Alkmaarsche Courant. De geheimzinnige inbreker Het jubilé van Mej. Buijs. Jiadiameuws Siad en Omgeving. ÏJeuiMeivn Honden) vier en dertigste Jaargang. DONDERDAG 2 JUNI Voor velen is zij veel geweest. Een hartelijke feestviering in een volle zaal. fes1»"" Oprichting gemeentelijk radio-distributiebedrijf. Wordt vervolgd. Ha *28 12.-4 'A.V.R.O. f" de V.P.R-O. van 8—11 uur). 6.45— en 7.30—7.45 Gymnastiekles. 8.— Gra- infoonplaten. 9.— VARA-septet o.l.v. Is. fS 10- VPPO-morgenwijding. 10.15 Voordracht door K. Bakker. 10.30 Vervo'g Seotetconcert. 11- Voordracht. 1115- ï<2_ Septetconcert. 12— AVRO-Klein- oi-kest o.l.v. N. Treep en gramofoonplaten. 0 Voor de scholen. H. Hollander: Zomer- fnort voor de jeugd. 2.30 AVRO-kamerorkest 1 v G. Hemmes en gramofoonplaten. 4. Piano-recital door Joh. Jong. 4.30 Voor de kinderen. 5— VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot en gramofoonplaten. 6.40 Orgelspel door Joh. Jong. 7.- Gramofoonpl. 7.15 Vervol0" orkestconcert. 8Mr. T. G. de Tongh: Kinderwetten en kinderrechtspraak, g 3Q piano-recital Jaap Callenbach, o.a. 3 sonates van Scarlatti. 9— Causerie door ds. f J de Holl. 9.30 Vervolg Piano-recital, 0a. werken van Chopin en Liszt. 10— Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Declamatie door Albert van Dalsum. 10.45 Gramofoonpl. 11—12.— Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma, te verzorgen door den K.R.O.) 8.9.15 en 10—Gramofoonpl. 11.30 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15—1.45 Kwintetcon- cert 2— Solistenconcert. 3.20 Gramofoon platen. 4— Vervolg solistenconcert. 5— Causerie. 515 Orkestconcert. 6.40 Lezing. 7.10 Dito. 8—11.— Orkestconcert m. m. v. vioolsolist. Ca. 9.15 Vaz Dias. 11—12— Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10 35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, ber. 11.05 Lezing. 12.20 Emanuel Starkey en zijn orkest. 1.05 Orgelconcert G. H. Trevor. 1.50 Gramofoonplaten. 2.45 Voor scholen. 3.50 Concert voor de scholen. BBC-orkest o.l.v V. HelyHutchinson m. m. v. M. Hamlin, sopraan. 4.35 Studio-orkest o.l.v G. Daines. 5 35 Kinderuur. 6 20 Berichten. 6.50 Anne Thursfield zingt Schumann-liederen. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 „The pride of the regiment" of ,Cashiered for His Coun try", spel met muziek van Leigh. Solisten, koor en orkest o.l.v. L. Woodgate. 9.20 Ber. en lezing. 9.55 Elsa Karen, piano, vertolkt Debussy. 10.15 Derde acte van Wagner's „Götterdammerung". vanuit de Royal Opera, o.l.v. Sir Thomas Beecham. 11.4012.20 Savoy Hotel Orpheans. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert o.l.v Henri Defosse. O.a. Ouv. Coriolanus, Beet hoven en uit „Die Meistersinger", Wagner. Kalundborg, 1153 M. 1.05—2.20 Con cert uit Rest. „Wivex". 3.20—5.20 Concert o 1 v. L. Gröndahl. 8.30 Finsche muziek o.l.v. Gröndahl O.a. Valse triste, Sibelius. 9. „Heikkiog Lakkala", hoorspel van O. Schrayh. 9.30 Kamermuziek, piano, viool en cello. 10.20—1.20 Feestuitzending van de Kopenhaagsche Roeiclub. Langenberg, 473 M. 7.25—8.20 Orkest concert. 12.20 Concert uit Frankfurt. 1.20 Concert o.l.v. Wolf. 2.50 Gramofoonpl. 5.20 —6 35 Concert o l.v. Wolf. 8.20 Werag-orkest o.l.v. Kühn, o.a. Carmen-ballet, Bizet en fragm. „Der Zigeunerbaron", §trauss. 10.40 12.20 Avondconcert. Rome, 441 M. 8 10 Gramofoonpl. 9.05 Gevarieerd concert m. m. v. orkest, tenor en sopraan. O.a. Aufforderung zum Tanz, Weber. Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M 12.20 Trioconcert, viool, cello en piano. 1.20 Gramofoonpl. 5 20 Wagnerconcert o.l.v. Meülemans, o.a. Rienzi-Ouverture. 6.20 en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Gramofoonpl. 9.20 Concert o.l.v Fr. André, o.a. Espana-wals, Waldteufel en Hong. Rhapsodie, Liszt. 10.30 Vervolg concert. 338 M.: 12.20 Gramofoon platen. 5.20 Concert o.l.v. Fr. André. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert o.l.v. Meule mans, o.a. Werken van Defcoeck en Marcel Poot. 10.30 Gramofoonplaten Zeesen, 1635 M. 8.20 Populaire muziek uit Zwaben door koor en Boerenkapel o.l.v Emil Kahn. 8.50 „Taglich Gift", vroolijk uurtje m. m. v. solisten en orkest 9.55 Stutt- Vrijdag 3 Juni. 296 M. (6.45—12—, 4—8— gartsch F hilharmonisch orkest o.l.v. E. Kahn. 10.40 Berichten en hierna werken van Strausz door orkest o.l.v A Kurtz. Het was niet gewaagd om te voorspellen, dat de groort zaal van de Harmonie nog te klein zou blijken om allen te omvatten, die „juffrouw Buijs" hun medeleven zouden wil len betoonen op den voor haar zoo ge- denkwaardigen dag van haar 40-jarige werkzaamheid bij het onderwijs, al welke jaren zii doorbracht aan dezelfde school, eerst genoemd Burgerschool In de wan deling meest geheeten Aukes' school, naai den toenmaligen hoofdonderwijzer later omgedoopt in achtste gemeenteschool. Het comité voor de huldiging had de be langstellenden uitgenoodigd naar bovenge noemde zaal te komen en reeds vóór 8 uur was er aan de tafeltjes alle gesierd met een vaasje bloemen slechts met moeite nog een plaatsje te veroveren. Het balkon was ook al heel spoedig bezet. Onder de aanwezi gen bevonden zich natuurlijk leden van het onderwijzercorps hier ter stede, verschillende autoriteiten en voorts verschillende personen van buiten Alkmaar, van wie wij slechts willen noemen den heer en mevr. Aukes uit Bakkum en mej. van Rijn, thans te Schoorl, voorheen secretaresse van den Armenraad en bestuurslid van de leeszaal alhier. De heer J. G. van B u r k e n, hoofd der achtste gemeenteschool, had zich op ver zoek van het huldigingscomité belast met de leiding van den avond en heette allen harte lijk welkom en deelde dan mede hoe het co mité zich den avond had gedacht. Dan kwam het plechtige moment van de binnenkomst van mej. Buijs met hare familie, begeleid door een paar da mes van het comité. De zaal begroette haar met daverend handgeklap en zong spontaan staande tot tweemaal toe het Welkomstlied. Toen allen weder waren gezeten en het applaus was geluwd, kwam de voorzitter van het huldi gingscomité, aan het woord, de heer mr. J. C. de Lan ge, notaris. Hij dankte mej. Buijs voor hare aanwezigheid, waardoor zoo velen gelegen heid kregen haar hun hulde te betuigen. Spr. constateerde, dat alle oud-leerlingen het als een voorrecht beschouwen bij haar in de klas te hebben gezeten, waar zij door hare tact en liefde het tehuis en moeder voor een wijle konden vergeten. Nog gevoelde spr. den liefdevollen blik, waarmee mej. Buijs hem en zijn mede-leerlingen nu 31 jaar geleden tege moet kwam en alle oud-leerlingen, die spr. in den loop der jaren ontmoette, ging het evenzoo. Vandaar de groote schare, die thans de zpo zeer gewaardeerde onderwijzeres hulde wil betuigen, zei hij. Die toewijding, die z)ij den leerlingen gaf, was van hoog ge halte. Alle aanwezigen, zoo zei spr., zijn ge komen om daarvan te getuigen en uiting te geven van hun achting en