De drievoudige moord te Putbroek. WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN Het getuigenverhoor steeds bezwarender voor de verdachten. - Ook andere stroopers bedreigd door de boschwachters? Gistermiddag na de pauze. li€ Oudshoorn in den morgen van den 26 November na het opstaan ontdekt. De heer L. G. J. Arends, pandhuishouder te Amsterdam, herkende in den verdachte ze keren heer de Vries, onder welken naam ver dachte met den houder van het huis van koop met recht van wecterinkoop zaken waren ge daan op 26 Mei 1931. Alstoen waren ver schillende zilveren voorwerpen door ver dachte beleend, doch de verdachte nam de vrijheid alle bekendheid met den heer Arends te loochenen. De heer Arends kon echter met zekerheid zeggen, dat deze de Vries in Januari 1932 goederen had beleena, doch hij kon niet pertinent verklaren, dat deze de Vries dezelfde persoon was, die in November 1931 het zilverwerk had beleend, dat aan den heer Oudshoorn was ontstolen. De heer v. IJzendijk, hoofdinspecteur van politie te Amsterdam, werd gehoord als ge tuige en deskundige betreffende de weten schap der dactyloscopie. Deze politieambte naar had foto's vervaardigd van vingeraf drukken door chef Vermeulen destijds gevon den op de vensterbank in het perceel van den heer Oudshoorn en deze vergeleken met eeni- ge in zijn bezit zijnde vingerafdrukken, waar bij een treffende overeenkomst werd opge merkt. De geachte verdachte werd eveneens uit- genoodigd van deze dactyloscopische film- proeven kenins te nemen. Hij wees echter het eigendomsrecht op zijn vingerafdrukken be slist van de hana. De processen verbaal van den niet-aanwe- zigen chef-veldwachter werden door den president der meerv. strafkamer mr. Lede- boer voorgelezen. Een en ander betroffen de genomen vingerafdrukken. Het bleek dat de chef-veldwachter zich op last van den burgemeester naar Amsterdam had moeten begeven. De officier was kenne lijk zeer ontstemd, vooral omdat door deze ongemotiveerde afwezigheid de verdere af wikkeling der strafzaak vermoedelijk niet kon plaats hebben. Bovendien was het thans noodzakelijk, dat werd gehoord mr. Ubbens de rechtercommissris in de strafzaak, die verklaarde van den chef-veldwachter te heb ben ontvangen eenige foto's betreffende hand- en vingerafdrukken van verdachte ge vonden op een vensterbank in het perceel van den heer Oudshoorn aan den Bergerweg. Mr. Ubbes had deze foto's ontvangen van den chef-veldwachter van Bergen en opge zonden aan den deskundige van IJzendijk. Besloten werd alsnu de behandeling der zaak voort te zetten. Voorts werd gereleveerd dat verdachte 13 maal ter zake divere vermogensdelictsn was veroordeeld, waaronder ook voorkwam een diefstal van waschgoed te Alkmaar. Deze sportsman was onlangs door de Haarlem- sche rechtbank veroordeeld wegens diefstal te Bloemendaal tot 1 jaar met aftrek, van dit vonnis was veroordeelde in hooger be roep gekomen. Door de Alkmaarsche recht bank was deze verdachte totaal 3 maal ver oordeeld, in 1926 tot 6 maanden, daarna nog eens tot 1 jaar en ten slotte nogmaals tot 6 maanden gevangenisstraf. De officier, na omstandig het gebeurde en de daarmede verband houdende bezwarende omstandigheden te hebben gememoreerd, kwam tot de conclusie dat de verdachte de hem toegedachte inbraak en diefstal inder daad had gepleegd en het feit als wettig en overtuigend bewezen kon worden aangeno men, reden waarom spreker requireerde een gevangenisstraf voor den tijd van 4 jaar Afstand werd gedaan van het hooren van den chef-veldwachter. A.s. week uitspraak. N.B. Nader vernamen