Alkmaarsche Courant. grieven uit Rome. List tegen geweld. ^Binnenland Honderd vier en dertigste Jaargang. De Vrachtwagenfabriek met de grootste ervaring Ho. H7 1932 VrUda? 20 Jlei. Het was waarlijk een evenement, dat een .Jederlandsche acteur in Rome een stuk van Pirandello zou komen spelen, dat Louis de i/ri» den moed had in een vreemd en aan hem zoo weinig verwant milieu, met een klei nen troep op te treden en nog wel in dezelfde A*oeti ia, op denzelfden avond dat het ver maarde Reinhardt-Theater uit Berlijn hiei Za voorstelling gaf. Maar voor wie in zijn roeping, in zijn kunst gelooft, bestaan geen bezwaren. Ook mocht De Vries rekenen op den moree- ien steun van onzen gezant, want na lange ren vond de Nederlandsche kolonie'in het lastvrije huis van den heer en mevrouw patijn—Re Brauw een geestelijk middelpunt. On-officieel zet men zich daar om de thee bel er wordt over kunst gesproken of mu ziek gemaakt en nauwelijks verluidt het, dat Nederlander van naam naar Rome komt of hij wordt in de salons van den vertegen woordiger onzer Koningin bij het Quirinaal welkom geheeten en onze landgenooten wor- <ien vaak in de gelegenheid gesteld met hen kennis te maken. De bekende pianist Paul Roes gaf zijn talent op een soirée ten beste, Louis de Vries wilde door voordrachten de receptie op luisteren ter eere van het geboor tefeest van Prinses Juliana. Maar zóó warm bad reeds onze gezant er in de kolonie op aangedrongen toch niet te verzuimen den ver maarden tooneelspeler te gaan hooren, dat weinig Nederlanders, die niet door hun gees telijk kleed verhinderd worden een theater te ^zoeken, dien avond waarop De Vries zijn ,£nrico V" speelde, in den schouwburg ont braken. Maar ook de Italianen waren in grooten getale opgekomen en schenen, getuige bun warm applaus, groote bewondering voor deze uitbeelding te hebben. Daar waren kran sen en bloemstukken met de Nederlandsche en Italiaansche kleuren versierd; De Vries en Pirandello schudden elkaar voor het voetlicht hartelijk de hand, „er ontbrak niets aan de comedie na de comedie" zal de cynikus Piran dello allicht gemompeld hebbeitC-Want voor dezen grooten twijfelaar is er nu eenmaal niets echt in de wereld; geen enkel woord geen enkel gevoel; men moet alleen niet toonen dat men de valschheid en ontrouw der men- schen doorziet want dan wordt men in een gekkenhuis opgesloten Toch zal de Vries wel gevoeld hebben dat de spontane ovatie van het publiek zeer har telijk en gemeend was. Het zou ons ook moeilijk vallen te gelooven dat een acteur, die zijn eigen individualiteit zóó heeft terug .gedrongen om volkomen zich te vereenzelvi gen met de voorstelling van een zieken keizer, die geen keizer en niet ziek is, van een krank zinnige die meer verstand heeft en beter bij zijn verstand is dan zijn geheele omgeving, dat de man die zóóveel giftige woorden vo! wereldverachting moet zeggen .zich niet een oogenblik gelukkig en als bevrijd van een ot>- sessie zou voelen als het scherm gehaald wordt en hij met een vriendelijk gebaar het talrijke publiek dankt, dat hem zoo gaarne kwam huldigen. Want als de wereld zóó was als deze Siciliaansche dramaturg ons wil doen gelooven (of speelt hij zelf misschien een zeer gewilde rol als hij ons tracht te overtui gen dat zijn visie de juiste is?) ja als de wereld zóó was dan zou De Vries evenmin de kracht om te werken hebben als eenig kunste naar om te scheppen en Pirandello is