Alktnaarsche Courant. Van mijn Paleslijnsche reis. buitenland iBinnenland Honderd vier en dertigste Jaargang. Ilin«da^ Februari No. -i' Door Rabbijn S. Ph. DE VRIES Mzn. 12. NAAR HA1FA. Natuurlijk zouden we in den vroegen och tend reizen. Om de hitte van den dag. Maar we maken ons niet zoo gemakkelijk los van Jeruzalem en van al de oude vrienden, die we j,ervonden en van de nieuwe, die we gemaakt hebben. Mevrouw Struck niet en prof. Struck niet. En ik ook niet. Dus werd het middag, toen de dag heet was". (1) Ik weet nu, wat Üit zeggen wil. Maar er bleef ons geen keuze over. We wilden dat spreekt van zelf voor den avond thuis zijn. En vooral mevr Struck verheugde zich reeds bij voorbaat erop mij bij helder lichten dag haar dierbaar Haifa te laten aanschouwen en bewonderen en me dan haar woning binnen te leiden Daar zal ik enkele dagen haar gast zijn, tot dat vanuit Haifa mijn tochten naar het Noor den en door den Emek de vlakte van Jisreëel zullen beginnen en het echtpaar Struck voor zijn jaarlijksch bezoek aan het vaderlijke Huis naar Berlijn zal vertrekken. Onze Schmidt, de chauffeur, is op tijd. Hij heeft op alles gerekend en onze bagage stevig en doelmatig voor de reis aan den wagen be vestigd. Het is een hartelijk afscheid van dc familie Goldsmit, en het heele huis geeft ons het uitgeleide. Met vele goede wenschen. In langzamen gang gaat het aanvankelijk door de drukke straten, langs den immer imposau- ten Muur, den Olijfberg op. Nog eenmaal geniet ik de vele vergezichten. Dan, boven gekomen, slaan we noordwaarts den weg naar Haifa in en we keeren ons om en bren gen een eerbiedigen afscheidsgroet aan Jeru- salem, dat zich allengskens achter de win dingen des weegs aan onze blikken onttrekt Glad is de weg en snel gaat nu de vaart. Zoo is de hitte daar buiten in de auto best te ver dragen. Struck heeft zich opzettelijk naast me gezet en wijst me telkens op de plaatsen er. tlekjes, die zijn kunstenaarsoog ontroeren, n dat zijn er vele. Want Struck kijkt hier in het land bovendien overal met het oog dei- liefde. „Merkt ge wel zegt hij onophoude lijk hoe overal nog de duidelijke sporen van den vroegeren terassenaanleg daar te zien zijn?" Ik geef hem gaarne gelijk. En als ik het ook minder gaarne zou willen, zoo zou ik het wel moeten erkennen, omdat het een voudig niet te loochenen is. Herhaaldelijk vermaant mij Struck aldus: „Stel u dat nu voor in het najaar of in het voorjaar, als alles leeft en geurt en bloeit. Denk er wel om, dat ge hier gekomen zijt in den hevigst dorstigen tijd. Ik zeg u dat zoo dikwijls, op dat ge het goed zult weten. En daarnaar oordeelen". Zoo naderen we het hartje van het land De bergen Ebal en Geriziem. Het oude Sichem. Weder ontrolt zich de Bijbel voor onze oogen. Dwaalt daar niet Josef, en hoo- ren we hem niet de gevleugelde woorden spreken tot den man, die bereid blijkt om hem terecht te helpen: „mijne broeders zoek ik!" Wanneer en hoe zal hij zé vinden? We staan reeds stil tusschen de tweeling- bergen, die elkander aankijken. Eens was de Geriziem kaal en de Ebel groen. Thans staan ze beide vaalgebrand. Waar, op den Ebal, bevinden zich of hebben zich 'de steenen be vonden, die Israël daar moest oprichten, wanneer het den Jordaan zou overscnreden en het land bezet zou hebben? (2) Wellicht hebben hier op deze plek, waar wij nu halt gehouden, eens de Levieten gestaan bij de Heilige Arke met de Steenen Tafelen, terwijl de Stammen naar de voorgeschreven orde aan weerskanten van het dal de hellingen der bergen vulden en vloek werd bedreigd en zegen werd beloofd. (3) En onze gedachten vliegen over eeuwen en raken het droeve slot van Gideons huis, het koningschap van Abimélegh, zijnen vreeselijken zoon en diens einde; Jothan op den Geriziem ginds zijnen fabel van de boomen, die een koning willen (4) zeggende over de hoofden van Sichem's bevolking; Rechab'am en Jarob'am en de scheur in het volk, (5) die nooit weer is geheeld tot op den dag van heden. Sichem bergt al deze historie. Ginds graaft men er naar. We hebben den puinheuvel reeds in de verte ontdekt, waar we een troep menschen in de zon zien werken. En kleine jongens omzwermen onze auto en brengen Struck en mij in het vooruitzicht op bakschich raag langs den kortsten weg daarheen. Wij ebben veel gelijk: we treffen er niemand minder dan dr. G. Weiter, lid van den Ar- chaelogischen Raad van Palestina, een blond, blauwoogig stoer Germaan, die de af graving leidt. Hij en prof. Struck kennen elkander. Natuurlijk! Wien kent Struck niet? Aanstonds staan we onder het afdak van het geïmproviseerde tentje van dr. Weiter. We zullen daar thee van hem krijgen. Hij zal ons alles uitleggen. Hij is er direct in. We volgen hem al over het terrein van hetgeen reeds blootgelegd is. Hier hooger, daar lager, Diep in den grond zien we geweldige muren, er. daarop en overheen weer bouwwerken uit volgende perioden. Dr. Weiter is geestdriftig. En ik begrijp het. En ik bewonder al dezen arbeid, die slechts in eindeloos geduld en met taaien, onvermoeiden wetenschappelijken zin ondernomen en volbracht kan worden. „Hier prof. Sellin gegraven vertelt ons dr Wel ter daar en ginds. Maar nadat hij had gegraven en gekeken en conclusies ge trokken, moest hij er alles weer dicht werpen, omdat hij met de eigenaar van den bodem al- fvan 'e voren.had gecontracteerd. Veel geld weg en weinig gewonnen! Maar de regeering zal dit heele terrein nu wel op de eene of andere wijze onteigenen en aldus de meest-historische plek van Palestina voor goed tewaren. Dat hebben we nu ten minste bt reikt Prof Böhl uit Leiden is er niet. Zijn „Palestina in het licht der jongste opgravin gen en onderzoekingen" (6) is hier een des- Kundige en dus veel betere gids dan ik het an zijn. Dr. Weiter weet nog niet, of hij cfu naOriëntalistencongres nog te - chem kan verwachten. Hij geeft mij zijn proeten mede. We scheiden noode, maar zijn genoodzaakt verder te trekken zonder hier naar andere be langrijke punten om te zien. Geriziem en Samaritanen en hun heilige plaatsen liggen al achter ons. We rijden door Nabloes, dai door de Romeinen als Neapolis werd gesticht en dus evengoed Napels had kunnen heeten. Een mooi en naar het schijnt welvarend stadje. In een vruchtbare streek. Brandpunt nu van Arabische actie en politieke agitatie. Weldra zijn we in de nabijheid van het Ara bische dorpje Sebastye aangekomen. Het ligt daar in de hoogte. En het is niet zoo eenvou dig daarheen met de auto te komen, over de slechte, steile en bovendien serpentineachtige zijwegen. Soms zegt Schmidt, als hij den een of anderen draai ineens genomen heeft: ge lukt! Soms fluit,, soms neuriet hij een wijsje, soms zingt hij een liedje een Hebreeuw- sche liedje! Dat is zoo zijn gewoonte en het een en het ander is me reeds een maatstaf geworden ter bcoordeeling van den kleinere of grootere moeilijkheden van den weg. Hij brengt er ons natuurlijk. Een typisch Ara bisch dorp. Huisjes van steen en van klei, bijeen gehurkt. Smalle kronkelgangetjes tus schen de lage rijen, net breed genoeg voor onzen w:agen. Boven in het midden een plein tje, vrij ruim. Een bron. Helder water uit een pijp met een breede r in een langen af- vcerbak. Vrouwen en 'es met waterkan nen, die ze gevuld v. en op hun hoofden naar de huisjes. Plu tn. ee laat zijn sporen in de bakken achter. Schagen en geiten drin ken. Kinderen plassen erin. Als onze wagen op het pleintje stil staat zijn we aanstonds omdromd door grooten en kleinen. Onze Schmidt kan ons verstaanbaar maken: hij spreekt Arabisch en, als het moet, kijft hij ook Arabisch. Soms moet ook dat. Daar is de man al, naar wien hij heeft