Alkmaarsche Courant.
De geheimzinnige inbreker
Het jubilé van Mej. Buijs.
Jiadiameuws
Siad en Omgeving.
ÏJeuiMeivn
Honden) vier en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 2 JUNI
Voor velen is zij veel geweest.
Een hartelijke feestviering in een
volle zaal.
fes1»""
Oprichting gemeentelijk
radio-distributiebedrijf.
Wordt vervolgd.
Ha *28
12.-4 'A.V.R.O.
f" de V.P.R-O. van 8—11 uur). 6.45—
en 7.30—7.45 Gymnastiekles. 8.— Gra-
infoonplaten. 9.— VARA-septet o.l.v. Is.
fS 10- VPPO-morgenwijding. 10.15
Voordracht door K. Bakker. 10.30 Vervo'g
Seotetconcert. 11- Voordracht. 1115-
ï<2_ Septetconcert. 12— AVRO-Klein-
oi-kest o.l.v. N. Treep en gramofoonplaten.
0 Voor de scholen. H. Hollander: Zomer-
fnort voor de jeugd. 2.30 AVRO-kamerorkest
1 v G. Hemmes en gramofoonplaten. 4.
Piano-recital door Joh. Jong. 4.30 Voor de
kinderen. 5— VAR A-orkest o.l.v. H. de
Groot en gramofoonplaten. 6.40 Orgelspel
door Joh. Jong. 7.- Gramofoonpl. 7.15
Vervol0" orkestconcert. 8Mr. T. G. de
Tongh: Kinderwetten en kinderrechtspraak,
g 3Q piano-recital Jaap Callenbach, o.a. 3
sonates van Scarlatti. 9— Causerie door ds.
f J de Holl. 9.30 Vervolg Piano-recital,
0a. werken van Chopin en Liszt. 10— Vrijz.
Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15
Declamatie door Albert van Dalsum. 10.45
Gramofoonpl. 11—12.— Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door den K.R.O.) 8.9.15 en
10—Gramofoonpl. 11.30 Voor zieken en
ouden van dagen. 12.15—1.45 Kwintetcon-
cert 2— Solistenconcert. 3.20 Gramofoon
platen. 4— Vervolg solistenconcert. 5—
Causerie. 515 Orkestconcert. 6.40 Lezing.
7.10 Dito. 8—11.— Orkestconcert m. m. v.
vioolsolist. Ca. 9.15 Vaz Dias. 11—12—
Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10 35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, ber.
11.05 Lezing. 12.20 Emanuel Starkey en zijn
orkest. 1.05 Orgelconcert G. H. Trevor. 1.50
Gramofoonplaten. 2.45 Voor scholen. 3.50
Concert voor de scholen. BBC-orkest o.l.v
V. HelyHutchinson m. m. v. M. Hamlin,
sopraan. 4.35 Studio-orkest o.l.v G. Daines.
5 35 Kinderuur. 6 20 Berichten. 6.50 Anne
Thursfield zingt Schumann-liederen. 7.10,
7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 „The pride of
the regiment" of ,Cashiered for His Coun
try", spel met muziek van Leigh. Solisten,
koor en orkest o.l.v. L. Woodgate. 9.20 Ber.
en lezing. 9.55 Elsa Karen, piano, vertolkt
Debussy. 10.15 Derde acte van Wagner's
„Götterdammerung". vanuit de Royal Opera,
o.l.v. Sir Thomas Beecham. 11.4012.20
Savoy Hotel Orpheans.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert o.l.v
Henri Defosse. O.a. Ouv. Coriolanus, Beet
hoven en uit „Die Meistersinger", Wagner.
Kalundborg, 1153 M. 1.05—2.20 Con
cert uit Rest. „Wivex". 3.20—5.20 Concert o
1 v. L. Gröndahl. 8.30 Finsche muziek o.l.v.
Gröndahl O.a. Valse triste, Sibelius. 9.
„Heikkiog Lakkala", hoorspel van O.
Schrayh. 9.30 Kamermuziek, piano, viool en
cello. 10.20—1.20 Feestuitzending van de
Kopenhaagsche Roeiclub.