wellicht een niet zóó ongelukkig mensch als wij zou den moeten concludeeren uit zijn schrijnende drama's waarin de menschen met verwron gen gezichten tegen een zwarten achtergrond oprijzen. Het is een verblijdend teeken dat Pirandello hier niet veel aanhang meer heeft; zijn „Leitmotiv" eerst nieuw en verrassend, is afgezaagd: de menschen wenden zich af van den kwaden geest die hen influisterd: „alles was entsteht is werth dass es zu Grun- de geht"; het nieuwe Italië gelooft in een nieuwe toekomst, het vraagt om levensmoed en geloof in eigen kunnen in eigen kracht Pirandello de verbitterde grijsaard verwoest en vernietigt alle hoop, alle blijdschap, alle geloof; daarom worden hij en zijn werken nu reeds op den achtergrond gedrongen en wij zijn dankbaar dat dit zoo is! Het volgende gebeurde, toen de sovjets zich van de macht hadden meester gemaakt Ieder onbeduidend beambte was plotseling be schikker over leven en dood geworden. Kans om het land te ontvluchten was ten eenen- male onmogelijk, tenzij dan als bedelaar: om zoo te zeggen: in je hemd. Wie trachtte zijn hebben en hoüen over de grenzen te krijgen, werd als misdadiger behandeld. De justitie was in dien tijdmaar dat zullen wij verder maar laten rusten. Ik wilde de ge schiedenis vertellen van gravin Dassow, of eigen,ijk niet heelemaal; het is de geschiede nis van het poesje Nina, dat de gravin toe behoorde. Wij zaten in Kroonstad, in een soort van hotel, dat waarschijnlijk vroeger voor tijde- j}|k onderdak aan zeelieden zal hebben ge diend. Het was armelijk en om dezen tijd ook vuil. Doch het beteekende een dak boven je hoofd; er waren maar al te veel u't onzen kennissenkring, die achter de vestingwallen en in de donkere hoeken van Portieken, tezamen gehurkt, de nachten ®oesten doorbrengen. Re gravin had toestemming voor de afreis «ekregen, althans deze was haar niet ver- ™aen. Zij had afstand van al haar bezittin- r. Redaan. Wat had ze anders kunnen doen commissaris of hoe de titel mocht zijn «S vroegeren matroos sloop met zijn gravin vo°rtdurend om ons heen. Die geld' i-oTrf0P'e stellig hier en daar nog boord van ze het anders wagen zich aan geven dat €en, ^nsch stoomschip te bo- was vWhMP e reede lag en erop ingesteld vitï S °P te nemen. De «er- toch stellig geld kosten! Het zou een teruggang voor Italië betee- kenen wanneer dit niet zoo ware en wij leven immers in een wereldstad van meer dan een millioen inwoners, die zich in een snel tempo ontwikkelt. Het is waar dat de correspondent voor een groot Amsterdamsche blad zijn lezers wil doen gelooven dat Rome „klein- steedsch" is zooals hij zegt en hij baseert dit oordeel op twee feiten: hij kocht hier bollen van hyacinthen en de verkooper kon hem niet met zekerheid zeggen welke kleur de bloem zou hebben en dan moest hij heel Rome plat loopen om de glazen te krijgen waarin ze ge trokken moeten worden. Wel zag deze „Olan- disimo" (Italianisimo zeggen de Italianen van rich zelf om aan te duiden dat zij van oordeel zijn dat er niets gaat boven hun land) de begeerde glazen in een kleinen winkel bo ven 00 een plank staan, maar de jufrouw, die geen lust had voor een winstje een ladder op te gaan zei: Signor, ik raad u niet aan deze glazen te koopen, ze zijn van boheemsch glas en kosten 150 Lire! heerlijke humor! maar de briefschrijver, ongevoelig voor die geestig heid, schrijft vergramd naar Holland: „zTe eens uit dit staalje welke slechte