gevraagd: een nette man, zoo iets dunkt mij als de burgemeester van het dorp. Hij zal ons ge leiden naar het oude Sebastè dat Herodes hier op den berg heeft gesticht en ter eere van keizer Augustus naar diens naam, maar in het Grieksch, Sebastè heeft genoemd. De man heeft om zijn arm een leeren band mu een koperen plaat, waarop drietallig de on derneming staat der opgravingen alhier. Eu hij heeft ook een kwitantieboekje met de toe gangsbewijzen, die wij voor een matigen prijs ontvangen. Dan gaan we achter hem aan. Schmidt gaat mede. Niet alleen als tolk, maar ook omdat hij minstens evenveel weten schappelijke belangstelling voor dit alles oezit* als wij. Mevrouw Struck blijft in de auto a:s wachteres achter. We gaan over het plateau van den berg, waar de dorschvloer is. Alles in vollen gang. Alles met elkaar weer een oud-Bijbelsch ta fereel. Hier zie ik een os en een ezel samen voor de slede, die over het graan gesleept wordt met den jongen erop, die de dieren in de rondte stuurt En ik denk aan het Torah- verbod in dit opzicht (7). We zijn er. We zijn in Sebastè. We zijn in Samaria. We zijn in het oude Schomron. Van het Schomron van Omri (8) aanschou wen we diep in den bodem cyclopische mu ren. Hoogerop arbeid uit de dagen der Ro meinen. En verder wat de Kruisvaarders gebouwd en wat de Arabieren er neer gezet hebben. We zien de omtrekken van een kerk, met een klein plekje in de vloer, waar nog mozaïek over is. En in een diep gelegen ver trek, waarheen we door een luik langs een trap. afdalen, heel duidelijke en vrij goed ge bleven fresco's, menschengezichten, lijkende op Joden. En dan boven op eenigen afstand de machtige zuilen van een der Herodiaan- sche prachtgebouwen. En onder langs den berg belangrijke resten van een indrukwek- kenden zuilengang, die waarschijnlijk dezen heelen berg heeft omringd. Hier ligt alles nog bloot. Op het oogenblik werd er niet gewerkt. Maar de arbeid wordt voortgezet. Wie kan zeggen, wat er hier nog gevonden zal worden van het oude Samaria, de in Je- saja's dagen nog „trotsche kroon van Efraims brassers, maar toch reeds welkende bloem van zijn prachtigen luister, gelegen op een heuveltop van het vette dal van door den wijn geslagenen". (9). Het is intusschen al laat in den namiddag feworden. Fluitend, neuriënd, zingend voert chmidt ons bergafwaarts. Veilig. En als we den grooten weg weer bereikt hebben en En-ganien d.i. de bron der tuinen het liefelijke Arabische dorp, met de mooie Mos- ké in de palmen, doorgekomen zijn, dat legt Schmidt de zweep erover. We vliegen den Emek in en door. Rechts en links, tot waar het oog tegen de bergen stuit, alles joodsche bodem door joodsche handen in tien jaren tijds in cultuurgrond omgezet. In dezen over- blik krijg ik tenminste weer een voorloopig antwoord op de angstige vraag, die ik mij stelde op den weg naar de Doode Zee. Ik zie hier alles thans slechts in vogelvlucht en hoor tal van namen in het voorbij snor ren. Het is maar voorloopig. Want ik zal hier terugkomen van Haifa uit. We houden even in Afoelé halt, het als stad gedachte middelpunt van den Emek. Hebreeuwsch, al les weer Hebreeuwsch. De bedrijvigheid van een landbouwstadje bij het station. Ik heb nog altijd al mijn phantasie noodig, om mij te wennen aan het gezicht van deze bedrijvigheid van joodschen boerenarbeid; mij gemeenzaam te maken met de werkelijk heid, dat deze landbouwers en hun vrouwen en kinderen Hebreeuwsch sprekende bouwers zijn aan de toekomst van Erets-Jisraél. We naderen bij het vallen van den avond Haifa. We rijden voorbij de plaats, waar kort geleden een paar terugkeerende leden der hier dichtbij gelegen K'woetsah ne- derzettingsgroep zijn neergeschoten; voorbij den grooten Molen; voorbij het Sta tion. De wensch van Mevrouw Struck is niet in vervulling gegaan. We komen thuis in den donkeren avond. Maar we hebben dezen dag besteed En de rust verdiend. 