Jihaakaédek Dxxmtu&dek Waar blijft de wegen-politie WAT KIKKER KAREI/EN TUIMELTJE BELEEFDEN MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten75 ct. Laxeer-Tabietten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Brieven uit de Hoofdstad Bij Apoth. en Drogisten. nemen, ook in April verderen voortgang heeft gemaakt. In deze maand werd ,n.l. slechts voor een waarde van 1.98 millioen aan radio-artikelen geëxporteerd, tegen 5 72 millioen, dus met bijna de helft, verminderd- November. Tegelijkertijd is de waarde van den gloeilampenexport van 1.0b tot 0 54 millioen, dus met ijna de helft, verminderd. Deze teruggang is intusschen gedeeltelijk toe te schrijven aan de overbrenging van een deel der productie naar de buitenlandsche fabrie ken van de Philipsonderneming, teneinde aan den invloed der invoerbeperkingen in ver schillende landen te ontkomen. Niettemin is, naar in het, aan het einde der week verschenen jaarverslag van Philips wordt medegedeeld, de omzet van het ge- heele concern, die reeds in 1931 verder was gedaald, in het eerste kwartaal van 1932 op nieuw bij dien van de overeenkomstige periode van het vorige kwartaal ten achter gebleven Het jaarverslag van Philips ademt geen optimistischen geest; dat kan ook moeilijk anders in deze tijden, waarin door allerlei maatregelen zeer wordt ontwricht. De exploi tatiewinst van Philips blijkt in het afgeloo- pen jaar tot 7.51 millioen te zijn terugge gaan, tegen nog 12.78 millioen in het vori ge jaar. Wel zijn ook ditmaal de uitbreidin gen van fabrieken, machinerieën e.d. uit de winst bekostigd (zij waren uit den aard der zaak ingevolge beperking, die Philips zich in het afgeloopen jaar bij zijn uitbreiding heeft opgelegd, aanzienlijk kleiner dan in vorige jaren), maar de noodzakelijke afschrijvingen op deelnemingen ad 10.87 millioen kunnen met uit de winst worden bestreden, maar worden geput uit de Reserve voor Uitbreidin gen, die in vroegere jaren gevormd is uit het agio op de aandeelenuitgiften. In totaal wordt uit de reserve voor uitbreidingen niet minder dan 19 millioen afgeschreven. Merkwaardigerwijze wordt op deze wijze ook de afschrijving bestreden, welke noodig is op de in waarde gedaalde voorraden, tot een be- dragt van 3.24 millioen. Deze wijze van financiering zal ongetwijfeld wel tot critiek aanleiding geven. Uit de exploitatiewinst wordt voor koersverschillen op vorderingen, gevolg van de depreciatie van het Pond Ster ling en andere valuta's, 2.28 millioen afge schreven, terwijl extra voor dubieuze debiteu ren 1 millioen wordt gereserveerd. Daarna kan dan een dividend worden uitgekeerd van 6 op de cum-preferente aandeelen en 4 op de gewone aandeelen tegen 6 voor bei de in het vorige jaar. De aankondiging van het dividend had ter beurze een gunstigen indruk gemaakt; het is echter de vraag, of de hierdoor veroorzaakte betere stemming zich zal kunnen handhaven, na kennisgeving van het jaarverslag, dat bij het schrijven van dit overzicht op de keurs nog niet bekend was. De overige industrieele aandeelen zijn niet belangrijk in koers veranderd. Ook Aku wa ren nauwelijks beïnvloed door de publicatie van de cijfers voor den uitvoer van kunstzijde in April, die niet onbevredigend waren. In de eerste vier maanden van dit jaar werd 2694 ton geëxporteerd, tegen 2170 ton in dezelfde periode vorig jaar. De waarde van dezen uitvoer is echter