verkoopers die „kleinsteedsche" Romeinen zijn!" Maar eindelijk vindt hij dan toch de gewenschte voorwerpen voor enkele lire en hij zet de par mantige bloemen, die zoo slecht in dit milieu passen, voor zijn venster in plaats van op de Piazza di Spagna te gaan grasduinen in den kleurigen bloemenschat, die daar voor het grijpen ligt! En als die benepen zelfvoldane bloem het hem ook niet belette zou hij zijn raam open kunnen gooien en de geur van de uitgestrekte parken zijn donkere kamer la ten binnenstroomen, deze zou hem allicht in- spireeren te schrijven over de zeer groot- steedsche parken die hier in elke wijk een bron van gezondheid en vreugde zijn voor jong en oud met hun veelheid van groen en bloemen en fonteinen van waar we het ruimste uitzicht over de stad of het verre ge bergte hebben! „Rome is veel kleinsteedscher dan Amster dam", zoo moppert de correspondent verder, want onr negen uur kun je hier wel door de straten schieten en er zijn zoo weinig publie ke vermakelijkheden! Zeer waar maar er is hier iets beters! Als de stilte over de stad neerzijgt wordt menig hart tot groote dank baarheid gestemd, we krijgen dan het Rome weer terug dat ons zoo lief is. Het wordt rustig in de straten; de paleizen trekken zich in de schaduw der pleinen terug, de gevels teekenen zich tegen het donker azuur van den avond hemel af en uit den chaos van de mo derne stad rijst het imperiale Rome voor ons op. Als zwijgende getuigen van vervallen grootheid staan spookachtig de witte zuilen en marmeren bogen waaromheen een oud huizen-complex afgebroken werd; zware stuk ken muur, die een paar duizend iaar oud zijn, treden ons dreigend tegemoet; Roipe, de oude en zich altijd weer verjongende wereldstad, ligt in al zijn grootheid voor ons en grijpt ons in de ziel een bedwelmende geur van blauwe regen stijgt uit het Forum Romanum op, in het pas opgegraven forum van Augus tus teekent zich de schaduw van het stand beeld van den wereldheerscher tegen de mu ren af en die van Petrus en Paulus, die de zuilen van Trajanus en Marcus Aurelius kro nen, schijnen in het middernachtelijk uur te wandelen over de daken der Eeuwige Stad, waarin de kleinburgerlijke hyacinth nooit zal neren, daarvoor is hier de bodem te rijk en de zon te stralend! ETHA FLES. DE INTERNATIONALE KAMER VAN KOOPHANDEL EN DE CONCUR RENTIE TUSSCHEN SPOORWEGEN EN AUTOMOBIELEN. Reeds sedert geruimen tijd houdt de In ternationale Kamer van Koophandel zich be zig met het vraagstuk van de concurrentie tusschen de verschillende middelen van ver voer. In het bijzonder is een brandende kwes tie de concurrentie tusschen spoor- en tram wegen eenerzijds en de auto anderzijds, zoo wel ten aanzien van het vervoer van passa giers als van goederen. Het is een gezond economisch beginsel, dat het vervoer geschiedt door het vervoermiddel, dat het meest efficiënt en het goedkoopst is. Dit beginsel heeft de Internationale Kamer van Koophandel dan ook uitgesprokeQ in een der resoluties (no. 16), aangenomen op haar Congres te Washington in 1931. Het is ech ter een vraag, die niet gemakkelijk te beant woorden is, of een automobiel, zelfs wanneer deze vervoert tegen lagere tarieven dan de Onverwachts deed hij visitatie aan den lijve plaats vinden. Een vrouwspersoon uk de havenwijk onderzocht de gravin zeer nauw keurig. Zij vond echter niets. Bagage was er heelemaal niet. Een bundeltje waschgoed, heel spoedig doorgezocht