Mkmaarsclte Courant.
Het overtillen van Sriaii
EEN LEVEN OM EEN LEVEN.
Radionieuws
xeuiCCetw
Rechtszaken
EEN ZWARE SLAG.
fl0nderd vier en dertigste Jaargang.
Woensdag 9 blaart
No
Donderdag, 10 Maart.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.R.O.)
c „.Gramofoonplaten. 10.— Morgenwijding
1015 Gramofoonplaten. 10.30 Leny Bos
viool Jo SterkH—endriks zang, Egb. Veen
oianó. 12 00 Omroeo-Orkest o.l.v. Nico
Treep. afgewisseld door gramofoonmuziek.
3 45 Gramofoonplaten. 5.00 Kinderzang
e 30 Gramofoonplaten. 5.45 Het Avro-Ka-
nierorkest o.l.v. Louis Schmidt. 8.15—10.30
Het Concert-gebouworkest o.l.v. Dr. Willem
Mengelberg. 10.45 Gramofoonplaten. 11 00
_12.00 Billy Mason en zijn Dansorkest van
Carlton Hotel
Huizen, 298 M. (8—9.15 en 11.2.
K R O» 10—11— en 2.—11.30 N.C.R.V.)
gOO—9.15 Gramofoonplaten. 10.00 idem.
10.451100 idem. 11.00 idem. 12.15—2.00
K-R-O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen. 5.45
Hobo-recital door B. de Vries, A. Tump
piano. 8.00 Vocaalconcert door Helene
Ludolph—Geysen sopraan, J. v. d. Meent—
Walter alt, Chr. Hengeveld Jr. viool, J. W
van Otterloo cello, G. Hengeveld piano. 10.40
__11.30 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Reginald Foort op Bioscooporgel. 1 20
Het Orkest van Shepherd Bush Pavilion
3.20 Vesperconcert in The Westminster. 4.25
Jack Payne en het BBC. Dansorkest. 4.50
Het Grosvenor House Orkest o.l.v. J. Meeus
6.50 Piano-sonates van Beethoven. 8.20 Het
Radio-Militair Orkest o.l.v. B. Walton
(TDonnel, E. Richards tenor. 9.55 Muziek
uit de 18e eeuw. Orkest en solisten. 11.15
12.20 Jack Payne en het BBC. Dansorkest
Radic-Paris, 1725 M. 8.05 en 12.50 Gra
mofoonplaten. 8.20 „Le petit duc" Oprt. van
Lecocq.
Kaiundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Het
Orkest van Palace-Hotel. 3.104.20 Orkest
van het Restaurant „Wivex". 7.30 Symph.
Concert o.l.v. Emil Reesen m.m.v. solisten
9.50—11.50 Otto Lington en zijn Dans
orkest.
Langenberg, 473 M- 6.25 Concert uit
Hamburg. 11.05 Concert uit Breslau. 12 25
1.50 Middagconcert. 1.50 Gramofoonpla
ten. 4.20 Fransche en.Italiaansche muziek.
7.20 „Des Knaben Wunderhorn", kinderkoor
en solisten. 8.20 Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Prof. H. Abendroth. Braunfels
piano. Tot 11.20 Avondconcert o.l.v. Wolf
Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M.: 12.35
2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Omroep-Or-
kest o.l.v. Francois André. 6.20 Gramofoon
platen. 8.20 Omroep-Orkest o.l.v. Francois
André. 338 M.: 12.352.05 Gramofoonp'a-
ten. 5.20 Omroep-Orkest o.l.v. Kumps. 8.20
Omroep-Orkest o.l.v. Kumps. L. Thoel decla
maties.
Rome, 441 M. 8 05 Lichte klassieke muziek
door het EIAR-Orkest.
Zeesen, 1635 M. 3.50 Concert. 6.50
„Faust" le deel. 9.5011.50 Dansmuziek
RADIOMUZIEK VAN DE KOMENDE
DAGEN.
Donderdag.
