Alkmaarsche Courant. £andbouux m Vjeeteelt Rechtszaken Honderd fier en dertigste Jaargang. Donderdag 12 Mei. k vereeniging tot ontwikke- ling van den landbouw in hollands noorderkwartier. j zichtigheidshalve in den tuin van die No. UI 1932 In hotel „De Beurs" te Schagen werd Woensdag de Voorjaarsvergadering gehou den van de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorder kwartier. In zijn openingswoord wees de voorzitter de heer Kramer Glijnis op den benarden toe stand, waarin de landbouw verkeert en zoo nijpend is, dat de gevolgen daarvan voor onze samenleving niet te zijn overzien. Spr. betoogde, dat de landbouworganisaties het mogelijke doen om den noodigen steun te verkrijgen en uitte den wensch, dat door ge meenschappelijke samenwerking de regeering er toe gebracht zal worden die maatregelen te nemen, die voor het landbouwbedrijf nood zakelijk zijn. Voorts merkte hij op, dat de vereeniging rustig door werkt, waarvan de agenda ge- tU Van de mededeelingen vermelden wij het feit dat het bestuur op het verzoek van het Provinciaal Bestuur ten behoeve van een on derzoek naar den toestand van den land- en tuinbouw in N.H. in de jaren 1880—1920 de notulen en jaarverslagen beschikbaar had gesteld en namen van personen had opgege ven, die ook inlichtingen kunnen verstrekken. De heeren Ir. G. Veenstra en Joh. de Veer te Schagen en H. V. Koster te Wierin- gerwaard waren benoemd tot leden van een commissie, die het Ned. Landbouwcomité zal voorlichten over ontginningsgebieden in het district in verband met de werkverschaffing. Het bestuur verzoekt een onderzoek te wil len instellen naar de samenstelling van gras monsters op mineralen, omdat in deze veel te weinig bekend is. Veeonderzoek. Van het Kon. Ned. Landbouwcomité eene mededeeling dat het Collectief abonnement voor Veeonderzoek is afgeloopen, doordat ai- le 4000 bepalingen zijn verricht. Verzoek is of accoord kan worden gegaan met 't afslui ten van een nieuw abonnement voor 4000 onderzoekingen, wat werd goed gevonden. Onderzoek naar het prijsverschil van producten bij producent en consument. De hiervoor ingestelde commissie verzoekt aan het bestuur om ontheven te worden van haar opdracht voor het instellen van dit on derzoek, omdat zij van meening is dat zij geen invloed kan uitoefenen tot verbetering in deze. Gezien deze opvatting der commissie heeft het bestuur haar verzoek tot ontheffing in gewilligd. De heer ir. C. Nobel zal deze zaak nog eens ernstig bestudeeren en zal daarvoor een rapport indienen, welk rapport door Noor derkwartier zal worden gepubliceerd. Moratorium voor pachters en hypotheeknemers. Van het Kon. Ned. Landbouwcomité kwam het verzoek in om het oordeel te willen mei den over een moratorium voor pachters en hypotheeknemers. Het bestuur benoemde hiervoor eene com missie voor onderzoek, bestaande uit de hee ren: C. Kramer Glijnis te Stompetoren, D. Nobel te Beemster, Ir. C. Nobel te Haarlem, Ir. J. G. Hazeloop te Alkmaar en Mr. P. Langeveld als rechtskundig adviseur. Deze commissie bracht rapport uit, dat door het bestuur werd overgenomen en door gezonden aan het Kon. Ned. Landbouwco mité. Verzocht is de wet van 1914 weer in te voeren. Selectie varkensfokbedrijf in Noordholland. Van het bestuur van het Noord-Hollandsch Yorkshire Varkensstamboek kwam het ver zoek in om het destijds toegezegde bedrag 200 voor een selectiebedrijf voor Noordholland, Zuidholland en Utrecht te mogen houden en te bestemmen voor een se lectiebedrijf in Noordholland op te richten. Het bestuur benoemde hiervoor een com- kende het destijds beschikbaar gestelde be drag toe voor de nieuwe Noordhollandsche stichting. Onderzoek auto- en scheep vaartverkeer in Noordholland. Door het bestuur werd besloten een on derzoek in te stellen naar het autoverkeer en het scheepvaartverkeer in de laatste 10 jaar in onze provincie. De hiervoor noodige gegevens worden verzameld. Raaptijd