Mijnhardt's Kinderzali. Moeder en Kind Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland. Japan als wachter der beschaving. PLANNEN TOT OPHEFFING VAN DE MEISJESSCHOOL. ORGANISATIE OPENBAAR LAGER ONDERWIJS. kingen van de bepalingen van de Winkel sluitingswet 1930, S. 460, vast te stellen dat de Minister in overweging geeft in plaats van de op 28 April j.1. vastgestelde regeling voor fruitwinkels met het oog op het bezoek aan ziekeninrichtingen dezelfde rege ling te treffen als de Winkelsluitingswet voor de brood enz. winkels geeft en het in ver-j band met het ziekenbezoek op Zondag mede gewensckt is een soortgelijke regeling te maken ten aanzien van bloemenwinkels; dat het voorts gewenscht is ten aanzien van vischwinkels een dergelijke regeling in het leven te roepen ten bèkoeve van bezoe kers van buiten; dat het in het belang van de handhaving van een uit sociaal-hygiënisch oogpunt juiste regeling der distributie van melk en room ge wenscht is. de aflevering van melk en room aan het publiek van een winkel of het daarbij behoorende winkelhuis uit op Zondag zoo veel mogelijk te verbieden; Gelet op de bepalingen der voren genoemde wet; Besluit Met intrekking van zijn besluit dienaan gaande van 28 April j.1. nr. 9 A. vast te stellen een nadere Verordening tot afwijking van de bepalingen der Winkelsluitingswet 1930, S. 400. In bijlage no. 105 schrijven B. en W.: De aangifte tot toelating van leerlingen tot de eerste klassen van de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs met den aan vang van het schooljaar 19321933 had tot - - Aantal Totaal leklassen: e Nog jTe weinig Scholen aan giften zitten blijven: Plaats voor plaats voor: A. Opleidingsscholen 1. Laat 34 1 35 36 1 8. Brillensteeg 19 4 23 36 13 7. Oudegracht (meisjesschool) 21 2 23 36 13 Samen 74 7 81 108 B. Overige scholen 2. Oudegracht 17 8 25 40 15 3. Koningsweg 16 4 a 6 20 a 22 40 18 a 20 4. Vondelstraat 45 3 k'5 48 a 50 40 8 a 10 6. Snaarmanslaan 23 5 a 6 28 k 29 40 11 k 12 9. Bleekerskade 31 4 35 40 5 Lindenschool 36 5 41 40 1 Samen 168 29 h34 197 a 202 240 49 a 52 9 a 11 Onder vorengenoemde getallen zijn begre pen 4 leerlingen, woonachtig in andere ge meenten, n.1. 1 aan elk der Gemeentescholen lirs. 1, 3, 6 en 9. Blijkens opgaven van de hoofden van scho len zullen met den aanvang van het school jaar 19321933 vermoedelijk de volgende getallen leerlingen het 7en (en 8e) leerjaar volgen 7e leerjaar: vrij niet Scholen:* zeker 8e leerjaar 2. Oudegracht 5 3. Koningsweg 17 2 2 4. Vondelstraat 30 1 6. Snaarmanslaan 12 2 9. Bleekerskade 19 1 Lindenschool 16 Samen 99 5 3 of in totaal 102 a 107. Gelijk wij reeds verwachtten, is het aantal aangiften voor de eerste klassen thans in to taal grooter dan vorig jaar. Het aantal leer lingen voor het 7e (en 8e) leerjaar bleef ech ter in tegenstelling met de verwachting vrij wel gelijk, ondanks het grooter aantal leer lingen in de aansluitende lagere klassen. Van het totaal aantal gaat thans ruim 10 pCt. minder naar het 7e leerjaar, zoodat de toe name vrijwel geheel ten voordeele komt van de scholen voor voortgezet onderwijs. Verleden jaar deden wij U om de door ons aangegeven redenen (zie bijlagen nrs. 117 en 92) voorstellen tot vorming van een eerste klasse aan elk der scholen en van 4 zevende klassen, en nam uwe vergadering dienover eenkomstige besluiten. Niettegenstaande de thans grootere be zetting van de eerste klassen en een gelijke bezetting van de zevende klassen, kunnen wij toch geen vrijheid vinden nu dezelfde voor stellen te doen. De volgende drie redenen ge ven ons aanleiding thans een ander stand punt in te nemen: 1. Te verwachten is een belangrijke ver mindering van het aantal aangiften voor de eerste klassen in de eerstkomende jaren, in verband