Langenberg, 473 M. 7.25—8.20 Orkest
concert. 12.20 Concert uit Frankfurt. 1.20
Concert o.l.v. Wolf. 2.50 Gramofoonpl. 5.20
—6 35 Concert o l.v. Wolf. 8.20 Werag-orkest
o.l.v. Kühn, o.a. Carmen-ballet, Bizet en
fragm. „Der Zigeunerbaron", §trauss. 10.40
12.20 Avondconcert.
Rome, 441 M. 8 10 Gramofoonpl. 9.05
Gevarieerd concert m. m. v. orkest, tenor en
sopraan. O.a. Aufforderung zum Tanz,
Weber.
Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M
12.20 Trioconcert, viool, cello en piano. 1.20
Gramofoonpl. 5 20 Wagnerconcert o.l.v.
Meülemans, o.a. Rienzi-Ouverture. 6.20 en
6.50 Gramofoonpl. 8.20 Gramofoonpl. 9.20
Concert o.l.v Fr. André, o.a. Espana-wals,
Waldteufel en Hong. Rhapsodie, Liszt. 10.30
Vervolg concert. 338 M.: 12.20 Gramofoon
platen. 5.20 Concert o.l.v. Fr. André. 6.50
Gramofoonpl. 8.20 Concert o.l.v. Meule
mans, o.a. Werken van Defcoeck en Marcel
Poot. 10.30 Gramofoonplaten
Zeesen, 1635 M. 8.20 Populaire muziek
uit Zwaben door koor en Boerenkapel o.l.v
Emil Kahn. 8.50 „Taglich Gift", vroolijk
uurtje m. m. v. solisten en orkest 9.55 Stutt-
Vrijdag 3 Juni.
296 M. (6.45—12—, 4—8—
gartsch F hilharmonisch orkest o.l.v. E.
Kahn. 10.40 Berichten en hierna werken van
Strausz door orkest o.l.v A Kurtz.
Het was niet gewaagd om te voorspellen,
dat de groort zaal van de Harmonie nog te
klein zou blijken om allen te omvatten, die
„juffrouw Buijs" hun medeleven zouden wil
len betoonen op den voor haar zoo ge-
denkwaardigen dag van haar 40-jarige
werkzaamheid bij het onderwijs, al welke
jaren zii doorbracht aan dezelfde school,
eerst genoemd Burgerschool In de wan
deling meest geheeten Aukes' school, naai
den toenmaligen hoofdonderwijzer later
omgedoopt in achtste gemeenteschool.
Het comité voor de huldiging had de be
langstellenden uitgenoodigd naar bovenge
noemde zaal te komen en reeds vóór 8 uur
was er aan de tafeltjes alle gesierd met
een vaasje bloemen slechts met moeite nog
een plaatsje te veroveren. Het balkon was
ook al heel spoedig bezet. Onder de aanwezi
gen bevonden zich natuurlijk leden van het
onderwijzercorps hier ter stede, verschillende
autoriteiten en voorts verschillende personen
van buiten Alkmaar, van wie wij slechts
willen noemen den heer en mevr. Aukes uit
Bakkum en mej. van Rijn, thans te Schoorl,
voorheen secretaresse van den Armenraad
en bestuurslid van de leeszaal alhier.
De heer J. G. van B u r k e n, hoofd
der achtste gemeenteschool, had zich op ver
zoek van het huldigingscomité belast met de
leiding van den avond en heette allen harte
lijk welkom en deelde dan mede hoe het co
mité zich den avond had gedacht.
Dan kwam het plechtige moment van de
binnenkomst van mej. Buijs
met hare familie, begeleid door een paar da
mes van het comité. De zaal begroette haar
met daverend handgeklap en zong spontaan
staande tot tweemaal toe het Welkomstlied.
Toen allen weder waren gezeten en het
applaus was geluwd, kwam
de voorzitter van het huldi
gingscomité,
aan het woord, de heer mr. J. C. de Lan
ge, notaris. Hij dankte mej. Buijs voor hare
aanwezigheid, waardoor zoo velen gelegen
heid kregen haar hun hulde te betuigen.
