Jihaakaédek
Dxxmtu&dek
Waar blijft de wegen-politie
WAT KIKKER KAREI/EN TUIMELTJE BELEEFDEN
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten75 ct.
Laxeer-Tabietten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Brieven uit de Hoofdstad
Bij Apoth. en Drogisten.
nemen, ook in April verderen voortgang
heeft gemaakt. In deze maand werd ,n.l.
slechts voor een waarde van 1.98 millioen
aan radio-artikelen geëxporteerd, tegen 5 72
millioen, dus met bijna de helft, verminderd-
November. Tegelijkertijd is de waarde van
den gloeilampenexport van 1.0b tot 0 54
millioen, dus met ijna de helft, verminderd.
Deze teruggang is intusschen gedeeltelijk toe
te schrijven aan de overbrenging van een deel
der productie naar de buitenlandsche fabrie
ken van de Philipsonderneming, teneinde aan
den invloed der invoerbeperkingen in ver
schillende landen te ontkomen.
Niettemin is, naar in het, aan het einde
der week verschenen jaarverslag van Philips
wordt medegedeeld, de omzet van het ge-
heele concern, die reeds in 1931 verder was
gedaald, in het eerste kwartaal van 1932 op
nieuw bij dien van de overeenkomstige periode
van het vorige kwartaal ten achter gebleven
Het jaarverslag van Philips ademt geen
optimistischen geest; dat kan ook moeilijk
anders in deze tijden, waarin door allerlei
maatregelen zeer wordt ontwricht. De exploi
tatiewinst van Philips blijkt in het afgeloo-
pen jaar tot 7.51 millioen te zijn terugge
gaan, tegen nog 12.78 millioen in het vori
ge jaar. Wel zijn ook ditmaal de uitbreidin
gen van fabrieken, machinerieën e.d. uit de
winst bekostigd (zij waren uit den aard der
zaak ingevolge beperking, die Philips zich in
het afgeloopen jaar bij zijn uitbreiding heeft
opgelegd, aanzienlijk kleiner dan in vorige
jaren), maar de noodzakelijke afschrijvingen
op deelnemingen ad 10.87 millioen kunnen
met uit de winst worden bestreden, maar
worden geput uit de Reserve voor Uitbreidin
gen, die in vroegere jaren gevormd is uit het
agio op de aandeelenuitgiften. In totaal
wordt uit de reserve voor uitbreidingen niet
minder dan 19 millioen afgeschreven.
Merkwaardigerwijze wordt op deze wijze ook
de afschrijving bestreden, welke noodig is op
de in waarde gedaalde voorraden, tot een be-
dragt van 3.24 millioen. Deze wijze van
financiering zal ongetwijfeld wel tot critiek
aanleiding geven. Uit de exploitatiewinst
wordt voor koersverschillen op vorderingen,
gevolg van de depreciatie van het Pond Ster
ling en andere valuta's, 2.28 millioen afge
schreven, terwijl extra voor dubieuze debiteu
ren 1 millioen wordt gereserveerd. Daarna
kan dan een dividend worden uitgekeerd van
6 op de cum-preferente aandeelen en 4
op de gewone aandeelen tegen 6 voor bei
de in het vorige jaar.
De aankondiging van het dividend had ter
beurze een gunstigen indruk gemaakt; het is
echter de vraag, of de hierdoor veroorzaakte
betere stemming zich zal kunnen handhaven,
na kennisgeving van het jaarverslag, dat bij
het schrijven van dit overzicht op de keurs
nog niet bekend was.
