EN Uit den Alkmaarschen Raad. Ilit het JUu Prijsverlaging van alle merken films J»o. 103 ZATERUAIÜ 30 APRIL 1033 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 134e Jaargang. Bruid en Bruidegom. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENt Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsiuimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit vier bladen. De progressie werd door de voordeur naar buiten gelaten en door een achter deurtje weer binnen gehaald. Een onbloedige executie waarbij de toeschouwers onbewogen bleven en de veroordeelden vrijwillig het hoofd in den strop staken. De Alkmaarsche winkeliers behoeven niet bang te zijn, dat zij ook op Zondag een klant in hun winkel zullen krijgen. Als wij ons van vroeger jaren herinneren hoe een debat over salariskorting, intrekking van vacantie-toeslag of meerdere storting van pensioenpremie in den Raad een storm van verzet ontketende, hoe de adressen van de slachtoffers in dikke stapels op tafel lagen en het democratische deel onzer vroedschap dit althans in het bijzonder zich gereed maakte om de bestaande loonen en salaris sen tot den laatsten rooden druppel bloed te verdedigen tegen de aanvallen van kapitalis tische en conservatieve elementen, dan mag de raadsvergadering van Donderdagmiddag zeker een unicum genoemd worden. Behalve een adres van de hoogere ambte naren tot hoe laag die hoogte afdaalt is voor een leek moeilijk uit te maken die in het G.O. niet gehoord werden en daarom met hun protesten bij den Raad kwamen, was er geen spoor van eenig verweer der slachtoffers te herkennen. En hun paladijnen traden ditmaal niet tot de tanden gewapend vol vechtlust in het po litieke strijdperk, maar zaten als belanglooze toeschouwers voor het meerendeel zwijgend bij deze onbloedige executie en lieten toe dat op alle loonen en salarissen een belangrijk percentage voor den tijd van drie jaren ge kort is geworden. Als Allah gesproken heeft kruist de Mo hammedaan zijn armen over de borst in be rustend zwijgen en als het G.O. gesproken heeft doen de sociaal-democratische leden van onzen raad er ook verder het zwijgen tce. Al hun principes, al hun partij-axioma's moeten daarvoor wijken, en men is zelfs zoo ver gegaan dat men verklaard heeft ook met de uitspraak van het GJ3. accoord te gaan wanneer de moderne bond in deze organisa tie een minderheidsstandpunt zal innemen. Het G.O. had gesproken en dus werd de executie van alle hoogere en lagere slachtof fers in gemeentedienst rustig en degelijk vol trokken en de geëxecuteerden zelf hebben zich met stoicijnsche kalmte één voor één een veer laten uittrekken. Er waren vogels van zeer diverse pluima ge, er werden nu eens eenvoudige veertjes en dan weer eens bontgekleurde deeltjes van een paradijsvogeltooi getrokken en het was al leen maar de grief van de bezitters dezer laatste pluimage, dat zij weer zooveel meer moesten offeren dan de anderen en zij be toogden dat het ook met het oog op het verleden billijker geweest was als allen in dezelfde mate voor de tijdsomstandighe den hadden moeten boeten. Dat zij zich evenwel zonder morren lieten plukken was een bewijs van hun inzicht in den algemeenen toestand en hun bereidvaar digheid door het brengen van een persoon lijk offer de schatkist der gemeente een be langrijk bedrag te besparen, een houding waarvoor de burgemeester hen openlijk hul de gebracht heeft en die ook door de bur gerij zeker gewaardeerd mag worden. Wij weten wel, dat de omstandigheden hier een voorname rol speelden, dat het geen eigenlijke salarisverlaging maar een tijdelij ke maatregelen was en dat de gemeente daar toe ook niet zou