vriendschap, die zij voor „juffrouw Buijs" koesteren. De dank der leeszaal. Mr. C. A. d e Groot, voorzitter van de commissie van toezicht op het lager onder wijs, wilde eigenlijk spreken in kwaliteit van voorzitter van het bestuur der leeszaal, waar van mej. Buijs ook deel uitmaakt, en zulks omdat de heer Kerdel als lid van de com missie van toezicht reeds in de school welke plaats daarvoor in dit geval zoo bij uitstek was aangewezen een hartelijk woord tot de jubilaresse had gesproken. Als voorzitter van het leeszaalbestuur hul digde spr. dan mej. Buijs, die in dat college zich een vriendin van de jeugd had betoond als geen ander. Van haar was immers de gedachte uitgegaan om een kinderbibliotheek niet alleen maar ook een kinderleeszaal in te richten, welke gedachte zij steeds heeft ver dedigd, waarvoor spr. haar hartelijk dankte. Namens het leeszaalbestuur bood spr haar een herinnering aan dit jubilé aan, zijnde een zilveren aardappellepel en een dito taartvork. De heer G. Grondsma begon zijn ge- lukwensch in dichtmaat, een aanhaling van den Vlaamschen dichter Guido Gezelle en getuigde dan van zijn grooten eerbied voor de blijmoedige wijze waarop mej. Buijs zich uit het Engelsch door A. Treub. »o, Toen hield hij zijn handen vastbesloten achter zich, en liep over het haardkleed, zoo als hij er in de lange uren vroeg in den mor gen over heen en weer geloopen as. Hij deed zijn best woorden tot veront schuldiging te vinden, toen de kleur in Enids wangen terugkeerde en haar koude, verwij tende blik volgde hem meedoogenloos, maar hij kon alleen er aan denken, dat hij zich be- heerschen moest en aan zijn ernstige finan- cieele moeilijkheden. Hij veranderde de rich ting van zijn schreden zoo, dat hij het zach te wrijven van haar gekwetste armen niet 2ag en vervloekte zich zelf, dat hij een toe stand geschapen had, die een verontschuldi gingen maken! Hij wist niet hoe hij dat doen moest j>- weci uus niet waar ze zijn, ne viue& vyL grojamig. En zijn toon was de eenige verontschuldiging, die hij maken kon. mer V ver&eet, dat Spencer bij ons in de ka was a a"tw°ordde Enid, en haar toon overtiifm? j Misschien zal hij U kunnen Si- pJ!' cJa /J( de Waarheid spreek, «n aincTC op met loopen, keerde om laneh i ar de" bellknop. Hij drukte er °en salon toen rec^lt over de deur van dreigend an en 'cee'c daar naar met de -"vcK'imnem van een zien yger, die een ongelukkige sterve ling afwacht, welke niets van zijn nabijheid weet. Hij kon Spencer afsnauwen zooveel hij wilde en de noodzakelijkheid iemand af te snauwen was dringend. Spencer trad nog ernstiger en plechtiger binnen -dan gewoonlijk. Hij had een glimp opgevangen van Enid's behuilde gezicht, toen hij de deur open deed, en dientengevol ge werd zijn rug stijver en zijn oogen keken meer in de verte. Heeft U gebeld, mijnheer? Zijn stem was zelfs koeler en eerbiediger. Kom hier! Spencer gehoorzaamde aan het gesnauw de bevel en liep waardig naar het haard kleed. Nu Spencer. Vertel me, wat er gisteren avond gebeurde, toen ik je hier liet met miss Enid en den jongen Aimsbury en naar de deur ging om Clinton. Wat gebeurde er? Niets? Wat Vertel als het je belieft alles, wat je weet, Spencer, viel Enid beslissend in. Is het raarzaam, miss Enid? begon Spencer. Maar de baronet zei kortaf: Wat gebeurde er? Eh mis Enid Sputter niet! Wat gebeurde er? Miss Enid vroeg me, haar te helpen om mijnheer Aimsbury weg te brengen, voordat de