In den loop van den middag brengt de
A.V.R.O. eenige mooie gramofoonplaten:
piano-werken van Schubert, Albeniz en Cho-
pin, gespeeld door Arthur Rubinstein, Ra-
vel's beroemde Boléro en de prachtige sere
nade van strijdorkest Eine kleine Nachtmu-
sik van Mozart. Over Frankfort Mühlacker
komt een mooi concert met o.m. het gewilde,
technisch zeer moeilijke vioolconcert van
Tsjaikofski en de vijfde symphonie (B-dur)
van Schubert, ontstaan in den tijd toen de
componist nog als schoolmeester (wensch
van zijn vader) werkzaam was. Op het eind
van den middag geeft de N. C. R. V. een
hobo-recital. In het begin van den avond ko
men over Hamburg liederen van Brahms, ge
zongen door een zangeres en door een koor.
Over Praag een zangrecital, gevolgd door
een vioolrecital (o.a. Trille du Diable, van
Tartini-Kreisler). Het concert van Budapest
brengt werken van Hongaarsche componis
ten (o.m. een concertino voor piano en or
kest van Weiner, Dohnany's Ruralia Hon-
garica, en deelen uit de eerste suite voor or
kest van Bela Bartok); dit concert wordt
door eenige andere zenders her-uitgezonden,
o.a. door Weenen en hier te lande door de
N. C. R. V. Kaiundborg geeft muziek van
Noorsche compnisten o.m. fragmenten uit
Grieg's Peer Gynt-muziek en een cellocon
cert (D-dur) van Svendsen. Des avonds ko
men over Frankfurt-Mühlacker composities
van Johann Strauss Sohn en een wals van
Johan Strauss Vater. Langenberg brengt een
pianoconcert van Mozart (d-moll, K. V. 466)
en de Schottische Phantasie voor viool en
orkest van Max Bruch. Het programma van
Midland Regional vermeldt o.m. Brahms'
Akademische Festouverture, een cello-con
cert van den Engelschen componist Elgar en
twee werken van Wagner: het voorspel Lo-
hengrin en een fragment uit Götterdamme-
rung. Rome heeft een zeer gevarieerd or
kestprogramma met o.m. een suite voor
fluit- en strijkorkest van Bach, Tsjaikofki's
Capriccio Italiën, de eerste symphonie van
Schumann (Bes-dur, de z.g. Frühlings-
symphonie, een uiting van vreugde, nadat de
componist eindelijk met Clara Wieck was
vereenigd), en Weber's Jubel-ouverture.
Radio Suisse Romande brengt o.m. hetD-dur
cello-concert van Haydn en een symphonie
(D-dur) voor twee orkesten vanJohann
Christian Bach. Over Heilsberg komt piano
muziek van oude componisten. De A.V.R.O.
zendt het Concertgebouwconcert uit, dat het
derde Brandenburgsch concert van Bach,
een symphonie van Haydn (nr. 103, Es-dur,
mit dem Paukenwirbel) en na de pauze het
symphonisch gedicht Ein Heldenleben van
Richard Strauss brengt, waarin de eerste
concertmeester Louis Zimmerman de solo-
vioolpartij vertolkt. Later op den avond geeft
de N. C. R. V. kamermuziek: liederen (so
praan en alt) en instrumentaal (viool, allo
en piano). Over Praag komen o.m. een
Scherzo van den modernen Alois Haba, den
kwartoon-profeet, en een Symphonie Con
certante van Mozart.
Operr's en operettes.
Radio Paris geeft een op. comique van
Lecocq, Le Petit Duc. Later komen over
London Regional het derde en vierde bedrijf
van de populaire opera Faust, van Gounoa
Ook de Noord-Italiaansche zenders brengen
een opera.
We hebben gisteren uitvoerig stilgestaan
bij het overlijden van Aristide Briand (de
voornaam is door foutieve spelling gisteren
in Aristride veranderd!), den grooten Fran-
schen staatsman. Het overlijden van dezen
politicus heeft overal diepe indruk gemaakt,
getuige de diverse persstemmen. Wij laten er
hier eenige volgen te beginnen dan met de
Fransche persstemmen.
De „Echo de Paris" schrijft, dat het Bri-
and's ideaal is geweest, de man van den
vrede en van de Fransch-Duitsche overeen
stemming te worden. Hij heeft verder dan
deze overeenstemming willen komen en zijn
doel was het bereiken van werkelijke inter
nationale toenadering.
Zijn voorstel tot vorming van een Euro-
peesche Unie is echter nog niet verder geko
men dan het stadium van het experiment.
