Alkmaarscite Courant.
EEN LEVEN OM EEN LEVEN.
Radionieuws
£euMetw
Rechtszaken
Honden) vier en dertigste Jaargang.
Dinsdag 5 April.
Brieven uit Berlijn
(Wordt vervoigd),
No. 80 1932
Woensdag 6 Apnl.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A R A
6.457.en 7.307.45 Gymnastiekles.
8.Gramofoonp'.aten. 9.Trio Michel.
10.V.P.R.O.-Morgenwijding. 10.15 Voor
Arb. in de Continubedrijven: Trio Michel,
bet V.A R A.-tooneel en W. van Cappellen.
Gramofoonplaten. 12.1.45 V.A R.A -septet
c v. Is. Eyl en gramofoonplaten. 2.15 E.
Kupers: De arbeiders en de werkvergunning.
2 45 Gramofoonplaten. 3.P. J. Kers Jr.
Onze keuken. 3.30 Kinderuurtje. 5.30 Het
VARA-Septet o. 1. v. Is. Eyl en gramofoonpl.
6 30 T. Vleeming: Drankbestrijding van
man tot man. 6.40 Dr. F. M. Witaut: Het
beginselprogram van de S.D.A.P. (12). 7.—
Viool-recital Alexander Moskowsky. M m. v.
Olga MoskowskyElias, piano. 7.30 „Over
val op prof. Weltmann", hoorspel van F.
Mendelssohn. Vertaling: Priem. (Groot
Volkstooneel). 8.30 Het VARA-orkest o. 1. v.
Hugo de Groot, m. m. v. F. Geiger, tenor,
o.a. Ouv. „Frau Luna", Lincke. 9.15 Wakker
en Tropenduit. 9.30 Vervolg concert, o.a.
Ouv „Zigeunerbaron", Strausz. 10. Eli
Bomli: Over de ijsvelden van Kiwantin
10.20 Gramofoonplaten. 10.30 Vervolg con
cert. 11.- Vaz Dias. 11.1512.Gramo
foonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
8 Schriftlezing. 8.15—9.30 Gramofoonpl
10.— Zang N.C.R.V.-Dameskoor. 10.30 Zie-
kendienst. 11.Concert. M. F. Jurjaanz,
harmonium), mej. C. de Jager, sopraan.
Mevr. R. Mijnhout, alt. 12.15—2.— Concert.
Mej. J. Kreyenbroek, sopraan. H. Hermann,
viool. H. v. d. Horst Jr., cello en mevr. R. A.
v. d. HorstBleekrode, piano. 2.30 Chr.
Lectuur. 3.Causerie voor de ouders. 3.30
Vanuit het Carlton-Hotel te Amsterdam: mr
IJ A. de Wilde: „Werkverruiming"' 4
Concert. Mevr. I Mulder—Belser, alt-mezzo.
J H. E. Wittpen, fluit. G. Scager, cello en
Mej. A. de Ridder, piano. 5.— Kinderuurtje
6Voor de landbouwers. 7.— Causerie
door kolonel G. J. Govaars, pionier-officier
van het Leger des Heils. 7.45 Ned. Chr.
Persbureau. 8.Concert door de H. O. V.
o. 1. v. F. Schuurman. 0.a Ouv „Gazza
ladra", Rossini en Potp. „Mignon", Thomas
9.Dr. W. H. Gispen: Het jongste werk
van Jolin Garstang. 9.3010.30 Vervolg
concert, o.a. Ballet egvptien, Luigini. Ca.
10— Vaz Dias. 10.30—11.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10.50—1105 Tijdsein, berichten. 11.05 Le
zing. 12.20 Orgelconcert Q. MacLean. 1.05
Gramofoonp'aten. 1.502.35 Concert. B.
Windsor, mezzo-sopraan. Lupton Whitelock,
fluit en Mary Grandage, piano. 3.50 Sted.
Orkest van Bournemouth o. 1. v. Sir Dan
Godfrey. Juliette Folville, piano. O.a. 1ste
Svmphonie in C-moll, Op. 68. Rrahms. 5 05
Orgelconcert Reg. New. 5.35 Kinderuur
6.20 Berichten. 6.50 Helen Perkin speelt
Haydn's Pianosonates. 7.10 Causerie 7.25
Landbouwnraatje. 7.50 Causerie over Goefhe
8 35 B B.C.-Sivmphpnie-orkest m. m. v.
