jtlkmaarsclie Courant. nis de leeuwerik aanheft Jiuttsl en Wetenschap Speet Londensche brieven. n,et Wybert Honderd ïier en dertigste Jaargang. Hier begint het t r 1932 N« Vrtjdnff'29 Januari (Van onzen eigen correspondent) Reclame op het zwerk. De lucht mag niet voor reclame worden misbruikt. De „Times" heelt verklaard, dat geen beschaafde natie het kan gedoogen. Vele lezers van het gezaghebbende blad heb ben er mee ingestemd. Er is geen twijfel aan, het verzet, dat is gerezen tegen de ge dachte aan het gebruik van de lucht voor ad vertenties, voor de aanprijzing van waren, welke naar de ervaring leert niet steds de meest uitgelezen schatten der aard- sche productie vormen, het verzet tegen zulke aanprijzing is zeer hevig. En toch is de lucht, en nog wel de blauwe zomerlucht, in dit land al sedert jaren geregeld aangewend voor het opschrijven van een woord, dat re clame was, daar het de gedachte verbond aan een ruim verspreid en allerwege te koop zijnd artikel. Tegen dat gebruik is nooit ern stig verzet opgekomen. Daar was ook mis schien niet zooveel reden tce Zulk een ad vertentiewoord werd op de lucht geschreven met een vliegtoestel, waarvan de staart wit ten rook uitliet. Ge hebt het zelf gezien of ge hebt er van gehoord. Men vertelt hier, dat dit een uitvinding was van majoor Sava- ge, „den eersten luchtschrijver van de we reld". De menschen schonken er weinig aan dacht aan en de elementen der natuur, hoe tam ze ook kunnen zijn op zonnige zomer dagen, slaagden er altijd in spoedig dezen rook en nog spcediger het woord zelf te deen verdwijnen Rook is immers een vluchtig voortbrengsel. Zoodat de hemel trans door die luchtschrijverij weinig of niets van zijn schoonheid verloor. Te meer niet, aangezien de vliegtuigrook van vrien delijke substantie was, welke wel harmoni eerde met het luchtschep in het algemeen. Nu staat de zaak anders, heel anders. Ma joor Savage, die een vindingrijk man is en wien men zou toewenschen, dat hij zijn ta lenten voor hooger doel zou aanwenden dan hij zich stelt (hoe hoog zijn doel in letterlij ken zin ook moge zijn), heeft iets nieuws be dacht en vervaardigd. Het is een zoeklicht, aanvankelijk aangekondigd als opzienba rend verdedigingswapen in tijd van oorlog, thans ingevoerd op alsnog bescheiden en experimenteele schaal als reclamemiddel voor den grooten handel en de groote fabri cage. Dit zoeklicht verhoudt zich ongeveer tot een normaal zoelicht zcoals de zon zich ver houdt tot de maan, of zooals een vuurtoren zich verhoudt tot een kaars Indien getallen van astronomische nullenkracht u iets zeg gen, dan kan het dienstig zijn de kaarsen- sterkte van dat zoeklicht te vermeldei); ze is 3 000.000.000. Een vijande'ijk vliegtuig, dat tegen deze lamp zou loopen, zou zoo werd uitgelegd reddeloos verloren zijn. Want het zou er niet meer uit kunnen komen en in het raamwerk van licht, dat de vinding oo de lucht teekent, zouden kauonn'ers met afweergeschut precies kunnen zien waar en hoe hoog de „raider'' was Maar de eigen schappen van dit licht waren neg veel in drukwekkender. Men kon het bij wijze van spreken open en dicht slaan zooa's men het 'n waaier doet. Vier van d:e Echten geplaatst als een plusteeken en rug aan rug in paren cd een oorlogsschip gaven uitzicht op de 360 graden van den horizon aan den man op de brug en aan de mannen bij de kanonnen. Zoo werd het nieuwe zoeklicht Van ma