1) 1 Moz. 18.1. 2) V Moz. 27.4. (3) V Moz. 11, 26-28 en 27, 12-26. (4) Richt 9. (5) 1 Kon. 12. (6) No. 1 der serie: de Weg der Mensch- heid. H. J. Paris, Amsterdam. (7) V. Moz. 22.10. (8) 1 Kon. 16.24. (9) Jes. 28.1. DE LUCHTMACHT DER GROOTE MOGENDHEDEN. De groote Engelsche bladen toonen, meldt de N.R.Crt., eenige bezorgdheid over de cij fers, die blijken uit de opgaven van verschil lende landen te Genève nopens hun lucht macht. De cijfers zijn weliswaar moeilijk te vergelijken, daar zij niet uniform zijn, maar worden toch, zoowel door de Times als door de Observer, voor Engeland verontrustend geacht. Laatstgenoemd blad komt tot de con clusie, dat de Ver. Staten in eerste linie over 1752 vliegtuigen beschikken, Frankrijk over 1667, Italië (met inbegrip van de onmiddel lijke reserves) over 1507, Rusland (vermoe delijk) over 1300, Japan over 1385, Enge land over 838, waarvan 96 in Indië. De Times geeft een staatje van de totalen met in begrip van alle reserves en komt dan tot Frankrijk 3000, Ver. Staten 2351, Japan 1939, Italië 1507, Engeland 1434; Rusland geeft dit blad niet op. Beide bladen zijn het erover eens, dat Engeland ten achter staat bij andere landen. De Times herinnert er aan, dat, volgens een meedeeling van Montague, die toen onder-staatssecretaris voor de lucht macht was, in 1930 Engeland voor zijn lucht vloot 2 pet. minder uitgaf dan in 1925, de Ver. Staten daarentegen 140 pet. meer, Frankrijk 114 pet. meer en Italië 31 pet. meer. Voorts brengt dit blad de verklaring in herinnering in 1923 door Baldwin afgelegd, die toen zeide, dat Engeland, naast de ver- eischte vliegtuigen voor de marine, het leger, den Indischen en andere overzeesche diensten moest beschikken over een luchtmacht in het land zelf, die sterk genoeg moest zijn om het land te beschermen tegen een aanval van de sterkste luchtmacht, binnen welker bereik het land gelegen is. Het blad wil daarmee klaar blijkelijk stilzwijgend te verstaan geven, dat men op het oogenblik van dit ideaal wel ver verwijderd is. De cijfers zijn van belang voor het geval er te Genève aandrang mocht wor den uitgeoefend om tot een percentsgewijze verlaging te komen, gebaseerd op de huidige sterkte der diverse luchtvloten. EEN DRUKKE DAG IN GROOT- BRITTANNIE. Zaterdag is in het, lezen we in Hbld. op crimineel gebied weer een drukke dag geweest in Groot-Brittannië. In de woning van lord Revelstoke te Londen betrapte om een uur 's morgen de zoon des huizes een inbreker in zijn slaapkamer. Hij ging met hem aan het worstelen, doch de inbreker wist te ontko men. De jongeman gooide met een glas naar hem waardoor de indringer aan het hoofd ge troffen werd. Aan de ziekenhuizen is ver zocht op te geven of zich iemand heeft laten verbinden voor een wonde, door glas veroor zaakt. Op den weg van Londen naar Bourne- mouth is een dame, die per auto haar zoon ging bezoeken, terwijl ze in de auto haar lunch gebruikte door twee mannen aangeval len, die haar bewusteloos sloegen en haar bagage stalen. In Kentish Town werd een bediende van een kolenhandelaar, die geld voor de betaling van loonen bij zich had, door autobandieten aangevallen, die hem zijn tasch ontrukten. Hij wist het voorwerp echter na een gevecht weer terug te krijgen, waarop de bandieten er van door gingen. In de tasch zat overigens geen geld, wel had hij ongeveer 100 in zijn zakkern BEDORVEN VOEDSEL? Twee kinderen overleden. Gistermorgen kreeg men geen gehoor bij de weduwe Van Leusen, wonende in de Markstraat te Raalte. Men heeft daar 's middags de deuropengebroken en vond toen de vrouw in half bewusteloo- zen toestand. Van de drie kinderen ble- k een meisje en een jongen te zijn overleden; het derde kind verkeerde in zorgwekkenden toestand. De vrouw