Stad m Omgeving.
~MËiVIERINGEN.
Breedzand, het Hillegom van het
noorden, in bloemenpracht.
WAT_KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN
KING
DE BEREIDING
PEPERMUNT
De aangifte der
Rijksinkomstenbelasting.
In drie zalen.
Evenals andere jaren heeft de dag van gis
ter gestaan in het teeken der Mei-feesten In
den voormiddag trok een groep s.d.a.p. eis
naar de algemeene begraafplaats om een
groet te brengen aan de graven der g?s*01rv;Il
partijgenooten. De heer J. Westerhof hiel
daar een toespraak en het gemengo knor ï^e
Stem des Volks zong er eenige liederen,
's Middags trok men in een lange nj, oneer
de tonen van het muziekgezelschap Excelsioi
en begeleid door de in hun kleurige unifor
men gestoken leden van den Arbeiderssport
bond en de A.J.C. met vaandels, vlaggen en
banieren, naar het Sportpark, waa£ vnie
gymnastische oefeningen en rythmische dan
sen om den Meiboom en verschillende A.JU-
liedjes de aandacht vroegen en waar de
ouderen een partijtje voetbal speelden, dat
eindigde met een overwinning van het elftai
der gemeentewerklieden.
De anti-parlementaire socialisten hielden
zich druk bezig met colportage.
Des avonds.
Feest der s.d.a.p. in de Harmonie.
De groote zaal was tot in alle hoeken be
zet, toen de heer H. vanDrunen a.s
voorzitter van het Mei-comité een openings
woord sprak, speciaal tot den spreker van
den avond, den heer L. M. Hermans, die gis
teravond nog weer moest vertrekken om heden
Maandagmorgen de raadsvergadering in zijn
woonplaats Arnhem bij te wonen, waar hei
befaamde kortingswetje dan aan de orde
komt. Spr. releveerde wat er in den loop van
den dag was gedaan en uitte den wensch,
dat volgende jaren de rij der deelnemers
steeds groeiende zal zijn. Herinnerende aan
de door de kartonwerkers gewonnen staking,
drong spr. aan op offervaardigheid wanneer
dit noodig is in den strijd voor behoud of ver
overing van behoorlijke loon- en arbeidsvoor
waarden.
Nummer 2 van het uitgebreide programma
was zang van De Stem der Volks, voor deze
gelegenheid onder leiding van den heer Joh.
Brands, omdat de directeur Blaauw met een
koor te Castricum, waar hij den dirigeerstat'
zwaait, moest optreden op een Meifeest. On
danks dieze verandering van leider zong het
koor even zeker en even opgewekt als altijd.
Gezongen werd „De wereld aan ons" van
Lamfermeyer en „Aan de strijders" van O.
W. de Nobel.
Vervolgens trad op de bekende declamator
Martien Beversluis, met eenige verzen van
Arbeiders-noodlot, geschreven door arbei
ders, alsmede gedichten van anti-militairis-
tische strekking en het „Moderne Onze Va
der", waarvan het declameeren hem onlangs
door de radio-contróle-commissie was verbo
den op het allerlaatste moment, ofschoon zij
reeds drie weken van tevoren den tekst ter in
zage had gekregen. Het daverend applaus,
dat den dichter-declamator ten deel viel, zal
wel voor een groot deel bedoeld zijn voor
laatstgenoemd gedicht.
Rede Hermans.
Toen de heer Hermans, voor Alkmaar
geen onbekende, het tooneel betrad, waar
jeugdige A.J.C.'ers met vlaggen zich hadden
opgesteld, werd hij met daverend handgeklap
begroet. De heer Van Drunen bood hem
als aandenken aan dezen avond en tevens als
herinnering aan de eerste jaren van strijd
voor de arbeidersklasse, met een aardig
speechje een tweetal teekeningen aan van de
(voormalige) gevangenis te dezer stede, waar
ide heer Hermans in lang vervlogen jaren
heeft vertoefd als martelaar voor zijn over
tuiging.
Zichtbaar verrast nam de heer H. het
Cadeau in ontvangst, door hem genoemd tee
keningen van de villa, waar hij een half jaar
heeft gewoond.
Tot zijn rede komende, noemde de heer
Hermans zich een optimist, die overal de zon
ziet schijnen in huis zoowel als in de partij.