politie kwam, sir Peter, bekende de butler met tegenzin. Zoo. Deed ze dat? vroeg sir Peter, met het hoofd schuddend en een woedende blik op zijn dochter werpend. ZZoo, werkelijk? Gaf hij haar papieren? De obligaties? Of wat anders? Niet dat ik weet, sir Peter. Denk nog eens na, Spencer! Denk nog zoo'n lange reeks van jaren aan de kinderen gegeven heeft. De huldiging Van heden avond is geen uiterlijk vertoon, maar een spontane uiting, die uit het hart welt, zei spr. Hier en daar eenige dichtregelen in zijn speech vlechtend, herinnerde spr. aan de vreugde waarmee zijn zoon de lessen van mej. B. had gevolgd en roemde hij de groote waarde van haar onderwijs. En dan eindig de hij aldus: Mede-burgeressen en -burgers der stad Alkmaar, ouders die uwe kinderen aan de jubilaresse hebt toevertrouwd, oud-leerlingen die de vruchten geniet van haar onderwijs, gij zegt het den dirhter na: Laat 's werelds ijdel volk zijn pronk- heldinnen loven, Bij 't edel Alkmaarsch volk roept maagd en mannenschaar: Legt op eikanderen tien, twintig, dertig Ons juffrouw Buijs toch rijs?e^honferd ellen boven. Een woord van waardeering uit de onderwijswereld. Den heer F. J. Aukes, oud-hoofd van de school, was het een voorrecht met mej. Buijs te hebben mogen samenwerken om kinderen tot menschen te maken. Zij toch had méér gedaan dan van haar verlangd mocht wor den, zij had meer gedaan dan de kinderen opvoeden in de christelijke en maatschappe lijke deugden, het was haar gegeven in de aanvangsklasse de moeilijkste klasse levensernst en levensmoed en levensblijheid te brengen in de harten der kleinen. Spr. wist, hoe dat werk was geweest, maar ook hoe weinig mej. Buijs van dank daarvan had willen weten; maar op dezen avond, zoo ging hij voort, blijkt wel hoe innig dankbaar al haar oud-leerlingen haar zijn. Spr. was overtuigd dat juffr. Buijs, als zij eenmaal haar taak zal neerleggen, zal mogen consta- teer'en, dat zij die taak naar behooren heeft vervuld en dat men haar daarvoor dank baar is. Huldiging door de ouder commissie. Mevr. L i nd B u r g e r, lid van de oudercommissie van de achtste gemeente school, sprak tevens als moeder een woord van warme hulde tot de jubileerende onder wijzeres. Deze toch had de kinderziel zóó juist aangevoeld als geen ander. Daarvoor zegde spreekster haar hartelijk dank onder het aanbieden van een mand mooie rozen namens bovengenoemde commissie. Een tooneelstukje. Juffrouw Buijs krijgt niet anders dan tienen op het rapport. De heer van Burken wilde na het geen hij gistermorgen in de school reeds had gesproken tot de jubilaresse, niet in herha ling vervallen door nogmaals het woord tot haar te richten. Daarom gaf hij een korte uiteenzetting en verklaring van het door de leerlingen op te voeren tooneelstukje, ge schreven door den oud-leerling, den heer P. Schröder, die, hoewel hij ingespannen had te studeeren voor zijn doctoraal examen, waarvoor hij dezer dagen slaagde, toch nog tijd en lust had gevonden om een tooneel stukje te schrijven, vol herinneringen aan de schooljaren. De heer E. Prins had daarbij toepasselijke versjes gemaakt en diens neef, de bekende musicus J. Prins, had voor de muziek gezorgd. Aan deze allen betuigde spr. namens het comité dank voor hunne be moeiingen. Hierna werd het tooneelstukje opgevoerd. Het bracht een paar kabouters op de plan ken, die zoozeer werden getroffen door de goede leeraarskwaliteiten van mej. Buijs, dat zij hun