Alkmaarscite Courant. EEN LEVEN OM EEN LEVEN. Radionieuws £euMetw Rechtszaken Honden) vier en dertigste Jaargang. Dinsdag 5 April. Brieven uit Berlijn (Wordt vervoigd), No. 80 1932 Woensdag 6 Apnl. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A R A 6.457.en 7.307.45 Gymnastiekles. 8.Gramofoonp'.aten. 9.Trio Michel. 10.V.P.R.O.-Morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedrijven: Trio Michel, bet V.A R A.-tooneel en W. van Cappellen. Gramofoonplaten. 12.1.45 V.A R.A -septet c v. Is. Eyl en gramofoonplaten. 2.15 E. Kupers: De arbeiders en de werkvergunning. 2 45 Gramofoonplaten. 3.P. J. Kers Jr. Onze keuken. 3.30 Kinderuurtje. 5.30 Het VARA-Septet o. 1. v. Is. Eyl en gramofoonpl. 6 30 T. Vleeming: Drankbestrijding van man tot man. 6.40 Dr. F. M. Witaut: Het beginselprogram van de S.D.A.P. (12). 7.— Viool-recital Alexander Moskowsky. M m. v. Olga MoskowskyElias, piano. 7.30 „Over val op prof. Weltmann", hoorspel van F. Mendelssohn. Vertaling: Priem. (Groot Volkstooneel). 8.30 Het VARA-orkest o. 1. v. Hugo de Groot, m. m. v. F. Geiger, tenor, o.a. Ouv. „Frau Luna", Lincke. 9.15 Wakker en Tropenduit. 9.30 Vervolg concert, o.a. Ouv „Zigeunerbaron", Strausz. 10. Eli Bomli: Over de ijsvelden van Kiwantin 10.20 Gramofoonplaten. 10.30 Vervolg con cert. 11.- Vaz Dias. 11.1512.Gramo foonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) 8 Schriftlezing. 8.15—9.30 Gramofoonpl 10.— Zang N.C.R.V.-Dameskoor. 10.30 Zie- kendienst. 11.Concert. M. F. Jurjaanz, harmonium), mej. C. de Jager, sopraan. Mevr. R. Mijnhout, alt. 12.15—2.— Concert. Mej. J. Kreyenbroek, sopraan. H. Hermann, viool. H. v. d. Horst Jr., cello en mevr. R. A. v. d. HorstBleekrode, piano. 2.30 Chr. Lectuur. 3.Causerie voor de ouders. 3.30 Vanuit het Carlton-Hotel te Amsterdam: mr IJ A. de Wilde: „Werkverruiming"' 4 Concert. Mevr. I Mulder—Belser, alt-mezzo. J H. E. Wittpen, fluit. G. Scager, cello en Mej. A. de Ridder, piano. 5.— Kinderuurtje 6Voor de landbouwers. 7.— Causerie door kolonel G. J. Govaars, pionier-officier van het Leger des Heils. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.Concert door de H. O. V. o. 1. v. F. Schuurman. 0.a Ouv „Gazza ladra", Rossini en Potp. „Mignon", Thomas 9.Dr. W. H. Gispen: Het jongste werk van Jolin Garstang. 9.3010.30 Vervolg concert, o.a. Ballet egvptien, Luigini. Ca. 10— Vaz Dias. 10.30—11.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10.50—1105 Tijdsein, berichten. 11.05 Le zing. 12.20 Orgelconcert Q. MacLean. 1.05 Gramofoonp'aten. 1.502.35 Concert. B. Windsor, mezzo-sopraan. Lupton Whitelock, fluit en Mary Grandage, piano. 3.50 Sted. Orkest van Bournemouth o. 1. v. Sir Dan Godfrey. Juliette Folville, piano. O.a. 1ste Svmphonie in C-moll, Op. 68. Rrahms. 5 05 Orgelconcert Reg. New. 5.35 Kinderuur 6.20 Berichten. 6.50 Helen Perkin speelt Haydn's Pianosonates. 7.10 Causerie 7.25 Landbouwnraatje. 7.50 Causerie over Goefhe 8 35 B B.C.-Sivmphpnie-orkest m. m. v. Nationa1 Chorus en solisten o. 1. v. A Boult. Bach's Mis in B-mol!. (Vanuit de Oueens Hall te Londen). 11.20 Berichten. 11.25—12 20 Tack Harris' Band. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12.50 Gramofoonplaten. 9.05 Concert. Piano sonate, Beethoven door Leon Kartun. 9 50 Vervolg concert. O.a. Strijkkwartet v. Silvio Lazzari. Kalundborg, 1153 M. 11.2012.35 Con cert uit Rest. „Wivex". 2.204.20 Radio- orkest o. 1. v. Grond?hl. 4.204.50 Gramo foonplaten. 7.20 Kamermuziek, cembalo, viool, viola da gamba. O.a. Trio F-dur, Lotti. 