joor Savage aangekondigd. En zoo za! het wel zijn. Maar nu het geen oorlog is en En geland niet onmiddellijk behoefte heeft aan de verdediging, welke licht kan verschaffen, wil majoor Savage zijn vinding toch n et renteloos laten verroesten, een opvatting, welke men slechts kan rechtvaardigen. Maar over de wijze, waarop hij het vruchtgebruik van zijn ongetwijfeld schrandere hersenen deelachtig wil worden, zijn de beste geesten van het land ten zeerste ontsteld. Nu er geen vijandelijke legers op veiligen afstand ge houden behoeven te worden, nu een Britscli oorlogsschip den nacht in kan gaan zonder gevaar door maritiem kleingoed in de koe'e kelders van den Oceaan te worden begra ven, moet het zoeklicht in dienst worden gesteld van de reclame. En aangezien er geen doek is geweven, zoo kolossaal (afge scheiden van de moeilijkheid het te spannen) dat het met effect als ontvanger voor de pro jecties van het wonderlicht zou kunnen die nen, kan alleen het nachtelijk firmament als zoodanig dienst doen. De onderneming, welke de vinding voor reclame wil gaan ex- ploiteeren, heeft doen weten, dat zij er al iichtleters ten getale van zestien mee in de lucht kan plaatsen, die verder op een afstand van 16 mijlen kunnen worden gezien. Met zestien letters kan men veel doen. De groote, of zooals men hier noemt, de nationale ad verteerders, gebruiken korte maar krachtige woorden, die al lang gemeengoed zijn van de massa. Zulke woorden, met vurige letters tegen het zwerk geplaatst, vormen voor dc minderheid in het land, die ontwikkeld is, wellicht de meest weerzinwekkende reclame, w-elke men zich kan denken, maar ze zijn voor de meerderheid, die onontwikkeld is, een vlammend teeken van handelsgrootheid en van de superlatieve eigenschappen van het product van de firma. De handelsnaam van een soort wollen ondergoederen, in een krans om de Poolster geplaatst, kan zijn ef fect op de menigte niet missen. Wanneer een tabakshandelaar aan den heer Savage ver zoekt, 't mannetje in de maan een pijp van licht in den mond te geven en er bij te ver melden welke tabak hen rookt, dan belooft dat niet alleen massale vroolijkheid te wek ken, aar ook een aanzienlijke verhooging van den omzet in tabak, welke de maan rookt. De omgekeerde W in Cassiopeia kan de M worden in ,.Eat More Eggs", door de vereenigde eierboeren van het land op den Hemeltrans geadverteerd. De constellaties in v W tn ^aar namen verschaffen een erscheidenheid van aanwending voor den randeren advertentieman. Juist de vrees, dat het immers zoo wakkere advertentiebe drijf en de „nationale" adverteerders zich onmiddellijk van alle ruimte itt de lucht zou den meester maken en den avondlijken lucht koepel zouden herscheppen in een reusachtig phosphoriseerend advertentiebad, juist de vrees dat de commercieele heeren zich op de hierboven geschetste wijze zouden vergrij pen aan de hemellichamen en den hemel zelf, heeft geleid tot den storm van protest, welke over de hoofden der promotors is losge barsten. De lucht boven Londen is geenszins alle nachten van zoodanige samenstelling en van zoodanigen aanblik, dat het kindervertrou wen. waarvan Willem Kloos heeft gedicht, er de belofte van een Hemel in kan zien. En op zulke avonden zou een reclamelicht, dat op de droefgeestige wolken schrijft dat „Bochil Keeps Me Smiling" of iets derge lijks, de neerslachtigheid -van een dikken Londenschen