Alkmaarsche Courant. HET RAPPORT WELTER. COCKTAIL - 1 ZIGARETTE5 Van Putten Oortmeijer, Payglop. BRIDGE (LUB Z0-I5th O LD TOM 20-20 ets SUPER AMERICAN ZO-25 els ËÉÉfai «Éi mm y"- m EVERy BODV 20-15 ets. ALL DAy 20-70rk 1ÊB0 SUPER VIRCIHIA 20-25ch Mf PARTNER Z0-30ch LAAT II DOOP UW SMAAK LEIDEN COCKTAIL CIGARETTES ZIJN BETER Honderd vier en dertigste Jaargang. ZATERDAG 9 JULI ALLE BOEKEN EN LEERMIDDELEN voor het GYMNASIUM, H.B.S. en HANDELSSCHOOL. AMERICAN PACKETS 2 O i LONG DRIVE 20-30cb VIROINIA PA CM ETS (3420 No. 160 1932 Inkrimping personeelfonn atie met 12 blijvende salariskorting van 13 vcor ongehuwden en 8 voor gehuwde landsdienaren. Bij andere publiek-rechtelijke lichamen moet eenzelfde verlaging desnoods wettelijk worden afgedwongen. Verschenen is het rapport van de Staats- tommissie voor de verlaging van de Rijksuit gaven (Commissie-Weiter). Het eerste deel van dit rapport werd aan H.M. de Koningin aangeboden onder dagtee- kening van 26 April 1932, het tweede ge deelte onder dagteekening van 28 Mei 1932. De commissie werd ingesteld op voor dracht van den minister van Staat, minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, iyoorzitter van den Raad van ministers van 24 October 1931 bij besluit van den 26sten j dier maand als een Staatscommissie ad hoe, aan welke werd opgedragen binnen zoo kort mogelijken termijn aan de Kroon zoodanige voorstellen te doen als in verband met de noodzakelijkheid van een blijvende en aan zienlijke verlaging van het peil der Rijksuit gaven dienstig zullen zijn te achten. In deze commissie werden benoemd: tot lid en voorzitter: Ch. J. I. M. Weiter, oud-vice-president van den Raad van Indië te 's-Gravenhage; tot ledenprof. L. A. v. Royen, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool, Wassenaar; prof. ir. I. P. Vooys, directeur van de Alg. Kunstzijde Unie, Arnhem; C. P. Westerveld, alg. secretaris van het Koloniaal Instituut te Amsterdam; F. H. Fentener v. Vlissingen, in dustrieel te Utrecht; mr. dr. W. M. Wester man, chef van het kabinet van den burge meester van 's-Gravenhage; mr. dr. A. v. Doorninck, thesaurier-generaal van finan ciën; ir. M. H. Damme, directeur-generaal der P.T.T.; C. J. Ph. Zaalberg, directeur-ge neraal van den Arbeid; mr. dr. J. H. R. Sin- nighe Damsté, directeur-generaal der belas tingen; mr. J. Woltman, secretaris-generaal .van het Departement van Defensie. De commissie kreeg de bevoegdheid om alle rijksambtenaren te hooren, dan wel van hen schriftelijk adviezen in te winnen, terwijl voorts de bij K.B. van 20 Dec. 1920 no. 81, gewijzigd laatstelijk bij het besluit van 22 Juni 1929 no. 19 ingestelde bezuinigingscom missie werd opgeheven, onder dankbetuiging aan den voorzitter, de leden en den secretaris voor de door hen bewezen diensten. Bij K.B. van 14 November 1931 werd tot secretaris der commissie benoemd, mr. H. Al- barda, te voren secretaris der opgeheven Be zuinigingscommissie. De commissie werd op 4 November 1931 namens den minister van Staat, minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, voor zitter van den ministerraad door den voor zitter geïnstalleerd. De commissie stelde in 6 subcommissies, welke ieder een deel der begrooting van uit gaven in studie namen. Zij hield 15 plenaire vergaderingen, terwijl de sub-commissies in totaal 65 maal vergaderden. Mondeling gehoord werden door haar 80 personen, onder wie vlag- en opperofficieren van zee- en landmacht, chefs van diensten en administratiën, andere ambtenaren en parti culieren. Tal van schriftelijke adviezen werden bo vendien aan