Aspirin WAT KIKKER KAREL~ EN TUIMELTJE BELEEFDEN Dit buisje behoort in Uw zak Peemg op de wereld i De heer Opdam vond het niet goed nog een commissie buiten den raad te benoemen voor het beoordeelen van het toekennen van steun. Het armbestuur mag daarvoor wel voldoende worden gerekend. Ten aanzien van werkverschaffing kon spr. zich met het benoemen van een commissie vereenigen. Bij de volgende discussie over deze kwestie werd de noodzaak uitgesproken dat het bur gerlijk armbestuur vraagt naar alle mogelij ke gegevens alvoren steun wordt gegeven. 'Het moest wel eens zoover komen, dat de linnenkast werd opengemaakt en spaarbank boekjes te voorschijn kwamen. Overigens waren de discussies vrijwel een herhaling .van de debatten in de vorige vergadering. De heer Keesman vroeg stemming over het voorstel om de steunregeling te la ten doorgaan. De voorzitter had daartegen het be zwaar dat steun werd uitgekeerd aan vele menschen die daarop geen aanspraak kunnen maken. We moeten van den steun af. Er zat in Heiloo niemand van honger omkomen, verzekerde spr. De heer Greeuw wilde zien gestemd over zijn voorstel: een te benoemen commis sie wijst aan welke van de werklooze arbei ders als bonafide zijn te beschouwen, en dan §esteund zullen moeten worden zooals vóór 0 April; de overigen zouden dan naar het burgerlijk armbestuur moeten worden ver wezen. De heer K o s t e 1 ij k wilde geen steun, maar werk. De heer Keesman: Maar als er geen .werk is, wat dan? Dr. Barnhoorn formuleerde zijn idee nader: de werkloozen zullen zich moeten opgeven bij het plaatselijk crisisbureau en een commissie moet worden benoemd, die zal beoordeelen wie voor steun in aanmerking zal komen en wie naar het burgerlijk armbe stuur zal moeten worden gestuurd. Deze regeling zou volgens spr. uitwassen, zooals in den afgeloopen winter waren voorgekomen niet meer mogelijk maken. Het lidmaat schap van de commissie zal een hondenbaan tje zijn. De heer Greeuw stelde vast, dat in den afgeloopen winter geen enkele gulden onnoo- dig is uitgegeven. Het geld was steeds gege ven aan noodlijdenden. Het advies van B. en W. werd goedge keurd met alleen de stemmen van de heeren Keesman en Greeuw er vóór. Het voorstel-Barnhoorn werd door dezen aangevuld met een aanwijzing omtrent <ie samenstelling der bedoelde commissie. (B. en W., enkele raadsleden en vertegenwoordi gers van vakorganisaties). De heer Keesman stelde een amende ment voor: „als er geen werk is, dan finan cieel steunen". Den heer Opdam kon het niet schelen of men de menschen al dan niet bonafide zou noemen, 't is maar de vraag hoe zij aan werk of geld komen. Een commissie achtte spr. niet noodig, de bestaande commissie van ne gen kan de zaak wel af. De voorzitter wenschte de wegencom missie uit den raad aan te wijzen, aangevuld met vertegenwoordigers van de politieke par tijen en spr. noemde dan den heer Greeuw. De heer Greeuw: Ik heb daar geen be hoefte aan. De heer K o s t e 1 ij k eischte dat de s.d.a.p. wel deelneemt aan de commissie, opdat zij later geen critiek daarop zal kunnen uitoefe nen. De heer Keesman betoogde dat dit niet de bedoeling is en zette zijn standpunt ten aanzien van de vraag wat er met de bona fide arbeiders zal gebeuren nogmaals uit een. Ten slotte werd besloten dat de wegen commissie werkobjecten zal zoeken voor bo nafide arbeiders en dat zij, die niet voor werk in aanmerking komen, zullen worden verwe zen naar het burgerlijk armbestuur. Tuinderscredieten. Adres van J. de Winter e.a. om de crediet- verleening aan tuinders tot 1 Juli a.s. voort te zetten. De voorzitter was ten aanzien