was alles. M ij zagen ze heelemaal niet aan. Ik was een on belangrijk wezen Ik had nooit iets be zeten. Ik mocht blij zijn als de Deen mij, tegen presteeren van werk, mede wou nemen naar Kopenhagen. Maarjuist op m ij had de commissaris acht moeten slaan. Ik bewaarde de drie groote, ongemonteerde edelsteenen der gravin, die, ook al beteekenden ze nauwe lijks een klein stukje van het vroegere bezit, nochtans een vermogen vertegenwoordigden. De gravin droeg haar lot met vastberaden heid. Zij zat in haar kamer, hield de witte poes Nina heette het dier op haar schoot en wachtte af- .Waarop? Waarop wij allen wachtten. Op het eerstvolgend uur, op de verandering, die komen moest. E>enzelfden avond zou de Deensche stoomboot schepen zenden en passagiers opnemen; dienzelfden nacht zou ze vertrekken. Misschien dat er toch nog verraad in het spel wasWas een bezoek van de gravin in mijn kamer opgevallen? Wij hadden het ontvluchtingsplan besproken. Ik zou de steenen behouden. Het was te vreezen, dat de gravin op het allerlaatste moment opnieuw zou worden onderzocht. Ik knikte alléén en ik keek haar aan, haaf die daar, met haar smal, bleek gezichije, vóór me zat. Ze hield haar poes op de knieën, peuterde de blauwe strik, waarmee het dier getooid was, wat netjes terecht en scheen gelaten-rustig. Er was nog veel te bespreken. Ieder oogenblik kon de sirene van de stoomboot het teeken geven, dat de boeten waren uitgezet, w ij spoorwegen, voor de gemeenschap in haar geheel ook goedkooper is dan een trein. Een behoorlijk autoverkeer eischt een we gennet, dat in goeden staat verkeert en goed onderhouden wordt. De kosten hiervan druk ken echter grootendeels op de gemeenschap, terwijl de spoorwegen aanleg, onderhoud, stations, bewaking enz. zelf moeten bekosti gen uit de opbrengst van het vervoer. Wel iswaar dragen de gebruikers van de wegen bij tot het aanleggen en het onderhoud van het wegennet (wegenbelasting, rijwielbelas ting, tollen enz.), doch het is juist de vraag of deze bijdragen het totaal der bedragen, dat daaraan ten koste gelegd wordt, dekken. Naar mate het autoverkeer toeneemt, worden hoogere eischen gesteld aan het wegenstelsel en vermeerderen ook de onkosten voor de ge meenschap. Het Congres van de Internationale Kamer te Washington heeft den wensch uitgespro ken, dat een gemengde conferentie zal wor den bijeengeroepen, bestaande uit vertegen woordigers der verschillende transportmid delen in de verschillende landen, ten einde het vraagstuk der coördinatie der transport middelen aan een nader onderzoek te onder werpen. De voorbereiding van deze conferentie is opgedragen aan een internationale commis sie van deskundigen, onder voorzitterschap van Dr. Otto Most, Oberbürgemeister van Duisburg-Ruhrort. Deze commissie heeft be sloten, dat men zich voorloopig zal beper ken tot een onderzoek naar het „rail''- en motorvervoer. Weliswaar komen verschillen de andere vervoermiddelen in aanmerking om mede in dit onderzoek betrokken te wor den (b.v. luchtvaart en binnenvaart), doch men bewaart dit voor een later stadium van het onderzoek. De commissie heeft een vragenlijst opge steld, waarin tal van gegevens gevraagd worden, die van belang zijn voor een beoor deeling van het vraagstuk. De vragenlijst is toegezonden aan de Nationale Comité's van de Internationale Kamer van Koophandel in de verschillende landen met het verzoek om de gevraagde gegevens te