DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hit fel JUxdemmt T^xtqeÜjksch Oveciicht ^Buitenland 134e Jaargang. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. j j franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brievt t franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. VRIJDAG 29 APRIL 1932 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. «o. lOI Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 28 April 1932. Het contingenteeringsdebat, gister in de Tweede Kamer aangevangen, is heden ten einde gebracht op een voor der. minister van Arbeid, mr. Verschuur, ongetwijfeld bevre digende wijze: de voorgestelde amendemen ten werden ingetrokken en het ontwerp tot bekrachtiging van het K. B. betreffende de contingenteering van den invoer van vleesch tot 60 percent werd goedgekeurd met 50 tegen 12 stemmen, nadat de plattelander Braat, die zich als den heftigsten tegenstan der van minister Verschuur had doen kennen, zich aan stemming had onttrokken en ver dwenen was. Aanvankelijk scheen ons de minister niet loo zeker van zijn succes. De professorale rust welke doorgaans zijn redevoeringen ken merkt, misten wij en de Kamer scheen weinig belangstelling voor zijn woorden te hebben, de roezemoezigheid was zoo groot, dat het soms moeite kostte den spreker op de Pers tribune te volgen. De minister heeft in den aanvang zijner rede het bestaansrecht van het Contingenteeringsstelsel verdedigd, hoewel hij erkende volstrekt niet er mede te dwepen. Maar daarom contingenteert hij ook maar niet hik-raak. Hij ontvangt dagelijks aanvragen tot contingenteering, doch het'staat bij hem al vast, dat er van contingenteering van brood, haver, rogge, radioartikelen, vitrage, vuurvast materiaal en baksteen geen sprake zal zijn. Bij het contingenteeren gaat de mi nister met groote behoedzaamheid te werk en hij maakt daarbij geen onderscheid tus schen nijverheid en landbouw. Geregeld houdt hij daarbij voeling met Buitenlandsche Zaken en zeker met de commissie van advies, die met groote toewijding uitnemend werk verricht en zorgt belanghebbenden op ruime schaal te raadplegen. Dat er de hand zou worden gelicht met de uitvoering van contin- genteeringsbesluiten. ontkende de minister ten stelligste Komende tot de bespreking van het eigen lijke onderwerp van debat, wees de minister er met nadruk op, dat men steeds bij de be oordeeling van de contingenteering van den vleeschinvoer over het hoofd ziet de beteeke- nis van de eigen productie. Tusschen 1928 en 1931 wisselde de invoer tusschen ongeveer 10,000 en 20,000 ton per jaar, maar de eigen productie bedroeg om en bij 140,000 ton per jaar. Daar zinkt de invoer toch wel voor weg. Trouwens de contingenteering dient niet in de eerste plaats om prijsstijging te bevor deren doch om werkgelegenheid te behouden en den invloed van contingenteering kan eerst soms pas na geruimen tijd worden ge constateerd. Wanneer thans de vleeschprijzen op een laag niveau blijven ligt de oorzaak hiervan hoofdzakelijk in het afslachten in een ongewoon snel tempo. De gevolgen van de contingenteering voor Denemarken zijn grootelijks overdreven. Zoo is dat land al sedert geruimen tijd bezig zich op Engeland te oriënteeren, doch dit mag niet op rekening van de Nederlandsche con tingenteering worden geschreven. Over het algemeen maakt men zich zeer overdreven voorstelling van de reactie in Denemarken door onze maatregelen veroorzaakt. Maar, concludeerde de minister, contingenteering is een noodzakelijk kwaad van het oogenbfik. Er werd hierna druk gerepliceerd en de repliceerenden waren niet vriendelijker ge stemd dan toen zij in eersten termijn spraken. De heer IJ z e r m a n (s. d. a. p.) bleef slechts nadeelen in de regeling zien zoodat hij zijn stem aan het ontwerp wenschte te onthouden, de heer Van den Heuvel (a.r.) bleef het afkeuren dat de minister de jaren 19291931 bleef behouden als uit gangspunt voor de