Alkmaarsclte Courant.
De geheimzinnige inbreker
Jiadionieiuvs
Jewileton
Siad en Omgeving.
£and: en 5mnbviuv
Londensche brieven.
Honderd vier en dertigste Jaargang.
WOENSDAG 6 JULI
No. 151 t932
Donderdag 7 Juli.
Hilversum1875 M. (Uitsluitend A.V.R.0
8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 10.30 AVRO -Klein^
orkest o.l.v. N. Treep. 11.15 Causerie door
mevr. R. Lotgering—Hillebrand. 1145 Ver
volg orkestconcert. 12.30 Gramofoonplaten.
1.302.15 Het Trio „Zapiavo", zang, viool
en piano. 2.30 Phonetisch Congres uit het
Physiologisch Laboratorium te Amsterdam.
4.Ziekenuur. 5 AVRO-Kamerorkest o.
I. v. G. Hemmes m. m. J. Ocstdam, lied
jes bij de guitaar). 6 30 Sportpraatje H.
Hollander. 7.Vervolg Kamer orkest. 7.30
Reislezing. H. H. FelderHof: Voettochten in
het Berner Oberland. 8.Gramofoonplaten.
8.15 Concertgebouw-orkest olv. A. van
Raalte, m. m. v. Fancis Koene, viool, o.a.
(Eine kleine Nachtmusik, Mozart en Concert
voor viool e kl.t op. 64, Mendelrsohn. In de
■pauze; Gramofoonplaten. Hierna 7de Sym-
phonie in C gr.t. Schubert. 10.30 Vaz Dias.
10.45 Gramofoonpl. 11—12.— Dansmuziek
uit „Victoria", te Scheveningen.
Huizen, 296 M. (89.15 en 11—2 K.
R O., 10—11— en 2—11 30 N. C. R. V.)
8—9.15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zie-
kendienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsd.
Halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2— Hand-
werkcursus. 3—3.30 Vrouwenhalfuurtje.
4.Ziekenuurtje. 5.Cursus Handen
arbeid v. d. jeugd. 5.45 John's Accordeon-
Duo (J. Boelee en J. Bouman). 7.Gramo
foonplaten. 7.10 Causerie over Graubunden.
7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8— Concert
door het Dameskoor „Cantemus" o.i.v. mevr.
A de VinkVerschoor, m. m. v. A. Schel
levis, piano. 9.Causerie over glas-in-lood-
vensters. 9.3010.45 Concert door een kwin
tet o.l.v. P. v. d. Hurk. O.a. Suite uit „Die
Fledermaus", Strauss, ca. 10.Vaz Dias.
10.4511.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12.20
Orgelconcert Edw. O'Henrv. 1.20 Shepherd's
■Bush Paviljoen-orkest. 2.20—2.50 Concert.
■M. Macgibbon, viool en F. Jackson, piano.
3 20 Kerkdienst. 4.05 BBC-Dansorkest o.l.v.
H. Hall. 4.50 Schotsch Studio-orkest o.l.v
G. Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50
Mendelssohn's Ce'lo- en pianosonates. 7.10
en 7.40 Lezing. 7.50 Sydney Baynes' orkest,
o.a., Potp. „Monsieur Beauca're" Messager.
8.45 „The Enchanted isle", operette in 1 acte
van Bloor. Muziek van R. H. Walthew 9.20
Berichten en lezing. 9.55 Concert. B. Davies,
tenor en F. Davies, piano. 10.50 Kerkdienst.
II.0512.20 BBC-Dansorkest o.l.v. Hall.
Pakijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 8.05 Concert uit Fon-
tainebleau. Zang door mevr. Ritter Ciampi
m m. v. H. Defosse, piano. 8.20 Radio-too-
neel. 9.05 Gramofoonplaten.
Kalundborg, 1153 Al. 12.20—2.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotel. 3.505.50 L.
Preii's orkest m. m. v. E. Vagning, piano.
8.20 Opera-concert o.l.v. L. Gröndahl. O.a.
Ouv „rigaro", Mozart en uit „Carmen",
Bizet. 9.10 Zang door P. Knudsen en B. P.