wij dat de afwezig heid van den heer Vermeulen op een misver stand berustte. MET DES KANTONRECHTERS BESLISSING WERD GEEN GENOEGEN GENOMEN. Door den 50-jarigen automobilist getooid met den bijbelschen naam Simon Petrus van N., wonende te Julianadorp had op 1 Ja nuari te Schoorl op den Rijksweg, omdat hij, gedurende het achterop en voorbijrijden van een auto, bestuurd door den bollenkweeker L. van Riezen uit Pjetten, te veel links hield, een aanrijding veroorzaakt. Ter zake dit feit stond de heer v. L. op 4 Maart j.1. voor dit nieuwjaarsgrapje terecht voor den kanton rechter te Alkmaar en werd alstoen veroor deeld tot 40 boete of 40 dagen. Van dit vonnis kwam veroordeelde in hooger beroep, doch was, vreemd genoeg, nu dit appèl werd behandeld, niet persoonlijk aanwezig. Ge woonlijk heeft de afwezige ongelijk! De heer de Klerk, boekhouder te Alkmaar, gelegen heidspassagier in den aangereden auto, werd ook heden als tweede getuige gehoord. Zijn verklaring was verzwarend voor den appel lant, soit! Ook den officier verbaasde de afwezigheid van den appllant en werd gevorderd bevesti ging v^n het gewezen vonnis. Nadat dit geheele proces was afgewikkeld en de heeren reeds toebereidselen maakten te gaan lunchen, vonden we den appellant zit ten in den corridor, rustig zijn dagvaarding bestudeerend. Hij had, plat uitgedrukt leelijk de bokkepruik op, toen hij vernam dat de kous reeds volledig was afgebreid! Enfin, de weg tot verzet staat nog open! Het tarief is naar wij meenen thans 1 gulden. t, DOODELIJK ONGELUK TE CALLANTSOOG. Een ernstige zaak na de pauze. Dood door schuld ten laste gelegd. De 24-jarige vischknecht Joh. Z. te Helder stond terecht ter zake een zeer ernstig schuldmisdrijf. Op 6 Maart op den Rijksweg onder Callantsoog, omtrent 6 uur met zijn vrachtauto rijdende, had hij het ongeluk een jongmensch. genaamd Ryer Bas. dat met zijn neef Cornelis Paarlberg ter rechterzijde, ge heel rechts van den weg reed, onder het achterop en voorbij rijden zoodanig te tref fen, dat den wielrijder nagenoeg het hoofd werd verpletterd en gezegde Rijer Bas aan deze hevige verwondingen den volgenóen dag overleed. De verdachte, aan wien was telaste gelegd, dood door schuld, werd juridisch bijgestaan door mr. P. Langeveld, advocaat te Alkmaar. Een vijftal getuigen werden in deze zaak ge hoord, doch dr. Hulst, de justitie-deskundige, was door ambtsbezigheden verhinderd. De neef Cornelis Paarlberg verklaarde, dat de verdachte na het ongeluk gezegd had, den wielrijder niet te hebben opgemerkt. De verdachte erkende een aanrijding te Vi-rtKon n-pha^ iiik met den humper. Hij haalde nog zoo veel mogelijk links uit, doch kon de aanrijding met voorkomen Hij ontkende voorts met groote snelheid te hebben gereden. De reflector op de rijwielen waren door verdachte niet opgemerkt. Het rijwiel was door den auto meegesleurd. De president was de meening toegedaan, dat die reflectors geen voldoende waarborg voor veiligheid geven. De vrachtrijder D. K. Bleeker had in zijn vrachtauto kort voor het ongeluk de twee wielrijders ontmoet. Ook had hij opgemerkt de vischauto van verdachte. Voorts had hij gezien, dat een vuurstraal langs den weg schoot en een der wielrijders was verdwenen. Hij wist niet of de auto van den verdachte was doorgereden. De vischknecht Verblauw, die zich bevond in de cabine van den vischauto, verklaarde, dat 40 K.M. werd gereden. Er werd vervoerd een last van 1900 K G. haring. De tegemoet- rijdende auto's voerden verblindende verlich ting en getuige zag de twee wielrijders pas op pl.m. 15 M. Van de