Stad m Omgeving. ~MËiVIERINGEN. Breedzand, het Hillegom van het noorden, in bloemenpracht. WAT_KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN KING DE BEREIDING PEPERMUNT De aangifte der Rijksinkomstenbelasting. In drie zalen. Evenals andere jaren heeft de dag van gis ter gestaan in het teeken der Mei-feesten In den voormiddag trok een groep s.d.a.p. eis naar de algemeene begraafplaats om een groet te brengen aan de graven der g?s*01rv;Il partijgenooten. De heer J. Westerhof hiel daar een toespraak en het gemengo knor ï^e Stem des Volks zong er eenige liederen, 's Middags trok men in een lange nj, oneer de tonen van het muziekgezelschap Excelsioi en begeleid door de in hun kleurige unifor men gestoken leden van den Arbeiderssport bond en de A.J.C. met vaandels, vlaggen en banieren, naar het Sportpark, waa£ vnie gymnastische oefeningen en rythmische dan sen om den Meiboom en verschillende A.JU- liedjes de aandacht vroegen en waar de ouderen een partijtje voetbal speelden, dat eindigde met een overwinning van het elftai der gemeentewerklieden. De anti-parlementaire socialisten hielden zich druk bezig met colportage. Des avonds. Feest der s.d.a.p. in de Harmonie. De groote zaal was tot in alle hoeken be zet, toen de heer H. vanDrunen a.s voorzitter van het Mei-comité een openings woord sprak, speciaal tot den spreker van den avond, den heer L. M. Hermans, die gis teravond nog weer moest vertrekken om heden Maandagmorgen de raadsvergadering in zijn woonplaats Arnhem bij te wonen, waar hei befaamde kortingswetje dan aan de orde komt. Spr. releveerde wat er in den loop van den dag was gedaan en uitte den wensch, dat volgende jaren de rij der deelnemers steeds groeiende zal zijn. Herinnerende aan de door de kartonwerkers gewonnen staking, drong spr. aan op offervaardigheid wanneer dit noodig is in den strijd voor behoud of ver overing van behoorlijke loon- en arbeidsvoor waarden. Nummer 2 van het uitgebreide programma was zang van De Stem der Volks, voor deze gelegenheid onder leiding van den heer Joh. Brands, omdat de directeur Blaauw met een koor te Castricum, waar hij den dirigeerstat' zwaait, moest optreden op een Meifeest. On danks dieze verandering van leider zong het koor even zeker en even opgewekt als altijd. Gezongen werd „De wereld aan ons" van Lamfermeyer en „Aan de strijders" van O. W. de Nobel. Vervolgens trad op de bekende declamator Martien Beversluis, met eenige verzen van Arbeiders-noodlot, geschreven door arbei ders, alsmede gedichten van anti-militairis- tische strekking en het „Moderne Onze Va der", waarvan het declameeren hem onlangs door de radio-contróle-commissie was verbo den op het allerlaatste moment, ofschoon zij reeds drie weken van tevoren den tekst ter in zage had gekregen. Het daverend applaus, dat den dichter-declamator ten deel viel, zal wel voor een groot deel bedoeld zijn voor laatstgenoemd gedicht. Rede Hermans. Toen de heer Hermans, voor Alkmaar geen onbekende, het tooneel betrad, waar jeugdige A.J.C.'ers met vlaggen zich hadden opgesteld, werd hij met daverend handgeklap begroet. De heer Van Drunen bood hem als aandenken aan dezen avond en tevens als herinnering aan de eerste jaren van strijd voor de arbeidersklasse, met een aardig speechje een tweetal teekeningen aan van de (voormalige) gevangenis te dezer stede, waar ide heer Hermans in lang vervlogen jaren heeft vertoefd als martelaar voor zijn over tuiging. Zichtbaar verrast nam de heer H. het Cadeau in ontvangst, door hem genoemd tee keningen van de villa, waar hij een half jaar heeft gewoond. Tot zijn rede komende, noemde de heer Hermans zich