is zeer overspannen en kon nog niet ge hoord worden. Men vermoedt, dat het gezin bedorven voedsel heeft gegeten. Volgens een nader bericht is de toe stand van de vrouw thans goed. Zij ver telde dat ze om 5 uur wakker was ge worden en zich onwel voelde. Toen zij naar de kinderen ging kijken, bemerkte zij, dat de 11-jarige Herman en de 5- jarige Annie dood te bed lagen. Zij wil de naar de buren loopen, maar *in de gang zakte zij in elkaar. Gistermorgen vonden de buren haar in de gang lig gen, toen men de deur had opengebro ken. Het 6-jarig meisje Betsie is gistermid dag bij kennis gekomen; men hoopt haar in leven te houden. De etensresten zijn naar Utrecht opge zonden ter onderzoek. Het gezin had niets bijzonders gegeten. VOOR HET CRISISCOMITE. In de afgeloopen week is bij het na tionale crisis-comité 14.025,47 ontvan gen. In totaal is thans 439.931,05 inge komen. ONGELUK BIJ HET GRANAAT WERPEN. Een sergeant gewond. Gistermiddag heeft bij de oefeningen in granaatwerpen bij het kamp Waals dorp een van de leerlingen, de dienst plichtige sergeant-titulair van het 13e regiment infanterie W. een van de hand granaten na de ontsteking, uit de hand laten vallen. De granaat ontplofte in zijn onmiddellijke nabijheid. De sergeant werd aan den buik en den linkerarm gewond. Een officier van gezondheid, die de oefeningen bijwoonde, verbond hem. Per auto is \V. naar het ziekenhuis gebracht. MALAISE. Met ingang van gister is bij de Hevea- fabrieken bij Arnhem de werkweek van 50 uur, die tot dusver met toestemming van de regeering bestond, teruggebracht tot 48 uur. Voorts zijn de loonen met 314 pCt. verlaagd. Alle nog loopende jaar- contarcten van het personeel zijn om gezet in driemaandelijksche arbeids overeenkomsten. Deze beslissing is ge nomen na bespreking met de afgevaar digden van de dfie werknemersorgani saties. Met ingang van gister heeft Burgerhout's Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam haar poorten gesloten. Alleen nog eenig kan toorpersoneel is aanwezig om de loopende za ken te regelen en de balans op 'e maken. AMBTSJUBILEUM PROF.DR. J. WESTER. Heden 25 jaar bij het veeartsenij- kundig onderwijs. De Utrechtsche correspondent van het Hbld. schrijft: Prof. dr. J. Wester, een der bekendste die renartsen in ons land, viert Maandag zijn zilveren ambtsjubileum. Aanvankelijk voor het lager onderwijs bestemd, wist hij zich spoedig tot veearts op te werken, voor welk examen hij in 1893 slaagde. Een druk ke praktijk in Alkmaar volgde en reeds uit dien tijd dateeren bijzondere publcaties die de aandacht van vele vakgenooten op hem vestigden. Gedurende de jaren die de jonge Wester als assistent van dr. Thomassen, leeraar aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht, doorbracht, bleek zijn leermeester met welk veelbelovend talent hij te doen had, en zoo viel het niet te verwonderen dat deze in 1907 door Wester werd opgevolgd. Stond Thomassen als klinicus eerste klas bekend, Wester zou blijken hierin niet bij hem acher te staan. Bovendien was hij een uitnemend docent, ongemakkelijk voor de leerlingen en Eersoneel maar die bij zijn examens de ware umaniteit betrachtte en nimmer onredelijke eischen stelde. Prof. Wester was de eerste rector van de Veeartsenijkundige Hoogeschool en hield bij den aanvang van dit rectoraat,•een rede over „Verleden, Heden en Toekomst van het Veeartsenijkundig Onderwijs in Neder land." De diagnostiek van de rundveeziekten liet toentertijd nog alles te wenschen en het is Wester's groote verdienste dat hij dit zoo belangrijk onderdeel der veterinaire weten schap geheel heeft opgebouwd. Wat de veeartsen in ons land en gedeeltelijk daar buiten want de jubilaris is in geheel Europa vermaard weten van deze diag nostiek danken zij voornamlijk aan prof. Wester. Vermaardheid heeft zij zich eveneens