reflectors had getuige niets gezien. Verdachte week naar links uit, maar blijkbaar niet voldoende. Later had getuige aan den weg een jongen man zien hggen. Verblauw schreef het ongeluk toe aan de verblindende verlichting der tegenliggers. Ten slotte werd gehoord burg. T. A. C. J. Vroom uit Juliapadorp, gem. Helder Deze had den ongelukkige op den weg aangetrof fen en het zwaar beschadigde rijwiel in beslag genomen. Bij remproef met de vrachtauto bleek, dat de remmen niet voldoende effect gaven. Het remspoor gaf slechts één wiel aan op den linkerkant van den weg. Het lijk had getuige den volgenden dag in beslag genomen en overgedragen aan dr. Hulst ten behoeve van de sectie. Na een overzicht te hebben gegeven van het droevige ongeval, kwam de officier in zijn requisitoir tot de meening, dat dit ongeluk voorkomen had kunnen worden, indien door verdachte op het critieke moment met de ge boden voorzichtigheid had gereden. Het is on verantwoordelijk om onder de werking van een verblindende verlichting: met een nood lottige en roekelooze snelheid van 35 a 40 K.M. door te rijden. De officier schilderde in sterke kleuren de ellende, die door een derge lijk ongeval kan ontstaan. Er wordt maar raak gereden door chauffeurs, die zelfs de meest elementaire kennis missen. Er moet een eind gemaakt worden aan een dergelijke maar raak rijderij, concludeerde de officier, alvorens ter zake dit ernstige feit te vorderen 2 maanden hechtenis. Ontzegging van het recht om motorrijtuigen te besturen wilde de officier in casu niet requireeren, omdat de bestuurder daardoor in zijn broodwinning zou worden benadeeld. Beter was het, hem zelf aan den lijve te straffen. Mr. Langeveld sprak een woord van deer nis uit met het jeugdige slachtoffer, mede op verzoek van verdachte en zijn vader. Pleiter gaf voorts een beeld van de pioeilijk- heden, die de automobilist op den rijweg moet meemaken. Het onvoldoende der reflec tors werd voorts door verdediger aange roerd. Pleiter ontkende voorts dat verdachte „mir nichts dir nichts" zou hebben gereden, integendeel was pleiter van oordeel, dat de verdachte zooveel mogelijk had getracht, zijn plicht te doen en dat een goed woord voor hem kon worden gesproken. Ook het rijden der wielrijders naast elkander was riskant en kon verdachte dechargeeren. Ten slotte ver zocht pleiter verdachte niet de gevangenis in te zenden. Er volgde nog eenig debat, al vorens de behandeling werd gesloten. HOOGER BEROEP VEROORDEELING OVERTREDING ART. 22 MOTOR- EN RIJWIELWET. In eerste instantie was de 46-jarige te Heiloo geboren en te Wervershoof wonende expediteur Petrus Br. door den kantonrech ter te Medemblik veroordeeld tot 25 boete of 25 dagen hechtenis, benevens betaling der aangerichte schade ad 6.95 naar aanleiding van het feit, dat hij op 14 October op den Dijkweg onder Wevershoof met zijn vracht auto een aanrijding had veroorzaakt met een dito rijtuig, bestuurd door den heer W. Koomen en bovendien tegen eenige op dien auto geplaatste druivenkisten was opge reden. De veroordeelde kwam van het vonnis in hooger beroep en werd thans verdedigd door mr. Wynne, advocaat en procureur te Alk maar. De gedagvaarde getuigen W. Koomen en Th. Haakman bleker- niet aanwezig te zijn. Hiervan werd acte gevraagd en verleend. Voor den officier was het thans moeilijk requisitoir te nemen, derhalve verzocht de of ficier aanhouding der zaak tot Dinsdag 28 Juni a.s. Deze beschikking werd door de aanwe zigheid der getuigen later weer geannuleerd en met de behandeling voortgegaan. In deze weinig beduidende zaak vorderde