t Dit merk is de echte medicinale pepermunt. Nieuw onderzoek gelast. Ook de procureur-generaal bij' het gerechts hof te 's-Hertogenbosch, waar de zaak tegen j beide verdachten, de van der E.'s (vader n zoon) op 22 en 23 Augustus a.s. in hooger heroep zal dienen, is blijkbaar de meening toegedaan, dat het vooronderzoek te wen- schen heeft gelaten. Althans bereikten het blad reeds spoedig, nadat zoowel door het O.M., als door de bei de verdachten hooger beroep tegen het Roer- mondsche vonnis was aangeteekend, berich ten dat door den procureur-generaal op ver schillende punten een nieuw onderzoek was bevolen. Een oproep. Tevens werd op instigatie van den procu reur-generaal, door den officier van justitie bij de rechtbank te Roermond een oproep ge daan, waarbij een ieder, die eenige inlichting over 'het drama in „het duister bosch" meen de te kunnen verschaffen, alsnog uitgenoo- digd werd zich met den officier, met den bri gade-commandant der marechaussee te Echt of met den brigadier-titulair der rijksveld- wacht Paulssen te Posterholt in verbinding te «tellen. De eerste resultaten. Geruchten, dat dit onderzoek tot belang rijke resultaten zou hebben geleid, waren oorzaak, dat de „Nwsbr." dezer dagen ter plaats nogmaals een onderzoek heeft inge steld. Bij dit onderzoek bleek, dat inderdaad ernstig met de mogelijkheid rekening wordt gehouden, dat niet alleen de beide van der. E.'s de schuldigen in deze zaak zouden zijn, maar dat het zelfs mogelijk is, dat een van beiden volkomen onschuldig is. Hoe men precies tot c'cze vermoedens ge komen is, wordt door de betrokken politie- en justitie-ambtenaren strikt geheim gehouden Vast staat echter, dat momenteel nog een onderzoek gaande is, dat zich beweegt in een ondere richting dan in dit van de beide door de rechtbank veroordeelde verdachten, i Welke deze richting precies is kon ook de verdediger, mr. Paul Tripels, niet mededee- len. Waardeloos bewijsmiddel. Naar het blad echter van andere, zeer be trouwbare zijde vernam, zou het vinden van de jachtgeweerhulzen op de plaats van het misdrijf, door het nader onderzoek, als mid del ter bewijsconstructie volkomen waardeloos zijn geworden. Gebleken toch is, dat de verdachte van den E. Sr. op Dinsdag en Woensdag vóór den dag van het misdrijf (Vrijdag) op vrijwe dezelfde plaats konijnen heeft geschoten. Weliswaar heeft de verdachte dit, althans volgens zijn mededeeling, bij het vooronder zoek aan den wachtmeester der marechaus see verklaard, doch in de stukken is dit niet opgenomen. Thans is echter, na hernieuwd onderzoek dus, deze verklaring door eenige getuigen be vestigd en wel o.m. door een 16-jarige dochter van den verdachte, die bij die .gelegenheid de konijnen heeft opgedreven, en door den wild 'koopman Timmermans uit Echt, die de ge schoten konijnen heeft opgekocht, i Worden deze verklaringen voor het ge rechtshof te 's-Hertogenbosch onder eede ge handhaafd, dan komt daarmede vast te staan, dat ter plaatse van het misdrijf jacht patroonhulzen uit het jachtgeweer van ver dachte van den E. Sr. kunnen zijn gevonden, zonder dat deze gebruikt behoeven te zijn om op de slachtoffers te schieten. Daardoor wordt dan een veroordeeling van den oudsten verdachte vrijwel onmogelijk, tenzij men aanneemt, waarvoor nog geen en kei bewijs is geleverd, dat deze met de para bellum heeft geschoten. Neemt men dit even wel aan, dan zou men den zoon moeten vrij spreken. Een moeilijke taak. Het Bossche Hof krijgt nu de moeilijke taak, uit te maken, wie in den nacht van den moord op de plaats van het misdrijf zijn ge weest. Vrij zeker kan uit het vinden der pa rabellum- en jachtgeweerhulzen worden op gemaakt, dat dit althans een der verdachten is geweest, echter in gezelschap van één meer andere person, wier namen ons wel ge noemd zijn, maar welke wij niet zullen publi ceeren, alvorens althans dit tweede onderzoek beëindigd is. Feit is, dat hetgeen thans gepubliceerc