Alkmaarsche Courant.
£andbouux m Vjeeteelt
Rechtszaken
Honderd fier en dertigste Jaargang.
Donderdag 12 Mei.
k vereeniging tot ontwikke-
ling van den landbouw in
hollands noorderkwartier.
j zichtigheidshalve in den tuin van die
No. UI 1932
In hotel „De Beurs" te Schagen werd
Woensdag de Voorjaarsvergadering gehou
den van de Vereeniging tot Ontwikkeling
van den Landbouw in Hollands Noorder
kwartier.
In zijn openingswoord wees de voorzitter
de heer Kramer Glijnis op den benarden toe
stand, waarin de landbouw verkeert en zoo
nijpend is, dat de gevolgen daarvan voor
onze samenleving niet te zijn overzien. Spr.
betoogde, dat de landbouworganisaties het
mogelijke doen om den noodigen steun te
verkrijgen en uitte den wensch, dat door ge
meenschappelijke samenwerking de regeering
er toe gebracht zal worden die maatregelen
te nemen, die voor het landbouwbedrijf nood
zakelijk zijn.
Voorts merkte hij op, dat de vereeniging
rustig door werkt, waarvan de agenda ge-
tU Van de mededeelingen vermelden wij het
feit dat het bestuur op het verzoek van het
Provinciaal Bestuur ten behoeve van een on
derzoek naar den toestand van den land- en
tuinbouw in N.H. in de jaren 1880—1920 de
notulen en jaarverslagen beschikbaar had
gesteld en namen van personen had opgege
ven, die ook inlichtingen kunnen verstrekken.
De heeren Ir. G. Veenstra en Joh. de
Veer te Schagen en H. V. Koster te Wierin-
gerwaard waren benoemd tot leden van een
commissie, die het Ned. Landbouwcomité zal
voorlichten over ontginningsgebieden in het
district in verband met de werkverschaffing.
Het bestuur verzoekt een onderzoek te wil
len instellen naar de samenstelling van gras
monsters op mineralen, omdat in deze veel
te weinig bekend is.
Veeonderzoek.
Van het Kon. Ned. Landbouwcomité eene
mededeeling dat het Collectief abonnement
voor Veeonderzoek is afgeloopen, doordat ai-
le 4000 bepalingen zijn verricht. Verzoek is
of accoord kan worden gegaan met 't afslui
ten van een nieuw abonnement voor 4000
onderzoekingen, wat werd goed gevonden.
Onderzoek naar het prijsverschil
van producten bij producent en
consument.
De hiervoor ingestelde commissie verzoekt
aan het bestuur om ontheven te worden van
haar opdracht voor het instellen van dit on
derzoek, omdat zij van meening is dat zij
geen invloed kan uitoefenen tot verbetering
in deze.
Gezien deze opvatting der commissie heeft
het bestuur haar verzoek tot ontheffing in
gewilligd.
De heer ir. C. Nobel zal deze zaak nog
eens ernstig bestudeeren en zal daarvoor een
rapport indienen, welk rapport door Noor
derkwartier zal worden gepubliceerd.
Moratorium voor pachters en
hypotheeknemers.
Van het Kon. Ned. Landbouwcomité kwam
het verzoek in om het oordeel te willen mei
den over een moratorium voor pachters en
hypotheeknemers.
Het bestuur benoemde hiervoor eene com
missie voor onderzoek, bestaande uit de hee
ren: C. Kramer Glijnis te Stompetoren, D.
Nobel te Beemster, Ir. C. Nobel te Haarlem,
Ir. J. G. Hazeloop te Alkmaar en Mr. P.
Langeveld als rechtskundig adviseur.
Deze commissie bracht rapport uit, dat
door het bestuur werd overgenomen en door
gezonden aan het Kon. Ned. Landbouwco
mité.
Verzocht is de wet van 1914 weer in te
voeren.
Selectie varkensfokbedrijf in
Noordholland.