de officier vrijspraak, 'n conclusie, waarmede de verdediger zich maar al te gaarne vereenigde. TWEEDE OPTREDEN VAN VORIGE VERDACHTE. De heer Petrus Br., bekend uit de vorige zaak, was ook dcci den kantonrechter te Medemblik veroordeeld tot f 25 boeste of 25 dagen hechtenis, benevens f 46 schadever goeding ter zake een gepleegde aanrijding met een wielrijdster, gepleegd op 25 Novem ber te Abbekerk. Veroordeelde was ook van dit vonnis in hooger beroep gekomen en be weerde thans dat hij dien bewusten persoon niet kon zijn geweest. Hij had wel door Ab bekerk gereden, doch dit gebeurde omstreeks acht uur, op weg naar de We ere, terwijl het feit, hem ten laste was gelegd, omtrent kwart voor negen was gebeurd. Ook hier werden eenige getuigen gemist, doch aangezien de getuigen in de vorige zaak waren gearriveerd, besloot men eerst maar weer de druivenkistenzaak te behandelen. In middels waren ook de andere getuigen bin- nengeloopen. Het scheen, dat het geheele stelletje in de metropool Alkmaar verdwaald was geraakt. In plaats van op den Geester singel kwamen zij bij de Groote Kerk terecht, Irren ist menschlich. Na de succesvolle behandeling der drui- venkistjeszaak werd met de wielrijdstei mej. Corn. Agatha Nobel voortgegaan en deze dame beweerde, dat zij, hoewel zij reeds voor- VI!A€HTWA«fiaSS O MNIIMISSHS! van de oude gerenommeerde Europeesche Vrachtwagenfabriek twportrlce N V N fNOlMMTS *UTOMO«ieiMA*®jn DCN HAAG AMST30AN •UDMUUtG zichtigheidshalve in het gras reed, toch werd aangereden. Haar kous was beschadigd en ook haar rijwiel. Het was de auto van Br., doch hem zelf had zij niet herkend. Overigens was deze getuige weinig pertinent in haar verklaringen. Mej. Nobel, gehuwd met den heer P. Haker, kaasmaker te Abbekerk, gai een leven dige beschrijving van haar onaangenaam avontuur en reclameerde opnieuw 46 ver goeding voor nieuwe mantel, japon en kousen, waartegen de president bedenkingen koesterde, omdat het niet aanging gedragen kleederen als gloednieuw in rekening te bren gen. De heer Br. was bereid, bij eventueele veroordeeling, de helft van bovengemeld be drag te vergoeden. De landbouwer de Leeuw had de aanrijding gezien en den auto van verdachte herkend. De naam van Br. stond voorop: P. Br., Ouder- dijk. Deze getuige had zijn oogen goed den kost gegeven en was een bezwarende getuige voor den verdachte. Rijksveldwachter Kamp had de zaak on derzocht en gaf dienaangaande verslag. Het fietsspoor was zuiver uiterst rechts. De officier vorderde 25 boete of 25 dagén hechtenis met last tot vernietiging van het door den kantonrechter uitgesproken von nis. Door mr. Wynne werd betoogd onder aan voering van verschillende redenen, dat de aan verdachte te laste gelegde aanrijding niet wettigen overtuigend was bewezen, wes halve pleiter vrijspraak concludeerde. Be sloten werd de zaak aan te houden, ten einde alsnag de heeren P. Langedijk en Boots op 28 Juni te hooren. VORDERING TOT OMZETTING EENER VOORWAARDELIJKE STRAF. De laatste zaak der omvangrijke zittings- rol was gewijd aan een rondzwervend reclas- sant, 'n wonwagenbewoner H. W. P. uit Heerhugowaard, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, die een der bijzondere voorwaarden had overtreden en dus gevaar liep de hem opgelegde gevangenisstraf te moeten ondergaan. Uit de verklaringen van den heer J. F. Beijerink, directeur van het Huis van Bewaring en secretaris van het ge nootschap tot zedelijke verbetering, kon hier echter worden verondersteld, dat de ten laste gelegde overtreding der bijz. voorwaar den niet in de eerste