DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hit fel JUxdemmt
T^xtqeÜjksch Oveciicht
^Buitenland
134e Jaargang.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
j j
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brievt t franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
VRIJDAG 29 APRIL 1932
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
«o. lOI
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 28 April 1932.
Het contingenteeringsdebat, gister in de
Tweede Kamer aangevangen, is heden ten
einde gebracht op een voor der. minister van
Arbeid, mr. Verschuur, ongetwijfeld bevre
digende wijze: de voorgestelde amendemen
ten werden ingetrokken en het ontwerp tot
bekrachtiging van het K. B. betreffende de
contingenteering van den invoer van vleesch
tot 60 percent werd goedgekeurd met 50
tegen 12 stemmen, nadat de plattelander
Braat, die zich als den heftigsten tegenstan
der van minister Verschuur had doen kennen,
zich aan stemming had onttrokken en ver
dwenen was.
Aanvankelijk scheen ons de minister niet
loo zeker van zijn succes. De professorale
rust welke doorgaans zijn redevoeringen ken
merkt, misten wij en de Kamer scheen weinig
belangstelling voor zijn woorden te hebben,
de roezemoezigheid was zoo groot, dat het
soms moeite kostte den spreker op de Pers
tribune te volgen. De minister heeft in den
aanvang zijner rede het bestaansrecht van het
Contingenteeringsstelsel verdedigd, hoewel
hij erkende volstrekt niet er mede te dwepen.
Maar daarom contingenteert hij ook maar niet
hik-raak. Hij ontvangt dagelijks aanvragen
tot contingenteering, doch het'staat bij hem
al vast, dat er van contingenteering van
brood, haver, rogge, radioartikelen, vitrage,
vuurvast materiaal en baksteen geen sprake
zal zijn. Bij het contingenteeren gaat de mi
nister met groote behoedzaamheid te werk
en hij maakt daarbij geen onderscheid tus
schen nijverheid en landbouw. Geregeld
houdt hij daarbij voeling met Buitenlandsche
Zaken en zeker met de commissie van advies,
die met groote toewijding uitnemend werk
verricht en zorgt belanghebbenden op ruime
schaal te raadplegen. Dat er de hand zou
worden gelicht met de uitvoering van contin-
genteeringsbesluiten. ontkende de minister
ten stelligste
Komende tot de bespreking van het eigen
lijke onderwerp van debat, wees de minister
er met nadruk op, dat men steeds bij de be
oordeeling van de contingenteering van den
vleeschinvoer over het hoofd ziet de beteeke-
nis van de eigen productie. Tusschen 1928 en
1931 wisselde de invoer tusschen ongeveer
10,000 en 20,000 ton per jaar, maar de eigen
productie bedroeg om en bij 140,000 ton per
jaar. Daar zinkt de invoer toch wel voor
weg. Trouwens de contingenteering dient niet
in de eerste plaats om prijsstijging te bevor
deren doch om werkgelegenheid te behouden
en den invloed van contingenteering kan
eerst soms pas na geruimen tijd worden ge
constateerd. Wanneer thans de vleeschprijzen
op een laag niveau blijven ligt de oorzaak
hiervan hoofdzakelijk in het afslachten in
een ongewoon snel tempo.
De gevolgen van de contingenteering voor
Denemarken zijn grootelijks overdreven. Zoo
is dat land al sedert geruimen tijd bezig zich
op Engeland te oriënteeren, doch dit mag
niet op rekening van de Nederlandsche con
tingenteering worden geschreven. Over het
algemeen maakt men zich zeer overdreven
voorstelling van de reactie in Denemarken
door onze maatregelen veroorzaakt. Maar,
concludeerde de minister, contingenteering is
een noodzakelijk kwaad van het oogenbfik.
Er werd hierna druk gerepliceerd en de
repliceerenden waren niet vriendelijker ge
stemd dan toen zij in eersten termijn spraken.