8. KT—1.20 Dansmuziek voor de jeugd door diverse dansorkestèn. Langenberg, 47M. 6.257.20 en 10.40 11.20 Gramofoonplaten. 11.2012.10 Concert uit München. 12.201.50 Concert door werklooze musici o. 1. v. H. Salger. 1.50 Gramofoonpl. 4.205.35 Cooncert uit Stutt- gart o. 1 v. Görlich. 8.05 „Oberst Chabert", hoorspel naar Honor' de Balzac van A'fred Mühr. Regie: Kandner. 9.4011.20 Popu lair concert door een orkest van werklooze musici te Berlijn. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 11.35— 105 Max Alexys' orkest. 5.35 Balalaika orkest o. 1. v. Zoueff uit Hotel Albert I. 5.50 Gramofoonpl. 7.20 „Un ami de jeunesse", comedie van E. Sée. 8.15 Gramofoonpl (Russische koorzang). 8.30 2de en 3de acte van „Si j'étais roi" van Adolphe Adam Naar het Engelsch van Mori< o Gerard door Emma A H 68- Miss Stuart moest iets bevroed hebben van haar leed, want zij stak den arm door dien van miss Darcy en fluisterde: Moed! In vijf minuten zullen wij den Koning zijn; bedenk, dat u strijdt voor het leven van uw ehtgenoot! Ze keek Lucille in de oogen, als om haar vertrouwen in te boezemen en haar hoop te schenken. Ze traden door glazen balkondeuren in een lang, leeg vertrek met prachtige schilderij en in vergulde lijsten aan de wanden. Hier ecnet miss Stuart miss Darcy, die ten prooi u 2Si ,aan 'e"€re ontroering, waarvoor het af\p^an een vrouw vatbaar is. L>e seconde leken haar minuten; de minu ten uren Miss Darcy ging zitten, stond weer op, stapte het -vertrek op en neer, en luiste- re*M "aar geluid, trachtende zich te verklaren al wat zij van verren afstand in net Paleis hoorde: het gegons van stemmen, het sluiten van deuren met dat geheel op gaan in een denkbeeld, waardoor zij zich voorstelde dat heel gewone dingen iets had- 338 M.: 11.35—1.05 Zie 508 M. 4.30 Sonateconcert, viool en piano. 5.en 5.50 Gramofoonpl. 7.20 Kamermuziek. Gertler- kwartet, o.a. kwartetten van Haydn en Mozart. 8 209.20 Concert uit de Memlinc- zaal te Antwerpen. Rome, 441 M. 7.25 Gramofoonplaten. 8.05 Uitzending van een opera vanuit de Koninkl. Opera. Zeesen, 1635 M. 7.20 „Die Leipziger Lerche", zangspel van Hansen en Ibing. Muziek van Scheffler. 9.20 Lezing en berich ten. Hierna populair avondconcert door een orkest van werklooze musici. RADIOMUZIEK VAN DE KOMENDE DAGEN. Woensdag. Het middagconcert van Daventry brengt het stralende vijfde pianoconcert (Es-dur) van Beethoven en de eerste symphonie (e- moll) van Brahms. In het begin van den avond geeft de V.A.R A een vioolrecital. Over Kalundborg komt kamermuziek van oude componisten, gespeeld op oude instru menten, cembalo en viola de gamba (knie viool, een voorlooper van de cello). Over FrankfurtMöhlacker komt een concert met een afwisselend programma, o.m. sympho- nieën van Haydn en Schubert, een piano concert van Mozart en sopraanaria's van Haydn. Het orkest-programma van Oslo om vat werken van Engelsche componisten. Over het Vlaamsche Brussel komen strijkkwartet ten van Haydn en Mozart. Des avonds wijdt Beromünster een concert aan Mozart. War schau geeft een zangrecital met werken van Italiaansche componisten. Over Midland Regional komt het oratorium La Damnation de Faust van Berlioz, een drietal orkestfrag menten hieruit, de Hongaarsche marsch en de dansen der luchtgeesten en der dwaal lichten worden vaak gespeeld en zijn alge meen bekend. Daventry brengt Bach's groote mis in b-moll, de Hohe Messe, die zeker even grootsch is als de Mattheus-passion, maar niet de bekendheid van het dramatische evangelie-verhaal heeft verkregen; het werk bestaat uit zes-en-twintig muziekstukken, waarbij 