Knudsen m. m. v. F. Jensen, piano. 9.30 Po
pulaire muziek m. m. v. leden van het Om-
roep-orkest. 10.20 Oude Deensche muziek m.
m v. orkest en strijkkwartet.
Langenberg, 473 Al. 7.258.20 Concert
uit Bad Salzschlirf. 12.201.10 Gramo
foonplaten. 1.20—2.50 Concert o.l.v. Eysoldt
m m. v. hoornkwartet. 5.206.35 Beet-
hovenconcert uit Frankfurt o.l.v. R. Merten
m. m. v. H. Altmann, piano. 9.05 „Ana-
basis", hoorspel van Olaeser en Weyrauch
Muziek: E. Toch. 10.50—12.20 Concert uit
Berlijn o.l.v. E. Kurtz.
Rome, 441 M. 9.05 Concert door Politie-
orkest o.l.v. A. MaMrchesini, o.a. Potp. II
Piccclo Marat, Mascagni. 9.50 „11 fauno
stanco", comedie van D. de Carpenetto.
10.20 Vervolg a ncert.
Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M.:
12.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert o.l.v. F.
André. 6.50 en 7.40 Gramofoonpl. 8.20
Concert o.l.v. A. Meulemans. 9.20 Concert
uit het Casino Knocke. 11.11.20 Gramo
foonpl. 338 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.20
Zang en piano. 1.50 Gramofoonpl. 2.
Zang en piano. 5.20 Concert o.l.v. A. Meule
mans. 8.20 Concert o.l.v. Fr. André m. m. v.
Callewaert, accordeon. 9.20 Concert uit de
Kurzaal te Ostende. 11 11.20 Fragm. uit
„Traviata", Verdi.
uit het Engelsch door A. Treub.
72)
I jjustig. Ik voel dat ik een
kleine schatting schuldig ben aan dien roman-
tischen inbreker, die het
heeft dat ik mijn le
verwezenlijken,
mogelijk gemaakt
evenflange eerzucht kon
een gentleman te worden
al was het slechts voor zes maanden
Verontschuldig U niet, zei Eric
lijk. Iedere toast is,een goed excuus om
ken Chablis te drinken Ik weet niet wat mijn
ouders zullen zeggen als zij weten, dat ik ben
gaan drinken.
vriende-
excuus om zul-
moeite een
Henry Aimsbury bracht met
droevigen glimlach te voorschijn.
We zullen leeren het te verdragen, ver
zekerde hij zijn zoon, zijn eigen wijn met zicht
baren tegenzin drinkend.
Spencer zette zijn glas op den schoorsteen.
Nu aan de zaken, zei hij opgewekt.
Nina stond half van haar stoel op en tikte
Lee Wang op den schouder.
Oh, ga als het je belieft nog niet weg,
vroeg Spencer haastig, naar het meisje gaande
en zijn hand zacht op haar arm leggend. Het
gebeurt niet dikwijls dat wij het genoegen van
le gezelschap in de studeerkamer hebben en
onze zaken zullen niet zeer lang duren. Je
moet die geen inbreuk laten maken oo on»
Zeesen, 1635 Al. 8.20 „Der Vetter aus
Dingsda", operette in 3 actes van Eduard
Künneke. 10.20 Berichten. 10.40 Concert
door het Kleemann-«trijkkwartet. 11.50—
12.20 Populair concert door de Langscher
Cithervereeniging o.l.v. Riehl.
CONDSTANDSE OVER
P0LIT1ETERREUR.
abs-
Dat warmte verkoelend kan werken op ver
gaderijver, dat merkte men gister in de dan
cing van de Harmonie, waar de heer A L.
Constandse een rede hield over: Politie-
terreur.
De heer Fernee, die namens I. A. M. V
J. V. A. en de Vrije Groep de aanwezigen
welkom heette, noemde dan ook de opkomst
niet geheel bevredigend en drukte hierover
zijn teleurstelling uit. Na eenige woorden
van inleiding gaf spr. het woord aan den
heer Constandse.
Deze begon met te vertellen, dat in dezen
tijd de leugenachtigheid heerschende is. De
kapitalistische maatschappij duldt geen
waarheid; er heerscht bij de machthebbende
klasse een geestelijke ziekelijkheid. Vrijheid
van handelen en spreken wordt tot een illusie
gemaakt, de willekeur kent geen grenzen.