Van het bestuur van het Noord-Hollandsch
Yorkshire Varkensstamboek kwam het ver
zoek in om het destijds toegezegde bedrag
200 voor een selectiebedrijf voor
Noordholland, Zuidholland en Utrecht te
mogen houden en te bestemmen voor een se
lectiebedrijf in Noordholland op te richten.
Het bestuur benoemde hiervoor een com-
kende het destijds beschikbaar gestelde be
drag toe voor de nieuwe Noordhollandsche
stichting.
Onderzoek auto- en scheep
vaartverkeer in Noordholland.
Door het bestuur werd besloten een on
derzoek in te stellen naar het autoverkeer en
het scheepvaartverkeer in de laatste 10 jaar
in onze provincie.
De hiervoor noodige gegevens worden
verzameld.
Raaptijd van kievitseieren.
Naar aanleiding van een verzoek van den
commissaris der koningin in Noordholland
over den raaptijd van kievitseieren in ver
band met het afnemen van het aantal kievi
ten, heeft het bestuur geadviseerd vóór het
invoeren van een vervroegden raaptijd.
Een schrijven van den heer Judell, waarin
deze voor het lidmaatschap bedankt, omdat
hij van oordeel was dat hij zijn geld beter
kan gebruiken, aangezien de agenda weer
blijk gaf, dat in dezen tijd van economische
inzinking wel wat beters te doen is, dan de
agenda vermeldt, gaf den secr. aanleiding
op te merken, dat de vereeniging er geene
voor economische actie is.
Op voorstel van den voorzitter werd dit
schrijven voor kennisgeving aangenomen.
D r. S c h e ij bracht als zuivelconsulent
rapport uit. Het werk over Wouter Sluis is
ter perse. De commissie kon veel wetenswaar
digheden opdoen en de groote beteekenis van
Wouter Sluis, ook voor de vereeniging, komt
in het werk uiteen. Spreker heeft zijn erva
ring over het drinkwater weder kunnen ver
meerderen en de belangrijkheid van goed
drinkwater voor het vee weer kunnen vast
stellen. De druk van het Nortonwater is af
genomen en zal nog meer afnemen en daar
door komt het besmette grondwater van de
boerderij in het Nortonwater en spr. is daar
erg bang voor. Systematisch heeft spr. de
kwaiteit van het water nagegaan. Meermalen
bleek, dat zieke koeien door het verstrekken
van beter water beter werden en meer melk
gaven. De eisch van een goede Nortonpomp
te stellen is, dat het alleen mogelijk is het
water uit de diepte naar boven te brengen.
Oude Nortonpompen moeten echter onscha
delijk gemaakt worden, door in de buis ce
ment te storten. De drang van het Norton
water, vooral in de omgeving van den Wie-
ringermeerpolder neemt af. Vermoedelijk
door de droogmaling, maar ook door het
plaatsen van de vele Nortonpompen.
Als plaats voor de volgende vergadering1 opgelegd en Amsterdam, dat evenveel be-
-.t-/4 1 l/m AAM I 1
werd Alkmaar aangewezen
De rekening 1931 werd in ontvangst en
uitgaven vastgesteld op een bedrag van
2313.2914, met 'n batig saldo van 471.14.
Tot vice-voorzitter werd gekozen de heer
H. K. Koster te Wieringerwaard.-
Wegens periodieke aftreding van de hee
ren C. Kramer Glijnis, Jn. Blauwboer Kzn.
en D. Nobel, niet herkiesbaar, werden geko
zen de heeren P. Stapel te Hoogkarspel, D.
P. Timmerman te Schagen en F. C. Fock t->
Beemster.
Ophelhng der bannen.
Het pro en contra over de opheffing der
bannen werd behandeld door de heeren V
Koy Jz. te Hauwert en J. W. Boersma* te
Alkmaar, dit in verband met de circulaire
van Ged. Staten van 24 Febr. 1932, waarin
op concentratie werd aangedrongen.
De secretaris las vooraf de circulaire voor.