Nationa1 Chorus en solisten o. 1. v. A
Boult. Bach's Mis in B-mol!. (Vanuit de
Oueens Hall te Londen). 11.20 Berichten.
11.25—12 20 Tack Harris' Band.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12.50
Gramofoonplaten. 9.05 Concert. Piano
sonate, Beethoven door Leon Kartun. 9 50
Vervolg concert. O.a. Strijkkwartet v. Silvio
Lazzari.
Kalundborg, 1153 M. 11.2012.35 Con
cert uit Rest. „Wivex". 2.204.20 Radio-
orkest o. 1. v. Grond?hl. 4.204.50 Gramo
foonplaten. 7.20 Kamermuziek, cembalo,
viool, viola da gamba. O.a. Trio F-dur, Lotti.
8. KT—1.20 Dansmuziek voor de jeugd door
diverse dansorkestèn.
Langenberg, 47M. 6.257.20 en 10.40
11.20 Gramofoonplaten. 11.2012.10
Concert uit München. 12.201.50 Concert
door werklooze musici o. 1. v. H. Salger. 1.50
Gramofoonpl. 4.205.35 Cooncert uit Stutt-
gart o. 1 v. Görlich. 8.05 „Oberst Chabert",
hoorspel naar Honor' de Balzac van A'fred
Mühr. Regie: Kandner. 9.4011.20 Popu
lair concert door een orkest van werklooze
musici te Berlijn.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 11.35—
105 Max Alexys' orkest. 5.35 Balalaika
orkest o. 1. v. Zoueff uit Hotel Albert I. 5.50
Gramofoonpl. 7.20 „Un ami de jeunesse",
comedie van E. Sée. 8.15 Gramofoonpl
(Russische koorzang). 8.30 2de en 3de acte
van „Si j'étais roi" van Adolphe Adam
Naar het Engelsch van Mori< o Gerard
door Emma A H
68-
Miss Stuart moest iets bevroed hebben van
haar leed, want zij stak den arm door dien
van miss Darcy en fluisterde:
Moed! In vijf minuten zullen wij den
Koning zijn; bedenk, dat u strijdt voor het
leven van uw ehtgenoot!
Ze keek Lucille in de oogen, als om haar
vertrouwen in te boezemen en haar hoop te
schenken.
Ze traden door glazen balkondeuren in een
lang, leeg vertrek met prachtige schilderij
en in vergulde lijsten aan de wanden. Hier
ecnet miss Stuart miss Darcy, die ten prooi
u 2Si ,aan 'e"€re ontroering, waarvoor het
af\p^an een vrouw vatbaar is.
L>e seconde leken haar minuten; de minu
ten uren Miss Darcy ging zitten, stond weer
op, stapte het -vertrek op en neer, en luiste-
re*M "aar geluid, trachtende zich te
verklaren al wat zij van verren afstand in
net Paleis hoorde: het gegons van stemmen,
het sluiten van deuren met dat geheel op
gaan in een denkbeeld, waardoor zij zich
voorstelde dat heel gewone dingen iets had-
338 M.: 11.35—1.05 Zie 508 M. 4.30
Sonateconcert, viool en piano. 5.en 5.50
Gramofoonpl. 7.20 Kamermuziek. Gertler-
kwartet, o.a. kwartetten van Haydn en
Mozart. 8 209.20 Concert uit de Memlinc-
zaal te Antwerpen.
Rome, 441 M. 7.25 Gramofoonplaten. 8.05
Uitzending van een opera vanuit de Koninkl.
Opera.
Zeesen, 1635 M. 7.20 „Die Leipziger
Lerche", zangspel van Hansen en Ibing.
Muziek van Scheffler. 9.20 Lezing en berich
ten. Hierna populair avondconcert door een
orkest van werklooze musici.
RADIOMUZIEK VAN DE KOMENDE
DAGEN.
Woensdag.
Het middagconcert van Daventry brengt
het stralende vijfde pianoconcert (Es-dur)
van Beethoven en de eerste symphonie (e-
moll) van Brahms. In het begin van den
avond geeft de V.A.R A een vioolrecital.