van kievitseieren. Naar aanleiding van een verzoek van den commissaris der koningin in Noordholland over den raaptijd van kievitseieren in ver band met het afnemen van het aantal kievi ten, heeft het bestuur geadviseerd vóór het invoeren van een vervroegden raaptijd. Een schrijven van den heer Judell, waarin deze voor het lidmaatschap bedankt, omdat hij van oordeel was dat hij zijn geld beter kan gebruiken, aangezien de agenda weer blijk gaf, dat in dezen tijd van economische inzinking wel wat beters te doen is, dan de agenda vermeldt, gaf den secr. aanleiding op te merken, dat de vereeniging er geene voor economische actie is. Op voorstel van den voorzitter werd dit schrijven voor kennisgeving aangenomen. D r. S c h e ij bracht als zuivelconsulent rapport uit. Het werk over Wouter Sluis is ter perse. De commissie kon veel wetenswaar digheden opdoen en de groote beteekenis van Wouter Sluis, ook voor de vereeniging, komt in het werk uiteen. Spreker heeft zijn erva ring over het drinkwater weder kunnen ver meerderen en de belangrijkheid van goed drinkwater voor het vee weer kunnen vast stellen. De druk van het Nortonwater is af genomen en zal nog meer afnemen en daar door komt het besmette grondwater van de boerderij in het Nortonwater en spr. is daar erg bang voor. Systematisch heeft spr. de kwaiteit van het water nagegaan. Meermalen bleek, dat zieke koeien door het verstrekken van beter water beter werden en meer melk gaven. De eisch van een goede Nortonpomp te stellen is, dat het alleen mogelijk is het water uit de diepte naar boven te brengen. Oude Nortonpompen moeten echter onscha delijk gemaakt worden, door in de buis ce ment te storten. De drang van het Norton water, vooral in de omgeving van den Wie- ringermeerpolder neemt af. Vermoedelijk door de droogmaling, maar ook door het plaatsen van de vele Nortonpompen. Als plaats voor de volgende vergadering1 opgelegd en Amsterdam, dat evenveel be- -.t-/4 1 l/m AAM I 1 werd Alkmaar aangewezen De rekening 1931 werd in ontvangst en uitgaven vastgesteld op een bedrag van 2313.2914, met 'n batig saldo van 471.14. Tot vice-voorzitter werd gekozen de heer H. K. Koster te Wieringerwaard.- Wegens periodieke aftreding van de hee ren C. Kramer Glijnis, Jn. Blauwboer Kzn. en D. Nobel, niet herkiesbaar, werden geko zen de heeren P. Stapel te Hoogkarspel, D. P. Timmerman te Schagen en F. C. Fock t-> Beemster. Ophelhng der bannen. Het pro en contra over de opheffing der bannen werd behandeld door de heeren V Koy Jz. te Hauwert en J. W. Boersma* te Alkmaar, dit in verband met de circulaire van Ged. Staten van 24 Febr. 1932, waarin op concentratie werd aangedrongen. De secretaris las vooraf de circulaire voor. Hierin wordt gewezen op het feit dat 62 bannen oor kosten van huish. bestuur een bedrag van 32.900 aangaven, terwijl hun taak, zonder vermeerdering van kosten, door den polder, waarin ze zijn gelegen of door het Hoogheemraadschap Noord-Hollands Noorderkwartier, kan worden verricht, wel ke lichamen ook de gelden van de bannen kan innen, per rijkspost cheque en girodienst. Bezuiniging en vereenvoudiging in de admi nistratie van de 372 waterschappen in dc provincie kan er door worden verkregen. 62 polders zijn kleiner dan 100 H.A., 53 kleiner dan 200 en 37 kleiner dan 300 H.A. Concen tratie is dan ook dringend gewenscht. Op heffing en samenstelling van bannen zullen aan Prov. Staten worden voorgesteld en de besturen worden verzocht bijzondere wen- schen kenbaar te maken. De heer Kay Hauwert onderwierp de circulaire aan critiek en oordeelde, dat Ged. Staten zich ten onrechte op de Dec.