haar uitgebracht. Het rapport, dat 456 bladzijden telt, is in 16 hoofdstukken verdeeld, waarvan de meeste onderverdeeld zijn in afdeelingen. Hoofdstuk P. bevat de samenvatting der voornaamste voorstellen en de daaruit voort vloeiende geldelijke gevolgen, terwijl het ook een overzicht geeft van den inhoud der ove rige voorafgaande hoofdstukken. HOOFDSTUK A. Behalve een inleiding en een historisch Overzicht van den arbeid door vorige bezui nigingscommissies verricht, wordt een korte beschouwing gegeven over den economischen toestand in Nederland. Achtereenvolgens worden de volgende on derwerpen besproken: scheepvaart, scheeps bouw, boschwezen, prijsverloop, koloniale firoducten, economische toestand in Ned.- ndië, afzetgebied der Nederlandsche in dustrie, algemeene industrieele toestand, landbouw- en veeteeltproducten, ooft- en tuinbouw, zeevisscherij en veenderij, werk loosheid, algemeen economischen toestand '.n Nederland op internationale markten, loon- standaard, noodzaak tot beperking der Rijks uitgaven. De Commissie komt tot de conclusie, dat het economisch perspectief voor Nederland zeer weinig rooskleurig genoemd moet wor hen en dat het dientengevolge zoo ooit, dan thans voor den Staat onafwijsbaar plicht ge worden is om het cijfer der begrooting, het- Tfioo'" eerl Per'°^e van welvaart tot ruim J 600 millioen is geslegen, tot bescheidener proporties terug te brengen. HOOFDSTUK B. A'-emeene opmerking ter toelichting van de door de Commissie gevolgde werkwijze. HOOFDSTUK C. Dit hoofdstuk vangt aan met een na dere begrenzing van de taak der Commissie, in dien zin, dat zij zich heeft afgevraagd met welk bedrag de begrooting voor 1933 zou moeten worden verminderd om te komen tot een althans wat den gewonen dienst betreft sluitende begrooting. In verband hiermede moet dus een schat ting gemaakt worden van het te verwachten verschil tusschen inkomsten en uitgaven in 1933, hetwelk door de Commissie becijfert wordt op rond 100 millioen. Verder worden nog beschouwingen gege ven over: Rijksbegrooting 1931 en 1932, Spoorwegfinanciën, pondenbezit Nederland sche Bank, Rijkswoningvoorschotten, tekort in het gemeentefonds voor den dienst 1932 en 1933, crisisdienst. 6 2 behandelt de gemeentefinanciën, welke naar het oordeel der commissie, meer nog dan die van het Rijk, reden tot bezorgdheid geven. Gezien de groote risico's, die de Rijks financiën bij een onoordeelkundig gemeente- beheer loopen, is de commissie algemeen van oordeel, dat de ernstige aandacht der regee ring op deze zieke plek gevestigd behoort te worden. Een der voornaamste bedenkingen tegen het door de gemeenten gevoerde financieel beheer is, dat de gemeentebesturen in de gun stige jaren vóór 1930 een behoorlijke reser veering hebben achterwege gelaten, hetgeen blijkt, behalve uit den sterk gestegen schul denlast van omstreeks 850 millioen in 1919 tot 2100 millioen in 1929, d.w.z. een ver meerdering met meer dan 150 pCt. (de Rijks schuld steeg in diezelfde jaren met 10 pCt), uit het feit, dat bij de gemeenten de telken jare ver boven de raming uitgaande midde len opbrengsten niet hebben geleid tot batige rekeningsaldi, die voor buitengewone schuld aflossing zijn aangewend, maar dat de ge meenten de stijging van haar gewone uitga ven niet de abnormale stijging van het volks inkomen gelijken tred hebben doen houden. Ten slotte wordt de aandacht gevraagd voor de navolgende onderwerpenwet finan- ciëele verhouding Rijksgemeenten, stijging der gemeentelijke uitgaven, crisisuitgaven, daling van de opbrengst der gemeentefonds belasting en tekorten in het gemeentefonds, aansprakelijkheid voor de gemeentelijke te korten, kasmoeilijkheden, stijging der ge meenteschuld, vorming van een kunstmatig gemeentecrediet, vergelijking salarissen en loonen Rijkspersoneel en gemeentelijk perso neel. HOOFDSTUK D. (Algemeene voorstellen, op alle depar tementen betrekking hebbend.) 