Hlkmaarsche Courant. SfSx- - Slad m Omgeving Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. De schat van het perceel 17. Honderd vier en dertigste Jaargang. DONDERDAG 7 JULI Ho. 158 1932 Het hoogheemraadschap Noordhol- fands Noorderkwartier vergaderde he den ten 10 ure in het gemeenlandshuis, onder voorzitterschap van den heer iVYijdenes Spaans. De agenda bevatte een 17-tal punten. 20 Minuten na den gestelden tijd jpende de Dijkgraaf de vergadering met een woord van welkom, waarna de no tulen van de vorige en van de gesloten vergadering werden goedgekeurd. Van de heeren Zeeman en Sluis waren berichten ingekomen wegens ziekte, terwijl eenige leden wegens de Staten vergadering afwezig waren. Bericht van herbenoeming van den dijkgraaf en den heer Dekker waren ingekomen, benevens bericht van be noeming van den heer P. Groot te An- dijk tot hoogheemraad. Bericht was dat voor transacties van het Hoogheemraadschap geen registra- tiegelden meer verschuldigd zijn. De voorz. feliciteerde de ambtenaren niet dit succes. Een adres van de kasvereeniging waarin de grootst mogelijke zuinigheid werd verzocht, werd aangehouden tot de begrooting. Invordering van den omslag. Ten aanzien van het in margine ge boomde onderwerp wordt het volgende medegedeeld: Dienst 1931. Het kohier over dit dienst jaar omvatte 62262 aanslagen tot een totaal bedrag van 1.162.620,97. Hiervan staan thans nog open 417 aanslagen, te lt r.men 6.567,92. 1 Dienst 1932. Het voor dit dienstjaar vastgestelde kohier omvat 62889 aan slagen, uitmakende een bedrag van 1.101.197,78. De termijn van betaling is gesteld op 1 October 1932. Tot heden zijn reeds ontvangen 10759 aanslagen tot een totaal bedrag van 113.085,99. Op denzelfden datum van het vorig jaar waren ontvangen 10806 aanslagen, te zamen 112.880,54. Hieruit moge blijken, dat het verloop der inning tot dusver, in vergelijking met het vorig jaar, t. a. v. het ontvangen bedrag, zelfs nog iets gunstiger is, te meer nog daar het percentage van hef fing 0,5 lager is. Dat van 1931 was n.1. 6,2 terwijl dat van 1932, 5.7 is. Gebleken is, dat de constructie van de strandhoofden gelijk is aan die van het Hoogheem raadsel ap. Ook deze mededeeling werd voor ken nisgeving aangenomen. Voorstel tot het aangaan van een lee ning met het ambacht van Westfries- land, genaamd de Vier Noorderkoggen, ter voldoening van de koopsom der van dat Ambacht in eigendom over genomen diiken en tot wijziging, in verband daarmede, de be grooting dienst 1932. Voorgesteld wordt: lo. een geldleening aan te gaan op één schuldbekentenis met het ambacht van Westfriesland, genaamd de Vier Noor- derkoggen tot een bedrag, groot 36.850, tegen een rente van 4^ pet. 2o. de begrooting voor den dienst 1932 aan te vullen overeenkomstig het mede hierbij in ontwerp gevoegde besluit. Dit voorstel dient tot dekking van de aan het ambacht van Westfriesland, ge naamd de Vier Noorderkoggen, ver schuldigde koopsom voor de van dat Ambacht in eigendom overgenomen zeeweringen en binnenwaterkeeringen van dat Ambacht op één schuldbeken- wfrempel weer iemand begon- f u ^usten van een expeditie om k jarischcn schat der Inca's te den nooit wijzer, die roman- reisde wel meneert t!|dellik 10 Europa Z lk W€€t "iet of ook u niet met schoffel en spade erop uitgetrokken zou zijn, als u de lampekap gezien had" „Lampekap -.wat lamS^vroeg de heer Z. verbaasd. En wii au r tafel in de rookkamer gezeten warpif ronde vroolijk, in koor: „Vertellen! dat belöoffeen gra'ppig verhaal! Vertel op, wij hebben non allen tijd vóór het diner!" Waarop de inee meur een sigaret opstak en begon „Lampekappen behooren inderdaad niet tot mijn branche en ik heb me, tot voor een jaar of drie, al heel weinig ervoor seintere* seerd. Ik wist alléén, dat er practische aar mge dingen bestonden uit blik, maar miiii huisjuffrouw had er een hekel aan. Op een g°eien dag zag ik mijn bureaulamp met zoo'n Prullerig ding van roze zijde afgedekt. Doch dit was heelemaal niet naar den zin van Flo ra. Flora is n.1. nog aan me geparenteerd- rronderd jaren geleden, toen de oude dames '«rkelijk nog oud waren en hun geld niet .