DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Pruisen en de Rijksregeering.
DE MOORDAANSLAG
OP PRESIDENT DOUMER.
^Buitenland
BageUikschOjueczicfU
No. 174
Dinsdag 26 Juli 1932
134e Jaargang
De noodverordeningen inzahe Pruisen in
de centrale commissie van den Rijksdag
besproken.
Wat zal de Regeering doen?
ZWARE WOLKBREUK BOVEN
KENT.
Gorgoelof voor de Parijsche rechtbank. De eerste
dag brengt geen bizondere onthullingen, noch over
den moord, noch over den moordenaar.
Groote belangstelling.
Het verhoor.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTÏEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De Duitsche rijksdag commissie heeft gis
teren een langdurige en belangrijke bijeen-
komts gehouden, waarin uitvoerig gepraat is
van de verschillende noodverordeningen van
den laatsten tijd, d.w.z. die, welke de rijks
regeering heeft uitgevaardigd t.o.v. Pruisen.
Van de zijde van het Centrum werd voor
gesteld, dat deze noodverordeningen zouden
worden opgeheven; de soc.-dem. eischen
hetzelfde en de communisten eischen boven
dien opheffing van het demonstratie verbod.
Dr. Verman (Centrum) verklaarde, dat de
Centrum afgevaardigden, die lid zijn der
commissie, het zelfde standpunt innemen als
de Centrumvertegenwoordigers in de vroe
gere commissies van toezicht, n.1. dat de
commissie niet het recht heeft te eischen dat
de noodverordeningen direct moeten worden
opgeheven. Daarom hebben de ingediende
Centrumvoorstellen slechts de beteekenis
uit juridische en politieke motieven van de
Rijksregeerng te eischen met de haar ten
dienste staande middelen de noodverorde
ningen direct buiten werking te stellen.
De noodzakelijkheid voor de actie in
Pruisen, het feit dat de Pruisische Rijksre
geering haar plichten niet heeft vervuld, is
tot nu toe door de Rijksregeering niet met be
wijzen aangetoon. Zeer zeker kan gesproken
worden van verstoring der openbare orde
en veiligheid, doch zulks is niet alleen in
Pruisen het geval, doch ook in andere kleine
re landen in Noord-Duitschland. Wel is
waar komen deze ordeverstoringen van de
zijde der communisten, doch ae oorzaak ligt
in laatste instantie in de opheffing van het
uniformverbod en wedertoelating der S.A.
Indien niet bewezen kan worden, dat hooge
ambtenaren der Pruisische staatsregeering
met de communisten in verbinding hebben
gestaan om politieke complotten te smeden,
dan zou het Centrum de eerste partij zijn,
welke zoo eischen dat deze menschen direct
zouden worden ontslagen. Doch tot nu toe,
aldus Vegmann, is geen steekhoudend mate
riaal ingediend om deze door de Rijksre-
ring ingebrachte beschuldiging te staven.
o
Nadat nog enkele leden der commissie van
toezicht van den Rijksdag het woord hadden
gevoerd, zeide de Rijksminister van Binnen-
landsche Zaken, von Gayl, dat de commissie
noch een orgaan van den ontbonden Rijks
dag is, ijoch een orgaan van den volgenden
Rijksdag, doch een zelfstandige tusschenor-
ganisatie welke krachtens de grondwet is in
gesteld tusschen twee verkiezingsperioden.
De commissie heeft slechts de taak en de be
voegdheden welke haar door de grondwet
worden gegeven. Derhalve treedt zij niet op
als een soort pseudo-Rijksdag in de plaats
van den ontbonden Rijksdag. Zij is er voor
de garantie, niet voor de waarneming van
de rechten der volksvertegenwoordigers te
genover de IJijksregeering.