Maar toch sluit hij zijn oogen niet voor de
werkelijkheid en erkent, dat de tijden moei
lijk zijn met groote werkloosheid reeds jaren
achtereen, anders dan vroeger toen een
periode van werkloosheid niet langer dan
één of hoogstens twee jaar duurde. Er is 'n
leger van permanent werkloozen, die uitslui
tend van steun leven en het is zeker geen won
der, als zij geleidelijk zinken. Van de daar
uit voortvloeiende ellende maken communis
ten gebruik om door te dringen in gemeente
raden en andere colleges, waar zij dan strijd
voeren niet tegen de bourgeoisie, maar tegen
de soc.-dem, die zij, gelijk zij in Arnhem zei
den, gevaarlijker noemen dan eerstgenoemde
klasse.
Dan is er nog de verleugening van r.k. en
chr. arbeiders, die wel spreken van het kwaad
van het kapitalisme, maar voor wie nog niet
geldt 't woord van Karl Marx: „Proletariërs
aller landen, vereenigt u". Het socialisme
zou ook hen kunnen omvatten als de leiders
hun plicht goed deden en zich met bijbel en
wierookvat niet lieten aanstellen als bewa
kers van de brandkast.
Spr. protesteerde ertegen, dat de heer
Smeenk dezer dagen op de jaarvergadering
van Patrimonium te Zwolle de soc.-dem. af
godendienaren noemde, d.w.z. menschen die
den mensch verafgoden.
Naast de tweespalt onder de arbeiders is
nog gekomen de oneenigheid in de soc. partij.
Spr. betreurde het heengaan van velen, en hij
vond dat heengaan niet noodig, al zal mer.
het misschien niet altijd eens zijn met de
leiding. Men blijft toch wel socialist, ook al
denkt men niet steeds zooals de linksche
socialisten. Spr. wilde wel zeggen, dat hij,
als het op indeeling aankomt, bij links zou
willen, maar juist fimdat hij zoo goed moge
lijk socialist wil zijn en alleen in een groote
partij kracht ziet, blijft hij bij de s.d.a.p. De
lange strijd, die deze partij achter den rug
heeft, bewijst, dat zij op den goeden weg is,
dat men alom vertrouwen in haar stelt. En
moet nu weder, zooals in de dagen van wel
eer, tweespalt komen in eigen gelederen en
moeten wij komen te staan tegenover hen, die
tot dusver met ons meevochten tegen 't kapi
talisme? Laten wij hen overtuigen, dat zij bij
ons behooren en ons verlatend, verraad ple
gen aan het socialisme.
Laten wij, ondanks de moeilijkheden in
eigen partij en ondanks den zwaren strijd der
soc.-democratie in Duitschland, trouw blijven
-■ao—
van K1NG pepermunt
staat in het teeken der
controle:
Controle op de grond
stoffen allereerst, om
dat hier de oorzaak ligt
van de opwekkende
eigenschappen en fijne
smaak der origineele
maar bovendien con
trole op de samenstel
ling, op de verpakking
en verzending, op de
toepassing der hygiëne
in alle vormen.
En als extra waarborg
voor echtheid en zui
verheid de controle
van het lab. Dr. van
Hamel Roos Har
mensA'dam.
I vraagt hun kracht "Hun loon zal l'ggen m
het bewustzijn van het werk van de bevrijding
der arbeiders uit het kapitalistisch stelsei,
waarna zal ontstaan een maatschappij, waai
brood en vrijheid zal zijn voor ieder.
Het verslag van de vergadering van het
P.A.S. hebben wij moeten laten wachten tot
morgen.
aan ons beginsel en aan onze partij, wat mis
schien in donkere tijden wel het moeilijkst is.
Krachtig wenschte spr. op te wekken tot 't
beleven van de Mei-leuzen en hij zette dan
uiteen, dat als eerste daarvan geldt: de
socialisatie. Heftig toornde spr. ertegen, dat
men overal de salarissen wil verlagen (in
Arnhem ook weer, waardoor men dan al komt
tot pl.m. 15 pet.), omdat men den plicht wil
opleggen tot versobering van het leven. Maar
dat versoberen geldt dan alleen voor den pro-
ietariër.
De socialisten hebben een beter middel om
de werkloosheid te verminderen: de 40-urige
werkweek.