^"handig weggooiden, zou ze mijn erftan- aebben kunnen heeten. Welnu, Flora zei: slaa v 6 'uxueuse lampekap zou beter op een voo ainer. vari een filih-diva passen. Maar koon )0" Wi' ''€ver een moderne lampekap uit niü' ?p °°£enblik zijn er zulke mooie, rirr 'andkaarten gemaakt; die staan keu- I> een herenkamer", lamn" N0,£.enden avond droeg mijn bureau- p een nieuwe kan. wat ik vooral daaraan tenis te leenen een bedrag, gr. 36.850. De leening eindigt in 1967, doch kan, indien dit gewenscht wordt, reeds na 5 jaar geheel worden afgelost. De heer D. d e Boer vroeg waarom in het eene geval 50 jaar en in het an dere 35 jaar voor aflossing was genomen. De voorzitter: Het is onbedoeld een soort van sparen en het aantal jaren staat in verband met het aantal ver schuldigde duizenden guldens. De heer H a r t o g betoogde, dat de af lossing beteekent verhooging van het budget met eenige duizenden. Alle lasten komen daardoor op het tegenwoordige geslacht te drukken. Spr. wilde daarom 10 jaar niets aflossen. De voorzitter: Dat keuren Ged. Staten niet goed en het beteekent een zeer geringe druk. Bovendien wordt het door de massa gedragen en is het nau welijks voelbaar. De heer Hartog: Meerdere van den transacties zullen volgen en met elkan der maakt het wel een druk. Het object houdt zijn waarde en spr. vond het on begrijpelijk, dat Ged. Staten niet die gister besloten tot credietverleening aan tuinders, niet zouden medewerken aan een billijke belastingverlaging. De voorzitter wees op verschil lende posten (annuïteiten) die van jaar tot jaar verdwijnen. Zeer belangrijke sommen worden daardoor gespaard en de balans slaat sterk in het voordeel door. Het voorstel werd met alg. stemmen aangenomen. Voorstel tot verwerving van den eigen dom van de dijken, toebehoorende aan het ambacht van Westiriesland, ge naamd Drechterland en tot het aan gaan van een leening met dit Ambacht ter voldoening der m verband met de eigendoms verwerving, verschuldigde koopsom. In het Waterschapsblad no. 5 bieden dijkgraaf en hoogheemraden ter vast stelling aan een tweetal ontwerp-beslui- ten, ten einde met het ambacht West friesland, genaamd Drechterland: a. een overeenkomst van verkoop en koop aan te gaan, ten einde te komen tot de eigendomsoverdracht aan het Hoogheemraadschap van de bij dit lichaam in beheer en onderhoud zijnde zeeweringen en binnenwaterkeeringen, welke nog in eigendom aan Drechter land behooren; b. een leening aan te gaan tot het be drag van de koopsom der onder a be doelde zeeweringen en binnenwaterkee-- ringen, ten einde de koopsom om te zet ten in een leenschuld. De koopsom bedraagt 77.386.76, voor welk bedrag met „Drechteland" a 4K een leening wordt aangegaan af te los sen in 50 jaar, met recht om na 5 jaar het geheele bedrag af te lossen onder be paling, dat voor het bedrag dat ver vroegd wordt afgelost 1 extra wordt betaald. Conform besloten. Voorstel tot verwerving van den eigen dom van de dijken, toebehoorende aan den polder de Zeevang en tot het aangaan van een leening met dezen polder ter voldoening der in verband met de eigen domsverwerving ver schuldigde Koopsom. Voorgesteld wordt het college te mach tigen met den polder de Zeevang: a. een overeenkomst van verkoop en koop aan te gaan, ten einde te komen tot de eigendomsoverdracht aan het Hoogheemraadschap van de bij dit lichaam in beheer en