waarmede handhaving van negen openbare scholen voor gewoon lager onder wijs niet meer te verdedigen zal zijn. 2. Vrij zeker zullen de aantallen leerlin gen, waarnaar de Rijksvergoeding van de onderwijzersjaarwedden wordt berekend, een belangrijke verhooging ondergaan, althans voor wat betreft scholen van den omvang als hier ter stede; wij plaatsen hieronder de cij fers van de bestaande schaal en die, welke zal gelden volgens het wetsontwerp tot wij ziging van de Lager Onderwijswet 1920, het welk thans bij de Tweede Kamer aanhangig is: Vergoeding Bestaande Nieuwe voor: schaal. schaal. 4 leerkr. bij 117 t.m. 160 bij 131 t.m. 185 5 leerkr. bij 161 t.m. 210 bij 186 t.m. 235 6 leerkr. bij 211 t.m. 260 bij 236 t.m. 285 7 leerkr. bij 261 t.m. 314 bij 286 t.m. 335 leerlingen. Een overgangsbepaling handhaaft tot en met 1934 voor bestaande scholen de thans geldende schaal met dien verstande, dat buiten aanmerking blijven onderwijzers, die te rekenen van 1 Juli a.s. in functie treden boven het getal volgens de nieuwe schaal. Handhaving van laatstgenoemden datum be- teekent twee boventallige leerkrachten meer dan waarop was gerekend, behoudens latere vermeerdering in het geval van nieuw opko mende vacatures. 3. De financieele toestand van de gemeen te noopt tot bezuinigingen op allerlei gebied. Aangezien het onderwijs een belangrijk deel van de kosten der gemeentehuishouding vor dert, zal ook hier een versobering niet ach terwege kunnen blijven. Uiteraard hebben wij in de eerste plaats uitgezien naar versobering, die aan de be langen van het onderwijs geen of althans zoo weinig mogelijk schade berokkent, en wij meenen daartoe een alleszins aannemelijke oplossing te hebben gevonden. Naar het ons voorkomt zal, voor zoover thans beoordeeld kan worden, in de toe komst met twee opleidingsscholen kunnen worden volstaan. Eén dezer scholen komt dus voor opheffing in aanmerking. Naar onze meening zal dat de meisjesschool moeten zijn. Deze school toch heeft de kleinste be zetting. In de laatste 6 jaren bedroeg het aantal aangiften voor de le klasse in totaal 130 (20 a 24 per jaar), terwijl voor een zes- klassige school 161 (volgens de nieuwe schaal 186) leerlingen vereischt zijn om het aantal boventallige leerkrachten tot één be perkt te houden. Met veel moeite is het ons tot dusver gelukt door overplaatsing het vereischte getal van 161 te bereiken. Daar door ondergingen de aantallen leerlingen van de beide andere opleidingsscholen een voortdurende verlaging. Hiermede kan ech ter niet worden doorgegaan, aangezien deze scholen dan ten slotte zouden komen in de zelfde omstandigheid als de meisjesschool Door opheffing van deze laatste zal wel de gelegenheid komen te ontbreken om hier ter stede voor meisjes afzonderlijk openbaar le ger onderwijs te bekomen, doch handhaving ervan zal op den duur van de gemeente een zoo belangrijk bedrag vorderen, dat de uit gaven voor deze school vooral in den komen den tijd niet meer gerechtvaardigd zijn. De school zal intusschen niet terstond geheel kunnen worden opgeheven. Wij zouden wil len beginnen met aan de school te doen ont breken de eerste, tweede en derde Jclassen, zoodat zullen overblijven de vierde, vijfde en zesde klassen, welke dan achtereenvolgens van jaar tot jaar kunnen verdwijnen. Het niet-vormen van een eerste klasse zal tot ge volg hebben, dat in de klassen van beide an dere opleidingsscholen 9 van de voor deze soort scholen aangegeven kinderen geen plaats kunnen nemen. Wanneer daarvoor de jongsten van de 3 scholen worden genomen, zijn dat kinderen, die nog geen 5 j. en 7% m. oud zijn. Voor hen kan gevoegelijk nog een jaar met plaatsing op een lagere school worden gewacht Intusschen bestaat desge- wenscht de gelegenheid hen op één der