De heer IJ z e r m a n (s. d. a. p.) bleef
slechts nadeelen in de regeling zien zoodat
hij zijn stem aan het ontwerp wenschte te
onthouden, de heer Van den Heuvel
(a.r.) bleef het afkeuren dat de minister de
jaren 19291931 bleef behouden als uit
gangspunt voor de contingenteering, de heer
dr. V os (lib.) hield vol, dat bij de contingen
teering niet voldoende rekening was ge
houden met de belangen van buitenstaanden,
de heer Van Voorst tot Voorst (r.k.)
bleef het tempo der contingenteering te traag
achten en vond de hoeveelheid waarvan de
invoer werd toegestaan te groot achten, de
heer Oud (v.d.) hield een uitvoerig juridisch
betoog, dat het ontwerp niet klopte met het
oorspronkelijk K. B en zag daarbij den heer
Heemskerk (a.r.) aan zijn zijde.
Na dupliek van den minister, waarbij
deze in het bijzonder stilstond bij de juri
dische opmerkingen van den heer Oud en
hem van ongelijk overtuigde we zullen
hier maar niet op dit puntje verder ingaan
kwamen de artikelen aan de orde. Bij art. 2
kwam ter sprake een amendement van den
heer Van Voorst (r.k.) in hoofdzaak be
doelende de contingeriteeringshoeveelheid in
plaats van op 60 op 30 pCt. te bepalen, waar
na de heer L o v i n k (c.h.) voorstelde de
periode van berekening van het contingent
niet op 1929-1931 Joch op 1928—1930 te
bepalen, gelijk oorspronkelijk in het K. B
was geschied. Beide voorstellers lieten zich
evenwel overtuigen hun amendementen «terug
te nemen, waarop het ontwerp met 50 tegen
12 stemmen werd aangenomen Tegen waren
de sociaai-democrateii minus den heer Van
er Heiden en mej. De Jong, alsmede de com
munist De Visser- I
Morgen de interpellatie over de invoering
van de Winkelssluitingswet.
BURESCH EN DE DONAUKWESTIE.
o
Het standpunt der Oostenrijksche
regeering.
O
In de openingsvergadering van de voor
jaarszitting van den Oostenrijkschen Na-
tionalen Raad heeft de bondskanselier dr
Buresch een verklaring afgelegd over de
plannen tot herstel van den economischên
toestand in de Donaulanden en het stand
punt, dat de bondsregeering daar tegenover
inneemt.
Voor de verhouding tusschen de Donau-
staten onderling acht de Oostenrijksche re
geering het verleenen van wederzijdsche pre
ferenties het eenige doeltreffende middel
voor nieuwe opwekking van het economische
leven en wat betreft de houding tegenover de
andere, niet-Donaustaten, acht de Oosten
rijksche regeering het verleenen van eenzij
dige preferenties, voornamelijk ter bevoor
deeling van industrie en landbouw, een
noodzakelijk aanvulling van het eerstge
noemde systeem. Wat betreft dat laatste zal
Oostenrijk zich moeten wenden tot die sta
ten, waarvan de invoer naar Oostenrijk be
langrijk grooter is, dan de export van uit
Oostenrijk daarheen.
Dat bij de behandeling van groote econo
mische vraagstukken ook de politiek een rol
speelt kan niemand verbazen. Het is het
standpunt van de Oostenrijksche Bondsre
geering dat Oostenrijk elke politieke verbin
ding moet vermijden en dat geheel zelfstan
dig en onafhankelijk moet blijven, hoewel
Oostenrijk ook geneigd en vastbesloten is,
met alle naburige staten en met alle andere
staten die daartoe bereid zijn, tot een uitbrei
ding van de economische betrekkingen te ko
men.
De Bondskanselier sprak niet over den
uitslag van de verkiezingen voor Landdag
en gemeenteraad en den daarmee in verbana
ontstanen toestand van de binnenlandsche
politiek.