onderhoud zijnde zeewering, welke nog in eigendom aan de Zeevang behoort; b. jen leening aan te gaan tot het be drag van de koopsom der onder a be doelde zeewering, ten einde de koopsom om te zetten in een leenschuld. De koopsom bedraagt 35.553. waarvoor een iü leening wordt aan gegaan met in 1967 een laatste aflossing van 5000. Als voren. bemerkte, dat het opknippen nog eens zoo lastig ging. Ik mopperde een beetje tegen dien gewilden artistieken zin der vrouwen, waar na ik me verdiepen ging in de schetsen, wel ke ik van het bureau mee naar huis geno men had. Zooals men dat wel doet bij inge spannen kopwerk, staarde ik voor me uit, zonder dat mijn hersenen opnamen, dat, wat mijn oogen zagen, toen, plotseling, zich iets vóór mijn gezichtskring ging bewegen. Over het perkamentachtige, doorschijnende papier van de nieuwe lampekap kroop een donkere lijn voort. Ik knipte met mijn oogen, wreef mijn brilleglazen op, keek eens weg om dan opnieuw de kap te ihonsteren; de lijti kroop voorwaarts en werd donkerder, totdat ze in een kleinen cirkel eindigde. Hoogst verrast nam ik de kap van de lamp om het wonder lijk verschijnsel van dichtbij te bekijken. De lijn verbleekte langzaam en verdween Zóó- zóó! hier hadden wij stellig met een inkt soort te doen, die door verwarming zichtbaar werd! Mijn vermoeden bewaarheidde zich. nadat ik de kap opnieuw over de lamp ge plaatst had. De lijn dook weer op en ook an dere interessante dingen, die me spoedigtous- danig geboeid hielden, dat ik mijn werk er voor liet schieten. Zooals reeds gezegd, had men de kap uit oude landkaarten gefabriceerd en wel uit een schuin brokstuk, zoodat een, met geheime inkt langs den rand geschreven legende, helaas middendoor gesneden was. Doch zelfs deze gebleven reste gaf mij genoeg stof tot nadenken. Er stond ongeveer: Einde voelende naderenhuis en landerijen mijn zoon William mann der Brigg Good 7000 Spaansche dubloe nen zilver, evenals edelsteenen met list en God's hulp te onttrekken, verbor en Kruispunt een halve mijl driehon derd schreden westelijk den heuvel twee- en-één-halve el Boston, 13 Juni ..Waarom heb ie de mooie, nieuwe lamDe- Voorstel tot overneming van een op het aanvullend provinciaal wegenplan voorkomenden weg der gemeente Winkel in eigendom, beheer en onderhoud. Voorgesteld wordt van de gemeente Win kel te koopen den weg van de grens der ge meente Nieuwe Niedorp tot de grens der ge meente Barsingerhorn, met een zijtak naar dvn Westfrieschen dijk. met de bruggen en de gronden voor verbreeding. Alle lasten komen van 1 Jan. 1933 ten laste van het Hoogheemraadschap. De ge meente betaalt jaarlijks aan het Hoogheem raadschap 6675. Dit bedrag wordt herzien: lo. indien de door het Hoogheemraadschap in beheer en onderhoud overgenomen weg ge heel of gedeeltelijk mocht worden afgevoerd van het door de Staten der provincie Noord holland vastgestelde aanvullend wegenplan; 2o. indien, tengevolge van een wijziging der provinciale „Wegenbijdragenverorde- ning" de bijdrage van de provincie Noordhol land in de jaarlijksche kosten van voormel den weg verandering ondergaat; 3o indien deze weg geheel of gedeeltelijk in beheer en onderhoud bij een ander lichaam wordt overgebracht of overgenomen. In deze bijlage wordt voorts een uitvoerige uiteenzetting gegeven, waarom opheffing van het Hoogheemraadschap niet wenschelijk is. Deze uiteenzetting publiceerden wij in ons nummer van 6 Juni. Een waarschuwend w^ord van den heer D. de Boer. De heer D. de Boer, stompetoren, betoogde het volgende: M. H. De toelichting tot dit voorstel spreekt van een concentratie van We- genbeheer waartoe de Staten wouden hebben besloten en wat aan het Hoog heemraadschap en anderen als uitbrei ding van hunne taak zou kunnen wor