Spoct
JSUutmlatuL
EEN HALF DOZIJN BEROEPEN.
HOTEL-DIRECTEUR.
De directeur van een der bekendste hotels
van ons land, dien ik gedurende dag zal
schaduwen, heeft me verzocht te Tialf acht
's morgens present te zijn. We ontbijten samen
in de groote fel-rood gestoffeerde eetzaal, waar
op dat uur nog slechts een paar tafeltjes zijn
bezet De regenachtige ochtend inspireert de
gasten van dit voorname verblijf niet tot op
staan; de kellners in rok, zwarte figuren, die
zich waardig bewegen tusschen de smetteloos-
witte tafels, zijn nog in de meerderheid.
We praten over de verhouding tusschen den
hotel-directeur en 't publiek, dat van n leider
van 'n hotel serviliteit van den voormaligen
herbergier pleegt te verlangen, niet begrijpend,
dat een groot hotel een ingewikkeld zakelijk
apparaat is, welk's leider niets met den ouden
herbergwaard uitstaande heeft.
Het ontbijt is ten einde, en we zullen een in
spectietocht door het hotel gaan ondernemen.
Mijn mentor raadt me de oogen goed open te
zetten en tekortkomingen, die me op mochten
vallen, niet onder me te houden.
We werpen vluchtige blikken op de tafels in
de eetzalen, groeten hier en daar met een
hoofdknik groepjes ontbijtenden; we bezoeken
de zaal, die door werklieden voor een avond
feest wordt ingericht, we gluren even in de
bar, en komen dan in de halL Daar meldt zich
een chasseur, die zijn dagtaak te laat aanving.
Mijn leidsman bevestigt met een paar woorden
het reeds door den portier aangekondigde ont
slag, en vervolgt zijn weg.
„Portier, op de tafeltjes ontbreken de asch-
bakken".
De portier mompelt een antwoord, dat ons
slechts ten deele bereikt, omdat we al boven
op de trap naar de eerste étage zijn, waar de
inspectietocht eerst goed blijkt te beginnen.
Er ontgaat niets aan de blikken van mijn ge
leider, en ik verbaas me^over de verscheiden
heid der richtingen van zijn aandacht. De toe
stand der toiletten interesseert den directeur
niet minder dan de gepoetste schoenen en de
wijze van ligging van het ochtendblad voor de
deuren der slaapkamers; zijn oogen monsteren
het voor een gast opgeperste costuum even
nauwkeurig als zij het den wijsvinger doen,
die over den bovenkant eener lambrizeering
streek; het uiterlijk der kamermeisjes, die we
voorbij loopen, is een even belangrijk punt
van aandacht als het uiterlijk der corridors
Zoo nu en dan tippen we de asch onzer ciga-
retten in een verborgen hoekje, opdat later zal
kunnen blijken, of de kamermeisjes niet ver
zuimen weinig opvallende hoekjes schoon te
maken.
„Nogal listig", vind ik.
„Als men 150 man personeel onder zich
heeft en 200 kamers en de toegangen tot die
kamgrs puik in orde wil hebben, moet men de
list wel te hulp roepen. Het personeel moet
weten, dat op kleinigheden gelet wordt, de
groote dingen doet het ook zonder controle
wel goed".
In het directiekantoor vinden we op het bu
reau een aantal administratiebescheiden. Con-
trolestrookei^ die laten zien of het personeel
tijdig in dienst is geweest, op onderteekening
wachtende brieven aan reisbureaux en aan
particulieren, een dikke post, de maaltijden- en
logieslijsten.
Terwijl de directeur zijn correspondentie af
handelt, telefoneert, besprekingen voert met
zijn correspondent, met den chef de réception,
de huisjuffrouw, de typiste en de cassière, snuf
fel ik in de maaltijdenlijst. Ik lees o. a., dat
tot nu toe 10.000 gewone diners verkocht zijn,
dat het personeel 12514 warme maaltijden ver
orberde, dat de muziek alleen 385 diners ver
werkt
De lijst van komende en vertrekkende gas>
ten wijst uit, dat vandaag 50 personen hun in<
trek in het hotel zullen nemen.