avond zelfs kunnen verlichten. Maar te oordeelen naar de mateloosheid en de teugelloosheid, welke reclame in dit land reeds kenmerken, zou het niet blijven bij reclame op een triestige, bedekte lucht. Zooals reeds is opgemerkt, zijn de beste men schen van het land rood van verontwaardi ging geworden om deze plannen, welke zij een heiligschennis noemen en vanaalisme, be dreven aan het eenige onvergankelijke en ver heffende schoon, dat den stadsmensch nog is overgebleven in dit tijdperk van immer dries ter voortschrijdende cultuur. De „Times", dien ik begon aan te halen, vindt, dat deze luchtredame onmiddellijk en bij voorbaat bij de wet moet worden verboden. Het blad geeft zeer zeker de meening der weldenken- den in het land weer. Afgescheiden van de geestelijke en moreele bezwaren tegen zulk bedrijf schijnen er ook juridische te zijn, welke het plan tot mislukking doemen. Een vermaard rechtsgeleerde heeft b.v. als zijn meening te,kennen gegeven, dat een bezitter van een stuk grond tevens de bezitter is van de kolom lucht tot het zenith toe er boven en van de kolom aarde, tot het middenpunt der aarde toe er onder. Het zoeklicht zal „ver boden terrein" in dien zin niet gemakkelijk kunnen ontgaan. En wanneer het „verboden terrein" bezit is van een vijand van lucht redame, dan zal de maatschappij, die op deze allermodernste wijze der menschen pad wil verlichten, gedagvaard kunnen worden. Die kans zou zij dus eiken avond duizend of meer malen kunnen loopen. Vöórteemt Gorgel droog tr Voor de vacante betrekking van onder wijzeres aan de o.l. school in de Schoolstraat te Veendam hebben zich 63 sollicitanten aan gemeld. De kerkeraad der herv. gem. te St. An- naland heeft geweigerd om vóór 23 dezer het door de synodale commissie gevorderde be drag te storten voor de kosten van het hooger beroep tegen de ontzetting uit het ambt, om dat de kerkeraad weigert de vrouwelijke le den der gemeente te plaatsen op de kiezers lijst. KERK EN VREDE. Een resolutie naar de ontwape ningsconferentie te Genève. Het bestuur van „Kerk en Vrede", uitvoe ring gevende aan het bes'uit der jaarverga dering van 13 Juni 1931 te Amsterdam, heeft de volgende motie aan de leden der Ne- cbrlandsche delegatie naar de ontwapenings conferentie te Genève gezonden: Het bestuur van de vereeniging „Kerk en Vrede" geeft te kennen, dat op hare jaarver gadering van 13 Juni 1931 te Amsterdam bes'o'en is de volgende leso'utie aan de Ne- derlandsche delegatie naar de ontwanenings- conferentie van 1932 te Genève ter kennis te brengen, hetgeen genoemd bes uur dan ook door dezen doet. De resolutie voornoemd luidt als vo'gt: ..De jaarvergadering der vereeniging „Kek en Vrede", vestigt de aandacht van de reneering en de Nederlandscbe delegatie (naar de ontwapeningsconferentie) op het feit, dat in ons land en andere landen het aantal christenen s;eeds toeneemt, die eiken oor'og on alle corlogstoerusüng principiee' veroordelen als vo'komen in «trijd met het evangelie van Jezus Christus; dringt er bij de regeering en de delegatie oo aan. om in Genève een positief christelijk opluid te 'aten hooren door open'ijk uit te snreken. dat een Christen-natie op geen an dere wüze recht mag zee Ven dan langs den weg van rechfanraak en arbitrage, in geen opva1 door rrvrHel van oorlog, en dat zij eer de- onrecM moet -villen liiden dan aan deze ontzettende ongerecbtioh'ieid mede te doen; verklaart