Spoct JSUutmlatuL EEN HALF DOZIJN BEROEPEN. HOTEL-DIRECTEUR. De directeur van een der bekendste hotels van ons land, dien ik gedurende dag zal schaduwen, heeft me verzocht te Tialf acht 's morgens present te zijn. We ontbijten samen in de groote fel-rood gestoffeerde eetzaal, waar op dat uur nog slechts een paar tafeltjes zijn bezet De regenachtige ochtend inspireert de gasten van dit voorname verblijf niet tot op staan; de kellners in rok, zwarte figuren, die zich waardig bewegen tusschen de smetteloos- witte tafels, zijn nog in de meerderheid. We praten over de verhouding tusschen den hotel-directeur en 't publiek, dat van n leider van 'n hotel serviliteit van den voormaligen herbergier pleegt te verlangen, niet begrijpend, dat een groot hotel een ingewikkeld zakelijk apparaat is, welk's leider niets met den ouden herbergwaard uitstaande heeft. Het ontbijt is ten einde, en we zullen een in spectietocht door het hotel gaan ondernemen. Mijn mentor raadt me de oogen goed open te zetten en tekortkomingen, die me op mochten vallen, niet onder me te houden. We werpen vluchtige blikken op de tafels in de eetzalen, groeten hier en daar met een hoofdknik groepjes ontbijtenden; we bezoeken de zaal, die door werklieden voor een avond feest wordt ingericht, we gluren even in de bar, en komen dan in de halL Daar meldt zich een chasseur, die zijn dagtaak te laat aanving. Mijn leidsman bevestigt met een paar woorden het reeds door den portier aangekondigde ont slag, en vervolgt zijn weg. „Portier, op de tafeltjes ontbreken de asch- bakken". De portier mompelt een antwoord, dat ons slechts ten deele bereikt, omdat we al boven op de trap naar de eerste étage zijn, waar de inspectietocht eerst goed blijkt te beginnen. Er ontgaat niets aan de blikken van mijn ge leider, en ik verbaas me^over de verscheiden heid der richtingen van zijn aandacht. De toe stand der toiletten interesseert den directeur niet minder dan de gepoetste schoenen en de wijze van ligging van het ochtendblad voor de deuren der slaapkamers; zijn oogen monsteren het voor een gast opgeperste costuum even nauwkeurig als zij het den wijsvinger doen, die over den bovenkant eener lambrizeering streek; het uiterlijk der kamermeisjes, die we voorbij loopen, is een even belangrijk punt van aandacht als het uiterlijk der corridors Zoo nu en dan tippen we de asch onzer ciga- retten in een verborgen hoekje, opdat later zal kunnen blijken, of de kamermeisjes niet ver zuimen weinig opvallende hoekjes schoon te maken. „Nogal listig", vind ik. „Als men 150 man personeel onder zich heeft en 200 kamers en de toegangen tot die kamgrs puik in orde wil hebben, moet men de list wel te hulp roepen. Het personeel moet weten, dat op kleinigheden gelet wordt, de groote dingen doet het ook zonder controle wel goed". In het directiekantoor vinden we op het bu reau een aantal administratiebescheiden. Con- trolestrookei^ die laten zien of het personeel tijdig in dienst is geweest, op onderteekening wachtende brieven aan reisbureaux en aan particulieren, een dikke post, de maaltijden- en logieslijsten. Terwijl de directeur zijn correspondentie af handelt, telefoneert, besprekingen voert met zijn correspondent, met den chef de réception, de huisjuffrouw, de typiste en de cassière, snuf fel ik in de maaltijdenlijst. Ik lees o. a., dat tot nu toe 10.000 gewone diners verkocht zijn, dat het personeel 12514 warme maaltijden ver orberde, dat de muziek alleen 385 diners ver werkt De lijst van komende en vertrekkende gas> ten wijst uit, dat vandaag 50 personen hun in< trek in het hotel zullen nemen. Nadat nog de indeeling der tafels en de tafel versiering voor 't diner via de huistelefoon ge regeld zijn, dalen we naar de kelderverdieping van het hotel af. De