Alkmaarscite Courant.
EEN LEVEN OM EEN LEVEN.
Van mijn Palestijnsche reis.
Jladiomeuws
SeuMetw
Qememtecadeu.
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Donderdag1 31 blaart.
HEILOO.
No. 76 1932
Vrijdag 1 April. 'f
Hilversum, 298 M. (6.4512.4.8.
en 11.-12 uur V.A.R.A., 12.-4.- A.V.
R.O. en de V.P.R.O. van 8.—11.—uur).
6.45—7.— en 7 30—7.45 Gymnastiekles. 8.—
Gramofoonplaten. 10— Morgenwijding.
10.15 Voordracht door Minny Lrfmann.
10 30 V.A.R.A.-septet o.l.v. Is. Eyl 11.—
Vrouwenkwartitrtje. 11.15 Vervolg V A.R.A.-
septet en Gramofoonplaten. 12.Gramofoon
platen. 12.30 A.V.R.O. Kamer-orkest o.l.v. L.
Schmidt. 2.— J. H. Krayff Jr.: Wenken voor
kampeerders. 2.30 A.V.R.O. Kiein-Orkest o.l.v.
N- Treep en Gramofoonplaten. 4.Piano
recital Joh. Jong. 4.30 Voor de kin-deren. 5.
V.A.R.A.-orkest o.l.v. H. de Groot en Gra
mofoonplaten. 6.45 L. H. Mansholt: Begin
selprogram der S.D.A.P. 7.V.A.R.A.-
orkest (Vervolg). 7.15 „Inneming van den
Briel", hoorspel van Huib Wouters. V.A.R.A.-
♦ooneel o.l.v. W. van Cappelien. 7.45 Vara-
orkest (Vervolg). 8.Religieuse voordracht.
8.30 Concert. A'damsch Vocaal kwartet (So-
spraan, alt, tenor, bas en piano). Haydn-
cyclus. O.a. Stabat Mater. 9.Beginselver
klaring v. h. Vrijz Protestantisme. 9.30 Ver
volg concert. 0.a. Die Harmonie in der
Éhe, J. Haydn. 10.Vrijz. Godsd. Pers
bureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Herman Rui
ters spreekt over Joseph Haydn. 10.45 Gra
mofoonplaten. 11.-12.— Gramofoonplaten
(V.A.R.A.)
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door de N.C.R.V.) 8 Schrift
lezing. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.30
Ziekendienst. 11— Gramofoonplaten. 12.15
Concert. H. Hermann (viool), T. G. v. d.
Haar (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello) en
mevr. R. A. v. d- Horst—Bleekrode (piano).
2.—2.30 Wenken omtrent Baby-verzorging.
3.Concert. Mej. A. Hermes (alt), B. Mis
set (bas-bariton), G. Beths (viool) en P. Hal-
sema (piano). 5.— Postzegelhalfuurtje. 5.30
Halfuurtje voor amateur-fotografen. 6.—
Causerie door H. J. Steinvoort. 6.30 Radio
dokter. 7.Causerie door A. J. Herwig.
7.45 Causerie over Reizen in Duitschland. 8.
Concert door de H.O.V o.l.v F. Schuurman.
Haydn-Programma. O.a. Symphonie d-dur,
Nr. 104. 9.W. van Rijswijk: Smaragd, saf
fier en robijn. 9.3010.30 Vervolg concert.
Ó.a. Ochsenmenuet en Symphonie concer
tante. Ca 10.Vaz Dias. 10.3011.30 Gra
mofoonplaten.
Daventry, 1554 Ai. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, Berichten. 11.05 Lezing. 12.20
E Starkey en zijn orkest. 1.05 Orgelconcert
H. Dawson. 1.502.50 Gramofoonplaten.
4.20 Moschetfo's orkest. 5.35 Kinderuur 6.20
Berichten. 6.50 Fr. Merrick speelt Haydn's
Piano-sonates. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen.
8.20 Operette-concert. Revue-koor, Theater
orkest en solisten o.l.v. Woodgate. O.a. ope
rettes van Sullivan en Jones. 9.20 Berichten
en lezing 9.55 „To any Husbar.d", hoorspel
van Anne Parlane. 10.35 Victor Olof sextet.
