FONGERS- DE ENORME 'n FONGE RS WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN PRIJS DALING Een rijwiel te leveren voor f 58.- is niets bijzonders. Maar een echte FONGERS, met alle goede eigen schappen aan dien naam verbonden: dèt is een gebeurtenis. 11 uur nm.; op Zondag van des vm 9 uur tot 10 uur nm. met dien verstande dat voor den Zondag de openstelling der winkels al leen geldt waar uitsluitend of in hoofdzaak worden verkocht: kunstvoorwerpen, anti quiteiten, souvenirs, fotoartikelen, prent briefkaarten, reislectuur en dergeliike; brood, koek, banket, suikerwerk en chocotade, fruit, kleine consumptie-artikelen, comestibles en dergelijke, melk en andere alcoholvrije dran ken, sigaren, drogistartikelen, badartikelen en speelgoed, alsmede voor slijterijen en bierbot telarijen, terwijl de slagerswinkels op Zon dag geopend mogen zijn uitsluitend van 9 uur vm. tot 1 uur nm. De heer Zeiler: Er moeten zooveel uit zonderingen gemaakt worden, dat de wet een paskwil wordt. Voor een paar jaar heb ben de winkelierse die verzocht hebben, dat de overheid zich met hun bedrijf bemoeien, ihet paard van Troye binnen gehaald Spr. wees er op. dat er des Zondags wel toeloop van vreemdelingen kan zijn. waarom het ge- wenscht is. dat de slagers tusschen 1 en 2 uur nog gebeld kunnen worden. Spr. be greep, dat vaststelling noodig is en wil dus voorloopig daarmede accoord gaan, doch ais de noodzakelijkheid blijkt, dan hoopt spr. dat het mogelijk wordt de slagerswinkels open te hebben van 10 tot 1 uur. De voorzitter had de slagers ge hoord. Hij gevoelde de argumenten van den heer Zeiler. Ze hebben er blijkbaar niet aan gedacht. Nu moet het voorloopig zoo wor den vastgesteld en in ieder geval is een uni forme regeling beter dan voor ieder afzon derlijk. De heer Den Das vreesde moeilijkheden met de arbeidsinspectie ais de regeling van den heer Zeiler wordt ingesteld. De heer Zeiler zette uiteen, dat dit niet het geval is. Dr. H e m e 1 r ij k Vroeg of het niet moge lijk was den telefoontijd te verzetten. De heer Zeiler betoogde, dat dit niet geeft, omdat de lunchtijd van 1 tot 2 uur is. Spr. wilde voorloopig genoegen nemen met het voorstel, mits later wijziging mogelijk is, als de noodzakelijkheid blijkt. De voorzitterAls de slagers het hadden gevraagd, zouden er geen bezwaren zijn geweest. B. en W. hebben de midden standsorganisaties en de slagers gehoord. De heer S w a a g deed het voorstel om de tijd van de slagers des Zondags van 10 tot 2 uur te houden. De voorzitter Weet U of alle slagers er mede accoord gaan? De heer Zeiler weet dit niet en wil daarom vooroolpig met het voorstel accoord gaan. De voorzitter vond het dan beter vast te stellen, zooals wordt voorgesteld door B. en W. Hiertoe werd besloten met machtiging van B. en W. voor het aam brengen van redactioneele wijzigingen. Voorstel tot tijdelijk verhaal op de ambte naren der gemeente van 3 pCt. van de door de gemeente verschuldigde pensioensbijdrage. In verband met de Kortingswet en de daarbij betrokken gemeente-financiën stelden B. en W. voor, gezien den lageren levensstan daard, als tijdelijke maatregel gedurende drie jaar te beginnen met 1 Mei 1932 van de door de gemeente verschuldigde bijdragen voor eigen pensioen, 3 pCt. op de ambtenaren der gemeente te verhalen. Waar het hier een bijzondere maatregel in verband met de tijdsomstandigheden betreft, acht het College het juist, dat eenzelfde kor ting wordt toegepast op de salarissen van burgemeester, secretaris en ontvanger, waar op in verband met de circulaire van Ged. Staten van Noordholland van 13 April j.1. de goedkeuring van laatstgenoemd college kan worden verwacht. Deze zaak is gebracht in het Georgani seerd Overleg, doch werd daaromtrent geen 'besluit genomen. De wethouders voor zich voelen deze tijdelijke maatregel ook als drang der tijds omstandigheden geraden, die zooveel moge lijk gelijkelijk gedragen moet worden en hebben zioh bereid verklaard ieder voor zich 3 pCt. van