Mkmaarsclte Courant. Het overtillen van Sriaii EEN LEVEN OM EEN LEVEN. Radionieuws xeuiCCetw Rechtszaken EEN ZWARE SLAG. fl0nderd vier en dertigste Jaargang. Woensdag 9 blaart No Donderdag, 10 Maart. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.R.O.) c „.Gramofoonplaten. 10.— Morgenwijding 1015 Gramofoonplaten. 10.30 Leny Bos viool Jo SterkH—endriks zang, Egb. Veen oianó. 12 00 Omroeo-Orkest o.l.v. Nico Treep. afgewisseld door gramofoonmuziek. 3 45 Gramofoonplaten. 5.00 Kinderzang e 30 Gramofoonplaten. 5.45 Het Avro-Ka- nierorkest o.l.v. Louis Schmidt. 8.15—10.30 Het Concert-gebouworkest o.l.v. Dr. Willem Mengelberg. 10.45 Gramofoonplaten. 11 00 _12.00 Billy Mason en zijn Dansorkest van Carlton Hotel Huizen, 298 M. (8—9.15 en 11.2. K R O» 10—11— en 2.—11.30 N.C.R.V.) gOO—9.15 Gramofoonplaten. 10.00 idem. 10.451100 idem. 11.00 idem. 12.15—2.00 K-R-O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen. 5.45 Hobo-recital door B. de Vries, A. Tump piano. 8.00 Vocaalconcert door Helene Ludolph—Geysen sopraan, J. v. d. Meent— Walter alt, Chr. Hengeveld Jr. viool, J. W van Otterloo cello, G. Hengeveld piano. 10.40 __11.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Reginald Foort op Bioscooporgel. 1 20 Het Orkest van Shepherd Bush Pavilion 3.20 Vesperconcert in The Westminster. 4.25 Jack Payne en het BBC. Dansorkest. 4.50 Het Grosvenor House Orkest o.l.v. J. Meeus 6.50 Piano-sonates van Beethoven. 8.20 Het Radio-Militair Orkest o.l.v. B. Walton (TDonnel, E. Richards tenor. 9.55 Muziek uit de 18e eeuw. Orkest en solisten. 11.15 12.20 Jack Payne en het BBC. Dansorkest Radic-Paris, 1725 M. 8.05 en 12.50 Gra mofoonplaten. 8.20 „Le petit duc" Oprt. van Lecocq. Kaiundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Het Orkest van Palace-Hotel. 3.104.20 Orkest van het Restaurant „Wivex". 7.30 Symph. Concert o.l.v. Emil Reesen m.m.v. solisten 9.50—11.50 Otto Lington en zijn Dans orkest. Langenberg, 473 M- 6.25 Concert uit Hamburg. 11.05 Concert uit Breslau. 12 25 1.50 Middagconcert. 1.50 Gramofoonpla ten. 4.20 Fransche en.Italiaansche muziek. 7.20 „Des Knaben Wunderhorn", kinderkoor en solisten. 8.20 Concert door het Omroep orkest o.l.v. Prof. H. Abendroth. Braunfels piano. Tot 11.20 Avondconcert o.l.v. Wolf Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M.: 12.35 2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Omroep-Or- kest o.l.v. Francois André. 6.20 Gramofoon platen. 8.20 Omroep-Orkest o.l.v. Francois André. 338 M.: 12.352.05 Gramofoonp'a- ten. 5.20 Omroep-Orkest o.l.v. Kumps. 8.20 Omroep-Orkest o.l.v. Kumps. L. Thoel decla maties. Rome, 441 M. 8 05 Lichte klassieke muziek door het EIAR-Orkest. Zeesen, 1635 M. 3.50 Concert. 6.50 „Faust" le deel. 9.5011.50 Dansmuziek RADIOMUZIEK VAN DE KOMENDE DAGEN. Donderdag. In den loop van den middag brengt de A.V.R.O. eenige mooie gramofoonplaten: piano-werken van Schubert, Albeniz en Cho- pin, gespeeld door Arthur Rubinstein, Ra- vel's beroemde Boléro en de prachtige sere nade van strijdorkest Eine kleine Nachtmu- sik van Mozart. Over Frankfort Mühlacker komt een mooi concert met o.m. het gewilde, technisch zeer moeilijke vioolconcert van Tsjaikofski en de vijfde symphonie (B-dur) van Schubert, ontstaan in den tijd toen de componist nog als schoolmeester (wensch van zijn vader) werkzaam was. Op het eind van den middag geeft de N. C. R. V. een hobo-recital. In het begin van den avond ko men over Hamburg liederen van Brahms, ge zongen door een zangeres en door een koor. Over Praag een zangrecital, gevolgd door een vioolrecital (o.a. Trille