wordt, in Zuid-Limburg een publiek geheim is. Van verschillende zijden werd het blac; een en ander bevestigd. Merkwaardige uitlatin Merkwaardig is wel, dat het O. M. bij c. Roermondsche rechtbank bij de behandeling ter terechtzitting tegen één der getuigen d opmerking maakte: „Ik heb je op het parket al gezegd, dat je hier piet staat als verdachte, hoewel er veel bezwarends tegen je is". Ter zitting is hier niet verder op ingegaan Thans echter wordt vernomen, dat bedoelde getuige zoowel den Vrijdag van het drama als den volgenden Zaterdag vrijwel den ge- hielen dag in gezelschap van den jongen van <ten E. is geweest. Vrijdagsavonds (den avond van het mis drijf), is deze getuige met de beide van den 'E.'s in twee café's te Posterholt geweest, ter wijl hij 's Zaterdagsmorgens om 7 uur door twee personen, zekere Reumers en Schrijne- werkers, is gezien, komende van de woning der beide van den E.'s te Annadaal. Reumers en Schrijnewerkers hebben dit in het vooronderzoek verklaard, doch werden voor de rechtbank te Roermond niet als ge tuigen gedagvaard, evenmin als een zekere Cuypers, die, volgens zijn verklaring, op 20 December 1931, op verzoek van bovenbedoel den getuige, naar Schrijnewerkers is gegaan, °m dezen te waarschuwen, zijn verklaring liet onder eede te handhaven. Een nieuwe broek. De meerbedoelde getuige is voorts 's Za terdagsmorgens 9 uur met den jongen van den E. naar Roermond gegaan en heeft daar J*n nieuwe broek gekocht. Waar de oude broek gebleven is, is niet bekend en daar is door den officier van justitie geen onderzoek naar ingesteld. x Dok dit punt schijnt de aandacht van den Procureur-generaal te hebben. Alsof deze herhaalde ontmoetingen nog met voldoende waren, is deze getuige denzelf- e" Zaterdag, 's middags 5 uur, weer in ge- «hap van den jongen van den E. gezien woordelijk verklaart de getuige daarover een proces-verbaal: „Ik zeide hem toen, «t 4 ter kerke ging om te biechten, waarop n den E. zeide. „Dan ga ik mee". 's Avonds om tien uur had tusschen beide >ersonen opnieuw een ontmoeting plaats en zouden zij samen naar den burgemeester van 'osterholt, op kasteel „Aarwinkel", gaan, hetgeen echter niet gebeurde, omdat de jacht opziener Hintzen den getuige van de ver missing der drie slachtoffers in kennis kwam stellen. De jonge van den E., die jachtopziener was in dienst van den burgemeester van Poster holt, is daarop alleen naar het kasteel „Aar winkel" gegaan. Nieuwe getuigen. De burgemeester is bij het vooronderzoek over dit onderhoud niet gehoord, evenmin als de bruggraaf van Aefferden, bij wien van den E. Sr. jachtopziener was. Ook een verhoor van deze beide heeren zou, naar wordt medegedeeld, alsnog door den procureur-generaal zijn bevolen. De meerbedoelde getuige, die, zoowel Vrij dags als 's Zaterdags, vrijwel den geheelen dag in het gezelschap vas den verdachten van den E. Jr. was, is op 13 Januari door den rechter-commissaris mr. baron van Hövell tot Westerflier, in de instructie ge hoord. Hierbij was tegenwoordig de beëedig- de klerk ter griffie M. Elfrink, die bij het ver hoor den getuige toevoegde: „Dat alles is toch wel zeer vreemd. De getuige reageerde daar niet op, doch voegde eenige dagen later den beëeaigenden klerk, bij een toevallige ontmoeting toe: „Die merking vergeef ik je nooit", waarop de klerk antwoordde: „Ik heb niets met je te maken". Hij weet er meer van. De getuige reageerde daarop woedend: „Dat zullen wij eens zien. Ik weet meer van de zaak, dan alle anderen samen". Ook dit twistgesprek maakt thans opnieuw een punt van onderzoek uit. Tenslotte zou, naar werd medegedeeld, nog onderzocht worden, hoe het mogelijk is, dat Dinsdag na den moord de parabellum hulzen werden gevonden op een plaats, die 's Zondags en 's Maandags reeds eenige malen was afgezocht. In bepaalde kringen is men van oordeel, dat hier een mystificatie niet uitgesloten moet worden geacht. Uit alles blijkt niet alleen