linnenjuffrouw en twee meisjes verzorgen in de linnenkamer de dage lijksche wasch, die ongeveer 11 groote manden vult. De lijst vermeldt o.a. 1130 servetten, 400 lakens, 230 doeken voor de keuken We bezoeken de keuken, alwaar de chefkok leiding geeft aan een dozijn helpers, die roeren bakken, koken en braden, en die zich bedrijvig tusschen de gloeiende fornuizen en kachels be wegen. „Op hoeveel1 soupers heb je van avond gere kend, chef?" „Ruim 150, maar als het noodig is kan ik er meer brengen ook". Hij voert ons door de patisserie, vervolgens door de afdeeling waar groote hoeveelheden prachtig rauw vleesch bewerkt en in porties verdeeld worden, en ten slotte door de koel ruimten, voorraadplaatsen, rijk gevuld met visch en andere consumptie-artikelen. We rijden in den auto van den directeur de stad in om eenige inkoopen te doen, speciaal bestemd voor het groote feest, dat hedenavond in het hotel zal plaats vinden. Als we terugkeeren is het inmiddels lunch tijd geworden. We begeven ons naar de keu ken. Het is daar nu warmer en jachtiger dan vanmorgen. In draf zijnde hulp-kellners geven bons aan den chef-kok, die zijn bevelen in het Fransch uitgalmt; de koks schreeuwen ze te ri\£, zich haastend tusschen de fornuizen en 't lange aanrecht, waar de hulpkellners de on derdeelen van het metalen servies ter ont vangst van de spijzen al gereed houden; het rinkelen der schalen overstemt soms de uit roepen de fornuizen puffen en gloeien een der koks gooit met luid geraas kolen op het vuur.... ketels sissen.... het is een men geling van klanken en geluiden. De hulpkellners torseli in looppas zware vrachten de trap op, in looppas keeren ze weer om nieuwe vrachten, ze rennen af en aan, de chef-kok schreeuwt, de koks draven, smijten, roepenhet is alsof een ieder zich tot 't uiterste inspant om ergens ver weg een on verzadigbaar monster met vrachten uitgezoch te eetwaren in een goede luim te houden. Naast de keuken reppen talrijke vrouwenhan den zich met 't vaatwerk, rijen schotels en kommen schuiven op de aanrecht, waar zij onmiddellijk weer in beslag worden genomen. Kellners, koks en schoonmaaksters lijken te vechten om het bezit van onafzienbare hoe veelheden tafelzilver. We begeven ons naar boven. In de vertrek ken vóór de eetzalen jachten slechts de hulp kellners; de kellners, die de laatste hand aan de schotels leggen, voordat deze geserveerd worden, brengen in de vertrekken al een vleugje van de kalme, waardige, deftige sfeer, die in de eetzalen hangt. Mij treft het verschil in de wijze, waarop de kellner het eten behan delt, en de manier, waarop men er in de keu ken mee omsprong. Voor den kok is het eten slechts werkmateriaal, dat vakkundig, maar zonder uiterlijken eerbeid, ja, met eenige, zij het onvermijdelijke, ruwheid wordt doorgege ven; hierboven daarentegen wordt het in den waren zin des woords eerst onderdeel van het menu. 't Is alsof de kellner een wijdende han deling verrichtbeneden wekten de spijzen niet de gedachte aan eten... boven doen ze iemand trek krijgen Deed de keuken aan een onrustige werkhel denken, de eetzaal lijkt op een vreugdigen, plaisanten hemel. Het is ruim twee uur, voordat mijn mentor den tijd gekomen acht zich voor een inwendige versterking naar zijn eigen eetkamer te bege ven. Van zijn vrouw verneem ik, dat de hotel directeur zijn maaltijden op de ongeregeldste tijden neemt, en dat er soms dagen voorbij gaan, zonder dat zij hem aan tafel ziet In het kantoor teruggekeerd, treffen we den chef de réception, hij kondigt het bezoek aan van een dame, die niet met haar rekening ac- coord gaat, en ik ben getuige van de oplossing van dit meeningsverschil, dat over de somma van 3.handelt. Later zien we haar afrei- ten in haar met koffers beladen auto, die op