een optimist, die overal de zon ziet schijnen in huis zoowel als in de partij. Maar toch sluit hij zijn oogen niet voor de werkelijkheid en erkent, dat de tijden moei lijk zijn met groote werkloosheid reeds jaren achtereen, anders dan vroeger toen een periode van werkloosheid niet langer dan één of hoogstens twee jaar duurde. Er is 'n leger van permanent werkloozen, die uitslui tend van steun leven en het is zeker geen won der, als zij geleidelijk zinken. Van de daar uit voortvloeiende ellende maken communis ten gebruik om door te dringen in gemeente raden en andere colleges, waar zij dan strijd voeren niet tegen de bourgeoisie, maar tegen de soc.-dem, die zij, gelijk zij in Arnhem zei den, gevaarlijker noemen dan eerstgenoemde klasse. Dan is er nog de verleugening van r.k. en chr. arbeiders, die wel spreken van het kwaad van het kapitalisme, maar voor wie nog niet geldt 't woord van Karl Marx: „Proletariërs aller landen, vereenigt u". Het socialisme zou ook hen kunnen omvatten als de leiders hun plicht goed deden en zich met bijbel en wierookvat niet lieten aanstellen als bewa kers van de brandkast. Spr. protesteerde ertegen, dat de heer Smeenk dezer dagen op de jaarvergadering van Patrimonium te Zwolle de soc.-dem. af godendienaren noemde, d.w.z. menschen die den mensch verafgoden. Naast de tweespalt onder de arbeiders is nog gekomen de oneenigheid in de soc. partij. Spr. betreurde het heengaan van velen, en hij vond dat heengaan niet noodig, al zal mer. het misschien niet altijd eens zijn met de leiding. Men blijft toch wel socialist, ook al denkt men niet steeds zooals de linksche socialisten. Spr. wilde wel zeggen, dat hij, als het op indeeling aankomt, bij links zou willen, maar juist fimdat hij zoo goed moge lijk socialist wil zijn en alleen in een groote partij kracht ziet, blijft hij bij de s.d.a.p. De lange strijd, die deze partij achter den rug heeft, bewijst, dat zij op den goeden weg is, dat men alom vertrouwen in haar stelt. En moet nu weder, zooals in de dagen van wel eer, tweespalt komen in eigen gelederen en moeten wij komen te staan tegenover hen, die tot dusver met ons meevochten tegen 't kapi talisme? Laten wij hen overtuigen, dat zij bij ons behooren en ons verlatend, verraad ple gen aan het socialisme. Laten wij, ondanks de moeilijkheden in eigen partij en ondanks den zwaren strijd der soc.-democratie in Duitschland, trouw blijven -■ao— van K1NG pepermunt staat in het teeken der controle: Controle op de grond stoffen allereerst, om dat hier de oorzaak ligt van de opwekkende eigenschappen en fijne smaak der origineele maar bovendien con trole op de samenstel ling, op de verpakking en verzending, op de toepassing der hygiëne in alle vormen. En als extra waarborg voor echtheid en zui verheid de controle van het lab. Dr. van Hamel Roos Har mensA'dam. I vraagt hun kracht "Hun loon zal l'ggen m het bewustzijn van het werk van de bevrijding der arbeiders uit het kapitalistisch stelsei, waarna zal ontstaan een maatschappij, waai brood en vrijheid zal zijn voor ieder. Het verslag van de vergadering van het P.A.S. hebben wij moeten laten wachten tot morgen. aan ons beginsel en aan onze partij, wat mis schien in donkere tijden wel het moeilijkst is. Krachtig wenschte spr. op te wekken tot 't beleven van de Mei-leuzen en hij zette dan uiteen, dat als eerste daarvan geldt: de socialisatie. Heftig toornde spr. ertegen, dat men overal de salarissen wil verlagen (in Arnhem ook weer, waardoor men dan al komt tot pl.m. 15 pet.), omdat men den plicht wil opleggen tot versobering van het leven. Maar dat versoberen geldt dan alleen voor den pro- ietariër. De socialisten hebben een beter middel om de werkloosheid te verminderen: de 40-urige werkweek. De andere eisch der soc.