17 vier- en meerstemmige koren, 3 duetten en 6 aria's voor solostemmen; als wij op enkele schoonheden van ciit heerlijke werk mogen wijzen, noemen wij hier de jubel van het Gloria, de vioolbegeleiding van het Laudamus te, en de aangrijpende verklan king van het Credo. Opera en operette. Radio Suisse Romande brengt de opera Orphée et Eurydice van Gluck. Over Mün chen komt een operette van Johann Strauss, Das Spitzentuch der Königin, waarin de drie-kwarts maat weer hoogtij viert. (Van onzen correspondent). De Rijksregeering heeft Paaschvrede be volen. Veertien dagen lang, waardoor tevens de strijd voor de definitieve verkiezing van Duitschland President der Republiek tot op één week in plaats van oorspronkelijk 4 wekenbekort is. N u, wie de voorbereiden de verkiezingscampagne voor de eerste ronde meegemaakt heeft, kan zich over deze ge dwongen beperking slechts van harte .ver heugen! Het is geen fraaie periode in de Duitsche geschiedenis geweest. Al dadelijk wekte op menschen, die hun gezond oordeel bewaard hebben, de omstandigheid, dat om een persoonlijkheid als de generaal-veld- maarschalk von Hindenburg nog een strijd ontvlammen kon, in hooge mate deprimee- rend. De heer von Hindenburg hoopt dit jaar zijn 85sten verjaardag te vieren. Mannen, die zoo oud geworden zijn, kunnen eiken dag aan de gemeenschap ontrukt worden, a! voelen ze zich ook vaak krachtiger dan menigeen, die de zestig nog niet gehaald heeft. Het is zeer goed mogelijk, dat de „grand old man" der Duitschers nog eens zijn volle zeven jarc in het Paleis van den Püksoresident in de Wilhe'mstrasse zal uit zitten en dan als naar men hopen mag volkomen gezonde 92-jarige nog 'ang ge noeg leven zal om zijn laatste jaren in te vredenheid op slot Neudeck, aan de overzijde van den „Poolschen Corridor", te slijten Maar het is evengoed mogelijk en volgens de kansberekening zelfs waarschijnlijk, dat zijn in den laatsten tijd wel degelijk eenigszins afnemende krachten nog binnen deze nieuwe periode van zeven jaren het einde zullen aan kondigen. Voor het Duitsche volk is oprecht te wenschen, dat dit einde nog verre is. Dit zelfde volk had echter met de grootst waar schijnlijkheid rekening moeten houden en voor zoover het niet door communistische agitatie eenzijdig georiënteerd is in dit zeer bijzonder geval aan de overige wereld behooren te toonen. dat het een zoo overwel digende en eerwaardige persoonlijkheid als Paul von Hindenburg werkelijk waard xis. den uit te staan met haar eigen zending. Toen miss Stuart werkelijk terugkeerde, hoorde Lucille haar eerst niet. daar zij met den rug naar haar toestond. Met lichten tred doorkruiste het schoone jonge meisje het ver trek en tikte haar protégée op den schouder. Lucille schrikte op; ze wist niet dat er iemand in het vertrek was. De kleur ver scheen en verdween op haar gelaat. Wees niet bevreesd, zei miss Stuart. Alles is zooals ik dat hoopte. De koning heeft alleen zijn broer, den hertog van York, bij zich; beter dien dan iemand anders. Het is een hard mensch, maar rechtvaardig en niet licht beïnvloed door Buckingham en zijn kliek. De beide broers hebben over een be langrijk onderwerp gesproken. Ik heb opge merkt, dat Zijn Majesteit order heeft gegeven, hoe niemand tot het kabinet zal worden toe gelaten voor hun onderhoud is afgeloopen. Maar zal Zijn Majesteit niet boos zijn als zijn orders niet gehoorzaamd worden en daardoor reeds tegeningenomen zijn voor mijn smeekbede? vroeg Lucille, in haar opge wondenheid de hand op den arm van miss Stuart leggende