Nadat nog de indeeling der tafels en de tafel
versiering voor 't diner via de huistelefoon ge
regeld zijn, dalen we naar de kelderverdieping
van het hotel af. De linnenjuffrouw en twee
meisjes verzorgen in de linnenkamer de dage
lijksche wasch, die ongeveer 11 groote manden
vult. De lijst vermeldt o.a. 1130 servetten,
400 lakens, 230 doeken voor de keuken
We bezoeken de keuken, alwaar de chefkok
leiding geeft aan een dozijn helpers, die roeren
bakken, koken en braden, en die zich bedrijvig
tusschen de gloeiende fornuizen en kachels be
wegen.
„Op hoeveel1 soupers heb je van avond gere
kend, chef?"
„Ruim 150, maar als het noodig is kan ik er
meer brengen ook".
Hij voert ons door de patisserie, vervolgens
door de afdeeling waar groote hoeveelheden
prachtig rauw vleesch bewerkt en in porties
verdeeld worden, en ten slotte door de koel
ruimten, voorraadplaatsen, rijk gevuld met
visch en andere consumptie-artikelen.
We rijden in den auto van den directeur de
stad in om eenige inkoopen te doen, speciaal
bestemd voor het groote feest, dat hedenavond
in het hotel zal plaats vinden.
Als we terugkeeren is het inmiddels lunch
tijd geworden. We begeven ons naar de keu
ken. Het is daar nu warmer en jachtiger dan
vanmorgen. In draf zijnde hulp-kellners geven
bons aan den chef-kok, die zijn bevelen in het
Fransch uitgalmt; de koks schreeuwen ze te
ri\£, zich haastend tusschen de fornuizen en
't lange aanrecht, waar de hulpkellners de on
derdeelen van het metalen servies ter ont
vangst van de spijzen al gereed houden; het
rinkelen der schalen overstemt soms de uit
roepen de fornuizen puffen en gloeien
een der koks gooit met luid geraas kolen op
het vuur.... ketels sissen.... het is een men
geling van klanken en geluiden.
De hulpkellners torseli in looppas zware
vrachten de trap op, in looppas keeren ze weer
om nieuwe vrachten, ze rennen af en aan, de
chef-kok schreeuwt, de koks draven, smijten,
roepenhet is alsof een ieder zich tot
't uiterste inspant om ergens ver weg een on
verzadigbaar monster met vrachten uitgezoch
te eetwaren in een goede luim te houden.
Naast de keuken reppen talrijke vrouwenhan
den zich met 't vaatwerk, rijen schotels en
kommen schuiven op de aanrecht, waar zij
onmiddellijk weer in beslag worden genomen.
Kellners, koks en schoonmaaksters lijken te
vechten om het bezit van onafzienbare hoe
veelheden tafelzilver.
We begeven ons naar boven. In de vertrek
ken vóór de eetzalen jachten slechts de hulp
kellners; de kellners, die de laatste hand aan
de schotels leggen, voordat deze geserveerd
worden, brengen in de vertrekken al een
vleugje van de kalme, waardige, deftige sfeer,
die in de eetzalen hangt. Mij treft het verschil
in de wijze, waarop de kellner het eten behan
delt, en de manier, waarop men er in de keu
ken mee omsprong. Voor den kok is het eten
slechts werkmateriaal, dat vakkundig, maar
zonder uiterlijken eerbeid, ja, met eenige, zij
het onvermijdelijke, ruwheid wordt doorgege
ven; hierboven daarentegen wordt het in den
waren zin des woords eerst onderdeel van het
menu. 't Is alsof de kellner een wijdende han
deling verrichtbeneden wekten de spijzen
niet de gedachte aan eten... boven doen ze
iemand trek krijgen
Deed de keuken aan een onrustige werkhel
denken, de eetzaal lijkt op een vreugdigen,
plaisanten hemel.
Het is ruim twee uur, voordat mijn mentor
den tijd gekomen acht zich voor een inwendige
versterking naar zijn eigen eetkamer te bege
ven. Van zijn vrouw verneem ik, dat de hotel
directeur zijn maaltijden op de ongeregeldste
tijden neemt, en dat er soms dagen voorbij
gaan, zonder dat zij hem aan tafel ziet
In het kantoor teruggekeerd, treffen we den
chef de réception, hij kondigt het bezoek aan
van een dame, die niet met haar rekening ac-
coord gaat, en ik ben getuige van de oplossing
van dit meeningsverschil, dat over de somma
van 3.handelt. Later zien we haar afrei-
ten in haar met koffers beladen auto, die op
een waarde van 30.000 wordt geschat.