De andere eisch der soc.-dem. is die van
ontwapening, waarmee men niet behoeft te
wachten tot anderen het doen. Neen, wij
kunnen ook groot zijn in een klein land en
nu al vast ontwajDenen. De ontwapening kan
mogelijk worden, als de soc.-democratie sterk
blijft en steeds sterker wordt. Laat de geest
en de moed van wijlen mr. P. J. Troelstra u
voortdurend meer bezielen. Wij behooren al
len bij elkaar, doet uw werk zoo goed moge
lijk, maar besteedt elk uur, dat gij daarvoor
missen kunt, aan de propaganda voor onze
mooie partij.
Na de pauze, die op de rede van den heer
Hermans volgde, traden de heer Beversluis
en De Stem nogmaals op, terwijl tevens de
Sportbond en de A.J.C. ten tooneele versche
nen met hunne oefeningen. Een en ander
werd luide toegejuicht.
Vergadering van de anti-parle
mentaire socialisten.
Klein was het aantal geestverwanten, dat
de heer A. F e r n e e welkom mocht heeten
in De Unie. Ook hier was het programma
muziek en declamatie en een redevoering.
Voor de muziek zorgden de heer en mej.
Lodder uit Winkel (piano en viool), als
declamator trad op de heer Schweitzer uit
Bergen.
Spreker van den avond was de heer Wal
raven, die begon met te wijzen op de nood
zakelijkheid van het geregeld voeren van
proganda. Sprekende over de huidige wereld
toestanden, ontkende hij, dat men die een
crisis kan noemen. Een crisis immers heeft
eenmaal een oplossing, maar die komt hier
niet zoolang de wereld niet verandert. En
daarvan is nog niets te merken: de Engelsche
socialisten houden evengoed vast aan vloot-
uitbreiding als vóór hen andere regeeringen
en in Duitschland kan het socialisme nog
slechts meedoen door als laatste redmiddel
het „Stemt Hindenburg" aan te heffen.
Alleen het werkelijke socialisme zal de
menschen gelukkig maken, zei spr., en dan
moet men niet gelooven, wat men ons wijs
wil maken, n.1. dat alleen meer ontwikkelden
kunnen regeeren, neen, ge moet het zelf doen.
Het kapitalisme, dat met volle pakhuizen zit,
zou u graag allen op straat zetten, maar
durft nog niet. Intusschen zijn velen werk
loos en dat bewijst dat er iets hapert aan ons
maatschappelijk stelsel. In een geordend ge
zin ziet men toch immers ook niet, dat vader
en zoon alles alleen opmaken. En toch is in
onze maatschappij de productie alleen voor
de bezitters.
Er is geen anarchie in de productie, zooals
De Cetem durfde beweren, want anarchie is
geen stelselloosheid, maar wil slechts zeg-
ten regeeringloos. Anarchie op zichzelf is
e hoogste orde.
Door een zaakkundige distributie zou men
uit den huidigen chaos kunnen raken, maar
men wil niet. Vele goden zijn afgeschaft,
maar daarna heeft men van den staat een
god gemaakt, en den mensch tot zijn slaaf
verklaard; den staat zijn allerlei middelen
ter beschikikng gesteld om ons te onderdruk
ken en tot die midden behoort de ambtenarij
Daartegen en tegen alle parasieten der sa
menleving, de menschen die dezen staat wil
len hoog houden, gaat onze strijd. Pas als
de staat en het kapitalisme zijn vernield, is de
mensch op weg naar de overwinning.
Wij allen begeeren en moot begeeren een
waardige plaats onder de zoa. Die begeerte
kon niet gedood worden door de cel. Nog
vormen wij een minderheid, maar wij gaan
vooruit.
Wat hebben wij aan de millioenen socia
listen in Duitschland en Frankrijk en elders?
Al sinds 25 jaar vieren zij zoogenaamde
overwinningen, maar nog is er niets gewon
nen. Dit is onze aanklacht tegen de s.d.a.p.
Zij heeft alle macht gehad: in Duitschland is
Ebert staatspresident geweest, in Engeland
is MacDonald eerste minister, en wat is er
veranderd? Opstanden worden evengoed in
bloed gesmoord, alles is hetzelfde gebleven.