O.a. Suite „Le roi s'amuse". Délibes en
Menuet, Boccherini. 11.2012.20 Savoy
Hotel Orpheans.
Pariis „Radio-Paris", 1725 Ai. 8.05 en
12 50 Gramofoonplaten. 8.20 Haydn-concert.
M.m.v. koor en orkest o.l.v. Eugène Bigot
O.a. Oxford-Symphonie en „Die Jahres
zeiten".
Kalundborg, 1153 Ai. 2.504.20 Concert
uit Rest. „Wivex". 7.209.20 Vanuit het Odd
Fellow Huis: Radio-Symphonie-orkest o.l.v.
Egisto Tango m.m.v. koor en solisten. „Re
quiem" van Verdi. 9.4011.50 Moderne
Dansmuziek vanuit Rest. „Ritz".
Langenberg, 473 Ai. 6.257.20 en 10.40
tot 11.20 Gramofoonplaten. 12.201.50 Con
cert o.l.v. Eysoldt. 4.20—5.20 Concert uit
Frankfurt. 7.35 Variété voor orkest. M.m.v.
orkest van werklooze musici uit Dortmund
o.l.v. P. van Kempen. Hierna tot 10.20 Con
cert o.l.v. Wolf. 10.2011.20 Concert uit Café
Schwerthof.
Brussel, 508 en 338 Ai. 508 M.r 12.35—
2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Concert o.l.v.
Meulemans. 6.20 en 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Concert o.l.v. Kumps. O.a. Fant. „Mig
non", Thomas; Les Erynnies, ballet, Masse-
net. 338 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten.
Naar het Engelsch van Morice Gerard
door Emma A. H.
64)
Lucille viel bijna flauw, terwijl deze
getuigenis werd afgelegd; ze had het
wel willen uitschreeuwen bij die valsch-
heid, maar haar tong kleefde haar tegen
het verhemelte en ze begreep ook heel
goed, hoe weinig nog zulk een protest
zou gegeven hebben.
De rechter liet zich een paar opmer
kingen ontvallen, waaruit voldoende
bleek, hoe hij meende dat het geval zou
afloopen, zooals het hem ook zeker niet
onwelgevallig zou zijn.
Twee van de wacht werden vervol
gens opgeroepen, die getuigden, dat,
toen ze kreten hadden gehoord en later
het gekletter van wapenen, ze er ijlings
op afgegaan waren, maar te laat ten
tooneele verschenen; ze hadden den be
schuldigde gevonden met het meisje in
zijn armen en daar ze geloof sloegen
aan zijn verhaal en niet wisten, dat er
moord was gepleegd, hadden ze hem la
ten gaan, terwijl ze echter wel eerst de
voorzorg hadden genomen om zijn naam
en adres op te teekenen. Anne Pembery
was hun bekend als de dochter van een
handelsman, daar uit den omtrek.
Master Sawyer had nog van hen wil
len hooren, wat Robert Darcy had ge
zegd, maar hij werd overstemd door de
5.20 Concert o.l.v. Kumps 6.20 en 6 50 Gra
mofoonplaten. 8.20 Concert o.l.v. Fr André.
0.a. Fant. „Hansel und Gretef', Humper-
dinck; Ccan d'Enfants, Debussy.
Rome, 441 Ai. 7.10 Gramofoonpl. 8.05
Operette „11 paese dei campanelli" van Lom-
bardo en Ranzato. Orkestleiding: Alberto
Paoletti.
Zeesen, 1635 Ai. 7.35 Opera „Rodelinda"
van G. F. Handel. 8.20 „Das Bleiche Sterben",
hoorspel van Gregor Jarcbo. 9.50 Berichten.
10.05 Ged. uitzending v. d. „Schlesier-Kund-
gebung". Hierna Vroolijk uurtje. (Tooneel en
zang)-.
NB.
Wij maken U attent op de driemaandelijk-
sche golflengte-wisseling van Hilversum en
Huizen, aanvangende 1 April. Huizen zendt
vanaf dien datum op 1875 M., Hilversum op
298 M.
RADIOMUZIEK VAN VRIJDAG.
