13 Ui üm fÉUE ïHfe 1 ii 0 Hé X m m m %i Pp 1 lp Éi Hl 11 Hf1 m Wk AvA IfEo §P/ M BI Él M i WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJË BELEEFDEN i JUiz'zlecu&cieA Onze Vierde Mei-Opgave. De 16 woorden. Een niet te ingewikkelde puzzle. die met veel animo door de lezers is opgelost. Eigenaardig is. dat verschillende oplossers de omschrijving van 8 zoo moeilijk vonden. Gevraagd werd het tegengestelde van 1, waarmede natuurlijk bedoeld werd het eerste woord, dus van rgewoon". Dit even ter op heldering. Wij laten de woorden hieronder volgen: gewoon spirit po e d el t a m t asn kreeft e n tree h o p m a n v r e e m d r ij k d o jn knoest lom bo k r e g ent k 1 a s s e kramer attest erwt en Leest men na de derde en vierde rij van hoven naar bemeden, dan krijgt men het spreekwoordWie met pek omgaat, wordt er mede besmet. Toekenning Meiprijs. Bij 't controleeren der lijst bleek ons. dat na de vierde Meiopgave aan 't hoofd der lijst stond de heer C. Blankendaal, Eikelen bergstraat 76, Alkmaar, met 69 p. aan wien de Meiprijs 2.50 wordt toegekend. Deze prijs is vanaf Maandag bij onze Administra tie af te halen. Wij memoreeren nog even dat de April- rijs is gewonnen door den heer J. Strijbis te /armenhuizen. In onze volgende rubriek geven wij den stand der hoogstgeplaatsten bij 't begin van 'Juni. Onze Nieuwe Opgave. (No. 1 der Juin serie). De Zes Rivieren. Uit de volgende letterreeks kunnen de namen van aes Europeesche rivieren ge vormd worden, die men kan vinden in de volgende landen: Duitschland, Frankrijk, Italië, Spanje, Rusland en Oostenrijk. a, a, a, a, a, a, b, c, d, d, d, e, e, e, e, g, g, i, i, j, k, n, n, n, n, n, n, o, o, p, r, r, r, r, t, u, u, (37 letterre). Welke zijn deze rivieren? Oplossingen liefst zoo vroegtijdig moge lijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 10 Juni 12 uur aan den Puzzferedacteur van de Alkmaarsche Courant. prii Wa ■Het beeld van de Amerikaansche staatsbe- grooting is in een uiterst kort tijdsverloop ge heel veranderd. In de op 30 Juni 1930 ge- eindigde tien jaar hadden de Ver. Staten meer dan 8 milliard van hun uitstaande schuld kunnen aflossen, waarvan 3 1/4 milliard dol lar uit begrootingsoverschotten, en bijna 1 M milliard dollar uit hoofde van betalingen van buitenlandsche regeering op tijdens den oorlog aangegane schuld. In 1931 toonde de federale begrooting voor het eerst een tekort aan, en wel tot een bedrag van 902 millioen dollar, en als boven gezegd wordt het tekort voor het loopened jaar op 3 milliard dollar geraamd. Ook voor 1933 was aanvankelijk een aan zienlijk deficit geraamd, dat door diverse nieuwe belastingvoorstellen tenslotte was ver minderd tot 285 millioen dollar. In de raming der ontvangsten was echter nog rekening ge houden met het binenkomen van 250 millioen dollar uit de oorlogsschulden van diverse landen, die wel nooit zullen worden ontvan gen. Door nieuwe bezuinigingen en het invoe ren van een algemeene omzetbelasting, die in de afgeloopen week na het persoonlijk ingrij pen van President Hoover in de beraadslagin gen van den Senaat door dezen zijn aange nomen, hoopt men thans ook dit tekort te kunnen dekken. Hoewel moet worden afgewacht, of