1. Verlaging van de kosten van salaris sen en loonen. De commissie berekent, dat van het totale Rijksbudget ad 587 mi'lioen slechts een bedrag van 395 millioen voor bezuiniging in aanmerking komt en dat hiervan de totale jaarlijksche loon- en salarislast (niet medegerekend de salarissen en loonen van het perso neel in dienst der bedrijven, daar de uitgaven daaarvoor niet in de 587 millioen begrepen zijn), welke op 149 millioen gesteld kan worden, rond 50 pet. bedraagt. Na deze cijferopstelling meent de com missie zich ontslagen te mogen achten van de verplichting, nader aan te too- nen, dat, wie een zeer groot bedrag op de landuitgaven wil bezuinigen, daarbij noodzakelijk de salarissen en loonen n oet aantasten. Ten einde deze bezuiniging te berei ken, wordt voorgesteld: le inkrimping van de personeelforma- ties met 12 pel.., welke op den duur een bate zou kunnen opleveren van ongeveer. 7.2 millioen; 2o een blijvende salariskorting van 13 pet. voor de ongehuwden en 8 pet. voor gehuwde landsdienaren. Hiermede is een bezuiniging te bereiken van on geveer 24 millioen (na aftrek van reeds bestaande kortingen, wordt dit per saldo 14.5 millioen). Als noodzakelijk complement van de zen maatregel beschouwt de commissie een gelijksoortige verlaging van de loonen en salarissen en personeel in dienst der andere publiekrechtelijke lichamen. Indien deze verlaging niet uit eigen beweging wordt opgelegd, zou zij naar het oordeel der commissie door een wettelijk voorschrift moeten worden afgedwongen. Verder wijst de commissie er op, dat het vraagstuk inzake het herstel van het evenwicht tusschen de salarissen en loonen van het Rijkspersoneel en van hei personeel in dienst van publiek rechtelijke lichamen tot oplossing ge bracht zal moeten worden Verschillen de wegen om hiertoe te geraken worden aangegeven, o.a. aanvulling van art. 170 Gemeentewet in dien zin, dat gemeente lijke loon- en salarisregelingen worden onderworpen aan de goedkeuring der Kroon II. Korting op materieele be hoeften en overige uitgaven. In aansluiting aan de voorstellen in zake verlaging van de personeelsposten worIt voorgesteld de uitgaven voor ma- teriëele en overige behoeften met 15 pet te verminderen, o.a. op grond van de sinds geruimen tijd ingetreden prijsver mindering De bezuiniging, die hiermede vtikregen wordt kan gesteld worden op ongeveer 2850. D00. III. Korting van subsidien. Voorgesteld wordt de door het Rijk verieende subsidiën, voor zoover zij niet op een wettalijke regeling berusten of uitvloeisel zijn van een contractueete verplichting, met 15 pet. te vei minderen. Nu de Staat gedwongen is, allerwege ie bezuinigen en het veld zijner werkzaam heden in te perken is het niet anders dan redelijk te achten, dat zij, die met financieele hulp van den Staat een be paald doel nastreven of een zeker belang behartigen, ten aanzien van die hulp worden beperkt Het financieel effect van dezen bezui nigingsmaatregel kan gesteld worden Of rond 1.000 000. IV. Korting op gratificatiën. Met het oog op de tijdsomstandig heden wordt voorgesteld, de posten voor gratificatiën bij alle begrootingshoofd- stuken te verminderen met gemiddeld 25 pet., waardoor een bezuiniging kan worden verkregen