieuwe secretaris, de heer Teitsma zou trach
ten zijn functie waardig te vervullen. Wel
kom riep spr. in 't bijzonder toe aan den
heer Cramer, secretaris van het Gewest, en
aan de afgevaardigden van zustervereeni-
gingen uit Den Helder en Schagen.
Dank bracht spr. aan de donateur# en