duidelijk, dat het vooronderzoek verre van volledig is geweest, maar tevens, dat bij de behandeling in hoogér beroep verrassingen geenszins uitgesloten moeten worden geacht. N/v VAN SLOOTEN - LEEUWARDEN HET MIDDENSTANDSCONGRES. Aan den officieelen maaltijd ter gelegen heid van het 29e congres van den Kon. Ned. Middenstandsbond waren Woensdagavond ruim twee honderd personen vereenigd. Tot de gasten behoorden mr. D. Fock adviseur van den Kon. Ned. Middenstandsbond, mr. S. baron van Heemstra, commissaris der ko ningin in Gelderland, mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen voorzitter van den Midden- standsraad en de heer J. J. R. Schmal, hoofd commies bij het departement van Economi sche Zaken en Arbeid. De Bondspresident, de heer Ed. G. Schürmann, die de tafel presideerde, stelde bij het begin van den maaltijd een dronk in op de koningin. Daarna werd staande het Wilhelmus gezongen. Mr. D. Fock hield een rede, waarin hij het belang van een goede organisatie voor den middenstand deed uitkomen. De maatschap pij kan den middenstand niet missen, want de middenstand is de kern van de maat- Mr. S. baron van Heemstra wenschte den bond geluk met het dertig-jarig bestaan en wees er op, dat een congres in dezen tijd nut tig kan werken, omdat men samen bespreekt de moeilijkheden van den tijd. M. baron van Wijnbergen, voorzitter van den Middenstandsraad, hoopten dat de Mid denstand zich meer bewust zal worden; wil er iets van den middenstand terecht komen, dan moet hij zich meer organiseeren. Ook de middenstand doorleeft moeilijke tijden; dat moet aanleiding geven tot veel werken, maar het mag nimmer aanleiding zijn tot wan hopen. De heer Bos vertegenwoordiger van den Chr. Middenstandsbond herdacht de grond leggers van de Middenstandsbeweging in 19(K! en huldigde den voorzitter. Derde dag. Het Middenstandscongres is gistermorgen voortgezet. Aanwezig was o.a. de commis saris der koningin in Gelderland mr. S. ba ron van Heemstra. Aan de orde was de voordracht van den heer J. van Eek, hoofddirecteur van de N.V. Nederlandsche Middenstandsbank, over de credietverleening aan den middenstand. Spr. wees er op dat z.i. de fout van de illiquiditeit der geldmiddelen niet zoozeer be gaan is door de groote banken als door de vele kleinere en middenstandsbanken in de provincie,'hetgeen zeer tot verterking van de monetaire crisis heeft bijgedragen. De noodzakelijkheid van een goede bankpolitiek wordt nog niet door iederen middenstander voldoende ingezien. Hij wees erop dat cre- dieten over den aankoop van onroerende goe deren of machines bij de bank niet thuis hooren. Zij moeten worden gefinancierd uit eigen kapitaal of leening. Behalve aan den eisch van liquiditeit moet het bankcrediet ook aan deze voorwaarden voldoen, dat het bedrag van het crediet in een gezonde ver houding staat tot het eigen kapitaal van den credietnemer en ook dat het bedrijf van den credietnemer voldoende winstgevend moet zijn. Alleen genoegzame dekking is niet vol doende. Spr. merkte voorts op dat cok een groote behoefte bestaat aan zgn. „Ar.:age"-crediet voor de financiering van onroerende goede ren in den vorm van een vast voorschot met periodieke aflossing. Voor dergelijke credie- ten op langen termijn moet de bank beschik ken over middelen op lange termijn, welke te verkrijgen zijn door uitgifte van obligaties. De middenstand dient offervaardigheid te betoonen door zoodanige vaste schuldbrie ven op te nemer* Spr. deed uitkomen dat de bank niet in de eerste plaats vraagt, welke dekking kan worden aangeboden, maar of daar een goed geleide zaak is met gezonde financieele verhoudingen. Dan pas komt de vraag van dekking aan de orde. Loonen en koopkracht. Daarna was aan de orde het praeadvies van den heer mr. A. N. Molenaar, algemeen secrearis van het Verbond van Nederland sche Werkgevers, over het vraagpunt.. „De nationale koopkracht in verband met het loonvraagstuk". Sprekers