In de volgende uren vertoeven we dan hier,
dan daar. De directeur inspireert de mannen,
die in korten tijd de eetzaal moeten versieren;
hij zweept de electriciens op, geeft kassiers,
garderobejuffrouwen en kellners opdrachten
voor 't avondfeest, hij telefoneert, voert be
sprekingen met de gasten, met den chef-kok,
met den man, die de champagne op het ijs moet
zetten. In koortsachtigen ijver wordt alles
voorbereid, zonder dat de hotelgasten ook
maar iets vtn de opwinding bemerken. De di
recteur is het middelpunt van alles en van al
len, koel en rustig uiterlijk, maar inwendig
nerveus van spanning, staat hij als een klip in
de branding der werkzaamheden. O, hij kent
zijn mannetjesl -
Als de gasten zich te 7 uur aan het diner
zetten, zien ze den nu in smoking gekleeden
directeur, rustig en zelfverzekerd, alsof hij een
goede rust van enkele uren besloten had met
een lauw bad, en alsof men buiten hem om de
verrassend snel tot stand gekomen wijziging
van het interieur in orde had gebracht, langs
de tafels loopen.
In de keuken is het nu nog warmer en ru
moeriger dan vanmiddag; in de eetzalen heb
ben de avondkleedij en de zachte tziganen-
muziek een nog voornamere en een nog meer
weelderige stemming gebracht dan er tijdens
de lunch was. Wijn fonkelt in de glazen, bril
janten schitteren, tusschen gonzende stemmen
kirt zoo nu en dan een hooge vrouwenlach,
statige obers offeren met plechtige gebaren en
met ondoorgrondelijke maskers spijzen
Beneden hijgen de koks zweetend tusschen
de fornuizen, zij schreeuwen in onverstaan
baar Fransch, hulpkellners jachten met zware
etensvrachten naar boven, schotels en borden
kletteren, de stoomende waschmachine wascht
vuile borden, die een man er met ontstellende
snelheid inwerpt
Na het diner staan voor ons in het kantoor
sandwiches klaar; er moet nog zooveel gere
geld worden, dat de tijd voor warm eten ont
breekt. De eerste hap in de sandwiches is nog
niet gedaan, of de chef de réception eischt de
aandacht van den directeur weer op. We bui'
gen ons over staten en grafieken, praten en
maken berekeningen over de verdeeling der
gasten over de kamers.
Voor middernacht maken we nogmaals een
inspectietocht naar de kelderruimten, ter voor
bereiding van het carnavalssouper.
Om 12 uur beginnen de zalen zich te vullen
met gasten, en voor de derde maal dien dag
vangt in keuken de voorbereiding van de voe
dering van een voor de koks onzichtbaar,
vraatzuchtig monster aan. We treffen boven
al tientallen menschen met voorpret in de
oogen. Champagneflesschen worden ontkurkt,
de muziek laait op, paren deinen dansend op
en neer... langzamerhand ontgloeit het nacht
feest, dat dra met zijn feilen schijn ook de harl
ten der menschen in brand zal steken.
„Ik kan me voorstellen, dat je moe bent"
zegt de directeur, als ik drie uren na midder
nacht afscheid van hem neem. „Ik heb nog
een paar uur voor de boeg, maar... dat doet
er niet toe, de avond slaagt, het worden ruim
300 soupers
Motoren.
Motorraces te Alkmaar.
Zondag 22 Mei worden op de Alkmaar-
sche grasbaan weer grasbaanwedstrij-
den voor motoren van 250, 350 en 500
c.M'. cilinderinhoud.
Hoewel het zich eerst liet aanzien, dat
deze races minder goed zouden slagen
is daarin plotseling een verandering
gekomen. De besturen van den renners
bond en van den bond van grasbaan-
besturen zijn na lange onderhandelingen
tot een overeenstemming gekomen, zoo
dat men nu verzekerd is van een wed
strijddag, zooals Alkmaar, noch eenige
andere stad, ooit gekend heeft.
Wat toch is het geval? Door de over
eenkomst tusschen de beide monden zijn
alle seniores ingeschreven voor Zondag
a.s. We zullen dus heftige duels zien
tusschen v. Hamersveld, v. d. Pluym,
v. d. Berg, Breeman, Jac. Al, Houtop,
enz. enz zij zullen Zondag een verwoe
den strijd strijden om de eereplaats. Zij
zullen met alle andere seniores (er heb
ben er niet minder dan 16 ingeschreven!)
vechten op de m'ooiste en meest vaste
baan van Nederland. Zij zullen trachten,
om revanche te nemen voor de verras
sende nederlagen in Hilversum en
Dordrecht!