zijn overgegaan als het Rijk niet een formidabelen knuppel achter de deur gezet had, maar dat men dit alles zoo lijd zaam over zich heen liet gaan, het is toch een houding, die ervan getuigt dat men vooi alles het algemeen belang wil dienen en de burgemeester kon terecht zeggen, dat hij daar trotsch op kon zijn. Het spijt ons daarnaast te moeten opmer ken, dat voor de salarissen van de gemeente ambtenaren welke door de Kroon en door Ged. Staten worden vastgesteld niet tot een zelfde korting is besloten. Wij gunnen ieder graag een zoo groot mo gelijk inkomen, maar het lijkt ons met bil lijk, dat er thans in Alkmaar hoofdambtena ren zijn op wier salaris meer dan 4 procent gekort wordt en anderen, die wellicht een nog grooter salaris hebben, dat volkomen in tact blijft. B en W. hebben er op gewezen, dat de salarissen van burgemeesters, secretarissen en ontvangers door Ged. Staten zoo geregelu worden, dat de gemeenten in bepaalde klas sen gerangschikt worden en zij vreesden het onderling verband te verbreken als men in Alkmaar zou overgaan tot de thans mogelijk gemaakte betaling van pensioenpremie. Het is een standpunt waarvan wij de zui verheid niet kunnen waardeeren, niet alleen omdat die verhouding toch wel verstoord zal worden verschillende gemeenten maakten al gebruik van de mogelijkheid ook de boven genoemde functionnarissen in de korting te betrekken maar bovendien wil het ons voorkomen, dat de band tusschen hoofdamb tenaren van eenzelfde gemeente sterker be hoort te zijn dan die tusschen ambtenaren van gelijk geclassificeerde gemeenten. Zonder morren hebben ook in andere plaatsen bovengenoemde functionnarissen eenzelfde korting als de andere gemeentelijke slachtoffers aanvaard en in den Amsterdam- schen Raad hadden B. en W. nog dezer da gen medegedeeld vrijwillig een korting van 4 procent, te zullen accepteeren. Intusschen schijnt deze kwestie in comité vergadering besproken te zijn en niets zal ons liever zijn dan dat wij binnenkort kun nen constateeren, dat ook zij, die thans nog hun volle salaris behielden zich vrijwillig bereid verklaren het in dezen tijd van allen gevraagde offer te brengen. Aan de korting vooraf ging natuurlijk het debat over het wegnemen der progressie in de opcenten van de Gemeentefondsbelasting. Men wist dat dit noodzakelijk was en waar men in de vorige raadsvergadering de zaak in den breede had besproken was het van zelfsprekend, dat het voorstel geen tegen kanting zou ontmoeten. Slechts de poging van den heer Westerhof om de progressie, die door de voordeur ver dwenen was door een achterdeurtje weer binnen te smokkelen, waardoor hij niet een verhooging van 50 tot 70 maar van 50 tot 80 opcenten voorstelde ontmoette eenig verzet. Het was een belastingverhooging en dus werd de vraag gesteld: als gij overgaat tot verhooging der belasting dan zal dat wei noodzakelijk zijn maar wordt het dan ook geen tijd, dat wij anderzijds op het een en ander gaan bezuinigen en dat gij eens met een volledig plan dienaangaande voor den dag komt? Daarvoor was de heer Westerhof op dit moment nog niet te vinden en hij liet maar al te duidelijk uitkomen, dat het niet zoozeer zijn bedoeling was op dit oogenblik met ver hooging te komen dan wel het belastingbil jet van de menschen met grootere inkomens op dezelfde hoogte te houden, van welk stre ven om toch vooral de beter gesitueerden niet te sparen, intusschen ook de minder met aardsche goederen bedeelden het slachtoffer worden. Het waren zooals gezegd een paar agendapunten waarover de diverse fracties volop gelegenheid hadden elkaar in de haren te vliegen, er zat kostbaar materiaal in voor