Rlkmaarsclie Courant. EEN LEVEN OM EEN LEVEN. Van mijn Palestijnsche reis. Radionieuws Honderd vier en dertigste Jaargang. Woensdag 30 Maart. No. 75 1932 Donderdag 31 Maart. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.ft.O.) 8 Gramofoonplaten. 10 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpjaten. 10.30 Concert. Toos van Veen (zang), Leo Wolfsbergen (zang), £,rb. Veen (piano). 11.— Voordracht door Rolien Numan. 11.30 Vervolg concert. 12 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 2.J. Com- brink: Handweven. 2.20 Pauze. 2.45 Max [Tak: De groote symphonie-orkesten en hun leiders. 3.30 Zang door Geertruida van Vla- deracken. Jan Poortenaar (piano). 4.— Zie- kenuur. 5.A.V.R.O.-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt. Intermezzo: Zang door Charlotte jaeckel. Piano: Egb. Veen. 0.30 Sportpraatje door H. Hollander. 7.— Kamer-orkest (Ver volg). 7.30 J. Peper: Causerie over Handels- Onderwijs. 8.Gramofoonplaten. 8.15 Con certgebouw-orkest o.l.v. Dr. W. Mengelberg. 'Maria Ivogün (zang). 0.a. Loudensche Sym- phonie, Haydn; Mozart-aria's; Salomé's iTanz, R. Strausz. In de pauze: Kon. 's-Her- togenbosch' Mannenkoor o.l.v. P. Kallen- bach. 10.30 Vaz Dias. 10.40 Gramofoon platen. 11 Uit Rest. „Haeck'', Den Haag: Orkesten o.l.v. Pali Tot en Cornelius Codol- ban. Huizen, 298 M. (8.—9.15 en 11—2.— K.R.O., 10.—li.— en 2.—11.30 N.C.R.V 8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 10.15 Ziekendienst. 10.45 Gramofoonplaten. 11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.15 K.RO.-orkest o.l.v. IJ. Gerritsen. 2.Handwerkcursus. 3.3.30 Vrouwenhalfuurtje. 4.Ziekenuurtje. 5. Cursus Handenarbeid v. d. jeugd. 5.45 Cello- recital door H. R. Franke. Vleugel: Mej. A. Hendriks. 6.45 Knipcursus. 7.— Vragenhalf- uurtje. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.— Zang vereniging „Weesper Mannenkoor" o.l.v. J Boon. O.a. Wiegenlied, Brahms 9.Cause rie over Jeugd-Werk. 9.30 Vervolg concert. O.a. 3 Vlaamsche liederen. De Clercq en Sol- datenkoor, Chr. Gounod. 10.Vaz Dias 10.30—11.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50—11.05 Tijdsein, Berichten. 12.20 Orgel concert door Reg. Foort. 1.20 Shepherds Bush Paviljoen-orkest o.l.v. Harry Fryer. 2.05 Lezing. 2.20—2.50 Gramofoonplaten 3.20 Kerkdienst vanuit de Westminster. 4.05 BBC-Dansorkest o.l.v. Henry Hall. 4.50 Grosvenor House-orkest o-lv. J. Meeus. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.53 Frank Mer- rick speelt Haydn's Piano-sonates. 7.10 en 7.40 Lezing Lezing. 7.50 „Der Zigeuner baron", operette van Joh. Strausz. BBC- orkest, koor en solisten o.l.v. Adrian Boult Regie: Cordon McConnell en John Watt. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Concert: Wmifred Small (viool) en Maurice Cole (piano). O.a. Prélude uit de „Suite Bergamasque", Debussy. 10.50 Kerkdienst. 11.05—12.20 BBC-Dans orkest o.l.v. Henry Hall. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 805, 12.50 en 7.50 Gramofoonplaten. 9.05 dito. 9.20 Van uit het Ambigu-Theater- „La Retraite" van Bayerfein. (Tooneel). Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Con cert uit Rest. „Wivex" 2.20—4.20 L. Preii's orkest. M.m.v. B. Heilmann (zang) en F. Jensen (piano). 7.3(3—8.40 Haydnconcert m.m.v. Strijkkwartet, vocale solisten en F. Jensen (piano). O.a. Schotsche liederen en Strijkkwartet Op. 76. Nr. 4, B-dur. 9.35 10.15 Deensche muziek o.l.v. Gröndahl. O.a. Suite voor strijkorkest A-moll, Nielsen. 10.15 tot 11.50 Moderne dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.257.20 en 10.40 tot 11.20 Gramofoonplaten. 11.2012.35 Haydn-Herdenking. 12.451.50 Concert o-l.v 'Eysoldt. 