DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Pruisen en de Rijksregeering. DE MOORDAANSLAG OP PRESIDENT DOUMER. ^Buitenland BageUikschOjueczicfU No. 174 Dinsdag 26 Juli 1932 134e Jaargang De noodverordeningen inzahe Pruisen in de centrale commissie van den Rijksdag besproken. Wat zal de Regeering doen? ZWARE WOLKBREUK BOVEN KENT. Gorgoelof voor de Parijsche rechtbank. De eerste dag brengt geen bizondere onthullingen, noch over den moord, noch over den moordenaar. Groote belangstelling. Het verhoor. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Directeur: C. KRAK. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTÏEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. De Duitsche rijksdag commissie heeft gis teren een langdurige en belangrijke bijeen- komts gehouden, waarin uitvoerig gepraat is van de verschillende noodverordeningen van den laatsten tijd, d.w.z. die, welke de rijks regeering heeft uitgevaardigd t.o.v. Pruisen. Van de zijde van het Centrum werd voor gesteld, dat deze noodverordeningen zouden worden opgeheven; de soc.-dem. eischen hetzelfde en de communisten eischen boven dien opheffing van het demonstratie verbod. Dr. Verman (Centrum) verklaarde, dat de Centrum afgevaardigden, die lid zijn der commissie, het zelfde standpunt innemen als de Centrumvertegenwoordigers in de vroe gere commissies van toezicht, n.1. dat de commissie niet het recht heeft te eischen dat de noodverordeningen direct moeten worden opgeheven. Daarom hebben de ingediende Centrumvoorstellen slechts de beteekenis uit juridische en politieke motieven van de Rijksregeerng te eischen met de haar ten dienste staande middelen de noodverorde ningen direct buiten werking te stellen. De noodzakelijkheid voor de actie in Pruisen, het feit dat de Pruisische Rijksre geering haar plichten niet heeft vervuld, is tot nu toe door de Rijksregeering niet met be wijzen aangetoon. Zeer zeker kan gesproken worden van verstoring der openbare orde en veiligheid, doch zulks is niet alleen in Pruisen het geval, doch ook in andere kleine re landen in Noord-Duitschland. Wel is waar komen deze ordeverstoringen van de zijde der communisten, doch ae oorzaak ligt in laatste instantie in de opheffing van het uniformverbod en wedertoelating der S.A. Indien niet bewezen kan worden, dat hooge ambtenaren der Pruisische staatsregeering met de communisten in verbinding hebben gestaan om politieke complotten te smeden, dan zou het Centrum de eerste partij zijn, welke zoo eischen dat deze menschen direct zouden worden ontslagen. Doch tot nu toe, aldus Vegmann, is geen steekhoudend mate riaal ingediend om deze door de Rijksre- ring ingebrachte beschuldiging te staven. o Nadat nog enkele leden der commissie van toezicht van den Rijksdag het woord hadden gevoerd, zeide de Rijksminister van Binnen- landsche Zaken, von Gayl, dat de commissie noch een orgaan van den ontbonden Rijks dag is, ijoch een orgaan van den volgenden Rijksdag, doch een zelfstandige tusschenor- ganisatie welke krachtens de grondwet is in gesteld tusschen twee verkiezingsperioden. De commissie heeft slechts de taak en de be voegdheden welke haar door de grondwet worden gegeven. Derhalve treedt zij niet op als een soort pseudo-Rijksdag in de plaats van den ontbonden Rijksdag. Zij is er voor de garantie, niet voor de waarneming van de rechten der volksvertegenwoordigers te genover de IJijksregeering. Haar belangrijkste taak is het afwijzen van eventueele aanvallen der Rijksregeering op de rechten van de volksvertegenwoordi ging. Bij de vervulling van deze taak kan de commissie besluiten door den volgenden Rijksdag te nemen voorbereiden en praeadvi- seeren, feiten