hun jaarwedde in de gemeente-kas terug te storten. De heer Dingerdis wilde een gedeelte van de salarissen vrij stellen. Spr. vroeg naar de meening van het G. O. hier over. De voorzitter: Dat is tegen. De heer Dingerdis.: Men mag als overheid niet zoon laag loon betalen, dat iemand in armoede vervalt. Spr. deed het voorstel om een deel van het salaris vrij te stellen en van de hoogere een hooger per centage te heffen. De heer Den Das oordeelde dit voorstel voer inwilliging vatbaar. Er moet volgens de regeering iets gebeuren en dit moet dan ge dragen worden door her. die dit kunnen, al ziet spr. in loonsverlaging geen oplossing van de verwarring. Gaat men de geschiedenis na, dan staat het zoo, dat men werkelijk verlaging wilde. Daar sprak men niet meer over en ook met loons verlaging kan geen oplossing gebracht wor den. omdat de werkloosheid bevorderd wordt door het terugbrengen van den koop kracht. Men blijft zich bewegen in een cirkel. Hoe het moet weet spr. ook niet. Om het tekort te laten betalen door hen, die in overheidsdienst staan, is onjuist. Als er tekort is, moet dat door allen betaalc worden. In ieder geval oordeelde spr. het onrecht vaardig om van alle ambtenaren en werk lieden 3A pCt. te heffen. Een gemiddeld handenarbeider verdient hier 25 plus pensioen. Voor hen is 3 pCt. verlaging van grooter beteekenis, dan voor hen met 4000 inkomen. Voor hen beteekent het een bezuiniging op het noodige. Spr. wi! daarom progressie, door sala rissen beneden 2000 vrij te stellen en van de hoogere pond-pondsgewijze een bijdrage te heffen. Dit zou 'n rechtvaardige verhouding scheppen. De hoogere kunnen nog wel iets missen Het gaat over een bedrag van 1300 a 1400 en waar de helft van de te betalen salarissen betaald wordt voor salarissen be neden f 2000, is het wel mogelijk om dit be drag te vinden uit salarissen boven 2000. De raad heeft nog te beslissen, hoe men de 3 pCt. korting krijgt. Mevr. Dekker was het met den heer den Das eens, dat het progressief behoort te ge echieden. Niet ontkend kau worden, dat men fonoers-kwaliteit fongers-gar antie compleet met vrijwiel bandrem bagagedrager en kettingtrommel thans met 2000 ruimer rond kan komen dan vóór 2 jaar. Zij wil daarom tot 2000 2 heffen. Van 2 tot 3000 4 en daar boven 8'A Voorts wil zij dat van het pre sentiegeld voor de raadsleden een gelijk per centage wordt ingehouden. De heer Zeiler wilde op de algemeene beschouwingen van den heer Den Das niet ingaan. Hij wees er op dat in de z.g. kapi talistische kringen wel sprake is van 50 en meer vermindering. Ieder moet een steentje bijdragen. Spr. oordeelde, dat de 3 verlaging aanvaard moet worden. Hij vreesde, dat het hierbij niet zal blijven en verklaarde zich ook voor ver laging van de presentiegelden met 20 aangezien alles omlaag moet. De heer Swaag wees den heer Den Das er op, dat de arbeiders, niet in overheids dienst, hun offer reeds hebben gebracht door de toename van de werkloosheid. Spr. is voor het voorstel van B. en W. De heer Miltenburg betoogde, dat er eenmaal een tekort komt, dat gedekt moet worden. Koopkrachtvermindering ontstaat ook, doordat de belastingbetalers tenslotte te veel belasting moeten betalen. De heer Dingerdis constateerde, dat zijn denkbeeld volgens den rechtvaard'igsten weg is. De ambtenaren in het algemeen zijn niet in de gelegenheid er door ijver iets bij te ver dienen. Een arbeider in het particulier bedrijf kan zijn inkomen in aangenomen werk nog verhoogen. Spr. blijft het onbillijk vinden van allen 3 pCt. te heffen. De heer Voute was van oordeel, dat het gemeente-personeel tegenover de menschen in het vrije bedrijf zekegwiet ten achter staan. In drie factoren staan ze boven hen; ten eerste hebben zij een vaste aanstelling. Een gemeente-ambtenaar is voor zijn leven tegen werkloosheid verzekerd; voorts heeft hij recht op pensioen, waarvoor hij in de meeste ge vallen niets betaalt. Mèt den. heer Swaag is spr. het eens, dat het niet in de eerste plaats gaat