-dem. is die van ontwapening, waarmee men niet behoeft te wachten tot anderen het doen. Neen, wij kunnen ook groot zijn in een klein land en nu al vast ontwajDenen. De ontwapening kan mogelijk worden, als de soc.-democratie sterk blijft en steeds sterker wordt. Laat de geest en de moed van wijlen mr. P. J. Troelstra u voortdurend meer bezielen. Wij behooren al len bij elkaar, doet uw werk zoo goed moge lijk, maar besteedt elk uur, dat gij daarvoor missen kunt, aan de propaganda voor onze mooie partij. Na de pauze, die op de rede van den heer Hermans volgde, traden de heer Beversluis en De Stem nogmaals op, terwijl tevens de Sportbond en de A.J.C. ten tooneele versche nen met hunne oefeningen. Een en ander werd luide toegejuicht. Vergadering van de anti-parle mentaire socialisten. Klein was het aantal geestverwanten, dat de heer A. F e r n e e welkom mocht heeten in De Unie. Ook hier was het programma muziek en declamatie en een redevoering. Voor de muziek zorgden de heer en mej. Lodder uit Winkel (piano en viool), als declamator trad op de heer Schweitzer uit Bergen. Spreker van den avond was de heer Wal raven, die begon met te wijzen op de nood zakelijkheid van het geregeld voeren van proganda. Sprekende over de huidige wereld toestanden, ontkende hij, dat men die een crisis kan noemen. Een crisis immers heeft eenmaal een oplossing, maar die komt hier niet zoolang de wereld niet verandert. En daarvan is nog niets te merken: de Engelsche socialisten houden evengoed vast aan vloot- uitbreiding als vóór hen andere regeeringen en in Duitschland kan het socialisme nog slechts meedoen door als laatste redmiddel het „Stemt Hindenburg" aan te heffen. Alleen het werkelijke socialisme zal de menschen gelukkig maken, zei spr., en dan moet men niet gelooven, wat men ons wijs wil maken, n.1. dat alleen meer ontwikkelden kunnen regeeren, neen, ge moet het zelf doen. Het kapitalisme, dat met volle pakhuizen zit, zou u graag allen op straat zetten, maar durft nog niet. Intusschen zijn velen werk loos en dat bewijst dat er iets hapert aan ons maatschappelijk stelsel. In een geordend ge zin ziet men toch immers ook niet, dat vader en zoon alles alleen opmaken. En toch is in onze maatschappij de productie alleen voor de bezitters. Er is geen anarchie in de productie, zooals De Cetem durfde beweren, want anarchie is geen stelselloosheid, maar wil slechts zeg- ten regeeringloos. Anarchie op zichzelf is e hoogste orde. Door een zaakkundige distributie zou men uit den huidigen chaos kunnen raken, maar men wil niet. Vele goden zijn afgeschaft, maar daarna heeft men van den staat een god gemaakt, en den mensch tot zijn slaaf verklaard; den staat zijn allerlei middelen ter beschikikng gesteld om ons te onderdruk ken en tot die midden behoort de ambtenarij Daartegen en tegen alle parasieten der sa menleving, de menschen die dezen staat wil len hoog houden, gaat onze strijd. Pas als de staat en het kapitalisme zijn vernield, is de mensch op weg naar de overwinning. Wij allen begeeren en moot begeeren een waardige plaats onder de zoa. Die begeerte kon niet gedood worden door de cel. Nog vormen wij een minderheid, maar wij gaan vooruit. Wat hebben wij aan de millioenen socia listen in Duitschland en Frankrijk en elders? Al sinds 25 jaar vieren zij zoogenaamde overwinningen, maar nog is er niets gewon nen. Dit is onze aanklacht tegen de s.d.a.p. Zij heeft alle macht gehad: in Duitschland is Ebert staatspresident geweest, in Engeland