interrupties, ontoelaatbare uitdrukkingen en in verontwaardiging de zaal verlatende poli tieke groepen, maar dank zij het Rijk, dat voor boeman speelde, dank zij het feit, dat ieder deze bui al lang had zien aankomen en niet het minst dank zij het feit, dat het G.O. had gesproken, werd het debat tot een ge zellig onderonsje en gaven rechts en links, kapitalisten en proletariërs, conservatieven en vooruitstrevenden gezamenlijk hun politie- ken zegen zoodat de burgemeester met een korten hamerslag kon constateeren, dat deze punten zonder hoofdelijke stemming waren aangenomen. Het was maar goed, dat zij zoo weinig tijd vergden, want er lag nog een ander vraagstuk op afdoening te wachten waarbij nu eens niet de ambtenaren maar de burgers waren betrokken, namelijk de verordening op de toepassing der Winkelsluitingswet, die op 1 Mei reeds in werking moet treden. Wij behoeven van deze wet niet veel te zeggen. Volgens diverse raadsleden is zij in het leven geroepen om den middenstand te gen zich zelf in bescherming te nemen, maar wij gelooven, dat er heel wat middenstanders zijn, die deze bescherming allesbehalve waardeeren. De toestand is voor velen tegenwoordig zoo, dat zij blij zijn een klant in hun winkel te zien op welken dag of op welk uur die dan ook verschijnen mag en zij zijn er alles behalve dankbaar voor, dat de regeering in hun eigen welzijn gedecreteerd heeft dat zij voortaan des avonds en des Zondags hun a#uren maar op slot moeten houden. Dat bleek ook wel uit de vele adressen van belanghebbenden, die allen vroegen voor hun zaak een uitzondering te willen maken, maar het was te voorzien dat de commissie voor de strafverordeningen, of B. en W. dit was niet duidelijk met de meeste dier verzoeken geen rekening zouden houden. Natuurlijk heeft de anti-revolutionnaire heer Hoijtink zich tegen elke openstelling op Zondag uitgesproken, o.i. ten onrechte daar het hier niet een wet op de Zondagsrust betreft maar een'wet tot gedwongen rust voor de winkeliers, wien het daardoor on mogelijk gemaakt wordt, dat de een den an der door open te blijven uit concurrentie-oog- punt tot dezelfde arbeidsprestatie nood zaakt. Verschillende adressen, voornamelijk die van op zich zelf staande belanghebbenden waren al zonder meer afgewezen en het wa ren ten slotte maar enkele groepen wier be langen thans in den breede besproken zijn geworden. Vrijwel algemeen was men het er over eens, dat de winkels waar brood, banket, sui ker en chocolade verkocht wordt, zoowel ten bate der betrokken winkeliers als ten bate van het publiek des Zondags van 10 tot 1 uur en des namdidags van 5 tot 8 uur geopend mogen blijven. Voor bloemenwinkels was op een dergelijk verzoek afwijzend beschikt. Men ging blijk baar van de veronderstelling uit, dat wie op Zondag bloemen wil hebben deze maar op de Zaterdagavondmarkt moet koopen. Op Zondag zou slechts een enkele buitenman er naar kunnen vragen, die zijn familie in he: Ziekenhuis gaat opzoeken, maar omdat der gelijke bezoekers voor hun zieken liever een half pond spek dan een bouquetje rozen knopjes meebrengen, werd het blijkbaar on- noodig geoordeeld den bloemisten daarvoor hun Zondagsrust te onthouden. Over visch- en fruitwinkels werd uitvoerig gedebatteerd en men kon zich vrij algemeen met de opvatting vereenigen, dat deze tot 12 uur in den middag en van 2 tot 8 uur ge opend mogen blijven. Slechts van christelijke en anti-revolution- naire zijde werd tegén het late slutiingsuur protest aangeteekend en zelfs de motiveering, dat men daardoor nog eens het een en ander voor de zieken zou kunnen koopen kon geen genade vinden in de oogen van den heer Vogelaar, die ontdekt