Des middags geeft de N.C.R.V. kamermu
ziek (zang, viool en piano). De V.A.R.A.
brengt een pianorecital met een Haydn-pro-
gramma. In het begin van den avond komt
over Kalundborg de Messa da Requiem van
Verdi; meestal kortweg aangeduid als Re
quiem; de componist schreef werk ter her
denking von den sterfdag van zijn vriend,
den dichter Manzoni, het is in muzikaal op
zicht een meesterwerk, al kan men de com
positie niet streng kerkelijk noemen en is
vaak de ervaren opera-componist aan het
woord, bijv. in de huiveringwekkend realisti
sche schildering van het Dies Irae; nimmer
echter wordt Verdi hier banaal, nergens
vindt men slechts klank om der klank wille,
steeds zijn de muzikale gedachten van een
aangrijpende schoonheid, vanaf het eerste,
fluisterende Requiem aeternam van het koor
tot het grandiose slot Requiesat in Pace.
Weenen zet de Havdn-herdenking voort met
de uitzending van het oratorium Die Jahres-
zeiten, het laatste groote werk van den mees
ter, waarin de zesenzeventig-jarige uiting
geeft aan zijn ongebroken levenskracht en
levensblijheid. Boedapest brengt Haydn's
oratorium Die Schcpfung, waaruit het vro
me gemoed van den componist spreekt, maar
dat tevens een bewijs is van het groote kun
nen van Haydn bij het weergeven van stem
mingen en bij de orkestbehandeling. Over
Frankfurt Mühlacker komt een mooi orkest
programma met o.m. Haydn's Symphonie Mi
litaire (Nr. 100, G-dur) en Brahms' orkestva
riaties op een thema uit een Divertimento van
Haydn (de z.g. Haydn-variaties). München
brengt strijkkwartetten van Haydn. Hamburg
geeft een reeks vocale en instrumentale frag
menten uit opera's van Rossini, o.a. uit Bar
bier van Sevilla en Wilhelm Teil. Over Heils
berg komt een pianotrio van Schubert (op 99,
Bes-dur). Voor de microfoon van Beromün-
ster is de Spaansche violist Juan Manen so
list. Het Haydn-concert van Motala brengt
o.m. de symphonie nr. 49 in f-moll eenige so
praan-aria's uit Die Jahreszeiten en het be
kende cello-concert in D.dur. Over Warschau
komen o.m. Webers prachtige Euryanthe-
ouverture, een schitterend symphonisch or
kestwerk, verder Mahler's Lieder einer fah-
renden Gesellen en de vierde symphonie e-
moll) van Brahms. Des avonds vervolgt de
V.P.R.O. haar Haydn-cyclus met liederen en
pianowerken. Ook de N.C.R.V. heeft haar or
kestprogramma aan Haydn gewijd, o.m. het
symphonie nr. 104 (D-dur, Londoner of Du-
delsack-symphonie) en een vioolconcert. Het
Haydn-concert van Radio Paris brengt de
Oxford-symphonieën (nr. 92, G-dur) en twee
deel en (Frühling en Winter) uit het orato
rium Die Jahreszeiten. De Eiffeltoren
brengt een programma met werken van
Spaansche componisten. Later op den avond
komt over Oslo kamermuziek van Haydn, het
strijkkwartet g-moll. op. 74 nr. 3 (Reiterquar-
tett), een viool-sonate (D-dur) en het piano
trio in G-dur (Rondo all'Angarese).
Opero.
Over Berlijn en Breslau gaat een opera
van Handel, Rosalinde.
Door Rabbijn S. Ph. de Vries Mzn.
OM HAIFA HEEN.
We zijn nu mede door den tegenvaller
te Afoelé één dag vroeger te Haifa terug.
Vroeger namelijk dan bij de Strucksche in
structiën voor ons was vastgesteld. En toen
ik mij kort na aankomst telefonisch bij Prof.
Struck meldde, bleek hij even verwonderd als
verheugd te zijn en vonden hij en mevrouw
heel gauw gelegenheid om de drukke voofbe-
verklaring van den rechter, dat dit geen
aannemelijke getuigenis was.
De laatste getuige was Anne Pembery
zelve. Zij had naast miss Darcy gezeten
en had moeten ondersteund worden
toen ze naar de getuigenbank werd ge
leid, waar zij mocht gaan zitten. Haar
jeugd en haar buitengewone bleekheid
wekten groote sympathie in de rechts
zaal en veler blikken, voornamelijk van
de vrouwen, werden tegen kapitein Dar
cy gericht, die dit droeg met mannelijke
waardigheid, wat, zooals later bekend
werd, bij enkelen de vraag deed rijzen
of hij, alles wel beschouwd, het recht
nog niet op zijn zijde had.