aanmerkelijk gerin gen geweest dan die in het vorige jaar; zij bedroeg n.1. slechts 5.61 millioen .tegen 6112 millioen voor de kleinere hoeveelheid, die in het vorige jaar werd geëxporteerd. De gemiddelde prijs per K G. uitgevoerde kunst zijde is dan ook sterk teruggegaan. Tegen 2.80 als gemiddelde voor de eerste vier maanden van 1931 bedraagt hij thans slechts 2.08. Het moet wel als uitgesloten worden beschouwd, dat het Aku-concern op basis van de tegenwoordige prijzen nog met winst kan werken; men kan slechts hopen, dat door de sterke vermindering der productie-kosten in het laatste jaar de verliezen beperkt zijn gebleven. Dat de beurs zich in dit opzicht niet veel illusies maakt, blijkt wel uit den koers van aandeelen Aku, die zich in den laat- sten tijd op een niveau van omstreeks 30 beweegt. Een lichtpunt voor de toekomst der kunstzijde-industrie vormt intusschen het feit, dat het artikel kunstzijde zich een blijvende ^plaats op de markt heeft weten te veroveren en dat de aanwendingsmogelijkheden, fnede dank zij de voortdurende verbetering der kwaliteit, nog lang niet zijn uitgeput. Mocht het gelukken, door een internationale regeling van productie en afzet aan de moor dende internationale concurrentie een einde te maken, dan zal naar men mag hopen voor deze tak van industrie een betere toekomst aanbreken. De aankondiging van het dividend van 6 door de Koninklijke Petroleum Mij. leid de ook voor dit fonds tot een koersverbete- ring. Met belangstelling wacht men thans op het resultaat der besprekingen tusschen de vertegenwoordigers der groote petroleum- mijen en der Sovjetregeering te New York, die een regeling van productie en afzet beoogen. Hoog gespannen zijn de verwachtingen wel niet, gezien de ervaringen, die tot dusverre bij dergelijke gelegenheden met de Sovjets zijn opgedaan, maar toch houdt men reke ning met de mogelijkheid, dat uit deze inter nationale conferentie iets goeds kan voort komen. Suikeraandeelen werden tijdelijk gunstig beïnvloed door een lichte stijging der New- Yorksche noteering voor Cuba- suiker, de eerste sinds langen tijd, terwijl, wat Handels- vereen. „Amsterdam betreft, de aankondi ging van het dividend van 5 aanvankelijk nog nawerkte. Vooral het feit, dat de bijzon dere reserve van 5 millioen, die in 1927 was gevormd, en sindsdien van jaar tot jaar op nieuwe rekening was overgebracht, hier voor niet behoeft te worden aangesproken, maakte een goeden indruk, omdat hieruit valt af te leiden, dat de H.V.A. zelfs in het afge loopen jaar nog een kleine winst moet heb ben gemaakt. In de andere afdeeling der beurs bleven de koersfluctuatiën beperkt. Het koersverloop blijkt uit het hieronder volgende staatje: Ned. Handel Mij. 59621461; Handelsver. „Amsterdam" 140-1461/2—140 —142; Mh. 91—100—96, "uia-ui' Maron Cultuur 94—105—100; Amsterdam Rubber 34 1/436—30—31 'A', Indische Rubber 16—12 3/4—13; Deli Batavia Mij. 9092; Peli Mij. 108100/4104; Senembah 120—117—114 3/4; Aku 28 1/4—30 1/4; Ned. Ford 99 3/4—104—1001/4; Philips Gloeilampen 677D/s>6472K; Koninkl. Petrol. 