En dit ligt niet aan de personen, maar aan
het stelsel, dat den staat wil en aan welken
eisch ook de s.d.a.p. niet ontkomt. Domela
Nieuwenhuis zei het reeds: „het zijn oude
pruiken op nieuwe poppen". Daarom moeten
wij den staat bestrijden, moeten wij ongehoor
zaam worden aan den staat, die ook ons wil
ojjeischen. Het is ons geluk, dat wij nog klein
zijn, het bewaart ons voor verslapping.
Gaat tot de arbeiders, zoo eindigde spr., en
Op den eersten dag van de maand die in
de almanakken betiteld wordt met bloei
maand, vangt het fiscale jaar aan en ont
vangen vele belastingplichtigen ter invulling
een aangiftebiljet voor de inkomstenbelas
ting. Op zichzelf is dit een nuchter feit, doch
in werkelijkheid gaat de invulling voor me
nigeen met veel hoofdbreken gepaard, en le
vert, om in belastingterminologie te blijven
een bron van veel moeilijkheden op.
Het zal thans iedereen wel bekend zijn,
dat hij verplicht is zijn aangiftebiljet in te
vullen en te onderteekenen. Waren er voor
heen nog wel lieden die hieraan geen gevolg
gaven en hun aangiftebiljet vernietigden, en
op deze wijze het risico van een ambtshalve
aanslag namen, sedert enkele jaren is men
verplicht zijn aangiftebiljet in te vullen.
Voldoet men aan dezen plicht niet, dan
loopt men de kans op een boete, die de wet
gever op maximaal 1000 gesteld heeft.
Men heeft gedurende drie weken den tijd
om de vereischte aangifte te doen.
Nu zou het 't eenvoudigste zijn, als ieder
een maar had in te vullen hetgeen hij over
het afgeloopen kalenderjaar aan inkomen ge
noten had.
Aangezien de wet op de inkomstenbelas
ting zich evenwel bezig houdt met bronnen
van inkomen wordt de zaak iets ingewik
kelder. In de allereerste plaats dient men
zich af te vragen welke bron of bronnen van
inkomen heb ik op den eersten dag (1 Mei)
van het belastingjaar.
De bronnen welke men op dien dag heeft
zijn n.1. slechts belastbaar. Wanneer een
slager dus op 15 April van eenig jaar zijn
zaak verkoopt, en zich als particulier ves
tigt, heeft hij op 1 Mei d.a.v. geen inkomen
uit zijn slagerij meer en behoeft dan ook uit
dien hoofde niets op te geven.
Wanneer men nagegaan heeft, welke bron
nen van inkomen men op 1 Mei heeft, moet
men er acht op geven, dat de opbrengsten
van die bronnen van inkomen slechts dan
over het vorige kalenderjaar (1931) moeten
worden aangegeven als de opbrengsten van
die bronnen van 1 Januari 1931 af voor den
aangever onafgebroken hebben bestaan.
Hebben deze bronnen n.1. in 1931 niet on
afgebroken bestaan, ontbreekt er ook maar
één dag aan, dan blijft de opbrengst over
1931 geheel en al buiten beschouwing.
Voor hen die een beroep of bedrijf uitoefe
nen maakt de wet onderscheid of men al of
niet in het bezit van een volledige boekhou
ding is.
Is men in het bezit van een volledige boek
houding, dan is de zaak zeer eenvoudig. Men
heeft op te geven de winst over het voor 1
Mei 1932 afgesloten boekjaar. Het doet er
dus niets toe, hoe of dat boekjaar loopt. Of
het nu gaat van 1 Januari tot 31 December
of van 1 April tot 31 Maart, men geeft op
het resultaat over het vóór 1 Mei 1932 ein
digende boekjaar.
Maar hoe nu voor hen die niet in het be
zit eener boekhouding zijn. Jammer genoeg
omvat deze groep altijd nog een groot deel
der belastingplichtigen.
Zij moeten de winst over het afgeloopen
kalenderjaar 1931 opgeven.
Dat dit voor velen dezer catagorie op
groote moeilijkheden stuit is te begrijpen.
Men weet dikwijls zelf niet eens hoe groot
zijn inkomen geweest is, en vult maar iets
in Wanneer men dan later een te hoogen
aanslag krijgt, moppert men op de belasting
autoriteiten, doch vergeet dat men zelf de
schuld van een en ander is.