het evenwicht, dat thans op papier is hersteld, ook in de practijk zal kunnen worden gehand haafd, en niet zooals herhaaldelijk ook in an dere landen het geval was, door een verdere vermindering der ontvangsten en een stijging der uitgaven door nieuwe steunmaatregelen zal worden achterhaald, is het in elk geval bevredigend, dat men ook in Amerika de ■noodzakelijkheid van een sluitende begrooting blijkt te hebben ingezien. De beurs beschouw de de aanneming der Amerikaansche belas tingvoorstellen dan ook als een haussee factor en voor het eerst sinds langen tijd kon werkelijk van een opgewekte stemming worden gesproken. Deze is echter slechts van korten duur geweest en heeft spoedig voor een nieuwe reactie plaats gemaakt. Het wantrouwen tegenover den toestand van het Amerikaansche geldwezen is op de Amsterdamsche nog een opmerkelijke wijze tot uiting gekomen en wel in het koersver loop van Ned. Indische dollarleeningen. Het merkwaardige hierbij is, dat deze dollarlee ningen de z.g. „goudclausule" hebben, d.w.z. dat de coupons betaalbaar zijn in gouden munt van ae Ver. Staten, van een gehalte en gewicht, overeenkomstig de daarvoor in Ame rika geldende bepalingen op 1 Januari 1932. Mocht het dus inderdaad te eeniger tijd tot een opheffing van den gouden standaard in de Ver. Staten komen en de dollar in waarde dalen (de kans hierop is door de gebeurtenis sen van den jongsten tijd wel iets vermin derd), dan zou de Indische regeering dus ver plicht zijn, de coupons in goud uit te betalen. Nu zijn de desbetreffende leeningen echter destijds in Amerika uitgegeven, in velband waarmede ook de rente te New Vork betaal baar is gesteld, hoewel verreweg het grootste deel der leeningen in den loop der jaren weer in handen van Nederlandsche en Neder- landsch-Indische beleggers is gekomen. De houder der stukken, resp. zijn bankrelatie voor hem, ontvangt dus de rente te New York, en moet deze naar Nederland remitteeren. 'Men maakte zich nu bezorgd, dat de toestand in Amerika zich wel eens zoo ongunstig zou kunnen ontwikkelen, dat het overmaken van goud, resp. van geld, naar het buitenland ver boden zou kunnen worden. Stellig is dit wel wat heel ver gezocht; de ervaringen, die de de laatste jaren hebben wend gemaakt en het zou aan het crediet van Ned. Indië dan ook ten goede komen, wanneer de regeering aanleiding zou vinden, om ^de coupons ook in Nederland betaaldbaar te stellen. Evenals de Indische zijn ook andere dollar leeningen aanvankelijk verder scherp in koers teruggeloopen. vooral Amerikaansche sporen en de verschillende Cities- Service-leeningen, op het bericht, dat deze maatschappij de divi dendbetaling op haar gewone en preferente aandeelen heeft gestaakt. Dit laatste behoef: nauurlijk geenszins te beteekenen, dat de uit staande obligatiën nu ook gevaar zouden gaan loopen; integendeel: in het officiee'.e communiqué wordt verklaard, dat het divi dend gepasseerd wordt, om de maatschappij in deze moeilijke tijden de beschikking te doen houden over voldoende middelen voor het na komen van haar verplichtingen. Binnenkort vervallen echter aanzienlijke bedragen uit staande „notes" van dochtermijen en men vreest, dat deze