constateeren en verklaringen afleggen. Zij heeft geen aandeel in de uit voerende macht, evenmin als eenig toezicht op de Rijksregeering. De Rijksregeering is der commissie geen verantwoording schul dig. Uit dien hoofde komt de benaming der commissie „Uberwachungsausschuss" dan ook niet met de grondwet overeen en reeds vroeger is deze benaming dan ook op ver langen van de Rijksregeering geschrapt van de agenda. Maatregelen van den Rijkspresi dent op grond van art. 48, lid 1 en 2 der Rijksgrondwet, waarvan de Rijkspresident den Rijksdag onverwijld kennis moet geven, worden niet aan de commissie te kennisse ge bracht. Deze heeft ook niet het recht de bui- tenwerkingstelling van maatregelen van den Rijkspresident of van de Rijksregeering te eischen. Dit alles, aldus de minister, is veel jarige staatspractijk en principieel erkend door de staatswetenschap. De Rijksregeering staat, wat haar standpunt betreft, op de zelf de pasis als de vroegere Rijksregeeringen. In antwoord op vragen gedaan van Cen trumzijde verklaarde Rijkskanselier von Pa pen dat de Rijksregeering de verkiezingsvrij heid op 31 Juli in ieder opzicht zal verze keren. De Centrumafgevaardigde Ersing zeide te betreuren dat de Rijksregeering een zakelij ke beraadslaging van de hand wijst. De minister voor de Rijksweer von Schlei- cher sprak er zijn leedwezen over uit dat de Rijksweer de laatste dagen heeft moeten in grijpen. In het bijzonder betreurt generaal von Rundstedt zulks. Hij heeft nog onlangs den wensch uitgesproken den uitzonderings toestand weer op te heffen. Indien dergelijke maatregelen evenwel noodig zijn, dan kun nen onder zekere omstandigheden scherpe maatregelen niet worden vermeden. Met alle duidelijkheid verklaarde de minister dat de weermacht het niet zal toelaten met wie dan ook de haar toegekende constitutioneele rechten te deelen. De weermacht zal tegen hen die zich dergelijke functies zouden aan matigen optreden. o Door de aanwezige commissieleden werd vervolgens bij afwezigheid van den verte genwoordiger der conservatieven, met alge- meene stemmen het centrumvoorstel aange nomen waarbij de commissie „eischt" dat de noodverordeningen d.d. 20 Juli inzake de instelling van een Rijkscommissariaat voor Pruisen en het afkondigen van den uitzonde ringstoestand worden ingetrokken. Het sociaal democratische voorstel, waar bij de commissie van de Rijksregeering eischt, dat de beide noodverordeningen buiten werking worden gesteld, werd even eens aangenomen. Het Centrum onthield zich van stemming, omdat de kwestie der competentie van de commissie in deze aange legenheid omstreden wordt. Bij stemmenonthouding van het centrum werd door de commissie eigenlijk dus met de stemmen der sociaal democraten en commu nisten, voorts aangenomen een sociaal de mocratisch voorstel de noodverordeningen van 14 en 28 Juni j.1. inzake politieke exes- sen buiten werking te stellen. Met algemeene stemmen werd het Cen trumvoorstel inzake opheffing dezer beide noodverordeningen aangenomen. Voorts werd bij stemonthouding van het Centrum een voorstel der beiersche Volks partij aangenomen, waarbij de buitenwer- kingstelling der noodverordening inzake politieke exseccen d.d. 28 Juni wordt ge- eischt. De Rijksregeering heeft, zooals bekend, verklaard zich niet gebonden te achten aan de beslissingen der commissie. o Weer hebben botsingen plaats gehad in Berlijn.,Gisteravond hadden er n.1. op ver schillende plaatsen der stad communistische samenscholingen plaats. In de Stargaderstrasse werden politieagen ten door 'n groep communisten van ongeveer 1000 man in het nauw gedreven, zoodat zij zich gedwongen zagen van de vuurwapenen