De procureur-generaal stond op,
wendde zich tot den rechter en zei:
Mylord, met het oog op den toe
stand van deze jeugdige persoon wil ik
haar niet langer ophouden, dan den tijd,
die noodig is om drie vragen te stellen,
zoo kort mogelijk.
De rechter keek den procureur veelbe-
teekenend aan.
Haar getuigenis is haast niet nood
zakelijk, zei hij met langzamen nadruk.
Toen keek zijn lordschap naar de jury,
die het daarmee eens scheen te zijn.
Weet u, madam, wie u wegvoerde?
Een nauw hoorbaar: Neen, sir, was
het antwoord.
Zoudt u iemand herkennen, dien
u op dien avond heeft gezien?
Neen, sir, ik was zoo van streek.
Waar bevondt u zich toen u weer
tot bewustzijn kwam?
In het huis van kapitein Robert
Darcy.
reidingen voor hun vrij langdurige Euro-
peesche reis af te breken en bij ons te komen.
Struck examinator. Maar ik slaagde en
kreeg een vrij goed rapport, ongeveer aldus
ik kon niet weten, dat ze mij blijkbaar om
trent uwen leeftijd hebben voorgejokt. Daar
om heb ik het werk in dit jaargetijde niet
over minder tijd durven verdeelen. Inder
daad, het jaargetijde! En toch leek mij de
vriendelijke voorzorg wel ietwat overdreven.
Want al is de hitte groot, de Palestijnsche
zon schijnt een andere werking te hebben
dan de zomerhitte hier, waar we ons al gauw
nauwelijks weten te bergen als zij in de verte
naar een hittegolf dreigt te zweemen. We
hebben ginds echter het groote geluk gehad,
dat de hitte geen enkelen dag tot den zooge-
naamden Chamsin is overgeslagen. Dat
moet verschrikkelijk zijn. Als een voortdu
rende bedreiging om te stikken.
Mijn reisgezel Dr. Fries had er niettemin
genoeg van. Vooral ook, omdat hij nog zulk
een groote reis naar huis, naar Texas dus,
voor de borst had. Hij dacht op die terugreis
ook Holland nog aan te doen. Van Joodsch-
reformistische gedragingen heeft deze Ame-
rikaansche reform-rabbijn mij gedurende al
den tijd van ons samenzijn niets laten blij
ken. Hij heeft zich ritueel en ceremonieel ge
heel aan mijn gezelschap aangesloten. Wij
reisden prettig samen en namen hartelijk af
scheid van elkander.
Verzadigd was ik nog niet. En gelukkig
was mijn weerstand nog niet uitgeput. Ik
moet het hier even met innige dankbaarheid
gedenken, hoe jong en frisch en veerkrach
tig ik me steeds in Palestina heb gevoeld.
Hoe geen enkele dag me ook maar ven, in
al de hitte, met een beetje hoofdpijn heeft ge
plaagd. Hce ik al die weken slechts hoogst
zelden een korte ingewandenstoornis
ginds overigens vrij gewoon bij den toerist
heb bespeurd. En hoe ik iederen morgen
de vermoeidheid van dn igen dag weer
volkomen overwonnen bleek te hebben.
Zoo kon ik het er dus op wagen van uit
Haifa reeds den volgenden ochtend met
Schmidt weer op het pad te gaan. We gaan
nu zuidwaarts door de kuststreek, die eens
tot de vruchtbaarste en schoonste van Ke-
naan behoorde en verderop naar beneden tot
aan het oude land der Philistijnen reikte.
Daar bevinden zich een aantal oudere kolo
nies, en nieuwe zijn er in opkomst. Hier gaat
ook een spoorlijn naar Tel-Aviv en vandaar
verder zuidwaarts over Gaza naar Egypte.
Een oud vriend uit Frankfurt a. M., dien
ik met zijn gade in Hadar-Hacarmel trof. en
die nu in lêl-Aviv woont, wilde juist den
zelfden ochtend den trein naar huis nemen.
Zij houden mij nu gezelschap op dezen tocht,
totdat wij hen later op den dag te Benja-
mina, een tusschenstation, aan een binnen
komenden trein afstaan.