conclusie luidde: Voorop stellen wij de erkenning, dat het toekennen of handhaven van hooge geldloo- nen, zelfs in crisistijden als wij thans bele ven, de koopkracht van de individueele ar beiders op peil houdt, hetgeen een tijdelijk voordeel voor dat gedeelte van den midden stand is, hetwelk een overheerschend deel van zijn debiet onder de betrokken arbeiders heeft. Voor den middenstand als geheel be schouwd kan er even wel geen twijfel aan be staan, dat deze loonpolitiek een te werpen middel is, wijl zij de productieve kracht van de natie verzwakt, werkloosheid bevordert of althans stabiliseert en daardoor het ver mogen tot koopen op de binnenlandsche markt waarvan de middenstand het moet hebben verzwakt. Dalen echter de loonen der hoogstbezol- digde arbeiders, krimpt dientengevolge de werkloosheid in en worden de lasten, die de middenstanders als winkeliers moeten beta len en die rechtstreeks op hun artikelen drukken zoodanig verlicht, dat zij die arti kelen tegen lager prijzen kunnen leveren, dan zien zij hun omzet toenemen en is er voor den middenstand reden de verdere ontwikke ling met optimisme tegemoet te zien. Verschillende heeren hielden beschou wingen met het uitgebrachte prae-advies. Zij werden door mr. Molenaar beantwoord. Besloten werd het prae-advies van mr. Molenaar en de verschillende discussies aan de aangesloten vereenigingen in druk toe te zenden, teneinde deze nader in studie te kun nen nemen. Merkartikel en zelfstandige win kelier. Vervolgens kwam aan de orde het prae- advies van mr. dr. E. Tekenbroek, accoun tant en belastingjurist te 's-Gravenhage, over het merkartikel en de zelfstandige win kelier. De conclusie luidden: Het merkartikel heeft aan de positie van den zelfstandigen winkelier in het economi sche verkeer ernstig afbreuk gedaan, doordat de fabrikanten een belangrijke taak van den zelfstandigen winkelier, te weten het be werken van het publiek en in verband daar mee het uitlokken van de vraag hebben over genomen. Het merkartikel werkt de uitschakeling van den zelfstandigen kleinhandel in de hand, doordat het een onpersoonlijk ele ment in den kleinhandel van het grootbe drijf in den kleinhandel bevordert. In som mige branches heeft, nadat het merkartikel een zekere vlucht heeft genomen, de selec- teerende functie van den kleinhandel weer aan beteekenis gewonnen. Door de prijsbindingscontracten verkeeren tal van op zich zelf staande winkeliers ineen rechtelooze positie en zijn ze voor een goed deel afhankelijk van den goeden trouw der fabrikanten; doch ook in het geval, dat de fabrikanten te goeder trouw zijn en zij hun vollen steun aan het handhaven der prijzen verleenen, werkt de prijsbinding dikwijls zeer onbevredigend, daar men tegen buiten staanders prijsknoeiers, geen rechtsmiddelen, maar slechts economische afweermiddelen heeft, die dikwijls niet afdoende zijn. Het aandringen op een wettelijke regeling van de prijzen der merkartikelen heeft wei nig kans op succes; ook van de recht spraak verwachte men te dien opzichte niet veel. Dit neemt echter niet weg, dat het in het belang van den zelfstandiger winkelier is al het mogelijke te doen om een meer gunsti ge rechtspraak te verkrijgen. In verband hiermede is het aanbevelenswaardig, dat het bondsbestuur zich over de juridische zij de van de prijst indingscontracten door des kundigen laat voorlichten. De meest aangewezen weg voor den zelf standigen winkelier om zijn positie te ver beteren is de aaneensluiting branche-gewij- ze in vakorganisaties (ehvent.gezamenlijk met de fabrikanten en de grossiers in die branche). Men vormt zoodoende een aaneen gesloten front tegenover de fabrikanten. Er bestaat te dien opzichte een zekere analogie met de arbeiders en de sterke positie, die zij door middel van hun vakvereenigingen we ten in te nemen. Op eigen kracht kan zoo doende de zelfstandige winkelier de „plaag" van de fabrikanten-merkarikelen