is MacDonald eerste minister, en wat is er veranderd? Opstanden worden evengoed in bloed gesmoord, alles is hetzelfde gebleven. En dit ligt niet aan de personen, maar aan het stelsel, dat den staat wil en aan welken eisch ook de s.d.a.p. niet ontkomt. Domela Nieuwenhuis zei het reeds: „het zijn oude pruiken op nieuwe poppen". Daarom moeten wij den staat bestrijden, moeten wij ongehoor zaam worden aan den staat, die ook ons wil ojjeischen. Het is ons geluk, dat wij nog klein zijn, het bewaart ons voor verslapping. Gaat tot de arbeiders, zoo eindigde spr., en Op den eersten dag van de maand die in de almanakken betiteld wordt met bloei maand, vangt het fiscale jaar aan en ont vangen vele belastingplichtigen ter invulling een aangiftebiljet voor de inkomstenbelas ting. Op zichzelf is dit een nuchter feit, doch in werkelijkheid gaat de invulling voor me nigeen met veel hoofdbreken gepaard, en le vert, om in belastingterminologie te blijven een bron van veel moeilijkheden op. Het zal thans iedereen wel bekend zijn, dat hij verplicht is zijn aangiftebiljet in te vullen en te onderteekenen. Waren er voor heen nog wel lieden die hieraan geen gevolg gaven en hun aangiftebiljet vernietigden, en op deze wijze het risico van een ambtshalve aanslag namen, sedert enkele jaren is men verplicht zijn aangiftebiljet in te vullen. Voldoet men aan dezen plicht niet, dan loopt men de kans op een boete, die de wet gever op maximaal 1000 gesteld heeft. Men heeft gedurende drie weken den tijd om de vereischte aangifte te doen. Nu zou het 't eenvoudigste zijn, als ieder een maar had in te vullen hetgeen hij over het afgeloopen kalenderjaar aan inkomen ge noten had. Aangezien de wet op de inkomstenbelas ting zich evenwel bezig houdt met bronnen van inkomen wordt de zaak iets ingewik kelder. In de allereerste plaats dient men zich af te vragen welke bron of bronnen van inkomen heb ik op den eersten dag (1 Mei) van het belastingjaar. De bronnen welke men op dien dag heeft zijn n.1. slechts belastbaar. Wanneer een slager dus op 15 April van eenig jaar zijn zaak verkoopt, en zich als particulier ves tigt, heeft hij op 1 Mei d.a.v. geen inkomen uit zijn slagerij meer en behoeft dan ook uit dien hoofde niets op te geven. Wanneer men nagegaan heeft, welke bron nen van inkomen men op 1 Mei heeft, moet men er acht op geven, dat de opbrengsten van die bronnen van inkomen slechts dan over het vorige kalenderjaar (1931) moeten worden aangegeven als de opbrengsten van die bronnen van 1 Januari 1931 af voor den aangever onafgebroken hebben bestaan. Hebben deze bronnen n.1. in 1931 niet on afgebroken bestaan, ontbreekt er ook maar één dag aan, dan blijft de opbrengst over 1931 geheel en al buiten beschouwing. Voor hen die een beroep of bedrijf uitoefe nen maakt de wet onderscheid of men al of niet in het bezit van een volledige boekhou ding is. Is men in het bezit van een volledige boek houding, dan is de zaak zeer eenvoudig. Men heeft op te geven de winst over het voor 1 Mei 1932 afgesloten boekjaar. Het doet er dus niets toe, hoe of dat boekjaar loopt. Of het nu gaat van 1 Januari tot 31 December of van 1 April tot 31 Maart, men geeft op het resultaat over het vóór 1 Mei 1932 ein digende boekjaar. Maar hoe nu voor hen die niet in het be zit eener boekhouding zijn. Jammer genoeg omvat deze groep altijd nog een groot deel der belastingplichtigen. Zij moeten de winst over het afgeloopen kalenderjaar 1931 opgeven. Dat dit voor velen dezer catagorie op groote moeilijkheden stuit is te begrijpen. Men weet dikwijls zelf niet eens hoe groot zijn inkomen geweest is, en vult maar iets