Sedert vele maanden was Briand in het Ka-
binet-Laval nog slechts een fa?ade en weini
ge dagen voor zijn 70en verjaardag heeft
de dood hem verrast.
In hetzelfde blad schrijft Portinax een uit
voerig artikel. Vele menschen geloofden in
het succes van de verschillende gebeurtenis
sen, die Briand's loopbaan vormden en za
gen daarin een doelbewuste aaneenschake
ling van feiten. Uit persoonlijke waarneming
verklaart Pertinax echter tot de conclusie te
moeten komen, dat de weg van den overle
den Minister van Buitenlandsche Zaken dik
wijls onzeker was, onduidelijk en begeleid
door aarzelende handelingen. Wat bijvoor
beeld Locarno betreft, had Briand Poincaré
na het eerste bekend worden van het voor
stel medegedeeld, dat deze overeenkomst hem
volkomen onaanvaardbaar leek. Ook met het
Kellogg-Pact hadden de gebeurtenissen zich
anders ontwikkeld, dan Briand's bedoeling
was. Briand wenschte een Fransch-Ameri-
kaansche toenadering, en ten aanzien hier
van h.eft hij zich vergist. Sedert 1926 gold
al zijn werk de Fransch-Duitsche toenade
ring. Zijn blik stond echter niet open voor
realiteiten, want steeds bleef hij gelooven
aan het bestaan van 'n vredelievend Duitsch-
land.
De Duitsche politiek heeft van de politiek
van Briand datgene genomen, dat zij kon
gebruiken voor de voorbereiding van de re
vanche en de rest heeft zij eenvoudig laten
vallen. Zoo kan men zeggen dat de houding
van Frankrijk in de periode van 1925 tot
1930 het militaire en diplomatieke herstel
van Duitschland heeft bevorderd.
De „Figaro" schrijft dat de tijd thans
voorbij is om een buitenlandsche politiek te
veroordeelen, die reeds voor den dood van
biaar het Erigelscb van Morice Gerard
door Emma A H
36)
Monk had zijn koning veroverd, zooals hij te
voren al heel Engeland had veroverd.
Terwijl Lucille dit gadesloeg, voerde haar
verbeelding haar terug naar een geheel ver
schillend tooneel: zij zag dienzelfden jongen
man, die nu de hulde ontving van zijn noder-
danen, als vluchteling een beroep doen op haar
die toen nog maar een kind was om hem
te helpen in zijn pogen om zijn vijanden te ont
vluchten. De ruïne van de kapel op de Abbey
rees voor haar op; de verborgen deur, die naar
het geheime vertrek leidde, de tocht van haar
vader, zoo laat op den avond; de verkenning
van het huis door den Puriteinschen troep; al
die geheimzinnige gebeurtenissen, die een on-
uitwischbaren indruk hadden gemaakt op haar
n°S> zoo geheel onrijpe ervaring.
Dit was de uitkomst van dien lang vervlogen
tijd; dit het gevolg, die toejuichingen van dui-
zenden trouwe onderdanen, dit samenkomen
van den adel, de statige vloot, die in den wa-
erweg lag, terwijl heel Engeland in ademlooze
spanning wachtte op den terugkeer van den
oning naar zijn rechtmatig verblijf.
Lucille keek haar vader in het gelaat; ze zag
e vreugde en de voldoening, die daarop te
ezen stonden en ook een soort trots; hij had
zijn rol gespeeld toen hij daartoe geroepen
werd en was nu dankbaar, dat hem die gele
genheid geboden was. Dit toonde hij door den
glans in zijn oogen, door de manier, waarop hij
de kin hield. Hij zou om geen wederdienst
vragen: nu de geheele macht en de heerschap
pen van het rijk in handen van dezen jongen
man rustte, verlangde sir Evelyn niets van hem.
Van zijn kant uit zou er geen toespeling zijn op
een gevaar, waaraan hij zich indertijd had bloot
gesteld, of op een dienst, dien hij bewezen had.
Dat hij dit gedaan had, was zijn belooning.
Terwijl het jonge meisje aan deze dingen
dacht, ging haar hand onwillekeurig naar het
lijfje van haar japon, waaronder zij den ring
voelde, die haar op dien nacht van levendige
herinneringen werd gegeven en die nu de ze
gelring was van den koning; zij had dien daar
steeds gedragen; hij beduidde haar nu meer
dan ooit.