Hierin wordt gewezen op het feit dat 62
bannen oor kosten van huish. bestuur een
bedrag van 32.900 aangaven, terwijl hun
taak, zonder vermeerdering van kosten, door
den polder, waarin ze zijn gelegen of door
het Hoogheemraadschap Noord-Hollands
Noorderkwartier, kan worden verricht, wel
ke lichamen ook de gelden van de bannen
kan innen, per rijkspost cheque en girodienst.
Bezuiniging en vereenvoudiging in de admi
nistratie van de 372 waterschappen in dc
provincie kan er door worden verkregen. 62
polders zijn kleiner dan 100 H.A., 53 kleiner
dan 200 en 37 kleiner dan 300 H.A. Concen
tratie is dan ook dringend gewenscht. Op
heffing en samenstelling van bannen zullen
aan Prov. Staten worden voorgesteld en de
besturen worden verzocht bijzondere wen-
schen kenbaar te maken.
De heer Kay Hauwert onderwierp de
circulaire aan critiek en oordeelde, dat Ged.
Staten zich ten onrechte op de Dec.-circulaire
over wegenonderhoud beroepen. Ged. Staten
willen z.g.n. bezuiniging, doch handhaven
de crisiswinst van ambtenaren. De Prov. Wa
terstaat is bekend om zijn duur beheer. Dat
groote lichamen goedkooper zijn heeft z.i.
de praktijk niet geleerd. Door contributie zal
alleen de Prov. Griffie ontlast worden. Spr.
gaf een opsomming van de kosten bij de Vier
Noorder Koggen en betoogde, dat die kosten
bij een grooter lichaam zeker duurder zal
zijn. Nu wonen de besturen, die veel onge-
salirieerd werk doen, dicht bij de werken.
De bannen zijn historisch gegroeid en verge
lijking met nieuwe polders, die een geheel
andere hoogteligging hebben, gaat niet op.
Het bestuur van de Vier Noorder Koggen
verklaarde zich evenals „Het Grootslag" te
gen de concentratie, die door den Bond van
Waterschappen in het Hoogheemraadschap
Hollandsch Noorderkwartier wordt voorge
staan en spr. hoopte, dat de plattelandsver
tegenwoordigers in de Staten zich krachtig
zullen verzetten. (Applaus.)
De heer Boersma. secretaris van het
Hoogheemraadschap „Hollands Noorder
kwartier", erkende dat een stuk geschiedenis
wordt aangerand. Aanvankelijk namen de
bannen 'n belangrijke plaats in. Spr. gaf een
historisch overzicht van het ontstaan en het
werk der bannen en de dorpsregeering.
Meer veiligheid kon door samenwerking
verkregen worden, al duurde het lang, tot het
midden der 17e eeuw, eer men besloot ge
meenschappelijk den West-Frieschen omring-
dijk gemeenschappelijk te onderhouden, om
dat de gehechtheid aan het bestaande groot
was.
De geschiedenis leert ons, dat bij elke schre
de vooruit de bannen van 't beginsel „baas
in eigen huis" steeds meer hebben moeten
inboeten. Spr. wees op de zware taak die
vele bannen hebben te vervullen. In hoofd
zaak vervullen zij slechts een administratie
ve schakel in de beheerswaterschappen en
voor de werken die bij hen in beheer zijn
gebleven missen zij de technische voorlich
ting. Opheffing dient ernstig te worden over
wogen. Spr. wees er op, dat de administra
tieve werkzaamheden, die zooveel meer zijn
geworden, door concentratie zeer kunnen
worden vereenvoudigd en gaf dit nader aan
Ook het werk kan door het in één hand ko
men worden bezuinigd.
Spr. is overtuigd, dat de technische dienst
van het groote waterschap gemakkelijk, zon
der verhooging van kosten, de technische
werkzaamheden van de bannen kan medene-
men. Opheffing zal ook leiden tot vereen
voudiging van den Waterstaatkundigen toe
stand in N.H., hetgeen van veel belang is.
Op welke moeilijkheden men thans vaak
stuit leert het onderhoud van den weg van
Wormerveer naar Purmerend.