ver worven met zijn onderzoekingen over de physiologie en de pathologie van de run der magen. Prof. Wester promoveerde in 1923, nadat hij het doctoraal examen geneeskunde had' gedaan. Hij gaf o.a. een standaardwerk uit op het gebied van de gerechtelijke veeartse nijkunde, schreef talrijke verhandelingen over „hartblok", een eigenaardige hartziek te, publiceerde een werk over de diagnostiek van inwendige ziekten,over darmparasieten bij herkauwers en paarden, over steriliteit bij onze huisdieren, tuberculose bij het paard, over haemoglobinurie bij paarden. Zijn vele vrienden en vereerders hebben hem gistermiddag in hotel des Pays Bas te Utrecht huldigen bij welke gelegenheid hem namens de gezamelijke veeartsen van Neder land zijn door Piet van der Hem geschilderd portret zal worden aangeboden. Ongetwij feld zal deze receptie die om halfvier aan vangt, druk worden bezocht. SMOKKELARIJ AAN ONZE OOSTELIJKE GRENS. De politie van het Duitsche plaatsje Kal- denkirchen heeft even over de grens nabij Venlo, aangehouden den z.g. „smokkel- koning" H. Kalbach uit M. Gladbach— Rheydt. Door hem een schot in het bovenbeen toe te brengen, was het de politie mogelijk den man te arresteeren. Hij vervoerd een partij chocolade, koffie en tabak. Nabij Breyell werd op den weg een smok kelauto aangehouden, die inhlied 20.000 sigaretten en een partij tabak, chocolade en koffie. DE WINKELSLUITINGSWET. Op 1 Maart nog niet in werking. Naar gemeld wordt, zal de aanvankelijk door minister Verschuur aangenomen da tum van het in werking treden van de Win kelsluitingswet 1930 nl. 1 Maart a.s. eeni gen tijd verschoven worden. WETHOUDERSVERKIEZING TE ROTTERDAM. Bij de verkiezing voor de wethouders zijn gister in de vacature-Brautigam in totaal 26 stemmen uitgebracht, waarvan 17 stemmen op den heer Stemerding, één stem op den com munist Reuderink en 8 stemmen blanco. De heer A. H. S. stemerding heeft de benoeming aanvaard. In de vacature-De Zeeuw zijn uitgebracht 27 stemmen, waarvan 17 op den heer Hane- maayer, één op den communist Reuderink en 9 blanco. De heer Hanemaayer heeft zijn benoeming in beraad gehouden. HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT FAILLIET VERKLAARD De eerste kamer van de arrondissements rechtbank te Amsterdam verklaarde de N.V. Paleis voor Volksvlijt in staat van faillisse ment. Tot curator werd benoemd mr. D. K. G. de Jong en tot rechtercomm;ssaris 'mr. Feensfra. DE VERLAGING VAN DE GAGES VOOR ZEELIEDEN. Het stoomschip Friesland, van de scheep vaart- en Steenkolen-Mij., dat voor de hoog ovens te IJmuiden een lading steenkolen had gelost, moest Zaterdag weer naar Engeland vertrekken. De opvarenden weigerden echter op de verminderde gage te monsteren. Ge tracht werd een andere bemanning te monste ren, wat niet gemakkelijk ging. Na gepleegd overleg met de directie der reederij werd de bemanning op de oude gage aangemonsterd voor de reis naar Newcastle en van daar naar Rotterdam. DE ZEELIEDENACTIE TE ROTTERDAM. De Centrale Bond van Transportarbeiders heeft den zeelieden te Rotterdam geadviseerd, niet te monsteren op schepen, waar de gages door de reederijen met 15 werden vermin derd. Er wordt in de havens bij verschillende schepen door leden van den Centralen Bond gepost. DE POST UIT INDIE. De boottrein van het mailschip „Dempo* van den Rotterdamsche Lloyd, dat hedenmor gen 7 uur te Marseille zou aankomen, zal morgen 7.16 te Roosendaal en 9.28 te Den Haag (H.S.M.) aankomen. De boottrein, aansluiting gevend op het m.s. „Baloeran", dat 5 Februari a.s. van Marseille vertrekt, zal Donderdag 4 Februari 13.46 uur van Den Haag (H.S.M.), 14.15 uur van Rotterdam (D.P.) en 15.15 uur var Roosendaal vertrekken. OPGELEGDE SCHEPEN Te Amsterdam geringe verbetering. In de Amsterdamsche lagen op 1 Febr. totaal 51 (v. m. 55) schepen