niet- opleidingsscholen te doen plaats nemen. Zoo wel de leerlingen van de nieuw te vormen tweede, als die van de nieuw te vormen der de klassen van de opleidingsscholen kunnen elk in twee klassen worden samengevoegd In de niet-opleidingsscholen is nog plaats beschikbaar voor 36 a 43 leerlingen. Wij zou den aan elk dezer scholen een eerste klasse willen vormen. Het ontbreken van één klasse toch zou tot gevolg hebben, dat de overige een bezetting krijgen van 40 of wellicht meer leerlingen elk, zoodat voor nieuw inkomende leerlingen veelal geen plaats meer beschik baar zou zijn (voor de opleidingsscholen is gerekend op 36 per klasse). Het openstellen van de gelegenheid om alle kinderen, die zijn aangegeven, op een school te doen plaats ne men, laat overigens het ontbreken van twee eerste klassen niet toe. De voorgestelde maatregel met betrekking tot de meisjesschool biedt de volgende voor deden a. de boventallige leerkracht vervalt (bij het ontbreken alleen van een eerste klasse zou dat ook het geval zijn van 1 Aug.—31 Dec. a.s.daarna zou er voorshands weer één ko men); b. het aantal eerlingen van elk der beide andere opleidingsscholen wordt aanmerke lijk hooger, hetgeen noodig is om zoo eenigszins mogelijk te voorkomen, dat het aantal boventallige leerkrachten aan die scholen zal vermeerderen. Wij kunnen verder geen vrijheid vinden u wederom voor te stelten in het volgend schoolaar 4 zevende klassen te vormen. In 3 klassen zullen aanvankelijk gemiddeld 35 leerlingen per klasse moeten plaats nemen. Voor het 7e leerjaar is dat getal nog al groot, maar niet uit het oog dient te wor den verloren, dat in deze klassen veel verloop van leerlingen is, hetzij door beëindiging van de leerverplichting, dan wel door overgang naar andere scholen, vooral naar de Am bachtschool op 1 April. In den regel daalt het getal leerlingen in den loop van het schooljaar tot 50 a 60 van het oorspronke lijk getal. Dit jaar is het 57 De tijdsom standigheden dwingen intusschen ook hier tot versobering, en uit dien hoofde zullen wij, hoewel noode, met 3 klassen moeten volstaan. Eén dezer klassen zal moeten worden ge vormd aan Gemeenteschool nr. 4, waaraan de leerlingen van Gemeenteschool nr. 2 kun nen worden toegevoegd. De leerlingen van Gemeenteschool nr. 6 en de Lindenschool zul len met nog eenige van andere scholen, te zaïaen een klasse kunnen vullen. Deze klasse zal dan naar het ons voorkomt aan Gemeen teschool nr. 6 moeten worden gevormd, om dat deze school reeds op het hebben van een 7e klasse is ingericht, terwijl verder vele der leerlingen van de Lindenschool voorheen leer lingen van Gemeenteschool nr. 6 zijn ge weest. Voor de Lindenschool zouden leermid delen moeten worden aangeschaft en een leer kracht aangesteld, die althans voorshands boventallig zou zijn. Wij willen hier intus schen nadrukkelijk vastleggen, dat deze be slissing niet inhoudt, dat de Lindenschool, die thans voor het eerst leerlingen voor het 7e leerjaar aflevert, nimmer een 7e klasse zal hebben. De in de toekomt te verwachten bezet ting zal ten deze van veel invloed zijn. Voor de derde te vormen klasse blijft dan de keuze tusschen de Gemeentescholen nrs. 3 en 9. De eerste had steeds een 7e klasse, de laatste dit jaar voor het eerst. Overigens verkeeren beide scholen in dezelfde cmstandigheden, het aan tal leerlingen is ongeveer gelijk en de mees ten der leerlingen (enkele zullen desge- wenscht naar Gemeenteschool nr. 6 kunnen) moeten worden overgeplaatst van de eene school naar de andere. Wij zouden deze klasse van school 3 willen vormen. Het ont breken van de klasse aan school 9 heeft tot gevolg het verdwijnen van de boventallige leerkracht. Door aan school 3 de klasse niet te vormen, is daar ook van 1 Aug.31 Dec. a.s. geen