bestrijden. Het opent de mogelijkheid om een eigen (handelaren-) merkartikel in den handel te brengen, en om de voordeelen van het groot bedrijf voor zich te verkrijgen. Aaneensluitingen brengen gebondenheid, zij het dan vrijwillige gebondenheid, met zich; de enkele zelfstandige winkelier boet daar bij aan zelfstandigheid in. Door onzen in- dividualistischen volksaard en door de bij zondere eischen, die zij stellen aan de lei ders, hebben deze aaneensluitingen hun na tuurlijke, soms zeer enge grenzen. Een algeheel wegvallen der prijsbindinj zal voor de zelfstandige winkeliers met ziel brengen. De zelfstandige winkelier zou er echter als koopman-ondernemer aan betee kenis door winnen, waartegenover staat, dat de ontbinding van de prijsbinding de ont wikkeling van het grootbedrijf (warenhui zen, filiaalbedrijven) zou bevorderen. Op den derden dag van het 29e congres van den Kon. Ned. Middenstandsbond opende zich over het prae-advies van mr. dr. E Tekenbroek een levendige discussie. De sprekers werden door den prae-adviseur beantwoord, daarna werd het prae-advies aangenomen. De heer J. J. R. Schmal, vertegenwoor diger van den minister van Economische Za ken en Arbeid, richtte daarna het woord tot het congres. Er zijn in het economisch leven vele bedreigde punten en men zou kunnen zeggen, dat tot de meest bedreigde punten de middenstand nog niet behoort. Spr. meent, dat bij de vraagmet of zonder hulp van de overheid, de middenstand zal antwoorden, dat hij liefst uit de moeilijkheden wil komen zonder hulp van de overheid, gedachtig aan het woord van Van Hogendorp: „God helpt, die zich zelf helpen". De voorzitter, den heer Schmal dank zeg gend voor zijn woorden, sprak de hoop uit, dat de middenstand later niét zou behoeven te zeggen: „Wij zijn uit de crisis gekomen on danks de overheid". 'Het congres werd, nadat men de eerste twee coupletten van het Wilhelmus had ge zongen, gesloten. Er werd daarna een autotocht gemaakt in de omstreken. DE SCHIETPARTIJ IN EEN CAFE IN DEN HAAG. De dader slikt een lepelsteel in om uit het Huis van Bewaring te blij ven. Gistermiddag heeft V., een der personen, die in verband met de schietpartij van Dins dagavond j.1. in een café aan de stille Veer kade, aangehouden was, een poging onder nomen om voorloopig uit het Huis van Be waring te blijven een poging, welke, al thans voor de eerste dagen, met succes be kroond is. V., die bekend heeft het schot te hebben ge lost, zou vandaag naar het Huis van Bewa ring worden overgebract, maar had daar blijkbaar weinig lust in. Hij slikte dan ook een steel van een lepel in en verzocht toen dringend naar het ziekenhuis te worden overgebracht. De politie kon dit niet weige ren en transporteerde den arrestant naar het ziekenhuis aan den Zuidwal, waar een rönt genfoto van hem genomen werd. Op de foto das duidelijk de lepelsteel te zien, maar tevens zag de dokter, dat V. reeds eerder 2 manchetknoopen had in slikt, welke zich eveneens in zijn maag vonden. Opneming in het ziekenhuis was noodza kelijk en binnen enkele dagen zal V. geope reerd moeten worden. Zijn toeleg om nog eenige dagen uit het Huis van Bewaring te blijven, is gelukt. Maar de politie heeft maatregelen getroffen om te zorgen, dat van dit uitstel géén afstel komt. HAAR DOCHTER VERMOORD? De politie te Kerkrade heeft gistermiddag aangehouden een Joegoslavische vrouw al daar, in verband met den dood onder ver dachte omstandigheden van haar 15-jarige dochter. Volgens de verklaringen van getuigen moet de moeder steeds zeer bruut tegen haar dochter zijn opgetreden. RUMOERIGE AVOND IN UTRECHT. Gisteravond had in hotel de L' Europa een vergadering van den Fascistenbond plaats, waar de Baars als spreker optrad. De vergadering zelf had een rustig verloop, daar door de fascisten een zeer scherpe se lectie van publiek was toegepast. Op het Vreeburg hadden zich echter den geheelen avond honderden nieuwsgierigen verzameld, die vele