in Wanneer men dan later een te hoogen aanslag krijgt, moppert men op de belasting autoriteiten, doch vergeet dat men zelf de schuld van een en ander is. Hier springt dan ook duidelijk de waarde van een behoorlijk gevoerde administratie in het oog. Als men dus op 1 Mei 1931 een bedrijf is begonnen en men heeft vanaf dat oogenblik een behoorlijke administratie gevoerd, welke men op 30 April 1932 afsluit, dan geeft men de gemaakte winst over laatstgenoemd boek jaar op. Heeft men evenwel geen boekhouding ge voerd dan zal men thans op moeten geven de geschatte toekomstige winst over het thans aanvangende belastingjaar. Is men op een later tijdstip dan 1 Mei 1931 met zijn bedrijf aangevangen, dan moet even eens worden opgegeven de toekomstig ge schatte winst over het belastingjaar 1 Mei 1932—30 April 1933. De wet kent nog een uitzondering, wat be treft de opbrengst van op zichzelf staande werkzaamheden. Dit zijn die, welke in gee nerlei verband tot een bron van inkomen staan. Deze dienen te worden opgegeven over het voorgaande kalenderjaar (1931). Hier onder vallen bijv.: «prreta- het tijdelijk waarnemen van een sec riaat, het loon van een executeur enz. Men behoeft niet als inkomen op g ven, datgene wat men verdient met sp - tie in effecten of goederen, tenzij deze sl\ latie geschiedt in de uitoefening van ee Aangezien ieder effect, of ieder vast goed als een zelfstandige bron van inkomen woi aangemerkt, meet men zich eerst afvragen waren die effecten reeds op 1 Januari iy in mijn bezit. In het bevestigende geval dien. men dan op te geven de opbrengst wat rente betreft over 1931 en wat dividend aangaa. het vastgestelde in 1931. (In de meeste ge vallen het volle dividend over 1930). Van die effecten welke men op 1 Mei IQ30 in bezit heeft, dcch nog niet het volle kalen der-jaar 1931 moet men wederom de toekom stiae opbrengst over het tijdvak 1 Mei i<m _30 April 1933 schatten. IK- wil besluiten met er op te wijzen, dat zij wier vermogen 16000 of meer bedraad verplicht zijn, hiervan aangifte te doen ten kantore der belastingadministratie. Uit een en ander blijkt wel duidelijk, dat de aangifte voor de Rijksinkomsten- en ver mogensbelasting met den uitersten zorg dient te geschieden, daar zij de basis vormt voor den aanslag in bovengenoemde belastingen Alkmaar, April 1932^ CHR. VENNIK, Accountant In ons nummer van 2 April j.1. beschreven wij ter voorlichting van het toerisme een tocht naar Breezand, waar een 650 H A. voor de bloembollencultuur in gebruik zijn geno men. Gisteren hebben wij per auto dien tocht nog eens gemaakt en vastgesteld, dat de aange geven weg vanuit Alkmaar heen en terug precies 100 K.M. vordert. Van Alkmaar uit volgt men den Rijksweg langs het N-H Konaal en reeds op 18 K.M. afstand even voor St. Maartensbrug ziet men links en rechts mooie bloemenvelden temidden van sappige groene weilanden met aan de linker hand de duinen, met donkere boschpartijen op den achtergrond. Te 't Zand, op 27y9 K.M. afstand van Alkmaar, is men bezig een nieuwe vlotbrug te maken, doch men kan daar met een po:u gemakkelijk het kanaal oversteken. Wie daar tegen bezwaar heeft, rijdt een 10 K.M. door tot de tolbrug bij de Kooy, waarna men zich, na een 4-tal K.M. gereden te hebben, te mid den van de bloembollen velden in Breezand bevindt. Wie, zooals wij, met het pontje oversteekt, neemt, na pl.m. 100 M. rechtuit te zijn gereden, over een bruggetje den eersten weg links; 2A K.M. verder passeert men den dijk van den Anna Paulownapolder om recht uit op „De Drie Bruggen" aan te rijden. De polder biedt ook reeds om de mooie groene havervelden z'n bekoring en