Dit alles trachtte spr. aan de hand van
voorbeelden duidelijk te maken
Zoo kwam spr. tot zijn eigenlijke onder
werp, de politieterreur. Verschillende wapens
worden den politieagent in handen gegeven,
waarmee hij kan doen wat hij wil, ongestraft.
Hij kan een mo'ord begaan zonder hiervoor
aansprakelijk gesteld te worden.
Zoover is het dan eindelijk gekomen, dat
de liberale rechtsstaat een politiestaat is ge
worden. De politie staat buiten en boven elke
wet. Haar wordt de hand boven het hoofd ge
houden, zij mag zich alles veroorloven, als
ze het regime maar steunt.
Juist uit de proletarische klasse komen veel
politieagenten. Dit kwam, meende spr., omdat
de ongeschoolde arbeider altijd nog wel voor
politieagent kan worden opgeleid, men heeft
verder noodig menschen, die nooit zelf denken
en die stipt doen, wat van boven af bevolen
wordt. Zoo zorgt het proletariaat voor de
instandhouding van de eigen ellende. Ze ver
dedigen zich ermee, dat ze toch voor 'hun
boterham moeten zorgen; als ze die kunnen
verdienen, kan men toch niet van hen ver
gen, dat ze dit nalaten.
Het proletariaat levert zelf de instrumenten
waarmee de bourgeoisie het geweld aandoet.
In tijden van crisis zooals nu, laat men de
politie de vrije hand. De politie is een macht
geworden, die niet meer is te controleeren.
De bourgeoisie voelt zich zwak en moet daar
om haar bewakers te vriend houden. Altijd
zorgt de bourgeoisie er voor, dat het pres
tige van de politie gehandhaafd blijft, want
hierbij heeft ze groot belang.- We leven dan
ook niet meer, meende spr., in een democra-
tischen, maar in een fascistischen staat.
In tijden van hoogconjunctuur, van bloei
van het kapitalisme, dat is, als het werk kan
verschaffen, kan het door de pers genoeg in
vloed uitoefenen; in een crisisperiode echter,
als het volk de onhoudbaarheid van het
stelsel begint te zien, komt de bourgeoisie,
aldus spr. letterlijk in het geweer, dan werpt
ze het masker af en toont haar ware ka
rakter, het geweld.
De bourgeoisie streeft ernaar liefst
sociaal-democraten aan het bewind te
houden om hiermee het volk zoet te houden.
De sociaal-democraten hebben de taak het
kapitalisme te redden. Kan men dit niet lan
ger volhouden, dan gaat men het probeeren
met het fascisme, het geweld.
Het fascisme heeft een massa arbeiders
achter zich, want met socialistische leuzen
tracht men het volk in de macht van het
fascisme te lokken. Het nationalisme van de
arbeiders is voorbereid door de arbeiders-
beweging en ze zijn murw gemaakt voor het
fascisme.
Als het dit zal overwinnen, zal van
een vernieuwing van de Westersche cultuur
geen sprake zijn, maar zal de voorspelling in
„Der Untergang des Abendlandes" bewaar
heid worden. En dan is het met de persoon
lijke vrijheid gedaan, dan is de staat het
monster en de mensch niets.
De bourgeoisie doet alles om haar systeem
in stand te houden, en zoo vervalt men tot
het fascisme. Het volk echter kan ook socia
listisch op de crisis reageeren.
De opwekking van het menschelijk bewust
zijn is hier van belang. Te veel heeft men al
tijd gewezen op de economische zijde van de
vraagstukken, maar aan de socialistische
scholing van den arbeider is immer te weinig
gedaan.
avond samen.
Nina ging schoorvoetend zitten en wierp een
achterdochtigen blik op Lee Wang, die rechtop
zat op den rand van zijn stoel en recht voor
zich uitkeek met een uitdrukking van zacht
geluk.
Het hoe zegt U het? wel wat
laat in den dag voor deze gezelligheid, niet
waar? vroeg Nina scherp. Is het dat wij zes
maanden samen zijn geweest, ja? Eens heb
je tegen mij gezegdloop naar de hel
St, zei Spencer met een glimlach. Niet
in deftig gezelschap, als het je belieft. Hij
maakte een gebaar van berusting. Natuur
lijk, als je liever weggaat, zei hij.