van deze regeling ook teleurgesteld, helaas had den er eenigen steun genoten, die dezen niet noodig hadden gehad. De heer Dekker gaf toe, dat het adres was geteekend door eenige personen, die beter hadden gedaan dit niet te doen. Overi gens was het wel gewenscht nog voor eenige inderdaad steunbehoevenden gelegenheid te geven een uitkeering te ontvangen. Aldus werd goedgevonden; de menschen zullen zich kunnen vervoegen bij den heer Dekker. Met atgemeene werd besloten nog één week steun uit te keeren aan de werkloozen, die op 30 April als zoodanig waren inge schreven. Vereeniging Volkshuisvesting. Voorstel tot goedkeuring van de winst- en verliesrekening en balans over 1931 der Vereeniging Volkshuisvesting. Conform besloten. Gezondheidscommissie. Voorstel tot goedkeuring der rekening en verantwoording over 1931 van de Gezond heidscommissie te Beverwijk. Conform besloten. Toezicht lager onderwijs. De voorzitter stelde aan de orde het benoemen van twee leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs. De heer K o s t e 1 ij k meende dat de com missie niet voldoende is samengesteld. Was dit wel het geval geweest, dan had de vaca ture niet zoolang geduurd. Spr. zou willen dat naast de voorgedragen personen nog een commissie uit den raad werd benoemd, zooals in vele andere gemeenten bestaat, met een wethouder van onderwijs als voorzitter. De voorzitter vond dit onnoodig en ongewenscht. De commissie van toezicht wordt samengesteld volgens wettelijke voor schriften en adviseert en rapporteert over wat zij meent dat niet goed is. De heer K o s t e 1 ij k: Als zij dan ook maar rapporteeren. 't Is in zeven jaar niet gebeurd. De heer Gree-u w had het volle vertrou wen in de voorgedragen personen en geloof de, dat, als de dan weer complete commissie een rapport zal inzenden, dit vernietigend zal zijn voor de openbare school. Met algemeene stemmen werden hierop de beide voorgedragenen, de heeren P. Brommer en E. Keuning, benoemd Commissie voor georganiseerd overleg. Aangewezen werden de raadsleden Fran ken. Keesman en Kostelijk; het college van B. en W. had den voorzitter als zijn ver tegenwoordiger benoemd. Jaarwedden burgemeester, secretaris en ontvanger. In verband met de bekende, vele malen be sproken circulaire van Ged. Staten inzake korting pensioenpremie, zeiden B. en W., dat huns inziens voor Heiloo nog geen aanlei ding bestaat verhaal van pensioenbijdragen toe te passen. Aan de gevolgen van het kortingswetje zal Heiloo buitendien niet ontkomen, doordat hier slechts 10 opcenten op de gemeentefondsbelasting worden gehe ven. Die korting zal bedragen 469-10. De heer Vahl had gaarne gezien, dat de korting van 3 pCt. cok op de salarissen der gemeente-ambtenaren was toegepast, maar dat kon niet wegens de tot dusver ingenomen houding van Ged. Staten. Overigens wilde spr. protesteeren tegen de voorstelling van Ged. Staten als ztuden een 60-tal gemeenten afwijzend staan tegenover korting. Deze voorstelling noemde spr misleidend; zij is een gevolg van het niet verleenen van adhaesie aan adressen, waaruit blijkt, dat men niet zonder meer mag zeggen: „wij steunen geen adressen meer van andere ge meentebesturen". Het prae-advies van B. en W. werd goed gekeurd. Winkelsluiting. Op advies van den minister van economi sche zaken werden voor verschillende buur ten der gemeente sluitingsuren voor winkels op Zondag vastgesteld: tusschen Kerkelaan en Raadhuisweg van 11 uur v.m. tot 7 uur n m„ winkel Jongejan (hoek Heerenweg Kerkelaan) van 2 tol 8 uur in Juli, Juli, Aug. en Sept. en de overige maanden van 2 tot 6 uur; overigens -Oi als de verordening was vastgesteld. Interpellaties. Een pas gebouwde schuur moet omver. De heer K o s t e 1 ij k had vragen gesteld over de bebouwing van den zijweg van den Heerenweg (de zoogenaamde Butterlaan). De voorzitter deelde mede dat vol gens het bouwplan de schuur achter het huis zou komen, maar dat de betrokken per soon de schuur naaast het huis heeft ge plaatst. Dit had B. en W. wel ontstemd, maar zij hadden den man niet te zeer willen dupeeren en hem gezegd dat zij de schuur slechts voorloopig zouden willen laten staan: de raad zou zich daarover hebben uit te spreken. De heer K o s t e 1 ij k was door den uitleg van den voorzitter niet tevreden gesteld De manier, waarop hier gehandeld is, noem de spr. zóó afkeurenswaardig, dat er paal en perk aan gesteld moet worden. De betrokken persoon was er mede bekend, dat aan de Butterlaan open bebouwing gewenscht werd. Hij leverde een teekening in, waarop de schuur a c h t e r het huis werd geprojecteerd maar brutaalweg plaatste hij haar naast het huis. Spr. wilae dat de schuur weer wordt afgebroken, opdat de verordening worde gehandhaafd. Indien dit niet gebeurt, zal het zóó worden, dat de brutale alles mag. De heeren Keesman en Vahl meenden, dat B. en W. hadden moeten ingrijpen en de schuur hadden moeten doen afbreken. De heer Opdam gaf nog eenige toelich ting op het standpunt van B. en W. De heer S c h u y t vroeg of de gemeente opzichter niet gaat kijken bij het bouwen van een nieuw perceel. De heer K o s t e 1 ij k betoogde, diat de gemeente-opzichter eigenlijk niet anders is dan bouw-opzichter en niet behoeft te contro leeren hoe gebouwd wordt Hij gaat uit van de veronderstelling dat men bouwt volgens teekening. De heer Vahl vond, dat men teekeningen niet meer kan vertrouwen, als men deze zaak zoo maar laat passeeren. Met de heeren Opdam en Schuyt tegen werd besloten dat de schuur weer zal moeten verdwijnen. Het hek langs den pastorietuin. Over dit hek had de heer Greeuw een vraag ingediend. De voorzitter antwoordde hierop, dat in de acte van overdracht staat, dat er een open hek moet komen. Toen de rietmat werd geplaatst, hadden B. en W. terstond geschreven, dat die moest verdwijnen. Kerk voogden hadden uiteengezet, dat de nieuwe predikant graag een afgesloten tuin had, hij wist niet dat de rietmat niet mocht worden gej laatst. Spr. geloofde, dat ds. Bloemhoff, als hij zich met den burgemeester in verbin ding stelt over deze kwestie, de rietmat wel zal doen wegnemen. Duurt het nog lang voordat de predikant er over komt praten, dan zullen B. en W. maatregelen nemen. Motie Kostelijk. Afkeu renswaardige handeling van wethouder Obdam? De heer K o s t e 1 ij k diende de volgende motie in: De ondergeteekende Teunis- Kostelijk lid van Uwen raad heeft moeten constateeren dat bij de uitvoering van een werk, met name de aanleg van wegen aan de Regulierslaan, waarbij onze gemeente financieel is geinte- resseerd, wethouder Opdam i.i dienstbetrek king is als uitvoerder van genoemd werk. Gelijk mij bekend is, heeft genoemde heer geen gevolg willen geven aan verzoeken om hiermede te eindigen, brengt de volgende motie ter uwer kennis m°t verzoek dit te be handelen in de eerstvolgende openbare raads vergadering De Raad van de gemeente Heiloo in open bare vergadering bijeen op 11 Mei 1932, spreekt, gehoord hebbende de handelingen van den wethouder J. Opdam in verband met herstel van wegen in de gemeente Heiloo zijn ernstige afkeuring uit, dat genoemde heer ondanks ernstige raadgevingen niet hiermede heeft willen eindigen. Verdere toelichtingen desgewenscht ter