contingenteering, de heer dr. V os (lib.) hield vol, dat bij de contingen teering niet voldoende rekening was ge houden met de belangen van buitenstaanden, de heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) bleef het tempo der contingenteering te traag achten en vond de hoeveelheid waarvan de invoer werd toegestaan te groot achten, de heer Oud (v.d.) hield een uitvoerig juridisch betoog, dat het ontwerp niet klopte met het oorspronkelijk K. B en zag daarbij den heer Heemskerk (a.r.) aan zijn zijde. Na dupliek van den minister, waarbij deze in het bijzonder stilstond bij de juri dische opmerkingen van den heer Oud en hem van ongelijk overtuigde we zullen hier maar niet op dit puntje verder ingaan kwamen de artikelen aan de orde. Bij art. 2 kwam ter sprake een amendement van den heer Van Voorst (r.k.) in hoofdzaak be doelende de contingeriteeringshoeveelheid in plaats van op 60 op 30 pCt. te bepalen, waar na de heer L o v i n k (c.h.) voorstelde de periode van berekening van het contingent niet op 1929-1931 Joch op 1928—1930 te bepalen, gelijk oorspronkelijk in het K. B was geschied. Beide voorstellers lieten zich evenwel overtuigen hun amendementen «terug te nemen, waarop het ontwerp met 50 tegen 12 stemmen werd aangenomen Tegen waren de sociaai-democrateii minus den heer Van er Heiden en mej. De Jong, alsmede de com munist De Visser- I Morgen de interpellatie over de invoering van de Winkelssluitingswet. BURESCH EN DE DONAUKWESTIE. o Het standpunt der Oostenrijksche regeering. O In de openingsvergadering van de voor jaarszitting van den Oostenrijkschen Na- tionalen Raad heeft de bondskanselier dr Buresch een verklaring afgelegd over de plannen tot herstel van den economischên toestand in de Donaulanden en het stand punt, dat de bondsregeering daar tegenover inneemt. Voor de verhouding tusschen de Donau- staten onderling acht de Oostenrijksche re geering het verleenen van wederzijdsche pre ferenties het eenige doeltreffende middel voor nieuwe opwekking van het economische leven en wat betreft de houding tegenover de andere, niet-Donaustaten, acht de Oosten rijksche regeering het verleenen van eenzij dige preferenties, voornamelijk ter bevoor deeling van industrie en landbouw, een noodzakelijk aanvulling van het eerstge noemde systeem. Wat betreft dat laatste zal Oostenrijk zich moeten wenden tot die sta ten, waarvan de invoer naar Oostenrijk be langrijk grooter is, dan de export van uit Oostenrijk daarheen. Dat bij de behandeling van groote econo mische vraagstukken ook de politiek een rol speelt kan niemand verbazen. Het is het standpunt van de Oostenrijksche Bondsre geering dat Oostenrijk elke politieke verbin ding moet vermijden en dat geheel zelfstan dig en onafhankelijk moet blijven, hoewel Oostenrijk ook geneigd en vastbesloten is, met alle naburige staten en met alle andere staten die daartoe bereid zijn, tot een uitbrei ding van de economische betrekkingen te ko men. De Bondskanselier sprak niet over den uitslag van de verkiezingen voor Landdag en gemeenteraad en den daarmee in verbana ontstanen toestand van de binnenlandsche politiek. Bij de debatten verklaarde de sociaal-de mocratische afgevaardigde dr. Bauer dat de verkiezingen een gevoelige nederlaag van de regeering, en in het bijzonder van het door haar gehuldigde en tot nog toe gevolgde systeem beteekenden. Wanneer van sociaal democratische zijde nog geen aftreden van de regeering verlangd was, dan was dat te danken aan slechts één reden, namelijk dat de regeering tegenwoordig in belangrijke on derhandelingen met het buitenland verwik keld was. Hij kondigde echter een sociaal democratisch voorstel tot ontbinding van den Nationalen Raad aan, dat waarschijn lijk in den loop van den herfst ingediend zou worden. Sprekende over het Donauplan zeide dr. Bauer dat het plan-Tardieu mislukt was. Dat behoefde Oostenrijk niet te spijten omdat dat plan in het geheel niet