plaats aan den voorw. veroordeelde moest worden tenlaste gelegd. Gevolgd werd aan ook het zeer verstandige advies van den heer Beijerink, om de ten uit voerlegging op te schorten en persoonlijk contact met den reclassa-nt te zoeken. De officier zal dus in het algemeen politieblad verzoeken bedoelden persoon aan te houden en voor te geleiden. Hierna sluiting der zitting, die nagenoeg den geheelen dag had geduurd. DE STEEDS PARATE TOEZIENDE VOOGD OP HET ACHTER BANKJE. Het is vermakelijk, welke spitsvoudigheden soms door wetsovertreders worden aange wend met het doel, den strafrechter een rad voor de oogen te draaien! Er wordt wel eens gesproken van domme Hollanders, doch in de hiervoren bedoelde kunstvaardigheid komen de edele zonen van het volk in de lage landen, ontwoekerd aan de baren, ernstig in aanmerking voor een „prix d'ecxellence". Zooals dezer dagen weer duidelijk naar voren kwam op de politiezitting bestemd voor behandeling van belastingzaken. De chauffeur W. J. D. uit Amsterdam, waar men al bijzonder goed is getraind in de knepen van het recht, had zich te verant woorden ter zake het feit, cat hij, op 11 Juni te Schoorl aangehouden, op de eerste vorde ring niet had kunnen toonen een wettig be wijs van betaalde wegenbelasting- Het was ook 'n onzinnige vraag van den belastingambtenaar, want de chauffeur had zoo'n kaart eenvoudig niet en de oorzaak van dit gemis kwam hij nu oen politierechter per soonlijk eens mededeelen en waarvoor hij ter versterking had medegebracht twee getuigen a décharge, de chauffeur Cohen en zekere heer Siezen, die zich aandiende als een familielid van den nalatigen wegenbelasting betaler en werd gepreciceerd als 'n achterneef van zijn broers vrouw's stiefmoeder. Een fa milieraadsel niet zoo a Ia minute op te lossen, doch waarvan de politierechter wel zooteel snapte, dat het geen bezwaar opleverde om den eed, als getuige af te leggen. De ver dachte heer D. antwoordde op de desbetref fende vraag van den politierechter dat hij wel niet in het bezit was geweest van een belastingkaart. maar dat toch de belasting eerlijk voor het rijtuig was voldaan. Hij had echter den auto gekocht van den heer A. Siessen, maar deze heer had verzuimd de kaart te doqn overschrijven op den nieuwen eigenaar. De nieuwe bezitter moest zich evenwel nog bekwamen in de autostuurmanskunst en reed onder toezicht van gemelden heer Sietten, die in 't bezit was geweest van belastingkaart en andere onmisbare documenten, zooals rij- nummer en weegbewijs. De Ec:r Siessen, tot getuige a décharge gepromoveerd, bevestigde plechtig deze ver klaring. Hij bevond zich destijds in den auto in zoodanige positie, dat hij ieder moment, als het met de rijvaardigheid van den élève misliep, kon ingrijpen. De heer Siessen km afzwaaien en in zijn plaats verscheen de heer Nehelia Cohen, die eveneens op de wijze van zijn godsdienstige gezindheid de voorgeschreven eed deponeer de in handen des politierechters en daarop verklaarde, dat hij destijds als mede-passa gier in den auto had plaats genomen in de auto naast den verdachte! En nu kwam het mooie in de zaak! De politierechter stak plots de ooren op als een eervol ontslagen strijdros dat de krijgs trompet hoort schetteren en vroeg verbaasd: Wat vertel je me daar nou? En de vorige getuige zat naast den verdachte, die leerde chauffeeren, zoodat hij ieder oogenblik kon ingrijpen! Dat klopt absoluut niet! Och ja, ziet u deres hier, meneer de politie rechter, repliceerde getuige Nephelia met een dikken glimlach, meneer Siessen zat op het achterbankje met z'n