vergadering. De heer K o s t e 1 ij k lichtte de motie uit voerig toe, waarbij hij o.a. betoogde, dat het dagelijksch bestuur der gemeente den heer Opdam had verzocht met genoemd werk op te houden, zooals ook dr. Barnhoorn had ge daan. Desniettegenstaande was de wethouder daar aan het werk gebleven en ook heden Woensdag nog, zoóals spr. had geconsta teerd. Spr. had zich niet op het enge wette lijke standpunt willen plaatsen, maar ging alleen uit van de gedachte, dat wethouder Opdam moet oordeeien of het werk goed wordt uitgevoerd door den aannemer Op dam, m. a. w. dat hij over zijn eigen werk moet oordeeien. De heer Opdam zei, dat hem gevraagd was of hij toezicht wenschte over het werk. Hij had zich overtuigd, dat wettelijk geen be zwaar tegen het uitvoeren bestond voor hem als weth. Het zou toch wel wat ver gaan te veronderstellen, dat hij goed zou vinden, dat slecht werk werd gemaakt. Trouwens, de heer Rus, de man die dat werk moet maken, zou dat niet willen. Spr. zag er geen kwaad in, dit werk uit te voeren; hij koopt geen ma terialen. Door van het werk weg te blijven, zooals hem gevraagd was, zou spr. hebben toegegeven, dat hij foudeerde. Hij was over tuigd zijn plicht als wethouder evengoed te kunnen vérvullen. Dr. Barnhoorn had gemeend, dat de heer Opdam vrijer zou staan tegenover het werk, als hij dit niet had ter hand genomen. De heele fractie was dit met spr. eens ge weest, ofschoon zij overtuigd was, dat het wettelijk toelaatbaar was. Spr. zou de motie, zooals zij is ingediend, niet graag willen onderschrijven, omdat er een sterk wantrouwen uit spreekt. De heer Keesman vroeg wat de voor zitter dacht over de vraag of de heer Opdam al dan niet vrij uitgaat. Indien dit wèl het ge val is, bestaat er voor de motie geen aanlei ding. Verdient de wethouder er aan? De heer Opdam Dat geloof ik wel, an ders zou ik er al mee opgehouden zijn. De heer Keesman had verwacht, dat het werk in het openbaar zou worden aanbe steed. De v o o r z i 11 e r: Het is een werk van den heer De Lange; als hij had kunnen doen zooals hij wilde, zou hij zeker hebben aanbe steed, maar de gemeente had er op aange drongen werkloozen aan het werk te stellen. Hierdoor was aanbesteding eigenlijk uitge sloten, want was dit wèl gebeurd, dan zou den wij moeten afwachten of de eventuëele aannemer wel werkloozen zou willen nemen. Wij hadden verwacht, dat Heiloo, Alkmaar en de heer de Lange elk een derde zouden betalen, maar Alkmaar heeft zich terug getrokken en geeft nu slechts 1000. Heiloo geeft nu een derde deel tot een maximum van 7500. Spr. en weth. Maas Geesteranus hadden den heer Opdam gezegd, dat hij als wethou der het werk niet zou kunnen uitvoeren, of schoon hij wettelijk geen overtreding beging. Wie eenmaal zondigt, behoeft toch niet dóór te gaan met zondigen, zei spr. op de bemerking van den heer Opdam, dat hij schuld zou hebben bekend met op te houden met het werk. De heer Opdam verdedigde nogmaals zijn standpunt. Hij bleef van meening, de ge meente in geen enkel opzicht te benadeelen. De heer K o s t e 1 ij k meende, dat de be langen en plichten van den uitvoerder niet parallel loopen met die van den wethouder. De heer Opdam zal het werk van den heer Rus zóó moeten verrichten, dat er zooveel mogelijk aan verdiend wordt en voor de ge meente zal het zoo goedkoop mogelijk moeten. De heer Vahl meende dat het wel ver schil zou maken als de heer Opdam het werk uitvoerde in compagnonschap met den heer Rus: dan was het absoluut verkeerd als hij het deed. De voorzitter was van meening, dat de heer Opdam het werk voor niemendal had moeten doen. De