Alkmaarsche Courant.
grieven uit Rome.
List tegen geweld.
^Binnenland
Honderd vier en dertigste Jaargang.
De Vrachtwagenfabriek
met de grootste ervaring
Ho. H7 1932
VrUda? 20 Jlei.
Het was waarlijk een evenement, dat een
.Jederlandsche acteur in Rome een stuk van
Pirandello zou komen spelen, dat Louis de
i/ri» den moed had in een vreemd en aan
hem zoo weinig verwant milieu, met een klei
nen troep op te treden en nog wel in dezelfde
A*oeti ia, op denzelfden avond dat het ver
maarde Reinhardt-Theater uit Berlijn hiei
Za voorstelling gaf.
Maar voor wie in zijn roeping, in zijn
kunst gelooft, bestaan geen bezwaren.
Ook mocht De Vries rekenen op den moree-
ien steun van onzen gezant, want na lange
ren vond de Nederlandsche kolonie'in het
lastvrije huis van den heer en mevrouw
patijn—Re Brauw een geestelijk middelpunt.
On-officieel zet men zich daar om de thee
bel er wordt over kunst gesproken of mu
ziek gemaakt en nauwelijks verluidt het, dat
Nederlander van naam naar Rome komt
of hij wordt in de salons van den vertegen
woordiger onzer Koningin bij het Quirinaal
welkom geheeten en onze landgenooten wor-
<ien vaak in de gelegenheid gesteld met hen
kennis te maken. De bekende pianist Paul
Roes gaf zijn talent op een soirée ten beste,
Louis de Vries wilde door voordrachten de
receptie op luisteren ter eere van het geboor
tefeest van Prinses Juliana. Maar zóó warm
bad reeds onze gezant er in de kolonie op
aangedrongen toch niet te verzuimen den ver
maarden tooneelspeler te gaan hooren, dat
weinig Nederlanders, die niet door hun gees
telijk kleed verhinderd worden een theater te
^zoeken, dien avond waarop De Vries zijn
,£nrico V" speelde, in den schouwburg ont
braken. Maar ook de Italianen waren in
grooten getale opgekomen en schenen, getuige
bun warm applaus, groote bewondering voor
deze uitbeelding te hebben. Daar waren kran
sen en bloemstukken met de Nederlandsche
en Italiaansche kleuren versierd; De Vries en
Pirandello schudden elkaar voor het voetlicht
hartelijk de hand, „er ontbrak niets aan de
comedie na de comedie" zal de cynikus Piran
dello allicht gemompeld hebbeitC-Want voor
dezen grooten twijfelaar is er nu eenmaal
niets echt in de wereld; geen enkel woord geen
enkel gevoel; men moet alleen niet toonen
dat men de valschheid en ontrouw der men-
schen doorziet want dan wordt men in een
gekkenhuis opgesloten
Toch zal de Vries wel gevoeld hebben dat
de spontane ovatie van het publiek zeer har
telijk en gemeend was. Het zou ons ook
moeilijk vallen te gelooven dat een acteur,
die zijn eigen individualiteit zóó heeft terug
.gedrongen om volkomen zich te vereenzelvi
gen met de voorstelling van een zieken keizer,
die geen keizer en niet ziek is, van een krank
zinnige die meer verstand heeft en beter bij
zijn verstand is dan zijn geheele omgeving,
dat de man die zóóveel giftige woorden vo!