Poeh! barstte Nina raadselachtig uit,
en zij ging weer zitten.
Is het noodig dat wij vanavond getui
gen hebben? vroeg Aimsbury geprikkeld.
Het kan noodig zijn dat wij helpers
hebben, antwoordde Spencer raadselachtig.
Eric keek door half gesloten oogen naar
zijn vader, terwijl Enid haar glas in haar
vingers ronddraaide en de zenuwachtige
schokken in haar keel trachtte meester te
worden.
Heb je de noodige formulieren, Harker?
vroeg Spencer kortaf.
Ze zijn alle hier, antwoordde Harker
flegmatiek, terwijl hij een pak papieren, door
elastiek gebonden, uit een binnenijzak haalde
en op de tafel legde.
Goed. Nu hebben we alleen de obliga
ties en Aimsbury's cheque noodig. Dan kan
dit huis weer normaal worden, zei Spencer
glimlachen,
Spr. geloofde, dat het voor een revolutie
nog niet te laat was.
Men heeft de arbeiders in de bedrijven ge
worpen, daar kunnen ze, naar spr. ver
klaarde, tot macht komen. Die kunnen ze, als
ze een eenheid formeeren, voor zich nemen en
die moeten ze dan voor alles aan den gang
houden. De macht van den arbeider in de
revolutie is: te produceeren voor zichzelf.
Om hiertoe te komen moet men beginnen
met dienstweigeren; zoolang de bourgeoisie
beschikt over leger en vloot kan de arbeider
niet winnen. Pas als de staat is ontwapend,
kan de arbeider zich van de bedrijven mees
ter maken. Spr. wilde niet beweren, dat de
revolutie geweldloos zou verloopen, hij
hoopte het, maar geloofde het niet.
De bourgeoisie, aldus spr., heeft geen cul
tuur meer, maar moet in fascisme ondergaan,
de arbeider, die de militaire dienst weigert,
kan de cultuur voortzetten.
Nadat spr. deze rede had beëindigd, was
er gelegenheid vragen te stellen, waarvan
geen gebruik werd gemaakt.
Na een woord van dank van den heer
Fernee aan den spreker werd de bijeenkomst
gesloten.
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK.
LANGESTRAAT 85.
Uitleening uitsluitend aan leden; contributie
2e halfjaar 1 minimum.
Wetenschappelijke werken.
130 K95e Kiinkel, F. Einführung in die
Charakterkunde.
170 M75broch. Alonod, W. Blaise Pascal.
176 B67 Boersma, J. Socialisme en sexu-
eele moraal.
176 Z19 Zedelijkheids vraagstuk, Het; nieu
we bundel lezingen.
190 B46 Bergh van Eysinga, O. A. van
den. Hegel.
200 G67 Graaf, H. T. de. De godsdienst
in het licht der zielkunde.
332 S56 Sée, H. Ontstaan en ontwikkeling
van het moderne kapitalisme.
362 A45 Assen Jzn., J. van. De zorg voor
lichamelijk-gebrekkigen uit soci
aal, economisch en medisch oog
punt.
366 V64 Visser Smits, D. de. Vrijmetsela
rij; geschiedenis, maatschappelij
ke beteekenis en doel.
370 V50p Verslag van het eerste Neder-
landsche paedagogisch congres
gehouden te Amsterdam.
391 B66 Boehn, M. von. Die Mode; Men-
schen und Moden vom Unter
gang der alten Welt bis zum
Weltkrieg. 8 dln.
393 H66 Hirsch, Renée J. Doodenritueel in
de Nederlanden vóór 1700.
396 N10 Naber, Johanna W. A. Wegbe-
reidsters.
501 H14m Haeckel, E. Het monisme.
580 B34 Beekhuis, C. Het plantenrijk.
618 P66z Poll, C. N. van de. Zwanger-f
schap en kraambed.
760 F45 Frans Masereel; door G. Chabot,
G. Devoghelaere, F. van den
Wijngaert.
760 H36f Havelaar, J. Het werk van
Frans Masereel.
770 K82 Koster, S. Duitsche filmkunst.
770 W52 Wessern, C. van. De komische
film.