Het bestuur van den Bond van Water
schappen betreurt het door opheffing belang
stellende leden te moeten missen, doch meent
om utiliteitsredenen zich tegen opheffing
niet te moeten verzetten. (Applaus.)
De heer Donker te Hoogwoud bestreed
de beschouwing van den heer Boersma. Hij
was overtuigd, dat de centralisatie van het
beheer meerdere kosten ten gevolge zal heb
ben.
De heer P ij p e r, Vier Noorder Koggen,
herinnerde er aan, dat de Bond van Water
schappen was opgericht om de belangen van
de kleine waterschappen te behartigen. Hij
vond het brutaal, dat het bestuur thans, zon
der de leden te hebben gehoord, aan Gedep.
Staten adviseert tot concentratie. Hij leverde
voorts critiek op het Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier en laakte het, dat
Ged. Staten personen, die hun werk belang
loos doen, willen doen verdwijnen om plaats
te maken voor ambtenaren. (Applaus.) In
1926 waren de zeedijken van de Vier Noor
der Koggen de eenige die stand hielden en
toch oordeelden Ged. Stateri, blijkbaar, de
leden van dit bestuur, niet geschikt voor het
hoogheemraadschap. Spr. leverde een uitvoe
vaak Ged. Staten hun wil doordrijven ten
nadeele van de waterschappen en ingelan
den. (Applaus.)
De heer Kuiper te Enkhuizen was het
van harte eens met het betoog van den heer
Pijper. Spr. had den indruk, dat de heer
Bcersjna, die z.i. ter goeder trouw was, van
de interne aangelegenheden van de bannen
niets afweet. De bestuursleden van de bannen
worden door de ingelanden gekozen en zij
behartigen hun belangen zonder salaris. De
ingelanden hebben geen verandering ge
vraagd. Het Hoogheemraadschap is een dure
les voor de ingelanden in N.H. Het werd ons
rier betoog. waarin hii deed uitkomen hpe J bezien.
lang had, valt er buiten.
Ook het kanalenplan, dat achterhaald is
door het snelverkeer, wordt ons opge
legd. Nu weer een poging om ons van bo
venaf wat op te leggen. Spr. gaf de vergade
ring in overweging duidelijk te doen blijken
dat men hiervan niet gediend is.
(Applaus.)
De heer Klaver te Amsterdam betoogde,
dat hij voor de concentratie zou zijn als de
werkzaamheden van de bannen niet meer
omvatten, dan de heer Boersma deed voorko
men. doch dit is niet het geval. Spr. laakte
het ondergravingssysteem van Ged. Staten,
die eerst de bannen het wegenonderhoud
ontnemen en dan zeggen: „wat hebben jullie
nu nog te doen". De bannen doen echter nog
wat anders dan geld vergaren.
Spr. gaf dit nader aan. Wat blijft er in de
toekomst van de toezeggingen van Ged. Sta
ten aan bannen over het wegbeheer, als de
bannen zijn opgeheven?
Het gevolg zal zijn, dat de ingelanden in
de bannen die zuinig beheerd zijn, door de
nivileering meer zullen moeten betalen.
Het eenige redelijke motief zou zijn bezui
niging. Dit wordt wel gebruikt, doch bezui
niging wordt niet aangetoond. Integendeel
blijkt, dat Ged. Staten zelfs 't inzicht missen
in het toekomstig beheer.
Spr. diende de volgende motie in:
„De vereeniging tot ontwikkeling van den
Landfiouw in H.N.K. met haar leden en ge-
noodigden uit diverse Waterschappen in
N.H. te Schagen bijeenkennis genomen heb
bende van de circulaires van Ged. Staten van
16 Dec. 1931 en 24 Febr. 1932; gehoord de
dien aangaande gehouden discussies; spreekt
als haar gevoelens uit, dat opheffing van de
Bannen, na de concentratie van het wegen-
beheer, in het algemeen dient te worden af
gekeurd als in strijd met de belangen van de
ingelanden".
(Applaus.)
De voorzitter oordeelde, dat de heer
Klaver wel wat door een zwarte bril keek.