Haar belangrijkste taak is het afwijzen
van eventueele aanvallen der Rijksregeering
op de rechten van de volksvertegenwoordi
ging. Bij de vervulling van deze taak kan de
commissie besluiten door den volgenden
Rijksdag te nemen voorbereiden en praeadvi-
seeren, feiten constateeren en verklaringen
afleggen. Zij heeft geen aandeel in de uit
voerende macht, evenmin als eenig toezicht
op de Rijksregeering. De Rijksregeering is
der commissie geen verantwoording schul
dig. Uit dien hoofde komt de benaming der
commissie „Uberwachungsausschuss" dan
ook niet met de grondwet overeen en reeds
vroeger is deze benaming dan ook op ver
langen van de Rijksregeering geschrapt van
de agenda. Maatregelen van den Rijkspresi
dent op grond van art. 48, lid 1 en 2 der
Rijksgrondwet, waarvan de Rijkspresident
den Rijksdag onverwijld kennis moet geven,
worden niet aan de commissie te kennisse ge
bracht. Deze heeft ook niet het recht de bui-
tenwerkingstelling van maatregelen van den
Rijkspresident of van de Rijksregeering te
eischen. Dit alles, aldus de minister, is veel
jarige staatspractijk en principieel erkend
door de staatswetenschap. De Rijksregeering
staat, wat haar standpunt betreft, op de zelf
de pasis als de vroegere Rijksregeeringen.
In antwoord op vragen gedaan van Cen
trumzijde verklaarde Rijkskanselier von Pa
pen dat de Rijksregeering de verkiezingsvrij
heid op 31 Juli in ieder opzicht zal verze
keren.
De Centrumafgevaardigde Ersing zeide te
betreuren dat de Rijksregeering een zakelij
ke beraadslaging van de hand wijst.
De minister voor de Rijksweer von Schlei-
cher sprak er zijn leedwezen over uit dat de
Rijksweer de laatste dagen heeft moeten in
grijpen. In het bijzonder betreurt generaal
von Rundstedt zulks. Hij heeft nog onlangs
den wensch uitgesproken den uitzonderings
toestand weer op te heffen. Indien dergelijke
maatregelen evenwel noodig zijn, dan kun
nen onder zekere omstandigheden scherpe
maatregelen niet worden vermeden. Met alle
duidelijkheid verklaarde de minister dat de
weermacht het niet zal toelaten met wie dan
ook de haar toegekende constitutioneele
rechten te deelen. De weermacht zal tegen
hen die zich dergelijke functies zouden aan
matigen optreden.
o
Door de aanwezige commissieleden werd
vervolgens bij afwezigheid van den verte
genwoordiger der conservatieven, met alge-
meene stemmen het centrumvoorstel aange
nomen waarbij de commissie „eischt" dat de
noodverordeningen d.d. 20 Juli inzake de
instelling van een Rijkscommissariaat voor
Pruisen en het afkondigen van den uitzonde
ringstoestand worden ingetrokken.
Het sociaal democratische voorstel, waar
bij de commissie van de Rijksregeering
eischt, dat de beide noodverordeningen
buiten werking worden gesteld, werd even
eens aangenomen. Het Centrum onthield
zich van stemming, omdat de kwestie der
competentie van de commissie in deze aange
legenheid omstreden wordt.
Bij stemmenonthouding van het centrum
werd door de commissie eigenlijk dus met de
stemmen der sociaal democraten en commu
nisten, voorts aangenomen een sociaal de
mocratisch voorstel de noodverordeningen
van 14 en 28 Juni j.1. inzake politieke exes-
sen buiten werking te stellen.
Met algemeene stemmen werd het Cen
trumvoorstel inzake opheffing dezer beide
noodverordeningen aangenomen.
Voorts werd bij stemonthouding van het
Centrum een voorstel der beiersche Volks
partij aangenomen, waarbij de buitenwer-
kingstelling der noodverordening inzake
politieke exseccen d.d. 28 Juni wordt ge-
eischt.
De Rijksregeering heeft, zooals bekend,
verklaard zich niet gebonden te achten aan
de beslissingen der commissie.
o
Weer hebben botsingen plaats gehad in
Berlijn.,Gisteravond hadden er n.1. op ver
schillende plaatsen der stad communistische
samenscholingen plaats.