boventallige leerkracht, daarna ech ter weer wel. Door vorengenoemde maatregelen zullen overcompleet worden: aan de meisjesschool drie onderwijzeressen en aan Gemeenteschool nr. 9 één onderwijzer. Deze leerkrachten kun nen worden geplaatst in de vacatures aan elk der Gemeentescholen nrs. 3, 4 en 6 en de Lin denschool. Wij zullen U ter zake nog nadere voorstellen doen toekomen. De Gemeenteschool nr. 3 zal, als gevolg van een indertijd door U gendmen besluit tot het niet-vormen van een eerste klasse, het vol gend schooljaar geen vierde klasse hebben. Onder overlegging van het advies der Commissie van bijstand voor het Onderwijs stellen wij Uwe vergadering vóór:: A. te nemen het volgende besluit: De Raad der gemeente Alkmaar; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in bijlag enr. 105 tot het verslag van 's Raads handelingen; Besluit: vast te stellen de navolgende verordening tot vaststelling van het getal der gemeentelijke scholen, waarin gewoon en uitgebreid lager onderwijs wordt gegeven. Artikel 1. Van gemeentewege wordt gewoon lager onderwijs gegeven: aan school nr. 1 aan meisjes en jongens; aan school nr. 2 aan meisjes en jongens; aan school nr. 3 aan meisjes en jongens; aan school nr. 6 aan meisjes en jongens; aan school nr. 8 aan meisjes en jongens; aan de Lindenschool aan meisjes en jongens aan de Vondelschool aan meisjes en jongens; aan de Rochdaleschool aan meisjes en jon gens; Artikel 2. Van gemeentewege wordt uitgebreid lager onderwijs gegeven aan de U. L. school aan meisjes en jongens. Artikel 3. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 Augustus 1932. 2. Öp het in het le lid genoemde tijdstip vervalt de Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 15 Juli 1926 (Gemeente blad nr. 1029), gewijzigd bij Raadsbesluiten van 28 November 1929 en van heden (Ge meentebladen Nrs. 1144 en 12.) Overgangsbepaling. Van gemeentewege wordt bovendien aan meisjes gewoon lager onderwijs gegeven aan school nr. 7, en wel: gedurende het schooljaar 1932/1933 aan de klassen voor het 4e, 5e en 6e leerjaar; gedurende het schooljaar 1933/1934 aan de klassen voor het 5e en 6e leerjaar; gedurende het schooljaar 1934/1935 aan de klasse voor het 6e leerjaar, waarna de school wordt opgeheven. B. te besluiten gedurende het schooljaar 1932/1933 drie klassen te vormen voor het 7e (en 8e) leerjaar, en wel één aan elk der Gemeentescholen nrs. 3, 4 en 6. VI. lachen beiden van tevredenheid, wanneer d roode, ontstoken of gesmette plekken v baby's huidje «ijn ingewreven met Doos 25, tube 40 ct. Bij Uw Drogist. Wij hebben gezien dat het uitsluitend aan Japan te danken Is, dat Mantsjoerije na den Russisch-Japanschen oorlog, aan China werd teruggegeven; dat orde en rust er gingen heerschen; dat han del, landbouw en industrie een ongeken de vlucht namen en vooral dat de macht van Rusland er geheel gebroken weri. Welke rol heeft Mantsjoerije door de eeuwen heen gespeeld, en wat beteekent dit land voor Japan, China en Rusland? Mantsjoerije is ongeveer even groot als Frankrijk en Duitschland tezamen en telt nu meer dan 30 millioen inwoners. Van historische tijden is het de toegang tot China geweest. Zoo overstroomden de Hunnen in de vierde eeuw China. De Mongolen onder Kublai Khan namen China in de 13de eeuw, en bezetten een eeuw lang den keizerstroon (de Vüan- dynastie). Daarna kwamen in het mid den der 17de eeuw de Mantsjoe's, die de Ming keizers verjoegen en het geheele land met Menchu-beambten en troepen beletten (Ching-dynastie). Zij bleven tot de republiek in 1912 uitgeroepen werd, en zij zijn op dien tijd door de echte Chi- neezen als vreemden beschouwd Het merkwaardige van deze invasies was, dat het lagere cultuurvolk, hoev. el mili tair en ambtelijk de baas, geheel