Bij de debatten verklaarde de sociaal-de
mocratische afgevaardigde dr. Bauer dat de
verkiezingen een gevoelige nederlaag van de
regeering, en in het bijzonder van het door
haar gehuldigde en tot nog toe gevolgde
systeem beteekenden. Wanneer van sociaal
democratische zijde nog geen aftreden van
de regeering verlangd was, dan was dat te
danken aan slechts één reden, namelijk dat
de regeering tegenwoordig in belangrijke on
derhandelingen met het buitenland verwik
keld was. Hij kondigde echter een sociaal
democratisch voorstel tot ontbinding van
den Nationalen Raad aan, dat waarschijn
lijk in den loop van den herfst ingediend zou
worden.
Sprekende over het Donauplan zeide dr.
Bauer dat het plan-Tardieu mislukt was.
Dat behoefde Oostenrijk niet te spijten omdat
dat plan in het geheel niet voorzag in de eco
nomische behoeften van Midden-Europa.
In naam van zijn partij verklaarde spre
ker zich tenslotte tegen elke buitenlandsche
controle op de Oostenrijksche staatsfinanciën,
op welk onderwerp hij nog uitvoerig inging
Na dr. Bauer spraken nog eenige andere
afgevaardigden, onder wie een afgevaardig
de van de Groot-Duitsche partij, die zoo
als reeds eerder gemeld, was dit het voorne
men van de partij een voorstel indiende
tot ontbinding van den Raad, waaraan een
gelijkluidend voorstel van het Heimatblock
(zooals ook reeds gemeld) verbonden was.
Dr. Buresch beantwoordde de sprekers en
bestreed de voorstellen tot ontbinding van
den Nationalen Raad met grondwettelijke
argumenten. Het Huis besloot daarna een
stemmig een Christelijk-sociaal voorstel aan
te nemen waardoor de drie voorstellen tot
parlements-ontbinding van de sociaal-demo
craten, Groot-Duitschers en het Heimat
block verwezen worden naar de grondwet
commissie.
DE BUITENLANDSCHE POLITIEK
VAN DUITSCHLAND.
Te Genève door Bruening uiteen
gezet.
Rijkskanselier dr. Bruening heeft Donder
dagavond in Hotel Metropol te Geneve de
internationale pers ontvangen.
Ik heb, aldus de Rijkskanselier, de gelegen
heid te baat genomen om niet alleen over de
ontwapeningskwestie, doch ook over een aan
tal andere de wereld en ons bezig houdende
kwesties te spreken met talrijke vertegen
woordigers van andere landen. Van derge
lijke gesprekken stel ik mij buitengewoon
veel voor. Deze gesprekken hebben er onge
twijfeld ook toe bijgedragen dat het terrein
voor een groot aantal kwesties in zooverre
is geëffend, dat men de wederzijdsche opvat
tingen scherp en duidelijk kon herkennen
Dat beschouw ik als essentieel om te komen
tot practische oplossingen en resultaten. Ik
heb het buitengewoon betreurd, dat de Fran-
sche premier ongesteld is en ik heb heden
zijn vertegenwoordiger mijn oprechte deel
neming uitgesproken. Ook heb ik de onge
steldheid van Tardieu betreurd, omdat de
deze week aangevangen besprekingen niet
meer konden worden voortgezet.
De Duitsche opvatting is niet gewijzigd.