In de Stargaderstrasse werden politieagen
ten door 'n groep communisten van ongeveer
1000 man in het nauw gedreven, zoodat zij
zich gedwongen zagen van de vuurwapenen
gebruik te maken. Een sommunist kreeg een
schot in de borst en moest naar het zieken
huis overgebracht. Ook in het Oosten van
Berlijn en in Neukoelln trachtten de commu
nisten optochten te formeeren. Deze werden
echter door de politie uiteengedreven.
In het Zuid-Oosten van Berlijn hadden de
communisten een uit een venster hangende
nationaal socialistische vlag weggescheurd.
Toen politie tegen de daders wilde optreden,
opende communisten uit 'n vensters 't vuur op
de beambten. Ook hier moest de politie ge
bruik maken van de vuurwapenen. Bij de
gehouden huiszoekingen werd een 37-jarige
vrouw met een schot in het hoofd zwaar ge
wond gevonden. Zij is naar het ziekenhuis
vervoerd.
Het gelukte de politie de orde weer te her
stellen.
Inzake Encke en Brueer wordt van bevoeg
de zijde medegedeeld, dat de militaire bevel
hebber tegen de beide gearresteerden bij het
O.M. vervolging heeft bevolen. De behande
ling der aangelegenheid ligt thans derhalve
in handen van de gewone rechtbank, d.w.z.
voor zoover Encke betreft bij het Landgericht
en voor zoover Breuer betreft bij het Rijks-
gericht.
Nader wordt medegedeeld, dat de kolonei
der politie 'Encke er van wordt beschuldigd
zich te hebben verzet tegen de instructies wel
ke door den uitvoerenden macht waren gege
ven. Encke wordt op grond van de verorde
ning van den Rijkspresident inzake den uit
zonderingstoestand te Berlijn en de provin
cie Brandenburg vervolgd.
Het proces tegen Breuer zal worden aan
hangig gemaakt bij den Oberreichsanwalt,
aangezien Breuer er van verdacht wordt zich
te hebben schuldig gemaakt aan hoogver
raad.
u.i»A!\..'.'.TWsni
OPHEFFING VAN DEN
UITZONDERINGSTOESTAND IN
PRUISEN.
Hedenmiddag zal de verordening van den
rijkspresident in zake de opheffing van den
uitzonderingstoestand in Pruisen worden af
gekondigd. Zij bestaat uit slechts twee para
grafen.
Paragraaf 1 houdt in, dat de verordening
van den rijkspresident van 20 J[uli j.1. inzake
de afkondiging van den militairen uitzonde
ringstoestand voor Berlijn en de mark Bran
denburg wordt opgeheven. De tweede para
graaf houdt in, dat de uitgevaardigde ver
boden van periodieke geschriften van kracht
blijven. De verordening treedt bij afkondi
ging, dus hedenmiddag, in werking.
DUITSCHE GEARRESTEERD,
VERDACHT VAN SPIONNAGE.
Naar de Agence Fournier meldt, is te An-
rtemass nabij Geneve, op Frausch grondge
bied een Duitsche gearresteerd, verdacht van
spionnage. Haar naam wordt niet bekend
gemaakt. Alleen werd medegedeeld, dat zij
zich in begeleiding van een Italiaan-op weg
bevond van Chamonix naar Zwitserland. De
Italiaan is eveneens gearresteerd, maar na
het verhoor weer op vrije voeten gesteld.
IERSCH ULTIMATUM AAN
ENGELAND.
In het orgaan van De Valera, de „Irish
Press" wordt verklaard, dat het Iersche aan
bod om de kwestie der schadeloossstellingen
san Engeland voor te leggen aan een
scheidsgerecht met buitenlandsche assesoren.
binnenkort zal worden ingetrokken, wanneer
Engeland geen tegemoetkoming toont.
Het hierdoor vrijkomende geld, dat tot
dusverre geplaatst was op een tusschenreke-
ning, zal dan worden benut voor de finan
ciering van den landbouw en .van andere
economische kringen, die door den economi-
schen oorlog met Engeland worden ge
troffen.
Meer dan 30 uur achter elkaar heeft het
in het Engelsche graafschap Kent geregend.
Gisteravond ontlastte zich een ware wolk
breuk, zoodat op tal van plaatsen overstroo
mingen ontstonden. Op sommige plaatsen
aan de Zuid-Oostkust is in de laatste 24 uur
meer dan 2" water gevallen.