De overige industrieele aandeelen zijn niet
belangrijk in koers veranderd. Ook Aku wa
ren nauwelijks beïnvloed door de publicatie
van de cijfers voor den uitvoer van kunstzijde
in April, die niet onbevredigend waren. In
de eerste vier maanden van dit jaar werd
2694 ton geëxporteerd, tegen 2170 ton in
dezelfde periode vorig jaar. De waarde van
dezen uitvoer is echter aanmerkelijk gerin
gen geweest dan die in het vorige jaar; zij
bedroeg n.1. slechts 5.61 millioen .tegen
6112 millioen voor de kleinere hoeveelheid,
die in het vorige jaar werd geëxporteerd. De
gemiddelde prijs per K G. uitgevoerde kunst
zijde is dan ook sterk teruggegaan. Tegen
2.80 als gemiddelde voor de eerste vier
maanden van 1931 bedraagt hij thans slechts
2.08. Het moet wel als uitgesloten worden
beschouwd, dat het Aku-concern op basis
van de tegenwoordige prijzen nog met winst
kan werken; men kan slechts hopen, dat door
de sterke vermindering der productie-kosten
in het laatste jaar de verliezen beperkt zijn
gebleven. Dat de beurs zich in dit opzicht
niet veel illusies maakt, blijkt wel uit den
koers van aandeelen Aku, die zich in den laat-
sten tijd op een niveau van omstreeks 30
beweegt. Een lichtpunt voor de toekomst der
kunstzijde-industrie vormt intusschen het feit,
dat het artikel kunstzijde zich een blijvende
^plaats op de markt heeft weten te veroveren
en dat de aanwendingsmogelijkheden,
fnede dank zij de voortdurende verbetering
der kwaliteit, nog lang niet zijn uitgeput.
Mocht het gelukken, door een internationale
regeling van productie en afzet aan de moor
dende internationale concurrentie een einde
te maken, dan zal naar men mag hopen voor
deze tak van industrie een betere toekomst
aanbreken.
De aankondiging van het dividend van
6 door de Koninklijke Petroleum Mij. leid
de ook voor dit fonds tot een koersverbete-
ring. Met belangstelling wacht men thans op
het resultaat der besprekingen tusschen de
vertegenwoordigers der groote petroleum-
mijen en der Sovjetregeering te New York, die
een regeling van productie en afzet beoogen.
Hoog gespannen zijn de verwachtingen wel
niet, gezien de ervaringen, die tot dusverre
bij dergelijke gelegenheden met de Sovjets
zijn opgedaan, maar toch houdt men reke
ning met de mogelijkheid, dat uit deze inter
nationale conferentie iets goeds kan voort
komen.
Suikeraandeelen werden tijdelijk gunstig
beïnvloed door een lichte stijging der New-
Yorksche noteering voor Cuba- suiker, de
eerste sinds langen tijd, terwijl, wat Handels-
vereen. „Amsterdam betreft, de aankondi
ging van het dividend van 5 aanvankelijk
nog nawerkte. Vooral het feit, dat de bijzon
dere reserve van 5 millioen, die in 1927
was gevormd, en sindsdien van jaar tot jaar
op nieuwe rekening was overgebracht, hier
voor niet behoeft te worden aangesproken,
maakte een goeden indruk, omdat hieruit valt
af te leiden, dat de H.V.A. zelfs in het afge
loopen jaar nog een kleine winst moet heb
ben gemaakt.
In de andere afdeeling der beurs bleven de
koersfluctuatiën beperkt.
Het koersverloop blijkt uit het hieronder
volgende staatje:
Ned. Handel Mij. 59621461;
Handelsver. „Amsterdam" 140-1461/2—140
—142;
Mh. 91—100—96,
"uia-ui'
Maron Cultuur 94—105—100;
Amsterdam Rubber 34 1/436—30—31 'A',
Indische Rubber 16—12 3/4—13;
Deli Batavia Mij. 9092;
Peli Mij. 108100/4104;
Senembah 120—117—114 3/4;
Aku 28 1/4—30 1/4;
Ned. Ford 99 3/4—104—1001/4;
Philips Gloeilampen 677D/s>6472K;
Koninkl. Petrol. 122 3/4—126^—119 3/4
123 3Aniem 174V>—166—170;
Ned. Ind. Gas 166—170—161 1/8.
(Door een bijzonderen medewerker.)