aan de regeering en aan de Ne- d-rla-ndsche delegatie, dat zii zich gebonden voelt om. zoo ooit de regeering, om welke reden en in we)V» omsfao-ftTtipden ooV mo bilisatie gelast, trouw te blijven aan Chris tus' dionst en z:~h du« van p'ken steun aan het oorlogsbedrijf 'e onthouden. COMITÉ VAN ACTIE TEGEN WETSONTWERP TERPSTRA. De Onderverklaring afgeschaft. In de bestaande Lager Onderwijswet moet bij de aanvrage voor de stichting van een b'jzoudere school o.m. worden overgelegd een ouderverklaring in de praktijk genoemd „de lijst" waaruit biijken moet, dat de school bezoch. zal worden door een zeker aantal kinderen. Dit aantal hangt af van de grootte der gemeente: 40, 60, 80, 100 voor een school voor gewoon lager onderwijs. En voorts o.a. een verklaring van het schoolbestuur, waaruit blijkt, dat dit bestuur bereid is een waarborgsom te storten ter grootte van 15 van de bouw- en inrichtingskosten. Die „lijst" heeft tot heel wat e'lende aanleiding gegeven. Herhaaldelijk kwam het voor, dat de volwaardigheid van de op die lijst voor komende as. leerlingen bestreden werd; even herhaaldelijk kwa a het voor, dat, nadat de aanvrage, met de bij- behoorende „lijst", bij het gemeentebe stuur was ingediend, ouders hun ge- plaatste bandteekening wilden terug nemen. Zulk terugnemen van handtee- k-ningen op dat tijdstip is echter, vol gens de vaststaande jurisprudentie, niet geoorloofd. Talrijk K. B. noemen dit: „achteraf komende omstandighelen, waarmede geen rekening gehouden kan worden" Groote aanleiding tot de ellende met de „lijst" is ongetwijfeld te vinden in de beteekenis, die aan 't woordje „blijkt" in he'. desbetreffende wetsartikel gegeven is. Uit de overgelegde verklaring moet blijken, dat 't wettelijk geeischte aan tal kinderen de nieuwe ?chool zal be zoeken. Aan wie moet dat blijken? Wie voor het eerst met dit wetsartikel kennis maakt, zal zeggen: natuurlijk aan dat college, dat medewerking moet verleenen. dus aan den Gemeenteraad. Zóó behoorde het te wezen logisch zou het zijn, als de Gemeenteraad kon nagaan of de handteekeningen inder daad volwaardig zijn en of de ouders dus werkelijk het voornemen koesteren hun kinderen naar de nieuwe school te zenden. Zoo is het echter niet de interpre tatie van „blijken" is: het moet b 1 ij k e n aan het schoolbestuur. Als het schoolbestuur op de dag van de indiening van de lijst geacht kan worden redelijkerwijze overtuigd te zijn, dat de op de ouderverklaring voorko mende kinderen de school zullen bezoe ken, is de zaak in orde. Op welke wijze de handteekening op de lijst gekomen is, doet al heel weinig terzake. Krasse staaltjes zijn in den loop der jaren daarover gepubliceerd. Ellende geven die lijsten, maar toch althans eenige zekerheid. Ja, meer dan eenige zekerheid. In het K. B. van 14 Mei 1928 No. 42 wordt de ouderverkla ring genoemd: ,de voornaamste, zoo niet eenige waarborg" voor de juistheid van de in de aanvrage gedane mededeelin- gen. Was het mogelijk zonder de lijst goe de waarborgen te scheppen, de afschaf fing behoefde niet betreurd te worden. Maar die betere waarborgen worden niet gegeven door de voorgestelde verhoo ging van de te storten wj.arborgsom van 15 tot 30 en die verhooging dan nog alleen voor scholen met minder dan 150 leerlingen. En toch wist de meerderheid der Staatscommissie Rutgers en Minister Terpstra volgt ook hier weer gedwee geen andere