verschaffen. Wanneer men voor een aantal landen ge gevens heeft, b.v. over het rendement der spoorwegen, over de kosten van het wegen stelsel en over de bijdragen daartoe door de gebruikers der wegen, verder over de mate en den aard der concurrentie, welke het mo- torverkeer aan de spoor- en tramwegen aan doet, zal de bovengenoemde gemengde inter nationale conferentie worden bijeen geroepen om een oordeel uit te spreken over de rich ting, waarin de zoo noodige rationalisatie van het vervoer zal dienen te gaan. De Nederlandsche Organisatie voor de In ternationale Kamer van Koophandel te 's- Gravenhage heeft een beroep gedaan op de ministers van waterstaat en koloniën en op de bij dit vraagstuk betrokken organisaties hier te lande met het verzoek, vertegenwoor digers aan te wijzen in een gemengde cotn-, missie, ten einde de vragenlijst te beantwoor den. De beide ministers en de uitgenoodigde or ganisaties hebben aan dit verzoek gevolg ge geven. Een commissie is ingesteld onder voorzitterschap van den heer J. B. van der Houven van Oordt, voorzitter van de Ne derlandsche Organisatie voor de Internatio nale Kamer van Koophandel, waarin de vol gende heeren zitting hebben :C>r. N. A. Lun- singh Tonckens als vertegenwoordiger van den minister van waterstaat, Ir. J. Blacksto- ne als vertegenwoordiger van den minister van koloniën, mr. F. F. de Bruyn als verte genwoordiger van de Ned. Spoorwegen, Jhr. Ir. J. Roëll en de heer A. J. Kuiper voorde Ned. tramwegen, de heer G. P. J. Caspersz voor de Ned.-Indische spoor- en tramwegen, de heer A. J. Kuiper tevens voor de autobus dienst-ondernemers, de heer J. H. W. König voor den Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, de heer H. W. O. de Bruyn voor den A.N.W.B., Mr. B. Ph. Baron van Ha- rinxma thoe Slooten voor de K.N.A.C.. de heer M. S. Wijnberg voor de R.A.I., en Ir. J. W. van der Vegt als Nederlandsch lid van de Commissie voor Spoorwegvervoer van de Internationale Kamer van Koophandel, ter wijl de heer H. W. O. de Bruyn ook als Ne derlandsch lid van de Commissie voor We gentransport van de Internationale Kamer van Koophandel van de commissie deel uit maakt. Secretaris is Drs. S. Posthuma. uit Margraten van zijn wagen springen. Op dat oogenblik passeerde juist de tram naar Vaals. Hij werd gegrepen en een eind meege sleurd. De man werd dood opgenomen. Het slachtoffer laat een vrouw en kinderen achter. AUTO-ONGEVAL BIJ VENRAY. Kind gedood, vrouw gewond. Woensdagmiddag, zoo vertelt de Tel keerden enkele kinderen, wonende aan de Crayenhut, na schooltijd huiswaarts. De schoolkinderen kwamen uit een zijstraat en staken, nadat een auto gepasseerd was, plot seling den weg Venray—Eysselstein over, waarbij zij vermoedelijk een anderen auto, bestuurd door den heer M. uit Deurne, niet opmerkten. Het zesjarig meisje E. Verstap pen werd gegrepen cn op slag gedood. Door de manoevre, welke de bestuurder vermoede lijk trachtte te maken om de kleine te ontwij ken, werd de aan ae rechterzijde van den weg fietsende onderwijzeres mej. Hoefnagels eveneens gegrepen en op den grond gewor pen. Zij kreeg een hersenschudding en een gapende wonde aan het hoofd en werd naar haar woning te Deurne vervoerd. Haar toe stand was redelijk. De marechaussee stelt een onderzoek in. KONINGIN EN PRINSEN NAAR HET LOO. Gistermorgen is H M. de Koningin naar Het Loo vertrokken, terwijl later in den och tend eveneens H K. H. Prinses