Spr. ziet meer het streven van concentratie
van de polders, doch niet het stichten van een
nieuw lichaam.
De heer Klaver verwees den voorzitter
naar de December-circulaire van Ged. Staten
en las daaruit voor, wat beoogt wordt het
stichten van een in 't leven te roepen lichaam
met rechtspersoonlijkheid.
De voorzitter zei, dat het daar gaat
over het wegenbeheer, terwijl hier aan de
orde is het concentreeren van bannen.
De heer Klaver zag verband tusschen
beide.
De heer Slachter te Berkhout verklaar
de zich eveneens tegen opheffing.
De heer Stapel te Berkhout was van
oordeel, dat het bestuur van den Bond van
Waterschappen een spoedvergadering be
hoorde uit te schrijven. Z.i. zou dan stellig
een protest van den bond tegen het voorne
men van Ged. Staten worden gericht.
De heer Kay constateerde, dat verschil
lende sprekers wel hadden aangetoond, dat
het werk van bannen van meer beteekenis is
dan de heer Boersma heeft willen doen voor
komen. De Vier Noorder Koggen wordt be
heerd door 105 personen. De kosten bedra
gen 7000. Spr. betwistte, dat 3 ingenieurs
van 6000 in staat zouden zijn om het werk
van die 105 menschen te vervangen.
(Applaus.)
Spr. laakte de administratieve rompslomp,
die juist door Ged. Staten in het leven wordt
geroepen. Hieronder rangschikte hij ook de
centrale kasinspecties bij de penningmeesters
van de Waterschappen door Ged. Staten in
gesteld. Spr. steunde het denkbeeld om zich
in een motie ,uit te spreken tegen het ophef
fen van de Bannen.
De heer P. Stapel te Hoogkarspel pro
testeerde tegen de voorstelling, dat het stu
ren van Ged. Staten naar Centraal wegbe
heer in verband staat met het streven naar
concentraties en opheffing van bannen.
De heer Boersma stelde voorop, dat hij
niet stond als verdediger van het standpunt
van Ged. Staten. Hij heeft slechts de voor-
deelen van concentratie belicht en is door zijn
studie van het onderwerp gekomen tot de
overtuiging, dat het werk van de bannen ge
ring is geworden.
In het algemeen is het dijksbeheer en het
wegbeheer in één hand een goed streven, ook
de concentratie van een bemaling.
Bannen wier werkzaamheden belangrijk
zijn zullen Ged. Staten zeker wel laten voort
bestaan. Vast staat dat concentratie van som
mige bannen voordeden zullen geven en
ieder mag in dezen tijd niet vasthouden aan
eigen zaakjes.
Het bestuur van den Bond van Water
schappen moest zich op korten termijn uit
spreken over het door Ged. Staten gevraagde
advies en sprak zich uit als bestuur. Het be
stuur zal het punt echter op de agenda van
de Junivergadering plaatsen.
Spr. gaf toe, dat hij van 't praktische werk
in de bannen niet op de hoogte is, al is hij
niet geheel onkundig.
Het Hoogheemraadschap „Noord-Hollands
Noorderkwartier" speelt in de opheffing
geen rol en heeft alleen de vraag van Ged.
Staten, of het in staat was bij opheffing de
gelden te innen, bevestigend beantwoord.
Het bestuur van den Bond van Water
schappen heeft zich op een breed standpunt
gesteld, al wil het niet a priorie de bannen
opheffen.
Verschillende leden bleven het als onjuist
bestrijden, dat dit bestuur zonder de leden
er in te kennen, advies heeft gegeven en zeg
den toe dit op de betreffende vergadering
aan de orde te zullen stellen.
De heer Boersma gaf voorts aan de
bannen in overweging om zelfstandig de al
of niet wenschelijkheid van de opheffing te
De voorzitter constateerde, dat de
heer Boersma alleen stond. Het bestuur heeft
slechts de meening willen hooren van de le
den en spr. gaf den heer Klaver in overwe
ging zijn motie in de vergadering van den
Bond van Waterschappen aan de orde te
stellen.