voorzag in de eco nomische behoeften van Midden-Europa. In naam van zijn partij verklaarde spre ker zich tenslotte tegen elke buitenlandsche controle op de Oostenrijksche staatsfinanciën, op welk onderwerp hij nog uitvoerig inging Na dr. Bauer spraken nog eenige andere afgevaardigden, onder wie een afgevaardig de van de Groot-Duitsche partij, die zoo als reeds eerder gemeld, was dit het voorne men van de partij een voorstel indiende tot ontbinding van den Raad, waaraan een gelijkluidend voorstel van het Heimatblock (zooals ook reeds gemeld) verbonden was. Dr. Buresch beantwoordde de sprekers en bestreed de voorstellen tot ontbinding van den Nationalen Raad met grondwettelijke argumenten. Het Huis besloot daarna een stemmig een Christelijk-sociaal voorstel aan te nemen waardoor de drie voorstellen tot parlements-ontbinding van de sociaal-demo craten, Groot-Duitschers en het Heimat block verwezen worden naar de grondwet commissie. DE BUITENLANDSCHE POLITIEK VAN DUITSCHLAND. Te Genève door Bruening uiteen gezet. Rijkskanselier dr. Bruening heeft Donder dagavond in Hotel Metropol te Geneve de internationale pers ontvangen. Ik heb, aldus de Rijkskanselier, de gelegen heid te baat genomen om niet alleen over de ontwapeningskwestie, doch ook over een aan tal andere de wereld en ons bezig houdende kwesties te spreken met talrijke vertegen woordigers van andere landen. Van derge lijke gesprekken stel ik mij buitengewoon veel voor. Deze gesprekken hebben er onge twijfeld ook toe bijgedragen dat het terrein voor een groot aantal kwesties in zooverre is geëffend, dat men de wederzijdsche opvat tingen scherp en duidelijk kon herkennen Dat beschouw ik als essentieel om te komen tot practische oplossingen en resultaten. Ik heb het buitengewoon betreurd, dat de Fran- sche premier ongesteld is en ik heb heden zijn vertegenwoordiger mijn oprechte deel neming uitgesproken. Ook heb ik de onge steldheid van Tardieu betreurd, omdat de deze week aangevangen besprekingen niet meer konden worden voortgezet. De Duitsche opvatting is niet gewijzigd. Van het Duitsche standpunt uit bezien, moe ten wij onder alle omstandigheden vast hou den aan een feitelijke ontwapening. Daar is het geheele Duitsche volk, hoe groot de par-- tijpolitieke tegenstellingen ook mogen zijn, het volkomen over eens. Ik ben ook van mee ning dat het noodzakelijk is den toestand op dit gebied evenzoo als dat op andere punten, de herstelbetalingen en de hulpmiddelen ter bestrijding en verzachting van de crisis vol komen duidelijk moet bezien. Al deze kwes ties van financieelen en economischen aard, doch het gaat er evenzeer om de psycholo gische basis te scheppen, waarop de volke ren wederom een sterk vertrouwen in elkaar kunnen stellen, omdat naar mijn meening slechts daarvan hef economisch herstel der wereld afhankelijk ik Dr. Bruening vertelaarde voorts, dat de zaken ter wereld thans een buitengewoon snel beloop hebben en dat de beraadslagin gen tot oplossing der moeilijkheden slechts in een nog sneller tempo moeten komen en zich moeten aanpassen bij den toestand, voor het geval de oplossing niet te laat zou ko men. Men moet tot internationale samen werking komen, waarbij een samenwerking van Duitschland en Frankrijk noodzakelijk is. NIEUWE BIJEENKOMST TUSSCHEN BRUENING—MACDONALD —TARDIEU? Volgens mededeeling van Engelsche zijde bestaat het plan van een nieuwe bijeenkomst te arrangeeren tusschen Bruening, MacDo- nald en Tardieu en wel gedurende de week na Pinksteren. Voorloopig heeft meril 18 Mei als datum van aanvang gesteld. Getracht zal worden bij die gelegenheid die kwesties te behandelen, welke thans ten gevolge van de ongesteldheid van Tardieu niet verder konden worden besproken. In Engelsche kringen neemt men aan, dat in deze bespre king voor alles de principieele kwesties der ontwapening, de kwestie van de gelijkberech tiging van Duitschland en de Fransche plan nen inzake internationalisatie aan de orde zullen komen. De ontwapeningsconferentie zal tijdens de Pinkstervacantie haar werk zaamheden gedurende vier dagen onderbre ken en wel van 13 tot 17 Mei. ARCHITECT FREECK IS DOOR NATIONAAL SOCIALISTEN GEDOOD. Naar gemeld werd de architect Freeck den 24 April te Stieglitz dood in een tuin gevonden. Het politie-onderzoek heeft thans aan het licht gebracht, dat Freeck den 23 April des avonds door drie nat.