den opgedragen. Gedeputeerden zouden het wegbeheer uit de handen van klei ne beheerders in daartoe meer geschik te organen willen leggen. Deze zorg zouden betreffen de wegen van het aanvullend wegenplan en de z.g. derde klasse wegen. Ik wensch hierbij op te merken dat de uitbreiding van de taak van het Hoogheemraadschap, die haar oorsprong vond in de gevolgen van den waters nood van 1916, om verschillende rede nen niet gewenscht is. Ik wijs op het feit dat de geboorte van het college al lerminst is toegejuicht als een blijde ge beurtenis, doch is aanvaard uit de nood zaak van de feiten. Dit moet stemmen tot bescheidenheid en matiging van aspiratie. M.i. is er allerminst reden onder deze omstandigheden gesteld te zijn op uit breiding van de bemoeiingen, zelfs niet al zouden Ged. Staten dit als een lie velingsdenkbeeld willen doorvoeren. Ons college dient in de eerste plaats voor de taak, haar opgedragen door de gevolgen van den watersnood in 1916. Een tweede bezwaar is dat uitbreiding van de taak een omvang geeft aan den opzet die, voor de ingelanden, steeds verder buiten hun gezichtskring komt te liggen. We hebben het voorrecht in U, in uw dagelijksch bestuur en in uwen staf van ambtenaren een groot vertrouwen te mogen stellen. Maar ik vertel geen geheim dat het aantal per sonen op wier bekwaamheid en be- tyouwbaarheid men zich kan verlaten overal, ook hier, maar beperkt is M. d. V. en het is deze omstandigheid die mij doet aarzelen de bemoeiingen van dit college te gaan uitbreiden ook al ware dit welgevallig aan het college van Ge deputeerde Staten. Geheel los van de vraag of uw voor dracht wordt aangenomen wensch ik onder de aandacht te brengen de uitla ting in uwen considerans „zoo noodig ook tegen den zin der wegbeheerders". Bij de voorbereiding van de West- Friesche Kanalen is op -reker critiek moment door een landbouwvertegen- woordiger te kennen gegeven cjjat de tot standkoming der kanalen alleen dan behoorde plaats te vinden als deze zou berusten op vrije samenwerking met de betrokkenen of op een meerderheid van de betrokkenen. Destijds is uitge stippeld dat onwillige belanghebbenden door middel van retributies voor het ge- kap weggegeven?" vroeg tante Flora mij bij haar eerstvolgende bezoek. „Ik vjnd de kap zoo mooi, dat ik haar al leen 's Zondag wil gebruiken", antwoordde ik en glimlachte. Intusschen had ik reeds het volgende weten te ontdekken: Het ging hier om een minstens honderd jaar oude kaart van de Massachuett's baai, waarbij Boston nog zóó klein was, dat de met de cirkel aangedui de vindplaats van den schat, ver naar buiten in de wildernis lag. Heden ten dage bevond zich die schuilplaats op een afgezet stuk bouwgrond in een van die armzalige voor stad-straten, welke nooit worden afgebouwd, omdat bij de speculanten het geld opraakte Volgens den plattegrond was dit bouwterrein met: „perceel 17" aangeduid; het was belast met een hypothecaire schuld van 2000 dol lars en ter openbare veiling voor de volgende maand aangeschreven. Dat was een groote meevaller, want nu was de mogelijkheid van geheime opgravingen uitgesloten en ik behoef wel niet nader te vertellen, hoezeer het avon tuur met te oakken had. Op den dag der openbare verkooping wachtte me echter een verrassing. Ik verkeer de in de vaste overtuiging, dat ik de eenige kocper zou zijn en het perceel op den prijs van inzet kon laten staan, en ziet, nu hadden zich, buiten mij, nog negentien heeren bere'd gevonden, waaronder de secretaris van den ouden Gordon. Hce nu, zou de millionnair deze god-verlaten wijk voor grond-speculatie geneg van belang achten? De inzet-som van 2100 dollars klauterde nog handiger dan een aap de hoogte in; tot 5000 deed ik er aan mee, toen schoot mij mijn