had, dat het bezoekuur in de Ziekenhuizen al om half acht voor ge ëindigd verklaard wordt. Toen een onvoor zichtig raadslid zich liet ontvallen, dat er ook nog bezoekers van andere inrichtin gen zijn, die wel trek in een harinkje kunnen hebben, wilde de heer Vogelaar er heelemaa: niets meer van weten en hij stemde met zijn beide geestverwanten tegen dit voorstel, dat desondanks met groote meerderheid werd aangenomen. Er is in dezen politieken strijd meer melk dan bloed gevloeid want het vraagstuk van het verkoopen en vooral het uitventen van melk heeft de gemoederen van het edelacht baar gezelschap nog het meest in beroering gebracht. De georganiseerde handelaren in hoofdzaak de inrichtingen hadden een openstelling op Zondag tot 12 uur bepleiten een ventverbod, voor de eerste vijf weekdagen na vijf uur en voor den geheelen Zondag. Daarentegen stelde de Commissie voor de strafverordeningen voor het venten tot acht uur des avonds toe te laten en ook des Zon dags nog eenigen tijd dit alles op ver zoek van een groepje ongeorganiseerden en de democraten in het college van B. en W. kregen natuurlijk te hooren, dat zij zich meer aan de ongeorganiseerden dan aan de georganiseerden gqstoord hadden. Het gevolg der langdurige debatten was, dat de vergadering eenigen tijd geschorst werd opdat de voorzitter zich nog met de commissie kon beraden en daarna bleek, dat men het venten wel op Zondag wilde verbie den maar het voorstel handhaafde om dat in de eerste vijf werkdagen tot 8 uur des avonds toe te staan, tot groote vreugde van .Mej. Carels. die een „warme" lans voor de zieken en zuigelingen heeft gebroken, die h.I. ook des avonds nog behoefte aan versche koe melk kunnen hebben. Een amendement-Hoijtink om slechts het venten tot vijf uur toe te staan werd met der tien tegen acht stemmen verworpen en wie nagaat, dat zich onder de voorstemmers so ciaal democraten, christelijk historischen, vrijzinnig democraten en de anti-revolution- nair bevonden, begrijpt wel, dat melk niet het meest geschikte bindmiddel is om geest en geloofsverwanten in hun diverse fracties bijeen te houden. Van meer belang was nog de vraag oi men sigarenwinkels op Zondag eenige uren open zou laten, of men ze geheel zou sluiten dan wel of men een deel daarvan b.v. de winkels in den omtïek van het Sportpark gelegenheid tot verkoop zou geven. Vrijwel alle raadsleden kantten zich tegen de bevoorrechting van enkele buurten of straten. Men wees er op, dat b.v. de winkels op het Ritsevoort en zelfs in de Langestraat evengoed van het bezoek aan een motorrace profiteeren. Het zou niet billijk zijn den eenen winkelier gelegenheid te geven iets te verdienen en den ander tot sluiten te ver plichten en de Commissie voor de strafveror deningen besloot bij nader inzien dan ook te adviseeren alle sigarenwinkels op Zondag te sluiten. Er was natuurlijk nog een ander stand punt mogelijk, namelijk alle open te houden maar de heer Keijsper, die ze op bepaalde uren gelegenheid tot verkoop wilde geven vond slechts zes medestrijders aan zijn zijde zoodat zeker tot groot verdiet van diverse winkeliers besloten werd op Zondag een anti-rookverbod in te voeren tenzij men Za terdags voldoende sigaren en tabak in re serve heeft gehouden. Het resultaat van alle discussies was, dat met de stem van den heer Hoijtink tegen die alle winkels op Zondag zou willen slui ten de verordening werd aangenomen en men thans in de zoete hoop leeft, dat een hoogere macht er haar goedkeuring aan zal verleenen. Zij kan daarom nog niet op 1 Mei in wer king treden. Feitelijk geldt vanaf dien datum dan de Rijksregeling en zouden de winke liers, die hun