Spr. constateerde, dat alle oud-leerlingen
het als een voorrecht beschouwen bij haar in
de klas te hebben gezeten, waar zij door hare
tact en liefde het tehuis en moeder voor een
wijle konden vergeten. Nog gevoelde spr. den
liefdevollen blik, waarmee mej. Buijs hem en
zijn mede-leerlingen nu 31 jaar geleden tege
moet kwam en alle oud-leerlingen, die spr.
in den loop der jaren ontmoette, ging het
evenzoo. Vandaar de groote schare, die thans
de zpo zeer gewaardeerde onderwijzeres
hulde wil betuigen, zei hij. Die toewijding,
die z)ij den leerlingen gaf, was van hoog ge
halte.
Alle aanwezigen, zoo zei spr., zijn ge
komen om daarvan te getuigen en uiting te
geven van hun achting en vriendschap, die
zij voor „juffrouw Buijs" koesteren.
De dank der leeszaal.
Mr. C. A. d e Groot, voorzitter van de
commissie van toezicht op het lager onder
wijs, wilde eigenlijk spreken in kwaliteit van
voorzitter van het bestuur der leeszaal, waar
van mej. Buijs ook deel uitmaakt, en zulks
omdat de heer Kerdel als lid van de com
missie van toezicht reeds in de school
welke plaats daarvoor in dit geval zoo bij
uitstek was aangewezen een hartelijk
woord tot de jubilaresse had gesproken.
Als voorzitter van het leeszaalbestuur hul
digde spr. dan mej. Buijs, die in dat college
zich een vriendin van de jeugd had betoond
als geen ander. Van haar was immers de
gedachte uitgegaan om een kinderbibliotheek
niet alleen maar ook een kinderleeszaal in te
richten, welke gedachte zij steeds heeft ver
dedigd, waarvoor spr. haar hartelijk dankte.
Namens het leeszaalbestuur bood spr
haar een herinnering aan dit jubilé aan,
zijnde een zilveren aardappellepel en een
dito taartvork.
De heer G. Grondsma begon zijn ge-
lukwensch in dichtmaat, een aanhaling van
den Vlaamschen dichter Guido Gezelle en
getuigde dan van zijn grooten eerbied voor
de blijmoedige wijze waarop mej. Buijs zich
uit het Engelsch door A. Treub.
»o,
Toen hield hij zijn handen vastbesloten
achter zich, en liep over het haardkleed, zoo
als hij er in de lange uren vroeg in den mor
gen over heen en weer geloopen as.
Hij deed zijn best woorden tot veront
schuldiging te vinden, toen de kleur in Enids
wangen terugkeerde en haar koude, verwij
tende blik volgde hem meedoogenloos, maar
hij kon alleen er aan denken, dat hij zich be-
heerschen moest en aan zijn ernstige finan-
cieele moeilijkheden. Hij veranderde de rich
ting van zijn schreden zoo, dat hij het zach
te wrijven van haar gekwetste armen niet
2ag en vervloekte zich zelf, dat hij een toe
stand geschapen had, die een verontschuldi
gingen maken! Hij wist niet hoe hij dat doen
moest
j>- weci uus niet waar ze zijn, ne viue&
vyL grojamig. En zijn toon was de eenige
verontschuldiging, die hij maken kon.
mer V ver&eet, dat Spencer bij ons in de ka
was a a"tw°ordde Enid, en haar toon
overtiifm? j Misschien zal hij U kunnen
Si- pJ!' cJa /J( de Waarheid spreek,
«n aincTC op met loopen, keerde om
laneh i ar de" bellknop. Hij drukte er
°en salon toen rec^lt over de deur van
dreigend an en 'cee'c daar naar met de
-"vcK'imnem van een zien
yger, die een ongelukkige sterve
ling afwacht, welke niets van zijn nabijheid
weet. Hij kon Spencer afsnauwen zooveel hij
wilde en de noodzakelijkheid iemand af te
snauwen was dringend.
Spencer trad nog ernstiger en plechtiger
binnen -dan gewoonlijk. Hij had een glimp
opgevangen van Enid's behuilde gezicht,
toen hij de deur open deed, en dientengevol
ge werd zijn rug stijver en zijn oogen keken
meer in de verte.
Heeft U gebeld, mijnheer? Zijn stem
was zelfs koeler en eerbiediger.
Kom hier!