koning erbij riepen, die van haar ook lezen had geleerd en toen zongen zij sa men een lied. Anderen kwamen er bijOt en Sien, moeders en grootmoeders de halve stad had „bij juffrouw Buijs geleerd" en mannen en jongens, en allen zongen den lof van de manier, waarop de geliefde onderwij zeres hen kennis had bijgebracht. Zij had den wel eens een 8 op het rapport gehaald, maar juffrouw Buijs kreeg voor alle vakken een 10! Ot en Sien hadden de attentie om mej. Buijs na hun zang een boekwerk aan te bie den de vier deeltjes van de leesboekjes „Ot en Sien", oude druk die tot nu toe was ge bruikt, er is thans een nieuwe verschenen samen vereenigd in één prachtigen leeren band met gouden titel, met een geschreven opdracht. Een vele malen herhaald „Hiep, hiep hoe ra! Lang zal zij leven!" klonk op na 't too- neelspel, dat, de jeugd der daarin optreden den in aanmerking genomen, bijzonder goed gespeeld werd. Wat de rolvastheid betreft, daaraan kunnen vele oudere dilettanten nog een voorbeeld nemen. eèns na. Spencer dacht plichtmatig nog eens na, en schudde het hoofd. Niet voor voover ik weet, sir Peter. Wat deed hij dan? Niets, sir Peter. Hij was te erg gewond Miss Enid vroeg mij alleen haar te helpen HuVroeg je een misdaad oogluikend toe te laten, hé? En natuurlijk heb je gezegd dat je daartoe bereid was? Neen, sir Peter. Ik zei, dat de politie al in huis was en dat het te laat was om over zoo iets te denken. Sir Peter lachte spottend Met andere woorden, je wos bang! Ik ik zag de dwaasheid van zoo'n stap in sir Peter. En ik was er zeker van, dat er een vergissing had plaats gehad. En al had er een vergissing plaats ge had? viel sir Peter uit. Welke man zou wei geren een dame te helpen, zelfs in. zulke om standigheden? Hij legde een onbeschrijfelijken klemtoon op het woord „man", en het was Enid duide- dat haar vader zijn woede lucht gaf tegen den ongelukkigen butler. Maar Spencer bleef onverstoorbaar. Zij kon zich hem niet anders voorstellen. Ik dacht, dat U het niet goed zoudt vinden, sir Peter. Dacht, dat ik het niet goed zou vinden! spotte sir Peter, schijnbaar zich tot het pla fond wendend. Dacht, dat ik het niet goed zou vinden! Werkelijk, sir Peter je was bang! Sir Peter stiet de woor den uit, zijn drift werd tot kokende woede Je was bang! God! Als je maar half een man geweest, zou je het dadelijk gedaan heb Huldiging door den Doops gezinden kring. Den heer J.de Lange C.Jzn., sprekend als vertegenwoordiger van den Doopsgez. Kring, was het bijzonder aangenaam er aan te mogen herinnerea dat juffrouw Buijs haar tweede 40-jarig jubilé vierde in korten tijd. Immers het was nog slechts kort geleden, dat zij herdacht voor 40 jaar te zijn aange nomen als lid der doopsgezinde gemeente. Spr. legde er den nadruk op, dat het er op aankomt hoe iemand zich geeft als hij een maal richting heeft gekozen en hij consta teerde, dat de liefde die de heer Buijs ge voelde voor zijn kerk, op zijn dochter is overgegaan. Spr. zegde haar dank voor het geen zij voor de Doopsgezinde kerk deed. Ds. Kuiper sprak als voorzitter van de doopsgezinde vereeniging „Hans de Ries", waarvan mej. Buijs secretaresse is. Nog slechts kort had spr. met haar mogen samen werken, maar uit de hem toegezonden jaar verslagen van haar hand had hij de overtui ging geput, dat het steeds haar streven was, samen te brengen in harmonie. Dit gaf het stempel aan heel haar leven in de maat schappij. Met grooten