-soc. is over vallen en tegen den grond geslagen. De da ders, die Donderdag werden gearresteerd, hebben bekend. Zij verklaarden niet de be doeling te hebben gehad, den man, die pro pagandist was der comm. partij, te dooden. DE POSITIE VAN DEN STAHLHELM. De eerste bondsleider van den Stahlhelm, Franz Seldte, heeft gister te Dresden een redevoering uitgesproken, waarin hij het standpunt uiteenzette, dat de Stahlhelm niet partijpolitiek, maar staatspolitiek was inge steld. Seldte zeide o.a.Wanneer de Stahl helm politiek denkt, denkt hij s'/atspolitiek. Ons meest eigen thema is het nationale in iederen vorm. Partijpolitiek is ons te eng. Wij denken boven de partijen uit aan volk en volksgemeenschap. Onze strijd wordt ge dragen door de hooge idee en het willen, de geheele Duitsche cultuur te redden, te bewa ren en in stand te houden. Dat, wat wij doormaken, is een crisis. Dat, wat wij te doen hebben, is het inzien van den diepen zin van deze crisis. Tot dit inzicht té alleen de krach tige en nationale mensch in staat, die boven de partijen uit, ja ten slotte boven zich zelf uit, kan denken en handelen. DE ZAAK-KREUGER EN DE BELASTINGEN. Daling der opbrengst met 6 mil- lioen kronen. Bij de debatten in den Rijksdag van Zwe den over de verhooging van de automobiel belasting heeft de minister van financiën Woensdag medegedeeld, dat op de loopende begrooting een tekort van 25 millioen kro nen zal ontstaan. Dit tekort wordt gedekt door een reservefonds, dat voor de helft zou moeten worden aangesproken. Bovendien is voor het volgend jaar een tekort te verwach ten, daar een deel der inkomsten, bijvoor beeld die der Staatsspoorwegen, te hoog ge raamd zijn en de uitgaven zullen toenemen. De minister deelde verder mede, dat ten gevolge van de Kreuger-catastrophe de op brengst der Zweedsche belastingen met zes millioen zal dalen. Kreugers nalatenschap; tegen woordige waarde niet meer dan een alf millioen kronen. In strijd met de voorstelling die men zich I vroeger van Kreugers eigendommen in den vorm van onroerende goederen, vliegmachi nes, race-motorbooten enz. had gemaakt, wordt blijkens een thans ingesteld onderzoek zijn bezit althans in Zweden op nauwelijks een half millioen kronen geraamd. Dit is al thans het bedrag dat het thans zou opbren gen; de aanschaffingskosten zijn waarschijn lijk belangrijk hooger geweest. Het groote huis in Villagatan te Stockholm, waar hij het laatst woonde tijdens zijn verblijf aldaar, behoorde niet aan hemzelf maar aan Kreu- ger Toll's dochtermaatschappij, de hui zenmij. „Huvudstaden". Zijn beide villa's in de Djurgard, die hem 150.000 kr. hadden ge kost, behoorden hem evenmin meer toe. Kreu- ger kocht indertijd drie eilanden in de Skar- gard voor circa 50.000 kr. en de mooie vil la die hij op een dezer eilanden bouwde, heeft hem vermoedelijk 100.000 kr. gekost. De inventaris omvat een mooie verzame ling meubelen, schilderijen van Zorn en Fransche schilderijen, o.a. een kostbaar stuk van Courbet. Kreuger had twee groote race- motorbooten en een kleine. VALSCHE PORTUGEESCHE BANK BILJETTEN. Londensche drukker in hoogste instantie in het ongelijk gesteld. Het Hoogerhuis heeft gisteren, naar Reu ter aan het Hbld. meldt, als hoogste rech terlijke instantie uitspraak gedaan in het proces van de Bank van Portugal tegen de drukkers Waterlow en Sons Ltd. Men herin nert zich dat de bank de drukkers had aan gesproken voor schadevergoeding wegens het onrechtmatig drukken van biljetten der bank. waarbij de te 