rijen dik stond, alsof het een optocht goud. Vermoedelijk was deze belangstelling te danken aan het feit, dat men een commu nistische revanche verwachtte voor de ver stoorde vergadering, die eenigen tijd geleden in het N.V. huis is gehouden. Toen de ver gadering beëindigd was, werd het publiek eenigszins rumoerig, hetgeen de politie aan leiding gaf in te grijpen. Ongeveer 12 uur heeft men op uitgebreide schaal gechar geerd, waarbij rake klappen werden uitge deeld. In de Viestraat is een groot spiegel ruit bij deze relletjes vermoedelijk ingegooid. De politie hoefde niet tot arrestaties over te gaan. DE LOONEN IN HET KOOPVAARDIJBEDRIJF De organisaties van officieren en scheeps gezellen vertegenwoordigd in de contract commissie van organisaties van zeevaren den hebben naar aanleiding van de opzeg ging van het collectiefcontract door den bond van werkgevers in de koopvaardij zich tot dien bond gewend met een brief, waarin o.a. er op wordt gewezen, dat de grens van verhoudingen bij een nieuwe gage verlaging langzamerhand geheel uit het oog wordt verloren. Niettegestaande reeds vóór dien ten aanzien van de loonverhoudingen in ons land de zeevarenden in een slechtere positie waren geraakt, werden de officieren half November van het vorige jaar en scheepsgezellen in Februari van dit jaar niettemin toch gedwongen een gageverla- ging van resp. 10 en 9 te aanvaarden. Door deze verlaging zijn sinds 1932, toen de gages van de zeevarenden werden vastge steld in evenredigheid tot de overige loon- normen in ons land, de gages bijna 40 gedaald, terwijl door vermindering van pre mie en andere emolumenten voor een groot deel der officieren het inkomen ongeveer to de helft van vroeger is teruggebracht, ter wijl door de verlagingen, toegepast op de overwerkgelden voor de mindere schepee- lingen, deze overwerkgelden beneden het peil van het gewone uurloon zijn gekomen en waardoor deze categorieën ook ernstig in hun inkomen zijn getroffen. De maatstaf door de reeders thans aange legd en waarbij de gageverlaging wordt af gemeten naar de monetaire inzinking in de voornaamste zeevaartlanden, leidt tot con sequenties, welke de organisaties meenen te moeten verwerpen. Wanneer van werkgevers zijde dit standpunt wordt gehandhaafd, dan zou dit voor velen een gageverlaging van nog een 20 beteekenen. De betrokken or- ganisatiebesturen achten de beoogde verla ging voor het tegenwoordige, gezien dat eerst onlangs de boven gememoreerde kor ting heeft plaats gehad, onaanvaardbaar en zullen dienovereenkomstig aan de leden ad- viseeren. HET VERDWENEN HAAGSCHE MEISJE. Hoe haar moeder over den ge» arresteerden jongen man denkt. In verband met het verzoek om op sporing van het vermiste meisje de 18- arige Jacoba H. J. Balster, had de N. H. Ct. een onderhoud met de moeder van het meisje. Het volgende is daar- aan ontleend: Mijn dochter had, zoo vertelde mej. Balster, sedert drie maanden omgang met den 19-jarigen slagersknecht G., wiens ouders in Rotterdam wone -. Reeds vanaf zijn derde jaar was hij bij z'n grootmoeder, die hier ter stede woonachtig is en den laatsten tijd bij een oom, eveneens in den Haag Hij was blijkbaar een jongen, waarmee niet veel te beginnen was, want toen hij 14 jaar werd, kwam hij onder voogdij te staan van den heer Tics uit de Stortenbeker straat; zulks naar aanleiding van een vechtpartij met een mes. Zocdra de heer T. dan ook van de ver keering hoorde, heeft hij ons gewaar schuwd, wat voor ons aanleid'ng was, verderen omgang te verbieden. Dit hielp echter niet, ook al door het feit, dat G die groot en sterk is voor zijn leeftijd, voortdurend pressie op haar uitoefende. Wanneer we hem gadesloegen, durfde hij ons nooit in de oogen kijken. Hij maakte een indruk van iemand, die tot alles in staat is. Mijn dochter was al een paar maan den door den omgang erg moedeloos ge worden. Voorheen was het een vroolijke meid, die overdag een lichte betrekking