een waarde van 30.000 wordt geschat. In de volgende uren vertoeven we dan hier, dan daar. De directeur inspireert de mannen, die in korten tijd de eetzaal moeten versieren; hij zweept de electriciens op, geeft kassiers, garderobejuffrouwen en kellners opdrachten voor 't avondfeest, hij telefoneert, voert be sprekingen met de gasten, met den chef-kok, met den man, die de champagne op het ijs moet zetten. In koortsachtigen ijver wordt alles voorbereid, zonder dat de hotelgasten ook maar iets vtn de opwinding bemerken. De di recteur is het middelpunt van alles en van al len, koel en rustig uiterlijk, maar inwendig nerveus van spanning, staat hij als een klip in de branding der werkzaamheden. O, hij kent zijn mannetjesl - Als de gasten zich te 7 uur aan het diner zetten, zien ze den nu in smoking gekleeden directeur, rustig en zelfverzekerd, alsof hij een goede rust van enkele uren besloten had met een lauw bad, en alsof men buiten hem om de verrassend snel tot stand gekomen wijziging van het interieur in orde had gebracht, langs de tafels loopen. In de keuken is het nu nog warmer en ru moeriger dan vanmiddag; in de eetzalen heb ben de avondkleedij en de zachte tziganen- muziek een nog voornamere en een nog meer weelderige stemming gebracht dan er tijdens de lunch was. Wijn fonkelt in de glazen, bril janten schitteren, tusschen gonzende stemmen kirt zoo nu en dan een hooge vrouwenlach, statige obers offeren met plechtige gebaren en met ondoorgrondelijke maskers spijzen Beneden hijgen de koks zweetend tusschen de fornuizen, zij schreeuwen in onverstaan baar Fransch, hulpkellners jachten met zware etensvrachten naar boven, schotels en borden kletteren, de stoomende waschmachine wascht vuile borden, die een man er met ontstellende snelheid inwerpt Na het diner staan voor ons in het kantoor sandwiches klaar; er moet nog zooveel gere geld worden, dat de tijd voor warm eten ont breekt. De eerste hap in de sandwiches is nog niet gedaan, of de chef de réception eischt de aandacht van den directeur weer op. We bui' gen ons over staten en grafieken, praten en maken berekeningen over de verdeeling der gasten over de kamers. Voor middernacht maken we nogmaals een inspectietocht naar de kelderruimten, ter voor bereiding van het carnavalssouper. Om 12 uur beginnen de zalen zich te vullen met gasten, en voor de derde maal dien dag vangt in keuken de voorbereiding van de voe dering van een voor de koks onzichtbaar, vraatzuchtig monster aan. We treffen boven al tientallen menschen met voorpret in de oogen. Champagneflesschen worden ontkurkt, de muziek laait op, paren deinen dansend op en neer... langzamerhand ontgloeit het nacht feest, dat dra met zijn feilen schijn ook de harl ten der menschen in brand zal steken. „Ik kan me voorstellen, dat je moe bent" zegt de directeur, als ik drie uren na midder nacht afscheid van hem neem. „Ik heb nog een paar uur voor de boeg, maar... dat doet er niet toe, de avond slaagt, het worden ruim 300 soupers Motoren. Motorraces te Alkmaar. Zondag 22 Mei worden op de Alkmaar- sche grasbaan weer grasbaanwedstrij- den voor motoren van 250, 350 en 500 c.M'. cilinderinhoud. Hoewel het zich eerst liet aanzien, dat deze races minder goed zouden slagen is daarin plotseling een verandering gekomen. De besturen van den renners bond en van den bond van grasbaan- besturen zijn na lange onderhandelingen tot een overeenstemming gekomen, zoo dat men nu verzekerd is van een wed strijddag, zooals Alkmaar, noch eenige andere stad, ooit gekend heeft. Wat toch is het geval? Door de over eenkomst tusschen de beide monden zijn alle seniores ingeschreven voor Zondag a.s. We zullen dus heftige duels zien tusschen v. Hamersveld, v. d. Pluym, v. d. Berg, Breeman, Jac. Al, Houtop, enz. enz