als om de vraag kracht bij te zetten. Zijn majesteit is alleen verstoord op dege nen, die hem vervelen, antwoordde miss Stuart. Kom, ik neem alle verantwoordelijk heid op mij. Hoe gauwer we in zijn tegen woordigheid zijn. hoe beter, want de Koning ne de prins zijn reeds langer samen geweest, Zooiets ware bewezen geweest, indien de heer von Hindenburg candidaat aller Duitschers geworden ware. Het stemt tot voldoening, dat hij althans met een zoo groote en bijna absolute meerderheid zijn tegencandidaten geslagen heeft; en niemand twijfelt er hier aan, of hij zal straks, op 10 April, met een even indrukwekkende meerderheid gekozen worden. Het bedroevende feit, dat hij toch nog vechten moest of liever: voor zich moest laten vechten en dat de dankbare bevol king hem niet spctitaan de verlenging van zijn ambtstijd als vanzelfsprekende hulde voor de voeten gelegd heeft, is een nieuw be wijs van den kwaden maar verdienden reuk, waarin nu eenmaal alle politiek gedoe staat. Men heeft, ofschoon de tegenwoordige Re geering stappen gedaan heeft om een ver heugend resultaat te bereiken, er toch de voorkeur aan gegeven, den grijzen veld maarschalk aan het einde van leven een be wijs van de groote ondankbaarheid van bij na de helft van zijn langenooten te geven. Men heeft Hindenburg een serieuzen tegen- cadidaat voorgezet, die eerst weinige weken te voren D'uitsch staatsburger geworden was en die aan positief werk nog niets gepres teerd had, afgezien dan van het organisee ren van een massa-beweging op waarlijk- voortreffelijke en talentvolle wijze. Maar het meest grievende voor den ouden veldmaar schalk, die in 1914 bij Tannenberg Oost- Pruisen wist te redden onder omstandighe den, die militair-geniaal genoemd moeten worden, was wel het feit, dat ditzelfde Oost- Pruisen tegen hem, den redder der provin cie, stemde en het waarschijnlijk op 10 April opnieuw doen zal. En dit alles, omdat men in conservatieve kringen zeven jaar geleden ge hoopt had in^e persoon van den heer von Hindenburg een partijdig verdediger der eigen belangen aan het hoofd van den staat te brengen. Dit alles, omdat men teleurge steld was, omdat Hindenburg zijn plicht en meer dan zijn plicht niet alleen jegens hen, uit wier kringen hij is voortgekomen maar ook jegens hen, voor wie hen oorspronkelijk géén sympathiën voelde, gedaan heeft. Duitsche vrienden van me hebben me de laatste weken herhaaldelijk zuchtend als hun oordeel gezegd: „In geen enkel ander land ter wereld ware een zoo grievende en kwet sende ondankbaarheid tegenover een edelen grijsaard, een nationalen heros, denkbaar. Zooiets is alleen mogelijk bij ons Ik geloof, dat dit oordeel niet juist is. On dankbaarheid tegenover groote mannen heeft elk volk op zijn tijd getoond. Men be hoeft, om naar voorbeelden te zoeken, waar lijk niet naar het oude Rome of het nog oudere Hellas terug te gaan. En evenmin na te speuren, wat de Noord-Nederlanders voor Vondel en Rembrandt hebben over gehad! Maar dat het Duitsche volk géén gunstige uitzondering maakt daarover kan men het gloeiend eens zijn. En dat zou niemand min der dan Otto von Bismarck gaarne bevesti gen, indien hij daartoe nog de mogelijkheid had! Neen, de vormen, waarin de politieke strijd in Duitschland zich afspeelt, zijn alles behalve aantrekkelijk. En de pers heeft het hare er toe bij gedragen om de misstanden nog te doen toenemen en de verschillende groepen der bevolking tegen elkaar op te hitsen. Is het een wonder, dat men naar beter tijden snakt en zelfs al dankbaar ware voor wat lenteweer, dat