's-Gravenhage in verband met déze zaak veroordeelde Nederlander Marang een rol speelde. Zoowel de bank als de drukkers waren in beroep gegaan van de beslissing van den lageren rechter, die aan de bank slechts een deel van haar vordering had toegewezen. De lord-kanselier Sankey, die de uitspraak meedeelde, zeide van meening te zijn dat het beroep der bank gegrond was en dat haar een bedrag van 610.392 moest worden toegewezen. Het beroep van Waterlow werd ongegrond verklaard. Tengevolge van de contractbreuk zoo werd in de uitspraak overwogen was* de biljettenomloop der bank met 104.859.000 escudo's toegenomenzij had in ruil voor elk goed biljet een vervalscht bankbiljet ontvan gen, dat geenerlei waarde had, maar slechts een waardeloos stukje papier was. Op ieder goed aldus ingewisseld biljet verminderden de activa der aandeelhouders naar de mate van de aansprakelijkheid welke de bank aan vaardde voor het goede biljet, in ruil voor het waardelooze gegeven. Er was eenige ver warring ontstaan, doordat men teveel den nadruk had gelegd op het feit dat de biljet ten niet inwisselbaar waren tegen goud. Vol gens lord Sankey had dit niets met de zaak te maken. De eerlijkheid der drukkers was volgens de uitspraak buiten kijf. Zij waren evenzeer als de bank de slachtoffers van de fraude van Marang. PER GUMMIBOOT OVER DEN ATLANTISCHEN OCEAAN? De Oostenrijker Theodoor Helm is Woens dagmorgen met een kleine gummiboot tee Lissabon aangekomen. Hij beweert met dit vaartuig den Atlantischen Oceaan te hebben overgestoken. KREUGERS KANTOORGEBOUW TE PARIJS. Zelf zou hij in den nok wonen. Kreuger was voornemens geweest 'n per manent tehuis in de Fransche hoofdstad in te richten waar hij ver van nieuwsgierige blik ken kon wonen en toch in nauw contact kon blijven met zijn zakenbelangen aldaar. Al jaren geleden had hij een groot terrein tusschen de Place Vendóme en de Rue Faubourg-Saint Honoré gekocht, waar hij zijn Parijsche hoofdkwartier wilde vestigen en waar ook de Banque de Suède haar lokalen zou krijgen. Met den bouw was een begin gemaakt en op den dag zelf, dat hij zich doodschoot zou hij de werkzaamheden hebben geïnspecteerd, al dus meldt de correspondent te Parijs van „Berlingske Tidende''. De onzekerheid in zake de regeling van Kreugers positie heeft meegebracht dat de bouwwerkzaamheden ge heel zijn stopgezet, hoewel zij practisch ge sproken gereed zijn, daar alleen de inwendige inrichting nog ontbreekt. Het groote ge bouw welks voorgevel op de Place Vendóme uitziet is in een zoodanigen stijl opgetrokken, dat het in de nauwste harmonie is met de klassieke omgeving. Inwendig beteekent het gebouw echter het hoogtepunt van moderne wetenschappelijke kantoorinrichting en de lo kalen, welke bestemd zijn voor de Banque de Suède zijn ware wonderen van interieur architectuur en uitsluitend uitgevoerd in materialen, uit Zweden naar Parijs over gebracht. De aannemers van den bouw verklaren dat de arbeid slechts tijdelijk is gestaakt terwijl de zaak-Kreuger tot klaarheid wordt ge bracht, maar voegen er bij dat 80 pCt van de gecontracteerde bouwsom reeds met de grootste regelmatigheid is betaald. Voor zichzelf had Kreuger slechts een be trekkelijk klein deel van het groote gebouw gereserveerd. Dit gedeelte lag onder het dak, met zon den heelen dag en hoog boven het straatrumoer; hij had er winter- en zomer- tuinen willen aanleggen met volières voor zeldzame exotische vogels benevens een ter ras vanwaar hij het panorama van Parijs kon overzien en naar het groote bronzen beeld van Napoleon kon kijken boven op de Vendóme-zuil. AFSCHUWELIJKE MISDAAD. Te Tirschenreuth (Boven Paltz) heeft Don derdagmorgen de bakker Anton Wild zijn moeder, zijn vrouw en zijn vier kinderen met een bijl geslagen. Het jongste kind was op slag dood, terwijl voor het leven der overigen wordt gevreesd. OVERDAG GROOTVORST. 