dank memoreerde spr. wat mej. Buijs deed voor „Hans de Ries", het was haar gegaan als hen, die volgens het bijbelwoord loopen en niet moede worden en hij sprak den wensch uit, dat zij nog vele jaren voor de genoemde vereeniging werk zaam zal mogen zijn. Als blijk van hulde bood hij haar een gekleurde ets „lm Engadin" in lijst aan. Twee portretten. De heer Van Burken overhandigde de jubilaresse de binnen gekomen portretten van twee scholieren, die hun eerote onderwijs van mej. Buijs ontvingen, maar wegens langdurige ziekte niet op dezen huldigings dag hadden kunnen komen, n.1. de beide broeders Van Dam. Het geschenk van het hul digingscomité. Met een kort woord bood de heer J. C. d e Lange het cadeau van het huldigings comité aan: eenige meubelen (divan met kleed en tafel, stoelen, theekast en bloem- tafel), waarvan het comité hoopte, dat zij een plaats zouden krijgen in de woning van mej. Buijs. Het applaus bewees, dat de oud-leerlingen, die aan het geschenk hadden bijgedragen, zich met de keuze van het comité uitstekend konden vereenigen. Het cadeau ging vergezeld van een in don ker leer gebonden album met een gecalligra- feerd Latijnsch motto, hetwelk beteekent: „Aan het kind is de grootste zorg verschul digd^ een spreuk, die, naar de heer De Lange meende, door mej. Buijs tot lijfspreuk kon zijn aangenomen. Het album bevatte naast de namen van de leden van het comité ook de namen van alle oud-leerlingen, die door middel van dit geschenk hun dank hadden willen uitspreken voor de lessen, van mej. Buijs ontvangen. Het bleek ons dat velen hunner betrekkingen hebben gevon den in allerlei plaatsen in het heele land en ver daarbuiten, wat het bewijs levert, dat het onderwijs, door mej. Buijs gegeven, een uit stekende basis is geweest om daar op voort te bouwen. Een woord van dank van mej. Buijs. De jubilaresse vond al hetgeen haar was wedervaren aan hartelijke genegenheid zoo overstelpend veel, dat het haar moeilijk werd om woorden te vinden om haar dank te be tuigen. De dag was als een sprookje voor haar geweest, maar dan een heel mooi sprookje. In de verhouding van den mensch tot het kind, zoo vervolgde zij dan, in het leven is geen sprookje, 't is zuivere werkelijk heid, wij kunnen tegenover hen geheel ons zelf zijn Aangedaan uitte spreekster haar groote dankbaarheid voor alles, wat zij op haar jubilé had mogen ondervinden. Een zanghulde. Het zangkoor der doopsgezinde kerk, on der leiding van den heer Blaauw, zong de jubilaresse nog een lied toe. Bij het einde van den jubileum-avond zongen alle aanwezigen nogmaals staande het Slotlied uit het tooneelstukje. Vermelden wij ten slotte nog, dat mej. Buijs in de pauze handen te kort kwam om al de gelukwenschen met haar jubilé in ont vangst te nemen en dat men het „Zeg het met bloemen" op grootsche wijze in toepassing had gebracht. Mej. Buijs is gehuldigd op een wijze zoo als slechts aan zeer weinigen te beurt mag vallen. De sympathieke onderwijzeres ver dient het volkomen! i B. en W. schrijven in bijlage Nr. 87: In Uwe vergadering van 22 October j.I. werd besloten de radiodistributie van ge meentewege ter hand te nemen en aan ons college opgedragen plannen daarvoor uit te werken en nadere voorstellen tot uitvoering van dit besluit aan U voor te leggen, terwijl sedert dien aan Uwe vergadering werd ge richt een adres van den Bond van exploitan ten van Radiocentrales te Amsterdam, d.d. 2 November 1931, verzoekende