du Diable, van Tartini-Kreisler). Het concert van Budapest brengt werken van Hongaarsche componis ten (o.m. een concertino voor piano en or kest van Weiner, Dohnany's Ruralia Hon- garica, en deelen uit de eerste suite voor or kest van Bela Bartok); dit concert wordt door eenige andere zenders her-uitgezonden, o.a. door Weenen en hier te lande door de N. C. R. V. Kaiundborg geeft muziek van Noorsche compnisten o.m. fragmenten uit Grieg's Peer Gynt-muziek en een cellocon cert (D-dur) van Svendsen. Des avonds ko men over Frankfurt-Mühlacker composities van Johann Strauss Sohn en een wals van Johan Strauss Vater. Langenberg brengt een pianoconcert van Mozart (d-moll, K. V. 466) en de Schottische Phantasie voor viool en orkest van Max Bruch. Het programma van Midland Regional vermeldt o.m. Brahms' Akademische Festouverture, een cello-con cert van den Engelschen componist Elgar en twee werken van Wagner: het voorspel Lo- hengrin en een fragment uit Götterdamme- rung. Rome heeft een zeer gevarieerd or kestprogramma met o.m. een suite voor fluit- en strijkorkest van Bach, Tsjaikofki's Capriccio Italiën, de eerste symphonie van Schumann (Bes-dur, de z.g. Frühlings- symphonie, een uiting van vreugde, nadat de componist eindelijk met Clara Wieck was vereenigd), en Weber's Jubel-ouverture. Radio Suisse Romande brengt o.m. hetD-dur cello-concert van Haydn en een symphonie (D-dur) voor twee orkesten vanJohann Christian Bach. Over Heilsberg komt piano muziek van oude componisten. De A.V.R.O. zendt het Concertgebouwconcert uit, dat het derde Brandenburgsch concert van Bach, een symphonie van Haydn (nr. 103, Es-dur, mit dem Paukenwirbel) en na de pauze het symphonisch gedicht Ein Heldenleben van Richard Strauss brengt, waarin de eerste concertmeester Louis Zimmerman de solo- vioolpartij vertolkt. Later op den avond geeft de N. C. R. V. kamermuziek: liederen (so praan en alt) en instrumentaal (viool, allo en piano). Over Praag komen o.m. een Scherzo van den modernen Alois Haba, den kwartoon-profeet, en een Symphonie Con certante van Mozart. Operr's en operettes. Radio Paris geeft een op. comique van Lecocq, Le Petit Duc. Later komen over London Regional het derde en vierde bedrijf van de populaire opera Faust, van Gounoa Ook de Noord-Italiaansche zenders brengen een opera. We hebben gisteren uitvoerig stilgestaan bij het overlijden van Aristide Briand (de voornaam is door foutieve spelling gisteren in Aristride veranderd!), den grooten Fran- schen staatsman. Het overlijden van dezen politicus heeft overal diepe indruk gemaakt, getuige de diverse persstemmen. Wij laten er hier eenige volgen te beginnen dan met de Fransche persstemmen. De „Echo de Paris" schrijft, dat het Bri- and's ideaal is geweest, de man van den vrede en van de Fransch-Duitsche overeen stemming te worden. Hij heeft verder dan deze overeenstemming willen komen en zijn doel was het bereiken van werkelijke inter nationale toenadering. Zijn voorstel tot vorming van een Euro- peesche Unie is echter nog niet verder geko men dan het stadium van het experiment. Sedert vele maanden was Briand in het Ka- binet-Laval nog slechts een fa?ade en weini ge dagen voor zijn 70en verjaardag heeft de dood hem verrast. In hetzelfde blad schrijft Portinax een uit voerig artikel. Vele menschen geloofden in het succes van de verschillende gebeurtenis sen, die Briand's loopbaan vormden en za gen daarin een doelbewuste aaneenschake ling van feiten. Uit persoonlijke waarneming verklaart Pertinax echter tot de conclusie te moeten komen, dat de weg van den overle