heer Opdam zei, dat in dat geval het door den heer Kostelijk geduchte gevaar nog grooter was, want dan was de liefde voor dit werk gebleken en te vreezen dat spr. zich er zoozeer voor zou interesseeren, dat hij alleen maar lette oip het belang van den heer Rus. De heer Keesman zei, dat in comité vergadering de wenschelijkheid is uitgespro ken, dat het werk zou worden aanbesteed. De heer De Jager meende, dat de heer Opdam praatjes 'had moeten voorkomen en het werk niet had mogen uitvoeren. De heer Opdam verzekerde, dat hij zich aan praatjes weinig stoort. De voorzitterU hadt den schijn moeten vermijden. De heer Greeuw vreesde, dat het loon van den heer Opdam als uitvoerder op de rekening van het werk wordt gezet en dus indirect door de gemeente wordt betaald. De v o o r z i 11 e r betoogde, dat het optre den van den heer Opdam als uitvoerder niet valt onder de wet en hij dus alleen uit mo- reele overweging het werk had moeten af wijzen. De heer K o s t e 1 ij k bleef er bij dat de houding van den heer Opdam ongeoorloofd en daarom af te keuren is. Er bestaat geen tusschenweg. Den heer Dekker ging de motie te ver en hij gaf den heer Kostelijk in overweging deze anders te redigeeren. De heer Kostelijk kon niet anders dan hij gedaan had. De heer V a li l vreesde, dat er na dit werk nog meer dergelijke gevallen zullen komen. De heer Opdam verzekerde, dat deze vrees ongegrond is, hij zal zich niet weer branden. Met dit werk ophouden gaat moei lijk, nu hij eenmaal de leiding op zich ge nomen heeft. De heer Barnhoorn gaf den heer Kos telijk in overweging de motie te stellen in zachteren vorm. Tusschen de heeren Kostelijk en Opdam onstond een verschil over hetgeen tusschen hen gesproken was bij het constateeren door den heer Kostelijk van de werkzaamheid van den heer Opdam. Wethouder Maas Geesteranus vroeg wat de heer Kostelijk zou hebben ge daan, als de heer Opdam was opgehou den ir t het werk. J De i: -er K o s t e 1 ij k verzekerde, dat hij dan de motie niet zou hebben gesteld, omdat er dan een erkenning was geweest van schuld, zij het te goeder trouw. De voorzitter zei dat het beter ware geweest als de heer Opdam van het werk was weggegaan. Het is heusch geen fout ruiterlijk ongelijk te bekennen. De heer K o s t e 1 ij k zei, dat hij, als de r.k. fractie een andere redactie der motie zou geven, deze zou willen overwegen. Dr. Barnhoorn gaf een minder krasse bewoording der motie, als volgt: De raad der gemeente Heiloo, enz., ge hoord hebbende dat de heer J. Opdam een werk in uitvoering heeft, waarbij de gemeente geïnteresseerd is, spreekt als zijn meening uit, dat de houding van den heer Opdam niet kan worden goedgekeurd en spreekt den wensch uit, dat hij zijn werkzaamheden als zoodanig zal beëindigen. De aldus gewijzigde motie werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Opdam verzekerde het werk niet te zullen vervolgen. Hierop (het was reeds half 12 geworden) sloot de voorzitter de openbare vergadering. evenals alle andere onmisbare dingen vulpenhouder potlood portefeuille, enz.welke een Hvmannietkanmissen. HEERHUGOWAARD. Dinsdagmiddag 2 uur kwam de Raad in voltallige vergadering bijeen onder voorzit terschap van burgemeester van Slooten. Een schrijven van Ged. Staten was inge komen, waarin de minister te kennen gegeven had, dat hij er tegen was, dat het toeslagstel sel op de loonen meerderen ingang zou vin den, aangezien de consequenties die een ver dere doorvoering van dit stelsel met zich zou brengen. De heer Kostelijk meende, dat men dit schrijven niet voor kennisgeving moest aan nemen. Hij bleef bij