4.20—5.20 Concert door het Werag- orkest. 7.20 Concert o.l.v. Wolf. O.a. Fragm uit „De Tooverfluit", Mozart. 7.50 Uit de operettes van Suppé. Sted. orkest van Mun ster o.l.v. Wolf m.m.v solisten. 9.20 Berich ten hierna tot 10.20 Concert o.l.v. Wolf. 10.20 tot 11.20 Concert uit Café Corso. Brussel508 en 338 M. 508 M.: 12.35 2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Concert o.l.v. Meulemans. 6.05 en 6.5C Gramofoonplaten. 8.20 Concert o.l.v. André. M.m.v. Mej. Gravis (zang) en G. Valentin (tenor). O.a. Ouv. Sommernachtstraum, Mendeissohn; Se renade, Toselli en Pas des Fleurs, Délibes 338 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten. 5.20 Concert door het Omroeporkest. 6.50 Gra mofoonplaten. 8.20 Concert door het Om roeporkest m.m.v. het koor „Pogen". O.a. Vie Parisienne, Offenbach. jfautfCetott Naar het Engelsch van Morice Gerard door Emma A. H. 58) Met vurig verlangende en trillende vingers scheurde Lucille den brief open, die luidde als volgt: Liefste lieveling, Dit kan ik je schrijven door de vriendelijke welwillendheid en het oogluikend toelaten van sir Ralph Abercromby, gouverneur van den Tower, dien God beloone voor zijn goed heid jegens mij. Ik werd hedenochtend naar Bow Street gebracht op bevel van den koning onderteekend door Zijn Majesteit in persoon, beschuldigd van den moord op mylord De- vizes. Zijn Genade, de hertog van Bucking- ham, was tegenwoordig, zat op de bank bij de overheid en leidde inderdaad het verhoor. Hij is zeer bitter jegens mij gestemd. Ik moest bekennen het feit, dat lord Devizes om kwam door mijn hand, maar, toen ik mijn verdediging wilde aanvoeren, sloot de over heid het verhoor en verwees mij voor de uit spraak van mijn vonnis naar het Gerechtshof gepresideerd door den koning. Mij werd me degedeeld, dat het geval binnenkort zal voor komen. Je moet heel actief zijn, liefste en mas ter Gaythorpe bewegen je te helpen, zoodat Rome, 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.05 Beethovenconcert o-l.v. Santarelli. M.m.v. Arrigo Serato (viool). O.a. 3de Leonore- Ouverture en fragm. uit de 9de Symphonie. 9.05 Radio-tooneel. Hierna vervolg concert: O.a. Vioolconcert D-dur. Zeesen, 1635 M. 7.20 Concert door het Leipziger Symphonie-orkest o.l.v. J. Fritzsche. 8.20 Haydn-herdenking m.m.v. orkest strijk kwartet en solisten. 9.50 Berichten en hierna Concert. (Dansen en marschen van Tschai- kowsky). RADIOMUZIEK VAN DE KOMENDE DAGEN. D o n de rd a g. De herdenking van den geboortedag van Joseph Haydn (31 Maart 1932) doortrekt gelijk zuurdeesem de radio-muziekprogram ma's van deze en de volgende dagen. Öp het eind van den morgen brengt Weenen de of- ficiëele herdenking door de Oostenrijksche regeering, waarbij variaties over het volks lied en het Te Deum ten gehoore worden ge bracht; deze uitzending gaat ook over Lan genberg en Königswusterhausen. Op het eind van den middag brengt Berlijn kamermuziek werken van Havdn. In het begin van den avond brengt dit station een programma uit den bloeitijd der Weensche wals met drie kwartsmaat meesterwerken van o.a. Strauss en Lanner. Hamburg herdenkt Haydn met de uitvoering van een van diens pianotrio's en een strijkkwartet. Het Haydn concert van Kalundborg brengt om. de Schottische Lieder voor sopraan, alt en strijkorkest en één van de 77 strijkkwartet ten van den meester, het kwartet op. 76 nr. 4 (Bes-dur). Langenberg geeft een aantal fragmenten uit operettes van Franz von Suppé (18191895). Beromünster geeft een concert ter herdenking van Joseph Haydn; Mühlacker huldigt dezen met een program ma Alt Wien, gevolgd door een concert, dat o m. het Kaiserquartett en de svmphonie in C-dur (nr. 48, Maria Theresia) brengt. Des avonds komt over Radio Suisse Roman- de een mooi orkestconcert met een afwisse lend programma, Bach's derde Branden- bnrgsch concert (een der reeks „concerten" voor orkest, eigenlijk symphonieën met obli gate instrumenten, die opgedragen zijn aan den markgraaf Christian Ludwig von Bran denburg), verder een vioolconcert van Mo zart, Debussv's orkest-suite Printemps, die indertijd (1887) in de officiëele Fransche muziekwereld wegens hare gederfde harmo nieën een waar schandaal verwekte, en tot slot Rimsky Korsakoff's bril'ante ouverture Grande Paque Russe. Over Rome komt een Beethovenconcert met o.m. de mooie ouver ture Leonore 3 en één der beide romances voor viool en orkest T-dur). Het Haydn concert van Praag brengt o.m. het vioolcon cert in C-dur en een symphonie (Es-dur) Over Leipzig komt een uitzending „Joseph Haydn" met mededeelingen over zijn leven en werk en een muziekprogramma. Haydn's vioolconcert in C-dur is ook te hooren over Midland Regional, als onderdeel van een mooi programma, dat verder de symphonie nr. 99 in Es-dur brengt. Over London Regio nal komt kamermuziek, o.m. strijkkwartetten van den Enge1schen componist Bax en van Ravel. Motala brengt de trio sonate g-moll voor fluit, altviool en harp van Debussy, een van de reeks Six sonates pour instruments divers. Ook over Breslau komt een Havdn concert. Later op den avond komt over Da ventry kamermuziek (viool en piano). Ook Barce'ona betuigt hulde aan de nagedachte nis van Haydn. Operette. Daventry brengt Johann Strauss' Zigeu nerbaron, een vroolijke geschiedenis, die niet mank gaat aan het euvel, waaraan de meeste operettes van dezen componist lijden en die daardoor helaas vrijwel nooit meer worden gegeven, de onmogelijke tekst. EEN NIEUWE PLAATSTROOMLAMP. Van de N.V. Thermion radiolampen fabrie ken te Nijmegen ontvingen we ter recensie een van haar nieuwe plaatstroomlampen Type EGl. Deze lamp is van het indirect verhitte type (Gloeistroom 1.1 Amp., 4 Volt) en gecon strueerd voor enkele gelijkrichting, waarbij een maximale wisselspanning van 300 V. mag worden aangelegd. Door het indirect verhitten van de kathode past deze lamp zich vooral zeer goed aan in toestellen met wissel stroomlampen. Hierdoor worden n.1. alle schadelijke gevolgen, van het eerst oploopen van de plaatspanning en het daarna op tem peratuur komen der kathodes van de ont- vanglampen voorkomen. De kathode van de lamp heeft n.1. evenveel tijd noodig om op temperatuur te komen, als die der ontvang- lampen. De lamp is voorzien van een ge wone 4-pens sokkel. De kathode is inwen dig met een der gloeidraadpennen doorver- wij de verdediging zoo goed mogelijk opstel len. Toch betwijfel ik den uitslag, want mijn vijanden zijn alvermogend en zij nemen zich voor deze zaak tot en einde te brengen, waar mee mijn ondergang wordt beraamd. Toch bid ik met den ouden Psalmist: Heere, neig Uw oor, verhoor mij, want ik ben ellendig en noodruftig. Bewaar mijne ziel, want ik ben Uw gunstgenoot; o, Gij, mijn God, ver los Uwen knecht, die op U betrouwt Moge God, u, liefste, en onze kinderen on der de hoede van Zijn vleugelen nemen, bidt je liefhebbende echtgenoot, Robert Darcy. Tien dagen verliepen na de ontvangst van dien moedigen en teederen brief; dagen van hevigen angst en spanning. Ze werden inge nomen door beraadslagingen met de advoca ten. In den regel ging miss Darcy naar St. Martins Fields, maar tweemaal kwam Gaythorpe bij haar in Kingston, toen zij te ongesteld was om de reis naar hem te onder nemen. Het werd Lucille vergund haar echtgenoot drie keer per week te zien,( maar nooit alleen er was altijd een