Spencer gehoorzaamde aan het gesnauw
de bevel en liep waardig naar het haard
kleed.
Nu Spencer. Vertel me, wat er gisteren
avond gebeurde, toen ik je hier liet met miss
Enid en den jongen Aimsbury en naar de
deur ging om Clinton. Wat gebeurde er?
Niets? Wat
Vertel als het je belieft alles, wat je
weet, Spencer, viel Enid beslissend in.
Is het raarzaam, miss Enid? begon
Spencer. Maar de baronet zei kortaf: Wat
gebeurde er?
Eh mis Enid
Sputter niet! Wat gebeurde er?
Miss Enid vroeg me, haar te helpen om
mijnheer Aimsbury weg te brengen, voordat
de politie kwam, sir Peter, bekende de butler
met tegenzin.
Zoo. Deed ze dat? vroeg sir Peter, met
het hoofd schuddend en een woedende blik
op zijn dochter werpend. ZZoo, werkelijk?
Gaf hij haar papieren? De obligaties? Of
wat anders?
Niet dat ik weet, sir Peter.
Denk nog eens na, Spencer! Denk nog
zoo'n lange reeks van jaren aan de kinderen
gegeven heeft. De huldiging Van heden
avond is geen uiterlijk vertoon, maar een
spontane uiting, die uit het hart welt, zei spr.
Hier en daar eenige dichtregelen in zijn
speech vlechtend, herinnerde spr. aan de
vreugde waarmee zijn zoon de lessen van
mej. B. had gevolgd en roemde hij de groote
waarde van haar onderwijs. En dan eindig
de hij aldus:
Mede-burgeressen en -burgers der stad
Alkmaar, ouders die uwe kinderen aan de
jubilaresse hebt toevertrouwd, oud-leerlingen
die de vruchten geniet van haar onderwijs,
gij zegt het den dirhter na:
Laat 's werelds ijdel volk zijn pronk-
heldinnen loven,
Bij 't edel Alkmaarsch volk roept maagd
en mannenschaar:
Legt op eikanderen tien, twintig, dertig
Ons juffrouw Buijs toch rijs?e^honferd
ellen boven.
Een woord van waardeering
uit de onderwijswereld.
Den heer F. J. Aukes, oud-hoofd van de
school, was het een voorrecht met mej. Buijs
te hebben mogen samenwerken om kinderen
tot menschen te maken. Zij toch had méér
gedaan dan van haar verlangd mocht wor
den, zij had meer gedaan dan de kinderen
opvoeden in de christelijke en maatschappe
lijke deugden, het was haar gegeven in de
aanvangsklasse de moeilijkste klasse
levensernst en levensmoed en levensblijheid
te brengen in de harten der kleinen. Spr.
wist, hoe dat werk was geweest, maar ook
hoe weinig mej. Buijs van dank daarvan
had willen weten; maar op dezen avond, zoo
ging hij voort, blijkt wel hoe innig dankbaar
al haar oud-leerlingen haar zijn. Spr. was
overtuigd dat juffr. Buijs, als zij eenmaal
haar taak zal neerleggen, zal mogen consta-
teer'en, dat zij die taak naar behooren heeft
vervuld en dat men haar daarvoor dank
baar is.
Huldiging door de ouder
commissie.
Mevr. L i nd B u r g e r, lid van de
oudercommissie van de achtste gemeente
school, sprak tevens als moeder een woord
van warme hulde tot de jubileerende onder
wijzeres. Deze toch had de kinderziel zóó
juist aangevoeld als geen ander. Daarvoor
zegde spreekster haar hartelijk dank onder
het aanbieden van een mand mooie rozen
namens bovengenoemde commissie.
Een tooneelstukje. Juffrouw
Buijs krijgt niet anders dan tienen
op het rapport.
De heer van Burken wilde na het
geen hij gistermorgen in de school reeds had
gesproken tot de jubilaresse, niet in herha
ling vervallen door nogmaals het woord tot
haar te richten. Daarom gaf hij een korte
uiteenzetting en verklaring van het door de
leerlingen op te voeren tooneelstukje, ge
schreven door den oud-leerling, den heer P.