van rond 240.000. V. Kosten van voor 's Rijks dienst gedane reizen. In verband met den dalenden levens standaard en omdat op deze uitgaven, nu de nood der tijden daartoe dwingt, in elk opzicht de uiterste soberheid en te rughouding zal moeten worden be tracht, stelt de commissie een wijziging voor van het Reisbesluit, belichaamd in een als bijlage opgenomen ontwerp, waaruit een bezuiniging zal kunnen voortvloeien van 855 000. VI. Het arbeidsovereenkom- stenbesluit en de tijdelijke amb tenaren. Ten einde beperking te verkrijgen van de personeelsuitgaven in de Rijksdien sten wordt aangedrongen op een meer doeltrefende toepassing van het insti tuut der arbeidsovereenkomsten, zooals dat is geregeld bij het K. 3. van 3 Au gustus 1931 (Stbl. 354). O.m. wordt in overweging gegeven de facultatief gestelde bepaling van art. 2 in genoemd K. B. betreffende gevallen, waarin arbeidscontracten in dienst kun nen worden genomen, in imperatieven zin te wijzigen. Ook wordt voorgesteld art. 6 van het Alg. Rijksambtenarenreglement zooda nig te wijzigen ,dat het instituut der tij delijke ambtenaren komt te vervallen, uitgezonderd in de gevallen, waarin men iemand, alvorens hem in een be staande organieke functie in vasten dienst aan te stellen, tijdelijk op proef wil laten dienen VII. Bezuiniging op de kosten der personeelsformaties van de Departe menten van Algemeen Bestuur. Voorgesteld wordt op de personeels formatie der in 1 reeds genoemde al gemeene inkrimping toe te passen 12 Ter bevordering van uniformiteit wordt voorgesteld omtrent de toepas sing van de personeelsinkrimping op de Departementen het oordeel in te winnen van een beperkte commissie van hoofd ambtenaren. Voorloopig is voor alle Departementen vastgehouden aan een korting van 12 pet. Recapitulatie der bezuinigingen vast gesteld in Hoofdstuk D. 1). Salariskorting 24.000.000 korting materieele be hoeften - 2.850.000 korting subsidiën 1,000.000 korting gratificatiën 240.000 Wijziging Reisbesluit 855.000 ƒ28.945.000 Aangezien bij de verschillende de- tailvoorstellen (hoofdstuk E t/m M) de bezuiging voortvloeiende uit de inkrim ping der personeelsformaties, nader wordt gespecificeerd, wordt dit bedrag hier niet in rekening gebracht. HOOFDSTUK E. Departement van Buitenlandsche Zaken. Door verschillende voorstellen wordt op dit begrootingshoofdstuk een bezui niging voorgesteld van totaal 323.000. HOOFDSTUK F. Departement van Justitie. Als voornaamste maatregelen, die wor den voorgesteld, kunnen worden ver meld: I. Vermindering van het aantal Kan tongerechten met 50 (conform voorstel len commissie-Bosch) zie rubriek Rechtszaken. Red. Alkm. Ct. uitbrei ding van de in art. 74 S.W.B. mogelijk gemaakte afdoening buiten proces, waar door het getal strafzaken zal terug loo pen; inkrimping van het aantal kanton gerechtsparketten. De bezuiniging die uit deze maatrege len voortvloeien, kan gesteld worden op 350.000. II. Opheffing van een zestal recht banken der tweede klasse, te weten die te Roermond, Zutphen, Tiel, Dordrecht, Alkmaar en Winschoten. Bezuiniging 300.000. III. Versobering van de gerechtskosten in strafzaken, vereenvoudiging inzake het uitbrengen van exploten en inkrim ping der deurwaardersorganisatie. Be zuiniging in totaal 175 000. IV. Eenige kleinere voorstellen t.a v. de rechterlijke organisatie, waarmede een bezuiniging verkregen kan worden van 400.000. In verband met deze voor stellen is in overweging gegeven voor de magistratuur 65 jaar als leeftijdgrens tö stellen. V. Samensmelting van de beide krijgsraden en vermindering van