-circulaire over wegenonderhoud beroepen. Ged. Staten willen z.g.n. bezuiniging, doch handhaven de crisiswinst van ambtenaren. De Prov. Wa terstaat is bekend om zijn duur beheer. Dat groote lichamen goedkooper zijn heeft z.i. de praktijk niet geleerd. Door contributie zal alleen de Prov. Griffie ontlast worden. Spr. gaf een opsomming van de kosten bij de Vier Noorder Koggen en betoogde, dat die kosten bij een grooter lichaam zeker duurder zal zijn. Nu wonen de besturen, die veel onge- salirieerd werk doen, dicht bij de werken. De bannen zijn historisch gegroeid en verge lijking met nieuwe polders, die een geheel andere hoogteligging hebben, gaat niet op. Het bestuur van de Vier Noorder Koggen verklaarde zich evenals „Het Grootslag" te gen de concentratie, die door den Bond van Waterschappen in het Hoogheemraadschap Hollandsch Noorderkwartier wordt voorge staan en spr. hoopte, dat de plattelandsver tegenwoordigers in de Staten zich krachtig zullen verzetten. (Applaus.) De heer Boersma. secretaris van het Hoogheemraadschap „Hollands Noorder kwartier", erkende dat een stuk geschiedenis wordt aangerand. Aanvankelijk namen de bannen 'n belangrijke plaats in. Spr. gaf een historisch overzicht van het ontstaan en het werk der bannen en de dorpsregeering. Meer veiligheid kon door samenwerking verkregen worden, al duurde het lang, tot het midden der 17e eeuw, eer men besloot ge meenschappelijk den West-Frieschen omring- dijk gemeenschappelijk te onderhouden, om dat de gehechtheid aan het bestaande groot was. De geschiedenis leert ons, dat bij elke schre de vooruit de bannen van 't beginsel „baas in eigen huis" steeds meer hebben moeten inboeten. Spr. wees op de zware taak die vele bannen hebben te vervullen. In hoofd zaak vervullen zij slechts een administratie ve schakel in de beheerswaterschappen en voor de werken die bij hen in beheer zijn gebleven missen zij de technische voorlich ting. Opheffing dient ernstig te worden over wogen. Spr. wees er op, dat de administra tieve werkzaamheden, die zooveel meer zijn geworden, door concentratie zeer kunnen worden vereenvoudigd en gaf dit nader aan Ook het werk kan door het in één hand ko men worden bezuinigd. Spr. is overtuigd, dat de technische dienst van het groote waterschap gemakkelijk, zon der verhooging van kosten, de technische werkzaamheden van de bannen kan medene- men. Opheffing zal ook leiden tot vereen voudiging van den Waterstaatkundigen toe stand in N.H., hetgeen van veel belang is. Op welke moeilijkheden men thans vaak stuit leert het onderhoud van den weg van Wormerveer naar Purmerend. Het bestuur van den Bond van Water schappen betreurt het door opheffing belang stellende leden te moeten missen, doch meent om utiliteitsredenen zich tegen opheffing niet te moeten verzetten. (Applaus.) De heer Donker te Hoogwoud bestreed de beschouwing van den heer Boersma. Hij was overtuigd, dat de centralisatie van het beheer meerdere kosten ten gevolge zal heb ben. De heer P ij p e r, Vier Noorder Koggen, herinnerde er aan, dat de Bond van Water schappen was opgericht om de belangen van de kleine waterschappen te behartigen. Hij vond het brutaal, dat het bestuur thans, zon der de leden te hebben gehoord, aan Gedep. Staten adviseert tot concentratie. Hij leverde voorts critiek op het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en laakte het, dat Ged. Staten personen, die hun werk belang loos doen, willen doen verdwijnen om plaats te maken voor ambtenaren. (Applaus.) In 1926 waren de zeedijken van de Vier Noor der Koggen de eenige die stand hielden en toch oordeelden Ged. Stateri, blijkbaar, de leden van dit bestuur, niet geschikt voor het hoogheemraadschap. Spr. leverde een uitvoe vaak Ged. Staten hun wil doordrijven ten nadeele van de waterschappen en ingelan den. (Applaus.) De heer Kuiper te Enkhuizen was het van harte eens met het betoog van den heer Pijper. Spr. had den indruk, dat de heer Bcersjna, die z.i. ter goeder trouw was, van de interne aangelegenheden van de bannen niets afweet. De bestuursleden van de bannen worden door de ingelanden gekozen en zij behartigen hun belangen zonder salaris. De ingelanden hebben geen verandering ge vraagd. Het