zij zullen Zondag een verwoe den strijd strijden om de eereplaats. Zij zullen met alle andere seniores (er heb ben er niet minder dan 16 ingeschreven!) vechten op de m'ooiste en meest vaste baan van Nederland. Zij zullen trachten, om revanche te nemen voor de verras sende nederlagen in Hilversum en Dordrecht! De juniores-afdeeling is nog beter be zet. 22 deelnemers zullen in deze af lee- ling aan den start verschijnen, waaron der alle bekende uit geheel West-Neder land. Ook hier wordt felle strijd ver wacht, ook hier zal goede sport gegeven worden. Tenslotte zullen 19 nieuweling-u in een fairei; kamp strijden om de eere plaatsen. Het terrein zelf is in puike orde. De baan is nauwkeurig nagezien en ligt op 't oogenblik buitengewoon vast, zoodat alle toeschouwers reeds vooruit weten, dat er fraai bochtenwerk gegeven zal worden. En aangezien verschillende rijdens het „broad-siding"-systeem toe passen, zullen hooge snelheden zeker niet tot het onmogelijke behooren. Rest ons nog te vermelden, dat van Hamersveld voor het eerst op de Alk- maarsche baan met een Evsink uitkomt, terwijl de kans bestaat, dat v. d. Berg het Rudge-merk zal verdedigen! Er wacht ons in Alkmaar een bui tengewoon schitterende sportdag! Groote Prijs van Nederland. Voor de T.T.-races op 25 Juni hebben thans de eerste buitenlanders ingeschreven. Maison Saroléa te Herstal (België) schreef n.1. in met de bekende rijders Grégoire en Noir in de 500 c.M.3 klasse. Buiten de reeds vroeger vermelde Neder- landsche rijders schreven nog in: de heeren J. H. P. Jansen op Motosacoche en K. Rein- bergen op Norton in de 350 c.M.3 klasse, A. Hartman op Motosacoche en N. Bovee op H.D. in de 500 c.M.3 klasse. Korfbal. Een nauveauté op korfbaléebied. Het „zichtbaar maken" van doelpunten. In de korfbalbeweging staat nog altijd de „bodemlooze" de zoo vaak becritiseerde korf zonder bodem in het centrum der belangstelling. Velen kunnen er zich nog steeds niet mee vereenigen en misschien ten onrechte. Het is immers een vaststaand feit, dat bij een snel schot vaak moeilijk valt te constateeren, of de bal inderdaad „gezeten" heeft. Ook de spelers(sters) zelf kunnen dat dikwijls niet nauwkeurig waarnemen. En dan niet te vergeten de scheidsrechter, die bij het toekennen van een doelpunt wel eens moet afgaan op de sportieve verklaring van een speler(ster), die «ch op het moment, dat ge schoten werd, vlak bij den korf bevond. Hoe vaak gaat niet de bal geruischloos door den korf? Kan ook het zonlicht, de heldere he mel, soms geen beletsel vormen voor het nauwkeurig waarnemen van een doelpunt, daaralles zich zoo snel afspeelt? De in middenvak en verdediging spelen den weten zelfs somtijds niet, of er door hun partij al dan niet gescoord is. En hoe moet het dan wel niet gesteld zijn met den leek en vooral met diegenen, die eens naar een internationalen wedstrijd waar de af stand tusschen toeschouwers en paal zoo groot is gaan kijken, en te zien, of het korfbalspel hun ook interesseert? Men dient er op uit te zijn, om het spel zoo begrijpelijk mogelijk te maken en daarom zullen bij wijze van proef in den HollandBelgië- wedstrijd Zondag a.s. te Den Haag, op een zoo ruim terrein, de beide korven aan de on derzijde van een zoodanige eenvoudige in richting voorzien zijn, dat de ingesloten bal een oogenblik onder de mand blijft rusten en eerst dan er uit valt. Beter dan bij vorige gelegenheden, zal thans de score door den aandachtigen toe schouwer gevolgd kunnen worden. STEUN AAN MELKVEEHOUDERIJ. Aan de Memorie van Antwoord van den minister van Economische Zaken en Arbeid aan de Tweede Kamer inzake het wetsont werp, houdende tijdelijke maatregelen tot hulpverleening van de melkveehouderij wordt het volgende ontleend. Reeds meer dan eens is uit de