gevangenbewaarder bij. De ze bezoeken vergden zeer veel van haar uit houdingsvermogenhaar moed begaf haar als de praam haar geleidde naar de nood lottige treden bij de „Verraderspoort", waar door zeo vele gevangenen de voltrekking van hun vonnis tegemoet gegaan waren, gedu rende de eeuwen, sinds de Tower gebouwd was; de grimmige valpoort, de massief ge welfde ingang, de kleine cel met haar stevige muren, waarvan de dikte in het oog viel, bonden. De bol van de lamp is voor het grootste gedeelte doorzichtig gelaten, slechts aan den onderkant hiervan is een magne siumspiegel neergeslagen; hierdoor wordt de warmte-uitstraling van de lamp ten zeer ste bevorderd. Verder is de anode gaasvor- mig uitgevoerd, hetgeen eveneens de warmte- uitstraling van de anode ten goede komt. Een en ander maakt, dat de lamp ca. 30 Watt kan dissipeeren (300 Volt bij 120 mA). Wij heb ben de lamp geruimen tijd op ca. 20 Watt be proefd en geen overmatige verhitting gecon stateerd, terwijl de lamp nog evengoed func- tionneerd als bij het begin. Bovendien is de bevestiging van de kathode zoodanig gecon strueerd, dat sluiting tusschen kathode en anode door een micacentreering absoluut uit gesloten is. Resumeerende komen we tot de slotsom, dat we hier met een lamptype te doen hebben, dat alleszins aan de door de fabriek medegedeelde gegevens voldoet en zoowel door zijn uiterlijke constructie als door zijn electrische eigenschappen aan de hoogste eischen voldoet. Door Rabbijn S. Ph. de Vries Mzn. JOODSCHE KRONIEK Door den Emek. Voor ongeveer een tiental jaren bevonden zich in heel de vlakte, die tot de grootste be hoort en eens de vruchtbaarste was van het oude Palestina, slechts enkeie Arabische dor pen. En hun weinige bewoners waren be klagenswaardige schepselen, die hun ellendig leven voortsleepten in den strijd om een kommerlijk bestaan en tegen de voortdurend doodelijke dreiging der malaria. En verder kon men er begraafplaatsen vinden en de steenen van verspreide graven. Allemaal res ten van nederzettingen Arabische en ook Duitsche die aan moeraskoortsen waren te gronde gegaan. En toen, voor een jaar of tien, hebben de leiders van het K.K.L. Kéren Kajémeth Lejisraél, dat is het Joodsch-Nationaal-Fonds den wel zeer brutaal schijnenden moed ge vonden, om met grondaankoop in het groot in den Emek te beginnen. Met de technische middelen der wetenschap en de taaie en held haftige volharding van Palestina-pionieren zijr. de moerassen opgeruimd en is de koorts tot een zeer klein procent teruggebracht of reeds geheel verdreven. De Emek telt thans een dertig dorpen en nederzettingen, met meer dan zesduizend Joodsche bewoners. Ge zonde en bezielde werkers, die dc vreugde van den arbeid kennen. Aan drainage-werken en investeerings- k os ten is voor den Emek een paar millioen Pond uitgegeven. Of het teveel is en of het roekeloos was en of die roekeloosheid zich thans wreekt en in de toekomst zich voort durend sterk zal blijven wreken, dat zijn vragen, waarover wij geen oordeel hebben. En welke wolken er zich in den huidigen wereldcrisis boven den Palestina-opbouw samenpakken, die nu misschien ook door de reusachtige onderneming van de Emek bo vendien topzwaar is geworden, ligt in den schoot der naaste jaren. Wij kunnen deze vragen niet zoo maar voorbijgaan. Een ant woord hebben we echter niet. We kunnen slechts hopen, dat de Joodsche wereld het vereischte antwoord wel zal geven. Hopen en verwachten. Met zulke overdenkingen gaan we den Emek in. We bevinden ons op Joodschen bo dem; op grond, die voor het overgroot ge deelte nu eigendom van het Joodsche volk is geworden, en door Joodsche handen is en wordt bewerkt; die