zaken des Zondags open hou den dus geverbaliseerd kunnen worden, maar de burgemeester beloofde met de poli tie een afspraakje te zullen maken waardoor de agenten bij elke open winkeldeur toevallig juist een anderen kant zullen uitkijken, een gemoedelijke regeling, die ons intusschen nog zoo kwaad niet lijkt en waaraan wij bij voorkomende gelegenheden nog eens hopen te herinneren. Vermelden wij ten slotte nog, dat het al lerongelukkigste bruggetje aan het begin van den Bergerweg verbreed zal worden en dat ook de weg weer een eindje verder met de eischen van dezen tijd in overeenstemming zal worden gebracht, dan moeten wij beslui ten met de conclusie dat er ditmaal helaas geen enkel raadslid jarig was of zijn zilve ren of gouden bruiloft vierde zoodat de bijna traditioneel geworden feestelijke ontvangst na afloop heeft ontbroken en het vroede ge zelschap na een welbesteden werkdag in het belang der gemeenschap tegen half zes al weer de treden van de hooge stoep van ons raadshuis afdaalde. Den Haag, 29 April 1932 Nadat de Tweede Kamer bij den aanvang der vergadering een paar conclusies had aan genomen, werd aan mr. Boon (lib.) het woord verleend voor zijn interpellatie over de invoering der W inkelsluitingswet. De spreker lichtte daarbij twee vragen toe: le. Is de minister niet van oordeel, dat de omstandigheid, dat de verordeningen van tal van gemeenten ter uitvoering van de artt 6 en 9 der Winkelsluitingswet nog niet zijn vastgesteld en goedgekeurd, het noodzakelijk maakt de wet op een later tijdstip dan a.s Zondag in werking te doen treden? 2e. Is de minister daarnaast niet van oor deel, dat de heftige crisis die ook den midden stand allerminst voorbijgaat, pleit voor de wenschelijkheid de wet eerst in werking te doen treden op een tijdstip waarop het wel vaartspeil zich eenigermate zal hebben her steld? De interpellant lichtte beide vragen toe, zette uiteen, hoe in tal van gemeenten de be doelde verordeningen nog niet zijn vastge steld of door de regeering goedgekeurd, daar door alle moeilijke omstandigheden zijn ont staan, Den Haag zelfs de 21 dagen waar voor de gemeenteraad ontheffing van de wet kan toestaan, „opsoupeert" in de periode 1— 22 Mei in de hoop, dat intusschen de betref fende verordening zal zijn goedgekeurd. In andere gemeenten weet men niet hoe te han delen, kortom de toestand onhoudbaar is. De schuld ligt voor een deel aan de regeerin|j, die eerst 4 Februari bepaalde, wanneer de nieuwe wet in werking zou treden, waarop later de minister van Arbeid een circulaire betreffende de uitvoering liet volgen, welke niet voldoende voorlichting verschafte, zoodat er gemeenten zijn, die het stuk eenvoudig voor kennisgeving aanvaardden en zelf aan het werk togen. Hun werk verkeeg echter niet de goedkeuring der regeering. Waar aan dat alles ligt, doet er niet toe, doch de winke liers mogen daarvan niet de dupe worden Vandaar sprekers eerste vraag. Er is niets verloren, als de wet een paar maanden later wordt ingevoed. Ook de voorstanders der wet kunnen daar op niet tegen hebben. Maar verder gaat sprekers, tweede vraag, die verder uitstel wil met het oog op de crisis, die bij de aanneming de wet nog niet zoo ernstig was. Deze wet zal voor de door de crisis getroffen winkeliers het leven nog zwaarder maken dan het thans reed is. Spt. wijst o.a. op het veelbesproken adres der firma Jamin, dat der winkeliers in suiker- artikelen, enz. Dit oogenblik is wel het slechtst denkbare om de wet in te voeren. Wilt V een moderne en luxe trouwplechtigheid, maak dan gebruik van de nieuwe FIAT irouwcoupé en bijpassende FIAT volgauto's van de Fa. A. DAM Co., ALKMAAR. Tel. 