Schröder, die, hoewel hij ingespannen had
te studeeren voor zijn doctoraal examen,
waarvoor hij dezer dagen slaagde, toch nog
tijd en lust had gevonden om een tooneel
stukje te schrijven, vol herinneringen aan de
schooljaren. De heer E. Prins had daarbij
toepasselijke versjes gemaakt en diens neef,
de bekende musicus J. Prins, had voor de
muziek gezorgd. Aan deze allen betuigde
spr. namens het comité dank voor hunne be
moeiingen.
Hierna werd het tooneelstukje opgevoerd.
Het bracht een paar kabouters op de plan
ken, die zoozeer werden getroffen door de
goede leeraarskwaliteiten van mej. Buijs,
dat zij hun koning erbij riepen, die van haar
ook lezen had geleerd en toen zongen zij sa
men een lied. Anderen kwamen er bijOt en
Sien, moeders en grootmoeders de halve
stad had „bij juffrouw Buijs geleerd" en
mannen en jongens, en allen zongen den lof
van de manier, waarop de geliefde onderwij
zeres hen kennis had bijgebracht. Zij had
den wel eens een 8 op het rapport gehaald,
maar juffrouw Buijs kreeg voor alle vakken
een 10!
Ot en Sien hadden de attentie om mej.
Buijs na hun zang een boekwerk aan te bie
den de vier deeltjes van de leesboekjes „Ot
en Sien", oude druk die tot nu toe was ge
bruikt, er is thans een nieuwe verschenen
samen vereenigd in één prachtigen leeren
band met gouden titel, met een geschreven
opdracht.
Een vele malen herhaald „Hiep, hiep hoe
ra! Lang zal zij leven!" klonk op na 't too-
neelspel, dat, de jeugd der daarin optreden
den in aanmerking genomen, bijzonder goed
gespeeld werd. Wat de rolvastheid betreft,
daaraan kunnen vele oudere dilettanten nog
een voorbeeld nemen.
eèns na.
Spencer dacht plichtmatig nog eens na, en
schudde het hoofd.
Niet voor voover ik weet, sir Peter.
Wat deed hij dan?
Niets, sir Peter. Hij was te erg gewond
Miss Enid vroeg mij alleen haar te helpen
HuVroeg je een misdaad oogluikend
toe te laten, hé? En natuurlijk heb je gezegd
dat je daartoe bereid was?
Neen, sir Peter. Ik zei, dat de politie al
in huis was en dat het te laat was om over
zoo iets te denken.
Sir Peter lachte spottend
Met andere woorden, je wos bang!
Ik ik zag de dwaasheid van zoo'n
stap in sir Peter. En ik was er zeker van,
dat er een vergissing had plaats gehad.
En al had er een vergissing plaats ge
had? viel sir Peter uit. Welke man zou wei
geren een dame te helpen, zelfs in. zulke om
standigheden?
Hij legde een onbeschrijfelijken klemtoon
op het woord „man", en het was Enid duide-
dat haar vader zijn woede lucht gaf tegen
den ongelukkigen butler. Maar Spencer bleef
onverstoorbaar. Zij kon zich hem niet anders
voorstellen.
Ik dacht, dat U het niet goed zoudt
vinden, sir Peter.
Dacht, dat ik het niet goed zou vinden!
spotte sir Peter, schijnbaar zich tot het pla
fond wendend. Dacht, dat ik het niet goed
zou vinden!
Werkelijk, sir Peter
je was bang! Sir Peter stiet de woor
den uit, zijn drift werd tot kokende woede
Je was bang! God! Als je maar half een
man geweest, zou je het dadelijk gedaan heb
Huldiging door den Doops
gezinden kring.
Den heer J.de Lange C.Jzn., sprekend
als vertegenwoordiger van den Doopsgez.
Kring, was het bijzonder aangenaam er aan
te mogen herinnerea dat juffrouw Buijs haar
tweede 40-jarig jubilé vierde in korten tijd.
Immers het was nog slechts kort geleden,
dat zij herdacht voor 40 jaar te zijn aange
nomen als lid der doopsgezinde gemeente.
Spr. legde er den nadruk op, dat het er op
aankomt hoe iemand zich geeft als hij een
maal richting heeft gekozen en hij consta
teerde, dat de liefde die de heer Buijs ge
voelde voor zijn kerk, op zijn dochter is
overgegaan. Spr. zegde haar dank voor het
geen zij voor de Doopsgezinde kerk deed.