opging in het overwonnen volk van eeuwen oude cultuur, zijn taal en gewoonten overnam en van een wild nomadenvolk, tot een rustig, onkrijgshaftig volk op groeide. Tijdens de Mantsjoe-dynastie, bleef Mantsjoerije als vast bolwerk van macht steeds achter den troon. De beambten, die eerst alléén naar hun verre posten ringsn, lieten weldra hun familie over komen en bleven in China wonen. Emi gratie van Chineezen naar Mantsjoerije buiten de Chinees he muur was streng verboden! Hierdoc. werd het lan 1 lang zamerhand ontvolkt, dorpen, wegen en- akkers vervielen, en het was niet veel meer dan een wildernis. Aan de Siberi sche grens bouwden de Manchu-keizers, tegen het eind der 17e eeuw, de forten Aigun, Mergen en Tsitiha., tegen moge lijke Russische invallen. In de buurt van deze forten ontstonden nederzet tingen van afgedankte soldaten en poli tieke bannelingen en de eerste Chinee- sche kolonisatie in Mantsjoerije leek dus geheel op de Russische in Siberië. Toch kwamen er ook Chineesche boe ren, die als pachters optraden op de gioote landgoederen van Mant joerij -che edellieden. Sedert 1860 werd het land voor emigranten opengesteld. Zoo ge bruikten de Russen meer dan een mil lioen koelies voor den bouw van hun spoorwegen, terwijl landbouw en mijnen duizenden koelies noodig hadden. Meest al waren dit seizoen arbeiders, die tegen den winter weer teruggingen naar hun haardsteden, maar na 1925 veranderde ut De immigranten bleven er als landbouwers, arbeiders, handelaren, pachters en keerden niet meer terug. Na den Russisch-Japanschen oorlog is 't in Mantsjoerije betrekkelijk kalm gebleven en van de roerige revoluties in China zelf heeft het weinig gemerkt. Daardoor was het armbevolkte land bijzonder aantrekkelijk voor de Chinee zen van Noord-China, die overbevolkte provincies, waar revolutie, burgeroor log, hongersnood en hongersdood aan den orde van den dag waren. En we zien nu hoe de Chinees, die niet gemak kelijk zijn geboorteland verlaat waar de plichten van zijn voorouder-cultus, tra ditie en familiebanden hem vasthouden, in een onafzienbaren stroom naar Man- churye, het beloofde land, vloeit. Ik noemde u de cijfers al: in 1925 500.000, in 1926 600.000, in 1927 één millioen en na 1929 twee millioen per jaar. En deze grootste volksverhuizing al ler tijden voltrekt zich met de grootste orde en zonder eenige noemenswaar dige incidenten. Men gedraagt zich rustig en gedwee, betwist elkaar niet een iets beter stukje grond, of een oordeeli- ger baaitje. Een soort innerlijke bescha ving schept hier een massa-dicipline, die deze enorme menschen-verplfatsintren mogelijk maakt. 6 Q In tegenstelling met deze groote tallen zijn er maar 200.000 Japanner» 400.000 Russen en 800.000 Koreanen in Mantsjoerije (terwijl er ongeveer 500 000 Japanners in Korea zijn.) Het verschil tusschen qualiteit en quantitoit is wel moeilijk te ontkennen. Ik zal U niet vervelen met een opsom ming van productiegetallen vóór- en n4 dat de Japanners hun heilzamen invloed deden gelden. Ge kunt deze in tal van boekjes vinden, waarvan ik U de beste op zal geven aan het eind van deze reeks artikelen. Een enkel voorbeeld zij hier voldoende om de verhouding aan te geven. Het hoofdproduct is de soyaboon met een productie van ongeveer 5 mil- lioen per jaar Daarna vo'.gen tarwe, meel, boekweit, gerst, drank, pelzen! steenkool, ijzer, goud, zilver etc. Alleen aan steenkool leverden de Fushuun- mijnen in Russisch beheer 100.000 ton per jaar, en in Japansch beheer né den Russisch-Japanschen oorlog, 7 millioen ton in 1927, 8 millioen in 1928 en 15 mil lioen ton in 1930. Commentaar over- bodig. De Zuid-Mantsjoerijsche spoorweg b.v. is een model exploitatie. Te Dairen zijn laboratoria gebouwd om alle producten te onderzoeken en