lan^s den Mid denweg passeert men op \'A K.M. afstand van het bruggetje bij 't Zand prachtige, uit gestrekte bloemenvelden met rijke roode, oranje, gele en witte kleuren. De regen en het zonnige weer van de laat ste dagen hebben de bloemen uit den grond gejaagd en hier en daar ziet men reeds I100- pen afgesneden bloemen. Het grootste deei van de velden staat echter nog in knop, zoo dat men de volgende week Zondag stellig nog van een grootere bloemenweelde zal kunnen genieten dan gisteren het geval was. Aan het eind van den Middenweg bevin den zich De Drie Bruggen. Men rijdt over de brug, die men recht voor zich vindt en volgt dan de vaart, direct links, waarna men na een paar K.M. te hebben gereden, onmid dellijk na het passeeren van een brug, rechts om slaat en de Zandvarrt volgt naar Bree zand. Deze weg is keurig geasphalteerd. Zoo ver het oog reikt, ziet men aan beide zijden van de Zandvaart grootsche bloemenvelden en passeert men verschillende bollenschuren De Zanuvaart heeft een lengte van pl.m. 3 K.M., waarna men zich raidden in het dorpje Breezand bevindt. Vanaf Alkmaar heeft men dan precies 36 K.M. afgelegd- Voor den A.N.W.B. is hier nog wel een taak weggelegd, aangezien men de bekende wegwijzers hier tevergeefs zoekt. Plaatselijk zou men zeer zeker goed werk doen door het plaatsen van richtlngborden met het op schrift :Naar de bollenvelden. Breezand is een niet onaardig, nieuw dorp met een ruim plein, waaraan een muziektent is geplaatst en een modern café, dat gisteren de drukte van het toerisme genoot. In de onmiddellijke nabijheid daarvan vindt men stalletjes met de diverse tulpen- en narcissen- soorten en voor een kwartje koopt men daar een flinke bos bloemen. In Breezand volge men niet dadelijk den Zwarten weg naar den Balgdijk, maar doet men verstandig, links den Koningsweg te rij den, aan weiken weg zich eveneens links en rechts uitgestrekte bloemvelden bevinden. Deze velden zijn niet, zooals in Hillegom, daar lagen gescheiden, zoodat de kleuren pracht niet gebroken wordt. Aan het einde van den Koningsweg slaat rechtsom en ook aan dezen weg, afgewisseld door weilanden, groote oppervlakten met tul pen narcissen en hyacinthen. Na 1K> K.M. te hebben gereden, volgt men 900 M. den weg rechts, waarna men linksom slaat om langs den Zwarten Weg naar den Balgdijk te rijden. Na 600 M. weer links om Wanneer men dan 2 K.M. gereden heeft, be vindt men zich aan de tolburg over het N.-H. Kanaal bij het vliegkamp De Kooy, welke brug men voor een dubbeltj. mag passeeren Vandaar gaat men weer in de richting A kmaar. Na 1200 M. te hebben gereden, passeert men de spoorbaan bij de halte Koe- oras, waarna men op een afstand van 900 M. rechts den Schoolweg (een gemeenteweg) naar Julianadorp inslaat, langs welken weg men ook hier en daar bloemenvelden ziet. Wanneer men een afstand van 4H K.M. heeft afgelegd, bevindt men zich aan den voet der duinen en slaat men links om in de richting van Callantsoog. waarvan men dan 8 K.M. verwijderd is. Wie wat tijd heeft, doet verstandig, aan het einde van den School weg het hooge duin te beklimmen, vanwaar men een prachtig gezicht heeft over het pol- derlandschap en de zee op een 150 M. pfJ stand voor zich ziet. De jonge badplaats Callantsoog maakt, vooral door het groote plein, waaromheen de aardige visschershuisjes met de hooge za deldaken en de houten voorschotten zijn ge bouwd. mede door het pittoreske kerkje, een aardigen indruk. Op dit plein bevindt zich ook een muziektent, benevens een monument voorstellende een visscherman met oliejas en zuidwester, een herinnering aan den oorlogs tijd. waardoor men zich 