geen uitvoering te geven aan voornoemd Raadsbesluit, welk adres in onze landen om bericht en raad werd gesteld. Naar aanleiding van het besluit van 22 October j.1. hebben wij den Directeur der licht- bedrijven, die, zooals U bekend is, van deze zaak een speciale studie heeft gemaakt en reeds over allerlei elders op dit gebied opgedane ervaring beschikt, verzocht ons te rapportee- en over de mogelijkheid, de levensvatbaarheid en de rentabiliteit van een gemeentelijk radio- distributiebedrijf met inzending van een exploitatierekening. Dit rapport is dezer da gen bij ons ingekomen. Dat het rapport lang op zich heeft laten wachten, vindt zijn oor zaak in de omstandigheid, dat geen exploi tatieraming kon worden opgezet, zoolang niet bekend was, op welken voet overeenstem ming zou zijn te bereiken met de exploitanten der plaatselijke netten. Namens hen worden de onderhandelingen daaromtrent gevoerd odor den adviseur van den Bond van exploitanten van Radiocentrales, met wien eerst op 20 Mei j.1. overeenstemming werd verkregen. Overweging van deze aangelegenheid bracht ons tot de gevolgtrekking, dat de ge meente thans in staat is de vraag te beant woorden, of hier een terrein van werkzaam heid ligt voor de gemeente. Ook zij, die in het algemeen de voorkeur geven aan het parti culier initiatief, moeten naar ons voorkomt erkennen, dat hier aanwezig zijn de beide elementen voor een gemeentelijke exploitatie: de monopolistische positie van het bedrijf en de bevrediging van een algemeene behoefte. Ware hiermee, gelijk bij de verzorging van andere algemeene behoeften, zelfs een exploi. tatie van gemeentewege te verdedigen zonder dat de gemeente financien hierbij gebaat zou zijn, het vooruitzicht, dat de gemeente een vrij aanzienlijke bron van inkomsten zal ver werven door de radiodistributie te maken tot een gemeentelijk bedrijf, kan haar niet onver schillig laten. Hoe de financieele toestand der gemeente zich in de toekomst zal ontwikke- 'en, is onmogelijk te voorspellen maar zeker is, dat elke nieuwe bron van inkomsten haar zeer welkom moet zijn. Wij merken overigens het volgende op. Ondanks het feit, dat de radiotoestellen met een ontvanginrichting in de laatste jaren belangrijk goedkooper zijn geworden, neemt het aantal aangeslotenen aan radiodistribu- tiecenrtales bij voortduring toe. Dit is ook zeer verklaarbaar, omdat deze aangeslotenen kun nen volstaan met aanschaffing ineens van een luidspreker en de kosten van aansluiting, ter wijl daarnaast een matig abonnementsgeld 2.00 per maand) wordt betaald. Zij hebben dus niet zulke groote uitgaven ineens als be zitters van toestellen met eigen ontvanginrich ting, terwijl zij daarenboven geen kosten van onderhoud en breken van lampen hebben en op den duur niet met verouderde radiotoestel len blijven zitten, welke laatste factor in ver band met het voortschrijden der techniek niet mag worden verwaarloosd. Daar komt nog bij, dat de aangeslotenen aan het distributie bedrijf, behoudens atmosferische invloeden, als regel zeker zijn van een storingvrije ont vangst, terwijl de bezitters van eigen opvang inrichtingen dikwijls storingen ondervinden van den invloed van electrische treinen, ma- chies en genereerende toestellen. Weliswaar is de aangeslotene op een radiocentrale alhier beperkt in de keuze van programma, n.1. tot dusverre Hilversum en Huizen, maar het is mogelijk door een behoorlijk in te richten