BOEK III.
HOOFDSTUK I.
Op Darcy Court.
In den kleineren salon van een mooi huis in
Kingston zat lady Darcy aan haar borduur
raam; zij werkte onafgebroken voort. Het was
meer een afleiding dan een wezenlijke bezig
heid; haar gedachten legden immers veel te
zeer beslag op haar als haar vingers rustten.
Het was een middag in het begin van Sep
tember. Drie jaren waren verloopen sinds de
komst van Karei in Dover; sinds dien triomf
tocht naar zijn hoofdstad, te midden van de
luide toejuichingen van een natie.
De desillusie was begonnen. De koninklijke
haar schepper vervallen was.
Ook de „Ami du Peuple" spreekt koel en
terughoudend over de door Briand gevolgde
politiek.
De linksche pers daarentegen wijst met
enthousiasme en waardeering op het belang
rijke werk. dat Briand voor Frankrijk en
voor den Europeeschen vrede heeft verricht
en noemt Briand een der grootste zonen van
Frankrijk.
In de „Excelsior" schrijft Paul Painlevé,
dat de droevenis en de ontsteltenis bij de
massa bij het bekend worden van het doods
bericht de schoonste eer is geweest, die men
den staatsman en mensch Briand had kunnen
bewijzen. De publieke opinie heeft geweten,
dat Briand heeft gewerkt voor den vrede,
zonder ooit de belangen of de veiligheid van
Frankrijk uit het oog te verliezen.
De radicaal-socialistische „Repubiique"
noemt den gestorvene eveneens een der ware
grooten. Het vols zal zijn woord nimmer
vergeten, dat er geen oorlog zou zijn zoolang
hij leefde. Thans verheffen de theoretici van
de haat en van het geweld hun stem en de
tegen de bemoeiingen van Briand gerichte
daden der Nationalisten, zullen indien
Briand's werk niet wordt voortgezet, hun
bittere vruchten dragen.
In de socialistische „Populaire" v/ijdt Leon
Blum ernstige woorden van waardeering
aan den gestorven vriend, die in den laatsten
tijd dikwijls een politiek tegenstander is ge
weest. Briand heeft echter den vrede gewild
en dit altijd dien menschelijk gevoeld. Aan
deze woorden, schrijft Blum, behoeft men
niets toe te voegen.
Engelsche persstemmen over Briand.
Ook de Engelsche pers wijdt uitvoerige
•herdenkingsartikelen aan Briand. De „Times"
schrijft, dat Briand de bizondere gaven van
een idealen minister van Buitenlandsche
Zaken heeft vereenigd met die van een vol
leerd diplomaat. Zijn groote talenten heeft hij
gebruikt ter behartiging van de belangen
van zijn land in den zin van internationale
verstandhouding.
De „Daily Teiegraph" schrijft, dat Briand
steeds de vriendschap met Engeland heeft
I hoog gehouden.
De „Morningpost" herinnert aan de sug
gestieve kracht van Briand's redevoeringen,
waarmee hij het wantrouwen van zijn vijan
den in slaap sprak.
De „Daily Mail" schrijft dat Briand door
het Engelsche volk, wiens ware vriend hij
geweest is ten diepste betreurd wordt.
De „Daily Herald" schrijft over Briand als
den leider van het tweede Frankrijk, die aan
den vrede, aan de kracht van den Volkenbond
en aan de ontwikkeling van de wereldwel
vaart door economische samenwerking heeft
geloofd.
Ook de „Daily Express" prijst in het bij
zonder Briand's werk voor den Volkenboni
en betreurt, dat deze door zijn vrienden tot
een instrument ten behoeve van de Fransche
politiek is gemaakt.
MacDonald en Lloyd George
over den dood van Briand.
De Britsche minister-president MacDonald
heeft in een korte herdenkingsrede het over
lijden van Briand herdacht. Briand wijdde de
beste jaren van zijn lang ieven aan het hooge
streven, de goede verstandhouding tusschen
de volken te herstellen. Zijn naam zal door
dit werk blijvend genoemd worden, een mo
nument dat langer blijft bestaan dan brons.