Zichron-Jacob, of eenvoudig Zichron, zul
len we zeker niet overslaan. Het dateert
reeds uit 1882 en behoort tot de allereerste
kolonies, die tengevolge van de uitdrijvin
gen en de vlucht uit Rusland in de vreeselij-
ke tachtiger-jaren zijn gesticht onder den be
zielenden drang der oudste Zionsvrienden,
der Chovevé-Zion, die onwillekeurig den
weg voor de moderne Zionistische bewe
ging hebben bereid. Zichron is een stad.
Niet groot, maar vriendelijk, mooi; met het
volkomen aanzien van een stad. Het ligt
heerlijk in schoone omgeving en ziet de blau
we zee op een afstand van ongeveer een half
uur gaans. Hier zijn de groote wijnkelders,
niet zoo groot als in Rischon-k-Zion bij Tel-
Aviv en niet zóó modern-technisch ingericht,
maar toch nog groot genoeg en beroemd
eveneens. Wij dwalen lang door de duistere
gangen, die in de rotsen zijn gehakt en ge
boord, onder het geleide van een opzichter
bij het licht van kaarsen, die wij in tangen
geknepen in onze hand voor ons uit dragen.
Een romantische wandeltocht voorbij lange
rijen kolossale vaten, die de verschillende
oude wijnen bevatten, welke Europeesche en
Amerikaansche tafels alle eer aandoen en
die hun weg reeds naar alle kanten van de
wereld hebben gevonden. De campagne van
het nieuwe jaar was nog niet begonnen,
maar in drukke voorbereiding. Nog slechts
een goede week en de eerste vrachten druiven
zouden er worden afgeleverd. We zien behal
ve deze onderaardsche gangen ook Zichron
zelf met zijn goedverzorgde straten, die met
flinke huizen zijn omzoomd. Vele groote hui
zen met meer dan een verdieping, zooals het
een stad betaamt. In één der rijen ook het
groote, ruime, solied gebouwde bedehuis. En
evenzeer de school. Hier heeft de hulp van
den Baron, dat is de oude Baron Edmond de
Rotschild uit Parijs, toch het hare gedaan
Hij heeft reeds vroeg de zorg voor deze, eens
door Roemeensche Joden gestichte, kolonie
op zich genomen. Oók voor deze.
We zijn tot nu toe voortdurend op de
De procureur-generaal ging zitten.
Toen stond master Sawyer op en zei:
Ik ben evenzeer geneigd, mylord,
om deze jeugdige persoon te ontzien als
mijnheer de procureur, maar in het be
lang van mijn cliënt ben ik verplicht nog
wat verder te vragen.
En zich'toen tot miss Anne wendend:
Hebt gij den gevangene in de bank
der beschuldigden al eerder gezien?
Het jonge meisje keek naar Robert,
aarzelde en zei:
Ik geloof van niet, sir.
Toen voegde ze er bij:
Maar ik weet het niet zeker. Er
komen zoovele heeren bij mijn vader om
zaken te doen.
De procureur keerde zich om, knikte
bij dit antwoord den rechtskundige toe,
die naast hem zat, en scheen er zee mee
ingenomen.
Master Sawyer probeerde weer:
Op den bewusten avond, madam,
waren er toen geen drie, die u trachtten
te ontvoeren?
Er volgde een ademlooze stilte; de
heele rechtszaal wachtte op het ant
woord, waarvan zooveel afhing. Miss
Anne bracht de hand naar het voor
hoofd en scheen op het punt te bezwij
men. Eindelijk zei ze en de deurwaar
der van het gerecht moest de woorden
herhalen, zoo zacht werden die gespro
ken:
Ik hoorde iemand loopen, ik gilde
en viel er was iets op den weg, meer
herinner ik mij niet.
Master Sawyer ging zitten, als iemand,
die zich verslagen voelt. De procureur
groote wegen, die goed zijn en waarop men
voorwaarts komen kan. Maar we komen van
daag ook in de nog nieuwe kolonies, waar wel
flinke breede wegen zijn geprojecteerd, maar
nog slechts aangelegd in het zand. En dan
krijgt de motor werk en onze wagen het hard
te verantwoorden.