Van het Duitsche standpunt uit bezien, moe
ten wij onder alle omstandigheden vast hou
den aan een feitelijke ontwapening. Daar is
het geheele Duitsche volk, hoe groot de par--
tijpolitieke tegenstellingen ook mogen zijn,
het volkomen over eens. Ik ben ook van mee
ning dat het noodzakelijk is den toestand op
dit gebied evenzoo als dat op andere punten,
de herstelbetalingen en de hulpmiddelen ter
bestrijding en verzachting van de crisis vol
komen duidelijk moet bezien. Al deze kwes
ties van financieelen en economischen aard,
doch het gaat er evenzeer om de psycholo
gische basis te scheppen, waarop de volke
ren wederom een sterk vertrouwen in elkaar
kunnen stellen, omdat naar mijn meening
slechts daarvan hef economisch herstel der
wereld afhankelijk ik
Dr. Bruening vertelaarde voorts, dat de
zaken ter wereld thans een buitengewoon
snel beloop hebben en dat de beraadslagin
gen tot oplossing der moeilijkheden slechts
in een nog sneller tempo moeten komen en
zich moeten aanpassen bij den toestand, voor
het geval de oplossing niet te laat zou ko
men. Men moet tot internationale samen
werking komen, waarbij een samenwerking
van Duitschland en Frankrijk noodzakelijk
is.
NIEUWE BIJEENKOMST TUSSCHEN
BRUENING—MACDONALD
—TARDIEU?
Volgens mededeeling van Engelsche zijde
bestaat het plan van een nieuwe bijeenkomst
te arrangeeren tusschen Bruening, MacDo-
nald en Tardieu en wel gedurende de week
na Pinksteren. Voorloopig heeft meril 18 Mei
als datum van aanvang gesteld. Getracht
zal worden bij die gelegenheid die kwesties
te behandelen, welke thans ten gevolge van
de ongesteldheid van Tardieu niet verder
konden worden besproken. In Engelsche
kringen neemt men aan, dat in deze bespre
king voor alles de principieele kwesties der
ontwapening, de kwestie van de gelijkberech
tiging van Duitschland en de Fransche plan
nen inzake internationalisatie aan de orde
zullen komen. De ontwapeningsconferentie
zal tijdens de Pinkstervacantie haar werk
zaamheden gedurende vier dagen onderbre
ken en wel van 13 tot 17 Mei.
ARCHITECT FREECK IS DOOR
NATIONAAL SOCIALISTEN GEDOOD.
Naar gemeld werd de architect Freeck
den 24 April te Stieglitz dood in een tuin
gevonden. Het politie-onderzoek heeft thans
aan het licht gebracht, dat Freeck den 23
April des avonds door drie nat.-soc. is over
vallen en tegen den grond geslagen. De da
ders, die Donderdag werden gearresteerd,
hebben bekend. Zij verklaarden niet de be
doeling te hebben gehad, den man, die pro
pagandist was der comm. partij, te dooden.
DE POSITIE VAN DEN STAHLHELM.
De eerste bondsleider van den Stahlhelm,
Franz Seldte, heeft gister te Dresden een
redevoering uitgesproken, waarin hij het
standpunt uiteenzette, dat de Stahlhelm niet
partijpolitiek, maar staatspolitiek was inge
steld. Seldte zeide o.a.Wanneer de Stahl
helm politiek denkt, denkt hij s'/atspolitiek.
Ons meest eigen thema is het nationale in
iederen vorm. Partijpolitiek is ons te eng.
Wij denken boven de partijen uit aan volk
en volksgemeenschap. Onze strijd wordt ge
dragen door de hooge idee en het willen, de
geheele Duitsche cultuur te redden, te bewa
ren en in stand te houden. Dat, wat wij
doormaken, is een crisis. Dat, wat wij te doen
hebben, is het inzien van den diepen zin van
deze crisis. Tot dit inzicht té alleen de krach
tige en nationale mensch in staat, die boven
de partijen uit, ja ten slotte boven zich zelf
uit, kan denken en handelen.
DE ZAAK-KREUGER EN DE
BELASTINGEN.
Daling der opbrengst met 6 mil-
lioen kronen.