den Minister van Buitenlandsche Zaken dik wijls onzeker was, onduidelijk en begeleid door aarzelende handelingen. Wat bijvoor beeld Locarno betreft, had Briand Poincaré na het eerste bekend worden van het voor stel medegedeeld, dat deze overeenkomst hem volkomen onaanvaardbaar leek. Ook met het Kellogg-Pact hadden de gebeurtenissen zich anders ontwikkeld, dan Briand's bedoeling was. Briand wenschte een Fransch-Ameri- kaansche toenadering, en ten aanzien hier van h.eft hij zich vergist. Sedert 1926 gold al zijn werk de Fransch-Duitsche toenade ring. Zijn blik stond echter niet open voor realiteiten, want steeds bleef hij gelooven aan het bestaan van 'n vredelievend Duitsch- land. De Duitsche politiek heeft van de politiek van Briand datgene genomen, dat zij kon gebruiken voor de voorbereiding van de re vanche en de rest heeft zij eenvoudig laten vallen. Zoo kan men zeggen dat de houding van Frankrijk in de periode van 1925 tot 1930 het militaire en diplomatieke herstel van Duitschland heeft bevorderd. De „Figaro" schrijft dat de tijd thans voorbij is om een buitenlandsche politiek te veroordeelen, die reeds voor den dood van biaar het Erigelscb van Morice Gerard door Emma A H 36) Monk had zijn koning veroverd, zooals hij te voren al heel Engeland had veroverd. Terwijl Lucille dit gadesloeg, voerde haar verbeelding haar terug naar een geheel ver schillend tooneel: zij zag dienzelfden jongen man, die nu de hulde ontving van zijn noder- danen, als vluchteling een beroep doen op haar die toen nog maar een kind was om hem te helpen in zijn pogen om zijn vijanden te ont vluchten. De ruïne van de kapel op de Abbey rees voor haar op; de verborgen deur, die naar het geheime vertrek leidde, de tocht van haar vader, zoo laat op den avond; de verkenning van het huis door den Puriteinschen troep; al die geheimzinnige gebeurtenissen, die een on- uitwischbaren indruk hadden gemaakt op haar n°S> zoo geheel onrijpe ervaring. Dit was de uitkomst van dien lang vervlogen tijd; dit het gevolg, die toejuichingen van dui- zenden trouwe onderdanen, dit samenkomen van den adel, de statige vloot, die in den wa- erweg lag, terwijl heel Engeland in ademlooze spanning wachtte op den terugkeer van den oning naar zijn rechtmatig verblijf. Lucille keek haar vader in het gelaat; ze zag e vreugde en de voldoening, die daarop te ezen stonden en ook een soort trots; hij had zijn rol gespeeld toen hij daartoe geroepen werd en was nu dankbaar, dat hem die gele genheid geboden was. Dit toonde hij door den glans in zijn oogen, door de manier, waarop hij de kin hield. Hij zou om geen wederdienst vragen: nu de geheele macht en de heerschap pen van het rijk in handen van dezen jongen man rustte, verlangde sir Evelyn niets van hem. Van zijn kant uit zou er geen toespeling zijn op een gevaar, waaraan hij zich indertijd had bloot gesteld, of op een dienst, dien hij bewezen had. Dat hij dit gedaan had, was zijn belooning. Terwijl het jonge meisje aan deze dingen dacht, ging haar hand onwillekeurig naar het lijfje van haar japon, waaronder zij den ring voelde, die haar op dien nacht van levendige herinneringen werd gegeven en die nu de ze gelring was van den koning; zij had dien daar steeds gedragen; hij beduidde haar nu meer dan ooit. BOEK III. HOOFDSTUK I. Op Darcy Court. In den kleineren salon van een mooi huis in Kingston zat lady Darcy aan haar borduur raam; zij werkte onafgebroken voort. Het was meer een afleiding dan een wezenlijke bezig heid; haar gedachten legden immers veel te zeer beslag op haar als haar vingers rustten. Het was