het aantal militaire leden van het Hoog Militair Gerechtshof. Uiteindelijke be sparing 30.000. VI. Vereenvoudiging in de procedure der raden van beroep (O vermindering van het aantal dier raden door die te Rotterdam en te 's Gravenhage samen te voegen en de raden te Arnhem, Gro ningen, 's Hertogenbosch en Roermand twee aan twee te vereenigen; verminde ring van de personeelsorganisatie der raden; opheffing van den Centralen Raad van Beroep, gepaard gaande met eenige uitbreiding van den Hoogen Raad. Uiteindelijke besparing 190.000. VII. Concentratie van het aantal raden van beroep voor de directe belastingen en wel door samenvoeging van de raden te Bre da en 's Hertogenbosch bij dien van Tilburg, Zutphen bij Arnhem, Leiden bij 's Graven-, hage, A'kmaar bij Haarlem of omgekeerd; Roermond bij Maastricht of andersom; in stelling van enkelvoudige kamers. Bezuiniging 45.000. VIII. Reorganisatie der politie (met uit zondering van die der groote steden) door in plaats van Rijksveldwacht en gemeentelijke plattelandspolitie-korpceu, gewestelijke poli tie in te stellen, staande onder het gezag van den Commissaris der Koningin en t.a.v. hun repressieve taak dienstbaar aan de justi- tieele autoriteiten. De totale besparing aan dezen maatregel verbonden zal zoowel aan 'CIGARETTE5-COCKTAIL CIGARETTES-COCKTAIL CIGAPET* lCOCKTAIL CIGARETTES - COCKTAIL CIGARETTES - COCKTAIl het Rijk als aan de gemeenten ten goede ko men. Globaal geschat bedraagt deze onge veer 200.000. IX. Maatregelen tot beperking van het aantal opnemingen in de gevangenisgestich ten, alsmede concentratie van inrichtingen. Onder meer wordt voorgesteld de huizen van bewaring te Roermond, Zutphen, Tiel, Dor drecht, Alkmaar en Winschoten op te hef fen. Verder opheffing van de Rijkswerkin richtingen te Hoorn en Gorinchem. De hier mede te verkrijgen bezuiniging kan gesteld worden op 225.000. X. Beperking van het aantal kinderen, op welke de kinderwetten toepassing vinden door: a. de art. 373 M en N van het B. W. buiten werking te stellen (evenwel met her stel van de correction patemelle); b. ten aanzien van de ter beschikkingstel ling de leeftijdgrens, die thans 18 jaar be draagt, althans tijdelijk te verlagen tot 1(5 jaar. c. de ontheffing en de ontzetting uit de ouderlijke macht alleen in de meer ernstige gevallen toepassing te doen vinden. (Regee- ringsaanschrijving aan de parketten). De hieruit voortvloeiende besparing kan gesteld worden op rond 365.000. XI. Samenvoeging van de dubbele voog dijraden te Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage, met instelling, voor iederen raad, van twee kamers; opheffing van den voogdijraad te Tilburg. Bezuiniging ƒ35.000. XII. Plaatsing van de z.g.n, Regeerings- kinderen in grooter getal dan tot dusverre in de met Rijkssubsidie gebouwde, particu liere opvoedingsgestichten, het op eenvoudi ger leest schoeien van de Rijksopvoedingsge stichten voor jongens. Bezuiniging 50.000 XIII. Verlaging van de posten, uitge trokken voor verplegingssubsidie met 100.000, wegens stereotiep jaarlijksch overschot; korting met ongeveer 10 pet. op verplegingssubsidie en algemeen subsidie wegens prijsdaling vandie artikelen, welke in de verpleging een voorname plaats inne men. De uit deze maatregelen voortvloeiende totale bezuiniging kan op 400.000 gesteld worden. XIV. Beperking van de toepassing der psychopatenwet door de wet alleen in wer king te laten bij delicten waarbij lijf of zeden betrokken zijn of ingeval van tweede herha ling van misdrijf. XV. Vermindering met ongeveer 10 pet. van de subsidiën