Bij de debatten in den Rijksdag van Zwe
den over de verhooging van de automobiel
belasting heeft de minister van financiën
Woensdag medegedeeld, dat op de loopende
begrooting een tekort van 25 millioen kro
nen zal ontstaan. Dit tekort wordt gedekt
door een reservefonds, dat voor de helft zou
moeten worden aangesproken. Bovendien is
voor het volgend jaar een tekort te verwach
ten, daar een deel der inkomsten, bijvoor
beeld die der Staatsspoorwegen, te hoog ge
raamd zijn en de uitgaven zullen toenemen.
De minister deelde verder mede, dat ten
gevolge van de Kreuger-catastrophe de op
brengst der Zweedsche belastingen met zes
millioen zal dalen.
Kreugers nalatenschap; tegen
woordige waarde niet meer dan
een alf millioen kronen.
In strijd met de voorstelling die men zich I
vroeger van Kreugers eigendommen in den
vorm van onroerende goederen, vliegmachi
nes, race-motorbooten enz. had gemaakt,
wordt blijkens een thans ingesteld onderzoek
zijn bezit althans in Zweden op nauwelijks
een half millioen kronen geraamd. Dit is al
thans het bedrag dat het thans zou opbren
gen; de aanschaffingskosten zijn waarschijn
lijk belangrijk hooger geweest. Het groote
huis in Villagatan te Stockholm, waar hij het
laatst woonde tijdens zijn verblijf aldaar,
behoorde niet aan hemzelf maar aan Kreu-
ger Toll's dochtermaatschappij, de hui
zenmij. „Huvudstaden". Zijn beide villa's in
de Djurgard, die hem 150.000 kr. hadden ge
kost, behoorden hem evenmin meer toe. Kreu-
ger kocht indertijd drie eilanden in de Skar-
gard voor circa 50.000 kr. en de mooie vil
la die hij op een dezer eilanden bouwde, heeft
hem vermoedelijk 100.000 kr. gekost.
De inventaris omvat een mooie verzame
ling meubelen, schilderijen van Zorn en
Fransche schilderijen, o.a. een kostbaar stuk
van Courbet. Kreuger had twee groote race-
motorbooten en een kleine.
VALSCHE PORTUGEESCHE BANK
BILJETTEN.
Londensche drukker in hoogste
instantie in het ongelijk gesteld.
Het Hoogerhuis heeft gisteren, naar Reu
ter aan het Hbld. meldt, als hoogste rech
terlijke instantie uitspraak gedaan in het
proces van de Bank van Portugal tegen de
drukkers Waterlow en Sons Ltd. Men herin
nert zich dat de bank de drukkers had aan
gesproken voor schadevergoeding wegens
het onrechtmatig drukken van biljetten der
bank. waarbij de te 's-Gravenhage in verband
met déze zaak veroordeelde Nederlander
Marang een rol speelde. Zoowel de bank als
de drukkers waren in beroep gegaan van de
beslissing van den lageren rechter, die aan
de bank slechts een deel van haar vordering
had toegewezen.
De lord-kanselier Sankey, die de uitspraak
meedeelde, zeide van meening te zijn dat het
beroep der bank gegrond was en dat haar
een bedrag van 610.392 moest worden
toegewezen. Het beroep van Waterlow werd
ongegrond verklaard.
Tengevolge van de contractbreuk zoo
werd in de uitspraak overwogen was* de
biljettenomloop der bank met 104.859.000
escudo's toegenomenzij had in ruil voor elk
goed biljet een vervalscht bankbiljet ontvan
gen, dat geenerlei waarde had, maar slechts
een waardeloos stukje papier was. Op ieder
goed aldus ingewisseld biljet verminderden
de activa der aandeelhouders naar de mate
van de aansprakelijkheid welke de bank aan
vaardde voor het goede biljet, in ruil voor
het waardelooze gegeven. Er was eenige ver
warring ontstaan, doordat men teveel den
nadruk had gelegd op het feit dat de biljet
ten niet inwisselbaar waren tegen goud. Vol
gens lord Sankey had dit niets met de zaak
te maken. De eerlijkheid der drukkers was
volgens de uitspraak buiten kijf. Zij waren
evenzeer als de bank de slachtoffers van de
fraude van Marang.