Wie veel langs den weg is, zal ongetwij
feld dikwijls de verzuchting hebben geslaakt:
„Hè, zoo'n vent moesten ze nouwan
neer een of andere roekelooze automobilist
op ernstige wijze het verkeer in gevaar
bracht. De woesteling voelt bij intuïtie, wat
de overige weggebruikers hem toewenschen,
maar hij gaat rustig voort met zijn gevaar
lijke rijmanieren, omdat hij drommels goed
weet, dat ze hem eigenlijk wel „moesten" on
derhanden nemen, maar dat „ze het niet
aoen", omdat „ze" er niet zijn. Die „ze" zijn
dan de politiedienaren, die langs den weg
toezicht behoorden uit te oefenen. Zelfs een
prachtige verkeerswet (waarop de huidige
regeling heelemaal niet lijkt!) zou voor het
grootste deel waardeloos blijven, omdat de
wet wèl tal van strenge straffen kan reser-
vteren voor verkeers-misdadigers, maar om
dat de overheid de macht mist, om de de
linquenten te grijpen. In de provincie Gelder
land bestaat een officieele verkeerspolitie
(provinciaal), doch haar middelen zijn veel
te bejierkt. Verder zijn er enkele automobie
len „mede voor verkeersdiensten" bij de
Rijkspolitie in gebruik en tenslotte sloven tal
van automobilisten zich uit, om verbetering
te brengen. Zij maken eenige malen per week
of per maand rondritten in gezelschap van
een politiebeambte. Dit instituut der „vrijwil
lige verkeersinspecties" kan natuurlijk slechts
onvoldoende in de bestaande tekortkomingen
voorzien. Dit houdt geen blaam in, maar
„surrogaat" (het woord is niet onvriendelijk
bedoeld) blijft toch maar surrogaat. En hier
moet krachtig worden ingegrepen, om al
thans den aanwas van het aantal ongevallen
tot stilstand te brengen!
Maar waarom hébben we dan geen Rijks-
wegenpolitie? zoo zal men vragen. Het
antwoord is niet te geven, het kan slechts bij
gissingen blijven. De kosten vormen hier nu
eens géén bezwaar (wèl een unicum in dezen
tijd!). Voor minder dan een half millioen
gulden per jaar kan de Rijkswegenpolitie een
feit worden. Als we bedenken, dat alleen de
benzinebelasting jaarlijks het 30-voudige op
brengt, dan behoeft men wel geen nader be
wijs. Veeleer zijn het allerlei administratieve
bézwaartjes, die de instelling tegenhouden.
De reorganisatie van de politie in het alge
meen wordt al jarenlang voorgestaan door
erkende autoriteiten. Omstreeks 1920 heeft
men daarmede een zeer bescheiden begin wil
len maken, door op de Rijksbegrooting een
post van 50.000 gulden uit te trekken voor
die reorganisatie. Na heel wat strubbelingen
is de zaak in den (grooten) doofpot terecht
gekomen. En met die politiereorganisatie
houdt de stichting van een Rijkswegenpolitie
ten nauwste verband. In welke verhouding
zou die nieuwe politie b.v. moeten staan tot
de procureurs-generaal van de gerechtshoven
autoriteiten, die hier te lande fungeeren als
directeuren van Rijkspolitie? En hoe moet
men (officieel) samenwerken met de gemeen
tepolitie? Via welke instanties moet het con
tact met een hoofd-commissaris onderhou
den worden? En dan de Marechausseé 1 Dit
zijn maar enkele vragen, welker beantwoor
ding reeds de meest scherpzinnige juristen in
een impasse gevoerd heeft. Men zal het mij
dus niet euvel duiden, dat ik mij in alle be
scheidenheid terugtrek.
Maar zóó komen we er niet. Rapporten en
voorstellen circuleeren; er wordt overwogen
en overlegd; dossiers worden op dossiers ge
stapeld; ministers komen en ministers gaan;
doch langs den weg wordt de toestand al
lengs onhoudbaar. Men zal tot daden moe
ten overgaan! Ongetwijfeld gaat er van de
soms vrij zware straffen voor verkeerswoes-
telingen een preventieve kracht uit. Maar
hoeveel sterker zou deze werken, wanneer de
overtreder onmiddellijk na het begaan van de
fout aangehouden werd! Zou men niet meer
algemeen de hand houden aan de verkeers
regels, wanneer élke tegemoetkomende auto
„van de politie" kon zijn? Reeds een weinig
intensief toezicht zou veel goeds tot stand
brengen, want het besef, dat er controle is
heeft een enormen psychologischen invloed!
Het spreekt vanzelf, dat die Wegenpolitie
terzake kundig moet zijn. Het kader en het
personeel zouden b.v. gerecruteerd kunnen
worden uit de verkeersbrigaden der groote
steden. Verder is een uniforme instructie ab
soluut noodzakelijk, terwijl de inspectie zich
ook uit moet strekken tot de commando-orga
nen, de remmen, enz. Zonder logische ver
keersregeling kan ook de beste wegenpolitie
niet op volle kracht werken, maar in de hui
dige, slechte verkeerstoestanden zou zij reeds
een groote verbetering brengen.