490. Deze wagens zijn dagelijks te bezichtigen aan onze garage Snaarmanslaan. Onze tarie ven zijn zeer billijk. Minister Verschuur, deze met ongelijke rapheid uitgesproken interpellatie beantwoor dend, wilde thans niet ingaan op een alge- meene waardeering der Winkelsluitingswet, maar z.i. is de aversie tegen de wet oorzaak van het thans aan het licht tredend verzet De gemeenten hebben de bevoegdheid gekre gen de werking der wet te verzachten, maar de regeering is er niet voor verantwoordelijk, wanneer de gemeenten niet tijdig van dezen veiligheidsklap gebruik hebben gemaakt. Zij zijn lang genoeg vooruit gewaarschuwd, tegen 1 Maart den oorspronkelijken datum van inwerkingtreding, dit tot 1 Mei ver daagd. De gemeenten begonnen toen actief te worden, de regeering herft zich zooveel moge lijk beijverd de ter goedkeuring ontvangen verordeningen te behandelen, doch z.i. is er voldoende consideratie gebruikt en wordt terecht aan 1 Mei vastgehouden. Daarbij ver- gete men niet, dat winkelsluiting niets nieuws is, we hebben alleen een wettelijke regeling, welke in de plaats van reeds lanc bestaande gemeentelijke verordeningen treedt. Op de vraag of winkelsluiting gewenscht is, behoeft hij z.i. niet in te gaan. De adresbeweging tegen van den laatsten tijd maakt dan ook minder indruk op hem dan de aandrang in adressen en brieven van kleine luiden tot uiting gekomen, ten gunste van winkelslui ting. Spr. antwoord dus ontkennend op beide vragen van mr. Boon. De heer Boon repliceerde en verklaarde zich niet bevredigd door het antwoord. Hij ontkende, dat de gemeentebesturen te traag van handelen zijn geweest; zij hadden nog wel wat anders te zien. En als er nog 360 verordeningen op goedkeuring van de regee ring wachten, dan is dit zeker reden om met de inwerkingtreding nog wat te wachten. Van de invoering op 1 Mei zijn nu de winkeliers de dupe. Wat spr. vraagt, en z.i. volstrekt niet onredelijk. De minister moet niet het standpunt van onverbiddelijkheid handhaven. Zijn tweede vraag achtte spr. ook niet on billijk, omdat de huidige toestand onvoorziene omstandigheden voor den Middenstand heeft doen ontstaan. Tenslotte stelde spr. twee moties voor, een tot uitstel van det wet totdat de gemeentever ordeningen voortvloeiende uit de artt. 6 en 9 der Winkelsluitingswet tot stand zijn geko men, de tweede tot uitstel der wet tot er betere tijden zijn aangebroken. Minister Verschuur wenschte geen der bei de moties te aanvaarden", die bovendien niet van elkander zijn te scheiden. De heer Boon betwistte dit: zij betreffen twee los van elkaar staande kwesties. Hiermede eindigde de interpellatie, de mo ties werden verworpen onderscheidenlijk me' 39 tegen 13 en 40 tegen 12 stemmen. De Kamer heeft zich hierna bezig gehou den met de voorstellen tot verhooging van Indische belasting (tabaksbelasting en invoer rechten). De heer Knottenbelt (lib.) stelde namens zijn fractie voor de voorstellen aan te houden totdat men beter op de hoogte zal zijn van den stand der middelen na de in Indië aan gebrachte bezuinigingen. Nadat de Indische specialiteiten der Kamer alsmede de minister van koloniën de motie hadden bestreden, werd de motie met zitten en opstaan verworpen. De beraadslagingen werden hierop voort gezet onder een minimum van belangstelling (er waren een half dozijn leden in de verga derzaal). Onder meer deden de heeren Cramer (s.d. a.p.) en Diepenhorst (r.k.) hun stem tegen de voorstellen hooren, de heer Van Boetze- icer (c.h.) er voor had gesproken. Nadat de minister de voorstellen had verdedigd, ver daagde de voorzitter de vergadering. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1