gebruik te maken. Een sommunist kreeg een schot in de borst en moest naar het zieken huis overgebracht. Ook in het Oosten van Berlijn en in Neukoelln trachtten de commu nisten optochten te formeeren. Deze werden echter door de politie uiteengedreven. In het Zuid-Oosten van Berlijn hadden de communisten een uit een venster hangende nationaal socialistische vlag weggescheurd. Toen politie tegen de daders wilde optreden, opende communisten uit 'n vensters 't vuur op de beambten. Ook hier moest de politie ge bruik maken van de vuurwapenen. Bij de gehouden huiszoekingen werd een 37-jarige vrouw met een schot in het hoofd zwaar ge wond gevonden. Zij is naar het ziekenhuis vervoerd. Het gelukte de politie de orde weer te her stellen. Inzake Encke en Brueer wordt van bevoeg de zijde medegedeeld, dat de militaire bevel hebber tegen de beide gearresteerden bij het O.M. vervolging heeft bevolen. De behande ling der aangelegenheid ligt thans derhalve in handen van de gewone rechtbank, d.w.z. voor zoover Encke betreft bij het Landgericht en voor zoover Breuer betreft bij het Rijks- gericht. Nader wordt medegedeeld, dat de kolonei der politie 'Encke er van wordt beschuldigd zich te hebben verzet tegen de instructies wel ke door den uitvoerenden macht waren gege ven. Encke wordt op grond van de verorde ning van den Rijkspresident inzake den uit zonderingstoestand te Berlijn en de provin cie Brandenburg vervolgd. Het proces tegen Breuer zal worden aan hangig gemaakt bij den Oberreichsanwalt, aangezien Breuer er van verdacht wordt zich te hebben schuldig gemaakt aan hoogver raad. u.i»A!\..'.'.TWsni OPHEFFING VAN DEN UITZONDERINGSTOESTAND IN PRUISEN. Hedenmiddag zal de verordening van den rijkspresident in zake de opheffing van den uitzonderingstoestand in Pruisen worden af gekondigd. Zij bestaat uit slechts twee para grafen. Paragraaf 1 houdt in, dat de verordening van den rijkspresident van 20 J[uli j.1. inzake de afkondiging van den militairen uitzonde ringstoestand voor Berlijn en de mark Bran denburg wordt opgeheven. De tweede para graaf houdt in, dat de uitgevaardigde ver boden van periodieke geschriften van kracht blijven. De verordening treedt bij afkondi ging, dus hedenmiddag, in werking. DUITSCHE GEARRESTEERD, VERDACHT VAN SPIONNAGE. Naar de Agence Fournier meldt, is te An- rtemass nabij Geneve, op Frausch grondge bied een Duitsche gearresteerd, verdacht van spionnage. Haar naam wordt niet bekend gemaakt. Alleen werd medegedeeld, dat zij zich in begeleiding van een Italiaan-op weg bevond van Chamonix naar Zwitserland. De Italiaan is eveneens gearresteerd, maar na het verhoor weer op vrije voeten gesteld. IERSCH ULTIMATUM AAN ENGELAND. In het orgaan van De Valera, de „Irish Press" wordt verklaard, dat het Iersche aan bod om de kwestie der schadeloossstellingen san Engeland voor te leggen aan een scheidsgerecht met buitenlandsche assesoren. binnenkort zal worden ingetrokken, wanneer Engeland geen tegemoetkoming toont. Het hierdoor vrijkomende geld, dat tot dusverre geplaatst was op een tusschenreke- ning, zal dan worden benut voor de finan ciering van den landbouw en .van andere economische kringen, die door den economi- schen oorlog met Engeland worden ge troffen. Meer dan 30 uur achter elkaar heeft het in het Engelsche graafschap Kent geregend. Gisteravond ontlastte zich een ware wolk breuk, zoodat op tal van plaatsen overstroo mingen ontstonden. Op sommige plaatsen aan de Zuid-Oostkust is in de laatste 24 uur meer dan 2" water gevallen. DE TOESTAND IN GRAN CHACO. Volgens berichten uit Salta in Bolivia zijn Zondag twee troepenafdeelingen, die uitge rust zijn met machinegeweren en artillerie, naar