De juniores-afdeeling is nog beter be
zet. 22 deelnemers zullen in deze af lee-
ling aan den start verschijnen, waaron
der alle bekende uit geheel West-Neder
land. Ook hier wordt felle strijd ver
wacht, ook hier zal goede sport gegeven
worden.
Tenslotte zullen 19 nieuweling-u in
een fairei; kamp strijden om de eere
plaatsen.
Het terrein zelf is in puike orde. De
baan is nauwkeurig nagezien en ligt op
't oogenblik buitengewoon vast, zoodat
alle toeschouwers reeds vooruit weten,
dat er fraai bochtenwerk gegeven zal
worden. En aangezien verschillende
rijdens het „broad-siding"-systeem toe
passen, zullen hooge snelheden zeker
niet tot het onmogelijke behooren.
Rest ons nog te vermelden, dat van
Hamersveld voor het eerst op de Alk-
maarsche baan met een Evsink uitkomt,
terwijl de kans bestaat, dat v. d. Berg
het Rudge-merk zal verdedigen!
Er wacht ons in Alkmaar een bui
tengewoon schitterende sportdag!
Groote Prijs van Nederland.
Voor de T.T.-races op 25 Juni hebben
thans de eerste buitenlanders ingeschreven.
Maison Saroléa te Herstal (België) schreef
n.1. in met de bekende rijders Grégoire en
Noir in de 500 c.M.3 klasse.
Buiten de reeds vroeger vermelde Neder-
landsche rijders schreven nog in: de heeren
J. H. P. Jansen op Motosacoche en K. Rein-
bergen op Norton in de 350 c.M.3 klasse, A.
Hartman op Motosacoche en N. Bovee op
H.D. in de 500 c.M.3 klasse.
Korfbal.
Een nauveauté op korfbaléebied.
Het „zichtbaar maken" van
doelpunten.
In de korfbalbeweging staat nog altijd de
„bodemlooze" de zoo vaak becritiseerde
korf zonder bodem in het centrum der
belangstelling. Velen kunnen er zich nog
steeds niet mee vereenigen en misschien ten
onrechte. Het is immers een vaststaand feit,
dat bij een snel schot vaak moeilijk valt te
constateeren, of de bal inderdaad „gezeten"
heeft. Ook de spelers(sters) zelf kunnen dat
dikwijls niet nauwkeurig waarnemen. En dan
niet te vergeten de scheidsrechter, die bij het
toekennen van een doelpunt wel eens moet
afgaan op de sportieve verklaring van een
speler(ster), die «ch op het moment, dat ge
schoten werd, vlak bij den korf bevond. Hoe
vaak gaat niet de bal geruischloos door den
korf? Kan ook het zonlicht, de heldere he
mel, soms geen beletsel vormen voor het
nauwkeurig waarnemen van een doelpunt,
daaralles zich zoo snel afspeelt?
De in middenvak en verdediging spelen
den weten zelfs somtijds niet, of er door hun
partij al dan niet gescoord is. En hoe moet
het dan wel niet gesteld zijn met den leek
en vooral met diegenen, die eens naar een
internationalen wedstrijd waar de af
stand tusschen toeschouwers en paal zoo
groot is gaan kijken, en te zien, of het
korfbalspel hun ook interesseert? Men dient
er op uit te zijn, om het spel zoo begrijpelijk
mogelijk te maken en daarom zullen bij
wijze van proef in den HollandBelgië-
wedstrijd Zondag a.s. te Den Haag, op een
zoo ruim terrein, de beide korven aan de on
derzijde van een zoodanige eenvoudige in
richting voorzien zijn, dat de ingesloten bal
een oogenblik onder de mand blijft rusten en
eerst dan er uit valt.
Beter dan bij vorige gelegenheden, zal
thans de score door den aandachtigen toe
schouwer gevolgd kunnen worden.
STEUN AAN MELKVEEHOUDERIJ.
Aan de Memorie van Antwoord van den
minister van Economische Zaken en Arbeid
aan de Tweede Kamer inzake het wetsont
werp, houdende tijdelijke maatregelen tot
hulpverleening van de melkveehouderij wordt
het volgende ontleend.