nog altijd niet komen wil? Zon en zoele warmte kan de stemming in Duitschland die ver beneden het nulpunt ge daald is, er wellicht weer wat bovenop wer ken. Voorloopig ligt in de buitenwijken van Berlijn, daar, waar de huizenblokken in villawijken en dennenbosschen overgaan, nog vuile, half-weggedooide sneeuw op de straten. En de menschheid loopt nog in pels en overjas. Ook Max Reinhardt heeft weer eens ge noeg gekregen van deze eigenlijk altijd wat kille en zakelijke stad. Weken lang is het kunstlievend publiek in de onzekerheid ge weest, of „de professor" zijn oude Berlijn al dan niet opnieuw ontrouw zou worden. Met Max Reinhardt en de Duitsche hoofd stad aan welke hij dan toch maar zijn wereldreputatie te danken heeft is het altijd, een wonderlijk geval geweest, Rein hardt kwam oorspronkelijk uit het zuiden, v/erd echter in Berlijn ongeveer 30 jaren ge leden tooneelspeler (hij kon hier eenige jaren geleden zijn 25-jarig jubileum als directeur zeer feestelijk vieren) en werkte zich spoedig op tot directeur-regisseur van het zeer be scheiden „kleine theater" Unter den Linden. Van dien tijd af dateert een carrière, die In de kunstwereld nauwelijks haar weerga heeft. De lezer, die zich voor tooneelkunsr interesseert, zal weten, dat vóór den wereld oorlog Berlijn dank zij Reinhardt een cen trum op dit gebied geworden was van in ternationale reputatie. Ik herinner me nog heel goed de prachtige Shakespeare-cycius, dan verwacht werd. Miss Stuart geleide Mistress Darcy de gang door, die met zilveren lampen was ver licht, ofschoon het dag was. Aan het einde daarvan was een deur, verborgen, achter een zwaar gordijn, met geborduurde fleurs-de lis; over heel de lengte van het tapijt. Toen Lu cille dit zinnebeeld zag, dach zij in eens weer aan haar ring, vatte dit als een goed voortee ken op en haalde weer wat vrijer adem. Een kamerlakei stond bij het gojdijn; hij schoof het terzijde op een teeken van Francis Stuart. Die deed geruischloos nog een andere deur open en trad binnen; alvorens dit (e doen, raakte zij even Lucille's hand met de toppen van haar vingers. Ze waren in 's Konings tegenwoordigheid. Koning Karei zat in een massief eikenhou ten armstoel met hoogen rug en eigenaardig gebeeldhouwd, met langoorigen hond op zijn knieën en een anderen, zoo schijnbaar in slaap, aan zijn voeten. Een kort geblaf van dengene, die het meest wakker was, begroet te haar binnentreden; de ander stak zijn neus in den wind, snuffelde even en ging toen weer liggen, maar met de oogen op de indringsters gericht. Achter den koninklijken stoel stond de hertog van York, wat voorovergebogen, blijkbaar iets voorstellend, waarschijnlijk met heel veel nadruk want zijn majesteit viel niet gemakkelijk te overtuigen. Toen de hond blafte, wendde de koning die Reinhardt in zijn ietwat verouderde maar door roem en traditie in gouden glans stra lende „Deutsche Theater" den liefhebber als bijzonder tractatie aanbood. Een krans van voortreffelijke tooneelspelers we denken hier aan Arnold, Moissi, Wassmann, Eise Heims, Bassermann, Lucia Höflich on dersteunde hem op schitterende wijze. Ner gens tér wereld was (en is nog!) Shake- speare op zoo vólmaakte wijze ten tooneele gebracht als in 1912-14 in de Duitsche Rijkshoofdstad. Kort na den oorlog waagde Reinhardt een nieuw experiment. Hij kocht het cricus Schumann, in de onmiddellijke nabijheid van zijn „Kammerspiele" en „Deutsches Theater" gelegen, en liet het door den origineelen ar chitect Poelzig tot een „Schouwburg der Vijfduizend (toeschouwers)" ombouwen