oplossing te vinden. De ouderverklaring afschaffen, want zoo is de redeneering „Uit de over te leggen verklaring „moet een toekomstig feit blijken „Het is dikwijls reeds moeilijk fei- „ten, die in het verleden plaats gre- „pen, te doen blijken; toekomstige „feiten te bewijzen mag metterdaad „onmogelijk worden geacht." Die redeneering over het bewijzen van toekomstige feiten is er dan toch glad naast. Een toekomstig feit kan nooit „bewezen" worden. Door het plaatsen van de handteekening op de ouderver klaring wordt alleen een schriftelijke verbintenis aangegaan, maar in elk ge val toch een verbintenis. Meer wordt door een handteekening op een ouderverklaring niet „bewezen maar minder mag die handteekening ook niet 1 leekenen. De meerderheid der Staatscommissie en Minister Terpstra hebben niet ge zocht naar betere waarborgen, naar een wijze waardoor meer vastheid te ver krijgen is, maar schaffen de ouderver klaring eenvoudig af. En betere waarborgen zijn waarlijk wel te vinden; de minderheid der Staats commissie heeft daarop gewezen; er zijn ook nog andere aan te geven, maar Minister Terpstra wenscht het stichten van bijzondere scholen blijkbaar nog ge makkelijker te maken. Wel wijzen in het jongst verschenen „Onderwijsverslag 1929-1930", zoowel de Inspecteur in de Inspectie Brielle, als die in de Inspectie Midelburg beide heeren zijn voortge komen uit het bijzonder onderwijs er op, dat de schoolsplitsing al veel te ver gaat en dat vele gemeenten zich die luxe niet kur.nen veroorloven, maarhet Wetsontwerp Terpstra gaat in een rich ting, die voert tot zoo goed als onge breidelde voortgang van de stichting van bijzondere scholen en schooltjes. Het Comité van Actie tegen Wetsontw erp Terpstra. PREDIKBEURTEN. Zondag 31 Januari. Groote Kerkvoorm. half elf, ds. Baar. (Jeugddagviering, zoowel voor ouderen als jongeren). Kapel, voorm. 10 uur, ds. Hak. Avond 6 uur, ds. J. W. Roobol. Evangelisch-Luthersche Kerk, geen dienst. Doopsgezinde Kerk, voorm. 10.30 uur, ds. P. J. Keuning, van de Rijp. Remonstrantsch-Oerefcrmeerde Kerk, vm. 10.30 uur, ds. Rappold. Jeugddag voor ouderen en jongeren. Collecte Jeugdbewe ging. Gereformeerde Kerk, voorm. 10 uur, ds. v. Meijenfeldt. Avond 5.30 uur, dezelfde. Coll. Kerkfonds. Hersteld Apostolische Gemeente, Tous- saintstraat. Voormiddag 10 uur en nam 4.30 uur en Woensdagavond 8 uur dienst. Consistoriekamer Groote Kerk, Woens dag 3 Februari a.s„ des avonds 7 uur, ds. P. Zand. UIT DE OMGEVINO. AKERSLOOT, 10 uur, ds. Deetman BERGEN, avond 7 uur, ds. v. d. Kie- boom. Hervormde Evangelisatie Maranatha, vm 10.15 uur, de heer Mol, van Schoort. GROOTSCHERMER, 9.30 uur, de Loysea, 1 EGMONDBINNEN, avond 7 uur, de Nobel. DE RIJP, avond 7 uur, ds Rooker. HEILOO, avond 7 uur, ds Deetman. Nederl. Herv. Evang. lokaal a. d. Kerk- laan, v.m. 10 uur, ds. W. G. Gravemeijer, v. Ams'-Tdam. KOEDIJK, nm. 2 uur. ds. Roobol. LIMMEN. 2 uur, ds. Hak. NOORDSCHARWOUDE, 10 uur, ds. Seuüjn. NIEUWE N1EDORP, 10 uur, ds. de I.eeuw. OUDORP, 10 uur. ds Groot. OTERLEEK. 10 uur. ds. Rooker. OUDKARSPEL. 10 uur, ds. v. Dijk. STOMPETOREN. geen dienst. STOMPETOREN, Evangelisatie., 2 uur, ds. Koningsbergen, van Amsterdam. SCHF.RMERHORN, 10 uur, ds. Boeren- donk. URSEM. geen dienst. UITGEEST, voorm. 10 uur. ds. van Peur- sem. Jeugddag. Evangelisatiegebouw Sedeur: Voorm. 