wereldverachting moet zeggen .zich niet een
oogenblik gelukkig en als bevrijd van een ot>-
sessie zou voelen als het scherm gehaald
wordt en hij met een vriendelijk gebaar het
talrijke publiek dankt, dat hem zoo gaarne
kwam huldigen. Want als de wereld zóó was
als deze Siciliaansche dramaturg ons wil
doen gelooven (of speelt hij zelf misschien een
zeer gewilde rol als hij ons tracht te overtui
gen dat zijn visie de juiste is?) ja als de
wereld zóó was dan zou De Vries evenmin de
kracht om te werken hebben als eenig kunste
naar om te scheppen en Pirandello is wellicht
een niet zóó ongelukkig mensch als wij zou
den moeten concludeeren uit zijn schrijnende
drama's waarin de menschen met verwron
gen gezichten tegen een zwarten achtergrond
oprijzen. Het is een verblijdend teeken dat
Pirandello hier niet veel aanhang meer heeft;
zijn „Leitmotiv" eerst nieuw en verrassend,
is afgezaagd: de menschen wenden zich af
van den kwaden geest die hen influisterd:
„alles was entsteht is werth dass es zu Grun-
de geht"; het nieuwe Italië gelooft in een
nieuwe toekomst, het vraagt om levensmoed
en geloof in eigen kunnen in eigen kracht
Pirandello de verbitterde grijsaard verwoest
en vernietigt alle hoop, alle blijdschap, alle
geloof; daarom worden hij en zijn werken nu
reeds op den achtergrond gedrongen en wij
zijn dankbaar dat dit zoo is!
Het volgende gebeurde, toen de sovjets zich
van de macht hadden meester gemaakt Ieder
onbeduidend beambte was plotseling be
schikker over leven en dood geworden. Kans
om het land te ontvluchten was ten eenen-
male onmogelijk, tenzij dan als bedelaar: om
zoo te zeggen: in je hemd. Wie trachtte zijn
hebben en hoüen over de grenzen te krijgen,
werd als misdadiger behandeld. De justitie
was in dien tijdmaar dat zullen wij
verder maar laten rusten. Ik wilde de ge
schiedenis vertellen van gravin Dassow, of
eigen,ijk niet heelemaal; het is de geschiede
nis van het poesje Nina, dat de gravin toe
behoorde.
Wij zaten in Kroonstad, in een soort van
hotel, dat waarschijnlijk vroeger voor tijde-
j}|k onderdak aan zeelieden zal hebben ge
diend. Het was armelijk en om dezen tijd
ook vuil. Doch het beteekende een dak
boven je hoofd; er waren maar al te veel
u't onzen kennissenkring, die achter de
vestingwallen en in de donkere hoeken van
Portieken, tezamen gehurkt, de nachten
®oesten doorbrengen.
Re gravin had toestemming voor de afreis
«ekregen, althans deze was haar niet ver-
™aen. Zij had afstand van al haar bezittin-
r. Redaan. Wat had ze anders kunnen doen
commissaris of hoe de titel mocht zijn
«S vroegeren matroos sloop met zijn
gravin vo°rtdurend om ons heen. Die
geld' i-oTrf0P'e stellig hier en daar nog
boord van ze het anders wagen zich aan
geven dat €en, ^nsch stoomschip te bo-
was vWhMP e reede lag en erop ingesteld
vitï S °P te nemen. De «er-
toch stellig geld kosten!
Het zou een teruggang voor Italië betee-
kenen wanneer dit niet zoo ware en wij leven
immers in een wereldstad van meer dan een
millioen inwoners, die zich in een snel tempo
ontwikkelt. Het is waar dat de correspondent
voor een groot Amsterdamsche blad zijn
lezers wil doen gelooven dat Rome „klein-
steedsch" is zooals hij zegt en hij baseert dit
oordeel op twee feiten: hij kocht hier bollen
van hyacinthen en de verkooper kon hem niet
met zekerheid zeggen welke kleur de bloem
zou hebben en dan moest hij heel Rome plat
loopen om de glazen te krijgen waarin ze ge
trokken moeten worden. Wel zag deze „Olan-
disimo" (Italianisimo zeggen de Italianen
van rich zelf om aan te duiden dat zij van
oordeel zijn dat er niets gaat boven hun land)
de begeerde glazen in een kleinen winkel bo
ven 00 een plank staan, maar de jufrouw, die
geen lust had voor een winstje een ladder op
te gaan zei: Signor, ik raad u niet aan deze
glazen te koopen, ze zijn van boheemsch glas
en kosten 150 Lire! heerlijke humor! maar
de briefschrijver, ongevoelig voor die geestig
heid, schrijft vergramd naar Holland: „zTe
eens uit dit staalje welke slechte verkoopers
die „kleinsteedsche" Romeinen zijn!" Maar
eindelijk vindt hij dan toch de gewenschte
voorwerpen voor enkele lire en hij zet de par
mantige bloemen, die zoo slecht in dit milieu
passen, voor zijn venster in plaats van op de
Piazza di Spagna te gaan grasduinen in den
kleurigen bloemenschat, die daar voor het
grijpen ligt! En als die benepen zelfvoldane
bloem het hem ook niet belette zou hij zijn
raam open kunnen gooien en de geur van
de uitgestrekte parken zijn donkere kamer la
ten binnenstroomen, deze zou hem allicht in-
spireeren te schrijven over de zeer groot-
steedsche parken die hier in elke wijk een
bron van gezondheid en vreugde zijn voor
jong en oud met hun veelheid van groen en
bloemen en fonteinen van waar we het
ruimste uitzicht over de stad of het verre ge
bergte hebben!