Hoogheemraadschap is een dure les voor de ingelanden in N.H. Het werd ons rier betoog. waarin hii deed uitkomen hpe J bezien. lang had, valt er buiten. Ook het kanalenplan, dat achterhaald is door het snelverkeer, wordt ons opge legd. Nu weer een poging om ons van bo venaf wat op te leggen. Spr. gaf de vergade ring in overweging duidelijk te doen blijken dat men hiervan niet gediend is. (Applaus.) De heer Klaver te Amsterdam betoogde, dat hij voor de concentratie zou zijn als de werkzaamheden van de bannen niet meer omvatten, dan de heer Boersma deed voorko men. doch dit is niet het geval. Spr. laakte het ondergravingssysteem van Ged. Staten, die eerst de bannen het wegenonderhoud ontnemen en dan zeggen: „wat hebben jullie nu nog te doen". De bannen doen echter nog wat anders dan geld vergaren. Spr. gaf dit nader aan. Wat blijft er in de toekomst van de toezeggingen van Ged. Sta ten aan bannen over het wegbeheer, als de bannen zijn opgeheven? Het gevolg zal zijn, dat de ingelanden in de bannen die zuinig beheerd zijn, door de nivileering meer zullen moeten betalen. Het eenige redelijke motief zou zijn bezui niging. Dit wordt wel gebruikt, doch bezui niging wordt niet aangetoond. Integendeel blijkt, dat Ged. Staten zelfs 't inzicht missen in het toekomstig beheer. Spr. diende de volgende motie in: „De vereeniging tot ontwikkeling van den Landfiouw in H.N.K. met haar leden en ge- noodigden uit diverse Waterschappen in N.H. te Schagen bijeenkennis genomen heb bende van de circulaires van Ged. Staten van 16 Dec. 1931 en 24 Febr. 1932; gehoord de dien aangaande gehouden discussies; spreekt als haar gevoelens uit, dat opheffing van de Bannen, na de concentratie van het wegen- beheer, in het algemeen dient te worden af gekeurd als in strijd met de belangen van de ingelanden". (Applaus.) De voorzitter oordeelde, dat de heer Klaver wel wat door een zwarte bril keek. Spr. ziet meer het streven van concentratie van de polders, doch niet het stichten van een nieuw lichaam. De heer Klaver verwees den voorzitter naar de December-circulaire van Ged. Staten en las daaruit voor, wat beoogt wordt het stichten van een in 't leven te roepen lichaam met rechtspersoonlijkheid. De voorzitter zei, dat het daar gaat over het wegenbeheer, terwijl hier aan de orde is het concentreeren van bannen. De heer Klaver zag verband tusschen beide. De heer Slachter te Berkhout verklaar de zich eveneens tegen opheffing. De heer Stapel te Berkhout was van oordeel, dat het bestuur van den Bond van Waterschappen een spoedvergadering be hoorde uit te schrijven. Z.i. zou dan stellig een protest van den bond tegen het voorne men van Ged. Staten worden gericht. De heer Kay constateerde, dat verschil lende sprekers wel hadden aangetoond, dat het werk van bannen van meer beteekenis is dan de heer Boersma heeft willen doen voor komen. De Vier Noorder Koggen wordt be heerd door 105 personen. De kosten bedra gen 7000. Spr. betwistte, dat 3 ingenieurs van 6000 in staat zouden zijn om het werk van die 105 menschen te vervangen. (Applaus.) Spr. laakte de administratieve rompslomp, die juist door Ged. Staten in het leven wordt geroepen. Hieronder rangschikte hij ook de centrale kasinspecties bij de penningmeesters van de Waterschappen door Ged. Staten in gesteld. Spr. steunde het denkbeeld om zich in een motie ,uit te spreken tegen het ophef fen van de Bannen. De heer P. Stapel te Hoogkarspel pro testeerde tegen de voorstelling, dat het stu ren van Ged. Staten naar Centraal wegbe heer in verband staat met het streven naar concentraties en opheffing van bannen. De heer Boersma stelde voorop, dat hij niet stond als verdediger van het standpunt van Ged. Staten. Hij heeft slechts de voor- deelen van concentratie belicht en is door zijn studie van het onderwerp gekomen tot de overtuiging, dat het werk van de bannen ge ring is geworden. In het algemeen is het dijksbeheer en