Hij was de schepper van den vrede en zijn
verlies zal niet alleen in Frankrijk, doch door
alle menschen van goeden wille in de geheele
wereld diep beti urd worden.
Lloyd George verklaarde, dat Briand's
dood na den dood van Stresemann een nieuw
verlies voor de zaak des vredes en voor de
bevordering van den vrede in Europa is.
Herdenking in Fransche Ka
mer en Senaat.
In Kamer en Senaat zijn gister door de on
derscheiden presidenten de herdenkingsrede-
voeringen gehouden ter eere van Briand.
De president van de Kamer, Buisson, ver
klaarde o.m., dat het verlies dat het parle
ment lijdt door den dood van Briand ontzag
lijk is. Briand heeft, aldus Buisson, tijdens
de jaren na den oorlog niet slechts Frank
rijk, doch de geheele wereld toebehoord. Zijn
naam heeft boven de nationale tegenstellin
gen gestaan en is voor alles een teeken der
hoop geweest. Buisson herinnerde aan het
vredeswerk van Briand en aan zijn woorden
die hij tijdens een der laatste Kamerzittingen
heeft uitgesproken, toen men hem bittere ver
wijten maakte wegens ziin politiek, Briand
riep toen met stemverheffing uit: Moet men
dan sterven om te bewijzen, dat men eer
lijk is?
Vervolgens nam Tardieu nog eenmaal het
student had juist genoeg van de staatkunde ge
leerd, om zijn eigen belangen te bewaken, om
te voorkomen de catastrophe, die zijn minder
volgzamen broer later overkwam; maar de les
sen van die jaren van ronddwalen en balling
schap, die de verstandigsten en de besten on
der zijn onderdanen hadden gehoopt, dat Karei
toch zou hebben geleerd, waren van geenerlei
invloed geweest op zijn karakter. Het eenige,
dat hem overgebleven was en dat al het andere
overheerschte, was de zucht naar genot en
weelde, na de magere jaren, de dagen van ar
moede en gebrek, die voorafgegaan waren. De
behoeften, de verlangens, het streven van een
groote natie, een natie, die in ieder geval ge
ëerbiedigd en gevreesd was geworden in de da
gen van het Gemeenebest, beteekenden niets
voor den koninklijken genotzoeker, wiens eenig
doel het was om te behouden, wat hij zoo pas
gewonnen had.
De strenge hand van Olivier Cromwell had
niet meer de leiding, de Londensche straten,
vuil en slecht verlicht, werden onveilig ge
maakt door struikroovers, en, als het donker
was, zelfs door roovers van hooger stand. Zij,
die langs de hoofdwegen trokken, hadden last
van landloopers; buitengoederen werden ge
kocht en publiek verkocht; zelfs de rechters
waren slaafs onderworpen aan den koninklij
ken wil. Erger nog: ze waren te vinden voor
omkooperij bij de uitvoering van de wetten
van het land. De armen en de zwakken leden,
de rijken en de machtigen kwamen er onge
deerd af.
Er waren gunstige uitzonderingen, die enkel
dienden om den regel te bevestigen.
Lady Darcy had dien middag zoowel over
woord. De premier verklaarde, dat Briand
als lid of chef der regeering op binnen- en
buitenlandsch politiekgebied nimmer zijn
vertrouwen heeft verloren op de goede uit
werking, welke een openlijk en eerlijk debat
en vrijwillig getroffen overeenkomsten geven.
De president van den Senaat herdacht
Briand in hartelijke bewoordingen, waarbij
de vice-president, Paul Reynaud, de minister
van justitie, zich namens de regeering aan
sloot.
De begrafenis van Briand.
Het program der bijzettingsplechtigheden
van Briana is thans definitief vastgesteld.
Reeds Dinsdagavond is het stoffelijk over
schot gekist.
Donderdagmorgen zal het stoffelijk over
schot worden overgebracht naar het ministe
rie van buitenlandsche zaken, waar de doode
in de „Salie des horloges" zal worden opge
baard.
Zaterdagmorgen zal de aartsbisschop van
Parijs den overledene zegenen. Daarna zal
de lijkkist voor het ministerie worden opge
steld. Van het minsiterie tot de kamergebou
wen zullen tribunes worden opgericht.