PER GUMMIBOOT OVER DEN
ATLANTISCHEN OCEAAN?
De Oostenrijker Theodoor Helm is Woens
dagmorgen met een kleine gummiboot tee
Lissabon aangekomen. Hij beweert met dit
vaartuig den Atlantischen Oceaan te hebben
overgestoken.
KREUGERS KANTOORGEBOUW
TE PARIJS.
Zelf zou hij in den nok wonen.
Kreuger was voornemens geweest 'n per
manent tehuis in de Fransche hoofdstad in te
richten waar hij ver van nieuwsgierige blik
ken kon wonen en toch in nauw contact kon
blijven met zijn zakenbelangen aldaar. Al jaren
geleden had hij een groot terrein tusschen de
Place Vendóme en de Rue Faubourg-Saint
Honoré gekocht, waar hij zijn Parijsche
hoofdkwartier wilde vestigen en waar ook de
Banque de Suède haar lokalen zou krijgen.
Met den bouw was een begin gemaakt en op
den dag zelf, dat hij zich doodschoot zou hij
de werkzaamheden hebben geïnspecteerd, al
dus meldt de correspondent te Parijs van
„Berlingske Tidende''. De onzekerheid in
zake de regeling van Kreugers positie heeft
meegebracht dat de bouwwerkzaamheden ge
heel zijn stopgezet, hoewel zij practisch ge
sproken gereed zijn, daar alleen de inwendige
inrichting nog ontbreekt. Het groote ge
bouw welks voorgevel op de Place Vendóme
uitziet is in een zoodanigen stijl opgetrokken,
dat het in de nauwste harmonie is met de
klassieke omgeving. Inwendig beteekent het
gebouw echter het hoogtepunt van moderne
wetenschappelijke kantoorinrichting en de lo
kalen, welke bestemd zijn voor de Banque de
Suède zijn ware wonderen van interieur
architectuur en uitsluitend uitgevoerd in
materialen, uit Zweden naar Parijs over
gebracht.
De aannemers van den bouw verklaren dat
de arbeid slechts tijdelijk is gestaakt terwijl
de zaak-Kreuger tot klaarheid wordt ge
bracht, maar voegen er bij dat 80 pCt van de
gecontracteerde bouwsom reeds met de
grootste regelmatigheid is betaald.
Voor zichzelf had Kreuger slechts een be
trekkelijk klein deel van het groote gebouw
gereserveerd. Dit gedeelte lag onder het dak,
met zon den heelen dag en hoog boven het
straatrumoer; hij had er winter- en zomer-
tuinen willen aanleggen met volières voor
zeldzame exotische vogels benevens een ter
ras vanwaar hij het panorama van Parijs
kon overzien en naar het groote bronzen
beeld van Napoleon kon kijken boven op de
Vendóme-zuil.
AFSCHUWELIJKE MISDAAD.
Te Tirschenreuth (Boven Paltz) heeft Don
derdagmorgen de bakker Anton Wild zijn
moeder, zijn vrouw en zijn vier kinderen met
een bijl geslagen. Het jongste kind was op
slag dood, terwijl voor het leven der overigen
wordt gevreesd.
OVERDAG GROOTVORST.
's Nachts in een hondehok.
Toen de oceaanreus „Ile de France"
Maandag j.1. in New York aankwam, zoo
vertelt het Hbld., werd tot groote verbazing
van de eersteklas-passagiers, die opgepakt
langs de railing aan dek stonden, een reis
genoot van hen, dien zij op reis steeds voor
grootvorst Michael van Rusland hadden ge
houden, door douane- en politie-ambtenarer
op een zeer weinig deftige wijze over de loop
plank naar Ellis -sland opgebracht.