Juliana vertrok. DOOR EEN TRAM OVERREDEN. En gedood. Woensdagmiddag wilde op den rijks straatweg Maastricht—Gulpen een voerman fluisterden, wij brachten met veel spanning de woorden over onze lippen. De kat ging dit vervelen, ze sprong van den schoot. Waren er misschien muizen in deze kamer? Nina kroop onder de kast en loerde. Toen de gravin mij verliet, bleef poes bij mij in het vertrek. Ik sloot direct de deur, na het vertrek der gravin. Ik hield een vagen indruk over, als had er in de gang iemand gestaan, die ijlings wegliep. Ik aarzelde, luisterde aan de deur. Meteen hoor ik voet stappen, barsch geroep van: direct open maken! en ik hoorde hoe er op de deur der gravin werd gebeukt. Onmiddellijk begreep ik alles: zij zouden nu ook bij mij komen. Eén oogenblik was ik verlamd van den schrik. Mijn bloed circuleerde niet langer. Koude rillingen liepen langs mijn rug. Wat moest ik doen? Ik droeg de drie steenen los in mijn zak. Waar ze verbergen? En waar lijk als om me te hoonen, gilde uit de haven de sirene van de Dtensche boot. Dus de booten waren uitgezet; dit beteekende het kwartier, waarin onze redding zou heb ben plaats gevonden. Jk liep naar het raam. Een sprong naar omlaag, in den tuin? Ge vaarlijk, maaralreeds te laat. Er ston den een paar matrozen, die naar de vensters omhoog keken. Op het moment, dat ik me omdraaide, werd er op mijn deur geklopt. Ik was niet in staat me te verroeren. Mijn oogen zochten de muren, de deur af. Ergers mogelijk een plek om wat te verstoppen? Maar waar ik ook in dit vertrek de edel steenen zou kunnen wegmoffelen, zullen ze gevonden worden; die daar verstaan de kunst van zoeken beter San wij die van het ver stoppen. De kolf van een geweer beukt op mijn kamerdeur: opendoen! Het lawaai daverde DOODEL1JK ARBEIDSONGEVAL. Gistermiddag vond men op de machine fabriek van Stork Co. te Hengelo den ge huwden werkman K. dood naast een der ma chines liggen met gespleten schedel. Men vermoedt, dat een onderdeel van de in be weging zijnde machine met het slachtoffer in aanraking is gekomen, met het noodlottig gevolg, dat de man werd ge' pen en gedood BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN. Te Den Bosch. Gisteravond is te Den Bosch de soldaat Verbruggen, afkomstig uit Terwinselen, inge deeld bij de tirailleurecompagnie van het regiment wielrijders, bij het zwemmen in een gracht op de Vugthsche heide, verdronken. Zijn lijk is later opgehaald en naar het doo- denhuisje te Vught overgebracht. Bij Nijmegen. Gistermiddag is in de Waal bij Nijmegen verdronken de 20-jarige De Bruin, die bij het zwemmen vermoedelijk in een draoikolk te recht is gekomen. Het lijk is nog niet opge- vischt. LIJK TE WORKUM AANGESPOELD. Vermoedelijk van een der opvaren den van de „Stanfries". Bij Workum is gistermiddag een lijk aan gespoeld van het mannelijk geslacht. Het ver keerde in staat van ontbinding. Men ver moedt, dat dit het lijk is van een der opvaren den van de „Stanfries IV". Nader wordt gemeld, dat er sterk vermoe den bestaat, dat het aangespoelde lijk het ontzielde lichaam van Piet de Vries is, dek- knecht aan boord van de vergane „Stanfries IV", hoewel het lijk geheel onherkenbaar was Men heeft echter een beurs met geld in een der broekzakken gevonden, terwijl alle kleeren zich nog op het lijk bevonden. Herkend als een der slachtoffers van de „Stanfries". Het gistermiddag bij Workum aangespoel de lijk is door de