Reeds meer dan eens is uit de Kamer de
gedachte van een algemeen stelsel naar vo
ren gebracht en heeft de regeering haar
zienswijze daar tegenover ontvouwd. Voor
een algemeen opzet ware alles te zeggen ge
weest, als iemand had kunnen voorspellen
hoe de crisis-gevolgen om zich zouden grij
pen. Zeker zal men wel als algemeen begin
sel willen aanvaarden, dat slechts regee-
ringshulp moet worden geboden daar, waar
de noodzaak intreedt. Eenerzijds kan de re
geering niet anders doen dan voor alle dee-
len van het economisch leven waken en zor
gen en, als desniettegenstaande ondergang
gaat dreigen, bijzoncleren steun bieden, an
derzijds de partieele plannen aan sociale en
economische eischen toetsen.
Als algemeene gedachte van het regee-
ringsbeleid wordt in verband met het alge
meene plan de aandacht gevestigd op de wen-
schelijkheid om afzetgebieden te behouden.
Van die gedachte is de regeering geheel ver
vuld. Zij streeft met alle beschikbare midde
len in die richting. Zij zal om in die richting
nog meer met kracht te kunnen doen nog
meer bevoegdheden vragen.
Naar gelang verschillende groepen door
de crissi met ondergang bedreigd werden
zijn de partieele regelingen in werking ge
bracht.
Bekend is, dat thans ook tot de toestand
der zandboeren de volle aandacht der regee
ring uitgaat. Reeds is in het ontwerp tot
steun aan de kippenhouderij een vrucht daar
van te zien, terwijl over andere vormen van
steun aan het bedrijf op de zandgronden een
^onderzoek gaande is.
Op de vraag of dit ontwerp vrucht van
het overleg van het geheele kabinet is wordt
bevestigend geantwoord. Zeker geldt van
zulk een belangrijk ontwerp in bijzondere
mate de regel, dat wetsontwerpen de goed
keuring van het geheele kabinet behoeven, al
vorens te worden ingediend.
Inderdaad is onder de veehouders de nood
zoo hoog gestegen, dat velen hunner den on
dergang nabij zijn; waardoor niet alleen de
landbowv, doch de geheele volkswelvaart op
ernstige wijze wordt bedreigd.
Het ontwerp zoekt in de eerste plaats een
oplossing uit de moeilijkheden door verhoo
ging van het gebruik in het eigen land en
dus niet uitsluitend in den export. Inderdaad
zal de voorgestelde regeling, indien zij
slaagt, den prijs der spijsvetten doen stijgen
en bij gevolg ook de kosten van het levens
onderhoud verhoogen. Evenwel de prijzen
blijven op een zeer redelijk peil. Bovendien
wegen de nadeelen van den hoogeren prijs
niet op tegen die van den ondergang van de
landbouwbevolking, welke te verwachten is
wanneer deze eenvoudig aan haar lot wordt
overgelaten. Ook mag niet uit het oog wor
den verloren, dat de ongekend lage prijzen,
die thans voor de zuivelproducten gelden
groote crisiswinst beteekenen voor de niet
landbouwende bevolking.
De bezwaren, ten aanzien van de margari
nefabrikanten geopperd acht de minister niet
overwegend.
Het komt hem zelfs voor, dat de voorge
stelde maatregelen ook de margarine-indus
trie baat zullen brengen. Ook deze industrie
lijdt door de goedkoopte der boter als ge
volg waarvan zij haar debiet zeer belangrijk
zag inkrimpen. Op dit oogenblik is in den
kleinhandel boter zelfs goedkooper te ver
krijgen dan bekende merken margarine.
Bleef deze verhouding bestaan dan zou
een veel grooter debiet van de margarine
industrie wegvallen dan wanneer door de
stijging der boterprijzen ook de met boter
gemengde margarine op een redelijk prijspeil
wordt gebracht.
Ook de handel en de scheepvaart, zoomede
aan de margarine-industrie verwante be
drijven als raffinaderijen en olieslagerijen,
hebben meer belang bij een, zij het wel
licht eznigszins getemperd, doorwerken der
margarineindustrie (vergeleken met normale
tijden) dan bij behoud van den huidigen
toestand.