122 3/4—126^—119 3/4 123 3Aniem 174V>—166—170; Ned. Ind. Gas 166—170—161 1/8. (Door een bijzonderen medewerker.) Wie veel langs den weg is, zal ongetwij feld dikwijls de verzuchting hebben geslaakt: „Hè, zoo'n vent moesten ze nouwan neer een of andere roekelooze automobilist op ernstige wijze het verkeer in gevaar bracht. De woesteling voelt bij intuïtie, wat de overige weggebruikers hem toewenschen, maar hij gaat rustig voort met zijn gevaar lijke rijmanieren, omdat hij drommels goed weet, dat ze hem eigenlijk wel „moesten" on derhanden nemen, maar dat „ze het niet aoen", omdat „ze" er niet zijn. Die „ze" zijn dan de politiedienaren, die langs den weg toezicht behoorden uit te oefenen. Zelfs een prachtige verkeerswet (waarop de huidige regeling heelemaal niet lijkt!) zou voor het grootste deel waardeloos blijven, omdat de wet wèl tal van strenge straffen kan reser- vteren voor verkeers-misdadigers, maar om dat de overheid de macht mist, om de de linquenten te grijpen. In de provincie Gelder land bestaat een officieele verkeerspolitie (provinciaal), doch haar middelen zijn veel te bejierkt. Verder zijn er enkele automobie len „mede voor verkeersdiensten" bij de Rijkspolitie in gebruik en tenslotte sloven tal van automobilisten zich uit, om verbetering te brengen. Zij maken eenige malen per week of per maand rondritten in gezelschap van een politiebeambte. Dit instituut der „vrijwil lige verkeersinspecties" kan natuurlijk slechts onvoldoende in de bestaande tekortkomingen voorzien. Dit houdt geen blaam in, maar „surrogaat" (het woord is niet onvriendelijk bedoeld) blijft toch maar surrogaat. En hier moet krachtig worden ingegrepen, om al thans den aanwas van het aantal ongevallen tot stilstand te brengen! Maar waarom hébben we dan geen Rijks- wegenpolitie? zoo zal men vragen. Het antwoord is niet te geven, het kan slechts bij gissingen blijven. De kosten vormen hier nu eens géén bezwaar (wèl een unicum in dezen tijd!). Voor minder dan een half millioen gulden per jaar kan de Rijkswegenpolitie een feit worden. Als we bedenken, dat alleen de benzinebelasting jaarlijks het 30-voudige op brengt, dan behoeft men wel geen nader be wijs. Veeleer zijn het allerlei administratieve bézwaartjes, die de instelling tegenhouden. De reorganisatie van de politie in het alge meen wordt al jarenlang voorgestaan door erkende autoriteiten. Omstreeks 1920 heeft men daarmede een zeer bescheiden begin wil len maken, door op de Rijksbegrooting een post van 50.000 gulden uit te trekken voor die reorganisatie. Na heel wat strubbelingen is de zaak in den (grooten) doofpot terecht gekomen. En met die politiereorganisatie houdt de stichting van een Rijkswegenpolitie ten nauwste verband. In welke verhouding zou die nieuwe politie b.v. moeten staan tot de procureurs-generaal van de gerechtshoven autoriteiten, die hier te lande fungeeren als directeuren van Rijkspolitie? En hoe moet men (officieel) samenwerken met de gemeen tepolitie? Via welke instanties moet het con tact met een hoofd-commissaris onderhou den worden? En dan de Marechausseé 1 Dit zijn maar enkele vragen, welker beantwoor ding reeds de meest scherpzinnige juristen in een impasse gevoerd heeft. Men zal het mij dus niet euvel duiden, dat ik mij in alle be scheidenheid terugtrek. Maar zóó komen we er niet. Rapporten en voorstellen circuleeren; er wordt overwogen en overlegd; dossiers worden op dossiers ge stapeld; ministers komen en ministers gaan; doch langs den weg wordt de toestand al lengs onhoudbaar. Men zal tot daden moe ten overgaan! Ongetwijfeld gaat er van de soms vrij zware straffen voor verkeerswoes- telingen een preventieve kracht uit. Maar hoeveel sterker zou deze