Gran Chaco afgemarcheerd. De million- nair Petino heeft het Boliviaansche leger 15 vliegtuigen ten geschenke gegeven. Het mi nisterie van oorlog van Paraguay ontkent volgens een bericht uit Asuncion de berichten volgens dewelke in Paraguay een algemeene mobilisatie zou plaats vinden. De president heeft den toestand echter zeer ebnstig ge noemd. Generaal Kundt opperbevel hebber der Boliviaansche troepen. Naar uit La Paz gemeld wordt, is het oppercommando over de Boliviaansche troe pen opgedragen aan generaal Kundt. De Boliviaansche regeering heeft in een nota aan den Amerikaanschen staatssecre taris Stimson medegedeeld, dat zij een non- aggressiepact met Paraguay niet kon sluiten zonder haar waardigheid te kwetsen. Bolivia is niet geneigd zich bloot te stellen aan een herhaling der Paraguaansche beleedigingen DE GEBEURTENISSEN IN CHINA. Mededeeling van maarschalk Tchang Hau Liang aan de cen trale regeering. De Chineesche legatie te Den Haag deelt het volgende mede: Maarschalk Tchang Hau Liang heeft d.d. 19 Juli 1932 de Centrale Regeering het vol gende telegram gezonden: Den 17 Juli is een reigizerstrein door bandieten aangevallen. De militaire autori teiten te Jéhol hebben ingegrepen en troepen gezonden om de bandieten te achtervolgen. Onverwacht heeft een Japansche pantser- trein de stad Chao Yang aangevallen. De plaatselijke commandant heeft den Japan ners de reden gevraagd van dezen aanval. De Japanners hebben hierop vuur gegeven. De commandant werd aan het been verwond. Den 18 Juli hebben vijf Japansche vlieg tuigen een dertig bommen geworpen in de omgeving van Chau Yang, zoowel op de groote verkeerswegen als op de belangrijk ste militaire opslagplaatsen, terwijl zij hun mitrailleurs gedurende een half uur onaf gebroken vuur hebben doen geven. Tienta- tallen Chineesche ambtenaren zijn gedood of gewond. Terwijl China wacht op het antwoord van den Volkenbond inzake het Japansche Chi neesche conflict met betrekking tot de drie Oostelijke Chineesche provincies, gaan de Japanners voort den toestand ernstiger te maken door. aanvallen te doen op Jéhol, welke aanvallen China genoodzaakt zal zijn af te slaan. Onder reusachtige belangstelling is giste ren, naar wij reeds gemeld hebben, te Parijs het proces begonnen tegen Gorgoelof, den moordenaar van president Doumer. Het proces zal waarschijnlijk drie dager, duren. Reeds des nachts tegen 4 uur had zich voor het gerechtsgebouw een file gevormd en vroeg in den ochtend stond een reusachtige menigte te wachten, in de hoop tot de tribune te worden toegelaten. Aangezien er slechts vijftig plaatsen voor het publiek beschikbaar zijn, konden werkloozen, die reeds gister avond een plaatsje bij den ingang ingenomen hadden, vanmorgen een plaats voor 100 francs en meer verkoopen. Een groote politiemacht handhaafde de orde, terwijl op de breede trappen van het palais de justice soldaten van de garde repu- blicaine staan opgesteld. Ieder, die wordt toe gelaten wordt aan een streng onderzoek on derworpen. Tegen 11 uur begpn de zaal zich langzaam te vullen. De perstribune, die voor deze ge legenheid is uitgebreid, werd gevuld door ruim honderd journalisten van schier alle nationaliteiten. Even voor twaalven betrad Gorgoelof tus schen twee politiebeambten de zaal en nam plaats op de beklaagdenbank. Zijn opvallen de kalmte vormde een groote tegenstelling met de nervositeit van de ambtenaren en bijna alle aanwezigen in de zaal. Klokslag 12 uur kondigde een deurwaarder de komst van het gerechtshof aan. President is de 70-jarige rechter Dreyfus, 'n grijsaard met een langen witten baard, gehuld in een roodfluweelen toga. Hij wordt gevolgd door den