een middag in het begin van Sep tember. Drie jaren waren verloopen sinds de komst van Karei in Dover; sinds dien triomf tocht naar zijn hoofdstad, te midden van de luide toejuichingen van een natie. De desillusie was begonnen. De koninklijke haar schepper vervallen was. Ook de „Ami du Peuple" spreekt koel en terughoudend over de door Briand gevolgde politiek. De linksche pers daarentegen wijst met enthousiasme en waardeering op het belang rijke werk. dat Briand voor Frankrijk en voor den Europeeschen vrede heeft verricht en noemt Briand een der grootste zonen van Frankrijk. In de „Excelsior" schrijft Paul Painlevé, dat de droevenis en de ontsteltenis bij de massa bij het bekend worden van het doods bericht de schoonste eer is geweest, die men den staatsman en mensch Briand had kunnen bewijzen. De publieke opinie heeft geweten, dat Briand heeft gewerkt voor den vrede, zonder ooit de belangen of de veiligheid van Frankrijk uit het oog te verliezen. De radicaal-socialistische „Repubiique" noemt den gestorvene eveneens een der ware grooten. Het vols zal zijn woord nimmer vergeten, dat er geen oorlog zou zijn zoolang hij leefde. Thans verheffen de theoretici van de haat en van het geweld hun stem en de tegen de bemoeiingen van Briand gerichte daden der Nationalisten, zullen indien Briand's werk niet wordt voortgezet, hun bittere vruchten dragen. In de socialistische „Populaire" v/ijdt Leon Blum ernstige woorden van waardeering aan den gestorven vriend, die in den laatsten tijd dikwijls een politiek tegenstander is ge weest. Briand heeft echter den vrede gewild en dit altijd dien menschelijk gevoeld. Aan deze woorden, schrijft Blum, behoeft men niets toe te voegen. Engelsche persstemmen over Briand. Ook de Engelsche pers wijdt uitvoerige •herdenkingsartikelen aan Briand. De „Times" schrijft, dat Briand de bizondere gaven van een idealen minister van Buitenlandsche Zaken heeft vereenigd met die van een vol leerd diplomaat. Zijn groote talenten heeft hij gebruikt ter behartiging van de belangen van zijn land in den zin van internationale verstandhouding. De „Daily Teiegraph" schrijft, dat Briand steeds de vriendschap met Engeland heeft I hoog gehouden. De „Morningpost" herinnert aan de sug gestieve kracht van Briand's redevoeringen, waarmee hij het wantrouwen van zijn vijan den in slaap sprak. De „Daily Mail" schrijft dat Briand door het Engelsche volk, wiens ware vriend hij geweest is ten diepste betreurd wordt. De „Daily Herald" schrijft over Briand als den leider van het tweede Frankrijk, die aan den vrede, aan de kracht van den Volkenbond en aan de ontwikkeling van de wereldwel vaart door economische samenwerking heeft geloofd. Ook de „Daily Express" prijst in het bij zonder Briand's werk voor den Volkenboni en betreurt, dat deze door zijn vrienden tot een instrument ten behoeve van de Fransche politiek is gemaakt. MacDonald en Lloyd George over den dood van Briand. De Britsche minister-president MacDonald heeft in een korte herdenkingsrede het over lijden van Briand herdacht. Briand wijdde de beste jaren van zijn lang ieven aan het hooge streven, de goede verstandhouding tusschen de volken te herstellen. Zijn naam zal door dit werk blijvend genoemd worden, een mo nument dat langer blijft bestaan dan brons. Hij was de schepper van den vrede en zijn verlies zal niet alleen in Frankrijk, doch door alle menschen van goeden wille in de geheele wereld diep beti urd worden. Lloyd George verklaarde, dat Briand's dood na den dood van Stresemann een nieuw verlies voor de zaak des vredes en voor de