en kosten inzake particulier verpleegde psychopaten. Bezuiniging 10.000. Niet mede gerekend de vermindering van uitgaven voor welke Rijk en Gemeenten te sa men op den duur uit de in het rapport voor gestelde reorganisatie der politie zal voort vloeien, bedraagt de totale bezuiniging in Hoofdstuk F aangegeven 2.640.000. Voorts wordt een verhooging van inkom sten ad plm. 500.000 verkregen door: a. beperking van het kosteloos procedee ren en requestreeren 150.000; b. herstel van de veroordeeling in de kos ten van het geding. c. invoering van invorderingskosten bij boetebetaling 50.000 d. maatregelen waardoor de verplichting wordt opgelegd tot betaling of medebeta ling in de kosten van onderhoud bij ontzet ting of ontheffing of bij terbeschikkingstel ling 100.000; totaal 500.000. HOOFDSTUK G. DEPARTEMENT VAN BINNEN LANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW. De voornaamste op dit Departement be trekking hebbende bezuinigingsvoorstellen zijn: I. Een verlaging met 15 pCt. der werk- loozensteun. De commissie wijst er op, dat het voorstel tot salariskorting het onontwijk baar gevolgd heeft, dat ook de uitkeering aan hen, die niet arbeiden, wordt verlaagd Bovendien zijn, sedert het grondtarief van 13.50 in de groote steden werd vastgesteld, de prijzen van nagenoeg alle levensbenoo- digdheden belangrijk gedaald, het meest voor de artikelen, die de grootste plaats innemen in het budget van een arbeidersgezin. Voor het platteland evenwel wordt voorge steld de uitkeeringen aan werkloozen, welke in sommige gevallen bepaald te laag zijn, te verhoogen. II. Een korting van 40 pCt. op de Rijks vergoeding van de administratiekosten van werkloozenkassen, waarmede een bezuini ging verkregen wordt van rond 100.000. III. Vermidering met 25 pCt. van het voor de Koloniale Landbouwschool te De venter uitgetrokken crediet. Bezuiniging 45.000. J. IV. Stopzetting van de subsidieering van het lager (dagschool) landbouwonderwijs Indien de omstandigheden er toe nopen op uitgaven voor het landbouwonderwijs te oe- zuinigen, zal dit moeten geschieden op het dagschoolonderwijs en niet op het cursuson derwijs. Het lijkt der Commissie niet voor te genspraak vatbaar, dat in het gestelde ge val het jongere en duurdere onderwijs welks resultaten over het algemeen niet beter zijn dan die van het oudere en goedkoopere on derwijs, het veld zal moeten ruimen. Het moge op zichzelf nuttig zijn, de In standhouding daarvan naast het zich op het zelfde terrein bewegende en bovendien reeü3 tot een historisch en afgerond geheel ge groeide cursusonderwijs is niet een vitaal belang. Als het moet, kan het naai" het inzien der Commissie worden opgeheven zonder schade voor den landbouw. De noodzaak daartoe acht zij aanwezig. De te verkrijgen bezuini ging kan gesteld worden op 420.000, waar tegenover staat een vermeerdering van het aantal cursussen. V. Schrapping van het op art. 105 uit getrokken bedrag van 165300 voor ontwa tering, alsmede opheffing van het Rijksbu reau voor de ontwatering. Bezuiniging rond 214.000. VI. versobering van den dienst van het Staatsboschbeheer en beperking van de overi ge voor boschbouw bestede uitgaven. Bezut- niging totaal 195.000. VII. Verschillende versoberingsmaatre gelen op het gebied der visscherijen (o.a. de reorganisatie van het Rijksinstituut voor Bio logisch Visscherijonderzoek). In het gehee! zal op deze afdeeling 65000 bezuinigd kun nen worden. De totale bezuiniging, blf hoofdstuk G. in overweging gegeven, zal «be dragen 1.697.000. HOOFDSTUK H. DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS. Als