We blijven eenige keeren steken. En als
Schmidt niet weer een paar speciale vrinden
had ontdekt, die wel zoo vriendelijk wilden
zijn een eindweegs met ons mee te gaan, om,
waar noodig, met vereende mannenkracht de
auto over de moeilijkste punten heen te hel
pen, dan hadden we het dien dag al spoedig
moeten opgeven. Natuurlijk vonden we overi
gens overal de vriendelijkste hulp. En toen
we ergens in het mulle zand vast zaten, kwa
men er ook vrouwen toeloopen om ons met
schoppen te helpen uitgaven. De mannen
zijn op het werk, dat niet altijd aan de ver
keerswegen ligt. En er zijn gewoonlijk ook
maar weinig vrouwen thuis. Alles moet aan
den opbouw, de ontsluiting van het land
werken.
We zien nog Pardes Channah, heel jong
en ingericht naar de kolonisatorisch-economi-
sche plannen van de Pica. Dat is de Pale-
stine-Jewish-Colonisation-Association, die
door Baron Rothschild is in' het geroepen en
aan welke hij zijn groot werk heeft overge
dragen. Zijn werk, dat enkel maar een philan-
tropisch karakter droeg en waaraan de ge
volgen, die aan alle uitsluitend philantro-
pisch werk vastzitten, zoodanig begonnen te
knagen, dat het niet vol te houden was. Het
groote euvel n.1., dat 't verhevene gevoel van
op eigen krachten te zijn aangewezen bij de
kolonisten ging verslappen en verdwijnen
zcodat zij al hun zorgen den Baron begon
nen over te laten, dat euvel tracht de Pica op
te heffen en te voorkomen door het systeem
van landverschaffing en huizenbouw en ver
zorging van den nocdigen inventaris voor
het bedrijf. Op de wijze van voorschot en
deelname. Zoodanig, dat de kolonisten door
eigen kracht en vlijt ten slotte alles in eigen
dom verwerven kunnen. En moeten. Het
schijnt in de goede richting te gaan.
We moeten er tot mijn spijt van afzien ook
nog het oude Chedéra te bezoeken, hetwelk
eigenlijk het einddeel van onzen tocht was ge
weest. En als we van onzen weg in het rond
te Benjamina terugkeeren, ben ik blij, dat
Schmidt in het Hebreeuwsch van eenen Jood-
schen man het Hongaarsche dialect herkent!
En zoo vinden we vanzelf een behoorlijke ge
legenheid, om wat op verhaal te komen en
daarna reeds betrekkelijk vroegtijdig in Haifa
te zijn.
Morgen zullen de Strucks vertrekken. Het
wordt nog een prettig samenzijn in kleinen
kring; een met geestelijk genot gekruid teza
men zitten. En dan neemt de Carnero, het
schip, waarmede ik gekomen ben, hen mede
naar Europa.
De groote vastendag van Ab Tisch'ah-be
Ab 1staat voor de deur. Er volgt dan
nog een Saböath. En ik heb nog slechts een
week. De tijd der tochten is voorbij. Schmict
kan naar Jerusalem terugkeeren. En hij laat
mij als een dankbaar toerist achter. Eigenlijk
verlang ik, nóg eens Jeruzalem te zien. Want
het trekt me sterk en geheimzinnig. En ach
teraf verwijt ik me, dat ik dit heb nagelaten
Het is evenwel het eenige zelfverwijt uit deze
dagen. En ik durfde mijn krachten niet verder
op een grooteren próef stellen dan strikt noo
dig.
Haifa zelf biedt nog werk genoeg. Ik doe
het langzaam rustig af. Scholen, instituten,
bezoeken bij prominente personen, een en
ander levert geen gezichtspunten meer op, die
ik niet reeds verwerkt heb. Ik controleer mijn
opteekeningen, maak de som mijner ervarin
gen en indrukken op en vergelijk ze en onder
zoek ze in nadere gesprekken met andere rei
zigers, die ik vanzelf tref, en met tot oordee-
len bevoegden, die ik opzoek.
Dat zal mijn slotbeschouwing worden.
1) Riten en Symbolen I 2e druk Hoofd
stuk 44.
In de gisteravond gehouden raadsvergade
ring waren alle leden aanwezig.