's Nachts in een hondehok. Toen de oceaanreus „Ile de France" Maandag j.1. in New York aankwam, zoo vertelt het Hbld., werd tot groote verbazing van de eersteklas-passagiers, die opgepakt langs de railing aan dek stonden, een reis genoot van hen, dien zij op reis steeds voor grootvorst Michael van Rusland hadden ge houden, door douane- en politie-ambtenarer op een zeer weinig deftige wijze over de loop plank naar Ellis -sland opgebracht. Dames uit de New Yorksche society, die den „grootvorst" uitgenoodigd hadden om vooral eens bij haar te komen theedrinken en dineeren, millionnairs, die den edelman voor een weekend op hun buiten Hadden ge vraagd, waren stomgeslagen met verbazing toen zij hoorden, dat de Russische grootvorst een berooide Amerikaansche „blinde passa gier" was, die geen twee woorden Russisch kende. Dit voorbeeld van zeldzame brutaliteit is werkelijk eenig in zijn soort. De bedrieger was erin geslaagd zich temidden van het uit gelezen gezelschap eersteklas-passagiers te bewegen met een gemak en een elegance, die volgens het algemeen oordeel van alle passa giers hem dadelijk kenmerkten als iemand van zeer ouden en hoogen adel. De „blinde passagier" was er zelfs in ge slaagd verborgen te houden, dat hij aan boord geen hut had. Twee nachten achtereen sliep hij in een lxue-hut en vertelde den ste ward, dat hij den sleutel van zijn eigen hut had verloren en geen zin had er naar te zoe ken. De andere nachten bracht hij door in een hondehok in het ruim, waar hij zijn kleeren had opgeborgen. Overdag liep hij over het promenadedek in kleeren van een onberispelijken snit en knikte neerbuigend naar rijke menschen, die het zich tot een eer rekenden met l em kennis te ma ken. Na de thee verscheen hij weer in een keurig avondtoilet en was bereid een praatje te maken met een van de vele beroemdheden aan boord. Hij sprak op een toon, die den indruk maakte dat hij wel zoo vriendelijk wilde zijn met gewone menschen te praten, maar dat hij toch wist wat hij aan zijn hooge positie verschuldigd was. De „grootvorst" schijnt aan boord voor namelijk geleefd te hebben van thee en koek jes, die in den salon van de „Ile de France" gratis geserveerd worden. Hij nam echter ook wel eens op minzame wijze een uitnoodiging van den een of ander aan om bij hem aan tafel te komen dineeren of een fijne flesch champagne te drinken. Hij droeg het Legioen van Eer, dat hem volgens zijn zeggen verleend was als erken ning van zijn verdiensten als vlieger in het Fransche corps van buitenlanders. Wanneer de een of andere passagier Rus sisch met hem wilde gaan spreken, zeide hij altijd: „Zouden wij niet liever Engelsch spreken? Ik ben anders bang, dat ik nooit goed Engelsch zal leeren". Het was louter toeval, dat het bedrog uit kwam. De handige verstekeling zeide eens bij een gesprek met een millionnair, dat hij den kapitein van de „Ide de France", Blan- cart, goed kende. Toevallig zat de kapitein dien avond aan de tafel van den millionnair, die hem vertelde dat hij een heel goeden vriend van Blancart had ontmoet, grootvorst Michael, een aller-charmantst man! De ka pitein keek verbaasd op, want hij wist niet dat er een grootvorst aan boord was. Den volgenden dag liet kapitein Blancart na vraag doen en toen kwam de heele bedriegerij aan het licht Om geen schandaal te verwekken sloot de kapitein den handigen boef gedurende de twee overige dagen van de reis in een hut op en liet het praatje rondstrooien, dat groot vorst Michael zeeziek was. Totdat alles bij aankomst in New York uitkwam. Men be grijpt dat alle invitaties aan den grootvorst ingetrokken werden. Bij de politie op Ellis Island gaf de (door de mand) gevallen grootvorst op dat zijn naam Michael Romanov was. Hij beweerde dat hij zichzelf nooit grootvorst had ge noemd en dat de menschen aan boord daar mee begonnen waren. De politie wist hem echter eenige uren later te identificeeren als heel gewoontjes Harry Ferguson uit Illinois

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1