bevordering van den vrede in Europa is. Herdenking in Fransche Ka mer en Senaat. In Kamer en Senaat zijn gister door de on derscheiden presidenten de herdenkingsrede- voeringen gehouden ter eere van Briand. De president van de Kamer, Buisson, ver klaarde o.m., dat het verlies dat het parle ment lijdt door den dood van Briand ontzag lijk is. Briand heeft, aldus Buisson, tijdens de jaren na den oorlog niet slechts Frank rijk, doch de geheele wereld toebehoord. Zijn naam heeft boven de nationale tegenstellin gen gestaan en is voor alles een teeken der hoop geweest. Buisson herinnerde aan het vredeswerk van Briand en aan zijn woorden die hij tijdens een der laatste Kamerzittingen heeft uitgesproken, toen men hem bittere ver wijten maakte wegens ziin politiek, Briand riep toen met stemverheffing uit: Moet men dan sterven om te bewijzen, dat men eer lijk is? Vervolgens nam Tardieu nog eenmaal het student had juist genoeg van de staatkunde ge leerd, om zijn eigen belangen te bewaken, om te voorkomen de catastrophe, die zijn minder volgzamen broer later overkwam; maar de les sen van die jaren van ronddwalen en balling schap, die de verstandigsten en de besten on der zijn onderdanen hadden gehoopt, dat Karei toch zou hebben geleerd, waren van geenerlei invloed geweest op zijn karakter. Het eenige, dat hem overgebleven was en dat al het andere overheerschte, was de zucht naar genot en weelde, na de magere jaren, de dagen van ar moede en gebrek, die voorafgegaan waren. De behoeften, de verlangens, het streven van een groote natie, een natie, die in ieder geval ge ëerbiedigd en gevreesd was geworden in de da gen van het Gemeenebest, beteekenden niets voor den koninklijken genotzoeker, wiens eenig doel het was om te behouden, wat hij zoo pas gewonnen had. De strenge hand van Olivier Cromwell had niet meer de leiding, de Londensche straten, vuil en slecht verlicht, werden onveilig ge maakt door struikroovers, en, als het donker was, zelfs door roovers van hooger stand. Zij, die langs de hoofdwegen trokken, hadden last van landloopers; buitengoederen werden ge kocht en publiek verkocht; zelfs de rechters waren slaafs onderworpen aan den koninklij ken wil. Erger nog: ze waren te vinden voor omkooperij bij de uitvoering van de wetten van het land. De armen en de zwakken leden, de rijken en de machtigen kwamen er onge deerd af. Er waren gunstige uitzonderingen, die enkel dienden om den regel te bevestigen. Lady Darcy had dien middag zoowel over woord. De premier verklaarde, dat Briand als lid of chef der regeering op binnen- en buitenlandsch politiekgebied nimmer zijn vertrouwen heeft verloren op de goede uit werking, welke een openlijk en eerlijk debat en vrijwillig getroffen overeenkomsten geven. De president van den Senaat herdacht Briand in hartelijke bewoordingen, waarbij de vice-president, Paul Reynaud, de minister van justitie, zich namens de regeering aan sloot. De begrafenis van Briand. Het program der bijzettingsplechtigheden van Briana is thans definitief vastgesteld. Reeds Dinsdagavond is het stoffelijk over schot gekist. Donderdagmorgen zal het stoffelijk over schot worden overgebracht naar het ministe rie van buitenlandsche zaken, waar de doode in de „Salie des horloges" zal worden opge baard. Zaterdagmorgen zal de aartsbisschop van Parijs den overledene zegenen. Daarna zal de lijkkist voor het ministerie worden opge steld. Van het minsiterie tot de kamergebou wen zullen tribunes worden opgericht. Om twee uur des middags zal minister president Tardieu 'n herdenkingsredevoering uitspreken, waarna de