De heer P ij pe r gaf nog als zijn meening
te kennen, dat het bestuur van den Bond
van Waterschappen wel tot de conclusie zal
komen, dat het beter had gedaan, alvorens
advies uit te brengen, daarin de leden te
kennen. Samenwerking tusschen bannen
komt wel, als er voordeden aan verbonden
zijn. Voorts oordeelde hij, dat Ged. Staten
wel hebben bewezen met de gelden voor de
ingelanden royaal te handelen, gezien de sa-
larieering van de Hoogheemraden in het
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwar
tier met 1500 als salaris.
De heer Kay constateerde, dat de verga
dering zich unaniem tegen de plannen van
Ged. Staten heeft verklaard en verzocht toe
zending van de notulen aan de leden van
Prov. Staten.
De voorzitter sloot hierop de discus
sie over dit punt.
Voorts werden rapporten van de wegen en
de kanalencommissie uitgebracht.
De heer Ir. C. Nobel bracht verslag uit
van de werkzaamheden der werktuigencom
missie, terwijl de heer Dr. Schey mededee
lingen deed over de Melkcursussen en de
Vakschool voor Kaasmakers te Hoorn.
De begrooting werd in ontvangst en uit
gaaf vastgesteld op een bedrag van
2031.14. Onder den invloed van de tijds
omstandigheden was het ledental van 142
tot 113 teruggeloopen.
Na rondvraag volgde sluiting.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 10 Mei.
DE INBREKER-KLEERMAKER OP
HET OORLOGSPAD.
Huur fiets te Oegstgeest verkocht!
Nachtelijk visite aan een tijdelijk
onbeheerde villa aan dc Eeuwige
Laan.
Op Zaterdag 8 Augustus verscheen bij
den rijwielhandelaar S. J. van Wonderen
te Bergen, 'n net uitziende en welbe
spraakte meneer van middelbaren leef
tijd, die een rijwiel huurde en zulk een
gunstigen indruk maakte, dat de heer
van Wonderen er geen moment aan
twijfelde of hij zou den huurder met
het rijwiel stipt op den aangegeven tijd
terug zien.
Helaas, de heer van Wonderen zag
zich leelijk in zijn goed vertrouwen be
schaamd, aangezien gezegde aangena-
name persoonlijkheid een voor de maat
schappelijke orde en veiligheid zeer ge
vaarlijk persoon was en wel de 49-
jajigge Johannes Petrus van de K.,
'n kleermaker, gedomicilieerd te Eind
hoven, die reeds ettelijke malen voor
ernstige vermogensdelicten in onder
scheiden vorm was veroordeeld en ten
slotte verminderd toerekeningsvatbaar
bevonden, \gerd opgenomen in het psy-
chopaten-asyl te Heiloo. Hij wist daar
uit te ontvluchten, pleegde opnieuw
misdrijven, kwam weer in Heiloo te
recht en werd eindelijk krankzinnig ver
klaard en opgezonden naar het gesticht
te Woensel alwaar men al spoe'ig tot
de ontdekking kwam dat de patiënt hee-
lemaal niet krankzinnig was, reden
waarom hij dus uit dit gesticht werd
ontslagen en op vrije voeten gesteld.
Opnieuw op de maatschappij los
gelaten.
De weer tot een verstandig wezen ge
promoveerde kleermaker maakte van de
ongedacht verworven vrijheid een zeer
dankbaar -.ebruik.
Niet door terug te keeren tot zijn nut
tig vak, maar om het land door te zwer
ven en uit te kijken, waar iets van zijn
gading was. Hij opende de campagne
door het huren van het rijwiel bij van
Wonderen te Bergen, dat hij te Oegst
geest verkocht voor 12.50 aan een ver
lofhoudster aldaar, zekere mej. Verhoe
ven, wiens zoon de vrijheid nam dit
rijwiel van een ander merk te voorzien.