procureur-generaal Donath Guige en de overige leden van de rechtbank. President Dreyfus verklaarde te ruim 12 uur de zitting voor geopend en de griffiers begonnen met de gebruikelijke formaliteiten. Op dat oogenblik wordt de actie van be schuldiging tegen Gorgoelof voorgelezen. Uit den aard der zaak brengt zij geen nieuws. Dc beklaagde wordt door een tolk bijgestaan. Hij zal zich vooral tegen de beschuldiging van met voorbedachten rade gehandeld te hebben, moeten verdedigen. Terstond na voorlezing van de acte van be schuldiging krijgt de advocaat het woord om conclusie te nemen aangaande de geweigerde contra-expertise van psychiatrische zijde. Hij wil, dat daartoe nog wordt overgegaan. De zaal is stampvol, hoe streng de toegang ook bewaakt wordt. Er zijn eenige personen, die de aandacht trekken, met name behalve de beklaagde, die een afgestompten indruk maakt en zijn advocaat met patriarchalen baard, Claude Farrère, de kozak, die meent intertijd door Gorgoelof als vertegenwoordi ger van de Tsjeka mishandeld te zijn en mevrouw Gorgoelof. De laatste doet niet anders dan snikken en mompelt voor zich heen: Mijn God, hij had dat nooit moeten doen. Wat is hij mager geworden. Op het verzoek van den verdediger om den psychiaters van de verdediging gelegenheid te geven tusschen de rechtzittingen vrij met den beklaagde te mogen praten, antwoordde president Dreyfus, dat hij zulks niet mocht toestaan, daar de deskundigen als getuigen zijn gedagvaard en dus niet met den beklaag de in aanraking mogen komen. Voordat het verhoor van Gorgoelof begon maande de president het publiek aan zich kalm te houden. Dat is de eenige manier om Paul Doumer, den grooten burger, dien Frankrijk verloren heeft, nog een laatste eer te bewijzen. Hierop volgde het verhoor van den be klaagde. Gorgoelof begint in onsamenhangen de zinnen over den aanslag en zijn politieke opvattingen te spreken. Hij is te Rostof a. d Don onder den naam Koskoi tooneelspeler geweest en heeft onder 't psuedoniem Paul Bréde boeken geschreven. Hij heeft nooit be trekkingen onderhouden met de bolsjewiki Hij had contact gezocht met boeren, doch nooit politiek bedreven. Hij is nooit aanhan ger van de monarchie geweest, want de monarch heeft zijn vaderland verraden. De president merkte op, dat een kozak. Lazaret geheeten, in het voorloopig onder zoek heeft verklaard, dat Gorgoelof agent van de Tsjeka is geweest, en dat hij door Gor goelof, die zich toen Mongol noemde, mis handeld was. Gorgoelof: „Dat is gelogen-" Gorgoelof noemde verder Lazaref een spion, een agent van de monarchisten. Hij, Gorgoelof, is idealist. Hij heeft zijn ziel niet willen verkoopen. Maar menschen als Laza ref zijn als spionnen verkocht. Hij begrijpt, dat zijn leven ten einde is. Hij zou het ook niet willen voortzetten. Toen de president hem herinnerde aan zijn vlucht uit Rusland, zei de beklaagde: Ia. ik ben 's nachts over de grens gegaan. De roode gardisten hebben ook op mij geschoten, doch mij niet geraakt. Ik ben daarop naar War schau gegaan en heb daar omgegaan met Russische democraten. In Polen heb ik mijn studie voortgezet. Bij het verdere verhoor hield de president den beklaagde o.a. voor, dat er te Praag klachten van tal van vrouwen tegen hem wa ren ingediend, wier geld hij, onder voorgeven geld voor een operatie noodig te hebben, had opgemaakt. Gorgoelof: „Dat is een monarchistisch complot. Alles zweert tegen mij samen!" Toen de stichting behandeld werd van Gorgoelof's Groene Partij probeerde de be klaagde met aanteekeningen in de hand een toespraak te houden tot het publiek, doch al dadelijk bij de woorden „Hoort mij aan, Frankrijk", maakte de president daar een ein de