werken, wanneer de overtreder onmiddellijk na het begaan van de fout aangehouden werd! Zou men niet meer algemeen de hand houden aan de verkeers regels, wanneer élke tegemoetkomende auto „van de politie" kon zijn? Reeds een weinig intensief toezicht zou veel goeds tot stand brengen, want het besef, dat er controle is heeft een enormen psychologischen invloed! Het spreekt vanzelf, dat die Wegenpolitie terzake kundig moet zijn. Het kader en het personeel zouden b.v. gerecruteerd kunnen worden uit de verkeersbrigaden der groote steden. Verder is een uniforme instructie ab soluut noodzakelijk, terwijl de inspectie zich ook uit moet strekken tot de commando-orga nen, de remmen, enz. Zonder logische ver keersregeling kan ook de beste wegenpolitie niet op volle kracht werken, maar in de hui dige, slechte verkeerstoestanden zou zij reeds een groote verbetering brengen. Wanneer de zaak nu eindelijk maar eens principieel in orde kwam, zou men met spoed de details kunnen gaan regelen. Ook daar voor komt nog heel wat kijken. In de eerste plaats de vraag: Welk vervoermiddel? Auto of motorfiets? Voor beide is wat te zeggen, de motor heeft zijn gemakkelijk manoeuvree ren voor, maar is lang niet zoo veilig. Ook kan men de menschen in een auto veel lan ger dienst laten doen, dan op een motor, Hoe moet de wegenpolitie de automobielen laten stoppen? Bij het tegemoetkomen is ^at niet moeilijk, maar hoe zal de agent aan een voorrijder zijn bevelen moeten overbrengen? Ideaal ware het, om voor de wegenpolitie auto's aan te schaffen, die sneller kunnen rijden dan elk ander merk. De wagen van Sir Malcolm Campbell zou dan in aanmerking kunnen komen, maar in de practijk zal het wel een Ford, Chevrolet o.d. moeten worden. De wegenpolitie zou voorts moeten assistee- ren tijdens seizoendrukte. Wanneer hier of daar veel auto's bijeen komen, l^an de plaat selijke politie het niet af. Er moet dus voort durend contact zijn tusschen wegenpolitie en burgemeesters. Ook technisch zou er heel wat te regelen zijn, maar.... dit alles zou (vrij spoedig) in orde kunnen komen, wan neer er maar een begin gemaakt werd. Wan neer men in overheidskringen maar wat meer op de practijk lette. Oplossing eindspel 547. 1. e6. Pc4 (na Kc7 volgt 2. e7 Kd7 3. Kf7 enz.) 2. e7 Pd6 3. Pbóü Pe8 (na cbö volgt 4 Lf4 Kc8 5. Ld6 Kd7 6. Kf7 enz.) i. Pd6! Pc7. 5. Pe4 en wint b.v. 5. Kc8 6 Pf2 Kd7 7. Kf7 Pe8 8. Lf4 en 9. Pd3. Oplossing eindspel 548. 1. d7 Lf6+ (na 1. Pcó of Pb8 volgt L6f!) 2. Kf6 Pb8! 3. Lb6f Ka8 4. d8Lü en wit wint door de'pngunstige stand van den zwarten K. b.v. 4Pc6 5. Pdö Kb8 6. Kf7 Kc8 7. Ke8 Kb8 8. Ldc7+ Ka8 (na 8Kc8 9. Ld6 en spoedig mat) 9. Lh2 Peö 10. Pc7f en 11. Le5 of 4. Pd7+ 5. Kf7 Peót 6. Ke6 Pc4 7. Pd5 Kb8 8. Ldc7f Ka8 9. Lf4 Pb2 (na 9Pa3 10. Pc7f en 11. Pböf). 10. Kd7 Pc4 11. Kd8! Pb2 12. Kc8 en 13. Pc7 mat. Oplossing tweezet 390. 1. De3 De3 2. Pg7 mat. 1- Pe3 2. Pg3 mat. 1. D. anders 2. Pg7 of Df3 mat. 1 P speelt 2. Pg3 mat. 1- gó of gfó 2. De8 mat. Tweezer 391. N. Termaat, Alkmaar. 8 a 1) c d e f Mat in twee zetten. Eindspel 549. Zwart geeft mat in 5 zetten. In de nationale schaakwedstrijd Hemelvaartsdag werd in de deze partij gespeeld. op hoofdklass 4. 6. 