„Rome is veel kleinsteedscher dan Amster
dam", zoo moppert de correspondent verder,
want onr negen uur kun je hier wel door de
straten schieten en er zijn zoo weinig publie
ke vermakelijkheden! Zeer waar maar er
is hier iets beters! Als de stilte over de stad
neerzijgt wordt menig hart tot groote dank
baarheid gestemd, we krijgen dan het Rome
weer terug dat ons zoo lief is. Het wordt
rustig in de straten; de paleizen trekken zich
in de schaduw der pleinen terug, de gevels
teekenen zich tegen het donker azuur van den
avond hemel af en uit den chaos van de mo
derne stad rijst het imperiale Rome voor ons
op. Als zwijgende getuigen van vervallen
grootheid staan spookachtig de witte zuilen
en marmeren bogen waaromheen een oud
huizen-complex afgebroken werd; zware stuk
ken muur, die een paar duizend iaar oud zijn,
treden ons dreigend tegemoet; Roipe, de oude
en zich altijd weer verjongende wereldstad,
ligt in al zijn grootheid voor ons en grijpt
ons in de ziel een bedwelmende geur van
blauwe regen stijgt uit het Forum Romanum
op, in het pas opgegraven forum van Augus
tus teekent zich de schaduw van het stand
beeld van den wereldheerscher tegen de mu
ren af en die van Petrus en Paulus, die de
zuilen van Trajanus en Marcus Aurelius kro
nen, schijnen in het middernachtelijk uur te
wandelen over de daken der Eeuwige Stad,
waarin de kleinburgerlijke hyacinth nooit zal
neren, daarvoor is hier de bodem te rijk en de
zon te stralend!
ETHA FLES.
DE INTERNATIONALE KAMER
VAN KOOPHANDEL EN DE CONCUR
RENTIE TUSSCHEN SPOORWEGEN
EN AUTOMOBIELEN.
Reeds sedert geruimen tijd houdt de In
ternationale Kamer van Koophandel zich be
zig met het vraagstuk van de concurrentie
tusschen de verschillende middelen van ver
voer. In het bijzonder is een brandende kwes
tie de concurrentie tusschen spoor- en tram
wegen eenerzijds en de auto anderzijds, zoo
wel ten aanzien van het vervoer van passa
giers als van goederen.
Het is een gezond economisch beginsel, dat
het vervoer geschiedt door het vervoermiddel,
dat het meest efficiënt en het goedkoopst is.
Dit beginsel heeft de Internationale Kamer
van Koophandel dan ook uitgesprokeQ in een
der resoluties (no. 16), aangenomen op haar
Congres te Washington in 1931. Het is ech
ter een vraag, die niet gemakkelijk te beant
woorden is, of een automobiel, zelfs wanneer
deze vervoert tegen lagere tarieven dan de
Onverwachts deed hij visitatie aan den
lijve plaats vinden. Een vrouwspersoon uk de
havenwijk onderzocht de gravin zeer nauw
keurig. Zij vond echter niets. Bagage was er
heelemaal niet. Een bundeltje waschgoed,
heel spoedig doorgezocht was alles. M ij
zagen ze heelemaal niet aan. Ik was een on
belangrijk wezen Ik had nooit iets be
zeten. Ik mocht blij zijn als de Deen mij, tegen
presteeren van werk, mede wou nemen naar
Kopenhagen. Maarjuist op m ij had de
commissaris acht moeten slaan. Ik bewaarde
de drie groote, ongemonteerde edelsteenen
der gravin, die, ook al beteekenden ze nauwe
lijks een klein stukje van het vroegere bezit,
nochtans een vermogen vertegenwoordigden.