Om twee uur des middags zal minister
president Tardieu 'n herdenkingsredevoering
uitspreken, waarna de troepen voor het stof
felijk overschot zullen defileer„en. Voorloopig
zal het stoffelijk omhu'sel op een der Parij-
sche begraafplaatsen worden bijgezet. Later
zal de ter aardebestelling op Cocherel plaats
hebben.
Parijs, 7 Maart 1932.
Parijs heeft heden een schok ondervonden,
die ons lang bij zal blijven. Slechts enkele
dagen geleden noorden we dat Aristide
Briand, die, wij vreezen eenigszins gedwon
gen, zich uit het politieke leven had terug
getrokken, te Parijs was teruggekeerd. Briand
leefde sedert korten tijd op zijn Normandisch
landgoed te Coctierel en naar het heette, zocht
hij tengevolge van de ietwat gure weersom
standigheden, waarop zijn buitenverblijf niet
geheel was ingericht, liever de genoeglijke
warmte en het comfort van zijn Parijsche wo
ning. Naar verluidde zou hij, zoodra de tem
peratuur wat milder was, wederom zijn bui-
tenverbli'f opzoeken. Doch hedenmiddag,
zonder dat het hekend was, dat de berichten
omtrent Briand's gezondheid ietwat onjuist
waren, kwam daar het bericht, dat de oude
grijze Briand, de vredesapostel van Europa,
de in geheel Europa geachte, doch slechts in
eigen land verguisde Briand gestorven was.
Nog slechts enkele weken en Briand zou
zijn zeventigsten verjaardag hebben gevierd
Het heeft niet mogen zijn, evenmin als Briand
het heeft mogen beleven, dat zijn vredes-
ideeën gerealiseerd mochten worden. De
laatste jaren van dezen grijzen staatsman zijn
zeker niet te benijden geweest. In 1930, toen
in Europa een geest, althans het begin van
een geest van verbroedering scheen op te
leven kreeg Briand wel den grootsten slag.
't Was de tijd van de „Ansch'uss", die als een
bliksemstraal uit helderen hemel scheen neer
te vallen. Briand voelde toen reeds dat dit
het einde beteekende van al zijn pogen doch
niettemin trachtte hij weder te verbroederen.
Niet minder dan elf maal was Briand mi-
nister-president, van niet minder dan vijfen
twintig kabinetten maakte hij deei uit Aris
tide Briand begon zijn loopbaan als advo
caat, doch ging reeds vroeg over in de jour
nalistiek. Niettemin bleef hij in gevallen, die
van belang waren en speciaal die zaken, die
zich op journalistiek terrein bewogen, een
praktijk voeren en zijn schitterende pleidooien
uit dien tijd zijn nog steeds beroemd. Op
veertigjarigen leeftijd, in 1902 derhalve, nam
hij voor de eerste maai zijn olaats in de
Kamer in een zetel, die hij tot op het einde
van zijn dagen behouden heeft. Het wetsont
werp betreffende de scheiding van Kerk en
Staat gaf hem voor de eerste maal gelegen
heid zijn schitterende red'-naars-talenten te
ontplooien, toen hij voor de Kamer in kwali
teit van Regeerings-rapporteur het ontwerp
te verdedigen kreeg. In 1909 werd het eerste
Kabinet-Briand gevormd, hetwelk al direct
groote moeilijkheden te overwinnen had
door de spoorwegstaking van 1910. Jean
Jaures gng hem te lijf over de maatregelen
die de regeering had genomen, doch Briand
wist zich hem van het lijf te houden. Hij
ging verder en verklaarde, dat de Regeering.
indien noodig onwettige maatregelen zou
nemen, indien zulks in het belang van het
land noodzakelijk ware gebleken. De ge
schiedenis van den Vo'kenbond, waar Briand
sedert 1920 Frankrijk vertegenwoordigde,
ligt ons allen nog versch in het geheugen
Briand heeft groote momenten in zijn leven
gekend, de toelating van Duitschland als 'ld
dezen staat van zaken, als over andere dingen
zitten denken.
Robert, vergezeld door Longstaffe nu niet
langer korporaal, maar eenvoudig Will, daar
ook hij den dienst had verlaten waren naar
de stad gegaan.