het wegbeheer in één hand een goed streven, ook de concentratie van een bemaling. Bannen wier werkzaamheden belangrijk zijn zullen Ged. Staten zeker wel laten voort bestaan. Vast staat dat concentratie van som mige bannen voordeden zullen geven en ieder mag in dezen tijd niet vasthouden aan eigen zaakjes. Het bestuur van den Bond van Water schappen moest zich op korten termijn uit spreken over het door Ged. Staten gevraagde advies en sprak zich uit als bestuur. Het be stuur zal het punt echter op de agenda van de Junivergadering plaatsen. Spr. gaf toe, dat hij van 't praktische werk in de bannen niet op de hoogte is, al is hij niet geheel onkundig. Het Hoogheemraadschap „Noord-Hollands Noorderkwartier" speelt in de opheffing geen rol en heeft alleen de vraag van Ged. Staten, of het in staat was bij opheffing de gelden te innen, bevestigend beantwoord. Het bestuur van den Bond van Water schappen heeft zich op een breed standpunt gesteld, al wil het niet a priorie de bannen opheffen. Verschillende leden bleven het als onjuist bestrijden, dat dit bestuur zonder de leden er in te kennen, advies heeft gegeven en zeg den toe dit op de betreffende vergadering aan de orde te zullen stellen. De heer Boersma gaf voorts aan de bannen in overweging om zelfstandig de al of niet wenschelijkheid van de opheffing te De voorzitter constateerde, dat de heer Boersma alleen stond. Het bestuur heeft slechts de meening willen hooren van de le den en spr. gaf den heer Klaver in overwe ging zijn motie in de vergadering van den Bond van Waterschappen aan de orde te stellen. De heer P ij pe r gaf nog als zijn meening te kennen, dat het bestuur van den Bond van Waterschappen wel tot de conclusie zal komen, dat het beter had gedaan, alvorens advies uit te brengen, daarin de leden te kennen. Samenwerking tusschen bannen komt wel, als er voordeden aan verbonden zijn. Voorts oordeelde hij, dat Ged. Staten wel hebben bewezen met de gelden voor de ingelanden royaal te handelen, gezien de sa- larieering van de Hoogheemraden in het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwar tier met 1500 als salaris. De heer Kay constateerde, dat de verga dering zich unaniem tegen de plannen van Ged. Staten heeft verklaard en verzocht toe zending van de notulen aan de leden van Prov. Staten. De voorzitter sloot hierop de discus sie over dit punt. Voorts werden rapporten van de wegen en de kanalencommissie uitgebracht. De heer Ir. C. Nobel bracht verslag uit van de werkzaamheden der werktuigencom missie, terwijl de heer Dr. Schey mededee lingen deed over de Melkcursussen en de Vakschool voor Kaasmakers te Hoorn. De begrooting werd in ontvangst en uit gaaf vastgesteld op een bedrag van 2031.14. Onder den invloed van de tijds omstandigheden was het ledental van 142 tot 113 teruggeloopen. Na rondvraag volgde sluiting. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 10 Mei. DE INBREKER-KLEERMAKER OP HET OORLOGSPAD. Huur fiets te Oegstgeest verkocht! Nachtelijk visite aan een tijdelijk onbeheerde villa aan dc Eeuwige Laan. Op Zaterdag 8 Augustus verscheen bij den rijwielhandelaar S. J. van Wonderen te Bergen, 'n net uitziende en welbe spraakte meneer van middelbaren leef tijd, die een rijwiel huurde en zulk een gunstigen indruk maakte, dat de heer van Wonderen er geen moment aan twijfelde of hij zou den huurder met het rijwiel stipt op den aangegeven tijd terug zien. Helaas, de heer van Wonderen zag zich leelijk in zijn goed vertrouwen be schaamd, aangezien gezegde aangena- name persoonlijkheid een voor de maat schappelijke orde en veiligheid zeer ge vaarlijk persoon was en wel de 49- jajigge Johannes Petrus van de K., 'n kleermaker, gedomicilieerd te Eind hoven, die reeds ettelijke malen voor ernstige vermogensdelicten in onder scheiden vorm was veroordeeld en ten slotte verminderd toerekeningsvatbaar bevonden, \gerd opgenomen in het psy- chopaten-asyl