Een excursie naar de Zuiderzeewerken
rz.o §<3
yxoouiciaal 7lieuws
felle brand in een dorp
bij venlo.
PADVINDERSHOPMAN
VERDRONKEN.
Zaterdagmiddag was de 25-jarige ongt-
n=a e i)akker W. C. Letour, hopman bij de
F Vl"ders, in de Dommel nabij het kasteel
m, 'e Eindhoven aan het baden. De hop-
lin»- ie, "iet zwemmen kon, raakte plotse-
verdrönk gedee'*e van de r'v*er en
VROUW VERBRAND
Nog enkele dagen en Nederland heeft geen
Zuiderzee meer.
&t%mxicw
Dit geeft niet alleen intern, door de groote
Zaterdagmiddag omstreeks vier uur is
brand ontstaan in de houtzagerij en timmer
fabriek van H Oerats, gelegen aan den weg
Lottum—Broekhuüzen, nabij het veer onder
laatstgenoemde gemeente. Met de ouderwet-
sche handspuit kon men tegen cte hoog
oplaaiende vlammenzee weinig uitrichten. De
vlammen werden bovendien aangewakkerd
door een feilen wind en vonden gretig voed
sel in de houtvoorraden, welke waren opge
stapeld. Aan redden viel niet te denken en de
machinerieën en inhoud der fabriek werden
een prooi der vlammen.
De burgemeester vroeg, naar de Tel.
meldt, assistentie aan de gemeenten Horst en
Venlo. Te ruim vijf uur verschenen de brand
weren met de motorspuiten uit genoemde ge
meenten ter plaatse van den brand, welke
Zich inmiddels belangrijk had uitgebreid en
bet fabrieksgebouw en woonhuis had aange
tast, zoodat het geheele complex in lichte
laaie stond. In allerijl had men nog de be
langrijkste meubelstukken uit de woning kun
nen redden. Na aankomst der motorspuiten
werden de slangen in de nabijgelegen Maas
gelegd. De strijd tegen de vuurzee, die door
de gloeiende houtstapels een ontzaggelijke
hitte veroorzaakte, kon daarna met meer suc
ces gevoerd worden. Een in de onmiddellijke
nabijheid gelegen woning kon door nathou
den gespaard blijven.
Zoowel de zagerij en timmerfabriek als het
woonhuis brandden tot den grond toe af. De
brand, welke vermoedelijk door kortsluiting
is veroorzaakt, moet in den kelder der zage
rij, waarin de motoren zijn geplaatst, zijn
ontstaan. Te ruim negen uur was men den
toestand in zooverre meester, dat gevaar
voor uitbreiding geweken was, hoewel de
brandspuiten nog in alle actie waren. De
schade, welke op ruim 50.000 wordt ge
schat, wordt door verzekering gedekt.
ERNSTIG MOTORONGEVAL TE
BUSSUM.
Zaterdagavond is op den rijksstraatweg
te Bussum een ernstig motorongeval ge
beurd, waarbij een persoon zwaar gewond
werd, terwijl een ;.nder werd gedoocf Om
streeks elf uur stond een motorrijder aan den
kant van den wtg zijn motor te repareeren.
Op een gegeven oogenblik naderde uit de
richting Laren een andere motorijder. Hoe
het ongeval zich precies toegedragen heeft,
is niet met zekerheid te melden, doch de aan
komende motorrijder reed met vrij groote
snelheid op dengeen die langs den kant
stond. Laatstgenoemde kreeg hierdoor ern
stige verwondingen, terwijl hij bovendien een
beenbreuk opliep. Op zijn verzoek is hij naar
Amsterdam, waar hij woonachtig was, over
gebracht. Met den anderen motorrijder liep
het nog slechter af. Deze werd van zijn
motorrijwiel geslingerd en een eind over den
weg gesleurd. Hij bekwam zulke ernstige ver
wondingen, dat hij kort na het ongeval over
leed.
AUTO-ONGEVAL BIJ FRANEKER.