Blijkbaar bad de heer van de K.
bij deze dame een gewillig adres
en goed afzetgebied gevonden en genoot
dc gemeente Bergen in den nacht van
Donderdag 13 op Vrijdag 14 Augustus
opnieuw de eer van zijn bezoek.
Hij kwam toen niet het van den heer
van Wonderen gehuurde rijwiel terug
brengen doch het doel van zijn komst
was een villa aan de Eeuwige laan, be
woond door den heer Eduard Jean
Voute, welke familie zich momenteel be
vond in het buitenland, zoodat dit onbe
heerde en rijk voorziene interieur voor
den inbreker-kleermaker een welkome
prooi kon worden genoemd.
Hij aarzelde dan ook niet dit luilek
kerland binnen te stappen. Met behulp
van een omfloerste nvoetbal verbrijzelde
hij een keukenraam en bevond zich
weldra temidden van een aanlokkelijke
voorraad kostbaarheden. Een groote
voorraad tafelzilver in alle denkbare
nuances, 'n partijtje oude munten,
Transvaalsche sieraden en antiquiteiten
en wat dies meer zij. Deze belangrijke
buit werd door v. d. K. onmiddellijk ge
annexeerd. 'n Tafelkleed diende tot em-
balage en na zich voorzien te hebben
van een dafeelijk rijwiel, merk Gruno,
eigendom van den zoon des huizes, nam
de inbreker welgemoed den terugtocht
aan naar Oegstgeest en Amsterdam, ten
einde de „poet" zoo successievelijk in
klinkende munt om te zetten. In Am
sterdam verkocht hij bij den antiquair
C Bolle verschillende antieke voorwer
pen, alsmede Zoeloe-armbanden en een
kaffercollier en bij mej. Verhoeve werd
het tafelzilver grootendeels versjaggeld.
Een buurvrouw, mej. Zwanenburg, be
hoorde ook tot de gegadigden en kocht
een flinke voorraad tafelzilver dat voor-
nijvere zakenvrouw w erd begraven.
De politierechter die er lucht van
kreeg was bij die schatgraverij meer
gelukkig dan madame Silvia te Zaan
dam.
Het rijwiel van den heer Voüte Junior
werd toegewezen aan den zoon der ver
lofhoudster die zich ook bad ontfermd
over de fiets van den heer van Wonde
ren. Mutatis mutandis kon ook dit rij
wiel weer op de markt worden gebracht,
maar de politie vermocht tijdig een stok
je te steken voor die commercieele on
derneming.
De heer v. d. KI. toch werd gearres
teerd ter zake andere vermogensdelicten
betreffende inbraak, verduistering, po
ging tot oplichting en oplichting, ge
pleegd in de arrondissementen Haarlem
en Amsterdam en het gelukte aan de
politie nagenoeg alle voorwerpen, ont
vreemd uit de villa van den heer Voüte
op te sporen, zoodat mevrouw Voüte,
geb. E. L. Fransen van der Putte, he
den in staat werd gesteld in de rechts
zaal de haar getoonde eigendommen, op
enkele uitzonderingen na, alle aanwe
zig, te kunnen verifieeren.
De inbreker, tegen wien bereids door
den officier te Haarlem 3 jaar gevange
nisstraf was gevorderd en die thans is
gedetineerd te Amsterdam, stond heden
terecht. Op grond dat hij niet in voorar
rest was gesteld op last van het parket
te Alkmaar, was de verdachte niet voor
zien van een verdediger.
Door den verdachte werd heden terug
gekomen op zijn omstandige aan den
chef-veld wachter G. Vermeulen te Ber
gen afgelegde erkentenis betreffende den
inbraak en diefstal in de villa der fami
lie Voüte. Hij beweerde thans, dat die
voorwerpen hem waren ter hand ge
steld door;een persoon, wiens naam hij
niet wilde openbaar maken, zoodat die
toelichting hem wel niet zal disculpee-
ren.
De verduistering van het gehuurde
rijwiel was hij zoo lyaal te bekennen.