familie aan de kleeren her kend. Het is dat van Pieter de Vries, wonende te Leeuwarden, stuurman van de vergane „Stanfries IV". NOODTOESTAND IN HET ZUIVELBEDRIJF. Door den Katholieken Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond is aan den Minis ter van Ecbnomische Zaken en Arbeid een telegram verzonden, waarin medegedeeld wordt dat door de katastrofale prijsdaling der zuivelproducten het afwachten van de aanneming en in werking treding van de steunwet voor de melkveehouderij niet meer verantwoord is en er op aangedrongen wordt dat de Minister onverwijld maatregelen treft. het gansche huis door en zou dooden hebben doen ontwaken. Met een sprong van ontzet ting was de kat plotseling vanonder het bed te voorschijn gekomen. Zij stond met hoog gewelfden rug naar de deur te staren. En in die ééne seconde kreeg ik een ingeving. Ik bukte mij, als voerde ik een reeds lang be raamd plan uit en greep Nina. Naar de deur, waar ongeduldig gemompel waarneembaar werd, riep ik: „Ik zal dadelijk openmaken! Even geduld! Ik sta in mijn hemd!" Uit mijn zak haalde ik de steenen te voor schijn, vastberaden peuter ik aan haar strik en dan laat ik het dier loopen. Ijlings wierp ik vest en jurk van me af en ren naar de deur. De kat wipte weg, voordat nog de ma trozen en soldaten binnentraden. Het waren plompe, doch goedmoedige kerels. Zij doorzochten me, haalden in de kamer alles overhoop vonden natuurlijk niets. „Kameraden", zei de lange vent, die het in signe van leider droeg: „Kameraden, hier hebben wij onzen neus in een liefdes-affaire gestoken,hahaha maar terug, jon gens!" En smoezelend trokken ze ai Vóór de herberg liep ik tegen de gravin aan. Zij stapte naast admiraal Jurow voort, in de linkerhand droeg zij haar bundeltje kleeren, met de rechteretand drukte ze haar poes tegen haar borat. Ik dorst even op te ademen. Jurow liep met leege handen Mag ik van u het bundeltje dragen, gravin? vroeg hij. Zij reikte het hem over. Wij, de gravin en ik, keken elkaar niet aan. Zonder eenig vermoeden droeg ze Nina Dat was juist goed en voldoende. Had ze iets ge weten, licht dat zij zich toch nog verraden had. Van de kleine bootjes woei de Danebrog; Vracht wagens Tractor» Omnibussen n v M. ENGIEBERT'S AUTOMOBIELHANDEL OEN HAAG. THERESIASTRAAT 145, TELEFOON 77208S AMSTERDAM; WETERINGSCHANS 130, TELEFOON 34359 MIDDELBURG. KORTE DELFT A83. TELEFOON 62» PAARD OP HOL GESLAGEN. De landbouwer S. te Bergen op Zoom, die uit Oudenbosch met paard en rijtuig huis waarts keerde, zette op een gegeven moment zijn paard tot grootere snelheid aan, waar door het schrok en viel. Het dier sprong weer op en sloeg op hol. S. en zijn moeder, die zich in het rijtuig bevonden, werden eruit geslin gerd en ernstig verwond opgenomen. MET ZIJN AUTO TE WATER GERAAKT. Gistermorgen omstreeks half negen is de heer G. Meijerink, besteller van de Dedems- vaartsche Stoomtramweg Mij., komende met een vrachtauto van Slagharen, ongeveer 3 K M. ten Westen van Coevorden met een vrachtauto in het Krimkanaal gereden. Hij wist nog uit den auto te springen, maar kwam desondanks in het kanaal terecht, waaruit hij na ongeveer tien minuten dreggen in bewus- teloozen toestand is opgehaald. Na geruimen tijd kunstmatige ademhaling te hebben toege past, slaagde men er in den drenkeling bij te brengen, waarna hij op advies van dr. Homan uit Coevorden opgenomen is in het ziekenhuis te Coevorden. De toestand van