Ds. Kuiper sprak als voorzitter van de
doopsgezinde vereeniging „Hans de Ries",
waarvan mej. Buijs secretaresse is. Nog
slechts kort had spr. met haar mogen samen
werken, maar uit de hem toegezonden jaar
verslagen van haar hand had hij de overtui
ging geput, dat het steeds haar streven was,
samen te brengen in harmonie. Dit gaf het
stempel aan heel haar leven in de maat
schappij. Met grooten dank memoreerde spr.
wat mej. Buijs deed voor „Hans de Ries",
het was haar gegaan als hen, die volgens het
bijbelwoord loopen en niet moede worden
en hij sprak den wensch uit, dat zij nog vele
jaren voor de genoemde vereeniging werk
zaam zal mogen zijn. Als blijk van hulde
bood hij haar een gekleurde ets „lm Engadin"
in lijst aan.
Twee portretten.
De heer Van Burken overhandigde de
jubilaresse de binnen gekomen portretten van
twee scholieren, die hun eerote onderwijs
van mej. Buijs ontvingen, maar wegens
langdurige ziekte niet op dezen huldigings
dag hadden kunnen komen, n.1. de beide
broeders Van Dam.
Het geschenk van het hul
digingscomité.
Met een kort woord bood de heer J. C. d e
Lange het cadeau van het huldigings
comité aan: eenige meubelen (divan met
kleed en tafel, stoelen, theekast en bloem-
tafel), waarvan het comité hoopte, dat zij
een plaats zouden krijgen in de woning van
mej. Buijs.
Het applaus bewees, dat de oud-leerlingen,
die aan het geschenk hadden bijgedragen,
zich met de keuze van het comité uitstekend
konden vereenigen.
Het cadeau ging vergezeld van een in don
ker leer gebonden album met een gecalligra-
feerd Latijnsch motto, hetwelk beteekent:
„Aan het kind is de grootste zorg verschul
digd^ een spreuk, die, naar de heer De
Lange meende, door mej. Buijs tot lijfspreuk
kon zijn aangenomen. Het album bevatte
naast de namen van de leden van het comité
ook de namen van alle oud-leerlingen, die
door middel van dit geschenk hun dank
hadden willen uitspreken voor de lessen, van
mej. Buijs ontvangen. Het bleek ons dat
velen hunner betrekkingen hebben gevon
den in allerlei plaatsen in het heele land en
ver daarbuiten, wat het bewijs levert, dat het
onderwijs, door mej. Buijs gegeven, een uit
stekende basis is geweest om daar op voort
te bouwen.
Een woord van dank van
mej. Buijs.
De jubilaresse vond al hetgeen haar was
wedervaren aan hartelijke genegenheid zoo
overstelpend veel, dat het haar moeilijk werd
om woorden te vinden om haar dank te be
tuigen. De dag was als een sprookje voor
haar geweest, maar dan een heel mooi
sprookje. In de verhouding van den mensch
tot het kind, zoo vervolgde zij dan, in het
leven is geen sprookje, 't is zuivere werkelijk
heid, wij kunnen tegenover hen geheel ons
zelf zijn
Aangedaan uitte spreekster haar groote
dankbaarheid voor alles, wat zij op haar
jubilé had mogen ondervinden.
Een zanghulde.
Het zangkoor der doopsgezinde kerk, on
der leiding van den heer Blaauw, zong de
jubilaresse nog een lied toe.
Bij het einde van den jubileum-avond
zongen alle aanwezigen nogmaals staande
het Slotlied uit het tooneelstukje.
Vermelden wij ten slotte nog, dat mej.
Buijs in de pauze handen te kort kwam om
al de gelukwenschen met haar jubilé in ont
vangst te nemen en dat men het „Zeg het met
bloemen" op grootsche wijze in toepassing
had gebracht.