van een onherbergzame verlatenheid, waar de malaria-koorts, dus de dood, rondwaarde, tot een reeds vruchtbare streek is gemaakt, welke bewijst, wat hier de Joodsche wil vermag en hoe volharding en idialisme, die elkander bevruchten, den Bijbel- schen bodem weer in cultuurland weten te herscheppen. Wij missen den juisten maatstaf der verge lijking, omdat we voor tien jaren niet hebben bezien, hoe het er hier uitzag en ook niet de eerste pogingen en den moeizaamsten tijd van den aanvang der ontginning hebben aan schouwd. Maar we kennen toch de kale heu velen en de met steenen en rotsblokken be zaaide hellingen en uitgestrektheden, die ons als uitdagend aankeken en vroegen: Wat wacht ge van ons? Wat verwacht ge van deze woestenijen? Het land hier geeft ant woord. De velden geven antwoord. De bodem gehoorzaamt den wil en den vlijt der Jood sche handen. „En zij gehoorzamen Jisreëel" 1). Zoo denkt men onwillekeurig. En we zijn te Béth-Alpha aangekomen. Het is juist middag. Pauze en etenstijd. In een groote, luchtige, nog houten, maar stevig gebouwde barak zitten mannen en vrouwen, allemaal nog in de jeugd of in ieder geval nog in den opgang des levens, aan lange daar waar het kleine venster uitstak over de plaats daar beneden; het voortdurend gebrul van de leeuwen uit hun omheining naar To- wer-Hill; al deze dingen dienden om nog te versterken de gedruktheid, die het noodzake lijk gevolg moest zijn van de zware beschuldi ging, tegen Robert ingebracht. Alleen het be wustzijn van zijn onschuld en braafheid en haar eigen vertrouwen in God behoedden haar voor inzinking, die haar gezondheid ernstig ondermijnde. Eén ding, dat zoowel de adcocaat als miss Darcy verbaasde, was het feit, dat Anne Pem bery, het jonge meisje, dat Robert had gered en thuis gebracht, door den procureur-gene raal gedagvaard was om bij de rechtzitting te verschijnen als getuige van de andere par tij. Zij had haar lichamelijk gezondheid voor een groot deel terug, maar haar geest was nog zwak en verward. Zij had zich zeer ge hecht aan miss Darcy, die haar groote vrien delijkheid en achting had getoond; ze ver bleef nog altijd in het huis in Kingston, daar haar vader nog niet was teruggekeerd en degene, wie hij de leiding van zijn huis houding had opgedragen, ziek lag aan bin- nenkoortsen, waardoor zijzelve verzorgd moest worden. Master Gaythorpe en met hem de advocaat dien hij had aangenomen, had Anne Pembery beschouwd als de voornaamste getuige ten gunste kapitein Darcy en zelfs de rechtskun digen konden niet verklaren door welke spits- vondigheid haar getuigenis kon gerekend wor tafels op lange banken aan het gezamenlijke middagmaal. We zijn in een collectivistische kolonie. Zoo zijn er eenige. Dat is nog wat anders dan coöperatie. Hier geschiedt alles vóór, maar ook uit en door de gemeenschap. Alles. Zoo ergens, dan komt het hier op het menschenmateriaal aan. en op de eenheid van overtuiging en wil. In Béth-Alpha schijnt het goed te gaan. Wat we er zien. in het woongedeelte en daarbuiten, getuigt van ge regelde ontwikkeling. Bij onzen rondgang komen we natuurlijk ook op de plaats, waar nog maar kort ge leden de merkwaardige vondst is gedaan van een oude Synagoge. Onder het graven voor den aanleg van besproeiingspijpen stiet men op een onverwachten, steenen tegen stand, die niet diep onder den grond lag. Zij, die daar groeven, waren intellectueel geen onontwikkelde menschen. Zij werden voorzichtig en bemerkten heel ras, dat er hier sprake kon zijn van een historische ont dekking. De Archeologische Raad werd ge waarschuwd. En nu ligt er de vrijwel intact gebleven vloer bloot eener Synagoge. Een vloer