om het be drag, dat de gemeente er door terugkrijgt, maar in het algemeen om het moreel. Ieder een is achteruit gegaan en zeker nieer dan 3 pCt. Wanneer men de statistieken beziet, dan is het levensonderhoud zeker meer dan 3 pCt. minder en spr. vindt het dan ook niet erg, wanneer over de geheele linie de sala rissen met 3 pCt, verlaagd worden. Doet men dit niet, dan zouden de gemeente-ambtenaren crisiswinst maken. Hun inkomsten zouden hetzelfde blijven en hun uitgaven zouden ver minderen. Dit mag in dezen tijd allesbehalve de bedoeling zijn. De heer Den Das kan de meening, dat de ambtenaren gekort moeten werden, omdat het geld door den belastingbetaler opge bracht moet worden, niet deelen. De ambte naar en dc gemeentewerkman, die in dienst staan van de overheid, verkoopen hun arbeid en die moet beloond worden. Het gaat niet op, om op instignatie van de regeering hun loonen te kelderen. Het motief is: een tekort. Maar dat moet door de gemeenschap betaald worden, waarvan de ambtenaren deel uit maken. Niet voor niets is spr. soc.-dem. Wanneer men betere verhoudingen wil in de sala- riëering tusschen den hoog" en den laag- gesaiariëerde, dan wil spr. daaraan graag medewerken, want dan krijgt men de verhou ding van mensch egenover mensch. En als er dan niet veel meer valt te verdeelen. dan moet, wat er is, geleidelijk verdeeld worden en gaat het niet aan, een bepa.vlde groep te laten lijden, terwijl anderen in weelde kunnen baden. De heer Voute: Ik heb hetzelfde gezegd. De anderen hebfce:; echter meer moeten der ven. De heer Den Das constateert, dat van een salaris van 25 in de week, niets af kan. Principieel acht sp:\ salarisverlaging niet juist. Als men het wil, laat men het dan nemen van de hooger-gesalariëerden Wie op grond van moreele overwegingen wil handelen, moet het nemen daar, waar het volgens menschelijke berekening af kan. De heer Dingerdis vroeg stemming over zijn amendement. Dr. H e m e 1 r ij k oordeelde, dat het voor stel niets anders is dan door 'n lapmiddel, om de staats- en gemeente-financiën te behoeden. Men moet geen overdreven karakter aan het voorstel toekennen. De regeering heeft met het kortingswetje niets anders gewild dan de staatsfinanciën voor een tijdje te redden. De gemeente is vrij, te beoordeelen, in hoeverre zij ook die korting noodig acht. Het eind- i oordeel over de beslissing van de gemeente heeft de regeering zich voorbehouden. Wat zich in Amsterdam voordoet, kan niet gelden als een voorbeeld. Amsterdam zit er moeilijker voor dan Bergen en wij moeten het bezien in verband met de gemeentefinanciën en de loonen in Bergen. De korting bedraagt hier 13Gb a 1400. Wanneer wij des ondanks de begrooting sluitend kunnen ma ken, dan zal de minister Bergen niet ver plichten, de 3 pCt. af te trekken. Op grond van algemeene overwegingen voor het geheele land achten B. en W. de korting noodig. Aan den Raad is echter niet de beoordeeling over het kortingswetje. De vraag is of het voor de financiën noodig is, de aftrek ten volle toe te passen. Wanneer wij deze vraag niet bevestigend kunnen beant woorden, dan zijn er geen formeele redenen om de korting toe te passen. De financiën zijn hier nog niet noodlijdend. De heer Swaag: Zij behoeven niet eerst noodlijdend te worden. Dr. H e m e 1 r ij k: Als ze noodlijdend moeten worden, zullen wij dat niet kunnen verhinderen, omdat wij geen zeggingschap hebben over het productie- en distributie stelsel. De heer Zeiler: Maar dat heeft er toch niets mee te maken. Dr. Hemelrijk: Het raakt wel degelijk de chaos van het productiestelsel. Alle maat regelen, die nationaal werken, werken ave rechts. Dit inzicht is reeds doorgedrongen, ook in andere kringen dan de onze. Wij heb ben altijd gewaarschuwd tegen het wilde pro ductie-stelsel en tegen maatregelen, die ons nog verder in het moeras brengen. Door het eigenbelang staart men zich blind op nationale maatregelen. Alleen internationale regelingen zullen verademing kunnen bren gen. Vast