Mej. Buijs is gehuldigd op een wijze zoo
als slechts aan zeer weinigen te beurt mag
vallen. De sympathieke onderwijzeres ver
dient het volkomen!
i
B. en W. schrijven in bijlage Nr. 87:
In Uwe vergadering van 22 October j.I.
werd besloten de radiodistributie van ge
meentewege ter hand te nemen en aan ons
college opgedragen plannen daarvoor uit te
werken en nadere voorstellen tot uitvoering
van dit besluit aan U voor te leggen, terwijl
sedert dien aan Uwe vergadering werd ge
richt een adres van den Bond van exploitan
ten van Radiocentrales te Amsterdam, d.d. 2
November 1931, verzoekende geen uitvoering
te geven aan voornoemd Raadsbesluit, welk
adres in onze landen om bericht en raad werd
gesteld.
Naar aanleiding van het besluit van 22
October j.1. hebben wij den Directeur der licht-
bedrijven, die, zooals U bekend is, van deze
zaak een speciale studie heeft gemaakt en reeds
over allerlei elders op dit gebied opgedane
ervaring beschikt, verzocht ons te rapportee-
en over de mogelijkheid, de levensvatbaarheid
en de rentabiliteit van een gemeentelijk radio-
distributiebedrijf met inzending van een
exploitatierekening. Dit rapport is dezer da
gen bij ons ingekomen. Dat het rapport lang
op zich heeft laten wachten, vindt zijn oor
zaak in de omstandigheid, dat geen exploi
tatieraming kon worden opgezet, zoolang
niet bekend was, op welken voet overeenstem
ming zou zijn te bereiken met de exploitanten
der plaatselijke netten. Namens hen worden de
onderhandelingen daaromtrent gevoerd odor
den adviseur van den Bond van exploitanten
van Radiocentrales, met wien eerst op 20 Mei
j.1. overeenstemming werd verkregen.
Overweging van deze aangelegenheid
bracht ons tot de gevolgtrekking, dat de ge
meente thans in staat is de vraag te beant
woorden, of hier een terrein van werkzaam
heid ligt voor de gemeente. Ook zij, die in het
algemeen de voorkeur geven aan het parti
culier initiatief, moeten naar ons voorkomt
erkennen, dat hier aanwezig zijn de beide
elementen voor een gemeentelijke exploitatie:
de monopolistische positie van het bedrijf en
de bevrediging van een algemeene behoefte.
Ware hiermee, gelijk bij de verzorging van
andere algemeene behoeften, zelfs een exploi.
tatie van gemeentewege te verdedigen zonder
dat de gemeente financien hierbij gebaat zou
zijn, het vooruitzicht, dat de gemeente een
vrij aanzienlijke bron van inkomsten zal ver
werven door de radiodistributie te maken tot
een gemeentelijk bedrijf, kan haar niet onver
schillig laten. Hoe de financieele toestand der
gemeente zich in de toekomst zal ontwikke-
'en, is onmogelijk te voorspellen maar zeker
is, dat elke nieuwe bron van inkomsten haar
zeer welkom moet zijn.
Wij merken overigens het volgende op.
Ondanks het feit, dat de radiotoestellen
met een ontvanginrichting in de laatste jaren
belangrijk goedkooper zijn geworden, neemt
het aantal aangeslotenen aan radiodistribu-
tiecenrtales bij voortduring toe. Dit is ook zeer
verklaarbaar, omdat deze aangeslotenen kun
nen volstaan met aanschaffing ineens van een
luidspreker en de kosten van aansluiting, ter
wijl daarnaast een matig abonnementsgeld
2.00 per maand) wordt betaald. Zij hebben
dus niet zulke groote uitgaven ineens als be
zitters van toestellen met eigen ontvanginrich
ting, terwijl zij daarenboven geen kosten van
onderhoud en breken van lampen hebben en
op den duur niet met verouderde radiotoestel
len blijven zitten, welke laatste factor in ver
band met het voortschrijden der techniek niet
mag worden verwaarloosd. Daar komt nog
bij, dat de aangeslotenen aan het distributie
bedrijf, behoudens atmosferische invloeden,
als regel zeker zijn van een storingvrije ont
vangst, terwijl de bezitters van eigen opvang
inrichtingen dikwijls storingen ondervinden
van den invloed van electrische treinen, ma-
chies en genereerende toestellen. Weliswaar
is de aangeslotene op een radiocentrale alhier
beperkt in de keuze van programma, n.1. tot
dusverre Hilversum en Huizen, maar het is
mogelijk door een behoorlijk in te richten
distributiebedrijf, zooals Arnhem, Dordrecht,
Groningen, Breda en 's-Hertogenbosch dit
hebben, de aangeslotenen de keuze te geven
tusschen 4 a 5 stations, terwijl de ervaring
overigens leert, dat de Nederlandsche bezit
ters van eigen radio-ontvanginrichtingen in
hoofdzaak de radioprogramma's op de beide
Nederlandsche stations en enkele buitenland-
sche stations, als Daventry en Langenberg
volgen. Het blijkt dus, dat de aansluiting aan
een radiocentrale voor den gemiddelden
luisteraar belangrijke voordeelen geeft. Bo-
ben! Dacht, dat ik het niet goed zou vinden!