7. b3 eó Wit geeft kans tot rustige ontwikkeling en zwart beantwoordt goed. Wit wil zijn looper fianchet- teeren; daartegen moet zwart pro- beeren de diagonaal al—h8 te ver stoppen of ook te fianchetteeren. Lb2 Pc6 c4 f5? Beter was PfO en d5. Zwart wil er een soort Ho'landsche partij van maken. e3 Pf6 Pf3 d6? Nu moest minstens d5 gebeuren. Le2 Le7 00 00 d4 Deze zet kan nu pas gebeu ren anders komt Lb4. f4 Beter .was e4 en dó ef4 ef4 dó Wit heeft zijn doel bereikt mede door zwak positiespel van zwart, 10. Peó? geeft een pion weg om zich wat te bevrijden. 11. Peó deó 12. Le5 Ld6 13. Ld6 Dd6 14. Lf3 om Pe4 en c6 te verhinderen. 14gó Zwart gaat nu met geweld zich spel op de koningsvleugel ver schaffen. Straks offert hij zelf nog een pion. 15. h3 Deó 16. Pd2 hó? 17. Lhó g4 18. hg4. Wit tracht de li-lijn dicht te houden. 18Kg7 19. Pf3 Dd6 20. Dd4 Wit staat overweldigend. 20Kh6 21. Tfel Ld7 22. Peó dreigt Pf7. 23Phó 23. Pd7 Dd7 24- ghó Tae8 25. Teó Dg7 26. Tael Teó gedwongen. 27. Deó Tf6 Beter was nog Dg4 om tot Tg8 te komen. Maar ook dan was De6f gevolgd. 28. Df6 Dit beslist. En zwart geeft op. mmers na Df6 volgt 29. Te6 en wint wit met pionnenmeerderheid. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1224. Stand. Zw. 12 sch. op: 2, 3, 8, 9, 11, 13, 16, 17, 19, 25, 26, 30. W. 12 sch. op: 22, 28, 33, 34, 36/40, 43, 46, 48. Oplossing. 1. 37—31 1. 26:37 2. 46—41 2. 37 46 3. 33—29 3. 46 23 4. 29 :18 4. 17.28 5. 40—35 5. 13 22 6. 35: 4! Uit de partij. In een partij Fabre—Raichenbach kwam de volgende positi voor: 23, 24, 25. W. 11 sch. op: 28, 31. 32, 33, 35, 37, 38, 39, 40, 43, 45. Zwart speelde hier 2126, doch had beter kunnen spelen 2127! met als ge volg: 1. 31 22 1. 24—29 2. 33:24 2. 19:30 3. 28 10 3. 30—34 4. 39 30 4. 25 34 5. 40 29 5. 9—14 6. 10 19 6. 13 31 Een mooie combinatie van Herman de Jongh is zeker de volgende: Zw. 8 sch. op: 7, 8, 17, 19. 23, 25, 26, 30. W. 8 sch. op: 28, 31/34, 38, 39. Wit speelde hier: 1. 32—27 1. 23 43 (op 23 21 «o volgt 38-32 en 33 35) 39:48 2. 30:28 27—22 3. 26 37 22 :24! Ter oplossing' voor deze week: Probleem 1225 van C. Th. Huizer, den Haag. Zw. 8 sch. op: 7, 18, 23, 24, 25, 26, 29, 36 W. 9 sch. op: 34, 37, 38, 40/44, 50. Wit speelt en wint. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing! Van het goede te veel! O Mijn beroemde kapper. o— De laatste hoofdstedelijke epidemie begint verontrustende symptonen te krijgen. Slacht offers, in den ergsten zin van het woord, zijn weliswaar nog niet gevallen, maar oppassen is toch werkelijk geboden. Wanneer wij, Am sterdammers, 's morgens in alle vroegte ons huis verlaten en welgemoed ons hebben ge- piepareerd voor den dagelijkschen arbeid, worden wij doorgaans allervriendelijkst op gewacht en aangeklampt voor de thans inderdaad bijna dagelijksche collecte. En nu weet ik wel, dat de kleuters en de bleek neusjes, de T.B.C.-patiënten en de vacantie- scholen, de rusthuizen en sanatoria, de rheu- matieklijders en de tandverzorging, de artis- ten en het vacantiekinderfeest, in alle variaties van het sectarisme zelfs, ons onder alle omstandigheden uiterst sympathiek zijn en wij goedgevend en welwillend als wij ons toonen, of trachten voor te doen, de beleefde collectanten en de stralende collectantes on- gaarne teleui stellen, maar men kan ook, en in letterlijken zin zij het hier gezegd: te veel van al dat goede krijgen. Oh, ik weet best, dat de meeste liefdadigheidsinstellingen in nood verkeeren en zoo af en toe een beroep doen op het groote publiek, en dat daarbij een straatcollecte een van ouds beproefd