Zijn streven was, der menschheid van heden het groote theater der Grieken terug te ge ven, de klassieke schouwburgruimte in clr- cusvorm, waarbij de tooneelspelers temidden van het rondom zittend publiek te spelen hadden en het verschijnen van groote mas sa's acteurs en koren mogelijk werd. Berlijn aanvaardde deze massa-voorstellingen niet, de tooneelspelers beklaagden er zich over, dat zij zich in deze holle ruimte heesch schreeuwen moesten en weigerden de rollen te leeren. Prof. Reinhardt ergerde zich geel en groen en zwoer, met deze stad en haar lastige critiek niets meer te doen te willen hebben. De intusschen helaas gestorven Fe- lix Hollaender werd zijn opvolger en plaats vervanger. Reinhardt trok naar Salzburg, gasteerde in Nederland, in Engeland, in Amerika. Intusschen speelde zich in zijn huiselijken kring een drama af. Zijn echtge- noote olse Heims, van wie Reinhardt twee zoons heeft, scheen hem minder aantrekke lijk dan de jonge tooneelspeelster Helenc Thimig. Maar Else Heims wilde van schei ding niets weten. Daarom begon Rheln- hardt een reeks processen, die nog heden niet tot een resultaat gevoerd hebben. Maar intusschen waren Berlijnsche kunst vrienden er toch weer in geslaagd hem naar hier te lokken. Hij liet het verrukkelijke schouwburgje „Die Komödie" aan den Kur- fürstendamm bouwen en nam tenslotte ook nog het „Theater aus Kurfürstendamm", dat daarnaast ligt, voor zijn rekening. Omstreeks dezen tijd echter stierf zijn groote helper en broeder Edmund Reinhardt. En sindsdien is Max weer zelf de zakelijke chef, zonder van zaken meer begrip te hebben dan de meeste kunstenaars. Het gevolg was natuurlijk, dat het zijn al te vele schouwburgen slecht ging, ondanks de groote triomfen, die stukken van Hauptmann, Hasenclever en Ferdinand Bruckner en verschillende reprises van klas sieke werken (ook operettes) er hadden. Het slot van de geschiedenis is, dat Rein hardt dezer dagen al zijn theaters aan een Weensch-Berlijnsche combinatie overgedaan heeft en voortaan in deze stad nog slechts als gast-regisseur zal optreden. Het is aan te nemen, dat hij zijn groote woning in Berlijn opgeeft en voortaan in zijn kasteel in Salz burg wonen zal. Een wereldattractie ver dwijnt daarmee uit de Duitsche hoofdstad, die reeds zooveel aantrekkingskracht voor het vreemdelingen-verkeer verloren heeft, sinds Keizer en Hof tot het verleden behoo ren. ROLAND. VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR. Openbare zitting van Maandag 4 April. DE SCHUNNNIGE HANDELSARTIKELEN NOG EENS VOOR DEN DAG GEHAALD Het is al zóó lang geleden, dat het bijna gelijkt op een sprookje van moeder de Gans, het politiezaakje, dat we heden als nummer een van de nieuwe rol onder de aandacht van onze lezers moeten brengen. Het gebeurde dan op 6 Juli van het jaar 1931, dat Alkmaar werd „vereerd" met het bezoek van een tweetal Amsterdamsche han delsgeniën, die zich hadden voorgenomen de provinciale kaasboertjes eens te exploiteeren door de aanbieding van een soort spiegeltjes, die minder eerbare voorstellingen te bezien gaven. De gemeentelijke politiedienaren zouden wel sufferig met de handen op den rug door de stille straatjes flaneeren en aan de heeren Izak W. en Louis de L. de volle vrijheid laten hun ontoelaatbare negotie aan den man te brengen. Maar de onderneming liep ieelijk tegen en werd zelfs een tegenslag, want niet alleen de politie, maar zelfs de burgers waren paraat en actief en het duurde maar zeer kort of de agent Dalenberg had op aanwijzing van den heer W. Runderkamp, de