waarnam en me 's middags en 's avonds steeds ijverig in de huishouding hielp. Langzamerhand werd ze stil en terug getrokken. Op Maandagmorgen 11 Juli ging ze voor het eerst in betrekking bij een familie aan de Laan van N. O. I., waar het haar, naar ze me 's middags vertel de, heel goed beviel, 's Avonds is ze met G. op stap gegaan en niet meer terug gekeerd. Dienzelfden avond is ze met G. de familie S. gegaan woonachtig den Zuid-Binnensingel, waar hij haar onderdak gevraagd heeft. S gerde echter en deelde later mede, te hebben gehoord, dat G. tegen haar bij het naderen van een politie-agent i zeide: „Verberg je achter de deur". Waar zij den nacht hebben doorge bracht, weet ik niet, aldus mej. Balster, maar mij is verteld, dat ze zich Dinsdag morgen om 10 min. voor 7 bij een vrien din van mijn dochter hebben vervoegd op de Hooftskade. Ook daar heeft G. om onderdak voor haar verzocht, doch het meisje, wier moeder dood is, wilde daarop niet ingaan. G. heeft mijn dochter toen bij haar gelaten, en is haar D'nsriairmidriag om 1 uur komen halen. „Trek vlug je man tel aan" zou hij haar hebben bevolen. Samen zijn ze toen vertrokken. Haar vriendin heeft me direct gewaarschuwd, waarop ik me met de politie in verbin ding heb gesteld; tot heden echter zon der resultaat. Naar ik vernomen heb, heeft een meisje van een bakker aan de Laan van N. O. I., waar ze brood had gehaald, haar het laatst gezien op Donderdag avond j.1. in Spoorwijk. Ze zag er erg armoedig en vermagerd uit. Of dit waar is, weet ik niet. Ik ver moed het ergste, want G. is zeer onbe trouwbaar. Ik heb, zoo besloot de moe der, nog niets dan ellende van hem be leefd. naar aan voor wei- BEZUINIGING BIJ DE SPOOR WEGEN. Het lid van de Tweede Kamer, de heet Hermans, heeft den minister van van water staat gevraagd: Is het juist, dat de hoofdingenieur, chef van den dienst van tractie, bij de Nederland sche Spoorwegen, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd volgens reglementair voorschrift den dienst met pensioen moet ver laten? Is het juist, dat deze ambtenaar op zijn verzoek voorloopig nog een jaar in diepst mag blijven en dat de afdeeling, waarvan hij chef is, daarna zal worden opgeheven? Is het juist dat bedoelde ambtenaar een jaarwedde geniet, die ver boven de 10.000 uitgaat? Indien op deze vragen bevestigend wordt geantwoord, wil de minister dan aan de di rectie der Spoorwegen verzoeken mede te deelen, op welke gronden in dat geval wè! een uitzondering kan worden gemaakt en niet bijv. te opzichte van een stationschef, die 49 jaren en elf maanden diende, maar wien geen maand uitstel werd verleend, wegens nood' zakelijkheid van bezuiniging? ONFORTUINLIJKE INBREKERS. Gestolen brandkast op een autb teruggevonden. Donderdagavond zag de rijksveldwachter van Heel op een landweg onder de gemeente AbcoudeBaambrugge een auto staan en bij onderzoek bleek hem dat daarin een met een kleed overdekte brandkast geborgen lag. Toen hij den auto met inhoud vorderde, werd hij door twee mannen bedreigd, die bij het voertuig behoorden, waarna hij zijn revolver, trok. De veldwachter slaagde erin den chauffeur met den auto en de brandkast aan te houden. Bovendien bleek later, dat zich in den auto nog een tasch met inbrekerewerktui gen bevond. De tweede man, die in gezel schap was van een vrouw, kon ontkomen. De aangehouden chauffeur bleek te zijn de 2ó< jarige Amsterdammer van C. Uit het onder zoek kwam vast te staan dat de brandkast te Nieuwer-Amstel tijdens de afwezigheid van de familie van Klaveren, aan de van Borse- laan 74 te Nieuwer-Amstel Donderdag op den dag was gesloten. -Toen de auto met de kast in beslag waren ogenomen, bleek dat reeds pogingen waren aangewend de kast te openen. De chauffeur van C. is ter beschik king van de politie van Nieuwer-Amstel ge- I steld. De politie meent ook den tweeden dader op het spoor te zijn. T

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 7