Over Kalundborg komt kamermuziek van
oude componisten, gespeeld op oude instru
menten, cembalo en viola de gamba (knie
viool, een voorlooper van de cello). Over
FrankfurtMöhlacker komt een concert met
een afwisselend programma, o.m. sympho-
nieën van Haydn en Schubert, een piano
concert van Mozart en sopraanaria's van
Haydn. Het orkest-programma van Oslo om
vat werken van Engelsche componisten. Over
het Vlaamsche Brussel komen strijkkwartet
ten van Haydn en Mozart. Des avonds wijdt
Beromünster een concert aan Mozart. War
schau geeft een zangrecital met werken van
Italiaansche componisten. Over Midland
Regional komt het oratorium La Damnation
de Faust van Berlioz, een drietal orkestfrag
menten hieruit, de Hongaarsche marsch en
de dansen der luchtgeesten en der dwaal
lichten worden vaak gespeeld en zijn alge
meen bekend. Daventry brengt Bach's groote
mis in b-moll, de Hohe Messe, die zeker even
grootsch is als de Mattheus-passion, maar
niet de bekendheid van het dramatische
evangelie-verhaal heeft verkregen; het werk
bestaat uit zes-en-twintig muziekstukken,
waarbij 17 vier- en meerstemmige koren, 3
duetten en 6 aria's voor solostemmen; als
wij op enkele schoonheden van ciit heerlijke
werk mogen wijzen, noemen wij hier de jubel
van het Gloria, de vioolbegeleiding van het
Laudamus te, en de aangrijpende verklan
king van het Credo.
Opera en operette.
Radio Suisse Romande brengt de opera
Orphée et Eurydice van Gluck. Over Mün
chen komt een operette van Johann Strauss,
Das Spitzentuch der Königin, waarin de
drie-kwarts maat weer hoogtij viert.
(Van onzen correspondent).
De Rijksregeering heeft Paaschvrede be
volen. Veertien dagen lang, waardoor tevens
de strijd voor de definitieve verkiezing van
Duitschland President der Republiek tot op
één week in plaats van oorspronkelijk 4
wekenbekort is. N u, wie de voorbereiden
de verkiezingscampagne voor de eerste ronde
meegemaakt heeft, kan zich over deze ge
dwongen beperking slechts van harte .ver
heugen! Het is geen fraaie periode in de
Duitsche geschiedenis geweest. Al dadelijk
wekte op menschen, die hun gezond oordeel
bewaard hebben, de omstandigheid, dat om
een persoonlijkheid als de generaal-veld-
maarschalk von Hindenburg nog een strijd
ontvlammen kon, in hooge mate deprimee-
rend. De heer von Hindenburg hoopt dit jaar
zijn 85sten verjaardag te vieren. Mannen,
die zoo oud geworden zijn, kunnen eiken dag
aan de gemeenschap ontrukt worden, a!
voelen ze zich ook vaak krachtiger dan
menigeen, die de zestig nog niet gehaald
heeft. Het is zeer goed mogelijk, dat de
„grand old man" der Duitschers nog eens
zijn volle zeven jarc in het Paleis van den
Püksoresident in de Wilhe'mstrasse zal uit
zitten en dan als naar men hopen mag
volkomen gezonde 92-jarige nog 'ang ge
noeg leven zal om zijn laatste jaren in te
vredenheid op slot Neudeck, aan de overzijde
van den „Poolschen Corridor", te slijten
Maar het is evengoed mogelijk en volgens de
kansberekening zelfs waarschijnlijk, dat zijn
in den laatsten tijd wel degelijk eenigszins
afnemende krachten nog binnen deze nieuwe
periode van zeven jaren het einde zullen aan
kondigen. Voor het Duitsche volk is oprecht
te wenschen, dat dit einde nog verre is. Dit
zelfde volk had echter met de grootst waar
schijnlijkheid rekening moeten houden en
voor zoover het niet door communistische
agitatie eenzijdig georiënteerd is in dit
zeer bijzonder geval aan de overige wereld
behooren te toonen. dat het een zoo overwel
digende en eerwaardige persoonlijkheid als
Paul von Hindenburg werkelijk waard xis.
den uit te staan met haar eigen zending.
Toen miss Stuart werkelijk terugkeerde,
hoorde Lucille haar eerst niet. daar zij met
den rug naar haar toestond. Met lichten tred
doorkruiste het schoone jonge meisje het ver
trek en tikte haar protégée op den schouder.
Lucille schrikte op; ze wist niet dat er
iemand in het vertrek was. De kleur ver
scheen en verdween op haar gelaat.
Wees niet bevreesd, zei miss Stuart.