troepen voor het stof felijk overschot zullen defileer„en. Voorloopig zal het stoffelijk omhu'sel op een der Parij- sche begraafplaatsen worden bijgezet. Later zal de ter aardebestelling op Cocherel plaats hebben. Parijs, 7 Maart 1932. Parijs heeft heden een schok ondervonden, die ons lang bij zal blijven. Slechts enkele dagen geleden noorden we dat Aristide Briand, die, wij vreezen eenigszins gedwon gen, zich uit het politieke leven had terug getrokken, te Parijs was teruggekeerd. Briand leefde sedert korten tijd op zijn Normandisch landgoed te Coctierel en naar het heette, zocht hij tengevolge van de ietwat gure weersom standigheden, waarop zijn buitenverblijf niet geheel was ingericht, liever de genoeglijke warmte en het comfort van zijn Parijsche wo ning. Naar verluidde zou hij, zoodra de tem peratuur wat milder was, wederom zijn bui- tenverbli'f opzoeken. Doch hedenmiddag, zonder dat het hekend was, dat de berichten omtrent Briand's gezondheid ietwat onjuist waren, kwam daar het bericht, dat de oude grijze Briand, de vredesapostel van Europa, de in geheel Europa geachte, doch slechts in eigen land verguisde Briand gestorven was. Nog slechts enkele weken en Briand zou zijn zeventigsten verjaardag hebben gevierd Het heeft niet mogen zijn, evenmin als Briand het heeft mogen beleven, dat zijn vredes- ideeën gerealiseerd mochten worden. De laatste jaren van dezen grijzen staatsman zijn zeker niet te benijden geweest. In 1930, toen in Europa een geest, althans het begin van een geest van verbroedering scheen op te leven kreeg Briand wel den grootsten slag. 't Was de tijd van de „Ansch'uss", die als een bliksemstraal uit helderen hemel scheen neer te vallen. Briand voelde toen reeds dat dit het einde beteekende van al zijn pogen doch niettemin trachtte hij weder te verbroederen. Niet minder dan elf maal was Briand mi- nister-president, van niet minder dan vijfen twintig kabinetten maakte hij deei uit Aris tide Briand begon zijn loopbaan als advo caat, doch ging reeds vroeg over in de jour nalistiek. Niettemin bleef hij in gevallen, die van belang waren en speciaal die zaken, die zich op journalistiek terrein bewogen, een praktijk voeren en zijn schitterende pleidooien uit dien tijd zijn nog steeds beroemd. Op veertigjarigen leeftijd, in 1902 derhalve, nam hij voor de eerste maai zijn olaats in de Kamer in een zetel, die hij tot op het einde van zijn dagen behouden heeft. Het wetsont werp betreffende de scheiding van Kerk en Staat gaf hem voor de eerste maal gelegen heid zijn schitterende red'-naars-talenten te ontplooien, toen hij voor de Kamer in kwali teit van Regeerings-rapporteur het ontwerp te verdedigen kreeg. In 1909 werd het eerste Kabinet-Briand gevormd, hetwelk al direct groote moeilijkheden te overwinnen had door de spoorwegstaking van 1910. Jean Jaures gng hem te lijf over de maatregelen die de regeering had genomen, doch Briand wist zich hem van het lijf te houden. Hij ging verder en verklaarde, dat de Regeering. indien noodig onwettige maatregelen zou nemen, indien zulks in het belang van het land noodzakelijk ware gebleken. De ge schiedenis van den Vo'kenbond, waar Briand sedert 1920 Frankrijk vertegenwoordigde, ligt ons allen nog versch in het geheugen Briand heeft groote momenten in zijn leven gekend, de toelating van Duitschland als 'ld dezen staat van zaken, als over andere dingen zitten denken. Robert, vergezeld door Longstaffe nu niet langer korporaal, maar eenvoudig Will, daar ook hij den dienst had verlaten waren naar de stad gegaan. Lady Darcy had haar zoon gemist gedurende