Lady Darcy had haar zoon gemist gedurende
zijn afwezigheid; zij verlangde sterk naar zijn
terugkeer. Twisten en duels kwamen zoo dik
wijls voor en, ofschoon Robert zeer goed zich
zeiven beschermen kon, school er toch altijd
eenige vrees in haar moederhart, als hij een
van zijn zeldzame bezoeken bracht in Londen.
Dien volgenden dag zouden zij met de groote
koets naar Grangeland Abbey gaan; een week
later was het Lucille's negentienden verjaar
dag, dien zij met haar hoopten te vieren. Lady
Darcy had moeilijk kunnen besluiten tot de
reis. Ze was niet recht gezond; haar schoon
gelaat, met die ivoren blankheid van huid, die
zoo prachtig uitkwam tegen het zilverwitte
haar, dat zij droeg onder een mutsje met rood
bruin lint, wees den staat van haar gezondheid
uit. Zij wist zelve, dat haar dagen geteld wa-
ren; de dokter had dien ochtend heel ronduit
met haar gesproken en niet voor den eersten
keer. Lady Darcy verlangde Robert goed en
wel gevestigd te zien eer de onvermijdelijke
dag van de scheiding aanbrak. Ze wist, dat de
reis, die zij gingen maken, een bepaalde bedoe-
l ling had van den kant van haar zoon. Hij had
miss Lucille minstens twee of driemaal per
jaar gezien na zijn eerste bezoek, toen hij, ge
wond als hij was, op de Abbey verzorging had
gevonden, en, ofschoon geen bepaalde mede-
deeling in woorden tusschen zijn moeder en
hem had plaats gehad, koesterde haar lady-
van den Volkenbond, het beroemde dejeunei
met Stresemann te Thoiry, Locarno en niet
te vergeten het Briand-Kellogg-pact in 1928.
Doch de vijanden van Briand bleven niet
stil zitten, Briand was te veeleischend voor
zichzelf, gunde zich niettegenstaande de vele
waarschuwingen van zijn arts geen rust en
liet het beroemde cigaretje. dat hem bijna
geen oogenblik verliet, niettegenstaande alle
vertoogen zijn funest werk doen. De vijanden
hebben gewonnen, zij zijn er in geslaagd hem
van het politieke tooneel te doen verdwijnen
en de groote man. wiens eenig levensdoei
was de wereld een verderen oorlog te be
sparen en alle landen als broeders te vereeni
gen. werd gedwongen zijn laatste dagen als
een braaf renteniertje met een hengel aan den
rivieroever te slijten.
Zij hebben gewonnen. De dood heeft den
ouden teleurge^telden man verdere ellende
bespaard, doch zijn naam zal blijven voort
leven als een der grootste staatsmannen, dis
Frankrijk ooit heeft voortgebracht. En nu
zullen vriend en vijand zich vereenigen om
den miskenden eer te bewijzen, ja ook de
tegenstanders zullen hem eer bewijzen thans.
Nu zij hem niet meer behoeven te vreezen!
VOOR DEN POLITIERECHTER.
TE ALKMAAR.
Openbare zitting van Maandag 7 Maart.
HET WEERZIEN VAN EEN GOEDEN
OUDEN BEKENDE GEEFT
GEWOONLIJK MAAR NIET ALTIJD
EEN AANGENAME VERRASSING.
De 57-jarige los-arbeider Klaas H. uit
Koedijk, kwam op 5 Januari 1931 in meer
intieme relatie met den politierechter naar
aanleiding van het feit, dat hij in den nacht
van 10 cip 11 November 1930 te Bergen eer,
paar konijnen had buit gemaakt, niet met
delven of fretteeren, noch met behulp van de
lichtbak of jachthond, maar op een veel min
der omslachtige wijze, namelijk uit een hok,
dat stond op het erf van een veehouder, de
Teer P. L. de Wild. Terzake deze min of meer
vrijpostige beschikking over de aan een an
der dan Klaas H. toebehoorende levende
have, werd hij na veelvuldige conferenties
met den ambtenaar der reclasseering, einde
lijk op 26 Januari 1931 veroordeeld tot 2
maanden gevangenisstraf voorwaardelijk
met 3 proefjaren. Sinds dien datum hoorden
we van vriend Klaas H., die zoowel innerlijK
als uiterlijk tot een nieuw mensch was geme-
tamorphoseerd, tot onze oprechte vreugde,
geen bedenkelijke berichten, doch heden
prijkte zijn naam weer plots op de strafrol.