staat, dat de arbeidersbeweging met haar waarschuwing weerklank vindt. Iedere maatregel van contingenteering en in voerbeperking lokt weer tegenmaatregelen uit. Dit zijn politieke maatregelen, als finan- ciëele maatregel bedoeld. Spr. wil het bezien in het licht van de financiën van Bergen. Als Bergen op zijn budget moet bekrimpen, dan moet het zijn uitgaven beperken daar, waar het 't minst gaat voor Bergen en de betrokkenen. De belastingen zijn zooveel mogelijk geregeld naar draagkracht. Men moet niet aankomen met het argument, dat ook anderen achteruit zijn gegaan in inkomen, want die betalen dan ook minder belasting. De heer Zeiler: Maar dan droogt de bron toch op. Dr. H e m e 1 r ij k: Men betaalt van het geld, dat men verdient en dat is zeker billijk. Ook de ambtenaren en gemeente-arbeiders betalen van hun inkomen belasting. Aan het eind van het jaar kan blijken, of onze uitga ven beperkt moeten worden. Ook wij staan steeds op de bres om de gemeente-huishou ding in evenwicht te houden. Als er beperkt moet worden, dan moet dat geschieden daar, waar het kan, zonder al te veel te tornen aan de maatregelen, die in het belang van de minst-draagkrachtigen genomen zijn. Spr. vroeg, of B. en W. in het G. O. ook een billijker verdeeling van de lasten naar draagkracht hebben overwogen en of men daar toegankelijk voor )vas. De menschelijke natuur is zóó, dat, wanneer men zelf achter uit gaat, men ook graag ziet, dat anderen dit doen. (Protesten en ontkenningen). Dr. H e m e 1 r ij kMisschien zie ik de menschelijke natuur te slecht, maar in tijden, waarin de hooge inkomens verdiend werden, heb ik nooit bespeurd de dringende behoefte, de lager bezoldigden mee te laten profiteeren. De heer Zeiler: Dat heb ik steeds ge daan. Dr. H e m e 1 r ij k: Maar in den goeden tijd zijn wij de voorvechters geweest om ook de mihst-bevoorrechten van de we.vaart te laten profiteeren. Wij hebben wel eens op medewerking kunnen rekenen, maar zeker stonden in den goeden tijd de anderen niet op de bres. De heer Zeiler: Dat heeft U hier nooit ondervonden. De heer Voü te: Dat geldt zeker niet voor Bergen Dr. H e m e 1 r ij k: Dat geldt voor Bergen inzake het contractloon ook. U weet allen heel goed, dat een verhooging in den goeden tijd met strijd moest worden afgedwongen. De heer Voute: Dat is absoluut niet waar. Daar kan ik voorbeelden van geven. Dr. Hemelrijk: Ik spreek in het alge meen. Het begin-tijdperk van de industrie kenmerkte zich door ten hemelschreiende toe standen. En wanneer er geen strijdorganisa ties waren geweest, en wanneer wij, als ver tegenwoordigers in de verschillende raden, niet met hand en tand getracht hadden, de toestanden te verbeteren, dan zouden de las ten zeker nog meer op de schouders van de minst-draagkrachtigen zijn afgewenteld. Het is één van de verblijdende verschijnselen van deze crisis, dat ook thans getroffen worden de inkomens en vermogens, die vroeger van crisissen gespaard bleven, waardoor thans ook hun oogen open gaan voor het verkeerde van ons productie-stelsel. (Protesten) Dr. Hemelrijk: De wijze, waarop te gen deze stelling gesputterd wordt, is voor mij een bewijs, dat die juist is (Gelach)! De heer Voute: Gelooft U het zelf? U kunt wel een hoofdstuk van Marx voorlezen. Dr. H e m e 1 r ij kZeker geloof ik dat. Dat U het niet gelooft, is een bewijs van Uw goedhartigheid. De heer Zeiler: Wij moeten de verant woordelijkheid samen dragen. Dr. Hemelrijk: Dat doen wij. Ik wil mee dragen. Voor de toestanden, waarin wij leven, dragen wij niet de minste schuld Toch wil de georganiseerde Soc. Democratie mede de verantwoordelijkheid dragen voor de oplossing van dezen noodtoestand. De v o o r z i 11 e r tot dr. HemelrijkMag ik u verzoeken, bij het onderwerp te blijven? Dr. Hemel rij k: Men heeft mij op dit terrein gebracht. De heer Zeiler: Wij niet. De voorzitter tot dr. Hemelrijk Ik vertrouw erop, dat u de verhouding toch wel weet. Dr. H e m e 1 r ij kVoorzichtigheid in de