Alles is zooals ik dat hoopte. De koning
heeft alleen zijn broer, den hertog van York,
bij zich; beter dien dan iemand anders. Het
is een hard mensch, maar rechtvaardig en
niet licht beïnvloed door Buckingham en zijn
kliek. De beide broers hebben over een be
langrijk onderwerp gesproken. Ik heb opge
merkt, dat Zijn Majesteit order heeft gegeven,
hoe niemand tot het kabinet zal worden toe
gelaten voor hun onderhoud is afgeloopen.
Maar zal Zijn Majesteit niet boos zijn
als zijn orders niet gehoorzaamd worden en
daardoor reeds tegeningenomen zijn voor
mijn smeekbede? vroeg Lucille, in haar opge
wondenheid de hand op den arm van miss
Stuart leggende als om de vraag kracht bij te
zetten.
Zijn majesteit is alleen verstoord op dege
nen, die hem vervelen, antwoordde miss
Stuart. Kom, ik neem alle verantwoordelijk
heid op mij. Hoe gauwer we in zijn tegen
woordigheid zijn. hoe beter, want de Koning
ne de prins zijn reeds langer samen geweest,
Zooiets ware bewezen geweest, indien de heer
von Hindenburg candidaat aller Duitschers
geworden ware. Het stemt tot voldoening,
dat hij althans met een zoo groote en bijna
absolute meerderheid zijn tegencandidaten
geslagen heeft; en niemand twijfelt er hier
aan, of hij zal straks, op 10 April, met een
even indrukwekkende meerderheid gekozen
worden.
Het bedroevende feit, dat hij toch nog
vechten moest of liever: voor zich moest
laten vechten en dat de dankbare bevol
king hem niet spctitaan de verlenging van
zijn ambtstijd als vanzelfsprekende hulde
voor de voeten gelegd heeft, is een nieuw be
wijs van den kwaden maar verdienden reuk,
waarin nu eenmaal alle politiek gedoe staat.
Men heeft, ofschoon de tegenwoordige Re
geering stappen gedaan heeft om een ver
heugend resultaat te bereiken, er toch de
voorkeur aan gegeven, den grijzen veld
maarschalk aan het einde van leven een be
wijs van de groote ondankbaarheid van bij
na de helft van zijn langenooten te geven.
Men heeft Hindenburg een serieuzen tegen-
cadidaat voorgezet, die eerst weinige weken
te voren D'uitsch staatsburger geworden was
en die aan positief werk nog niets gepres
teerd had, afgezien dan van het organisee
ren van een massa-beweging op waarlijk-
voortreffelijke en talentvolle wijze. Maar het
meest grievende voor den ouden veldmaar
schalk, die in 1914 bij Tannenberg Oost-
Pruisen wist te redden onder omstandighe
den, die militair-geniaal genoemd moeten
worden, was wel het feit, dat ditzelfde Oost-
Pruisen tegen hem, den redder der provin
cie, stemde en het waarschijnlijk op 10 April
opnieuw doen zal. En dit alles, omdat men in
conservatieve kringen zeven jaar geleden ge
hoopt had in^e persoon van den heer von
Hindenburg een partijdig verdediger der
eigen belangen aan het hoofd van den staat
te brengen. Dit alles, omdat men teleurge
steld was, omdat Hindenburg zijn plicht en
meer dan zijn plicht niet alleen jegens hen,
uit wier kringen hij is voortgekomen maar
ook jegens hen, voor wie hen oorspronkelijk
géén sympathiën voelde, gedaan heeft.
Duitsche vrienden van me hebben me de
laatste weken herhaaldelijk zuchtend als hun
oordeel gezegd: „In geen enkel ander land
ter wereld ware een zoo grievende en kwet
sende ondankbaarheid tegenover een edelen
grijsaard, een nationalen heros, denkbaar.
Zooiets is alleen mogelijk bij ons
Ik geloof, dat dit oordeel niet juist is. On
dankbaarheid tegenover groote mannen
heeft elk volk op zijn tijd getoond. Men be
hoeft, om naar voorbeelden te zoeken, waar
lijk niet naar het oude Rome of het nog
oudere Hellas terug te gaan. En evenmin na
te speuren, wat de Noord-Nederlanders voor
Vondel en Rembrandt hebben over gehad!
Maar dat het Duitsche volk géén gunstige
uitzondering maakt daarover kan men het
gloeiend eens zijn. En dat zou niemand min
der dan Otto von Bismarck gaarne bevesti
gen, indien hij daartoe nog de mogelijkheid
had!