het reeds door hem in vorige vergaderingen verdedigde, dat de menschen op de akkers hoorden en daar mo menteel het nuttigst werkzaam zouden kun nen zijn. In dit geval is een toeslagregeling de eenigste oplossing. De voorzitter wees op de moeilijkheden aan het laatste verbonden. Thans gaan de arbei ders nog werk zoeken, paste men een toeslag toe, dan had men kans dat meerderen hun tegenwoordig persneel zouden ontslaan om in het genot van een toeslag op het loon te ko men. De heer Krom was het met den heer Koste lijk eens. Hij wees op het demoraliseerende van het z.g. stempelen. Hij meende dat een toeslagregeling voor bepaalden tijd wel ver dedigbaar was, onder voorwaarde, dat men alleen diegenen nam, die ook zonder deze regeling werkloos zouden zijn geworden. De voorzitter lichtte toe, dat men ook bij het dag. bestuur deze zaak reeds besproken had. Eenige dagen geleden was men daar dus tot het besluit gekomen het sportveld te laten égaliseeren, wat een aantal menschen weer voor een poos van de straat hielp en naar schatting pl.m. 900 zal kosten. Algemeen werd in deze het beleid goedge vonden. De heer Krom kon begrijpen, dat het Rijk zich niet op het glibberig terrein der toeslag regelingen begaf. Met de gemeente, die een zooveel kleiner gebied bestreek, achtte hij het echter een ander geval. Besloten werd aan het eind der vergade ring hierop nader in te gaan. Besloten werd de door Ged. Staten ge vraagde wijziging in het besluit betreffende belegging overtollige kasgelden aap te bren gen. Niet werd ingegaan op het verzoek der Nat. Onthouderscommissie om het maximum aantal verloven H. op acht te bepalen gedu rende de eerste tien jaren. Na voorlezing van het bekende schrijven van Ged. St. betreffende jaarwedderegeling burgemeesters, secretarissen en ontvangers, werd besloten hierop toestemmend te advi- seeren, daar men algemeen het er over eens was, dat de tegenwoordige omstandigheden een vermindering der gemeente-uitgaven op verschillend terrein tot gebiedenden eisch maakten. Met den heer Kostelijk was de voorzitter het eens, dat vermindering der salarissen van genoemde categoriën regelmatiger zou zijn dan verhaal pensioenbijdrage. Waar echter algemeen de opinie gedeeld werd, dat Ged. St. zich weinig van een dergelijke opmerking Let op oranje band en Bayerkruit. Prijs 75 ctsVB V bij het antwoord zouden aantrekken, werd be sloten deze achterwege te laten. De heer Wagenaar meende, dat straks wel zou bliiken. dat de werkelijkheid van het leven sterker was dan Gedeputeerden en dat hij het een loyale handeling van hen gevonden zou hebben, als zij nu, nu zij dit nog vrijwillig konden doen, krachtig hadden ingegrepen, terwijl zij binnen niet te langen tijd, overvleu geld door de eischen van het leven, daartoe gedwongen zullen worden. Goedgekeurd werd de ter inzage liggende rekening over 1931 van de Gezondheids- commissie te Hoorn. Het verzoek van de Vereeniging A.V.O. om een subsidie van 10 te mogen ontvangen, werd na eenige bespreking verworpen. Ingekomen waren goedkeuringen van Ged Staten der rekening 1930, eener suppl. be. grooting 1931 en begrooting dienst 1932. In een suppl. begrooting van dit dienst jaar werd nóg een door genoemd college noo dig geachte wijziging aangebracht. Na toelichting door den voorzitter werd besloten de vergunningsrechten op den ouden prijs te handhaven, terwijl een nieuwe hef fing op de verlofsgelden werd ingevoerd. Ver» ordeningen op de heffing dezer gelden wer den mede als voorgesteld goedgekeurd. Naar aanleiding van een schrijven van den Pensioenraad werd de pensioengrondslag van den heer Molenaar, hoofd Openb. L. opnieuw vastgesteld. Goedgevonden werd om mej. G. Kooïj met toepassing der provinciale regeling T.B.C.