Wanneer de zaak nu eindelijk maar eens
principieel in orde kwam, zou men met spoed
de details kunnen gaan regelen. Ook daar
voor komt nog heel wat kijken. In de eerste
plaats de vraag: Welk vervoermiddel? Auto
of motorfiets? Voor beide is wat te zeggen,
de motor heeft zijn gemakkelijk manoeuvree
ren voor, maar is lang niet zoo veilig. Ook
kan men de menschen in een auto veel lan
ger dienst laten doen, dan op een motor, Hoe
moet de wegenpolitie de automobielen laten
stoppen? Bij het tegemoetkomen is ^at niet
moeilijk, maar hoe zal de agent aan een
voorrijder zijn bevelen moeten overbrengen?
Ideaal ware het, om voor de wegenpolitie
auto's aan te schaffen, die sneller kunnen
rijden dan elk ander merk. De wagen van Sir
Malcolm Campbell zou dan in aanmerking
kunnen komen, maar in de practijk zal het
wel een Ford, Chevrolet o.d. moeten worden.
De wegenpolitie zou voorts moeten assistee-
ren tijdens seizoendrukte. Wanneer hier of
daar veel auto's bijeen komen, l^an de plaat
selijke politie het niet af. Er moet dus voort
durend contact zijn tusschen wegenpolitie en
burgemeesters. Ook technisch zou er heel
wat te regelen zijn, maar.... dit alles zou
(vrij spoedig) in orde kunnen komen, wan
neer er maar een begin gemaakt werd. Wan
neer men in overheidskringen maar wat meer
op de practijk lette.
Oplossing eindspel 547.
1. e6. Pc4 (na Kc7 volgt 2. e7 Kd7 3.
Kf7 enz.) 2. e7 Pd6 3. Pbóü Pe8 (na cbö
volgt 4 Lf4 Kc8 5. Ld6 Kd7 6. Kf7 enz.)
i. Pd6! Pc7. 5. Pe4 en wint b.v. 5. Kc8
6 Pf2 Kd7 7. Kf7 Pe8 8. Lf4 en 9. Pd3.
Oplossing eindspel 548.
1. d7 Lf6+ (na 1. Pcó of Pb8 volgt
L6f!) 2. Kf6 Pb8! 3. Lb6f Ka8 4. d8Lü en
wit wint door de'pngunstige stand van
den zwarten K. b.v. 4Pc6 5. Pdö
Kb8 6. Kf7 Kc8 7. Ke8 Kb8 8. Ldc7+ Ka8
(na 8Kc8 9. Ld6 en spoedig mat)
9. Lh2 Peö 10. Pc7f en 11. Le5 of 4. Pd7+
5. Kf7 Peót 6. Ke6 Pc4 7. Pd5 Kb8 8.
Ldc7f Ka8 9. Lf4 Pb2 (na 9Pa3 10.
Pc7f en 11. Pböf). 10. Kd7 Pc4 11. Kd8!
Pb2 12. Kc8 en 13. Pc7 mat.
Oplossing tweezet 390.
1. De3 De3 2. Pg7 mat.
1- Pe3 2. Pg3 mat.
1. D. anders 2. Pg7 of Df3 mat.
1 P speelt 2. Pg3 mat.
1- gó of gfó 2. De8 mat.
Tweezer 391.
N. Termaat, Alkmaar.
8
a 1) c d e f
Mat in twee zetten.
Eindspel 549.
Zwart geeft mat in 5 zetten.
In de nationale schaakwedstrijd
Hemelvaartsdag werd in de
deze partij gespeeld.
op
hoofdklass
4.
6.
7.
b3 eó Wit geeft kans tot rustige
ontwikkeling en zwart beantwoordt
goed. Wit wil zijn looper fianchet-
teeren; daartegen moet zwart pro-
beeren de diagonaal al—h8 te ver
stoppen of ook te fianchetteeren.
Lb2 Pc6
c4 f5? Beter was PfO en d5.