Neen, de vormen, waarin de politieke
strijd in Duitschland zich afspeelt, zijn alles
behalve aantrekkelijk. En de pers heeft het
hare er toe bij gedragen om de misstanden
nog te doen toenemen en de verschillende
groepen der bevolking tegen elkaar op te
hitsen. Is het een wonder, dat men naar
beter tijden snakt en zelfs al dankbaar ware
voor wat lenteweer, dat nog altijd niet komen
wil?
Zon en zoele warmte kan de stemming in
Duitschland die ver beneden het nulpunt ge
daald is, er wellicht weer wat bovenop wer
ken. Voorloopig ligt in de buitenwijken van
Berlijn, daar, waar de huizenblokken in
villawijken en dennenbosschen overgaan,
nog vuile, half-weggedooide sneeuw op de
straten. En de menschheid loopt nog in pels
en overjas.
Ook Max Reinhardt heeft weer eens ge
noeg gekregen van deze eigenlijk altijd wat
kille en zakelijke stad. Weken lang is het
kunstlievend publiek in de onzekerheid ge
weest, of „de professor" zijn oude Berlijn al
dan niet opnieuw ontrouw zou worden.
Met Max Reinhardt en de Duitsche hoofd
stad aan welke hij dan toch maar zijn
wereldreputatie te danken heeft is het
altijd, een wonderlijk geval geweest, Rein
hardt kwam oorspronkelijk uit het zuiden,
v/erd echter in Berlijn ongeveer 30 jaren ge
leden tooneelspeler (hij kon hier eenige jaren
geleden zijn 25-jarig jubileum als directeur
zeer feestelijk vieren) en werkte zich spoedig
op tot directeur-regisseur van het zeer be
scheiden „kleine theater" Unter den Linden.
Van dien tijd af dateert een carrière, die In
de kunstwereld nauwelijks haar weerga
heeft. De lezer, die zich voor tooneelkunsr
interesseert, zal weten, dat vóór den wereld
oorlog Berlijn dank zij Reinhardt een cen
trum op dit gebied geworden was van in
ternationale reputatie. Ik herinner me nog
heel goed de prachtige Shakespeare-cycius,
dan verwacht werd.
Miss Stuart geleide Mistress Darcy de
gang door, die met zilveren lampen was ver
licht, ofschoon het dag was. Aan het einde
daarvan was een deur, verborgen, achter een
zwaar gordijn, met geborduurde fleurs-de lis;
over heel de lengte van het tapijt. Toen Lu
cille dit zinnebeeld zag, dach zij in eens weer
aan haar ring, vatte dit als een goed voortee
ken op en haalde weer wat vrijer adem.
Een kamerlakei stond bij het gojdijn; hij
schoof het terzijde op een teeken van Francis
Stuart. Die deed geruischloos nog een andere
deur open en trad binnen; alvorens dit (e
doen, raakte zij even Lucille's hand met de
toppen van haar vingers.
Ze waren in 's Konings tegenwoordigheid.
Koning Karei zat in een massief eikenhou
ten armstoel met hoogen rug en eigenaardig
gebeeldhouwd, met langoorigen hond op zijn
knieën en een anderen, zoo schijnbaar in
slaap, aan zijn voeten. Een kort geblaf van
dengene, die het meest wakker was, begroet
te haar binnentreden; de ander stak zijn
neus in den wind, snuffelde even en ging
toen weer liggen, maar met de oogen op de
indringsters gericht.
Achter den koninklijken stoel stond de
hertog van York, wat voorovergebogen,
blijkbaar iets voorstellend, waarschijnlijk
met heel veel nadruk want zijn majesteit viel
niet gemakkelijk te overtuigen.
Toen de hond blafte, wendde de koning
die Reinhardt in zijn ietwat verouderde maar
door roem en traditie in gouden glans stra
lende „Deutsche Theater" den liefhebber als
bijzonder tractatie aanbood. Een krans van
voortreffelijke tooneelspelers we denken
hier aan Arnold, Moissi, Wassmann, Eise
Heims, Bassermann, Lucia Höflich on
dersteunde hem op schitterende wijze. Ner
gens tér wereld was (en is nog!) Shake-
speare op zoo vólmaakte wijze ten tooneele
gebracht als in 1912-14 in de Duitsche
Rijkshoofdstad.