Mejuffrouw A. Keuning, inspectrice bij
het Bewaarschoolonderwijs te Groningen,
woonde Vrijdag te Leeuwarden een vergade
ring bij op onderwijsgebied. Na deze verga
dering zou zij, naar de Telegr. meldt, met
mevrouw A. H. van RielSmeenge uit As
sen, inspectrice bij het Lager Onderwijs al
daar, en twee inspecteurs bij het Onderwijs
uit Leeuwarden, een bezoek brengen aan de
Zuiderzeewerken. Bij Franeker eenter sprong
de band van den auto, waarin zij den tocht
maakten, ten gevolge waarvan de heer Hau
wen, de eigenaar en bestuurder van den auto,
het stuur kwijt raakte en de auto tegen een
boom botste. De auto werd totaal vernield.
De vier inzittenden kwamen er vrij goed af.
Mejuffrouw Keuning werd aan het hoofd
gewond en de heer Hauwen z£lf kreeg een
kneuzing, doordat hij het stuur tegen de
borst kreeg. Alle vier inzittenden echter kon
den 's avonds nog naar hun woonplaats te-
rugkeeren.
WETSONTWERP TOT DEKKING VAN
VERLIES VAN DEN NED. BANK.
De Eerste Kamer komt in vergadering bij
een op Dinsdag 24 Mei des avonds halfne-
gen. Voorts wordt een vergadering gehouden
op Woensdag 25 Mei des ochtens te 11 uur
ter behandeling van het wetsontwerp tot
dekking van het verlies van de Nederland-
sche Bank geleden in het boekjaar 1 April
1931 tot 31 Maart 1932.
JEUGDIGE FIETSENDIEVEN.
De gemeentepolitie te Eindhoven heeft
twee leerlingen van de H. B. S. gearresteerd,
wegens diefstal van vijf rijwielen. De jon
gens zijn na arrest op vrije voeten gesteld. Zij
bleken de rijwielen verkocht te hebben aan
een rijwielhandelaar, die later ook gearres
teerd kon worden. De man zal ter beschik
king van de justitie te 's-Hertogenbosch
^«den gesteld.
rooZtaurdag 0nt<lekte een schilder, dat er
branHiu^?1 een PerceeI «an de Rem-
rookvr! de Utrecht. Aangezien hij de
perceeirTp'ng v5rdacht vond, stelde hij in het
de verduf onderzoek in en vond op de der-
brandwondpn 55-jarige bewoonster met
naar I °,v"dekt- Het slachtoffer is
vrouw in d^nTn ov«r«ebracht, waar de
Aaniro7i ,n t5 ^an den dag is overleden-
len S'Znnd1 het P^l overblijfse-
piermand wü* van ee" verbrande pa-
van zich 'aan wVef1D2ed dat het vuur daar-
deeld, welks -S ^totfer beeft medege-
raakteo. hierdoor in brand ge-
Als wij, journalisten, door de Directie der
Zuiderzeewerken voor een excursie uitgenoo-
digd, om kwart voor tien uit Alkmaar vertrek
ken, vullen wij een tweetal autobussen. Wij
vormen een internationaal gezelschap want
er zijn eenige Engclsche en Duitsche colle
ga's meegekomen en twee ingenieurs van de
Zuiderzeewerken, van wie Ir. Kamp de lei
ding van den tocht heeft, zullen onze gidsen
zijn.
Door de stad en langs de kaasmarkt
waar de dragers reeda in hun fleurig zomer-
tenue zijn verschenen ^aat het weldra
door het zon-oveigoten Noord-Hollandsche
landschap, in deze warme Mei-dagen een
weelde van frisch groen, doorspikkeld met
geel en wit van boterbloemen en madeliefjes.
Jong vee stoeit in de weiden en alle vrucht-
boomen staan in bruidstooi.
Noord-Holland heeft zich in zijn schoonste
kleed gestoken.
Over Hoogwoud rijden we naar Aarts
woud, dan een dij' op en plotseling is het
landschap verandera.
De lucht is nog even blauv en zonnig,
maar de onafzienbare polder, die zich voor
ons uitstrekt, is grauw cn dor De aarde, die
de kleur van klei heeft, vertoont oarsten als
of de zon ze gespleten heeft en wat er groeit
is onkruid, grijs-groen met wat fletsche wilde
bloemen. Wit gespikkeld is die aarde door
gebroken schelpen, die er overal op vast
gekleefd schijnen.