onderneming, die reeds een aanzienlijke obligatieschuld heeft, dan moei lijkheden zal ontmoeten bij het verkrijgen van nieuw geld. Intusschen is op de scherpe koersdaling van de obligatiën inmiddels weer een krachtig herstel gevolgd en aangenomen mag worden, dat er geen acute moeilijkheden zijn. Op de aandeelenmarkt is door de koersstij ging, die in het midden der week is ingetre den, natuurlijk slechts een minimaal deel van het vroeger geleden koersverlies ingehaald Wanneer men den kcerslijst van de Vereeni- ging voor den Effectenhandel nagaat, ziet men, dat er thans nog slechts weinig aandee len zijn, die boven de 100 noteeren. De Amsterdamsche Bank. die reeds vroeger cij fers heeft gepubliceerd omtrent den achteruit gang van de beurswaarde van een aantal op de Amsterdamsche beurs genoteerde aandee len, eeft deze gegevens tot 17 Mei j.1. bijge werkt. Uit haar berekening blijkt, dat de beurswaarde van de bedoelde 116.fondsen op genoemden datum 1434 millien bedroeg, tegen 4839 millioen op 2 Januari 1930. De beurswaarde van deze aandeelen was hall Mei j.1. dus slechts ca. 30 van die van ca. 2 Vi jaar geleden. In werkelijkheid zijn de op Nederlandsche effecten geleden verliezen nog grooter, omdat bij de bovengenoemde berekening de verliezen op obligatiën buiten beschouwing zijn gela ten. Natuurlijk betreft het hierbij ten deele slechts „boekverliezen", omdat vele aandeel houders hun fondsen hebben aangehouden, in de hoop, dat hierop te eeniger tijd althans een deel van het verlies weder zal worden ingehaald, wanneer in den economischen toestand een wijziging ten goede mocht ko men. Wat op het oogenblik de intrinsieke waarde van de aandeelen van de meeste on dernemingen is, vermag zelfs een „insider" niet te zeggen. Zoolang ondernemingen met verlies werken, is de boekwaarde der activa, hoe voorzichtig ook gewaardeerd, nog altijd te hoog. Zoo spoedig echter weer de mogelijkheid om winst te maken zich voordoet, J stijgt ook de waarde der activa en daarmede1 de intrinsieke waarde der aandeelen. Dit is dan ook de reden, weshalve de beurs elke aan wijzing van een naderend economisch herstel onmiddellijk door een koersstijging disconteert Men is hiermede echter zoo vaak bedrogen uitgekomen, dat het animo, om op een herstel van het bedrijfsleven door een koersstijging vooruit te loopen, thans veel geringer is dan eenigen tijd geleden het geval was. De tijdelijk koersverbetering is in de afge loopen week dan ook binnen beperkte grenzen gebleven, ondanks de opgewektere stemming Aandeelen Philips hebben eenigszins kunnen profiteeren van de bevestiging van vroegere berichten, volgens welke men zich in de labo ratoria te Eindhoven ernstig bezig houdt met de klankfilmtechniek, en reeds proj" tie-toestel len gefabriceerd en verkocht zijn. De discus sies in de jaarvergadering hebben weinig nieuwe gezichtpunten geopend. Het bestuur deelde o.a. mede, dat in 1932 een grooter aan tal radio-toestellen verkocht werd dan in het vorige jaar, maar dat de opbrengst daalde, doordien er meer vraag was naar de goed- koopere toestellen. Eind 1931 was de voor raad aan toestellen, die in dit jaar werden gefabriceerd, gering, wat een gunstig ver