voornaamste bezuinigingsvoorstellen kunnen vermeld worden: I. Vermindering van 10 pCt. op de totale kosten van het hooger onderwijs, te bereiken door een korting van 15 pet. op de materieele uitgaven en een korting van pl.m. 11 pet. op de personeele uitgaven (met uitzondering van het bedrag benoodigd voor de bezoldi gingen der hoogleeraren.) De Commissie geeft,in overweging de ver deeling van het totaal te bezuinigen bedrag over te laten aan de respectievelijk academi sche senaten en curatoria, die waren uit te noodigen daartoe onderling overleg te 'ple gen. Voorts wordt het denkbeeld geopperd tor instelling van een centraal curatorium of an dere centrale instantie alsmede van toeken ning van financieele autonomie aan de unl- versiteite en hoogescholen. Ook wordt gewezen op het karakter der hoogeschool als centrum van wetenschap er. als opleidingsinstituut en op de wenschelijk- heid van nadere bestudeering van het vraagstuk, aan welke eischen de hoogeschoo; als opleidingsinstituut zal moeten voldoen in verband met de behoeften der maatschappij. II. Vermindering van de salarissen der leeraren bij het gesubsidiëerd V. H. O. er M. O. tot gemiddeld 9.4 pCt., alsmede toe passing van de algemeene korting van 15 pCt. op dat gedeelte der materiëele posten, waarop bezuiniging mogelijk is. De geza menlijke bezuiniging.op afdeeling III van hoofdstuk VI der begrooting 1932 zal rond 800.000 kunnen bedragen. Verder wordt o.a. in overweging gegeven, de zelfwerkzaamheid der gemeenten op het gebied van V. H. O. en M. O. voor de toe komst uit te schakelen, de concentratie van dit onderwijs zooveel mogelijk te bevorderen (concentratie zoowel van onderwijsgelegen heid als concentratie in de studie der leerlin gen bijv. het gemeenschappelijk ontvangen van lessen), te besluiten tot instelling van een regionale inspectie en ten slotte tot voor- loopige algehee.le stopzetting van de uitbrei ding van het M. O. en V. H. O. III. Versobering van de organisatie van het Nijverheidsonderwijs te bereiken door: a. een t.o v. de verschillende onderdeelen van het N. O. gedifferentiëerde vermindering van de personeelskosten; b. een korting van 15 pCt. op de mate riëele uitgaven, voor zoover deze voor bezui niging in aanmerking komen c. de personeelssubsidies met 9.4 pCt (du9 een gelijke korting als voor het Rijksperso neel te verminderen. In totaal zal op het N. O. 2.6 millioen moeten worden bezuinigd. IV. Concentratie van openbare lagere scholen in de richting van ten minste een tweemansschool, welke volgens het thans aanhangig wetsontwerp tot wijziging der L. O.-wet als minimum 46 leerlingen zou moe ten tellen. Uiteindelijke besparing 500.000. V. Concentratie van U. L. O. scholen in de richting van driemansscholen op den voet van het aanhangig wetsontwerp, met gelegen heid tot differentiatie naar beneden tot twee mansschol en. Bezuiniging 750.000. VI. Opvoering van de minimum-aantallen leerlingen, volgens art. 73 L. O.-wet noodig voor de oprichting van nieuwe bijzondere lagere- en ulo-scholen, met 50 pCt. en in aansluiting dafPaan opvoering van de mini ma in art. 19 der L. O.-wet voor het open baar onderwijs eveneens met 50 pCt. VII. Meerdere concentratie in d_e opleiding der onderwijzers. Bezuiniging 250.000. VIII. Doorvoering van de z.g 45 schaal, opgenomen in het thans aanhangig *e s- ontwerp tot wijziging der L. O.-wet. Bezui niging 5.300000. IX Vervanging van leerkrachten in laag ste twee klassen der lagere school door la«r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9