Kamer de gedachte van een algemeen stelsel naar vo ren gebracht en heeft de regeering haar zienswijze daar tegenover ontvouwd. Voor een algemeen opzet ware alles te zeggen ge weest, als iemand had kunnen voorspellen hoe de crisis-gevolgen om zich zouden grij pen. Zeker zal men wel als algemeen begin sel willen aanvaarden, dat slechts regee- ringshulp moet worden geboden daar, waar de noodzaak intreedt. Eenerzijds kan de re geering niet anders doen dan voor alle dee- len van het economisch leven waken en zor gen en, als desniettegenstaande ondergang gaat dreigen, bijzoncleren steun bieden, an derzijds de partieele plannen aan sociale en economische eischen toetsen. Als algemeene gedachte van het regee- ringsbeleid wordt in verband met het alge meene plan de aandacht gevestigd op de wen- schelijkheid om afzetgebieden te behouden. Van die gedachte is de regeering geheel ver vuld. Zij streeft met alle beschikbare midde len in die richting. Zij zal om in die richting nog meer met kracht te kunnen doen nog meer bevoegdheden vragen. Naar gelang verschillende groepen door de crissi met ondergang bedreigd werden zijn de partieele regelingen in werking ge bracht. Bekend is, dat thans ook tot de toestand der zandboeren de volle aandacht der regee ring uitgaat. Reeds is in het ontwerp tot steun aan de kippenhouderij een vrucht daar van te zien, terwijl over andere vormen van steun aan het bedrijf op de zandgronden een ^onderzoek gaande is. Op de vraag of dit ontwerp vrucht van het overleg van het geheele kabinet is wordt bevestigend geantwoord. Zeker geldt van zulk een belangrijk ontwerp in bijzondere mate de regel, dat wetsontwerpen de goed keuring van het geheele kabinet behoeven, al vorens te worden ingediend. Inderdaad is onder de veehouders de nood zoo hoog gestegen, dat velen hunner den on dergang nabij zijn; waardoor niet alleen de landbowv, doch de geheele volkswelvaart op ernstige wijze wordt bedreigd. Het ontwerp zoekt in de eerste plaats een oplossing uit de moeilijkheden door verhoo ging van het gebruik in het eigen land en dus niet uitsluitend in den export. Inderdaad zal de voorgestelde regeling, indien zij slaagt, den prijs der spijsvetten doen stijgen en bij gevolg ook de kosten van het levens onderhoud verhoogen. Evenwel de prijzen blijven op een zeer redelijk peil. Bovendien wegen de nadeelen van den hoogeren prijs niet op tegen die van den ondergang van de landbouwbevolking, welke te verwachten is wanneer deze eenvoudig aan haar lot wordt overgelaten. Ook mag niet uit het oog wor den verloren, dat de ongekend lage prijzen, die thans voor de zuivelproducten gelden groote crisiswinst beteekenen voor de niet landbouwende bevolking. De bezwaren, ten aanzien van de margari nefabrikanten geopperd acht de minister niet overwegend. Het komt hem zelfs voor, dat de voorge stelde maatregelen ook de margarine-indus trie baat zullen brengen. Ook deze industrie lijdt door de goedkoopte der boter als ge volg waarvan zij haar debiet zeer belangrijk zag inkrimpen. Op dit oogenblik is in den kleinhandel boter zelfs goedkooper te ver krijgen dan bekende merken margarine. Bleef deze verhouding bestaan dan zou een veel grooter debiet van de margarine industrie wegvallen dan wanneer door de stijging der boterprijzen ook de met boter gemengde margarine op een redelijk prijspeil wordt gebracht. Ook de handel en de scheepvaart, zoomede aan de margarine-industrie verwante be drijven als raffinaderijen en olieslagerijen, hebben meer belang bij een, zij het wel licht eznigszins getemperd, doorwerken der margarineindustrie (vergeleken met normale tijden) dan bij behoud van den huidigen toestand. Dat aan het mengen van groote hoeveel heden boter in margarine in bepaalde sei zoenen technische