Kort na den oorlog waagde Reinhardt
een nieuw experiment. Hij kocht het cricus
Schumann, in de onmiddellijke nabijheid van
zijn „Kammerspiele" en „Deutsches Theater"
gelegen, en liet het door den origineelen ar
chitect Poelzig tot een „Schouwburg der
Vijfduizend (toeschouwers)" ombouwen
Zijn streven was, der menschheid van heden
het groote theater der Grieken terug te ge
ven, de klassieke schouwburgruimte in clr-
cusvorm, waarbij de tooneelspelers temidden
van het rondom zittend publiek te spelen
hadden en het verschijnen van groote mas
sa's acteurs en koren mogelijk werd. Berlijn
aanvaardde deze massa-voorstellingen niet,
de tooneelspelers beklaagden er zich over,
dat zij zich in deze holle ruimte heesch
schreeuwen moesten en weigerden de rollen
te leeren. Prof. Reinhardt ergerde zich geel
en groen en zwoer, met deze stad en haar
lastige critiek niets meer te doen te willen
hebben. De intusschen helaas gestorven Fe-
lix Hollaender werd zijn opvolger en plaats
vervanger. Reinhardt trok naar Salzburg,
gasteerde in Nederland, in Engeland, in
Amerika. Intusschen speelde zich in zijn
huiselijken kring een drama af. Zijn echtge-
noote olse Heims, van wie Reinhardt twee
zoons heeft, scheen hem minder aantrekke
lijk dan de jonge tooneelspeelster Helenc
Thimig. Maar Else Heims wilde van schei
ding niets weten. Daarom begon Rheln-
hardt een reeks processen, die nog heden
niet tot een resultaat gevoerd hebben.
Maar intusschen waren Berlijnsche kunst
vrienden er toch weer in geslaagd hem naar
hier te lokken. Hij liet het verrukkelijke
schouwburgje „Die Komödie" aan den Kur-
fürstendamm bouwen en nam tenslotte ook
nog het „Theater aus Kurfürstendamm", dat
daarnaast ligt, voor zijn rekening. Omstreeks
dezen tijd echter stierf zijn groote helper en
broeder Edmund Reinhardt. En sindsdien is
Max weer zelf de zakelijke chef, zonder van
zaken meer begrip te hebben dan de meeste
kunstenaars. Het gevolg was natuurlijk, dat
het zijn al te vele schouwburgen slecht ging,
ondanks de groote triomfen, die stukken van
Hauptmann, Hasenclever en Ferdinand
Bruckner en verschillende reprises van klas
sieke werken (ook operettes) er hadden.
Het slot van de geschiedenis is, dat Rein
hardt dezer dagen al zijn theaters aan een
Weensch-Berlijnsche combinatie overgedaan
heeft en voortaan in deze stad nog slechts
als gast-regisseur zal optreden. Het is aan te
nemen, dat hij zijn groote woning in Berlijn
opgeeft en voortaan in zijn kasteel in Salz
burg wonen zal. Een wereldattractie ver
dwijnt daarmee uit de Duitsche hoofdstad,
die reeds zooveel aantrekkingskracht voor
het vreemdelingen-verkeer verloren heeft,
sinds Keizer en Hof tot het verleden behoo
ren. ROLAND.
VOOR DEN POLITIERECHTER TE
ALKMAAR.
Openbare zitting van Maandag 4 April.
DE SCHUNNNIGE HANDELSARTIKELEN
NOG EENS VOOR DEN DAG GEHAALD
Het is al zóó lang geleden, dat het bijna
gelijkt op een sprookje van moeder de Gans,
het politiezaakje, dat we heden als nummer
een van de nieuwe rol onder de aandacht van
onze lezers moeten brengen.
Het gebeurde dan op 6 Juli van het jaar
1931, dat Alkmaar werd „vereerd" met het
bezoek van een tweetal Amsterdamsche han
delsgeniën, die zich hadden voorgenomen de
provinciale kaasboertjes eens te exploiteeren
door de aanbieding van een soort spiegeltjes,
die minder eerbare voorstellingen te bezien
gaven.
De gemeentelijke politiedienaren zouden
wel sufferig met de handen op den rug door
de stille straatjes flaneeren en aan de heeren
Izak W. en Louis de L. de volle vrijheid laten
hun ontoelaatbare negotie aan den man te
brengen.