bijproducten produc tief te maken. Zoo vond men voor de soyaboon de volgende toepassingen: Soya-olie, soep, zeep, kaas, explosief, émail, "vernis, linoleum, waterproof, verf, drukinkt, smeeroliën, meel, maca roni, crackers en last not ieast soya- boonkGeken als veevoer en mest in Hol land en o.a. Denemarken met succes gebruikt. De opbrengst van den land bouw bedraagt 500 millioen dollar per jaar. Het is dus een hoogst begeerlijk, rijk land met alle mogelijke grondstoffen, een vruchtbare bodem, maar met lange koude winters, korte warme zomers en Mongoolsche stofwinden in de lente. De Chineesche Oosterspoorweg (1700 K M.) en de Zuid-Mantsjoerijsche (1100 K M.) zijn voor Mantsjoerije geweest wat de Canadian Pacific en de Union Pacific voor Canada en het Westen van Ame rika beteekenden. Het beheer van den Chineeschen Oosterspoor was sedert 1924 in Chineesch-Russische handen; in 1929 zijn er ongeregelde gevechten ge leverd tusschen Sovjettroepen en Chi neesche benden, waarbij de laatsten werden verslagen. Niet te onderschatten zijn ook de Chineesche lijnen, die ge deeltelijk met Japansch geld en met Japansche ingenieurs zijn gebouwd. Zij bedragen ongeveer 1300 K M. Japan nu heeft een zeer groot belang bij Mantsjoerije als leverancier van voed sel en grondstoffen en als afzetgebied van eigen producten. Twee derden van den geheelen invoer inMantsjoerije komt van Japan. Van overwegend belang is het als grensland van Korea en als buffer tegen Rusland. Als emigratieland voor de Japansche bevolkingstoename telt het bijna niet mee. Mantsjoerije is als kolonie overbodif voor de Sovjetunie. Deze bezit zelf in Rusland en Siberië alle mogelijke rijk dommen, maar politiek is het wél be- Prgrijk, als sleutel tot Oost-Azie en basis voor communistische propagan da; want, wanneer de gegev ns juist zijn, rendeert de Chineesche-Ooster- spoorweg eigenlijk niet. Zoolang Japan stand houdt en de Mantsjoerijsche staat haar onafhankelijk heid kan handhaven, zal de Sovjetunie ook de ijsvrije haven uit haar hoofd moeten zotten. De Republiek van het Verre Oosten heeft nog grooten invloed i Mongolië en N.-Mantspoerije maar waar de Chineesche boeren in China, vooral de armsten onder de armen, die den hongerdood nabij waren, een mak kelijke prooi waren voor het bolche- wisme, geloof ik niet dat diezelfde boer in Mantsjoerije, waar hij 't betrekkelijk goed heeft, en zeker veel beter dan in China zelf, zoo gauw tot het commu nisme, of wat hij onder dien naam aan den lijve heeft ondergaan, zal terugval len. Er is geen enkele reden meer voor. Hij heeft voor zich en zijn gezin genoeg te eten en leeft in vergelijking met den chaos in China, in betrekkelijke veilig heid. Meer vraagt hij niet. China heeft vitale belangen bij Man tsjoerije: als emigratieijterrein; als ko- 17. „Slakkemannetje", begon Tuimeltje, ik heb zoo'n dorst. Dan zullen we wat drinken, antwoordde de slak en hij bracht Tuimeltje naar een herberg „Torrelust" geheeten. De herber gier, een zwarte dikke tor, zag wel dat Tuimeltje niet meer voort kon en nadat Tuimeltje hem een fooi had gegeven, zei de tor ineens, waarom klim je niet op den rug van de slak. Dat was tenminste een oplossing en Tuimeltje werd nu heel lustig door den slak voortgedraden. 18. In dien tusschentijd was Kruimeltje, die al lang weer in het kabouterpaleis terug was, erg ongerust. Hij miste Tuimel tje en was bang, dat er iets met hem gebeurd was. In een wip klom Kruimeltje boven op het dak van het paleis en door een verrekijker probeerde hij Tuimeltje ergens te ontdekken. Ten einde raad vroeg ie den kabouterbaas of hij met een dokters karretje op zoek mocht naar Tuimeltje en de kaboutersbaas had daar natuurlijk niets tegen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6