aan. Gorgoelof vertelde vervolgens, dat hij de Groene Partij gesticht had met een dertig leden. Hij had ze alle dertig uit de partij moeten stooten, omdat zij hem hadden ver raden. Vervolgens besprak hij zijn verblijf in Frankrijk en zijn vierde huwelijk met een Zwitsersche, die een bruidsschat van 40.000 frs. meebracht. Hij gaf toe daarvan 10 000 frs. in het casino te Monte Carlo verspeeld te hebben. Ten slotte kwam ook de dag van den moord ter sprake. Van de bijzonderheden van zijn aanslag zeide de beklaagde zich niets meer te herinneren. Hij weidde echter uitvoerig uit over de motieven die hem tot zijn daad ge bracht hadden en verzekerde, dat hij niet Doumer had willen dooden, tegen wien hij geen wrok koesterde, doch den man, die de noodlottige politiek tegen Rusland leidde. Na een korte onderbreking van de zitting in het proces-Gorgoelof werd het verhoor van beklaagde voortgezet, waarbij de president vergeefs trachtte de richting der z.g. groene partij, welke Gorgoelof had opgericht, vast te stellen. De president wees er op, dat Gorgu- lof de bedoeling heeft gehad toe te treden tot de groep van Hitier. Beklaagde verwierp deze onderstelling evenwel ten zeerste en noemde haar eveneens een aanval van zijn politieke tegenstanders. Ten slotte kwam de president te spreken over de eigenlijke misdaad, den moord op den president van de republiek. Hij wees er op, dat Gorgoelof den nacht voor den moord in een hotel had doorgebracht met een vrouw, die hij op straat had ontmoet, en den nacht zelve zijn „herinneringen van Dr. Paul Gorgoelof, den man. die president Doumer heeft vermoord" heeft geschreven. Voortgaande zeide president: Den volgen den morgen dronk Gorgoelof in een bar zeven glazen wijn en een hoeveelheid cognac, waar na hij zich naar het tentoonstellingsgébouw begaf, waar zich korten tijd later het drama afspeelde. Toen Gorgoelof opmerkt: „Ik heb eerst ge aarzeld den president te dooden", antwoord de de president: „U hadt echter te voren uw revolver geprobeerd en bovendien voorzich tigheidshalve een tweede revolver meegeno men. U wist, dat de president een oude heer was, die zijn vaderland reeds vier zonen in den oorlog had geofferd. Hierop antwoordde Gorgoelof: „Ik heb niet den heer Doumer gedood, maar den president der republiek, van wien ik wist, dat hij de politiek van het land leidde". Op den vraag van den president, of hij alleen gehandeld had, verklaarde Gorgoelof, dat hij alleen reeds daarom geen helpers kon hebben, omdat hij voortdurend door ver raders was omringd geweest. Na het verhoor van den beklaagde gaf oud minister Reynaud een uitvoerige beschrijving van den aanslag. Aan het slot van zijn verhoor heeft Gor goelof een lange verklaring afgelegd, waar in hij zeide, dat zijn aanslag niets was dan een groote proclamatie uit naam van 150 mil- lioen Russische boeren, die tot dwangarbeid zijn veroordeeld. Het is vreeselijk, dat de wereld de sovjets maar laat begaan. Hij had het idee gehad een bondgenootschap te sluiten met de Fransche republiek tegen de sovjet; maar Frankrijk heeft zijn denkbeeld met min achting bejegend. Op de vraag of hij dan een stap dienaan gaande bij de Fransche regeering gedaan had, antwoordde Gorgoelof „Neen". Uit zijn trekken bleek, dat hij er zich over verbaasae, dat hij -daaraan niet gedacht had. Het verdere getuigenverhoor geschiedt van daag. Indrukken van het proces. De N.R.C-correspondent te Parijs meldde gisteravond: De eerste zitting van het proces-Gorgoelof is kalm voorbijgegaan. In het geheel worden er drie zittingen verwacht. Woensdagavond kan de uitspraak vallen. Incidenten hebben

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1