Maar de onderneming liep ieelijk tegen en
werd zelfs een tegenslag, want niet alleen de
politie, maar zelfs de burgers waren paraat en
actief en het duurde maar zeer kort of de
agent Dalenberg had op aanwijzing van den
heer W. Runderkamp, de heeren in kwestie,
te pakken en deponeerde hen, mitsgaders
hun voorradige artikelen op het bureau van
politie.
--n
zich om; zijn gelaat drukte verlichting uit
bij die onderbreking, of het hem niet onaan
genaam was, het antwoord op de vraag van
zijn broer te moeten uitstellen.
Miss Stuart trad rechtstreekt naar den ko
ning toe; zij had een heel andere uitdruk
king op haar gelaat, sinds haar binnentre
den; ze was één en al sympathie en vrouwe
lijke teederheid geweest, een eenvoudige hof
dame; nu nam zij de statige waardigheid aan
die zeer goed paste bij haar schoon gelaat en
slanke gestalte.
Mistress Darcy doodstil in het halfduister
bij den ingang.
Drommels, Frances! Je bent dus terug.
Nu, voor ëëns is de koning er mee ingeno
men, dat zijn orders, om niemand toe te la
ten, niet gehoorzaamd werden. Zijn majesteit
knikte vriendelijk, want je bent boven alle
bevelen verhevenbovendien ben je al op een
heel geschikt oogenblik gekomen, om als
scheidsrechter te dienen in een zaak, die mijn
broer en ik besproken hebben, maar waar
omtrent wij het niet eens zijn.
Toen hij dit had gezegd, werd koning Ka-
rel Mistress Darcy gewaar. Zijn reeds tanige
huid werd nog donkerder.
Maar wie hebben we daar? Bij Jupiter.
Dit is mij nu wat te erg!.
Hij stond half op uit zijn zetel en de beide
honden blaften onbeschaamd.
Frances Stuart trad hem terzijde; ze legde
een vinger op zijn arm en keek glimlachend
Proces-verbaal werd opgemaakt en de
verdachte handelsvoorraad m beslag ge
nomen.
Op 28 September werd deze zaak, zijnde
een misdrijf, strafbaar gesteld bij artikel 270
Wetb. v. Strafr. voor den politierechter ge
bracht en de niet-verschenen verdachten bij
verstek ieder veroordeeld tot 25 boete erf
25 dagen hechtenis, terwijl natuurlijk de des
betreffende spiegeltjes werden verbeurd ver
klaard.
De veroordeelde Louis de L. scheen dit
vonnis niet onbillijk te vinden, althans hij
berustte, doch zijn college Izak W. was min
der onderworpen en kwam in verzet, dat op
2 November '31 zou worden behandeld.
Het bleek echter dat de opposant wettig
verhinderd was persoonlijk te verschijnen,
aangezien hij momenteel in een ziekenhuis
werd verpleegd. Hoewel natuurlijk het ver
zet vervallen kon worden verklaard, werd be
sloten den heer de V. gerechtigheid bij de
volle en zelfs overmaat, zooals Vondel zingt,
te schenken en de zaak opnieuw uitgesteld tot
de patiënt weer in staat zou zijn de emoties
der terechtzitting te doorstaan.
De opposant was thans aanwezig en bleek
van beroep slagersknecht te Amsterdam te
zijn. Zijn bemoeiingen hadden echter nog 'n
ongedacht succes, aangezien het vonnis bij
verstek door mr. Ledeboer werd bekrachtigd,
doch de straf bepaald op f 15 boete of 15
dagen hechtenis.
EEN NIEUWJAARSWENSCH DIE KLONK'
ALS 'N KLOK.
In den nacht van 31 December op 1 Januari
bevond te Egmond aan Zee ook de heer Ja-
cob P. zich op het oorlogspad en vestigde
volgens dagvaarding de aandacht van zijn
dorpsgenoote mej. H. Molenaar, bijzonder
lijk op den reeds bij voorbaat beklonken en
bedronken feestdag door een winkelruit in
het door Molenaar bewoonde perceel finaal1
te verbrijzelen.
Op 29 Februari werd deze beminnelijke
Heilwenschgeschiedenis door den politie
rechter onder handen genomen en Jb. P. bij
verstek veroordeeld tot 35 boete of 35
dagen hechtenis, benevens vergoeding der
toegebrachte schade ad 13. De veroordeel
de kwam echter in verzet er, was thans in
persoon verschenen. Hij ontkende het hem
ten laste gelegde feit.