heeren in kwestie, te pakken en deponeerde hen, mitsgaders hun voorradige artikelen op het bureau van politie. --n zich om; zijn gelaat drukte verlichting uit bij die onderbreking, of het hem niet onaan genaam was, het antwoord op de vraag van zijn broer te moeten uitstellen. Miss Stuart trad rechtstreekt naar den ko ning toe; zij had een heel andere uitdruk king op haar gelaat, sinds haar binnentre den; ze was één en al sympathie en vrouwe lijke teederheid geweest, een eenvoudige hof dame; nu nam zij de statige waardigheid aan die zeer goed paste bij haar schoon gelaat en slanke gestalte. Mistress Darcy doodstil in het halfduister bij den ingang. Drommels, Frances! Je bent dus terug. Nu, voor ëëns is de koning er mee ingeno men, dat zijn orders, om niemand toe te la ten, niet gehoorzaamd werden. Zijn majesteit knikte vriendelijk, want je bent boven alle bevelen verhevenbovendien ben je al op een heel geschikt oogenblik gekomen, om als scheidsrechter te dienen in een zaak, die mijn broer en ik besproken hebben, maar waar omtrent wij het niet eens zijn. Toen hij dit had gezegd, werd koning Ka- rel Mistress Darcy gewaar. Zijn reeds tanige huid werd nog donkerder. Maar wie hebben we daar? Bij Jupiter. Dit is mij nu wat te erg!. Hij stond half op uit zijn zetel en de beide honden blaften onbeschaamd. Frances Stuart trad hem terzijde; ze legde een vinger op zijn arm en keek glimlachend Proces-verbaal werd opgemaakt en de verdachte handelsvoorraad m beslag ge nomen. Op 28 September werd deze zaak, zijnde een misdrijf, strafbaar gesteld bij artikel 270 Wetb. v. Strafr. voor den politierechter ge bracht en de niet-verschenen verdachten bij verstek ieder veroordeeld tot 25 boete erf 25 dagen hechtenis, terwijl natuurlijk de des betreffende spiegeltjes werden verbeurd ver klaard. De veroordeelde Louis de L. scheen dit vonnis niet onbillijk te vinden, althans hij berustte, doch zijn college Izak W. was min der onderworpen en kwam in verzet, dat op 2 November '31 zou worden behandeld. Het bleek echter dat de opposant wettig verhinderd was persoonlijk te verschijnen, aangezien hij momenteel in een ziekenhuis werd verpleegd. Hoewel natuurlijk het ver zet vervallen kon worden verklaard, werd be sloten den heer de V. gerechtigheid bij de volle en zelfs overmaat, zooals Vondel zingt, te schenken en de zaak opnieuw uitgesteld tot de patiënt weer in staat zou zijn de emoties der terechtzitting te doorstaan. De opposant was thans aanwezig en bleek van beroep slagersknecht te Amsterdam te zijn. Zijn bemoeiingen hadden echter nog 'n ongedacht succes, aangezien het vonnis bij verstek door mr. Ledeboer werd bekrachtigd, doch de straf bepaald op f 15 boete of 15 dagen hechtenis. EEN NIEUWJAARSWENSCH DIE KLONK' ALS 'N KLOK. In den nacht van 31 December op 1 Januari bevond te Egmond aan Zee ook de heer Ja- cob P. zich op het oorlogspad en vestigde volgens dagvaarding de aandacht van zijn dorpsgenoote mej. H. Molenaar, bijzonder lijk op den reeds bij voorbaat beklonken en bedronken feestdag door een winkelruit in het door Molenaar bewoonde perceel finaal1 te verbrijzelen. Op 29 Februari werd deze beminnelijke Heilwenschgeschiedenis door den politie rechter onder handen genomen en Jb. P. bij verstek veroordeeld tot 35 boete of 35 dagen hechtenis, benevens vergoeding der toegebrachte schade ad 13. De veroordeel de kwam echter in verzet er, was thans in persoon verschenen. Hij ontkende het hem ten laste gelegde feit. De heer W. Dekker, die ook in den be- wusten nacht aanwezig was, kon