Ingekomen was een besluit van Ged. Sta
ten tot goedkeuring van de verbreeding van
den Nic. Beetsweg, alsmede het procesver-
baal van kasopname bij den gemeente-ontvan*
ger, thans voor het eerst verricht door de Ver-
eeniging van Ned. Gemeenten. Beide stukken
werden voor kennisgeving aangenomen.
Vervoer van leerplichtige kinderen.
Ten aanzien van het verzoek van den heer
D. Blokker om een tegemoetkoming in de kos-
stond op, met een glimlach van voldoe
ning:
Ik hoef deze jonge dame niet langer
lastig te vallen.
Lucille hoorde haast geen lettergreep
meer van wat er volgde; zij had een
gonzend geluid in de ooren, de stemmen
schenen van verre te komen, elkaar te
ki uisen of het draden waren van een
nebbe; ze kon niet de verbeelding van
de werkelijkheid scheiden, wat waan
w as, van wat in waarheid gebeurde. Zij
vermeende dat de rechter in het kort
den loop van de zaak herhaalde, voor de
jury tot haar uitspraak overging; wat
hij niet laten kon, ofschoon het resultaat
\v aarschijnlijk hetzelfde zou zijn ge
weest, als de getuigenissen juist het te
genovergestelde hadden bevat, daar de
meeste rechters omkoopbaar waren,
veil voor argumenten van invloed of
beurs. Zijn Genade, de hertog van
Buckingham, kon over beide beschik
ken.
De jury hoefde niet de zaal te verlaten
om te raadplegen; het woord „schuldig"
werd zoo helder en duidelijk uitgespro
ken, dat het als een dolksteek trof het
hart van haar, wiens echtgenoot daar
mee werd bedoeld. De klank van dat
„schuldig" vervolgde Lucille nog dagen
en nachten lang.
Kapitein Darcy aanvaardde de uit
spraak als één, die er door verplet
wordt; zijn mond vertrok. Hij kromp in
een onder den kouden toon, waarmee de
voorman van de jury dit door de recht
zaal riep. Toen richtte hij zich op om
het vonnis te hooren, deed geen enkel
ten van vervoer naar school voor zijn leer»
plichtige kinderen, adviseerden B. en W. 50
pet. der werkelijk gemaakte kosten te vergoe
den. De school, is meer dan 4 K.M. van de
woning van adressant gelegen. Het vervoe*
geschiedt per rijwiel.
Werd goedgekeurd.
Plaatsing lantaarn.
Een verzoek was ingekomen van den heer
L. J. Bijl e.a. om plaatsing van een lantaarn
aan het rijwielpad. Overeenkomstig het ad»
vies der commissie van bijstand voor het elee»
trisch bedrijf werd het adres aangehouden*
daar reeds vroeger is besloten tot verplaat
sing van een lantaarn van den Westerweg
naar het rijwielpad en het net gewijzigd zal
moeten worden.
Rooien van een boom aan den
Straatweg.
De heer S. Biersteker en S. van der Deure
verzochten toestemming tot het rooien van
een boom aan den Rijksstraatweg, omdat die
last veroorzaakt bij het in- en uitrijden met
een auto.
B. en W. merkte op, dat de bedoelde boom
staat niet vóór, doch juist ter zijde van den
uitweg van hunne nieuw gebouwde perceelen:
Die boom behoefde in het geheel geen hinder
op te leveren, wanneer bij het maken van den
uitweg daarmede rekening was gehouden en
die uitweg iets was omgelegd. Doch ook zoo
als die uitweg thans is gemaakt, staat de
boom niet in den weg. Adressanten spreken
alleen van hinder in zuidelijke richting, doch
naar het oordeel van B. en W. is de weg ter
plaatse breed genoeg om ook van de zuidzijde
de garage te kunnen bereiken. Het wegnemen
van een boom uit een bestaande rij heeft in
vloed op de naast-staande boomen; bovendien
moeten er h.i. zeer ernstige redenen zijn om
het opruimen van boomen toe te staan met
het oog op een te scheppen precedent, en die
klemmende redenen zijn hier niet aanwezig,
weshalve het college voorstelde afwijzend op
het verzoek te beschikken.
Devoorzitter merkte bovendien nog
op, dat in den loop van dit jaar de weg ver»
legd wordt, zoodat het bezwaar, dat adres-
santen zeggen te ondervinden, toch maar en
kele maanden duurt.