het slachtoffer is niet zonder gevaar. ?jj WIERINGEN DOOR MUGGENPLAAG GETEISTERD. Het Westelijk deel van Wieringen wordt, zoo vertelt de Tel., momenteel door een mug-) genplaag van ongekende hevigheid geteis terd. Dichte wolken dezer insecten verdonke ren ter plaatse de lucht. De malariadienst uit Noord-Holland is reeds gewaarschuwd, doch dr. Spierink, uit Heer-Hugowaard, kon con- stateeren, dat men hier niet met malaria muggen te doen had. Men vermoedt, dat het naast den afsluitdijk Noord-HollandWie- ringen gelegen boezemmeer de broedplaats is der muggen, daar de larven aldaar in dikke lagen op het water drijven. TWEE EN TWINTIG JONGE VOSSEN GEVANGEN. In de bosschen bij Zeddam en 's-Heeren- berg (Gld.) hebben jachtopzieners van het Huis Bergh dezer dagen niet minder dan 22 jonge vossen levend gevangen. FLESSCH'E NTRE K KE R1J. Een inwoner van Haarlem heeft van een firma gevestigd op den Nieuwen Keizers gracht te Amsterdam goederen ter waarde van 362.50 gekocht, doch deze niettegen staande ze hem ?ijn geleverd nog niet be taald. Daar is gebleken, dat bedoeld persoon bij nog drie andere firma's aldaar goederen heeft gekocht zonder ze te betalen, wordt flesschentrekkerij vermoed. EMIR FEISAL VERTROKKEN. Hedenochtend heeft Emir Feisal zich per auto van den Haag naar het vliegveld Schip hol begeven, vanwaar hij met een speciale machine der K.L.M. naar Berlijn is vertrok ken. Het toestel werd bestuurd door den vlie ger Tepas. HISTORISCHE VONDST OP DE VELUWE. Op de Hooge Woeste onder Epe, is bij heideontginning een begraafplaats van de oudste bewoners der Veluwe blootgelegd. In verscheidene ronde grafheuveltjes werden ge- delten van geraamten, waarbij verscheidene steenen gebruiksvoorwerpen aangetroffen, o.a. kannen, steenen, bijl en steenen speld. een roode vlag, maar de hemel zij gepre zen! met een wit kruis in het midden. Onze schreden verhaastte zich. De mannen van het escorte begonnen te vloeken, zij bleven aldoor naast ons. Nu snel in de booten Eerst de groep vóói ons. Een oude mail huilt met opengesperde oogen. Nu wij. De admiraal. Nu de giavin daar staat een man in afgedragen uniform vóór haar. Om zijn grijnzenden mond speelt een afschuwelijk lachje. Halt! zegt hij. Wij worden allen bleek. En de man grijpt met een ruwen ruk poes uit den arm der gravin. Men heeft geen tijd om te begrijpen wat er nu gebeurde. Iets wits zwaait in de lucht, gilt hevig en klagelijk en smakt dof op een stok rots neer. Poesje in onmiddellijk dood. De soldaat bukt. Handig opent hij het lijfje van Nina. Ik moet me afwenden. Afschuw en wal ging snoert mij de keel toe. Ik hoor den sol daat zeggen: „niets! Het had gekund dat ze de kat een paar brillanten hadden doen slikken". En hij gaat iheen Ik moet langs het doode beest gaan, en hoewel ik me wee voel van dit alles, vind ik toch de kracht om comedie te spelen. Ik beui het lijkje op. Met gebogen hopfd, als onder druk ik een huilbui, loop ik over de loop plank en stap op het dek van het nog wach tende schip, met poes stijf tegen we aan ge drukt. Spotlachen klinkt me na. De boot stoot af. Wanneer we uit zicht zijn, ontwaar ik den blauwen strik van poes en neem er de steenen uit. Alle drie zijn ze er nog. De Denen lachen De jonge luitenant klopt me waardeerend op den schouder. De gravin buigt zich over mijn hand; nog juist kan ik die lieve beweging verhinderen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9