Wat had mijn goedvinden er mee te maken?
Je was bang! Zooals je geheele soort, ben je
een vedvloekte lafaard!
Vaedr! riep Enid scherp, opspringend.
NeNem me niet kwalijk, sir Peter?
vroeg Spencer, op zachten en eerbiedigen
toon.
Maar sir Peter was buiten zich zelf, en
zijn gelaatstrekken waren vertrokken door
zijn woedende drift, terwijl hij voortging.
Een kruipende lafaard! Een bedelaar!
Een landlooper, tevreden met te leven van
de brokken, die ik hem wel wil toegooien! In
de groot geboren, zal je leven in de goot! En
je zult sterven in de goot.
De laatste woorden waren een gillende
kreet en sir Peter hief zijn gebalde vuisten
boven zijn hoofd op, alsof hij den butler wil
de aanvallen.
Spencer keek hem koel aan. Zijn waardig
heid kwam er niets bij te kort, toen zijn lin
kerhand even aan zijn vest trok, en toen hij
zijn keel schraapte, deed hij dat met het
zachte geluid, dat hem eigen was. Maar toen
hij sprak, waren zijn woorden niet bepaald
in overeenstemming met de positie, waarvan
hij een sieraad was.
Nog één woord, Brace, dreigde hij
ernstig, en ik geef je het pak slaag, dat je
verdient.
HOOFDSTUK XXI.
Er volgde een verbluffende stilte.
Sir Peter bleef midden in een ademhaling
steken, en hij stond met uitpuilende oogen,
hangende onderkaak, zijn handen verstijfd,
terwijl hij ze balde en zijn deftigheidsgevoel
blijkbaar alle aangenomen theoriën tartend.
Enid hield op met haar ellebogen te wrij
ven, en hield haar hoofd op zijde, alsof zij
de herhaling van een wonder wachtte, waar
van zij zeker was, dat het niet gebeurd kon
zijn.
- Wat?
Sir Peter kwam langzaam weer bij en zijn
stem was als een verbaasde gil. Hinbracht
zijn gezicht in een uitdruking van groote
ongeloovigheid, en keek zijn butler aan, als
of hij verwachtte dat die achtenswaardige
dienaar tot eerloos stof zou verbrokkelen als
een donderende vergelding van den beleedig-
den persoonlijken God van het Huis Brace.
Maar Spencer verbrokkelde niet, en gaf
ook geen blijk, dat hij binnen eenigen tijd
zou verbrokkelen. Hij scheen zich integen
deel te ontwikkelen, en toen hij zich kalm tot
sir Peter wendde, kregen zijn grijze oogen
bijna een biologeerende uitdrukking, terwijl
de trek om zijn mond niet die was, welken
men van den volmaakten butler verwachtte
of verlangdeen toen hij sprak, was het met
een rustige overmacht, over de drukkende
atmosfeer van machtige emoties, welke de
kamer bijna zichtbaar vulden.
Ga zitten! beval hij, met zijn linker
hand naar een stoel naast de tafel wijzend.
Sir Peter verstijfde weer. Bij deze enorme
oneerbiedigheid voor zijn geslacht was hij
zich vaag bewust, dat zij den eeuwenlangen
slaap der Olympische goden had verstoord,
want een gerommel van onweer werd in de
verte gehoord, en de zon werd plotseling
verduisterd door een snel naderbij komende
stormwolk.