Hier springt dan ook duidelijk de waarde
van een behoorlijk gevoerde administratie in
het oog.
Als men dus op 1 Mei 1931 een bedrijf is
begonnen en men heeft vanaf dat oogenblik
een behoorlijke administratie gevoerd, welke
men op 30 April 1932 afsluit, dan geeft men
de gemaakte winst over laatstgenoemd boek
jaar op.
Heeft men evenwel geen boekhouding ge
voerd dan zal men thans op moeten geven de
geschatte toekomstige winst over het thans
aanvangende belastingjaar.
Is men op een later tijdstip dan 1 Mei 1931
met zijn bedrijf aangevangen, dan moet even
eens worden opgegeven de toekomstig ge
schatte winst over het belastingjaar 1 Mei
1932—30 April 1933.
De wet kent nog een uitzondering, wat be
treft de opbrengst van op zichzelf staande
werkzaamheden. Dit zijn die, welke in gee
nerlei verband tot een bron van inkomen
staan. Deze dienen te worden opgegeven over
het voorgaande kalenderjaar (1931). Hier
onder vallen bijv.: «prreta-
het tijdelijk waarnemen van een sec
riaat, het loon van een executeur enz.
Men behoeft niet als inkomen op g
ven, datgene wat men verdient met sp -
tie in effecten of goederen, tenzij deze sl\
latie geschiedt in de uitoefening van ee
Aangezien ieder effect, of ieder vast goed
als een zelfstandige bron van inkomen woi
aangemerkt, meet men zich eerst afvragen
waren die effecten reeds op 1 Januari iy
in mijn bezit. In het bevestigende geval dien.
men dan op te geven de opbrengst wat rente
betreft over 1931 en wat dividend aangaa.
het vastgestelde in 1931. (In de meeste ge
vallen het volle dividend over 1930).
Van die effecten welke men op 1 Mei IQ30
in bezit heeft, dcch nog niet het volle kalen
der-jaar 1931 moet men wederom de toekom
stiae opbrengst over het tijdvak 1 Mei i<m
_30 April 1933 schatten.
IK- wil besluiten met er op te wijzen, dat
zij wier vermogen 16000 of meer bedraad
verplicht zijn, hiervan aangifte te doen ten
kantore der belastingadministratie.
Uit een en ander blijkt wel duidelijk, dat
de aangifte voor de Rijksinkomsten- en ver
mogensbelasting met den uitersten zorg dient
te geschieden, daar zij de basis vormt voor
den aanslag in bovengenoemde belastingen
Alkmaar, April 1932^
CHR. VENNIK,
Accountant
In ons nummer van 2 April j.1. beschreven
wij ter voorlichting van het toerisme een
tocht naar Breezand, waar een 650 H A. voor
de bloembollencultuur in gebruik zijn geno
men.
Gisteren hebben wij per auto dien tocht nog
eens gemaakt en vastgesteld, dat de aange
geven weg vanuit Alkmaar heen en terug
precies 100 K.M. vordert. Van Alkmaar uit
volgt men den Rijksweg langs het N-H
Konaal en reeds op 18 K.M. afstand even
voor St. Maartensbrug ziet men links en
rechts mooie bloemenvelden temidden van
sappige groene weilanden met aan de linker
hand de duinen, met donkere boschpartijen
op den achtergrond.
Te 't Zand, op 27y9 K.M. afstand van
Alkmaar, is men bezig een nieuwe vlotbrug
te maken, doch men kan daar met een po:u
gemakkelijk het kanaal oversteken. Wie daar
tegen bezwaar heeft, rijdt een 10 K.M. door
tot de tolbrug bij de Kooy, waarna men zich,
na een 4-tal K.M. gereden te hebben, te mid
den van de bloembollen velden in Breezand
bevindt. Wie, zooals wij, met het pontje
oversteekt, neemt, na pl.m. 100 M. rechtuit
te zijn gereden, over een bruggetje den eersten
weg links; 2A K.M. verder passeert men den
dijk van den Anna Paulownapolder om recht
uit op „De Drie Bruggen" aan te rijden. De
polder biedt ook reeds om de mooie groene
havervelden z'n bekoring en lan^s den Mid
denweg passeert men op \'A K.M. afstand
van het bruggetje bij 't Zand prachtige, uit
gestrekte bloemenvelden met rijke roode,
oranje, gele en witte kleuren.