Het is vaderlandscbe grond, maar
grond, die onze vaderen nooit gezien hebben,
want nog geen twee jaar geleden stroomde
hier het Zuiderzee-water en wierpen de vis-
schers van Enkhuizen er op hoop van zegen
hun netten uit.
Ver weg steken de torens van Medemblik
omhoog en zien wij de vage omtrekken van
het gemaal „Lely", dat met het gemaal „Lee
mans" bij Den Oever tesamen met een
capaciteit van 2.5CO.COO M3 per etmaal
in 1930 in zeven maanden tijds dezen 20.000
H A. grooten polder heeft droog gemalen.
Over een breeden klinkerweg van de
ontworpen 250 K M, klinkerweg zijn reeds
80 K.M. voltooid rijden wij den N.W.
Polder in en volgen eerst de richting van het
nieuwe kanaal, dat langs de vroegere
N. Hollandsche kust het water der polders
moet opvangen, die tot dusver in zee loosden.
Dan slaan wij rechts af en rijden dieper
dezen Wieringen eerpoldei binnen. Hier en
daar wordt de eentonigheid van het land
schap gebroken door in aanbouw zijnde
schuren, ruime landbouwschuren met plaat
ijzeren daken en huisjes er naast voor de
aanstaande Wieringermeerboeren,
Als binnen afzienbaren tijd deze grond
van zout bevrijd ual zijn, staan duizenden
Hectaren als bouwland ter beschikking en
reeds heeft rogge var den oogst 1Q31 sma
kelijk brood geleverd.
Ruim 800 K M. kanaal- en wegslooten en
duizenden K.M. greppels zijn door dit nieu
we land getrokken, die afwati ren op ruime
scheepvaart-kanalen, die reeds gebaggerd
werden toen de polder nog onder water
stond. Alle vier polderafdeelingen staan met
drie verschillende waterpeilen thans door
sluizen met elkaar in -°rbinding
De Wieringermeer-directie heeft hier en
daar gewassen in proefveldjes uitgezaaid en
iets verder rijden wij lang-s onoverzienbare
akkers waar "risch groen de grauwheid van
het landschap breekt. Schitterend geel, als
het ware gedrenkt in zonlicht, prijkt het
koolzaad en wij passeeren het eerste rundvee
van den nieuwen polder, zwarte en roodbonte
jonge dieren, die van het malsche Wieringer-
meergras smullen en met groote droom-
oogen naar onze auto's staren.
Wij naderen Slootdorp, op dit oogenblik
de hoofdplaats van het nieuwe vaderland-
sche gebied. Het is een zonderlinge hoofd
stad want vrijwel alle huizen de meeste
van twee verdiepingen zijn onbewoond. Er
loopen hier wat arbeiders, er spelen wat kin
deren en werklieden van het Prov. Bedrijf,
dat ook de electrische stroom levert, zijn
bezig breede waterleidingbuizen in den
grond te leggen.
Het is in allen gevalle een gemeente waar
men de ruimte heeft en waar het verkeer
geen moeilijkheden zal opleveren. Bochtige
nauwe straatjes zijn hier eenvoudig ondenk
baar. De Wieringermeerdirectie heeft op
haar kantoren een groot model van den 'pol
der op tafel gelegd en er speelgoedhuisjes en
boompjes op uitgestald. Zóó leek het
mooist en zóó het meest practisch en naar
dat voorobeeld is men toen in het groot in
den polder gaan bouwen.
Een Ned. herv. kerk, een katholieke kerk
en een gereformeerde kerk zijn in een verge
vorderd stadium van voltooiing en het lijkt
wel of de lotgenootschappen een wedstrijd
houden wie het eerst de deuren voor de toe
komstige bevolking zal kunnen openzetten.
Er resideert hier reeds een dokter en er is
ook een onderwijzeres, die, zoolang de school
nog in aanbouw is, de kinderen der polder
werkers in een der huizen het a b c leert.