niet met zekerheid zeggen, of het Jacob P. was, die de ruit vernield had. Hij stond er wel bij. De hernieuwde behandeling had tot oor zaak, dat de officier voortdurend terrein ver loor en ten slotte verplicht was vrijspraak te vorderen. Vonnis conform requisitoir vrijspraak. EEN DAME, DIE NIET VOLDAAN WAS. Op de politiezitting van 7 Maart werd on der meer ook nog ter behandeling aange boden een strafproces tegen zekere mej. Wil- 'helmina Gerdina B.. gedomicilieerd te Scha- gen, welke dame echter niet was verschenen. Zij had naar het scheen, op 11 Januari een hoogloopende twist gehad met zekere mej. Aafje Boon en zich bij dit conflict zoo opge wonden, dat zij in het door mej. Aafje Bron bewoonde woonwagen-appartement een glas ruit had vernield. Bovendien had zij mej. Bron in den arm gebeten. Een nabijwonend land bouwer, genaamd J. Goedharte, had het strafbare feit voldoende meegemaakt om als tweede getuige te kunnen optreden. Mej. B. was alstoen bij verstek veroordeeld tot 30 boete of 30 dagen hechtenis, omdat zij het er nogal dik had opgelegd, maar blijkbaar was haar dit nogal sterk gepeperde vonnis wat al te machtig en kwam zij in verzet, zoodat de politierechter het geheele gevalletje nog eens moest repeteeren. Mej. B., thans verschenen, beweerde, dat de woonwagen haar eigendom was. Voorts erkende zij mej. Bron te hebben gebeten, doch bij wijze van compensatie, omdat mej. Bron haar aan de haren had getrokken. Gevorderd werd bekrachtiging van het vonnis. Uit spraak conform eisch. EEN WEINIG VOORKOMENDE CLIENT VOOR DE EGMOND AAN ZEESCHE POLITIE. Op den 14 Juli 1931 werd door den rijks veldwachter Bergsma te Egmond aan Zee aldaar aangehouden een zoogenaamde kist- jesventer die vermoedelijk niet in het bezit was van een vergunning reden waarom Bergsma naar zijn naam informeerde. De man bleek echter niet genegen dit geheim te onthullen, welke weinige medewerking den rijksveldwachter noopte den negociant aan te pakken, teneinde hem voor den burge meester te geleiden. Er volgde hierop een krachtig verzet, zoo geducht, dat de rijks veldwachter met vreugde zijn ter assistentie toegesnelden collega, den gemeente-veld wachter ten Bruggencate begroette. Maar ook thans bleek de arrestant niet geneigd naar hem op met die tooverkracht, die zij be zat, meer dan alle andere vrouwen van haar tijd. Ik heb deze dame hier gebracht, zei ze kalm, om Uw Majesteit te spreken. Wat meer zegt: ik ben haar zelfs gaan halen. Karei was reeds veel zachter gestemd. Aan u, schoonste aller schoonen, wordt alles vergeven! En terwijl hij de hand ophief, die op zijn arm rustte, kuste hij de lange, teere vingers Miss Stuart keek nog naar hem, met glim lachende oogen, ofschoon haar gelaat verder hoogst ernstig stond. Ik heb gisteravond toevallig iets ge hoord, wat mij het bloed aan het koken, bracht; ik dobberde toen tusschen die twee dingen: of ik het rechtstreeks aan Uw Ma jesteit zou vertellen, of dat ik naar deze da me zou toegaan, die ik niet kende, en haar hierheen zou brengen om de hulp van Uw Majesteit in te roepen, of neen, liever geen hulp, maar iets, dat nog de nederigste van Uw onderdanen nooit geweigerd werd: Uw Majesteits rechtvaardigheid. Het gelaat van den Koning stond nu ook ernstig. Je spreekt in raadselen, Frances, zei hij. Wees zoo goed en word wat duidelijker. Daarop vertelde miss Stuart letterlijk wat zij gehoord had: het gepoch van Zijn Ge nade, den hertog van Buckingham, wat te- treft het lot van kapitein Robert Darcy.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5