De regen en het zonnige weer van de laat
ste dagen hebben de bloemen uit den grond
gejaagd en hier en daar ziet men reeds I100-
pen afgesneden bloemen. Het grootste deei
van de velden staat echter nog in knop, zoo
dat men de volgende week Zondag stellig nog
van een grootere bloemenweelde zal kunnen
genieten dan gisteren het geval was.
Aan het eind van den Middenweg bevin
den zich De Drie Bruggen. Men rijdt over
de brug, die men recht voor zich vindt en
volgt dan de vaart, direct links, waarna men
na een paar K.M. te hebben gereden, onmid
dellijk na het passeeren van een brug, rechts
om slaat en de Zandvarrt volgt naar Bree
zand. Deze weg is keurig geasphalteerd. Zoo
ver het oog reikt, ziet men aan beide zijden
van de Zandvaart grootsche bloemenvelden
en passeert men verschillende bollenschuren
De Zanuvaart heeft een lengte van pl.m. 3
K.M., waarna men zich raidden in het dorpje
Breezand bevindt. Vanaf Alkmaar heeft men
dan precies 36 K.M. afgelegd-
Voor den A.N.W.B. is hier nog wel een
taak weggelegd, aangezien men de bekende
wegwijzers hier tevergeefs zoekt. Plaatselijk
zou men zeer zeker goed werk doen door het
plaatsen van richtlngborden met het op
schrift :Naar de bollenvelden.
Breezand is een niet onaardig, nieuw dorp
met een ruim plein, waaraan een muziektent
is geplaatst en een modern café, dat gisteren
de drukte van het toerisme genoot. In de
onmiddellijke nabijheid daarvan vindt men
stalletjes met de diverse tulpen- en narcissen-
soorten en voor een kwartje koopt men daar
een flinke bos bloemen.
In Breezand volge men niet dadelijk den
Zwarten weg naar den Balgdijk, maar doet
men verstandig, links den Koningsweg te rij
den, aan weiken weg zich eveneens links en
rechts uitgestrekte bloemvelden bevinden.
Deze velden zijn niet, zooals in Hillegom,
daar lagen gescheiden, zoodat de kleuren
pracht niet gebroken wordt.
Aan het einde van den Koningsweg slaat
rechtsom en ook aan dezen weg, afgewisseld
door weilanden, groote oppervlakten met tul
pen narcissen en hyacinthen.
Na 1K> K.M. te hebben gereden, volgt men
900 M. den weg rechts, waarna men linksom
slaat om langs den Zwarten Weg naar den
Balgdijk te rijden. Na 600 M. weer links om
Wanneer men dan 2 K.M. gereden heeft, be
vindt men zich aan de tolburg over het N.-H.
Kanaal bij het vliegkamp De Kooy, welke
brug men voor een dubbeltj. mag passeeren
Vandaar gaat men weer in de richting
A kmaar. Na 1200 M. te hebben gereden,
passeert men de spoorbaan bij de halte Koe-
oras, waarna men op een afstand van 900
M. rechts den Schoolweg (een gemeenteweg)
naar Julianadorp inslaat, langs welken weg
men ook hier en daar bloemenvelden ziet.
Wanneer men een afstand van 4H K.M.
heeft afgelegd, bevindt men zich aan den
voet der duinen en slaat men links om in de
richting van Callantsoog. waarvan men dan
8 K.M. verwijderd is. Wie wat tijd heeft, doet
verstandig, aan het einde van den School
weg het hooge duin te beklimmen, vanwaar
men een prachtig gezicht heeft over het pol-
derlandschap en de zee op een 150 M. pfJ
stand voor zich ziet.