mid del is. Maar ik geloof, dat deze regen van collectedagen op den duur de collecte „an- sich" onmogelijk gaat maken. Want hoe stralend de meiskes met haar bussen en speldekussens ook mogen zijn en hoe verleidelijk hun oogjes, enthousiast en overtuigend als zij glinsteren, ook mogen wezen, ik meen te kunnen opmerken, zoo aan den dagelijkschen gang van zaken, dat de Amsterdammer schoon genoeg begint te krij gen, zelfs van de oogjes der weldoensters, van de rammelende bussen en van zin voor liefdadigheid. Omdat weigeren voor het ge meentebestuur, met een College en een Raad en een leger van hocge ambtenaren, in vele gevallen zoo uiterst moeilijk wordt, waar toch „een andere" vereeniging ook heeft mo gen collecteeren, wordt de reeks van aanvra gen en collectes zienderoogen steeds maar omvangrijker. Min of meer goed voorbereid er, georganiseerd brengen al deze geldinza melingen nog wel het een en ander op, maar ook aan die bedragen is al iets van de Am- sterdamsche tendenz jegens straatcollectes in het algemeen tegenwoordig duidelijk te be speuren. Zelfs het argument, dat een dub- befje, al is het dan ook iederen dag weer, toch zoo gemakkelijk gegeven en gemist kan worden, houdt bijna geen stand meer en ik geloof, dat het moment ook voor Amsterdam is aangebroken om hier eens het Amerikaan- sche voorbeeld te volgen en te gaan centra- liseeren. Natuurlijk niet alle liefdadigheids- vereenigingen en instellingen van dien aard doen samensmelten, zoo dat mogelijk ware, doch utsluitend de geldmiddelenverzorging er zal dan wel een ander woord gevonden moeten worden gezamenlijk en centraal te organiseeren. De verdeeling van het geld, zult u zeggen, zal dan wel eenige voeten in de aarde hebben. Inderdaad, het zal Oiel makkelijk zijn met de talrijke en verschillende belangen en belangetjes, een zekere eenheid te verkrijgen, maar dat zooveel wijze en ver standige menschen onder bekwame leiding daarvoor niet een oplossing zouden weten te vinden, lijkt zeer onwaarschijnlijk. En de geldmiddelen-toevloed zou misschien niet eens geringer worden, wanneer maar dan natuurlijk goed voorbereid en georgani seerd de bijna 365 collectedagen tot, zeg in het begin wellicht een tiental terugge bracht zouden worden. Wij hebben zulk een prachtige collectie collectantes in de stad, die maar enkele malen en wel voor enkele speciale vereenigingen opgetrommeld kunnen worden blijkbaar, dat er voor een specialist tenselectie ruime keuze voorhanden is. Alle tegenwoordige versnippering en verspilling icgviiwuoruige versnippering en verspil im 257. Niemand kende de inbreker. Hij had een groote geruite pet op en wilde met zeggen waar of hij vandaan kwam. Tuimel- tje vond het raadzaam zijn handen te boeien en zijn gereed schap af te nemen en in optocht brachten ze hem naar de ge vangenis. Toen ie de donkere cel zag, haalde de inbreker drie maal zijn groote neus op en stapte toen het hok binnen zonder iets te zeggen. oen/,!" Van de gevangenis zat een gat, dat juiat groot ker en mÜf !")°fd d°°r Steke" ®n daar het 200 don* en „„k L je was' stak de '"breker er zijn hoofd door om lucht U k "den' want h'i moest °P z'j" teenen staan om lucht te kunnen happen. Spoedig had de boef berouw en smeekte om genade, maar hij moest een goede les hebben en de kikkers deden net of ze er geen woord van verstonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6