De heer W. Dekker, die ook in den be-
wusten nacht aanwezig was, kon niet met
zekerheid zeggen, of het Jacob P. was, die
de ruit vernield had. Hij stond er wel bij.
De hernieuwde behandeling had tot oor
zaak, dat de officier voortdurend terrein ver
loor en ten slotte verplicht was vrijspraak
te vorderen.
Vonnis conform requisitoir vrijspraak.
EEN DAME, DIE NIET VOLDAAN WAS.
Op de politiezitting van 7 Maart werd on
der meer ook nog ter behandeling aange
boden een strafproces tegen zekere mej. Wil-
'helmina Gerdina B.. gedomicilieerd te Scha-
gen, welke dame echter niet was verschenen.
Zij had naar het scheen, op 11 Januari een
hoogloopende twist gehad met zekere mej.
Aafje Boon en zich bij dit conflict zoo opge
wonden, dat zij in het door mej. Aafje Bron
bewoonde woonwagen-appartement een glas
ruit had vernield. Bovendien had zij mej. Bron
in den arm gebeten. Een nabijwonend land
bouwer, genaamd J. Goedharte, had het
strafbare feit voldoende meegemaakt om als
tweede getuige te kunnen optreden. Mej. B.
was alstoen bij verstek veroordeeld tot 30
boete of 30 dagen hechtenis, omdat zij het er
nogal dik had opgelegd, maar blijkbaar was
haar dit nogal sterk gepeperde vonnis wat al
te machtig en kwam zij in verzet, zoodat de
politierechter het geheele gevalletje nog eens
moest repeteeren.
Mej. B., thans verschenen, beweerde, dat
de woonwagen haar eigendom was. Voorts
erkende zij mej. Bron te hebben gebeten, doch
bij wijze van compensatie, omdat mej. Bron
haar aan de haren had getrokken. Gevorderd
werd bekrachtiging van het vonnis. Uit
spraak conform eisch.
EEN WEINIG VOORKOMENDE
CLIENT VOOR DE EGMOND
AAN ZEESCHE POLITIE.
Op den 14 Juli 1931 werd door den rijks
veldwachter Bergsma te Egmond aan Zee
aldaar aangehouden een zoogenaamde kist-
jesventer die vermoedelijk niet in het bezit
was van een vergunning reden waarom
Bergsma naar zijn naam informeerde. De
man bleek echter niet genegen dit geheim te
onthullen, welke weinige medewerking den
rijksveldwachter noopte den negociant aan
te pakken, teneinde hem voor den burge
meester te geleiden. Er volgde hierop een
krachtig verzet, zoo geducht, dat de rijks
veldwachter met vreugde zijn ter assistentie
toegesnelden collega, den gemeente-veld
wachter ten Bruggencate begroette. Maar
ook thans bleek de arrestant niet geneigd
naar hem op met die tooverkracht, die zij be
zat, meer dan alle andere vrouwen van haar
tijd.
Ik heb deze dame hier gebracht, zei ze
kalm, om Uw Majesteit te spreken. Wat
meer zegt: ik ben haar zelfs gaan halen.
Karei was reeds veel zachter gestemd.
Aan u, schoonste aller schoonen, wordt
alles vergeven!
En terwijl hij de hand ophief, die op zijn
arm rustte, kuste hij de lange, teere vingers
Miss Stuart keek nog naar hem, met glim
lachende oogen, ofschoon haar gelaat verder
hoogst ernstig stond.
Ik heb gisteravond toevallig iets ge
hoord, wat mij het bloed aan het koken,
bracht; ik dobberde toen tusschen die twee
dingen: of ik het rechtstreeks aan Uw Ma
jesteit zou vertellen, of dat ik naar deze da
me zou toegaan, die ik niet kende, en haar
hierheen zou brengen om de hulp van Uw
Majesteit in te roepen, of neen, liever geen
hulp, maar iets, dat nog de nederigste van
Uw onderdanen nooit geweigerd werd: Uw
Majesteits rechtvaardigheid.
Het gelaat van den Koning stond nu ook
ernstig.
Je spreekt in raadselen, Frances, zei hij.
Wees zoo goed en word wat duidelijker.
Daarop vertelde miss Stuart letterlijk wat
zij gehoord had: het gepoch van Zijn Ge
nade, den hertog van Buckingham, wat te-
treft het lot van kapitein Robert Darcy.