In een groot ontspanningslokaal, dat door
den Volksbond tegen drankmisbruik wordt
geëxploiteerd, drinken wij een kopje koffie en
eten een stukje cake terwijl het eerste Zuider-
zee-hondje mooi-zit en om de kruimeltjes
bedelt. Er hangt een, blijkbaar van elders
afkomstige, gedrukte tariefkaart aan den
muur, waarop eenigszins zonderling de me-
dedeeling aandoet, dat men voor de maal
tijden in de hotels de afzonderlijke tarieven
moet raadplegen.
Op enkele kilometers afstand ontdekken
wij de terp, die het centrum ten de hoofd
plaats van dezen polder zal worden, welke
gemeente nog vóór haar bestaan reeds den
naam Weiringerwerf heeft gekregen.
Twintig duizend H.A. is deze polder
groot en het heeft den schijn alsof ons land
daardoor een uitbreiding ondergaan zal, die
geslachten lang voldoende voor nieuwe vesti
ging zal zijn.
Maar alleen reeds tusschen 1910 en 1920
zijn niet minder dan 23.000 H.A. vader-
landsche grond voor de cultuur verloren
gegaan door uitbreiding van steden en door
den aanleg van wegen en kanalen en nog
steeds gaat het verlies van bouwgrond in
sneller tempo.
Besluiten de Kamers en het is te ho
pen, dat zij dat doen zullen binnen af
zienbaren tijd ook den Z. W., den N. O. en
den Z. O.-polder droog te malen, dan zal in
totaal een nieuw cultuurgebeid van 225.000
H.A., dat is 7 procent van de totale en 10
■procent van de bebouwbare oppervlakte van
ons land verkregen worden. Dan zullen onze
boeren naar hartelust kunnen zaaien en
oogsten we zullen hopen, dat de crisis
jaren dan achter ons zullen liggen maar
Nederland gaat ieder jaar met 100.000 in
woners vooruit en eens zal de tijd komen,
dat het nieuwe land rond het IJsselmeer het
zelfde aspect als de oude vaderlandsche
grond zal toonen.
Terwijl een ingenieur van het Prov. Wa
terleidingbedrijf ons iets uitlegt worden wij
plotseling overvallen door een zwerm mug
gen. Het zijn beestjes van een bijzonder
soort, die wij, als de ontdekkers ervan, Zui-
derzee-muggen gedoopt hebben. Zij zetten
zich in breede zwermen op onze hoeden en
jassen en kruipen in dichte gelederen tus
schen onze boorden. Het zijn blijkbaar mug
gen, die de doodende kracht van den mensch
nog niet kennen want zij zijn zoo tam, dat
zij zich laten beetpakken. Overigens zijn zij
in alle opzichten indringerig en zij hebben
maar één goede eigenschap, namelijk, dat zij
niet steken.
Al wuivende en rondslaande met zakdoe
ken en bloc notes komen wij weer in onze
autobussen terecht en een ondeugend journa
list oppert de veronderstelling, dat de die
ren iets van de komst van „persmuskieten"
hebben opgevangen en ons als een soort col
lega's hebben willen begroeten.
Eenige honderden gaan dan ook met ons
in de bussen mee naar Wieringen waar wij
ons weer op den vasten, vertrouwden grond
voelen en langs kleurige huisjes naar Den
Oever rijden. De smidse waar eens de ex-
kroonprins voor tijdverdrijf hoefijzers smeed
de, trekt de bijzondere aandacht van onze
Duitsche collega's en langs den sraallen en
bochtigen landweg - die zeker verbreed moet
worden als dit de hoofdweg naar Friesland
zal worden arriveeren wij weldra aan
Den Oever waar Ir. Kamp in een der ont
spanningslokalen een uitstekende lunch pre
sideert en daarna op een tweetal kaarten
nog eens den stand van de werken aan clen
afsluitdijk voor ons uiteenzet.
Dit werk bezichtigen zal het voornaamste
doel van onzen tocht zijn, want het in cul
tuur brengen van den N. W.-polder zal op
een afzonderlijke excursie nog eens door de
Wieringermeerdirectie gedemonstreerd wor
den.
Thans vraagt de afsluitdijk aller aandacht
wat binnen weinige dagen wellicht reeds
Woensdag of Donderdag zal de laatste
opening gedicht zijn en is de rechtstreeksche
verbinding tusschen Noord-Holland en
Friesland tot stand gekomen.