schijnsel is, daar de toestellen door intusschen gevonden verbeteringen betrekkelijk gauw verouderen. De verdere daling van den afzet in de eerste drie maanden van dit jaar is hoofdzakelijk een gevolg van het feit, dat het bestuur den verkoop in de landen, waar de financieele verhoudingen moeilijk overzien kunen worden, beperkt heeft. In de cultuurafdeeling is de betere stem ming ook in een koersherstel tot uiting geko men. Van suikeraandeelen waren voorname lijk aandeelen Handelsvereniging „Amster dam" tijdelijk vaster. Voor Javasche Cultuur Mij. bleef de stemmig daarentegen gedruk', in verband met het ongunstige jaarverslag, waaruit blijkt, dat na afschrijving van de uit gaven voor uitbreiding en verbetering van installaties in 1931 een verlies is geleden van 1.43 millioen. Oogst 1933 van deze onder neming zal met ca. 40 worden beperkt. Op de rubbermarkt is al evenmin een ver betering te constatereen als op de suikermarkt en hoe langer hoe meer rubberondernemingen gaan tot stopzetting van de productie over. In de afgeloopen week is de handel in rubber- aandeelen gering geweest, doch ook hier was de grondstemming wel iets beter. Tabaksaan- deelen werden weer tot lagere koersen verhan deld. Koninklijk Petroleum moesten hun koerswinst later weer vrijwel geheel prijs geven. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Koloniale Bank 37—3354; Ned. Handel Mij. 5354—50—51 3/4; Aku 21—19—24—21; Ned. Ford 85 3/477—80; Philips Gem. Bez. 60545454 ex oiv. 6054 57; Unilever 90 1/4-83 3/4—90-8554; Alg. Exploratie 94868854; Billiton 167-150; Koninkl. Petroleum 11354117112 1/4; Perlak 64 1/4-55; Java-China-Japan Lijn 30261/4; Kon. Paketvaart 807654; Handelsver. „Amsterdam" 13154—12654— 127; Javasche Cultuur 855475; Deli Batavia Mij. 79 3/4—69—7054; Senembah 100—90; Jtfuuikcu&ciek Oplossing eindspel 553. 1. Ta6 Lgó (na Lf4 2. Te6 en na Lf8 2. Ta8 na Lg7 2. Pf5 en 3. Tc6 of Ta8) 2. Pf3 Ld8 (anders 3. Te6) 3. Ta8. Lg6f (na Lc6 of Lh5 volgt 4. Pd2f). 4. Kcl! Lc7 (er dreigt 5. Pe5f verkeerd is Lf6 om 5. Ta6) 5. Tc8 en wint. Oplossing eindspel 554. 1. Kg6 Lf8 (of Lc3 2. Tc4 Ld2 3. Pg2+ Kfl 4. Tc8 Kg2 5. Tc2 enz.) 2. Te4f of a) 2Kfl 3. Te8 Ld6 4. Tc8 Lf4 5. Tf8 enz.) Of b. 2Kdl 3. Te8 Ld6 4. Td8 enz. of c) 2Kf2 3 Te8 Ld6 4. Pd3+ enz. of d) 2Kd2 3. Te8 Ld6 4. Td8 Ke3 5. Pd5f Kd4 6. Td6 en wint. Oi.losciH(, tweezet 393. Pc4 dreigt De4f Pe4 Lc4 Pf2 2. Dd3 mat. 2. Pdeó mat. 2. Pe7 mat. 2. Dc4 mat. 2. Df2 mat Probleem 394. N. Termaat. 1® lilt 0 ip 'w%r 'wljêï ül§ vsP. bmwê m k 31 'mm a b c d e f g h Tweezet. Eindspel 555. (R. Alexandrow). pm nn gi ,^53»^v/z/PP. m m A""W 1 m 1 m m a bod e f g h Wit speelt en wint. Eindspel 556. A. Herbstmann. abcdefgh Wit speelt en wint. In een trainingstournooi te Bern speel de op 26 Maart 32 Dr. Aljechine met de heeren Gygli, Dr. Vollmy en prof. Nae- geli een vierkamp waarin de eerste 0 en de drie anderen elk twee punten be- haailden. Aljechine verloor de volgende partij: Wit: Dr. A. Aljechine. Zw. Prof. Naegeli. Nimzowitsch verdediging. 1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 d5 5. cd5 ed5 6. Lgó c6 7. e3 Lg4 8. Pe2 Deze moet zwart niet afrui len omdat wit dan zijn beroemd looperpaar over houdt. 