780 S42 Scholes, P. A. De geschiedenis
der toonkunst. 3dln.
915.1 M66 Mjöberg, E. Borneo.
944 L10 Laar Kr af ft, A. M. van de. Hel
din en heilige; het leven van St.
Jeanne d'Arc.
Naslagbibliotheek.
Stz. Doorninck, J. I. van. Vermomde en
naamlooze schrijvers opgespoord
op het gebied der Ned. en Vlaam-
sche letteren.
Stz. Verdam, J. Middelnederlandsch hand
woordenboek.
(Van onzen eigen correspondent.)
Hoe wij wonen en met hoevelen.
De jongste volkstelling, die haar cijfers
wat Londen betreft heeft uitgegeven, heeft
daarmee uitgemaakt dat Londen in zeker op
zicht nog de grootste stad van de wereld is.
De New-Yorkers beweren al lang dat hun
stad de grootste van de wereld is. Zij hebben
gelijk en zij hebben ongelijk. Het hangt af
van wat men verstaat onder Londen. De New
Yorkers hebben gelijk indien men onder Lon
den verstaat het gebied dat wordt beheerd
door den Londenschen Graafschapsraad, het
gebied dat de City en de 28 Londensche
gemeenten omvat en dat ook wel Metropoli-
taansch Londen wordt genoemd. Dit gebied
telt volgens de kersversche gegevens (die
-1
He wendde zich tot sir Peter.
Brace?
Ik kan slechts herhalen dat ik niet
weet waar ze zijn! antwoordde de baronet
brommig.
Henry Aimsbury stond op en er sprak
vrees uit iedere lijn van zijn vertrokken ge
zicht.
-- Weet je niet waar ze zijn? herhaalde
hij ongeloovig.
Ik heb niet het flauwste begrip waar
zij zijn, mijnheer! zei sir Peter uitdagend.
Ik ben niet gewend te liegen!
Aimsbury's lippen trilden en zijn oogen
flikkerden van doosangst.
Weet je wat dit beteekent! zei hij met
voorgewenden strijdlust.
Niet voordat ik weet wat de obligaties
voor jou beteekenen, Aimsbury, klonk het
slimme en scherpe antwoord.
We zullen het nu niet hebben over mo
gelijke gevolgen voor sir Peter, viel Spencer
in, zich tot Aimsbury wendend. Maar als U
ons zoudt willen zeggen waarom U zich ont
deed van die obligaties, mijnheer Aimsbury
zou het ons misschien helpen om eenig denk
beeld te krijgen van hun tegenwoordige
verblijfplaats.
Henry Aimsbury verslapte zichtbaar. Zijn
oogen dwaalden rusteloos van Spencer naar
sir Peter en weer terug. Zijn lippen bewo
gen zich zenuwachtig; zijn handen gingen
snel open en dicht en op zijn voorhoofd
vertoonde zich wat zweet.
Ik ik zou niet denken dat het noodig
is dat we hierop verder ingaan? antwoordde
nochtans al weer een jaar oud zijn) 4.397.003
inwoners. New-York kan zeer zeker op meer
koppen bogen. Maar de New-Yorkers hebben
ongelijk indien men onder Londen verstaat
het zoogenaamd Grooter Londen, dat een
woon- en bedrijfsgebied is, liggend in een
cirkel van 15 mijl straal met Trafalgar
Square als middenpunt. Dit gebied is maat
schappelijk, industrieel, economisch en als
transportgebied wel degelijk één .geheel en
daarom één stad. Er wonen thans 8.203.942
menschen (3.832.916 mannen en 4.371.026
vrouwen); en daar kan New-York niet aan
toe komen.
Grooter Londen heeft zich uitgestrekt over
aanzienlijke gebieden van de aangrenzende
graafschappen Middlesex, ent, Surrey, enz.