De heer K o s t e 1 ij k vond het niet steek
houdend, dat adressanten hun uitgang had?
den moeten omleggen. Zij kunnen wel op hun
terrein komen. Dat ieder, die een auto heeft,
een boom zou moeten rooien, zooals de voor
zitter had gezegd, is onjuist. Het gaat hier
om een uitzonderingsgeval, immers lang niet
elke poort is gelegen tegenover een boom.
Ook is het niet juist, dat de boomen elkaar
steunen bij storm, zoodat zij eerder gevaar
zouden loopen voor vallen, als de buur-boom
zou worden gerooid. Spr. adviseerde het prae-
advies niet aan te nemen.
De heer V a h 1 was er vóór het wèl aan te
nemen.
Het advies werd hierna goedgekeurd onder
aanteekening, dat de heer Kostelijk als tegen
stemmer wenscht te werden beschouwd.
Belasting op biljarts.
Een verzoek van den heer J. Admiraal oni
vrijstelling van personeele belasting voor bil
jarts werd afgewezen op advies van B. en W.,
die er aan herinnerden, dat nog onlangs een
dergelijk verzoek is behandeld, waarop was
besloten dit nader onder de oogen te zien,
zoodra de belastingheffing in het algemeen
aan een nadere beschouwing wordt onder
worpen. Naar hunne meening gaf het boven
bedoelde adres geen aanleiding om van dat
standpunt af te wijken.
Voorschot r.-k. scholen.
Door het bestuur der r.k. meisjesschool en
jongensschool werd een voorschot gevraagd.,
overeenkomstig art. 103 der L. O. Wet 1920
op de uitkeering, bedoeld in art. 101 dier
wet, voor 't dienstjaar 1932, welk voorschot b«
hoort te werden vastgesteld volgens de laatst
door de Ged. Staten gesloten rekening, alzoa
de rekening over 1929. Het bedrag, dat in
dat jaar als kosten, bedoeld in art. 101, 5e lid
der L. O. Wet is uitgegeven, bedraagt 12.24
per leerling. Het voorschot bedraagt hoog
stens 80 van de uitkeering.
Het voorschot'zal derhalve kunnen bedra-
fen: voor de meisjesschool 2034,28 en voor
e jongensschool 1853,13.
B. en W. stelden voor het voorschot te be
palen op die bedragen.
Goedgekeurd.
Kohier hondenbelasting.
Goedgekeurd werd het kohier der honden
belasting, door B. en W. ingediend tot een
bedrag van 398.
Verzwaring van een deel van het
eledrisch net.
De voorzitter deelde mede, dat de
administrateur van het electrisch bedrijf voor
stelt om, nu het net in verband met de weg-
beroep, uitte geen andere tegenwerping
dan ie eenvoudige woorden:
Ik trad tusschenbeide om een
kwaad te verhoeden; ik ben onschuldig
aan al wat een smet zou kunnen werpen
op de eer van een man.
HOOFDSTUK IX.
Een vruchtelooze gang.
Robert Darcy was teruggevoerd naaf
den Tower, nadat het vonnis -naar den
vorm was uitgesproken. Lucille werd
meer dood dan levend weggeleid en in
haar eigen praam naar Kingston ge
bracht.
Het was bijna avond, toen zij er aan
kwam; een kille lucht steeg op uit de ri
vier en drong door haar langen mantel
heen om gezamenlijk met de vrees, die
in haar hart school, haar het bloed koud
door de aderen te voeren.
Dr. Ambrosius Fletcher was steeds
aan haar zijde geweest bij het verhoor
en hij was het, die haar aan wal hielp en
haar den arm bood langs de grashelling,
die naar de balkondeur leidde, waar
door zij binnentrad. Zijn eigen moed be
gaf hem, terwijl hij nog trachtte haar
troost in te spreken, met de verzekering,
dat zulk een parodie op rechtspraak in
Engeland niet kon voorkomen. Hij
bracht haar in herinnering het lot van
den edelen sir Harry Vane, die op Tower
Hill gestorven was, plechtig betuigend
zijn geloof in God en zijn trouw aan den
koning; anderen ook, die misschien
even voornaam als goed waren geweest,
hadden hiervoor moeten boeten met de
zwaarste straf.
(Wordt vervolgd). x