van mozaiek met duidelijke Bijbelsche tafereelen uit Izak's offerande 2) Abra ham en Izak bergopwaarts, ieder met het zijne beladen; de twee knapen bij den ezel priester-emblemen, wapenen der stammen, en zoo meèr. Met bijschriften in het He- breeuwsch. Ook de indeeling en de omtrek der Synagoge konden gereconstrueerd wor den. De beelden in het mozaïek zijn primitief en veel kunstwaarde wordt er niet aan toe gekend. Maar uit een cultuurhistorisch oog punt is de vondst belangrijk. De gegevens zijn voldoende en beslissend om deze Syna goge in de vijfde a zesde eeuw in het laat- Romeinsche tijdperk te dateeren, vóór de verovering van Palestina door de Arabieren. De regeering heeft het heele terrein om- en overbouwd en alles goed verzorgd. De kolonist, die ons rondleidde bleek, be halve spade en houweel, ook deze weten schappelijke stof volkomen te beheerschen. Niet als een gids, die reeds ongetelde keeren hetzelfde lesje heeft opgezegd. Maar na on zen rondgang vroeg ik naar de eigen, de nieuwe Synagoge. En ik kreeg ten ant woord, dat ze deze oude hier archeologisch wel van belang vonden, maar aan een nieuwe geen behoefte hadden. Ook dit schijnt een onderdeel te zijn van het collectieve systeem. Hetgeen we in het nabij gelegen En-Charod opnieuw ervoeren. En-Charod is op dezelfde leest geschoeid Het is economisch al verder dan Béth-Al pha, kan zich niet alleen reeds heelemaal zelf bedruipen, maar ook al beginnqn aan de afbetaling der investeeringskosten, die vele duizenden ponden beloopen. Hier gaat een vrouw, een dame, met ons mede, wier meis jesnaam Esther Budko is. Zuster van den schilder Budko, en deze een leerling van Struck. Van prof. Struck had ik overal intro ducties bij de persoonlijkheden, die wij noo dig zouden hebben, zoodat ons nergens een seconde verloren ging met navragen en zoe ken en wij nooit van het kastje naar den muur gezonden werden. In En-Charod zijn de houten barakken bij na allemaal door steenen huizen en gebou wen vervangen. En alles wordt naar hooger- op verplaatst. Voor de veiligheid! Bijna niets is nog beneden. En dat is van hout en nier bewoond. De woningen beslaan niet de meeste ruimtee. Het zijn complexen, waarin ook de echtparen niet méér hebben dan één kamer en keuken of bijvertrekje. Alles im mers is gemeenschappelijk: eetzaal, lees zaal, zaal voor ontspanning; alles wat er noodig is. En voor de kinderen is er een kin derhuis. Meer dan één. Er zijn veel kinde ren. Maar ze zijn niet thuis. De ouders ko men hen 's avonds voor het ter ruste gaan, goeden nacht zeggen en blijven dan korter of langer met hen samen. Maar overigens zijn de kinderen ook collectief bezit en hun verzorging en opvoeding een collectieve zorg. De ouders, werken inderdaad zoo lang het dag is, met natuurlijk de noodige indeeling en rustpoozen. En de dag begint heel vroeg en „men gaat uit naar zijn taak en zijn werk tot den avond" 3). Of hieruit het systeem is ontstaan? En of het daarmede te verdedigen is? Het kind ter wereld in het Centrale Ziekenhuis van den Emek. Dat is de regel. Vandaar keert de moeder terug naar haar werk. En het kind gaat naar het Kinderhuis. Het systeem leek en lijkt mij niet minder dan verschrikkelijk. Om de ouders. En om de kinderen. De ouders ech ter hebben deze methode zelf gekozen en ze schijnen het mooi en heerlijk te vinden. Een ionge moeder, die wij troffen en die ook in Holland was geweest, vroeg mij met trots: Zouden arbeiderskinderen wel ergens ter we reld zulk een verzorging krijgen? Neen moest ik zeggen zulk een verzorging niet. Want het huis is mooi En de inrichting is model. In allen deele. Hygiënisch en pae- dagogisch. Want de