zijn afwezigheid; zij verlangde sterk naar zijn terugkeer. Twisten en duels kwamen zoo dik wijls voor en, ofschoon Robert zeer goed zich zeiven beschermen kon, school er toch altijd eenige vrees in haar moederhart, als hij een van zijn zeldzame bezoeken bracht in Londen. Dien volgenden dag zouden zij met de groote koets naar Grangeland Abbey gaan; een week later was het Lucille's negentienden verjaar dag, dien zij met haar hoopten te vieren. Lady Darcy had moeilijk kunnen besluiten tot de reis. Ze was niet recht gezond; haar schoon gelaat, met die ivoren blankheid van huid, die zoo prachtig uitkwam tegen het zilverwitte haar, dat zij droeg onder een mutsje met rood bruin lint, wees den staat van haar gezondheid uit. Zij wist zelve, dat haar dagen geteld wa- ren; de dokter had dien ochtend heel ronduit met haar gesproken en niet voor den eersten keer. Lady Darcy verlangde Robert goed en wel gevestigd te zien eer de onvermijdelijke dag van de scheiding aanbrak. Ze wist, dat de reis, die zij gingen maken, een bepaalde bedoe- l ling had van den kant van haar zoon. Hij had miss Lucille minstens twee of driemaal per jaar gezien na zijn eerste bezoek, toen hij, ge wond als hij was, op de Abbey verzorging had gevonden, en, ofschoon geen bepaalde mede- deeling in woorden tusschen zijn moeder en hem had plaats gehad, koesterde haar lady- van den Volkenbond, het beroemde dejeunei met Stresemann te Thoiry, Locarno en niet te vergeten het Briand-Kellogg-pact in 1928. Doch de vijanden van Briand bleven niet stil zitten, Briand was te veeleischend voor zichzelf, gunde zich niettegenstaande de vele waarschuwingen van zijn arts geen rust en liet het beroemde cigaretje. dat hem bijna geen oogenblik verliet, niettegenstaande alle vertoogen zijn funest werk doen. De vijanden hebben gewonnen, zij zijn er in geslaagd hem van het politieke tooneel te doen verdwijnen en de groote man. wiens eenig levensdoei was de wereld een verderen oorlog te be sparen en alle landen als broeders te vereeni gen. werd gedwongen zijn laatste dagen als een braaf renteniertje met een hengel aan den rivieroever te slijten. Zij hebben gewonnen. De dood heeft den ouden teleurge^telden man verdere ellende bespaard, doch zijn naam zal blijven voort leven als een der grootste staatsmannen, dis Frankrijk ooit heeft voortgebracht. En nu zullen vriend en vijand zich vereenigen om den miskenden eer te bewijzen, ja ook de tegenstanders zullen hem eer bewijzen thans. Nu zij hem niet meer behoeven te vreezen! VOOR DEN POLITIERECHTER. TE ALKMAAR. Openbare zitting van Maandag 7 Maart. HET WEERZIEN VAN EEN GOEDEN OUDEN BEKENDE GEEFT GEWOONLIJK MAAR NIET ALTIJD EEN AANGENAME VERRASSING. De 57-jarige los-arbeider Klaas H. uit Koedijk, kwam op 5 Januari 1931 in meer intieme relatie met den politierechter naar aanleiding van het feit, dat hij in den nacht van 10 cip 11 November 1930 te Bergen eer, paar konijnen had buit gemaakt, niet met delven of fretteeren, noch met behulp van de lichtbak of jachthond, maar op een veel min der omslachtige wijze, namelijk uit een hok, dat stond op het erf van een veehouder, de Teer P. L. de Wild. Terzake deze min of meer vrijpostige beschikking over de aan een an der dan Klaas H. toebehoorende levende have, werd hij na veelvuldige conferenties met den ambtenaar der reclasseering, einde lijk op 26 Januari 1931 veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 proefjaren. Sinds dien datum hoorden we van vriend Klaas H., die zoowel innerlijK als uiterlijk tot een nieuw mensch was geme- tamorphoseerd, tot onze oprechte