Zwart wil er een soort Ho'landsche
partij van maken.
e3 Pf6
Pf3 d6? Nu moest minstens d5
gebeuren.
Le2 Le7
00 00
d4 Deze zet kan nu pas gebeu
ren anders komt Lb4.
f4 Beter .was e4 en dó
ef4 ef4
dó Wit heeft zijn doel bereikt
mede door zwak positiespel van
zwart,
10. Peó? geeft een pion weg om
zich wat te bevrijden.
11. Peó deó
12. Le5 Ld6
13. Ld6 Dd6
14. Lf3 om Pe4 en c6 te verhinderen.
14gó Zwart gaat nu met geweld
zich spel op de koningsvleugel ver
schaffen. Straks offert hij zelf nog
een pion.
15. h3 Deó
16. Pd2 hó?
17. Lhó g4
18. hg4. Wit tracht de li-lijn dicht te
houden.
18Kg7
19. Pf3 Dd6
20. Dd4 Wit staat overweldigend.
20Kh6
21. Tfel Ld7
22. Peó dreigt Pf7.
23Phó
23. Pd7 Dd7
24- ghó Tae8
25. Teó Dg7
26. Tael Teó gedwongen.
27. Deó Tf6 Beter was nog Dg4 om tot
Tg8 te komen. Maar ook dan was
De6f gevolgd.
28. Df6 Dit beslist. En zwart geeft
op. mmers na Df6 volgt 29. Te6 en
wint wit met pionnenmeerderheid.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1224.
Stand.
Zw. 12 sch. op: 2, 3, 8, 9, 11, 13, 16, 17,
19, 25, 26, 30.
W. 12 sch. op: 22, 28, 33, 34, 36/40, 43,
46, 48.
Oplossing.
1. 37—31 1. 26:37
2. 46—41 2. 37 46
3. 33—29 3. 46 23
4. 29 :18 4. 17.28
5. 40—35 5. 13 22
6. 35: 4!
Uit de partij.
In een partij Fabre—Raichenbach
kwam de volgende positi voor:
23, 24, 25.
W. 11 sch. op: 28, 31. 32, 33, 35, 37, 38,
39, 40, 43, 45.
Zwart speelde hier 2126, doch had
beter kunnen spelen 2127! met als ge
volg:
1. 31 22 1. 24—29
2. 33:24 2. 19:30
3. 28 10 3. 30—34
4. 39 30 4. 25 34
5. 40 29 5. 9—14
6. 10 19 6. 13 31
Een mooie combinatie van Herman de
Jongh is zeker de volgende:
Zw. 8 sch. op: 7, 8, 17, 19. 23, 25, 26, 30.
W. 8 sch. op: 28, 31/34, 38, 39.
Wit speelde hier:
1. 32—27 1. 23 43 (op 23 21
«o volgt 38-32 en 33 35)
39:48 2. 30:28
27—22 3. 26 37
22 :24!
Ter oplossing' voor deze week:
Probleem 1225 van C. Th. Huizer, den
Haag.
Zw. 8 sch. op: 7, 18, 23, 24, 25, 26, 29, 36
W. 9 sch. op: 34, 37, 38, 40/44, 50.
Wit speelt en wint.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing!
Van het goede te veel!
O
Mijn beroemde kapper.
o—
De laatste hoofdstedelijke epidemie begint
verontrustende symptonen te krijgen. Slacht
offers, in den ergsten zin van het woord, zijn
weliswaar nog niet gevallen, maar oppassen
is toch werkelijk geboden. Wanneer wij, Am
sterdammers, 's morgens in alle vroegte ons
huis verlaten en welgemoed ons hebben ge-
piepareerd voor den dagelijkschen arbeid,
worden wij doorgaans allervriendelijkst op
gewacht en aangeklampt voor de thans
inderdaad bijna dagelijksche collecte. En
nu weet ik wel, dat de kleuters en de bleek
neusjes, de T.B.C.-patiënten en de vacantie-
scholen, de rusthuizen en sanatoria, de rheu-
matieklijders en de tandverzorging, de artis-
ten en het vacantiekinderfeest, in alle
variaties van het sectarisme zelfs, ons onder
alle omstandigheden uiterst sympathiek zijn
en wij goedgevend en welwillend als wij ons
toonen, of trachten voor te doen, de beleefde
collectanten en de stralende collectantes on-
gaarne teleui stellen, maar men kan ook, en
in letterlijken zin zij het hier gezegd: te veel
van al dat goede krijgen. Oh, ik weet best,
dat de meeste liefdadigheidsinstellingen in
nood verkeeren en zoo af en toe een beroep
doen op het groote publiek, en dat daarbij
een straatcollecte een van ouds beproefd mid
del is. Maar ik geloof, dat deze regen van
collectedagen op den duur de collecte „an-
sich" onmogelijk gaat maken.