Gedurende zijn verhoor door den pre
sident der strafkamer, mr. Ledeboer,
kreeg de verdachte soms een driftbui en
weigerde hij op de gestelde vragen te
antwoorden.
Tegen de koopsters der gestolen goe
deren, de twee door ons genoemde vrou
wen te Oegstgeest, zal vermoedelijk een
strafvervolging ter zake heling worden
ingesteld.
De officier noemde verdachte een
voortdurend gevaar voor de maatschap
pij. Minister Donner had dan ook vol
ledige santie gegeven hem als toereke
ningsvatbaar-misdadiger te vervolgen.
Gevorderd werd 2 jaar en 6 maanden
gevangenisstraf.
De verdachte, in wien een geweldige
advocaat verloren is gegaan, richtte
zich speciaal tot den Officier. Hij gaf ver
schillende wijze lessen ten beste, pakte
duchtig uit over het psychopaten-asyl,
dat hij ver bij de strafgevangenis achter
stelde en verzocht ten slotte in naam
van God hem met clementie te behande
len. Uitspraak Dinsdag 24 Mei.
BUREN DIE NIET BIJ ELKANDER
PASSEN.
Het spreekwoord doceert ons dikwerf
niet zonder motief, dat een goede buur
meer waarde heeft dan een verre vriend,
doch daarentegen kan men ook op grond
van de ervaring, vooral van een recht
bank-reporter, veilig aannemen, wan
neer buurtjes elkander slecht verstaan,
dit een bron is van voortdurende con
flicten.
De 38-jarige bankwerker Antoon Z. en
zijn 50-jarige buurman Jan Cornelis
Arie Dirk Volker, rentenier, en beide be
woners va nde Jan in 't Veldstraat te
Helder, kunnen zich helaas onder laatst
genoemde categorie: disharmonieuse
buren scharen, zooals kon worden ge
destilleerd uit de strafrechtzaak, die de
edelachtbare heeren der meerv. kamer
hedenmorgen 'n uurtje gezellig bezig
hield.
De hier boven aangeduide heer Antoon
Z. stond namelijk terecht wegens mis
handeling van zijn buurman Volker, die
hij in den prillen morgen van 14 Maart
in het gelaat zou hebben gestompt,
hem ter aarde geworpen, nogmaals ge
stompt en tot slot van de voorstelling in
de vingers zou hebben gebeten.
Toen verscheen de echtgenoote van
den belaagden rentenier ten tooneele,
wendde krachtige pogingen aan om haar
echtgenoot te ontzetten, eveneens arri
veerde de ega van den bankwerker op de
plaats van den strijd, hief een onheil
spellend moordgeschrei aan, waarop de
bankwerker, tot bezinning gekomen, de
vijandelijkheden staakte en met zijn
echtgenoote in de steeg, naast zijn wo
ning gelegen, ijlings verdween.
De ontstelde rentenier werd door zijn
vrouw liefderijk op de been geholpen en
te bed gebracht, ten einde een weinig
van de ondervonden onaangename emo
ties te bekomen.
De oorzaak van dezen feilen strijd in
den vroegen Maandagmorgen tusschen
twee overigens hoogstachtbare en van
.strafrechtwetboek zondenvrije burgers
bleek echter van te diepgaanden aard,
dat het conflict met een vredekus of for
tissimo-handdruk kon worden bijgelegd.
En volgens de verklaring van den
bankwerker op de zondaarsbank moest
die oorzaak worden gezocht in de om
standigheid dat de familie Volker zijn
hond, die hem zeer dierbaar was, onaan
genaam bejegende en ook zijn echtge
noote, die hem uit den aard der zaak nog
nader aan het hart lag, lastig viel en op
irriteerende manier uitgrijnsde.
Het w as dan in dien bewusten Maan
dagmorgen, omstreeks 7 uur, toen buur
man Z. zijn hond en de heer Volker de
blinden van zijn woning losmaakte, dat
beide heeren over eenige onprettige
voorvallen met elkander in woorden
wisseling traden, met het hiervoren
gereleveerde rumoerige resultaat.
De bankwerker ontkende echter per-