verstand te hulp, d.w.z. mijn spaarpenningen reikten niet ver- Ier. Met bloedend hart moest ik zien hoe de secretaris mijn eiland-van-den-geheimen- schat voor 15000 dollars voor Gordon ver overde. Dit was een idiote prijs en de hypothe caire schuldenaar kon in elk geval glim lachen. als hii het overschot kreecr uitbetaald. bruik dier kanalen zouden kunnen wor den getroffen. Dit zou volkomen jufst zijn geweest. De geschiedenis van de laatste dagen is er om te bewijzen, dat men niet schroomt middelen aan te wenden die hiervan wel iets verschil len. Deze ervaring M. d. V. maakt mij huiverig om het Hoogheemraadschap te promoveeren tot de gedienstige, die zich zonder voorbehoud bindt om uit te voeren wat eenig college van Ged. Sta ten in de toekomst aan dit gewest meent te moeten opleggen. Let wel, M. d. V., ik heb niet de pretentie deze Hoogmo- genden op hun bevoegdheid of taak te wijzen. Integendeel, we moeten, voor de goede orde, vertrouwen stellen in het beleid'van dat college. Maar voor mij ligt de kern van dit vraagstuk in het feit dat dit college en hare samenstel lende deelen nu eenmaal gehoorzamen aan politieke overwegingen die, naar de meening van onze landelijke bevol king, op vaak ontstellende wijze om springen met economische mogelijkhe den en voor de politiek alle andere over wegingen doen wijken. Dit is de beden king welke bij mij rijst tegen de toelich ting tot uw voorstel. Wil de vergade ring uw voorstel aannemen, ik heb daartegen geen bezwaar. Ik wensch te weten waar we aan toe zijn en ben geen voorstander van de stelling dat de volgende zondvloed eerst na ons zou komen. Ik stel er prijs van mijne comparan ten aan deze tafel te vernemen of ze ruggegraat genoeg bezitten om mijne meening te deelen. Ik vraag stemming over de volgende motie: Het Hoogheemraadschap Noordhol lands Noorderkwartier, vergaderd op 7 Juli 1932 te Alkmaar, besprekend de overname van wegbeheer binnen haar werkgebied, spreekt als wenschelijk uit met wegbeheerders geen andere onder handelingen te voeren dan die welke berusten op vrije, zakelijke overeen komst van beide zijden, zonder eenigen dwang, welke dan ook. De voorzitter wijst er op, dat het autoverkeer een revolutie in het wegbe heer heeft tengevolge gehad. Concentratie van het wegenbeheer is noodig. Vooral concentratie in een lichaam waarin de betrokkenen ook mede spre ken. Hij gaat in groote trekken geschied kundig de veranderingen in het wegbe heer na. Overal is concentratie in het wegbeheer noodig geworden. Ook in de Vier Noorder Koggen zag men in, dat het gezamenlijk dragen van lasten de oplossing was. De concentratie voltrekt zich nu in een anderen vorm. Persoonlijk wil ook spr. de menschen niet dwingen om in te gaan, omdat op den duur wel zal blijken wie het 't beste kan doen. De opmerking van Ged. Staten: „zoo noodig tegen den zin van de tegenwoor dige wegbeheerders" is door het bestuur geciteerd doch niet tot haar meening gemaakt. Het bestuur wil de staf niet uitbrei den, doch door het minder onderhoud van de dijken komen krachten beschik baar die belangrijk werk kunnen doen met ingelanden en daarom willen wij 'n regeling, die berust op onderling over leg. Wij kunnen niet treden in hetgeen Ged. St. willen doen. De gedachte van den heer de Boer wordt practisch reeds betracht. Bij voorbaat tegen een moge lijkheid die Ged. St. hebben gesteld, stelling te nemen, oordeelde spr. onge- wenscht. Het moment lijkt spr. niet het psychologisch oogenblik. De heer de B o e r is niet overtuigd geworden. Het besluit van Prov. St. in de zitting van gister genomen, leert hem dat voorzichtigheid met politieke licha men noodig is. Spr. kan zich met de uit breiding vereenigen, mits men niet ver der dan het overzichtelijke gaat. Hij