8Pbd7 9 Pg3 Dit kost een pion. 9h6 10. Lf4 go 11. Le5 Pe5 12. deö Pd7 13. h3 Le6 Was misschien niet beter om de L. met f3 te verjagen? De schaduw zijde hiervan is 13. f3 Le6 14. f4 DbG! en zwart krijgt sterk spel. 14. 000 Daó Na 14Pe5? volgt 15. f4 en 16. f5 met officierwinst. 15. f4 gf5 16. ef4 0—0—0 Moedig biedt zwart den wereldkampioen een officier aan, die deze wijselijk niet aan vaardt. Immers na 17. 15? volgt Peö 18. fe6 d4! met sterk sfe! daar zwart minstens drie pionnen voor zijn officier krijgt. 17. Pe2 d4! Zwart zoekt spel op de dame-vleugel want anders bereikt wit op de koningsvleugel 't betere spel. 18. Pd4 Pc5 19. Pe6 Tdlf 20. Pdl fe6 21. Lc4 Td8 Nu dreigt Ld2 en Td2. 22. Pc3 Td4! 23. Pbl? Een fout! Beter was Le2 want Pe2 was ook fout wegens Td2 en Pai. 2 3bó 24. Le6+ Na 24. Lb3 volgt Pd3+ 25. Kdl Pelf en damewinst. Ook na 24. Le2? volgt Da2 en Pc3f. 2 4Pe6 25. b3 Na 25. Dc6f Pc7 komt de c- lijn open voor de zwarte Toren. 25 Pc5 26. Tdl Dd8 27. a3 Lel! Dit kan gerust want na nemén volgt dame-verlies. 2c. Df5f Kb7 29. Tel Pd3f 30. Kd2 Pelt 31. Kei Dd5 Beter was Dh4 32. Ke2 en Dg3! 32 Pc3 Dg2 33. Pe2 Dhl 34. Kf2 Td2 35. Kc3 Ddl 36. Dg4 Td3t 37. Kf2 Üb3 38. e6 Dd5 39. Dg7t beter was f5 met misschien remise. 39Ka6 40. e7 Df3t 41. Kei Dhlt 42. Pgl De4t 43. Pe2 Te3 44. Dg4 De7 45. Kf2 Te2t 46. De2 De2 47. Ke2 Kbfi 48 Ke3 Kc7 49. Ke4 Kdfi 50. Kf5 Ke7 51. Kg6 Kf8 Wit geeft op. Zw. komt 't eerst op dam. Uit de partij. Wij laten nier een aardigen eindstand vm gen, die de lezers zeker interesseeren zal Hul moet de beide juiste zetten maar zien V dü partij rm Z"'" pp m ^jjp ÜP PM 'W% Wm.yt/M-jH! i P 1 i WP Pm mé Wi fjp g MP '.P/Pi. PPPp. (W4 Ut Ui M 3- 'W., "/Pypv/ 4% 'P/P/?, ''- y///, V/A 4 Zw. 1 sch. op: 37 W. 2 sch. op. 19, 29 en dam op 16. Wit kan hier winnen door 16—38! Zw. 1. 37—41 2. 38—16! Zwart kan nu damhalen op 46 of 47. Gaat hij op 46 dan volgt 2923 en gaat hij op 47 dan volgt 16—2! Aardig nietwaar? In de volgende positie. WAM? y/fc mm 'pÊp. PPM lm w m gp WW- pwfP. m W/ W& W Qxutmi&ciek Aan de Dammers! In onze vorige ruriek gaven wij ter oplos sing: probleem 1227 Stand. Zw. 9 sch. op: 9, 11, 14, 17, 19, 24, 27, 29, 36. W. 9 sch. op: 25, 28, 33, 37, 38, 39, 43, 47, 49. Oplossing. 1. 25-20! 1. 14:25 gedw. 2. 28—23 2. 2918 A. 3. 38—32 3. 27 29 4. 37—31 4. 36:27 6. 54:3 5. 39—35 5. 29 38 A. 2. 19 28 3. 33 31 3. 36 27 4. 38—33 4. 29 38 5. 43 12 Zw. 9 sch. op: 2, 4, 8, 9, 11. 12, 23, 24, 36. W. 9 sch. op: 21, 25, 32, 38, 39, 43, 47, 48, 50. Speelde wit 2116. Zwart liet volgen» 23—28. Wit 16 18. Zw. 28 37. W. 18—13 Zw. 8 10 of 9 18. W. 48—42. Zw 37 48 W. 47-41. Zw 36:47 W. 38—33. Zw. 47 29. W. 39—34. Zw. 48 30. W. 25 3! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1228 van G Mantel jg| ''mi 'm M jm*. r 9. B Wi vm. m lp yy<tm u w' /,vm A-m A 'WK Y/MM pjmt. mPA mm. 'Pm. 