Dat aan het mengen van groote hoeveel
heden boter in margarine in bepaalde sei
zoenen technische bezwaren verbonden zijn,
op grond der in het voorloopige verslag ver
melde gronden, moet de minister beamen
Hij is uit dezen hoofde voornemens voor-
loopig de toevoeging van boter op 25 pCt te
bepalen en af te wachten of in verband met
den overgang van kaasproductie tot boter-
productie met dit percentage kan worden
volstaan.
Voorts erkent de minister de bezwaren ver
bonden aan het voorschrift, dat de zuivel
producent, die voor zijn producten een hoogcr
prijs ontvangt dan met een richtprijs der
mel'kovereenkomst, genoopt zou worden dit
meerendeel in de kas van het crisiszuivelfonds
te storten.
Met het oog hierou wordt in de nota van
wijziging een andere redactie van artikel 10
voorgesteld, welke aan de in het voorloopig
verslag geuite bezwaren tegemoet komt Het
is nu de bedoeling van den minister een
glijdende schaal vast te stellen, zoodanig dat
naar mate meer boter voor de menging ge
bezigd wordt het element margarine minder
belast wordt en tevens de boter geleverd
wordt tegen den prijs als aanvankelijk voor
zien in het ontwerp.
De minister deelt de opvatting, dat de
voorgestelde bepalingen wet geworden aan
de regeering een uitgebreide bevoegdheid
geven, welke haar in staat stelt de zuivelp.o-
ducenten krachtig te steunen. Dat deze steun
zoo ruim zal zijn als de regeering zelf wel
wenschelijk zal achten kan niet met wis
kundige zekerheid worden verkléard.
Met de uiterste kracht zal er evenwel naar
gestreefd worden een richtprijs te bereiken
Op het oogenblik brengt de melk van nor
maal vetgehalte bij industrieele verwerking
gemiddeld niet meer op dan 2cent per
liter de steeds dalende waarde der ondermelk
inbegrepen. Bij een gelijke productie en ver
werking in '32 als in '31, toen 3.470.000.000
K.G. werd verwerkt, zou bij de huidige
zuivelprijzen ten minste <3rie en ezn half maal
34.700.000 of ruim 120.000.000 benoodigd
zijn om een richtprijs van zes cent per liter
te bereiken.
Het streven zal er op gericht zijn een richt
prijs van ten minste vijf cent per K.G. melk
te bereiken over de geheele periode waarvoor
de ontworpen regeling zal gelden.
Bij nota van wijziging is de datum in arti
kel 20 van 1 Mei 1935 vervangen door 1 Oc-
tober 1935.
nieuw genoodzaakt zijn de productie i
krimpen, met als noodzakelijk zevnl* n
ontslag of het veelvuldiger inleggen
zuimdiensten. van ver.
Daar verschillende mijnen het than«
stane contingent voor de maand mT;
hebben overschreden, worden er haast
NIEUWE SLAG VOOR ONZE
MIJNINDUSTRIE.
Fransch invoercontingent opnieuw
verlaagd.
Men bericht uit Heerlen aan de Tel.: Met
ingang van 14 Mei heeft de Fransche regee
ring den koleninvoer opnieuw beperkt. Thans
is het contingent vastgesteld op 60 van
den gemiddelden maandelijkschen invoer
over de jaren 1928-1929-1930. Van deze
60 zal 50 geheel vrij mogen worden in
gevoerd. De overige 10 zal door den direc
teur der mijnen te Parijs aan de verschillen
de kolen invoerende landen worden toege
wezen. Via de zeehavens, waartoe ook nog
Straatsburg gerekend wordt, zal nog 100.000
ton per maand mogen worden ingevoerd.
Deze nieuwe maatregel beteekent voor onze
toch al zoo getroffen Nederlandsche mijnin
dustrie opnieuw een grooten slag. Haar afzet
zal per maand met rond tienduizend ton
steenkolen afnemen. De gevolgen hiervan
kunnen niet uitblijven. De directies zullen op-
kolen inerr naar Frankrijk verzonden
verband hiermede wordt er b.v Zaterda
Maandag niet gewerkt op de mijnen lub! eQ
Laura, welke particuliere mijnen ongetwiiJü
het zwaarst getroffen worden.
COMMUNISTEN GEARRESTEERD
Het lid van de Tweede Kamer de heer Va
der Waerden heeft den minister van
gevraagd: JUStlt,e
Is het juist, dat op 18 Mei te Utrecht een
gezelschap Duitsch communisten, die van b»!
hoorlijke papieren waren voorzien en voo
Nederlandsche vereeniging genaamd
„Vrienden der Sovjet-Unie door middel van
tconeel en zang propaganda zouden maken
voor Sovjet-Rusland, door de politie is
arresteerd en naar het politiebureau aan de
Tolsteeg gebracht, zoodat de voorstel!jn„
niet kon doorgaan?