te Heiloo. Hij wist daar uit te ontvluchten, pleegde opnieuw misdrijven, kwam weer in Heiloo te recht en werd eindelijk krankzinnig ver klaard en opgezonden naar het gesticht te Woensel alwaar men al spoe'ig tot de ontdekking kwam dat de patiënt hee- lemaal niet krankzinnig was, reden waarom hij dus uit dit gesticht werd ontslagen en op vrije voeten gesteld. Opnieuw op de maatschappij los gelaten. De weer tot een verstandig wezen ge promoveerde kleermaker maakte van de ongedacht verworven vrijheid een zeer dankbaar -.ebruik. Niet door terug te keeren tot zijn nut tig vak, maar om het land door te zwer ven en uit te kijken, waar iets van zijn gading was. Hij opende de campagne door het huren van het rijwiel bij van Wonderen te Bergen, dat hij te Oegst geest verkocht voor 12.50 aan een ver lofhoudster aldaar, zekere mej. Verhoe ven, wiens zoon de vrijheid nam dit rijwiel van een ander merk te voorzien. Blijkbaar bad de heer van de K. bij deze dame een gewillig adres en goed afzetgebied gevonden en genoot dc gemeente Bergen in den nacht van Donderdag 13 op Vrijdag 14 Augustus opnieuw de eer van zijn bezoek. Hij kwam toen niet het van den heer van Wonderen gehuurde rijwiel terug brengen doch het doel van zijn komst was een villa aan de Eeuwige laan, be woond door den heer Eduard Jean Voute, welke familie zich momenteel be vond in het buitenland, zoodat dit onbe heerde en rijk voorziene interieur voor den inbreker-kleermaker een welkome prooi kon worden genoemd. Hij aarzelde dan ook niet dit luilek kerland binnen te stappen. Met behulp van een omfloerste nvoetbal verbrijzelde hij een keukenraam en bevond zich weldra temidden van een aanlokkelijke voorraad kostbaarheden. Een groote voorraad tafelzilver in alle denkbare nuances, 'n partijtje oude munten, Transvaalsche sieraden en antiquiteiten en wat dies meer zij. Deze belangrijke buit werd door v. d. K. onmiddellijk ge annexeerd. 'n Tafelkleed diende tot em- balage en na zich voorzien te hebben van een dafeelijk rijwiel, merk Gruno, eigendom van den zoon des huizes, nam de inbreker welgemoed den terugtocht aan naar Oegstgeest en Amsterdam, ten einde de „poet" zoo successievelijk in klinkende munt om te zetten. In Am sterdam verkocht hij bij den antiquair C Bolle verschillende antieke voorwer pen, alsmede Zoeloe-armbanden en een kaffercollier en bij mej. Verhoeve werd het tafelzilver grootendeels versjaggeld. Een buurvrouw, mej. Zwanenburg, be hoorde ook tot de gegadigden en kocht een flinke voorraad tafelzilver dat voor- nijvere zakenvrouw w erd begraven. De politierechter die er lucht van kreeg was bij die schatgraverij meer gelukkig dan madame Silvia te Zaan dam. Het rijwiel van den heer Voüte Junior werd toegewezen aan den zoon der ver lofhoudster die zich ook bad ontfermd over de fiets van den heer van Wonde ren. Mutatis mutandis kon ook dit rij wiel weer op de markt worden gebracht, maar de politie vermocht tijdig een stok je te steken voor die commercieele on derneming. De heer v. d. KI. toch werd gearres teerd ter zake andere vermogensdelicten betreffende inbraak, verduistering, po ging tot oplichting en oplichting, ge pleegd in de arrondissementen Haarlem en Amsterdam en het gelukte aan de politie nagenoeg alle voorwerpen, ont vreemd uit de villa van den heer Voüte op te sporen, zoodat mevrouw Voüte, geb. E. L. Fransen van der Putte, he den in staat werd gesteld in de rechts zaal de haar getoonde eigendommen, op enkele uitzonderingen na, alle aanwe zig, te kunnen verifieeren. De inbreker, tegen wien bereids door den officier te Haarlem 3 jaar gevange nisstraf was gevorderd en die thans is gedetineerd te Amsterdam, stond heden terecht. Op grond dat hij niet in voorar rest was gesteld op last van het parket te Alkmaar, was de verdachte niet voor zien van een verdediger. Door den verdachte werd heden terug gekomen op zijn omstandige aan den chef-veld wachter