Veel behoeven wij hier over het maken van
dezen afsluitdijk niet meer te vertellen. Men
weet hoe de afsluiting van het Amsteldiep
in 1924 werd aangevangen, waarna in 1927
een begin werd gemaakt met den dijk tus
schen Wieringen en Friesland, hoe men eerst
miniatuurpoldertjes gemaakt heeft bij Den
Oever en Kornwerderzand, onder de Friesche
kust, om hierbinnen de uitwateringssluizen en
de schutsluizen te kunnen bouwen. Er werd
bij Breezand een werkhaven gemaakt en ge
leidelijk naar twee zijden tegelijk uit
bouwend werd de dijk voltooid. Eerst
werden de ondiepe gronden bedijkt en er
werden in de diepe geulen voorloopig be-
teugelingsdammen gelegd, ondergrondse!1.-
dammen van het taaie ke ifrem, tot 3.50 M.
onder N. A. P., welke met rietmatten gedekt
werden.
Nadat Let vorig jaar de geul bij de Mi-.i-
delgronden bij Friesland gedicht was, wordt
thans de laatste schakel in dezen aarden
keten gelegd door het dichten van de Vlieter,
een diepte op enkele Kilometers afstand van
Wieringen.
Even voorbij E>en Oever rijzen machtige
bouwwerken op, drie complexen uitwaterings
sluizen. elk van vijf twaalf-meter breede
sluizen, dis dooi ijzeren luiken bij vloed ge
sloten worden. Hier stroomt het schuimende
water in razende vaart uit het IJsselmeer in
zee en wanneer het vloed wordt en het zee
water op zijn beurt door de sluizen wil, slui
ten zich automatisch de zware deuren.
Het IJsselmeer. dat geregeld zoet water
uit onze rivieren opvangt, loost dus op het
zeewater, maar krijgt nooit nieuwen toevoer
van zout water, zoodat het binnen afzien
baren tijd een zoetwatervlakte van als alle
polders droog gemalen zijn 110.000 H.A.
zal worden, wat van onberekenbaar voordeel
voor de watervoorziening der omliggende
provincies zal zijn.
Reeds nu is het zoutwatergehalte van
1.023 tot 1014 teruggeloopen en als de
laatste geul in den afsluitdijk gedicht zal zijn,
zal het ontziltingsproces nog veel sneller
verloopen.
Een breede schutsluis geeft hier gelegen
heid voor de doorvaart van schepen en bij
Kornwerderzand zijn tien uitwateringssluizen
en twee schutsluizen gebouwd.
Van het taaie keileem, gebaggerd uit zee,
is de buitendijk, opgetrokken.
Niet minder dan ruim 20000 M*. worden
hier per week verwerkt en breede, platte
schuiten voeren uit baggermolens eenzelfde
hoeveelheid per week uit zee aan. Aan de
binnenzijde van den ruim 7 Meter hoogen
keileem-dam is een 34 Meter breede en 4 Meter
hooge binnendam gemaakt uit keileem en
zand, dat er tegenaan wordt gesnoten. Hier
voor werkt o.a. de grootste zandzuiger ter
wereld, die per week niet minder dan 75.000
M3. aanvoert.
Een prachtige betonnen weg met rijwiel
paden er ig bovendien nog plaats voor
dubbel spoor voert, voor zoover de dam
reeds is voltooid, van N.-Holland naar
Friesland, drie Kilometei van de oude kust
naar Wieringen en dertig Kilometer van
Wieringen naar de Friesche kust Over enkele
maanden zal deze weg voor het rijverkeer
geopend kunnen worden.
Een vlugge directieboot van de M. U. Z.
brengt ons bij de Vlieter. Wij klimmen via
een keileemboot op een kraanschuit over en
wij staan weinige meters van de plek waar
het water met een verval van pl.m. 1 Meter
met schier onweerstaanbare kracht over den
onderzeeschen beteugelingsdam stroomt.