10 uur, de heer A. Donker, van Koog aan de Zaan. 11.40 uur Zondagsschool. VEENHUIZEN, 10 uur, ds. Nobel. (Doop). WARMENHUIZEN, avond 7 uur, ds Seulijn „Wachter! wat is er van den nacht". Mijn grootmoeder zaliger zeide elk voor jaar:'„zooveel dagen de leeuwerik vóór Vrou wendag zingt, zooveel weken er na moet hij zwijgen". Ik heb er nooit erg op gelet, of het oude mensch gelijk heeft gehad, maar zoo veel is zeker, dat ik niet aan Maria-Lichtmis (2 Febr.) kan denken, of onwillekeurig komt de Akkerleeuwerik (Alanda arveneis) mij in gedachte. Want op Vrouwendag behoort hij te zingen, al doet hij het niet altijd. Soms kan hij Sprokkelmaand niet afwachten en stijgt hij reeds op een zonnigen dag in Januari zoo hoog, dat men hem wel hoort, maar in het ijle blauw van de lucht met het oog niet kan vinden. Altijd en altijd hoort men dan het bekende „tierelierelier'waarbij men onwillekeurig denkt: „wat heb ik een plezier". Zoo'n leeuwerik is wel een liefelijke lente bode. Wanneer hij aanheft, dan waant men zich reeds in Grasmaand verplaatst, en men zou willen zoeken naar het aardige leeuwe riknestje, dat zoo open en zoo vrij in de weide v urdt gemaakt, en in gedachte ziet men weder de vier of vijf mooie bruingemarmerde eiertjes op de zachte bekleeding in het kom metje. Maar zoo ver is het nog niet. Straks be trekt de lucht weder, en sneeuwvlokken en hagelsteenen leggen aan den vroolijken zanger het zwijgen op. Zoo krijgen we den geregeld terugkeerenden strijd tusschen win ter en lente. Doch de leeuwerik zal ons bij eiken zonnestraal zingend profeteeren, dat de lente ten slotte de zege zal bevechten. En dan zullen we weer kunnen zien, dat dit aardig vogeltje met zijn grijsbruin pakje en zijn lan gen duimnagel voor vele streken een heek vervulling is. Dan zingt hij den geheelen dag en overal, maar niet of bijna niet op den bodem. Hoog in de lucht, bij voortdurend klapwieken, vertelt hij van den grooten rijk dom, dien hij bezit in zijn broedend vrouwtje. Doch slechts een paar weken heeft hij er den tijd voor, want dan moet hij medehelpen tot laving van het hongerig kroost, dat voortdu rend roept: „honger, honger, nooit genoeg!" Snel groeien de jonge leeuwerikken, en dat is goed ook, want weldra wordt door het ouderpaar een tweede en soms later nog een derde nest in gereedheid gebracht, zoodat een rijke vermenigvuldiging kan plaats hebben. En voor ieder nest zingt het mannetje luide en hoog, zoodat men het getierelier den ge heelen zomer door vernemen kan. Maar van dit alles kunnen we nu nog weinig hooren en zien. Men ziet nog niet veel exemplaren. In het najaar zijn de meeste naar het Zuiden gegaan en daar doen ze goed aan, want bij sneeuwval of strenge vorst komen dikwijls de achterblij vers om. Spoedig zullen groote vluchten weer naar hier komen. Maar zie nu eens op den dorpsweg! Daar zwermt al een leger van leeuwerikken rond Juist, maar dit zijn geen Akker- of Veld leeuwerikken. Ze behooren tot de soort, die aangeduid wordt met den naam Kuifleeuwe rik (Galerida cristata L.). Wanneer men hem kon vergelijken met den gewonen leeuwerik, zou het blijken, dat de bek langer en de duim nagel korter is. Maar zijn naam draagt de Kuifleewerik naar de verlengde kruinvederen, die tot een puntig kuifje opgezet kunnen wor den. Leeft deze leeuwerik des winters bij ons in groot aantal en durft hij zich dan zelfs wagen op de straten van dorpen en steden, des zomers verblijft hij hier slechts met wei nige paren. De eieren zijn grooter dan die van den Akkerleeuwerik, meer glanzig en roodachtig geelwit van grond. En wie nu naar de heidevelden of naar de duinen gaat, zal er waarschijnlijk een enkel exemplaar van een derde leeuweriksoort vin den, n.1. van den Boomleeuwerik (Lullula arborea L.). 