De gravin droeg haar lot met vastberaden
heid. Zij zat in haar kamer, hield de witte
poes Nina heette het dier op haar
schoot en wachtte af- .Waarop? Waarop wij
allen wachtten. Op het eerstvolgend uur, op
de verandering, die komen moest. E>enzelfden
avond zou de Deensche stoomboot schepen
zenden en passagiers opnemen; dienzelfden
nacht zou ze vertrekken.
Misschien dat er toch nog verraad in het
spel wasWas een bezoek van de gravin
in mijn kamer opgevallen? Wij hadden het
ontvluchtingsplan besproken. Ik zou de
steenen behouden. Het was te vreezen, dat de
gravin op het allerlaatste moment opnieuw
zou worden onderzocht. Ik knikte alléén en
ik keek haar aan, haaf die daar, met haar
smal, bleek gezichije, vóór me zat. Ze hield
haar poes op de knieën, peuterde de blauwe
strik, waarmee het dier getooid was, wat
netjes terecht en scheen gelaten-rustig. Er
was nog veel te bespreken. Ieder oogenblik
kon de sirene van de stoomboot het teeken
geven, dat de boeten waren uitgezet, w ij
spoorwegen, voor de gemeenschap in haar
geheel ook goedkooper is dan een trein.
Een behoorlijk autoverkeer eischt een we
gennet, dat in goeden staat verkeert en goed
onderhouden wordt. De kosten hiervan druk
ken echter grootendeels op de gemeenschap,
terwijl de spoorwegen aanleg, onderhoud,
stations, bewaking enz. zelf moeten bekosti
gen uit de opbrengst van het vervoer. Wel
iswaar dragen de gebruikers van de wegen
bij tot het aanleggen en het onderhoud van
het wegennet (wegenbelasting, rijwielbelas
ting, tollen enz.), doch het is juist de vraag
of deze bijdragen het totaal der bedragen,
dat daaraan ten koste gelegd wordt, dekken.
Naar mate het autoverkeer toeneemt, worden
hoogere eischen gesteld aan het wegenstelsel
en vermeerderen ook de onkosten voor de ge
meenschap.
Het Congres van de Internationale Kamer
te Washington heeft den wensch uitgespro
ken, dat een gemengde conferentie zal wor
den bijeengeroepen, bestaande uit vertegen
woordigers der verschillende transportmid
delen in de verschillende landen, ten einde
het vraagstuk der coördinatie der transport
middelen aan een nader onderzoek te onder
werpen.
De voorbereiding van deze conferentie is
opgedragen aan een internationale commis
sie van deskundigen, onder voorzitterschap
van Dr. Otto Most, Oberbürgemeister van
Duisburg-Ruhrort. Deze commissie heeft be
sloten, dat men zich voorloopig zal beper
ken tot een onderzoek naar het „rail''- en
motorvervoer. Weliswaar komen verschillen
de andere vervoermiddelen in aanmerking
om mede in dit onderzoek betrokken te wor
den (b.v. luchtvaart en binnenvaart), doch
men bewaart dit voor een later stadium van
het onderzoek.
De commissie heeft een vragenlijst opge
steld, waarin tal van gegevens gevraagd
worden, die van belang zijn voor een beoor
deeling van het vraagstuk. De vragenlijst is
toegezonden aan de Nationale Comité's van
de Internationale Kamer van Koophandel in
de verschillende landen met het verzoek om
de gevraagde gegevens te verschaffen.
Wanneer men voor een aantal landen ge
gevens heeft, b.v. over het rendement der
spoorwegen, over de kosten van het wegen
stelsel en over de bijdragen daartoe door de
gebruikers der wegen, verder over de mate
en den aard der concurrentie, welke het mo-
torverkeer aan de spoor- en tramwegen aan
doet, zal de bovengenoemde gemengde inter
nationale conferentie worden bijeen geroepen
om een oordeel uit te spreken over de rich
ting, waarin de zoo noodige rationalisatie
van het vervoer zal dienen te gaan.