De jonge badplaats Callantsoog maakt,
vooral door het groote plein, waaromheen
de aardige visschershuisjes met de hooge za
deldaken en de houten voorschotten zijn ge
bouwd. mede door het pittoreske kerkje, een
aardigen indruk. Op dit plein bevindt zich
ook een muziektent, benevens een monument
voorstellende een visscherman met oliejas en
zuidwester, een herinnering aan den oorlogs
tijd. waardoor men zich 'n oogenblik waant
in één van de kleine plaatsjes langs de Bel
gische kust
Aan de kust zijn hier reeds eenige vrien
delijke pensiongelegenheden verrezen. Daar
staat ook het hooge jacht- en buitenhuis van
Jhr. van der Po!, eigenaar van het 1075 H.A.
groote jachtgebied in de duinen, waarin zich
het beroemde Zwanenwater bevindt en een
fazantenkweekerij. Het geheele jachtgebied
is 1800 H.A. groot, omdat ook de jacht op
de aangrenzende landerijen gepacht is. Dit
duingebied is wondermooi en rijk bevolkt
met alle mogelijke wild. doch mag onder
geen voorwaarde betreden worden.
Vandaar rijdt men naar De Stolpen. Wie
zeker wil zijn om niet te verdwalen, rijdt
door tot het N.H. kanaal en vandaar in de
richting Alkmaar tot de Burger Vlotbrug,
waar men rechts af gaat naar Petten.
Wie prijs stelt op een rit langs een mooien
landweg met hier en daar wild opgegroeid
hout, door de zeewinden naar 't land gebo
gen, neemt op 200 M. afstand vóór het ka
naal den landweg rechts, om na ongeveer 4
K.M. te hebben gereden, na het passeeren
van de 2de brug, rechts op Petten aan te
gaan. Af en toe is men dan ook nog hier en
daar blcembollenvelden gepasseerd en in het
dorpje Petten kan men daar ook nog van ge
nieten, doordat voor enkele jaren de firma
Eriks en Zoon aldaar een omvangrijk bol-
lenbedrijf heeft gesticht.
In Petten heeft men er dan juist 75 K.M.
op zitten
Vandaar rijdt men aan den voet van de
Hondsbossche zeewering naar Camperduin,
links genietende van mooie waterpartijen
met vóór zich de prachtige woeste duinen van
Camperduin en Katrijp.
De 9 K.M. lange weg van Camperduin
naar Schoorl en Bergen geeft eveneens bi
zonder veel afwisseling en is vooral in het
voorjaar voor een tocht bizonder aan te be
velen. De landelijke huisjes, verscholen in
het sappige groen, met de donkere duinen op
den achtergrond, door onze schilders zoo
zeer gezocht, brengen den toerist in verruk
king.
De weg van Schoorl naar Bergen mag
evenals die van Bergen naar Egmond om
z'n natuurschoon bekend worden geacht.
Van Bergen naar Den Heef passeert men
aan weerskanten eveneens prachtige bloem
velden, terwijl van Den Heef naar Egmond
aan Zee ook nog vlakke duingebieden voor
de bloemencultuur in gebruik zijn genomen
Aangezien de weg van Egmond aan den
Hoef naar Castricum voor het verkeer is af
gesloten. omdat het Hoogheemraadschap
Holl. Noorderkwartier aldaar met het ver-
breeden van den weg en aanleggen van fiets
paden is begonnen, is het noodig om langs
den Hoeverweg naar Alkmaar te rijden. Wie
per auto den tocht maakt, doet verstandiger
te Egmond aan den Hoef of Egmond aan
Zee te keeren en vandaar weer over 't Woud
en Bergen naar Alkmaar te rijden, omdat
deze weg aan natuurschoon zooveel bekoor
lijks biedt.
237 Tunneltje vluchtte het eerste het beste huis binnen
en kwam terecht bij een paar oude kikkers, een goed oud
mannetje en een lief vrouwtje. Hij keek of er nergens
een kas openstond en daar viel zijn oog eensklaps op een
groote kachel. Voorzichtig kroop hij erin, maar toen hij
er een tijdje inzat en er niets gebeurde, verveelde hij zich.
Heel stilletjes lichtte hij het deksel op en zag dat de oudjes
zaten te lezen. Rrrrttt rrrtttzei Tuimeltje zachtjes e*
de kikkers schrokken allebei en keken elkaar aan#
38. Dat spelletje vond Tuimeltje wel leuk, maar de kik
kers niet. Neen, ze kregen echt schrik. Het was niet pluis,
ze noorden telkens eits, maar konden niets ontdekken.
an angst liepen ze naar de buren toe om hulp te halen
en van die gelegenheid maakte Tuimeltje gebruik, uit de
die klimmen en net of er niets gebeurd was, te gaan