't Is de soort, bij de Amster- damsche vogelkoopers bekend als Madeliefje en bij de Geldersche als Zoetelief. In den zomer komt de boomleeuwerik meer bij ons voor. Hij is kleiner dan de gewone soort, zijn staart is korter; en het vederkleed verschilt een weinig. In den broedtijd zit hij gaarae op boomen, doch hij maakt, evenals de andere soorten, zijn nest op den grond- De eieren zijn vleeschkeurig met grijze en bruine marmervlekjes. Den Bergleeuwerik (Evemophila alpestris Ginel) bezagen we al eerder en hem zullen we binnen korten tijd nog wel eens ontmoe ten. Meerdere soorten Alandidae vindt men in ons land niet. Van deze vier soorten trekt die, welke den Vrouwendag huldigt, ons wel het meeste aan, doch alleen in de vrije natuur, hoog en klap wiekend, en niet in een kooi, waar hij niet kan klapwieken, en waar zijn pooten niet ge schikt zijn voor het roestje. Een leeuvyerik in een vogelkooi doet ons denken aan den diergaarde-leeuw van Hilde- brand: „Onttroonde koning! Bekrompen reusl Simson met a tg «sneden haar! Napoleon op St. Helena!" J. DAALDER DZ. BERGEN'S MANNENKOOR. i Het concert van dit koor, gisteravond in d« Rustende Jager, had een officieel tintje. Alvorens met den zang te beginnen sprak de voorzitter, den heer A. Schalkwijk, een woord van welkom, tevens memoreerende dat men ter herdenking van het 10-jarig bestaan van het koor geen feestavond had gegeven omdat de tijdsomstandigheden daarvoor niet gunstig waren. Hij verwelkomde daarop den nieuwen dirigent Karei Böhne, uit Amsterdam. Zijn voorganger, den heer Corn Jonker uit Alkmaar, sprak woorden van waardeering tot de oprichters de heeren de Groot en Kos ter, herdacht den eersten dirigent, den heer Anderson uit Alkmaar, spoorde aanwezigen, oud- en adspirantleden aan werkend lid te worden, dankte de soliste die dezen avond hare medewerking verleende en de pers voor hare tegenwoordigheid. Het koor heeft nogal wat verandering on dergaan, het is heel wat talrijker geworden. Böhne heeft getoond een muzikaal leider te zijn, die zijn kracht niet zoekt in effectwerk maar wiens muzikaliteit op een gezonde basis rust. Zijn bedoelingen werden ook wel opge volgd maar de uitwerking er van was niet steeds zóó als men het verwacht of ge- wenscht zou hebben. Roeierslied van de Vliegh, mooi; Haarlemsch liedeke van Hespe stond daar beneden, het ensemble rammelde nog al eens; Der Fremdenlegionair van Wengert, afwisselend goed, mooi; veel min der de inzet van „Da prest die Sehnsucht", prachtig het slot. Zoo ging het ook met Het Geuzenvendel van Roeske, met Te Huis van Bonset, heel mooi o.a. Gij blijft ons voor ver twijfeling behoeden. Sur les Remparts, van Saintis, voor 't grootste gedeelte geslaagd, bovenal de Serenade, aan 't slot zakte het peil weer wat. Maar er was genoeg om te consta- teeren dat Böhne het op den duur zal winnen en hij z'n zangers krijgt waar hij ze hebben wil. Dat resultaat zij hem oprecht toege- wenscht. Mej. Jeanne Bacilek was de soliste. Als men dien naam hoort denkt men uitsluitend aan de coloratuurzangeres. Dal is zij ook in optima forma en toch is die opvatting niet