distributiebedrijf, zooals Arnhem, Dordrecht, Groningen, Breda en 's-Hertogenbosch dit hebben, de aangeslotenen de keuze te geven tusschen 4 a 5 stations, terwijl de ervaring overigens leert, dat de Nederlandsche bezit ters van eigen radio-ontvanginrichtingen in hoofdzaak de radioprogramma's op de beide Nederlandsche stations en enkele buitenland- sche stations, als Daventry en Langenberg volgen. Het blijkt dus, dat de aansluiting aan een radiocentrale voor den gemiddelden luisteraar belangrijke voordeelen geeft. Bo- ben! Dacht, dat ik het niet goed zou vinden! Wat had mijn goedvinden er mee te maken? Je was bang! Zooals je geheele soort, ben je een vedvloekte lafaard! Vaedr! riep Enid scherp, opspringend. NeNem me niet kwalijk, sir Peter? vroeg Spencer, op zachten en eerbiedigen toon. Maar sir Peter was buiten zich zelf, en zijn gelaatstrekken waren vertrokken door zijn woedende drift, terwijl hij voortging. Een kruipende lafaard! Een bedelaar! Een landlooper, tevreden met te leven van de brokken, die ik hem wel wil toegooien! In de groot geboren, zal je leven in de goot! En je zult sterven in de goot. De laatste woorden waren een gillende kreet en sir Peter hief zijn gebalde vuisten boven zijn hoofd op, alsof hij den butler wil de aanvallen. Spencer keek hem koel aan. Zijn waardig heid kwam er niets bij te kort, toen zijn lin kerhand even aan zijn vest trok, en toen hij zijn keel schraapte, deed hij dat met het zachte geluid, dat hem eigen was. Maar toen hij sprak, waren zijn woorden niet bepaald in overeenstemming met de positie, waarvan hij een sieraad was. Nog één woord, Brace, dreigde hij ernstig, en ik geef je het pak slaag, dat je verdient. HOOFDSTUK XXI. Er volgde een verbluffende stilte. Sir Peter bleef midden in een ademhaling steken, en hij stond met uitpuilende oogen, hangende onderkaak, zijn handen verstijfd, terwijl hij ze balde en zijn deftigheidsgevoel blijkbaar alle aangenomen theoriën tartend. Enid hield op met haar ellebogen te wrij ven, en hield haar hoofd op zijde, alsof zij de herhaling van een wonder wachtte, waar van zij zeker was, dat het niet gebeurd kon zijn. - Wat? Sir Peter kwam langzaam weer bij en zijn stem was als een verbaasde gil. Hinbracht zijn gezicht in een uitdruking van groote ongeloovigheid, en keek zijn butler aan, als of hij verwachtte dat die achtenswaardige dienaar tot eerloos stof zou verbrokkelen als een donderende vergelding van den beleedig- den persoonlijken God van het Huis Brace. Maar Spencer verbrokkelde niet, en gaf ook geen blijk, dat hij binnen eenigen tijd zou verbrokkelen. Hij scheen zich integen deel te ontwikkelen, en toen hij zich kalm tot sir Peter wendde, kregen zijn grijze oogen bijna een biologeerende uitdrukking, terwijl de trek om zijn mond niet die was, welken men van den volmaakten butler verwachtte of verlangdeen toen hij sprak, was het met een rustige overmacht, over de drukkende atmosfeer van machtige emoties, welke de kamer bijna zichtbaar vulden. Ga zitten! beval hij, met zijn linker hand naar een stoel naast de tafel wijzend. Sir Peter verstijfde weer. Bij deze enorme oneerbiedigheid voor zijn geslacht was hij zich vaag bewust, dat zij den eeuwenlangen slaap der Olympische goden had verstoord, want een gerommel van onweer werd in de verte gehoord, en de zon werd plotseling verduisterd door een snel naderbij komende stormwolk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5