En helaas niet tot zijn voordeel aangezien
ten uitvoerlegging werd gelast op grond dat
de reclassant zich niet aan de bijzondere
voorwaarden, voornamelijk algeheele alco
holonthouding, had onthouden.
EEN MINDER AANGENAME
DORPSGENOOTE EN FAMILIELID.
Mej. Jannetje B., inwoonster van Texel
en gehuwd met den heer K., had den politie
rechter niet het genoegen van haar verschij
ning geschonken, toen zij ter zake van mis
handeling en beleediging moest terecht
staan Zij had namelijk den broer van haar
man R. Kunst en diens echtgenoote, mej.
H. Hoekstra onthaald op eenige stompen
of slagen, althans iets in dit genre en boven
dien haar schoonzuster op niet weer te geven
wijze beleedigd. Deze geïncrimineerde feiten
waren gepleecrd in den nacht van 21 Decem
ber in het café van den heer de Brade, waar
het geze1 schap aanwezig was. Gevorderd
werd 15 boete of 15 dagen. Vonnis con
form eisch.
EEN ORIGINEELE OUDEJAARS-
AVONDGRAP.
Een tweetal humoristisch aangelegde irl*
gezetenen van Texel, de heeren Jacob B. en
Jacob Jan K. hadden in den avond van 31
December een allervermakelijkst plan be
raamd, om een op de kachel ten huize van
den kaasmaker R. Roos staande pan weg te
halen en in de weide te deponeeren, toen de
grapjassen ontdekten dat het geen chocola
demelk, doch soep wqs. De jongelieden pluk
ten echter de wrange vruchten van hun aar
digheid en werden heden bij verstek veroor
deeld ter zake diefstal tot 10 boete of 10
dagen. Zcoals begrijpelijk is, nam de eige
naar van de pan soep met deze speciaal
Texelsche Oudejaarsavondmop geen genoe
gen en werd aangifte bij de bevoegde autori
teiten gedaan met bovengemeld resultaat.
DE MINNAAR VAN BLOEMBOLLEN.
Niet verschenen was de verdachte Jan Pr.,
die zich in den loop van 1931 te Anna Pau-
lowna wederrechtelijk had toegeëigend di
verse bloembollen, eigendom van den heer
G. A. Prijer, welke heer door de steelzucht
van verdachte p. m. 100 schade leed. De
schap toch geen twijfel betreffende de hoop en
het verlangen, die nu zijn geheele leven over-
heerschten.
Zij maakte zich bezorgd ten opzichte van de
andere partij; zelfs tegenover haar scheen Ro
bert vreemd oud voor zijn jaren, ernstig, be
spiegelend, haast somber; hij beschouwde het
leven met een zwaarwichtigheid, die meer den
middelbaren, of den hoogen leeftijd paste, dan
iemand, die betrekkelijk nog jong was. Zou
het nu mogelijk zijn dat de genegenheid van
een jong meisje kon gewekt worden voor een
man, die zij, volgens zijn zienswijze, al was het
dan ook niet in jaren, voor oud genoeg kon
houden, om haar vader te zijn?
Lady Darcy, die wel wat afwist van andere
jonge meisjes, twijfelde er aan.
Robert, haar jongste zoon, was eigenlijk haar
één en alles; haar oudste was getrouwd. Hij
was van een geheel ander temperament, leek
op zijn vader, hield van sport en van jacht en
van zijn eigen land bebouwen. Ze had in hem
nooit gevonden die overeenstemming in ge
voelens, die sympathie, die zij van Robert zoo
ruimschoots ontvangen had. Bovendien had
den zij in de beste verstandhouding steeds
samen gewoond sinds hij zich terugtrok uit
den militairen dienst.
Het zonlicht viel binnen door de openslaande
vensters, die Robert had laten aanbrengen
naar het voorbeeld van een huis aan de Seine,
dicht bij Parijs, dat hij zoo bewonderd had.
Lady Darcy kon het uitgestrekte grasperk zien,
dat dicht tot aan het grintpad liep voor de mu
ren; daaronder schitterde het water van de
Theems.
(Wordt vervolgd).