vrouw ziet U, want het past toch niet he, dat ik daar achter naast de vrouw van meneer Siessen zou gaan zitten he? Maar het was geen gesepareerde koepee, ziet U en meneer Siessen kon toch ieder oogenblik ingrijpen, nie waar? Was het een wonder, dat dit listige gekon kel den officier in heibgen toorn deed ont steken en hij gewaagde van een „poppen kast" met het minderwaardige doel den 'i ,h*er te bedriegen? Gelukkig voer den verdachte, werden geen represaille maatregelen getroffen in den vorm van een belangrijk br/waarde boete en werd hij behandeld volgens* het minimum tarief 5 boete subsidiair 5 dagen hechtenis. POGING TOT DOODSLAG. De rechtbank te Maastricht heeft gisteren H. J. C., logementhouder in de Kwade- vliegenstraat te Maastricht, ter zake van po ging tot doodslag op Van der Slagt op Car navalszondag tot negen maanden gevange nisstraf veroordeeld. De eisch was twee jaar. DE ZGN. PRIKPLANK- Overtreding van de Loterijwet. De groentehandelaar N H. te 's-Graven- hage, heeft zich op 3 Maart j.1. voor den kantonrechter, nu wijlen mr. Hollander, te verantwoorden gehad, ter zake dat hij op 31 Juli 1931 in zijn winkel aan den Schimmel- weg 112 aanwezig had gehad een plank, voorzien van 576 gaatjes, beplakt met door zichtig papier, in elk van welke gaatjes een genummerd papiertje aanwezig was, zoo danig opgevouwen, dat van buiten af niet kon woraen waargenomen welk nummer dit papiertje droeg. Daarbij behoorde een lijst, waarop verschillende getallen voorkwamen, achter welke de namen van diverse voorwer pen ais toilet-artikelen, versnaperingen ed vermeld waren. Verdachte H. stelde nu voor het publiek de gelegenheid open om tegen l>etaling van tien cents per keer een gaatje in de plank door te steken, waardoor daaruit een opgevouwen papiertje werd te voorsehijngebracht. Bieek dat dan na openvouwing toevallig een getal te vermelden, dat eveneens voorkwam op de lijst, dan was degene die dat papiertje had ge- prfikt, winnaar van het op de lijst achter het getal genoemde voorwerp. Bij het prikken kon het publiek gebruik maken van een in den winkel opgehangen papier, een z.g. sleutel voor de oplossing van de rekenprikplank. Volgens de dagvaarding zou verdachte aldus een loterij hebben aangelegd, in strijd met de Loterijwet 1905. De kantonrechter te Den Haag overwoog o.m. in zijn vonnis, dat. wil er sprake zijn van een loterij, de deelnemers geen over wegenden invloed moeten kunnen oefenen op het lot of eenige andere kansbepaling. Dit element nu was niet bewezen en de kanton, rechter had mitsdien niet de overtuiging ge. kregen, dat de deelnemers geen overwegen den invloed konden uitoefenen. Op dezen grond wees de kantonrechter een vrijsprekend vonnis, waarvan de ambtenaar van het O.M, in appèl is gegaan. Nadat de Haagsche rechtbank op 19 Mei deze zaak had uitgesteld, ten einde een nader rapport van den deskundige prof. dr. F. Schuh, uit Delft in te winnen, kwam deze zaak gistermiddag opnieuw in behandeling. Mr. Hoekstra, die het O.M. waarnam, meende na het deskundig rapport, en de mon delinge toelichting, mede in verband met een arrest van den Hoogen Raad, tot bevestiging van het vrijsprekende vonnis te moeten con- cludeeren. De rechtbank zal over 14 dagen uitspraak doen. DIEFSTAL MET BRAAK. Het gerechtshof te Amsterdam heeft een recidivist terzake van diefstal met braak in het histologisch laboratorium aan de Sar- phatistraat te Amsterdam, waar 139 wa- ren ontvreemd, veroordeeld tot een jaar ge< vangenisstraf. Verdachte's onmiddellijke gevangen neming werd tevens bevolen. MEINEED. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Wijnveldt, heeft gisteren conclusie genomen in de zaak van F. S., die in hooger beroep door het gerechtshof te 's-Gravenhage is veroordeeld tot 1 Y jaar gevangenisstraf wegens meineed, gepleegd in een echtschei dingsprocedure te Rotterdam. Mr. Wijnveldt concludeerde tot vernieti ging van het arrest en tot verwijzing der zaak naar een ander Hof. Arrest 27 Juni. t' DE DIEFSTAL MET BEDREIGING IN DE LAAN VAN NIEUW-OOST-INDIE TE 's-GRAVENHAGE. 1 De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad mr. Wijnveldt, heeft gisteren tot verwer ping van het cassatieberoep geconcludeerd van H. H. W. W., die door de rechtbank te 's-Gravenhage tot drie jaar en zes maanden en in hooger beroep door het Haagsche Ho! tot 2 jaar gevangenisstraf is veroordeelt wegens pogingen tot diefstal met bedreiging, gepleegd op 5 November van het vorige jaar in een manufacturenhandel in perceel Laan van Nieuw-Oost-Indië 67 te 's-óravenhage. Arrest 27 Juni. - Na de pauze is de belangstelling op de publieke tribune, die tijdens het verhoor van de deskundigen al wat was afgenomen, weer buitengewoon groot. Als haringen in een ton gepakt staat het publiek op de tribune. Onder hen is ook de vader van de twee vermoorde jongens Kersten. Ook vóór het gerechtsge bouw is het zeer druk. Een sterke politie macht houdt het publiek op een afstand. Onopvallend zijn de verdachten binnenge bracht. Even rustig als vanmorgen zitten zij op het bankje der beklaagden. Weer wordt Dr. van Waegeningh voorge roepen. De jas, waarop de bloedvlekken voor komen, wordt aan den vader v. d. Elzen ver toond. Hij geeft toe dat het kledingstuk aan hem toebehoort. Ook enkele aanteekenboekjes in zijn woning in beslag genomen, herkent hij als zijn eigendom. In een der boekjes komt de naam Roebroeckx voor. De officier tot verdachte: Schreef je in dit boekje bekeuringen en verkoopingen op Ai> nadaal? Verdachte: Ja, dat kwam wel voor. Uit deskundige verklaringen blijkt nog dat er op een der kleedingstukken ook aniline inktvlekken aangetroffen zijn vlak in de na bijheid van de uitgewasschen bloedvlekken. Daarna komt het eerstgenoemde gemeen schappelijk rapport van de drie deskundigen aan de orde. Zij komen tot de conclusie, dat Willem Kersten eerst door een kogel en daarna door een schot hagel is getroffen. Het verhoor van de deskundigen is hiermede voorloopig ten einde. S. Houtermans, wachtmeester der mare chaussee te Echt wordt voor het hekje geroe pen. De president betuigt hem namens de recht bank de volle tevredenheid over het gevoer de eerste onderzoek ter plaatse. De wachtmeester vertelt De wachtmeester ve -üt onder welke om standigheden de eerste «n van de mis- 285. Nou kan ik me weer aankleeden, zei Tuimeltje, tegen kik ker Karei. En hij holde naar binnen en had in een wip alles aangetrokken. Maar hoe schrok hij toen hij zag dat alles hem veel te wijd was geworden. Hij zag er uit als een oude man, heelemaal niet meer het vlugge kereltje. Met langzame passen ging ie naar kikker Karei en de andere kikkers en zoodra deze hem zagen, schaterlachten ze van plezier, want ze dachten dat JuiUieltje een grjp_ wilde uitlaaien. 286. Het heele dorp was vol met lachende kikkers. Enkelen van hen lagen met kramp op den grond. En teneinde raad gin gen ze naar den apotheek om poeders te halen. Ze probeerden zich onderweg heel ernstig te houden en zeiden geen woord te gen elkaar, maar toen ze bij den apotheker aan de deur kwa- men, begon hun lachbui opnieuw want,,##

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6