Het aangeduide kleinere Londen geeft gelei
delijk zijn inwoners prijs en de in steeds rui
mer kring groeiende voorsteden nemen hen
op. Het is weliswaar een langzaam proces
maar het voltrekt zich zonder oponthoudt. In
de tien jaren, welke sedert de volkstelling
van 1921 zijn verloopen, is het inwonerstal
van het graafschap Londen verminderd met
87520. Dat van Grooter Londen is daarente
gen toegenomen met 723.741, hetgeen bewijst
dat de enorme stad aan den Theems haar
aantrekkingskracht voor de rest van het land
blijft behouden. Grooter Londen is sedert
1921 in inwonertal met bijna 10 procent toe
genomen. Alle gemeenten in den binnenkring
hebben daarentegen haar inwoners zien ver
minderen. Het sterkst was dat het geval met
de City, dat druk kloppende hart van de stad
zelf. Daar wonen nu nog maar een goede 10
duizend menschen, meerendeels huisbewaar
ders en werkvrouwen, en ook het illustere
hoofd van dezen „duursten vierkanten mijl
van de wereld", de Lord Mayor en zijn fami
lie. Deze feiten verklaren geheel dat ver
bazingwekkend transportproces, dat zich
twee maal per dag in Grooter Londen vol
trekt. De City, die dan slechts luttele duizen
den vaste inwoners heeft, heeft nochtans el-
ken dag vele honderdduizenden menschen op
zijn beperkt gebied. Ze is inderdaad als een
hart van dit kolossaal organisme dat Londen
heet. Het levensbloed van het organisme
wordt eiken ochtend in dat hart gepompt in
den vorm van massa's werkers en werksters,
en eiken avond weer er uit gepompt. Het
proces kan worden aanschouwd (en het is
een van de belangwekkendste bezienswaar
digheden van Londen) aan de City-stations,
die van de Underground) vooral The Bank
en die van de lokaalspoorwegen der groo-
te maatschappijen Lierpool Street, Cannon
Street en Londen Bridge. Wanneer ge op een
ochtend in de week, tegen 9 uur, zoudt afda
len naar de gangen onder het plein voor de
Royal Exchange en er, gemakkelijk leunend
over de balustrade van de „booking hall" van
den ondergrondschen spoorweg, zoudt aan
schouwen hoe er een onophoudelijke stroom
van menschen langs de escalatoren of „mo-
ving stairways" opstijgt uit den buik der
aarde, dan zoudt ge een indrukwekkend en
tevens in hooge mate opwekkend beeld zien
van het pomp-proces, dat bezig is de Ci/y,
het hart, te vullen met levensbloed.
De vergelijking met het menschelijk orga
nisme past nog wel, maar toch steeds minder
en minder. Want Londen wordt al groeiend
een anatomisch monster met twee of meer
harten. Het centrum van het West End
wordt een tweede hart en de hartklop daar is
het ondergrondsche station van Piccadilly
Circus, dat in menschelijk ochtend- en
avond-verkeer dat van de City naar de kroon
gaat steken, zoo het dit al niet overtreft.
Grooter Londen, het Londen van den buiten
kring, is een uitgestrekt slaapoprd. Er sla
pen veel meer menschen dan in'den binnen
kring en in de toekomst zal het verschil nog
grooter worden. Maar de arbeid heeft plaats
in den binnenkring, die een dagelij ksche be
volking heeft, welke die van de slaapoorden
met millioenen moet overtreffen. De eischen,
welke door deze orde der dingen aan het
verkeer worden gesteld, laten zich wel be
vroeden. En het behoeft dan ook niet te ver
wonderen dat het geringste ochtend- of
avondoponthoud in een der belangrijke ver
keersmiddelen onmiddellijk verbijsterend on
gerief en chaos schept.
Verrassende kennis, welke de Londensche
volkstellingcijfers hebben verschaft, is dat de
netto-verhooging van het aantal woonhuizen
in tien jaar tijd slechts 28.926 heeft bedra
gen. De huizenbouw buiten het graafschap,
dus van Grooter Londen, is daar weliswaar
niet in begrepen. Maar niettemin lijkt het
verbazend weinig voor hen, die van dag tot
dag en van jaar tot jaar „mansions" hebben
zien veranderen in étage-woningen, enorme
flat-blokken hebben zien verrijzen en huizen
hebben zien bouwen in alle gemeenten, die
bij Metropolitaansch Londen behooren. Al
het bouwen, afbreken, veranderen en omzet
ten heeft in tien jaar slechts een toename op
geleverd van 4 procent. Daartegenover is het
aantal gezinnen toegenomen met meer dan
hij onzeker.