bezwaren verbonden zijn, op grond der in het voorloopige verslag ver melde gronden, moet de minister beamen Hij is uit dezen hoofde voornemens voor- loopig de toevoeging van boter op 25 pCt te bepalen en af te wachten of in verband met den overgang van kaasproductie tot boter- productie met dit percentage kan worden volstaan. Voorts erkent de minister de bezwaren ver bonden aan het voorschrift, dat de zuivel producent, die voor zijn producten een hoogcr prijs ontvangt dan met een richtprijs der mel'kovereenkomst, genoopt zou worden dit meerendeel in de kas van het crisiszuivelfonds te storten. Met het oog hierou wordt in de nota van wijziging een andere redactie van artikel 10 voorgesteld, welke aan de in het voorloopig verslag geuite bezwaren tegemoet komt Het is nu de bedoeling van den minister een glijdende schaal vast te stellen, zoodanig dat naar mate meer boter voor de menging ge bezigd wordt het element margarine minder belast wordt en tevens de boter geleverd wordt tegen den prijs als aanvankelijk voor zien in het ontwerp. De minister deelt de opvatting, dat de voorgestelde bepalingen wet geworden aan de regeering een uitgebreide bevoegdheid geven, welke haar in staat stelt de zuivelp.o- ducenten krachtig te steunen. Dat deze steun zoo ruim zal zijn als de regeering zelf wel wenschelijk zal achten kan niet met wis kundige zekerheid worden verkléard. Met de uiterste kracht zal er evenwel naar gestreefd worden een richtprijs te bereiken Op het oogenblik brengt de melk van nor maal vetgehalte bij industrieele verwerking gemiddeld niet meer op dan 2cent per liter de steeds dalende waarde der ondermelk inbegrepen. Bij een gelijke productie en ver werking in '32 als in '31, toen 3.470.000.000 K.G. werd verwerkt, zou bij de huidige zuivelprijzen ten minste <3rie en ezn half maal 34.700.000 of ruim 120.000.000 benoodigd zijn om een richtprijs van zes cent per liter te bereiken. Het streven zal er op gericht zijn een richt prijs van ten minste vijf cent per K.G. melk te bereiken over de geheele periode waarvoor de ontworpen regeling zal gelden. Bij nota van wijziging is de datum in arti kel 20 van 1 Mei 1935 vervangen door 1 Oc- tober 1935. nieuw genoodzaakt zijn de productie i krimpen, met als noodzakelijk zevnl* n ontslag of het veelvuldiger inleggen zuimdiensten. van ver. Daar verschillende mijnen het than« stane contingent voor de maand mT; hebben overschreden, worden er haast NIEUWE SLAG VOOR ONZE MIJNINDUSTRIE. Fransch invoercontingent opnieuw verlaagd. Men bericht uit Heerlen aan de Tel.: Met ingang van 14 Mei heeft de Fransche regee ring den koleninvoer opnieuw beperkt. Thans is het contingent vastgesteld op 60 van den gemiddelden maandelijkschen invoer over de jaren 1928-1929-1930. Van deze 60 zal 50 geheel vrij mogen worden in gevoerd. De overige 10 zal door den direc teur der mijnen te Parijs aan de verschillen de kolen invoerende landen worden toege wezen. Via de zeehavens, waartoe ook nog Straatsburg gerekend wordt, zal nog 100.000 ton per maand mogen worden ingevoerd. Deze nieuwe maatregel beteekent voor onze toch al zoo getroffen Nederlandsche mijnin dustrie opnieuw een grooten slag. Haar afzet zal per maand met rond tienduizend ton steenkolen afnemen. De gevolgen hiervan kunnen niet uitblijven. De directies zullen op- kolen inerr naar Frankrijk verzonden verband hiermede wordt er b.v Zaterda Maandag niet gewerkt op de mijnen lub! eQ Laura, welke particuliere mijnen ongetwiiJü het zwaarst getroffen worden. COMMUNISTEN GEARRESTEERD Het lid van de Tweede Kamer de heer Va der Waerden heeft den minister van gevraagd: JUStlt,e Is het juist, dat op 18 Mei te Utrecht een gezelschap Duitsch communisten, die van b»! hoorlijke papieren waren voorzien en voo Nederlandsche