Indien het bovenstaande geheel of j.
hoofdzaak juist is, wil de minister dan mede-
deelen of zulks in opdracht of met medeweten
van hem geschiedde?
Wil de minister mededeelen, uit welke over,
weging tot dezen maatregel werd overgf,"
gaan, "die ingaat tegen de politieke vrijhei!
die overigens in Nederland bestaat?
Moet uit dezen maatregel de gevolgtrek,
king worden gemaakt, dat in de toekomst geen
buitenlanders in ons land gelegenheid zullen
verkrijgen cm van hun politieke gezindheid
te doen blijken door middel van openbare bij-
eenkomsten, of geldt zulks enkel voor de
communisten?
Indien dit het geval is, is de minister dati
niet van oordeel, dat aldus een der beste tra.
dities van o,ns land te loor gaat, op het be.
houd waarvan zeer vele Nederlanders prijs
blijven stellen?
BEDRIJFSPOLITIEK DER NED.
SPOORWEGEN.
De minister van Waterstaat heeft, naai
het Hbld. meldt, op de vragen van de heeren
Kampschöer en Van der Bilt betreffende de
bedrijfspolitiek der Ned. Spoorwegen geant
woord, dat naar zijr. meening de spoorwegen
moeten worden beheerd volgens de beginselen
eener openbare onderneming.
De minister is van oordeel, dat in de hui
dige abnormale tijdsomstandigheden met af
nemend en door vrachtverlaging niet of
slechts weinig te stimuleeren goederenver
voer algemeene verlaging van de goederen,
tarieven vooreerst niet raadzaam is.
De afvloeiing van vervoer naar de vracht,
auto en de mede daardoor verminderde ren
tabiliteit van het spoorwegbedrijf mogen,
evenmin als de dreigende spoorwegtekorten,
worden geweten aap, de bedrijfspolitiek der
spoorwegen en aan de bestaande goederen
tarieven. Deze verschuiving, die zich overal
elders evenzeer doet gevoelen, is in hoofdzaak
een gevolg van de gemakken, die de vracht
auto vooral voor het stukgoederenvervoer
biedt boven het railvervoer, "welke omstan
digheid het spoorwegbedrijf intusschen fe
recht zich eveneens ten nutte tracht te ma
ken.
Met de commissie-De Vries is de minister
van meening, dat er geen reden bestaat om,
wanneer ondersteuning van land- en tuin
bouw gerechtvaardigd mocht worden geacht,
dezen steun niet rechtstreeks, maar langs den
omweg van vrachtverlaging te bieden.
DE UITWIJZING DER 22 DUITSCHERS.
Men meldt het Hbld. uit Utrecht:
In verband met de uitwijzing der 22 Duit
schers, leden van de proletarische tooneelver-
eeniging „Die Blaue Bluse", vernemen wij na
der, dat de autoriteiten in ons land tegen de
opvoeringen van officieele zijde in Duitschland
waren gewaarschuwd. De verwijdering als on-
gewenschte vreemdelingen geschiedde dan ook
niet op eigen gezag der Utrechtsche politie,
maar pas na ruggespraak met het departement
te Den Haag.
Tevens vernemen wij nog, dat de Duitschers
via verschillende grensstations in ons land zijn
binnengekomen, in zooverre althans aan hun
woorden geloof mag worden gehecht. Zaandam
was de eerste plaats die volgens het te voren
opgestelde programma zou worden bezocht,
maar naar gebleken is, zijn de Duitsche com
munisten daar niet geweest. Ook in de als
tweede aangekondigde stad zijn ze niet ver
schenen, zoodat Utrecht de première zou heb
ben beleefd, wanneer niet de politie aldaar te
voren had ingegrepen.
Het blijkt thans dat de waarschuwing uit
Keulen hoofdzakelijk gericht moet zijn geweest
tegen het zedelooze en anti-godsdienstige ka
rakter der voorstellingen.
«Het zal wel goede kunst zijn, maar lk wil het toch
niet in huis hebben."
„Maar mevrouw, en u heeft dat daar wel in huis 1"
(Life).