Ik geloof dat ik het niet met U eens
kan zijn, mijnheer Aimsbury. Er klonk een
toon van rustige autoriteit in Spencer's stem
Waarom deed U ze van de hand?
Ik ik deed ze niet van den hand,
mijnheer.
Spencer, zei Aimsbury. Zooals U weet
beleende ik ze alleen maar
Praat er als het U belieft niet om heen,
mijnheer Aimsbury, gebood Spencer, en zijn
stem had een metalen klank.
Waarom beleende U ze?
Werkelijk, mijnheer Spencer
Waarom?
Het woord viel met zulk een kracht,
dat Eric opsprong en Harker zijn wijnglas
omwierp.
Hensry Aimsbury maaktte een onbeholpen
gebaar met zijn handen en zijn lippen be
wogen zich enkele seconden geluidloos, voor
dat hij zijn stem weer terug kreeg. Wat hij
gevreesd had, zou gebeuren.
Zijn zoon zou hooren van zijn schandaal!
Waarom?
Nu nu, om meer geld voor mijn zaak
te krijgen, antwoordde Aimsbury bijna on
hoorbaar. Ik ik had een paar keer ongeluk
kig gespeculeerd en ik had het geld noodig
De zaken gingen verkeerd, er kwamen wei
nig bestellingen, er waren nieuwe machines
noodig.
Hij struikelde in zijn woorden en hield op
Hij keek Spencer smeekend aan en strekt?
zijn handen uit alsof hij om genade smeekte.
Spencer keek hem koud aan,
6 procent. Hieruit kan dus worden afgeleid
dat minder en minder gezinnen zelfstandig
behuisd zijn. De cijfers toonen inderdaad
aan dat niet minder dan 63 procent van het
aantal gezinnen, wonend in het gebied van
het graafschap, woonruimte deelt met andere
gezinnen, soms met twee, soms met meer
aak met zooveel dat men met ongewenschte
woningtoestanden te doen krijgt. Het aantal
gezinnen, dat te nauw en daarom onhygië
nisch woont, bedroeg in 1931 nog 89.600 of
7.5 procent van het totaal. De cijfers verte*
genwoordigen echter een aanzienlijke verbe
tering vergeleken bij 1921, toen het aantal
gezinnen, dat in ongezonden staat samen
woonde, nog 110.495 bedroeg.
Terwijl het aantal gezinnen met meer dan
6 procent is toegenomen en thans 1.190.030
bedraagt, is daarentegen het bevolkingsaan
tal, in dien gezinnen vertegenwoordigd, niet
onaanzenlijk afgenomen. Daaruit volgt dus
dat de gezinnen kleiner zijn geworden, een
tendenz, die als in de meeste beschaafde lan-
den, al vele jaren geleden voor het eerst
merkbaar is geworden. De gemiddelde
grootte van het Londensch gezin is de laat
ste tien jaar met niet minder dan 8.7 procent
verminderd. In 1921 bestond het gezin ge
middeld uit 3.79 personen; thans bestaat het
uit 3.46. Gezinnen van twee en drie leden
vormen bijna 50 procent van het totaal. Ge
zinnen van acht en meer leden zijn schaar-
scher dan ooit en vormen 4 procent van het
totaal. Tegenover ongeveer 500.000 gezin*
nen zonder kinderen of met één kind staan
nauwelijks 50.000 gezinnen met zes of meer
kinderen.
De gedetailleerde cijfers over de woning
ruimte der gezinnen onthullen dat de groot*
ste stad van haar bewoners eischt dat zij
zich behelpen. Dat is de schatting, welke zij
moeten betalen voor het voorrecht tot de
grootste gemeenschap van de wereld te be
hooren. Slechts 13.5 procent van het aantal
gezinnen woont in huizen van meer dan vijl
kamers. Daarentegen woont bijna 60 pro
cent in woningen met een, twee of drie ka*
mers en bijna 28 procent in woningen met
ten hoogste vijf vertrekken. De keuken is een
vertrek. De stad telt 2086 gezinnen van zes
tot tien leden, die zich met een enkele kamer
moeten behelpen. Dit is een uiterste. Maar
bekrompen behuizing, die er overigens mee
door kan, is nog regel, hoezeer in dezen toe
stand gestadig verbetering treedt. Ten
slotte moet nog worden vermeld, dat in alle
districten, die tezamen het graafschap Lon
den vormen, het aantal vrouwen dat der
mannen overtreft, met uitzondering slechts
van de City.