Enorme krachtarmen van Stork's hijsch-
kranen laten reusachtige grijpers in de bak
ken neer. De stalen kaken sluiten zich daar
en eenige kubieke Meters keiieem worden
hoog opgeheven, Zij worden rondgezwaaid,
de grijpers openen hun wijde bekken en laten
het leem in zee vallen. Hoog slaat het water
op en nauwlijks is het weer rustig of een
nieuwe grijper stort een zelfde grondmassa
in de golven.
Nog geen vijfhonderd meter scheiden de
beide dijkswallen en circa 100 M. per dag
komt men elkander nader.
Grauwe wolken laten een regenbuitje op
ons vallen, maar zij geven dit landschap
of betergezegd waterschap juist de kleur,
die het voor ons allen onvergetelijk zal
maken.
Grijs is de ^ee en grijs de lucht en grijs
zijn de baggermolens, de zandbakken, de
sleepbootjes met hun zware vrachten en de
controle-schuitjes overal om ens heen, grijs
grauw als het ijzer en de leem, die hier de
kracht van de golven hebben gebroken,
Nog enkele dagen en Nederland heeft geen
Zuiderzee meer!
De directieboot brengt ons snel weer naar
den vasten wal vanwaar het werk slechts uit
de verte te aanschouwen is en waar auto's en
bussen een stroom van belangstellenden heb
ben afgeladen. Een verlof-zaakte dat wijt
café-Keileem gedoopt hebben heeft al
stoeltjes en tafeltjes op den dijk gezet en wij
ontdekken er een Walchersche boerin in vol
ornaat, die in deze omgeving min of meer
verdwaald schijnt.
Hier nemen wij afscheid van Ir Ringeling
van de M. U. Z. en dwars door Wieringen
en over den Amsteldljk rijden wij door den
kop van Noord-Holland langs het kanaal
naar Alkmaar, waar de heer Kouwenaar na
mens alle tochtgeaooter. Ir. Kamp hartelijk
dank zegt en vanwaar even later de „elec
trische" de bloem onzei Nederlandsche
reporters in snelle vaart weer naar huis voert.
Alkmaar, 20 Mei 1932,
Tj,
OPHEFFING VAN WATERSCHAPPEN.
De Haarlemsche correspondent van het
Hbl. schrijft:
Wij hebben een uiteenzetting gegeven van
het standpunt van Ged. Staten van Noord-
Holland ten aanzien van den geuiten wensch
om het hoogheemraadschap Noord-Hollands
Noorderkwartier op te heffen. Er bestaat,
zooals wij schreven, zeer weinig kans dat het
tot die opheffing komt, omdat er noch ver
eenvoudiging, noch bezuiniging uit zou
voortvloeien.
Een andere vraag is echter en ook die
is eenigen tijd geleden gesteld of door op
heffing van een aantal waterschappen niet
de gewenschte vereenvoudiging en bezuini
ging kan worden verkregen.
Op die vraag is naar wij vernamen
van Ged. staten wèl een bevestigend ant
woord te verwachten.
Maar de vasthoudendheid aan het bestaan
de, die vooral bij waterschapsbesturen zeer
sterk is, zal het niet gemakkelijk maken deze
vereenvoudiging door te voeren.
Ged. Staten hebben echter van verschillen
de zijden van de waterschapsbesturen in
stemming ontvangen met het denkbeeld om
het groote aantal gereglementeerde water
schappen het zijn er 372 tot een kleiner
Setal terug te brengen. Dit wordt ook door
ie belanghebbenden geacht in het belang te
zijn van vereenvoudiging der publieke admi
nistratie,
Door het bestuur der Ver. van N.-Holland
sche waterschapper. is aan Ged. Staten vol
ledige medewerking toegezegd, al vóór de
uitzending van een hierop betrekking hebben
de circulaire van dit college.
Evenals bij de gemeenten doet zich bij de
waterschappen het verschijnsel voor, dat wel
in het algemeen de wenschelijkheid van sa
menvoeging, vereenvoudiging en verminde
ring van de kosten van den publieken dienst
wordt toegegeven, maar de besturen van die
instellingen, waarvoor dit meer bepaald zou
gelden, gaan zich tegen te nemen maatrege
len hevig verzetten.
In het bijzonder openbaart zich dit bij de
besturen van de 62 banr.en, verouderde in
stellingen, in een bepaald gedeelte van
Noordholland nog bestaande. Die gedeelten
zijn Waterland, Drechterland, de vier Noor
derkoggen.