verlagingen, die geëischt worden, is gebo den. Bij de staking in de karton-industrie werd 20 geëischt en later bleek economisch 5 noodig. Wij zijn dus niet ten onrechte wat wantrouwend. Ik heb geen ander doel dan door overleg zoo mogelijk te komen tot de juiste wijze van doen. De heer S w a a g: U moet nu niet zoo strijdlustig worden. Dr. H e m e 1 r ij kWat de kwestie van de 3 verlaging betreft, De heer B 1 a n k: Nu komt u einde bij het onderwerp. Dr. Hemelrijk: Niemand zal ontkennen, dat de levensstandaard gedaald is. Maar als iemand zegt, dat van elk loon gekort kan worden, zonder dat het noodzakelijk is op de noodzakelijke levensbehoeften te bekrimpen, dan ontken ik dat. De lage loonen moeten wij niet eerder beperken dan wanneer dit drin gend noodzakelijk is. Men moet mij niet aan boord komen met de moreele eischen. Een moreele eisch is, dat wij allen in de belasting naar draagkracht bijdragen en ik zou dan ook gaarne gezien hebben, dat B. en W. hadden voorgesteld, om tot een bepaalden loongrens de korting niet toe te passen en daarboven wel, mèt of zonder progressie. Spr. vroeg, welk ander voorstel dan dit B. en W. in het G. O. gedaan hebben om tot een billijke regeling te geraken. De voorzitter zeide, dat B. en W. daar geen ander voorstel hebben gedaan en dat dit ook niet naar voren is gekomen. Het voorstel van B. en W. vond tegenkanting. Het college oordeelde het voorstel, gezien de omstandigheden, het beste. 3 korting is niet een te zware last voor het gemeente-personeel. Indien het een kwestie was geweest van loons verlaging, dan zou ook spr. het persoonlijk anders hebben gevoeld. Het is echter van tij- delijken aard. Wij adoreeren het niet en wij doen bij de begrooting ook geen voorstel om de loonen te verlagen, omdat de loonschalen pas zijn vastgesteld. Dr. H e m e 1 r ij k deed het voorstel om be neden 1500 inkomen geen korting toe te passen. Wanneer dit voorstel vervalt, dan kan het voorstel van B. en W. automatisch als aan genomen worden beschouwd. De voorzitter: Dan sluit ik de dis cussie. De heer Zeiler: Ik wil op de beschou wing van dr. Hemelrijk toch een paar woor den zeggen. Wij willen niet den indruk wek ken, dat het onze overwegingen zijn geweest, die dr. Hemelrijk ons toedichtte. Hij ging te ver, door zich op internationaal terrein te be wegen. Wij hebben met Bergen te maken. De voorzitter: De discussies zijn ge- sloten. Bepaalt U zich nu tot het motiveeren van uw stem, anders lokt u weer een weder woord uit. De heer Zeiler: Het is een noodmaat regel. Het geld moet uit verschillende bron nen komen. Het geldt hier een klein percen- tage en wie niet ziet, dat de bronnen van het bedrijfsleven verstoppen, is blind. Dit kan niet volgehouden worden. Het is niet de vraag, of ditlaar de begrooting nog uit zal komen. Het volgend jaar zullen we wel anders praten. Spr. zal dan ook vóór het voorstel van B en W. stemmen. De heer Dingerdis handhaafde zijn amendement om de eerste 700 van ieders-in- komen vrij te stellen van de korting. Dr. H e m e 1 r ij k verzocht den heer Din gerdis,.zich te vereenigen met het voorstel om beneden 1500 inkomen geen korting toe te passen en van de ambtenaren met een hooger salaris 3 te korten. De heer Dingerdis handhaafde zijn voorstel en lichtte nog toe, dat hij van het salaris boven 700 AA wil heffen. Dit voorstel werd met de stemmen van de heeren Dingerdis, Den Das en Hemelrijk vóór, evenals dat van dr. Hemelrijk, met ge lijke stemverhouding, verworpen. Mevr. Dekker wenschte nu stemming over haar voorstel om een progressieve kor ting te heffen. De voorzitter merkte op, dat dit niet meer ging, aangezien zij de gelegenheid had laten voorbij gaan om een amendement in te dienen. Het voorstel van B. en W. kwam hierop in stemming en werd aangenomen met de stem men van de heeren Dingerdis, Den Das, dr. Hemelrijk en mevr. Dekker tegen. De heer Zeiler diende het voorstel in om de presentiegelden van de raadsleden met 20 te verlagen. De heer Blank