De Nederlandsche Organisatie voor de In
ternationale Kamer van Koophandel te 's-
Gravenhage heeft een beroep gedaan op de
ministers van waterstaat en koloniën en op
de bij dit vraagstuk betrokken organisaties
hier te lande met het verzoek, vertegenwoor
digers aan te wijzen in een gemengde cotn-,
missie, ten einde de vragenlijst te beantwoor
den.
De beide ministers en de uitgenoodigde or
ganisaties hebben aan dit verzoek gevolg ge
geven. Een commissie is ingesteld onder
voorzitterschap van den heer J. B. van der
Houven van Oordt, voorzitter van de Ne
derlandsche Organisatie voor de Internatio
nale Kamer van Koophandel, waarin de vol
gende heeren zitting hebben :C>r. N. A. Lun-
singh Tonckens als vertegenwoordiger van
den minister van waterstaat, Ir. J. Blacksto-
ne als vertegenwoordiger van den minister
van koloniën, mr. F. F. de Bruyn als verte
genwoordiger van de Ned. Spoorwegen, Jhr.
Ir. J. Roëll en de heer A. J. Kuiper voorde
Ned. tramwegen, de heer G. P. J. Caspersz
voor de Ned.-Indische spoor- en tramwegen,
de heer A. J. Kuiper tevens voor de autobus
dienst-ondernemers, de heer J. H. W. König
voor den Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland, de heer H. W. O. de Bruyn voor
den A.N.W.B., Mr. B. Ph. Baron van Ha-
rinxma thoe Slooten voor de K.N.A.C.. de
heer M. S. Wijnberg voor de R.A.I., en Ir. J.
W. van der Vegt als Nederlandsch lid van
de Commissie voor Spoorwegvervoer van de
Internationale Kamer van Koophandel, ter
wijl de heer H. W. O. de Bruyn ook als Ne
derlandsch lid van de Commissie voor We
gentransport van de Internationale Kamer
van Koophandel van de commissie deel uit
maakt. Secretaris is Drs. S. Posthuma.
uit Margraten van zijn wagen springen. Op
dat oogenblik passeerde juist de tram naar
Vaals. Hij werd gegrepen en een eind meege
sleurd. De man werd dood opgenomen. Het
slachtoffer laat een vrouw en kinderen
achter.
AUTO-ONGEVAL BIJ VENRAY.
Kind gedood, vrouw gewond.
Woensdagmiddag, zoo vertelt de Tel
keerden enkele kinderen, wonende aan de
Crayenhut, na schooltijd huiswaarts. De
schoolkinderen kwamen uit een zijstraat en
staken, nadat een auto gepasseerd was, plot
seling den weg Venray—Eysselstein over,
waarbij zij vermoedelijk een anderen auto,
bestuurd door den heer M. uit Deurne, niet
opmerkten. Het zesjarig meisje E. Verstap
pen werd gegrepen cn op slag gedood. Door
de manoevre, welke de bestuurder vermoede
lijk trachtte te maken om de kleine te ontwij
ken, werd de aan ae rechterzijde van den weg
fietsende onderwijzeres mej. Hoefnagels
eveneens gegrepen en op den grond gewor
pen. Zij kreeg een hersenschudding en een
gapende wonde aan het hoofd en werd naar
haar woning te Deurne vervoerd. Haar toe
stand was redelijk. De marechaussee stelt
een onderzoek in.
KONINGIN EN PRINSEN NAAR
HET LOO.
Gistermorgen is H M. de Koningin naar
Het Loo vertrokken, terwijl later in den och
tend eveneens H K. H. Prinses Juliana
vertrok.
DOOR EEN TRAM OVERREDEN.
En gedood.
Woensdagmiddag wilde op den rijks
straatweg Maastricht—Gulpen een voerman
fluisterden, wij brachten met veel spanning
de woorden over onze lippen. De kat ging
dit vervelen, ze sprong van den schoot. Waren
er misschien muizen in deze kamer? Nina
kroop onder de kast en loerde.