stil, met samen 302.374 (313.505) ton. Het droevig record, waarmee 1931 besloot, is dus niet overschre den, constateert het Hbld., maar de verbete ring is nog zeer minimaal en zij geldt niet voor alle reederijen. BOOMENFONDS. De Centrale Vereeniging voor School* en Werktuinen en Boompiantdagen in Nederland, gevestigd te Amsterdam, Olympiaplein 71, stelt zich ten doel bij de jeugd liefde te wekken voor de na tuur. Eén der middelen om tot dat doel te geraken is het vormen van een „Boo menfonds", waaruit in bijzondere geval* len plantmateriaal verschaft kan wor den en waaruit bij belangrijke gebeur tenissen, herdenkingen, feestelijkheden enz. jonge boomen aangekocht kunnen worden om als herinnering te worden geplant. De vereeniging verzoekt ons de aan dacht te vestigen op een onderdeel van het reglement van het Boomenfonds, nl.: Art. 4. Ouders kunnen hun kind in het eerste levensjaar tegen een minimum bi.drage van 2.50 in eens laten inschrijven als lid van het Boomenfonds. Dat kind heeft op 10-jarigen leeftijd recht op een jongen boom (inheemsch) franco door het Fonds te leveren aan een adres in Nederland. Door het fonds wordt een door Rie Cramer geteekende oorkonde, groot 15 X 20 c.M. uitgereikt, zoodra zij doen weten, dat zij hun kind li< van het Boomenfonds wenschen te maken. VERKEERSONGEVALLEN. Aan de gevolgen overleden. Een zestien-jarige wielrijder, wonende in de Joan Maetsuyckerstraat. is Zaterdagavond omstreeks 9 uur in de Hobbemastraat door een vrachtauto, vermoedelijk doordat deze slipte, aangereden en in zorgwekkenden toe stand naar het ziekenhuis aan den Zuidwal overgebracht. Denzelfden avond is hij aan de wonden overleden. Geef tijdig richting aan! Gistermorgen is een personenauto op den Boschdijk te Eindhoven, tegenover het rijks krankzinnigengesticht op een vrachtauto ge reden welk te laat het teeken gaf naar links te willen afslaan. De personenauto reed ten gevolge hirevan met zulk een kracht tegen een muur, dat deze scheurde. Een inzittende dame werd ernstig gewond en is naar het zie kenhuis te Eindhoven gebracht. De ar. inzittenden kregen lichte verwondingen. De auto is zwaar beschadigd. Jongen overreden en gedood. Gisteren is op den Verheulweg in Den Haag de 10-jarige E. B„ die te fiets was, door een vrachtauto overreden en kort daar na overleden. Auto door den gevel van een café gereden. Vermoedelijk tengevolge van een defect aan de stuurinrichting is gisteravond ongeveer tien uur een vrachtauto, bestuurd door den heer Brouwer, grossier in beschuit, van den weg af via het trottoir het café van den heer Smulders op den Fellenoord te Eindhoven binnengereden. De auto vernielde in zijn vaart den geheelen voorgevel en verwekte groote consternatie in het café, waar een ruïne werd aangericht. Een van de bezoekers werd licht aan het hoofd gewond. Van den auto werd het voorste gedeelte vernield. De chauffeur bleef ongedeerd. BRANDEN. Zondag is te Almelo de boerderij van G. Stegehuis, gelegen aan de Sluiskade, door brand vernield. Het vee en een deel van den inboedel kenden gered worden. De brandweer wist de schuur te behouden. Alles was ver zekerd. Te Haelen bij Roermond is Zondag avond de woning van den landbouwer H. Mohren door onbekende oorzaak uitgebrand. De verzekering dekt de schade. Niet verzekerd. Zondagavond omstreeks 7 uur brak tijdens de afwezigheid van de bewoners brand uit in de woning van den heer Erning aan de Walstraat te Oss. De brandweer slaagde erin den brand in de belendende woning te beperken tot de bovenverdieping. Het huis van Erning brandde geheel uit. De inboedel ging ver loren. De schade, die aanzienlijk is, wordt niet door verzekering gedekt. Kippen verbrand. Te Sellingen, gemeente Vlagtwedde (G.)t is atgebrand de woning van de weduwe J,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9