steunde dit voorstel. Dr. H e m e 1 r ij k oordeelde, dat men hier mee de raadsleden treft, die voor de zittingen loon derven. Wanneer men de lijn door wil trekken, dan moet men ook een verlaging van 3 voorstellen. De voorzitter had ook practische be zwaren tegen het voorstel van den heer Zei ler. Alle burgers behooren in de gelegenheid te zijn om hier de belangen te behartigen van de gemeente. De moreele kant is iets anders. De heer Zeiler zou het voorstel niet heb ben gedaan, als de kleinen daardoor in ver- drukking kwamen. Het presentiegeld is 5 en wordt bij aanneming van zijn voorstel 4. Spr. wilde geen loonderving, doch geloofde niet, dat 4 vergoeding voor een halven dag loonderving beteekent. Mevr. Dekker wees erop, dat er ook uit gaven aan het raadslidmaatschap verbonden zijn. De v o o r z i 11 e r is het daarmee eens. Dr. H e m e 1 r ij k zeide, dat het luttele voordeel, dat dit voorstel de gemeente op levert, hem het schoone gebaar niet waard is. De heer Zeiler: Alles moet naar be neden. Dr. H e m e 1 r ij k: Als alles naar beneden moet, dan stel ik voor, om alle salarissen boven 3000 af te schaffen. Ik ben bereid, daaraan mee te^loen. Om royaal te doen, ter wijl de gemeente er niets beter van wordt, vind ik een te goedkoope manier van doen Laten dan al degenen, die geen loonderving hebben, hun volle presentiegeld in de gemeen tekas storten. De heer Miltenburg wilde de leden vrij laten, dit al of niet te doen. De voorzitter achtte het voorstel van dr Hemelrijk onmogelijk. De heer DenDas moest tegen dat voor stel protesteeren. Hij is niet in de gelegenheid om dit geld in de gemeentekas te storten en achtte zich desondanks een evengoed raads lid en wilde zich niet op die wijze in een hoek laten drukken De heer Zeiler zeide, dat het door zijn fractie niet bedoeld is als een schoon gebaar. Voor hen is het een principe-kwestie. Zij wil len voorkomen, dat gezegd wordt: „De Raad verlaagt, maar laat de presentiegelden onver anderd" Devoorzitter: Het is een principe kwestie, maar het middel deugt niet. Mevr. Dekker vroeg hierop, of B. en W. kennis hadden genomen van een schrijven van het Staatsboschbeheer over de reigerkolo nie. Aan de hand van deskundigen als de heer Strijbos, gaf ze in overweging om in plaats van de eieren uit de nesten te werpen en rei gers te dooden, de nesten te vernietigen. Devoorzitter betoogde, dat B. en W. gehandeld hebben in overleg met de Vereeni- ging tot bescherming van de vogels en de door den minister aangestelde deskundigen. Voor spr. gaat een menschenleven bovefl dat van een vogel en vernietiging van de nes ten is hem te gevaar lijk. Ook meende hij, dat de practijk geleerd heeft, dat de vogels niet in de doode boomen blijven nestelen. B. en W. willen ook de kolonie behouden, toch die telt reeds 1200 leden en af en toe moet tegen uit breiding worden opgetreden, waarbij B. en W.' zich houden aan den houtvester van het Staatsboschbeheer. j Mevr. Dekker achtte het voorts wen- schelijk om den nieuwen weg vanaf de Hof- 251. Er zit een inbreker in huis, riepen kikker Karei en Tui- meltje tegen de nachtwakers en direct gingen deze op alle ka merdeuren kloppen om de kikkers wakker te maken. Er volgde nu een onderzoekingstocht. Alle kikkermannen hadden een kaars in hun handen en gingen achter elkaar de donkere gangen van het kasteel in. Tuimelt je liep voorop en het was maar goed dat het zoo donker was en de kikkers zijn gezicht niet zagen, want dan zou het slecht voor hem afgeloopen zijn. -52. De heele rij kikkers sloop bang door het kasteel en daar ze nergens geen dief konden vinden, keken ze elkaar aan alsof ze wi en zeggen, 1 uimeltje zal ons wel beetgenomen hebben." en der kikkers pakte hem bij de schouders en schudde hem ink door elkaar. Zeg eens bengel, is dat waar, dat hier een - ZI' r'eP Tuimeltje toe en deze trok toen zoon gek ge zicht, dat de kikkers al lang wisten dat hij het maar verzonnen had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6