wil de Westfriezen niets opleggen. Welke onafhankelijkheid blijft er over. Hij wil dat het bestuur voor alles de vergadering en niet Haarlem gehoor zaamt. Ged. St. kunnen doen wat zij willen, doch spr. wil niet medewerken aan het Op de terugreis met de omnibus overlegde ik bij mezelf, wat me nu verder te doen stond, toen ik uit het gesprek van twee heeren, die evenals ik bij den verkoop aanwezig waren geweest, het woord „lampekap" opving. Ik spitste de ooren en ik hoorde hoe de een tegen den ander zei: „Of we dan toch niet dien ouden Gordon tegen een overéénstemmende winstverdeeling onze lampekap zouden aan bieden?" Een gruwelijk vermoeden begon in mij te ontwaken en tegelijkertijd doorschokte mij een gedachte. Bij de eerstvolgende halte stapte ik uit, nam een taxi en ijlde naar per ceel 17. Ik had me het goed herinnerd: op den grond ernaast stond een bord met: „bouwgrond te koop; nadere inlichtingen bij notaris Miller Co..." Vijftien minuten later lei ik bij meneer Miller 5000 dolars ter tafel en was eigenaar van perceel 18 en 19. Daar op belde ik de „Morning Post" op en wacht te met spanning het resultaat af, dat reeds spoedig zich door een vet-gedrukten kop kenmerkte met „Simon Gordon koopt bouw grond in Hartfordstraat". Hierop volgden de noodige overdenkingen, over wat de beken de financier wel voor grootsche plannen mocht koesteren die hem bewoog een bijna waardeloos stuk grond voor 15000 dollars te koopen. Nauwelijks twee uur na de publicatie van dit artikel telefoneerde mij de notaris Miller, dat hij mijn onroerend goed volgens order met 10.000 dollars winst had overge daan. Nu had ik meer dan tevreden kunnen zijn, als ik niet met mijn nieuwsgierigheid te kampen had gehad. Daarvoor ging ik den namiddag naar het bureau van Gordon en verzocht den secretaris mij mij zijne hef, in zake het perceel 17-bouwgrond te introdu- ceeren. „Och meneer", zei de secretaris zacht „ons zijn inmiddels achttien lampekappen te koop aangeboden en één bezitten wii bui opleggen van dwang. Hun macht is groot, maar dit bestuur mag in dwang maatregelen de provincie niet steunen Spr. zal tegen dwang stemmen. Vooral het gebeurde met de W. F. kanalen noopt hem tot voorzichtigheid' De voorzitter: Er gebeurt niets anders dan u wil. Waarom de alarm klok'te luiden tegen iets wat kan komen. De heer D. de Boer stelde er prijs op te hooren hoe zijn medebestuurders er over denken. Verschillende leden steunden zijn motie. De heer Ui ten tuis verzocht aan houding van het punt omdat z. i. de heer de Boer de zaak zoodanig belicht had, dat nadere overweging wel noodig was. De voorzitter acht aanhouding niet noodig, omdat de motie niet ingaat tegen het voorstel, doch alleen inhoudt, dat wat gebeurt, zoo blijft gebeuren en niet door dwang geschiedt. De heer D. d e Boer beoogt ook geen aanhouding. De heer PI ui ster (Winkel) veron derstelde, dat het wel eens goed kan zijn, dat ingegrepen kan worden tegen on- willigen. Spr. heeft ruggegraat genoeg om tegen de motie te stemmen. Men moet zich niet beangst maken door een zinnetje, maar oog houden voor de ver beteringen die door concentratie tot stand komen. De heer Kroonenburg oordeelde, dat Ged. Staten wel eens verplicht kunnen zijn onderhoudsplichtigen op te leggen het onder houd over te dragen aan een bevoegd lichaam. Spr. zal ook tegen de motie stem- men. De heer De Boer wees er op, dat het bij hem niet gaat om de hoofdwegen, maar om de buitenwegen. Spr. heeft wel eens meer al leen gestaan, doch hij oordeelt, dat de heeren rekening behooren te houden met hen die zij vertegenwoordigen. De voorzitter betoogde, dat de Prov, Drechterland pas een zekere dwang heeft op gelegd omdat dit lichaam erkend had voor* deel van de kanalen te hebben en