De bannen hebben niet het beheer over een
natuurlijk, afgebakend waterstaatkundig ge
bied, maar polders zijn, in overeenstemming
met de voor dit geval geheel willekeurige ge
meente-grenzen, verdeeld in administratieve
onderdeelen, die elk op zichzelf volledige be
voegdheid hebben naar onze waterstaatswet
geving (keuren maken, schouw voeren, spo
radisch een enkele werkjes onderhouden). Bij
de groote beperktheid van de taak brengt dit
toch voor alle mee den grooten administra
tieven omslag, die de rijkswetgeving ook voor
de waterschapswetgeving heeft gebracht.
Daaronder vallen ook de pensioenwetgeving
en de ambtenarenwet, die ook de water
schapsambtenaren omvatten.
versnippering, in die poldergebieden om-
vangrijke administratie; maar in vermoede
lijk nog grootere mate is daardoor toegeno
men de administratie van het provinciaal be
stuur, waardoor weer grootere lasten op den
publieken dienst worden gelegd.
Hoewel de bestuurders en de ambtenaren
van die kleine waterschappen hun arbeid ver
richten tegen inderdaad lage beiooningen
zijn Ged. Staten van oordeel en die mee
ning is herhaaldelijk in de Staten uitgespro
ken dat alles bijeen genomen hier een niet
te versmaden besparing is te bereiken van
kosten van den publieken dienst bij provincie
en waterschappen.
Belanghebbenden achten het een voornaam
bezwaar, dat na opheffing van de bannen
niet meer de bestuurders van die bannen
ieder in hun kleine gebied intensief schouw
zullen kunnen blijven voeren.
Het betreft hier intusschen een zaak van
uitvoering na eveniuëele opheffing van de
bannen. Decentralisatie bij het voeren van de
schouwen, indien deze ook voor het vervolg
gewenscht of noodzakelijk mocht blijken, kan
ook door het grootere waterschap, dat dan
deze taak zal hebben over te nemen, zonder
twijfel worden toegepast. Daarvoor is het
voortbestaan van al die met uitgebreide be
voegdheden bekleede waterschappen en van
de omvangrijke administraties niet noodig.
In een dezer dagen te Schagen gehouden
vergadering van de Vereeniging tot ontwik
keling van den landbouw in N.-Holland
Noorderkwartier is de vrees uitgesproken,
dat men langs dezen weg ook weer zal moe
ten komen tot de aanstelling van ingenieurs,
.voor wie a] een salaris van 7000 per
werd genoemd. Daarover zullen de besturen
van die grootere waterschappén als De
vier Noorderkoggen, Waterland, Drechter
land waarbij cie taak van de bannen zou
worden overgebracht, zelf hebben te beslis
sen De ingelanden blijven ook in het groo
tere gebied volledig hun eigen belangen be
hartigen.
De bevoegdheid van Ged. Staten zal ook
na de samenvoeging in teen enkel opzicht
zijn vermeerderd.
Het is echter wel als zeker aan te nemen,
dat indien belanghebbenden na de samen
voeging zoud:n besluiten tot aanstelling van
ingenieurs met 7000 salaris, Ged.'Staten
gebruik zouden maken van de bevoegdheid,
die zij ook nu hebben, om de uitvoering van
vulk een besluit te verhinderen.
Intusschen vernamen wii, dat de circulaire
van Ged. Staten van 24 Februari 1932 nog
geen andere bedoeling had dan den water
schappen de inzichten van Ged, Staten be
kend te maken om later met de waterschap
pen overleg te gar n plegen.
Van Ged. Staten mag worden verwacht,
dat zij bereid zijn bij het plegen van overleg
met de wenschen van belanghebbenden zoo
veel mogelijk rekening te houden; mits de
groote lijn niet uit het oog wordt verloren:
vermindering van de bestaande versnippe
ring van den waterschapszorg van Noord
holland, vermindering van de kosten van den
publieken dienst.
En dan zullen daardoor de belangen van
de ingelanden of andere pub'iek? belangen
niet worden geschaad; integendeel zouden
die in verschillende opzichten zeker in be-