vreugde, geen bedenkelijke berichten, doch heden prijkte zijn naam weer plots op de strafrol. En helaas niet tot zijn voordeel aangezien ten uitvoerlegging werd gelast op grond dat de reclassant zich niet aan de bijzondere voorwaarden, voornamelijk algeheele alco holonthouding, had onthouden. EEN MINDER AANGENAME DORPSGENOOTE EN FAMILIELID. Mej. Jannetje B., inwoonster van Texel en gehuwd met den heer K., had den politie rechter niet het genoegen van haar verschij ning geschonken, toen zij ter zake van mis handeling en beleediging moest terecht staan Zij had namelijk den broer van haar man R. Kunst en diens echtgenoote, mej. H. Hoekstra onthaald op eenige stompen of slagen, althans iets in dit genre en boven dien haar schoonzuster op niet weer te geven wijze beleedigd. Deze geïncrimineerde feiten waren gepleecrd in den nacht van 21 Decem ber in het café van den heer de Brade, waar het geze1 schap aanwezig was. Gevorderd werd 15 boete of 15 dagen. Vonnis con form eisch. EEN ORIGINEELE OUDEJAARS- AVONDGRAP. Een tweetal humoristisch aangelegde irl* gezetenen van Texel, de heeren Jacob B. en Jacob Jan K. hadden in den avond van 31 December een allervermakelijkst plan be raamd, om een op de kachel ten huize van den kaasmaker R. Roos staande pan weg te halen en in de weide te deponeeren, toen de grapjassen ontdekten dat het geen chocola demelk, doch soep wqs. De jongelieden pluk ten echter de wrange vruchten van hun aar digheid en werden heden bij verstek veroor deeld ter zake diefstal tot 10 boete of 10 dagen. Zcoals begrijpelijk is, nam de eige naar van de pan soep met deze speciaal Texelsche Oudejaarsavondmop geen genoe gen en werd aangifte bij de bevoegde autori teiten gedaan met bovengemeld resultaat. DE MINNAAR VAN BLOEMBOLLEN. Niet verschenen was de verdachte Jan Pr., die zich in den loop van 1931 te Anna Pau- lowna wederrechtelijk had toegeëigend di verse bloembollen, eigendom van den heer G. A. Prijer, welke heer door de steelzucht van verdachte p. m. 100 schade leed. De schap toch geen twijfel betreffende de hoop en het verlangen, die nu zijn geheele leven over- heerschten. Zij maakte zich bezorgd ten opzichte van de andere partij; zelfs tegenover haar scheen Ro bert vreemd oud voor zijn jaren, ernstig, be spiegelend, haast somber; hij beschouwde het leven met een zwaarwichtigheid, die meer den middelbaren, of den hoogen leeftijd paste, dan iemand, die betrekkelijk nog jong was. Zou het nu mogelijk zijn dat de genegenheid van een jong meisje kon gewekt worden voor een man, die zij, volgens zijn zienswijze, al was het dan ook niet in jaren, voor oud genoeg kon houden, om haar vader te zijn? Lady Darcy, die wel wat afwist van andere jonge meisjes, twijfelde er aan. Robert, haar jongste zoon, was eigenlijk haar één en alles; haar oudste was getrouwd. Hij was van een geheel ander temperament, leek op zijn vader, hield van sport en van jacht en van zijn eigen land bebouwen. Ze had in hem nooit gevonden die overeenstemming in ge voelens, die sympathie, die zij van Robert zoo ruimschoots ontvangen had. Bovendien had den zij in de beste verstandhouding steeds samen gewoond sinds hij zich terugtrok uit den militairen dienst. Het zonlicht viel binnen door de openslaande vensters, die Robert had laten aanbrengen naar het voorbeeld van een huis aan de Seine, dicht bij Parijs, dat hij zoo bewonderd had. Lady Darcy kon het uitgestrekte grasperk zien, dat dicht tot aan het grintpad liep voor de mu ren; daaronder schitterde het water van de Theems. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5