kinderen, ingedeeld naar hun leeftijd, worden hier den heelen den te hooren tot de tegenpartij. De dag van het verhoor brak tenslotte aan Lucille gelaat was bleek en vaal, met donkere kringen onder de oogen. Robert Darcy gaf in zijn uiterlijk ook blijk van wat hij doorgemaakt hadgrijze vlokken verschenen in zijn haar en kneveloverigens was zijn houding van een kalme waardig heid en zelfvertrouwen en eerbied voor zich- zelven, die hem nooit begaf, heel dien ver- schrikkelijken tijd door. Master Sawyer, later beroemd als sir Ro bert, pleitte voor kapitein Darcy, maar hij had geen getuigen. Zijn Genade, de hertog van Buckingham, was niet op zijn gemak en rusteloos in zijn getuigenis-aflegging; hij zag er meer ver- loopen uit dan ooit, of hij zich had voorbe reid voor deze onderneming door dagen en nachten van zwieren; hij kon niet naar den gevangene kijken, die hem steeds strak in het oog hield. De getuigenis van den hertog was een net van leugens, zóó voorgesteld, of het heel na tuurlijk en waar was; hij was het, die, loo- pende met lord Devizes, kreten had gehoord en toen hij naar een onbebouwde plek liep, werd hij daar kapitein Robert Darcy ge waar, dien hij zoo even kende, en die een half dood meisje in het zadel licht te; zij traden tusschenbeide ten behoeve van het jonge meisje, waarop de degens werden getrokken, en eer de wacht ter plaatse kon komen, was mylord Devizes doodelijk gewond, daar hij door het hart dag ontwikkelend en in doelmatig spel bezig gehouden. Dat alles is bewonderenswaar dig. Maar verzorging en opvoeding zijn twee. En een Kinderhuis is geen ouderlijk dak. Waarmede eigenlijk alles is gezegd. Niettemin werd mij verzekerd, dat de band tusschen de ouders en de kinderen hier niet minder stevig is dan bij welke andere maat schappelijke verhoudingen en regelingen ook. En dat ouderliefde en kinderliefde er evengoed bij gedijen. Kunnen we ook hier een Synagoge bezich tigen? „Neen", zegt Esther Budko. „Die hebben we niet" gaat ze ernstig, eenigs- zins ironisch, en als spijtig polemiseerend voort „Wij zijn immers goddeloozen!" En met een armbeweging naar het werk en in het rond: „Wij gelooven, dat wij God hier beter verstaan, en dat Hij ons hier beter ver staat". „De school dan" vragen wij „en het onderwijs en joodsche letteren en we tenschap? En de Bijbel?" „Wis en ze ker!" zegt zij „Kunnen wij onzen kin deren dan betere en mooiere en verhevener klassieken geven dan den Bijbel?" We rukken op Adoelé aan, alwaar we een behoorlijk hotel weten te vinden. Het is niet ver meer. Als we halt houden, komt de waard aan ons portier en vertelt ons, dat hij ons tot zijnen spijt niet kan herbergen, omdat hij leden van de politiemacht heeft gekregen en nu alle kamers zijn bezet. Hij wist, dat wij in aantocht waren, want hij had van prof. Struck mijn post toegestuurd gekregen, die inmiddels voor mij te Haifa aangekomen was. Die post was een blijde verrassing. Maar het was een tegenvaller, dat wij geen hotel hadden. We hebben echter nog eenige daguren en Schmidt meent dat we de belang rijkste instituten in den Emek nog kunnen zien en toch met den avond Haifa bereiken. Daar zullen we het op aanleggen. Afoelé is bedoeld als de groote centrale hoofdplaats van den Emek. Maar zij is het nog niet, al heeft zij het hoofdstation van de spoorlijn. We hebben niet veel keuze voor hotel. We frisschen ons op en verkwikken ons aan wat spijs en drank. En we trekken weg naar het groote Cen trale Ziekenhuis, gesticht en onderhouden door het Arbeidersziekenfonds en de prach tige Amerikaansche vereeniging „Fladas- sah", die Palestina met tal van hygiënische instituten van den eersten rang heeft