KENNEMERLAND.
De vorige week was de aanvoer van
aardbeien nog niet groot en allerminst zooals
we dat in de laatste week van Juni gewoon
zijn. In andere jaren zitten we dan in het
drukst van het seizoen, wat nu wel in de
week van 4 tot 9 Juli zal vallen. In ons vorig
overzicht hebben we gezegd, dat we op
gezag van eenige exporteurs en groothande-
laren geen hooge verwachting van de prij
zen hadden, doch de vorige week bracht vrij
plotseling een opleven, daar er voor export
naar Engeland werd gekocht met een gevolg
dat de prijzen opliepen van 2531 per
100 K.G. Die export schijnt, mede door de
hooge invoerrechten, een mislukking te zijn
geweest en het gevolg een stuggen handel.
Maandag 4 Juli bedroeg de aanvoer aan
alle veilingen in Kennemerland (Beverwijk,
Castricum en Heiloo) meer dan 100.000
K.G. met prijzen van 18—21 en Dins
dag 5 Juli was de aanvoer niet minder en,
mede tengevolge van het snikheete zomer
weer, ging de prijs nog meer kelderen, met
prijzen van 14—18 per 100 K.G. Hoe
de prijs zich in de loop der week zal houden
is slechts gissen, doch zal niet veel hooger
zijn. Aan de groentemarkt heerschte een ge
drukte handel. Groote aanvoer, waarbij sla,
bloemkool en wortelen (bospeen), domineeren.
Sla gold niet veel, alleen extra kwaliteit
bracht nog 1.50—2 per 100 stuks op,
doch 2/3 der aanvoer ging daar beneden.
Bloemkool gold weinig, 1ste s. bloemkool
gold van 68.50 per 100, 2e s. 1.50
4, 3e s. waardeloos. Bospeen, die zich, wat
de prijs betreft, goed hield, liep de laatste
dagen naar beneden met prijzen van 5
7.50 per 100 bos. De groote aanvoer van
komkommers viel wat kwaliteit en prijs
betreft, mee, een noteering van 57 voor
le s. kan er voor door. Rabarber, die de
laatste weken danig in de verdrukking was
gaf betere prijzen te zien van 34.50 per
100 bos. Selderie was duur, hetzelfde geldt
voor pieterselie met prijzen van resp. 6—
9 en 4.506 per 100 bos. Spinazie,
En zoo nam je geld op de obligaies,
die je waren toevertrouwd, zei hij verach
telijk.
De slag was gevallen. Aimsbury's hoofd
zonk neer en zijn handen vielen langzaam
naast hem neer.
Eric kreeg een kleur van woede en zijn ge
zicht werd zeer streng. Hij liep de kamer
door tot voor zijn vader en na hem een
oogenblik meedoogenloos te hebben aange
staard, sprak hij scherp.
Vader! Is het waar? vroeg hij.
Aimsbury keek langzaam op en zijn oogeft
werden vochtig, toen hij zijn veroordeeling
op het gelaat van zijn zoon las.
Eric je hebt geen idee ik wat in
groote moeilijkheden. Alles ging mis. Mijn
zaken in dien tijd
U heeft de waarheid niet gezegd wat
de zaken betreft, vader, viel Eric streng in.
Wij hadden toen geen extra kapitaal noodig
en dat weet U. U had het geld noodig om
zware particuliere schulden te betalen,
waarover U zich schaamde en die volgens
mij niets anders dan speelschulden waren!
Eric! smeekte Aimsbury, maar hij pro
beerde niet de beschuldiging te loochenen.
Dat zij, zooals het wil, ging Eric mee
doogenloos voort. Uw particuliere schulden
gaan iemand dan U zelf aan, hoe onver-
eenigbaar met Uw betuiging van zedelij-ke
rechtschapenheid zij anderen mogen voor
komen, en als U spelen wilt, heb ik er geen
aanmerking op te maken. Maar wanneer U
onze zaak gebruikt als een scherm voor min
derwaardige transacties
(Wordt vervolgd.)
t