G. Vermeulen te Ber gen afgelegde erkentenis betreffende den inbraak en diefstal in de villa der fami lie Voüte. Hij beweerde thans, dat die voorwerpen hem waren ter hand ge steld door;een persoon, wiens naam hij niet wilde openbaar maken, zoodat die toelichting hem wel niet zal disculpee- ren. De verduistering van het gehuurde rijwiel was hij zoo lyaal te bekennen. Gedurende zijn verhoor door den pre sident der strafkamer, mr. Ledeboer, kreeg de verdachte soms een driftbui en weigerde hij op de gestelde vragen te antwoorden. Tegen de koopsters der gestolen goe deren, de twee door ons genoemde vrou wen te Oegstgeest, zal vermoedelijk een strafvervolging ter zake heling worden ingesteld. De officier noemde verdachte een voortdurend gevaar voor de maatschap pij. Minister Donner had dan ook vol ledige santie gegeven hem als toereke ningsvatbaar-misdadiger te vervolgen. Gevorderd werd 2 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. De verdachte, in wien een geweldige advocaat verloren is gegaan, richtte zich speciaal tot den Officier. Hij gaf ver schillende wijze lessen ten beste, pakte duchtig uit over het psychopaten-asyl, dat hij ver bij de strafgevangenis achter stelde en verzocht ten slotte in naam van God hem met clementie te behande len. Uitspraak Dinsdag 24 Mei. BUREN DIE NIET BIJ ELKANDER PASSEN. Het spreekwoord doceert ons dikwerf niet zonder motief, dat een goede buur meer waarde heeft dan een verre vriend, doch daarentegen kan men ook op grond van de ervaring, vooral van een recht bank-reporter, veilig aannemen, wan neer buurtjes elkander slecht verstaan, dit een bron is van voortdurende con flicten. De 38-jarige bankwerker Antoon Z. en zijn 50-jarige buurman Jan Cornelis Arie Dirk Volker, rentenier, en beide be woners va nde Jan in 't Veldstraat te Helder, kunnen zich helaas onder laatst genoemde categorie: disharmonieuse buren scharen, zooals kon worden ge destilleerd uit de strafrechtzaak, die de edelachtbare heeren der meerv. kamer hedenmorgen 'n uurtje gezellig bezig hield. De hier boven aangeduide heer Antoon Z. stond namelijk terecht wegens mis handeling van zijn buurman Volker, die hij in den prillen morgen van 14 Maart in het gelaat zou hebben gestompt, hem ter aarde geworpen, nogmaals ge stompt en tot slot van de voorstelling in de vingers zou hebben gebeten. Toen verscheen de echtgenoote van den belaagden rentenier ten tooneele, wendde krachtige pogingen aan om haar echtgenoot te ontzetten, eveneens arri veerde de ega van den bankwerker op de plaats van den strijd, hief een onheil spellend moordgeschrei aan, waarop de bankwerker, tot bezinning gekomen, de vijandelijkheden staakte en met zijn echtgenoote in de steeg, naast zijn wo ning gelegen, ijlings verdween. De ontstelde rentenier werd door zijn vrouw liefderijk op de been geholpen en te bed gebracht, ten einde een weinig van de ondervonden onaangename emo ties te bekomen. De oorzaak van dezen feilen strijd in den vroegen Maandagmorgen tusschen twee overigens hoogstachtbare en van .strafrechtwetboek zondenvrije burgers bleek echter van te diepgaanden aard, dat het conflict met een vredekus of for tissimo-handdruk kon worden bijgelegd. En volgens de verklaring van den bankwerker op de zondaarsbank moest die oorzaak worden gezocht in de om standigheid dat de familie Volker zijn hond, die hem zeer dierbaar was, onaan genaam bejegende en ook zijn echtge noote, die hem uit den aard der zaak nog nader aan het hart lag, lastig viel en op irriteerende manier uitgrijnsde. Het w as dan in dien bewusten Maan dagmorgen, omstreeks 7 uur, toen buur man Z. zijn hond en de heer Volker de blinden van zijn woning losmaakte, dat beide heeren over eenige onprettige voorvallen met elkander in woorden wisseling traden, met het hiervoren gereleveerde rumoerige resultaat. De bankwerker ontkende echter per-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9