Toen de gravin mij verliet, bleef poes bij
mij in het vertrek. Ik sloot direct de deur, na
het vertrek der gravin. Ik hield een vagen
indruk over, als had er in de gang iemand
gestaan, die ijlings wegliep. Ik aarzelde,
luisterde aan de deur. Meteen hoor ik voet
stappen, barsch geroep van: direct open
maken! en ik hoorde hoe er op de deur der
gravin werd gebeukt. Onmiddellijk begreep
ik alles: zij zouden nu ook bij mij komen.
Eén oogenblik was ik verlamd van den
schrik. Mijn bloed circuleerde niet langer.
Koude rillingen liepen langs mijn rug. Wat
moest ik doen? Ik droeg de drie steenen los
in mijn zak. Waar ze verbergen? En waar
lijk als om me te hoonen, gilde uit de
haven de sirene van de Dtensche boot. Dus
de booten waren uitgezet; dit beteekende
het kwartier, waarin onze redding zou heb
ben plaats gevonden. Jk liep naar het raam.
Een sprong naar omlaag, in den tuin? Ge
vaarlijk, maaralreeds te laat. Er ston
den een paar matrozen, die naar de vensters
omhoog keken. Op het moment, dat ik me
omdraaide, werd er op mijn deur geklopt. Ik
was niet in staat me te verroeren. Mijn
oogen zochten de muren, de deur af. Ergers
mogelijk een plek om wat te verstoppen?
Maar waar ik ook in dit vertrek de edel
steenen zou kunnen wegmoffelen, zullen ze
gevonden worden; die daar verstaan de kunst
van zoeken beter San wij die van het ver
stoppen.
De kolf van een geweer beukt op mijn
kamerdeur: opendoen! Het lawaai daverde
DOODEL1JK ARBEIDSONGEVAL.
Gistermiddag vond men op de machine
fabriek van Stork Co. te Hengelo den ge
huwden werkman K. dood naast een der ma
chines liggen met gespleten schedel. Men
vermoedt, dat een onderdeel van de in be
weging zijnde machine met het slachtoffer in
aanraking is gekomen, met het noodlottig
gevolg, dat de man werd ge' pen en gedood
BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
Te Den Bosch.
Gisteravond is te Den Bosch de soldaat
Verbruggen, afkomstig uit Terwinselen, inge
deeld bij de tirailleurecompagnie van het
regiment wielrijders, bij het zwemmen in een
gracht op de Vugthsche heide, verdronken.
Zijn lijk is later opgehaald en naar het doo-
denhuisje te Vught overgebracht.
Bij Nijmegen.
Gistermiddag is in de Waal bij Nijmegen
verdronken de 20-jarige De Bruin, die bij het
zwemmen vermoedelijk in een draoikolk te
recht is gekomen. Het lijk is nog niet opge-
vischt.
LIJK TE WORKUM AANGESPOELD.
Vermoedelijk van een der opvaren
den van de „Stanfries".
Bij Workum is gistermiddag een lijk aan
gespoeld van het mannelijk geslacht. Het ver
keerde in staat van ontbinding. Men ver
moedt, dat dit het lijk is van een der opvaren
den van de „Stanfries IV".
Nader wordt gemeld, dat er sterk vermoe
den bestaat, dat het aangespoelde lijk het
ontzielde lichaam van Piet de Vries is, dek-
knecht aan boord van de vergane „Stanfries
IV", hoewel het lijk geheel onherkenbaar was
Men heeft echter een beurs met geld in een
der broekzakken gevonden, terwijl alle kleeren
zich nog op het lijk bevonden.
Herkend als een der slachtoffers
van de „Stanfries".
Het gistermiddag bij Workum aangespoel
de lijk is door de familie aan de kleeren her
kend. Het is dat van Pieter de Vries, wonende
te Leeuwarden, stuurman van de vergane
„Stanfries IV".
NOODTOESTAND IN HET
ZUIVELBEDRIJF.