'n oogenblik waant in één van de kleine plaatsjes langs de Bel gische kust Aan de kust zijn hier reeds eenige vrien delijke pensiongelegenheden verrezen. Daar staat ook het hooge jacht- en buitenhuis van Jhr. van der Po!, eigenaar van het 1075 H.A. groote jachtgebied in de duinen, waarin zich het beroemde Zwanenwater bevindt en een fazantenkweekerij. Het geheele jachtgebied is 1800 H.A. groot, omdat ook de jacht op de aangrenzende landerijen gepacht is. Dit duingebied is wondermooi en rijk bevolkt met alle mogelijke wild. doch mag onder geen voorwaarde betreden worden. Vandaar rijdt men naar De Stolpen. Wie zeker wil zijn om niet te verdwalen, rijdt door tot het N.H. kanaal en vandaar in de richting Alkmaar tot de Burger Vlotbrug, waar men rechts af gaat naar Petten. Wie prijs stelt op een rit langs een mooien landweg met hier en daar wild opgegroeid hout, door de zeewinden naar 't land gebo gen, neemt op 200 M. afstand vóór het ka naal den landweg rechts, om na ongeveer 4 K.M. te hebben gereden, na het passeeren van de 2de brug, rechts op Petten aan te gaan. Af en toe is men dan ook nog hier en daar blcembollenvelden gepasseerd en in het dorpje Petten kan men daar ook nog van ge nieten, doordat voor enkele jaren de firma Eriks en Zoon aldaar een omvangrijk bol- lenbedrijf heeft gesticht. In Petten heeft men er dan juist 75 K.M. op zitten Vandaar rijdt men aan den voet van de Hondsbossche zeewering naar Camperduin, links genietende van mooie waterpartijen met vóór zich de prachtige woeste duinen van Camperduin en Katrijp. De 9 K.M. lange weg van Camperduin naar Schoorl en Bergen geeft eveneens bi zonder veel afwisseling en is vooral in het voorjaar voor een tocht bizonder aan te be velen. De landelijke huisjes, verscholen in het sappige groen, met de donkere duinen op den achtergrond, door onze schilders zoo zeer gezocht, brengen den toerist in verruk king. De weg van Schoorl naar Bergen mag evenals die van Bergen naar Egmond om z'n natuurschoon bekend worden geacht. Van Bergen naar Den Heef passeert men aan weerskanten eveneens prachtige bloem velden, terwijl van Den Heef naar Egmond aan Zee ook nog vlakke duingebieden voor de bloemencultuur in gebruik zijn genomen Aangezien de weg van Egmond aan den Hoef naar Castricum voor het verkeer is af gesloten. omdat het Hoogheemraadschap Holl. Noorderkwartier aldaar met het ver- breeden van den weg en aanleggen van fiets paden is begonnen, is het noodig om langs den Hoeverweg naar Alkmaar te rijden. Wie per auto den tocht maakt, doet verstandiger te Egmond aan den Hoef of Egmond aan Zee te keeren en vandaar weer over 't Woud en Bergen naar Alkmaar te rijden, omdat deze weg aan natuurschoon zooveel bekoor lijks biedt. 237 Tunneltje vluchtte het eerste het beste huis binnen en kwam terecht bij een paar oude kikkers, een goed oud mannetje en een lief vrouwtje. Hij keek of er nergens een kas openstond en daar viel zijn oog eensklaps op een groote kachel. Voorzichtig kroop hij erin, maar toen hij er een tijdje inzat en er niets gebeurde, verveelde hij zich. Heel stilletjes lichtte hij het deksel op en zag dat de oudjes zaten te lezen. Rrrrttt rrrtttzei Tuimeltje zachtjes e* de kikkers schrokken allebei en keken elkaar aan# 38. Dat spelletje vond Tuimeltje wel leuk, maar de kik kers niet. Neen, ze kregen echt schrik. Het was niet pluis, ze noorden telkens eits, maar konden niets ontdekken. an angst liepen ze naar de buren toe om hulp te halen en van die gelegenheid maakte Tuimeltje gebruik, uit de die klimmen en net of er niets gebeurd was, te gaan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6