voor zien en den heelen gezondheidsdienst op modernen grondslag heeft geregeld en tevens onderhoudt. Mooie ligging, hoog, den omtrek beheerschend. Mooi gebouw. Mooi en voor zoover ik kan beoordeelen volledig inge richt, zooals een ziekenhuis moet ingericht zijn. Ook wat het verplegend personeel van broeders en zusters betreft. Bij het aanschouwen van zulke instituten moet men telkens weder tien jaren terugden ken. En overwegen, hoe het er toen in den Emek moet hebben uitgezien! Vlak bij ligt K'far-Jeladiem, dat is: Kin derdorp. Een kolonie voor weezen. Een algemeen weeshuis. Maar een landelijke inrichting, waar de jongens en meisjes in den land bouw worden opgeleid en in alle werkzaam heden, die voor het landbouwbedrijf noodig zijn. Er is een volledig landbouwbedrijf aan verbonden, waarin de kinderen gaan werken van den leeftijd af, waarop ze ook in het gezin als boerenzoons en -dochters zouden medearbeiden. Ook hier is alles, wat tot het verblijf, het onderwijs en het bedrijf behoort, naar het hoogere gedeelte van het bezit ge bracht of wordt er langzamerhand heen verhuisd. Alweder voor de veiligheid! We zien hier bovendien een vaste politiepost. Eén bereden man. Ook de meisjes-landbouw-school in Naha- lal doen we aan. Het is vacantie-tijd en niet de heele meisjesbevolking is aanwezig. Maar we zien het hoofdgebouw en de omgeving en de tuinen en een aantal aanstaande boerin nen aan het werk in de stallen en bij het pluimvee en aan den arbeid op het lana. Onze beknotte tijd dwingt ons tot een slechts vluchtige beschouwing. Want ik wil inzon derheid nog graag even in Schleich-Abreq zijn. Dus laten we verder eenige kolonies liggen. Zelfs Balfouria naar Lord Balfour ge noemd met de uitgebreide boomaanplan- tingen, welke blijkbaar reeds beloften voor de toekomst in zich bergen, beschouwen we slechts in het voorbijgaan. Ginds in een pas, als kijkend om den hoek van den Tabor, den stolpvormigen berg. die al lang in zicht is, zien we Nazareth liggen. We komen in de verzoeking onze route daarheen te nemen. We hebben echter het uur niet meer te mis sen, dat deze omweg ons kosten zou. Ook Scheich-Abreq blijkt niet vlak aan den hoofdweg te liggen. Het schijnt eenigszins moeilijk er te komen, of onze Schmidt is hier dan voor het eerst niet precies georiënteerd, Zoodat dr. Fries me op een ge geven oogenblik vraagt: „Wat zoekt u toch gestoken werd. Kapitein Darcy was de aanvaller in alle opzichten; hij en zijn vrienden hadden enkel in zelfverdedi ging gehandeld. Master Sawyer vroeg Zijn Genade naar den derde, die tegenwoordig was, waar op de hertog antwoordde, dat hij een vreemde was, die zeker ook op het ge- .luid was afgekomen; dat hij zoozeer in een mantel gehuld was, dat hij hem niet herkennen zou en dat hij iVi de drukte, nadat hij lord Devizes had helpen weg dragen, verdwenen was zonder verkla ring, daar hij waarschijnlijk liever niet bij de zaak betrokken werd. Toen den hertog gevraagd werd waar om ze het lijk van mylord Devizes zoo gauw verwijderden, in plaats van het daar te laten tot de wacht kwam, wend de hij dit af met groote gladheid van tong door te zeggen, dat hij een chirurg daar dicht bij kende, met wiens hulp hjj hoopte als ze er tenminste gauw bij waren dat het bloed kon gestelpt worden en mylord Devizes weer zou bij komen. Al de pogingen van master Sawyer om den hertog van de wijs te brengen gedurende het verhoor, mislukten; ze maakten inderdaad het geval erger, daar hij er andere bijzonderheden bij voegde, die tegen Darcy schenen te ge tuigen, al werden ze dan ook schijnbaar met eenigen tegenzin uitgesproken. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5