Want hoe stralend de meiskes met haar
bussen en speldekussens ook mogen zijn en
hoe verleidelijk hun oogjes, enthousiast en
overtuigend als zij glinsteren, ook mogen
wezen, ik meen te kunnen opmerken, zoo aan
den dagelijkschen gang van zaken, dat de
Amsterdammer schoon genoeg begint te krij
gen, zelfs van de oogjes der weldoensters,
van de rammelende bussen en van zin voor
liefdadigheid. Omdat weigeren voor het ge
meentebestuur, met een College en een Raad
en een leger van hocge ambtenaren, in vele
gevallen zoo uiterst moeilijk wordt, waar
toch „een andere" vereeniging ook heeft mo
gen collecteeren, wordt de reeks van aanvra
gen en collectes zienderoogen steeds maar
omvangrijker. Min of meer goed voorbereid
er, georganiseerd brengen al deze geldinza
melingen nog wel het een en ander op, maar
ook aan die bedragen is al iets van de Am-
sterdamsche tendenz jegens straatcollectes in
het algemeen tegenwoordig duidelijk te be
speuren. Zelfs het argument, dat een dub-
befje, al is het dan ook iederen dag weer,
toch zoo gemakkelijk gegeven en gemist kan
worden, houdt bijna geen stand meer en ik
geloof, dat het moment ook voor Amsterdam
is aangebroken om hier eens het Amerikaan-
sche voorbeeld te volgen en te gaan centra-
liseeren. Natuurlijk niet alle liefdadigheids-
vereenigingen en instellingen van dien aard
doen samensmelten, zoo dat mogelijk ware,
doch utsluitend de geldmiddelenverzorging
er zal dan wel een ander woord gevonden
moeten worden gezamenlijk en centraal te
organiseeren. De verdeeling van het geld,
zult u zeggen, zal dan wel eenige voeten in
de aarde hebben. Inderdaad, het zal Oiel
makkelijk zijn met de talrijke en verschillende
belangen en belangetjes, een zekere eenheid
te verkrijgen, maar dat zooveel wijze en ver
standige menschen onder bekwame leiding
daarvoor niet een oplossing zouden weten te
vinden, lijkt zeer onwaarschijnlijk.
En de geldmiddelen-toevloed zou misschien
niet eens geringer worden, wanneer maar
dan natuurlijk goed voorbereid en georgani
seerd de bijna 365 collectedagen tot, zeg
in het begin wellicht een tiental terugge
bracht zouden worden. Wij hebben zulk een
prachtige collectie collectantes in de stad,
die maar enkele malen en wel voor enkele
speciale vereenigingen opgetrommeld kunnen
worden blijkbaar, dat er voor een specialist
tenselectie ruime keuze voorhanden is. Alle
tegenwoordige versnippering en verspilling
icgviiwuoruige versnippering en verspil im
257. Niemand kende de inbreker. Hij had een groote geruite
pet op en wilde met zeggen waar of hij vandaan kwam. Tuimel-
tje vond het raadzaam zijn handen te boeien en zijn gereed
schap af te nemen en in optocht brachten ze hem naar de ge
vangenis. Toen ie de donkere cel zag, haalde de inbreker drie
maal zijn groote neus op en stapte toen het hok binnen zonder
iets te zeggen.
oen/,!" Van de gevangenis zat een gat, dat juiat groot
ker en mÜf !")°fd d°°r Steke" ®n daar het 200 don*
en „„k L je was' stak de '"breker er zijn hoofd door
om lucht U k "den' want h'i moest °P z'j" teenen staan
om lucht te kunnen happen. Spoedig had de boef berouw en
smeekte om genade, maar hij moest een goede les hebben en
de kikkers deden net of ze er geen woord van verstonden.