vereeniging genaamd „Vrienden der Sovjet-Unie door middel van tconeel en zang propaganda zouden maken voor Sovjet-Rusland, door de politie is arresteerd en naar het politiebureau aan de Tolsteeg gebracht, zoodat de voorstel!jn„ niet kon doorgaan? Indien het bovenstaande geheel of j. hoofdzaak juist is, wil de minister dan mede- deelen of zulks in opdracht of met medeweten van hem geschiedde? Wil de minister mededeelen, uit welke over, weging tot dezen maatregel werd overgf," gaan, "die ingaat tegen de politieke vrijhei! die overigens in Nederland bestaat? Moet uit dezen maatregel de gevolgtrek, king worden gemaakt, dat in de toekomst geen buitenlanders in ons land gelegenheid zullen verkrijgen cm van hun politieke gezindheid te doen blijken door middel van openbare bij- eenkomsten, of geldt zulks enkel voor de communisten? Indien dit het geval is, is de minister dati niet van oordeel, dat aldus een der beste tra. dities van o,ns land te loor gaat, op het be. houd waarvan zeer vele Nederlanders prijs blijven stellen? BEDRIJFSPOLITIEK DER NED. SPOORWEGEN. De minister van Waterstaat heeft, naai het Hbld. meldt, op de vragen van de heeren Kampschöer en Van der Bilt betreffende de bedrijfspolitiek der Ned. Spoorwegen geant woord, dat naar zijr. meening de spoorwegen moeten worden beheerd volgens de beginselen eener openbare onderneming. De minister is van oordeel, dat in de hui dige abnormale tijdsomstandigheden met af nemend en door vrachtverlaging niet of slechts weinig te stimuleeren goederenver voer algemeene verlaging van de goederen, tarieven vooreerst niet raadzaam is. De afvloeiing van vervoer naar de vracht, auto en de mede daardoor verminderde ren tabiliteit van het spoorwegbedrijf mogen, evenmin als de dreigende spoorwegtekorten, worden geweten aap, de bedrijfspolitiek der spoorwegen en aan de bestaande goederen tarieven. Deze verschuiving, die zich overal elders evenzeer doet gevoelen, is in hoofdzaak een gevolg van de gemakken, die de vracht auto vooral voor het stukgoederenvervoer biedt boven het railvervoer, "welke omstan digheid het spoorwegbedrijf intusschen fe recht zich eveneens ten nutte tracht te ma ken. Met de commissie-De Vries is de minister van meening, dat er geen reden bestaat om, wanneer ondersteuning van land- en tuin bouw gerechtvaardigd mocht worden geacht, dezen steun niet rechtstreeks, maar langs den omweg van vrachtverlaging te bieden. DE UITWIJZING DER 22 DUITSCHERS. Men meldt het Hbld. uit Utrecht: In verband met de uitwijzing der 22 Duit schers, leden van de proletarische tooneelver- eeniging „Die Blaue Bluse", vernemen wij na der, dat de autoriteiten in ons land tegen de opvoeringen van officieele zijde in Duitschland waren gewaarschuwd. De verwijdering als on- gewenschte vreemdelingen geschiedde dan ook niet op eigen gezag der Utrechtsche politie, maar pas na ruggespraak met het departement te Den Haag. Tevens vernemen wij nog, dat de Duitschers via verschillende grensstations in ons land zijn binnengekomen, in zooverre althans aan hun woorden geloof mag worden gehecht. Zaandam was de eerste plaats die volgens het te voren opgestelde programma zou worden bezocht, maar naar gebleken is, zijn de Duitsche com munisten daar niet geweest. Ook in de als tweede aangekondigde stad zijn ze niet ver schenen, zoodat Utrecht de première zou heb ben beleefd, wanneer niet de politie aldaar te voren had ingegrepen. Het blijkt thans dat de waarschuwing uit Keulen hoofdzakelijk gericht moet zijn geweest tegen het zedelooze en anti-godsdienstige ka rakter der voorstellingen. «Het zal wel goede kunst zijn, maar lk wil het toch niet in huis hebben." „Maar mevrouw, en u heeft dat daar wel in huis 1" (Life).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 8