toch gewei gerd had bij te dragen. Soepelheid is daar zeker betracht en ver trouwen tegenover Ged. Staten en hun hoofd ambtenaar wordt daardoor wel gerechtvaar digd. De heer De Boer gaf een korte histori sche uiteenzetting over de ervaringen in de Westfriesche Kanalencommissie. Een van de leden in de Staten sprak toen ook over door zetting met dwang. Spr. was de eenige ver tegenwoordiger van den landbouw en ver zette zich ook toen tegen dwang. Hij zal dit steeds blijven doen. Al staat spr. alleen, hij zal zich blijven verzetten. De voorzitter bespreekt nog de we gen waarop concentratie kan plaats hebben. Het gaat niet alleen over de tertiaire maar ook over de wegen die op het wegenplan voorkomen. De motie kwam hierop in stemming en werd verworpen met 13 tegen 5 stemmen. Voor stemden de heeren J. Jimming, G. Haringmaker, C. de Boer, D. de Boer en A. Barten. De voordracht werd hierop z.h.st. aange nomen. Voorstel nopens herziening van staat a, behoorende bij het reglement van bestuur. Voorgesteld wordt de volgende wijziging aan te brengen: I. Artikel 109 onder 23 wordt gelegen als volgt: „De voordrachten aan de Provinciale Sta ten te doen tot wijziging van dit reglement en de voorstellen aan Gedeputeerde Staten te doen tot herziening van de volgens den bij dit reglement behoorenden staat, gemerkt A, door gemeenten en waterschappen verschul digde bijdragen overeenkomstig het bepaalde in het zevende lid van artikel 153". II. Aan artikel 153 wordt toegevoegd een zevende lid, luidende als volgt: „7. Gedeputeerde Staten kunnen de door gemeenten en waterschappen volgens den staat, gemerkt A, verschuldigde bijdragen herzien, wanneer voor de werken, waarvoor die bijdragen verschuldigd zijn, jaarlijks door het Hoogheemraadschap, met inbegrip van rente en aflossing van geldleeningen, minder wordt uitgegeven dan de hiervoor in den staat, gemerkt A, genoemde'bedragen". tendien reeds zelf. Als u misschien de twin tigste wenschte te brengen, worgt de oude man u stellig met zijn eigen handen. Hij zou gaarne nóg 15.000 dollars neerleggen, al leen maar om daarvoör den miserabelen schobbejak op te duikelen, die ons allen zoo schandelijk heeft beet gehad". Die miserabele schobbejak liet ook mij niet met rust. Met crimineel uithoudingsver mogen speurde ik naar het spoor van mijn lampekap volgde ik al maar het spoor terug, van groot- naar kleinhandelaar, tot ik was aangeland bij de vervaardigster, bij een al lerliefste jongedame, met name Helena, die ik van dergelijke oplichterij onmogelijk kon verdenken. Zij was absoluut onbevangen en vertelde me bereidwillig, dat de firma X. waarbij ook zij nu een plaats had gevonden, de zoo moderne, antieke landkaarten samen stelde. Toen ik haar mijn geschiedenis ver telde, verbleekte ze. „Dat kan Pa alléén maar gedaan hebben", riep ze snikkend uit, „want alleen aan ons heeft, als laatste reste van een ondermijnd vermogen, dit zwaar-belaste perceel 17 toe behoord. Dus..., daarom zag ik hem een paar maal iets aan de landkaarten knoeien, zonder dat ik bepaald ontdekken kon, wat het was....; dus daarom komt er nu zooveel geld. dat hii zegt aan de Beurs te hebben verdiend.... Ik vind dat wel héél naar....!" „Maar met dat al, was het toch maar een geniale gedachte", troostte ik haar met niet geheel gemankeerd succès. Heden is de Hartford-straat een elegante villa-wijk geworden en ik heb ten slotte hJ perceel 17 toch nog een werkelijke schat ge vonden: Helena... mijn Vrouw!" Daar ging de gong; wij lieten gongen, eerst moest er een rondje extra gepresenteerd ter eere van onzen vriend, den verteller van dit boeiend verhaal, om hem tevens geluk te wenschen met dit inderdaad zeer „hagajr- end". rj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9