Door den Katholieken Nederlandschen
Boeren- en Tuindersbond is aan den Minis
ter van Ecbnomische Zaken en Arbeid een
telegram verzonden, waarin medegedeeld
wordt dat door de katastrofale prijsdaling
der zuivelproducten het afwachten van de
aanneming en in werking treding van de
steunwet voor de melkveehouderij niet meer
verantwoord is en er op aangedrongen wordt
dat de Minister onverwijld maatregelen
treft.
het gansche huis door en zou dooden hebben
doen ontwaken. Met een sprong van ontzet
ting was de kat plotseling vanonder het bed
te voorschijn gekomen. Zij stond met hoog
gewelfden rug naar de deur te staren. En in
die ééne seconde kreeg ik een ingeving. Ik
bukte mij, als voerde ik een reeds lang be
raamd plan uit en greep Nina. Naar de deur,
waar ongeduldig gemompel waarneembaar
werd, riep ik: „Ik zal dadelijk openmaken!
Even geduld! Ik sta in mijn hemd!"
Uit mijn zak haalde ik de steenen te voor
schijn, vastberaden peuter ik aan haar strik
en dan laat ik het dier loopen. Ijlings wierp
ik vest en jurk van me af en ren naar de
deur. De kat wipte weg, voordat nog de ma
trozen en soldaten binnentraden.
Het waren plompe, doch goedmoedige
kerels. Zij doorzochten me, haalden in de
kamer alles overhoop vonden natuurlijk
niets.
„Kameraden", zei de lange vent, die het in
signe van leider droeg: „Kameraden, hier
hebben wij onzen neus in een liefdes-affaire
gestoken,hahaha maar terug, jon
gens!" En smoezelend trokken ze ai
Vóór de herberg liep ik tegen de gravin
aan. Zij stapte naast admiraal Jurow voort,
in de linkerhand droeg zij haar bundeltje
kleeren, met de rechteretand drukte ze haar
poes tegen haar borat. Ik dorst even op te
ademen. Jurow liep met leege handen
Mag ik van u het bundeltje dragen, gravin?
vroeg hij. Zij reikte het hem over. Wij, de
gravin en ik, keken elkaar niet aan. Zonder
eenig vermoeden droeg ze Nina Dat was
juist goed en voldoende. Had ze iets ge
weten, licht dat zij zich toch nog verraden
had.
Van de kleine bootjes woei de Danebrog;
Vracht
wagens
Tractor»
Omnibussen
n v M. ENGIEBERT'S AUTOMOBIELHANDEL
OEN HAAG. THERESIASTRAAT 145, TELEFOON 77208S
AMSTERDAM; WETERINGSCHANS 130, TELEFOON 34359
MIDDELBURG. KORTE DELFT A83. TELEFOON 62»
PAARD OP HOL GESLAGEN.
De landbouwer S. te Bergen op Zoom, die
uit Oudenbosch met paard en rijtuig huis
waarts keerde, zette op een gegeven moment
zijn paard tot grootere snelheid aan, waar
door het schrok en viel. Het dier sprong weer
op en sloeg op hol. S. en zijn moeder, die zich
in het rijtuig bevonden, werden eruit geslin
gerd en ernstig verwond opgenomen.
MET ZIJN AUTO TE WATER
GERAAKT.
Gistermorgen omstreeks half negen is de
heer G. Meijerink, besteller van de Dedems-
vaartsche Stoomtramweg Mij., komende met
een vrachtauto van Slagharen, ongeveer 3
K M. ten Westen van Coevorden met een
vrachtauto in het Krimkanaal gereden. Hij
wist nog uit den auto te springen, maar kwam
desondanks in het kanaal terecht, waaruit hij
na ongeveer tien minuten dreggen in bewus-
teloozen toestand is opgehaald. Na geruimen
tijd kunstmatige ademhaling te hebben toege
past, slaagde men er in den drenkeling bij te
brengen, waarna hij op advies van dr. Homan
uit Coevorden opgenomen is in het ziekenhuis
te Coevorden. De toestand van het slachtoffer
is niet zonder gevaar. ?jj
WIERINGEN DOOR MUGGENPLAAG
GETEISTERD.