geheel juist. Men moet de grootste bewonde ring hebben voor haar zingen in de wals „Frühlingsstimmen" van Strauss en de aria van Violetta uit de opera „Tra via ta" van Verdi, maar ondanks dat feit stel ik haar zang in het „Gebed" uit de opera „Tosca" van Puccini veel hooger; daarin lag voor den hoorder nog iets meer dan bewondering, daarin lag diep gevoel dat 'n grooten indruk maakte. Er zullen wellicht niet zoo heel veel zangeressen zijn die haar dat nadoen, en daarom was het heel jammer dat de wals er op volgde, want de indruk net de voordracht van het Gebed gemaakt, vervaagde al te spoe dig. Corn. Jonker was haar klavierpartner, hij begeleidde voortreffelijk. Z'n partij in de wals was dikwijls analoog met de zangpartij en z'n werk werd er niet gemakkelijker op, want de zangeres huldigde 'n vrije opvatting. Maar hoe vrij mej. Bacilek ook met het tempo omsprong, Jonker liet haar niet los, hij was en bleef haar trouwe metgezel. Natuurlijk moest de zangeres iets toegeven, zij koos daarvoor 'n lied uit „Rose Marie", daarbij zichze'f begeleidende. De zangeres en Jonker werden met bloemen gehuldigd en de bloemen het koor toegezonden door het dubbelmannen- kwartet „Zang en Vriendschap'' uit A'kmaar met een begeleidend schrijven, waarin het koor met het 10-jarig bestaan werd geluk- gewenscht, welk schrijven door den voorzitter werd voorgelezen, werden door hem aan Böhne overgedragen die ze in dankbaarheid aanvaardde. A. K. Voetbal. Voorloopig Nederlandsch elftal samengesteld. De Keuze-commissie van den K. N. V. B> heeft gisteravond het voorloopig Neder landsch elftal samengesteld, dat op Woens dag 3 Februari op het Spartaterrein te Rot terdam zal spelen tegen de Enge sche prof club Reading, aanvang 2 uur. De samenstelling luidt als volgt: Doel: Van der Meulen (H. F. C Achter: Weber (A. D. O.) en van Run (P. S. V.); Midden: Paauwe Sr. (Feijenoord, Anderies- sen (Ajax) en Kools (N. A. C.Voor: Wels (Unitas), Adam (H. V. V.), Lagendaal (Xerxes), Mol K. F. C.) en van Nellen (D. H. C.) Reserves: Odijk (De Hollandiaan), Lelie veld (V. U. C.), Graumans (N. A. C.) en v d. Broek (P. S. V.). Motoren. Geen sportpark te Velsen? Het Haarlem's Dagblad meldt, dat er zeel waarschijnlijk geen inotorbaan te Velsen zal komen. Als reden wordt opgegeven, dat de bewoners van Duin en Kruidberg en van Kennemergaarde, aan wie deze terreinen toe- behooren, op de nabijheid er van niet gesteld zijn Gymnastiek. Chr. Gvmnastiekvereeniging „Advendo", Gisteravond gaf de Alkmaarsche Christel. Gymnastiekvereeniging Adveiïdo haar zeven de uitvoering in de Harmonie. De belang stelling hiervoor was zeer groot. Na een opmarsch van alle leden met als slot een keurige opstelling op het tooneel achter het vaandel werd op verzoek van den voorzitter, den heer Haytema, gemeenschap pelijk gezongen Ps. 84 3. Hierna ging de heer Haytema voor in gebed, waarna hij na een hartelijk woord van welkom allereerst in treffende woorden den zoo vroeg ontsla pen secretaris H. Walinga herdacht, die al tijd de ziel der vereeniging was geweest. De nieuwe secretaris, de heer Teitsma zou trach ten zijn functie waardig te vervullen. Wel kom riep spr. in 't bijzonder toe aan den heer Cramer, secretaris van het Gewest, en aan de afgevaardigden van zustervereeni- gingen uit Den Helder en Schagen. Dank bracht spr. aan de donateur# en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9