Dames uit de New Yorksche society, die
den „grootvorst" uitgenoodigd hadden om
vooral eens bij haar te komen theedrinken
en dineeren, millionnairs, die den edelman
voor een weekend op hun buiten Hadden ge
vraagd, waren stomgeslagen met verbazing
toen zij hoorden, dat de Russische grootvorst
een berooide Amerikaansche „blinde passa
gier" was, die geen twee woorden Russisch
kende.
Dit voorbeeld van zeldzame brutaliteit is
werkelijk eenig in zijn soort. De bedrieger
was erin geslaagd zich temidden van het uit
gelezen gezelschap eersteklas-passagiers te
bewegen met een gemak en een elegance, die
volgens het algemeen oordeel van alle passa
giers hem dadelijk kenmerkten als iemand
van zeer ouden en hoogen adel.
De „blinde passagier" was er zelfs in ge
slaagd verborgen te houden, dat hij aan
boord geen hut had. Twee nachten achtereen
sliep hij in een lxue-hut en vertelde den ste
ward, dat hij den sleutel van zijn eigen hut
had verloren en geen zin had er naar te zoe
ken. De andere nachten bracht hij door in een
hondehok in het ruim, waar hij zijn kleeren
had opgeborgen.
Overdag liep hij over het promenadedek in
kleeren van een onberispelijken snit en knikte
neerbuigend naar rijke menschen, die het zich
tot een eer rekenden met l em kennis te ma
ken. Na de thee verscheen hij weer in een
keurig avondtoilet en was bereid een praatje
te maken met een van de vele beroemdheden
aan boord. Hij sprak op een toon, die den
indruk maakte dat hij wel zoo vriendelijk
wilde zijn met gewone menschen te praten,
maar dat hij toch wist wat hij aan zijn hooge
positie verschuldigd was.
De „grootvorst" schijnt aan boord voor
namelijk geleefd te hebben van thee en koek
jes, die in den salon van de „Ile de France"
gratis geserveerd worden. Hij nam echter ook
wel eens op minzame wijze een uitnoodiging
van den een of ander aan om bij hem aan
tafel te komen dineeren of een fijne flesch
champagne te drinken.
Hij droeg het Legioen van Eer, dat hem
volgens zijn zeggen verleend was als erken
ning van zijn verdiensten als vlieger in het
Fransche corps van buitenlanders.
Wanneer de een of andere passagier Rus
sisch met hem wilde gaan spreken, zeide hij
altijd: „Zouden wij niet liever Engelsch
spreken? Ik ben anders bang, dat ik nooit
goed Engelsch zal leeren".
Het was louter toeval, dat het bedrog uit
kwam. De handige verstekeling zeide eens
bij een gesprek met een millionnair, dat hij
den kapitein van de „Ide de France", Blan-
cart, goed kende. Toevallig zat de kapitein
dien avond aan de tafel van den millionnair,
die hem vertelde dat hij een heel goeden
vriend van Blancart had ontmoet, grootvorst
Michael, een aller-charmantst man! De ka
pitein keek verbaasd op, want hij wist niet
dat er een grootvorst aan boord was. Den
volgenden dag liet kapitein Blancart na
vraag doen en toen kwam de heele bedriegerij
aan het licht
Om geen schandaal te verwekken sloot de
kapitein den handigen boef gedurende de
twee overige dagen van de reis in een hut op
en liet het praatje rondstrooien, dat groot
vorst Michael zeeziek was. Totdat alles bij
aankomst in New York uitkwam. Men be
grijpt dat alle invitaties aan den grootvorst
ingetrokken werden.
Bij de politie op Ellis Island gaf de (door
de mand) gevallen grootvorst op dat zijn
naam Michael Romanov was. Hij beweerde
dat hij zichzelf nooit grootvorst had ge
noemd en dat de menschen aan boord daar
mee begonnen waren. De politie wist hem
echter eenige uren later te identificeeren als
heel gewoontjes Harry Ferguson uit Illinois