'PM PM. mm WPPt WM Y,/\Wp. m m - 'P' Zw. 9 sch. oo:7/ll,17, 20,29 31. W. 9 sch. op: 23, 28, 32, 34, 38, 43, 44, 48, 50. In onze volgende rubriek geven wij de op. lossing. Stad en Omgeving. ONAFHANKELIJK SOC. PARTIJ. Openbare vergadering in de Harmonie. De heer de K a d t opende de vergade ring, die zoo goed bezocht was, dat de ge- heele dancing der Harmonie vrijwel bezet was, met een kort welkomswoord Daarna begon de heer F. v. d. G o e s zijn redevoering over het onderwerp „Waarom O. S. P.?" Spr. begon met te zeggen, dat het noodig was. om een paar verschilpunten tusschen de oude en nieuwe partij te behande len. Allereerst zette hij uiteen de beteekenis der economische verschijnselen, waarover een paar jaar lang gesproken is in de oude partij. Hij beschouwde deze crisis als een crisis van het kapitalisme en niet meer als een crisis i n het kapitalisme. Wat men nu ziet, omvat het geheele kapita lisme, het geheele stelsel. Van den kant der S.D.A.P. verweet men de O.S.P. dat dit een dwaze opvatting was Spr trachtte aan te toonen, dat de O.S.P zich toch niet zoo erg vergist had en hij herinner de aan uitlatingen van buitenlandsche arbei dersleiders. Voorts herinnerde hij aan een boekje van dr. Wibaut, getiteld „De redding" Daarin zegt Wibaut aan het slot, dat deze crisis niet meer een gewone crisis is, doch een crisis van het kapitalisme. Daaruit blijkt dus, dat de Kadt en Wbaut over de huidige crisis in hoofdzaak net eens waren. In de politiek der arbeiderspartij moet ®en, aldus spr., rekening houden met het feit, dat het kapitalisme zijn einde nadert. Na den wereldooriog heeft men in ver schillende landen een werkloosheid gezien, die niet kon worden opgeheven. Er kwamen groote massa's werkloozen, die niet meer aan 't werk gezet konden worden. De industrie van Europa ging achteruit, omdat andere werelddeelen, andere lande*1 zelf d? industrie bevorderden. Waar moeten de Europeesche industrie-arbeiders nu heen, vroeg spr.? Aan dezen toestand valt niets te veranderen. Al leen we moeten den eigendomsvorm zoeken, die hierbij past, zeide spr. Niet langer moet de groote menigte voor loon werken. Op 't oogenblik staat de menschheid voor de vraag: ondergaan met het kapitalisme of de reddingsboei van het socialisme grijpen. Men ziet de poringen der burgerlijke par tijen, om de crisis te laten verdwijnen: rationalisatie, loonsverlaging, protectie Alles wat er op 't oogenblik dus gebeurt, om de crisis te doen verdwijnen, wijst er op dat het socialisme moet komen. Dat wil de O. S. P. Hoe zullen we het wankelende kapitalisxHfe kunnen bestrijden, zorder juist te weten ft 291. ruimeltje, die ia een hoekje van het kasteel alles af had zitten kijken, vergat heelemaal niet dat hij de kikkers nog moest straffen voor hun plagerij. Ziezoo, zei ie, mijn pakje is weer netjes opgestreken en nu jullie er allemaal zoo bedroefd uitzien van het lachen is bet mijn beurt om jullie eens te laten zien, dat ik ook lachen kan. En Tuimelt je begon tot verbazing van de kikkers te lachen en deed dat zoo lang, tot ze weer wegholden van angs_t opnieuw iiujB£g te krijgeiC 292. Zeg jongens ik zal jullie een kunstje leeren om weer e*» beet)e op dreef te komen, zei Tuimeltje. Kom maar allemaal ard achter me aanloopen. Daar voelden ze heel veel voor. I» een lange rij renden ze door bosschen, velden en hei en kwa men tenslotte aan een sloot, waar een plank over lag. Tuimelti» liep er het eerst over en spoedig volgden de anderen, maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6