Het Westelijk deel van Wieringen wordt,
zoo vertelt de Tel., momenteel door een mug-)
genplaag van ongekende hevigheid geteis
terd. Dichte wolken dezer insecten verdonke
ren ter plaatse de lucht. De malariadienst uit
Noord-Holland is reeds gewaarschuwd, doch
dr. Spierink, uit Heer-Hugowaard, kon con-
stateeren, dat men hier niet met malaria
muggen te doen had. Men vermoedt, dat het
naast den afsluitdijk Noord-HollandWie-
ringen gelegen boezemmeer de broedplaats is
der muggen, daar de larven aldaar in dikke
lagen op het water drijven.
TWEE EN TWINTIG JONGE VOSSEN
GEVANGEN.
In de bosschen bij Zeddam en 's-Heeren-
berg (Gld.) hebben jachtopzieners van het
Huis Bergh dezer dagen niet minder dan 22
jonge vossen levend gevangen.
FLESSCH'E NTRE K KE R1J.
Een inwoner van Haarlem heeft van een
firma gevestigd op den Nieuwen Keizers
gracht te Amsterdam goederen ter waarde
van 362.50 gekocht, doch deze niettegen
staande ze hem ?ijn geleverd nog niet be
taald. Daar is gebleken, dat bedoeld persoon
bij nog drie andere firma's aldaar goederen
heeft gekocht zonder ze te betalen, wordt
flesschentrekkerij vermoed.
EMIR FEISAL VERTROKKEN.
Hedenochtend heeft Emir Feisal zich per
auto van den Haag naar het vliegveld Schip
hol begeven, vanwaar hij met een speciale
machine der K.L.M. naar Berlijn is vertrok
ken. Het toestel werd bestuurd door den vlie
ger Tepas.
HISTORISCHE VONDST OP DE
VELUWE.
Op de Hooge Woeste onder Epe, is bij
heideontginning een begraafplaats van de
oudste bewoners der Veluwe blootgelegd. In
verscheidene ronde grafheuveltjes werden ge-
delten van geraamten, waarbij verscheidene
steenen gebruiksvoorwerpen aangetroffen,
o.a. kannen, steenen, bijl en steenen speld.
een roode vlag, maar de hemel zij gepre
zen! met een wit kruis in het midden.
Onze schreden verhaastte zich. De mannen
van het escorte begonnen te vloeken, zij
bleven aldoor naast ons.
Nu snel in de booten Eerst de groep vóói
ons. Een oude mail huilt met opengesperde
oogen. Nu wij. De admiraal. Nu de giavin
daar staat een man in afgedragen uniform
vóór haar. Om zijn grijnzenden mond speelt
een afschuwelijk lachje. Halt! zegt hij. Wij
worden allen bleek. En de man grijpt met een
ruwen ruk poes uit den arm der gravin.
Men heeft geen tijd om te begrijpen wat er
nu gebeurde. Iets wits zwaait in de lucht, gilt
hevig en klagelijk en smakt dof op een stok
rots neer. Poesje in onmiddellijk dood. De
soldaat bukt. Handig opent hij het lijfje van
Nina. Ik moet me afwenden. Afschuw en wal
ging snoert mij de keel toe. Ik hoor den sol
daat zeggen: „niets! Het had gekund dat ze
de kat een paar brillanten hadden doen
slikken". En hij gaat iheen
Ik moet langs het doode beest gaan, en
hoewel ik me wee voel van dit alles, vind ik
toch de kracht om comedie te spelen. Ik beui
het lijkje op. Met gebogen hopfd, als onder
druk ik een huilbui, loop ik over de loop
plank en stap op het dek van het nog wach
tende schip, met poes stijf tegen we aan ge
drukt. Spotlachen klinkt me na. De boot stoot
af.
Wanneer we uit zicht zijn, ontwaar ik den
blauwen strik van poes en neem er de steenen
uit. Alle drie zijn ze er nog. De Denen lachen
De jonge luitenant klopt me waardeerend op
den schouder. De gravin buigt zich over mijn
hand; nog juist kan ik die lieve beweging
verhinderen