- bestrijding voor vijf maanden te laten ver plegen in Beekbergen. Nadat op voorstel van den heer Krom eeni gen tijd in comité was vergaderd, werd bij de navolgende stemming met algemeene stem men als hoofd van O. L. school I benoemd de heep R.Jofriet van Zaandam, met tijdstip van indiensttreding zoo mogelijk 1 Aug. a.s. Het naar aanleiding van een schrijven van den comm. der koningin is een reglement vastgesteld betreffende de gemeentepolitie. Na ampèle bespreking aangenomen als voor gesteld. Het kohier hondenbelasting 1932, aan gevende 'n totaal van 113 honden, werd met 615 in hoofdsom ongewijzigd vastgesteld. Na eenige bespreking, waaruit bleek, dat ten opzichte der toepassing van de winkel- sluitingswet verschillende stroomingen in het college aanwezig warëft, werd besloten de winkeliers met kerWiis gèen vergunning tot lager open blijven te geven. Voorstanders van later openblijven bleken de heeren Kooij, Groenland en Pool. Ook aangaande benoeming van gehuwde onderwijzeressen bleken de opinies zeer ver deeld. De heer Wagenaar voerde aan, dat de sta tistieken uitwezen, dat aan de gehuwde onder wijzeres een veel grooter getal dagen voor ziekteverlof werd gegeven dan aan hare onge huwde collega's. De heer Kooij wees er op, dat gezien de werkloosheid van den man in sommige geval len het wenschelijk kan zijn, dat de vrouw verdiensten heeft. De heer Tromp verdedigde het standpunt: De vrouw in de huishouding, mede wees hij op het nadeel voor de gemeentefinanciën van wege het hoog percentage dagen ziekenver lof. De heer Kostelijk wilde zich niet op het standpunt van weth. Tromp plaatsen, waar een groote massa jonge krachten thans werk loos waren, meende hij, dat aanwerving van onderwijskrachten uit deze categorie moest plaats vinden. Daarom kon hij ook niet het standpunt der wetgever in nemen, die sprak van onderwijzeressen beneden 45 jaar. De heer Wassenaar meende nog op te moeten merken, dat thans ook in onderwijs kringen de meening, dat de gehuwde onder wijzeres niet meer in de school hoorde, al meer gehuldigd werd. Hierna werd besloten het regeeringsstand- punt te aanvaarden. De heer Kooij merkte op, dat hij er tegen was. Naar aanleiding van een mededeeling van den voorzitter over een onderhoud, dat hij den vorigen dag met een paar werkloozen had gehad betreffende de steunregeling ontspon zich een langdurige discussie. De heer Krom wees er op, dat de bouwbe drijven werden verwaarloosd, terwijl de men schen werkloos op straat rond liepen en steun trekken. Hij achtte het veel beter, dat de be dragen aan steun uitgekeerd, werden besteed als toeslag op het loon, waardoor èn arbeider _53. Dat was toch te erg. De arme kikkers werden dik van kwaadheid en als Tuimeltje zich niet vlug uit de voeten had ge maakt, had ie wis en zeker een flink pak slaag gekregen. De kikkers maakten nog wat ruzie onder elkaar, de eene wou Tui meltje vangen en daarna gevangen zetten, terwijl een ander hem op bloote voeten wilde laten loopen en zoo gingen alle kikkers slecht gehumeurd naar bed, 2d4. Nu lag het heele kasteel in diepe rust. Je kon de kikkers .ooren snurken. Enkelen er van droomden zelfs hardop. Vier uur zal het ongeveer zijn geweest, toen Tuimeltje wederom een hulpgeroep aanheif, maar nu zoo echt, dat niemand er meer aan dacht, dat het een grap zou zijn. Vlug rende hij zelf naar het raam en beweerde dat de inbreker daardoor verdwenen moest zijnt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6