DE TOESTAND IN GRAN CHACO.
Volgens berichten uit Salta in Bolivia zijn
Zondag twee troepenafdeelingen, die uitge
rust zijn met machinegeweren en artillerie,
naar Gran Chaco afgemarcheerd. De million-
nair Petino heeft het Boliviaansche leger 15
vliegtuigen ten geschenke gegeven. Het mi
nisterie van oorlog van Paraguay ontkent
volgens een bericht uit Asuncion de berichten
volgens dewelke in Paraguay een algemeene
mobilisatie zou plaats vinden. De president
heeft den toestand echter zeer ebnstig ge
noemd.
Generaal Kundt opperbevel
hebber der Boliviaansche
troepen.
Naar uit La Paz gemeld wordt, is het
oppercommando over de Boliviaansche troe
pen opgedragen aan generaal Kundt.
De Boliviaansche regeering heeft in een
nota aan den Amerikaanschen staatssecre
taris Stimson medegedeeld, dat zij een non-
aggressiepact met Paraguay niet kon sluiten
zonder haar waardigheid te kwetsen. Bolivia
is niet geneigd zich bloot te stellen aan een
herhaling der Paraguaansche beleedigingen
DE GEBEURTENISSEN IN CHINA.
Mededeeling van maarschalk
Tchang Hau Liang aan de cen
trale regeering.
De Chineesche legatie te Den Haag deelt
het volgende mede:
Maarschalk Tchang Hau Liang heeft d.d.
19 Juli 1932 de Centrale Regeering het vol
gende telegram gezonden:
Den 17 Juli is een reigizerstrein door
bandieten aangevallen. De militaire autori
teiten te Jéhol hebben ingegrepen en troepen
gezonden om de bandieten te achtervolgen.
Onverwacht heeft een Japansche pantser-
trein de stad Chao Yang aangevallen. De
plaatselijke commandant heeft den Japan
ners de reden gevraagd van dezen aanval.
De Japanners hebben hierop vuur gegeven.
De commandant werd aan het been verwond.
Den 18 Juli hebben vijf Japansche vlieg
tuigen een dertig bommen geworpen in de
omgeving van Chau Yang, zoowel op de
groote verkeerswegen als op de belangrijk
ste militaire opslagplaatsen, terwijl zij hun
mitrailleurs gedurende een half uur onaf
gebroken vuur hebben doen geven. Tienta-
tallen Chineesche ambtenaren zijn gedood of
gewond.
Terwijl China wacht op het antwoord van
den Volkenbond inzake het Japansche Chi
neesche conflict met betrekking tot de drie
Oostelijke Chineesche provincies, gaan de
Japanners voort den toestand ernstiger te
maken door. aanvallen te doen op Jéhol,
welke aanvallen China genoodzaakt zal zijn
af te slaan.
Onder reusachtige belangstelling is giste
ren, naar wij reeds gemeld hebben, te Parijs
het proces begonnen tegen Gorgoelof, den
moordenaar van president Doumer.
Het proces zal waarschijnlijk drie dager,
duren. Reeds des nachts tegen 4 uur had zich
voor het gerechtsgebouw een file gevormd en
vroeg in den ochtend stond een reusachtige
menigte te wachten, in de hoop tot de tribune
te worden toegelaten. Aangezien er slechts
vijftig plaatsen voor het publiek beschikbaar
zijn, konden werkloozen, die reeds gister
avond een plaatsje bij den ingang ingenomen
hadden, vanmorgen een plaats voor 100
francs en meer verkoopen.
Een groote politiemacht handhaafde de
orde, terwijl op de breede trappen van het
palais de justice soldaten van de garde repu-
blicaine staan opgesteld. Ieder, die wordt toe
gelaten wordt aan een streng onderzoek on
derworpen.
Tegen 11 uur begpn de zaal zich langzaam
te vullen. De perstribune, die voor deze ge
legenheid is uitgebreid, werd gevuld door
ruim honderd journalisten van schier alle
nationaliteiten.
Even voor twaalven betrad Gorgoelof tus
schen twee politiebeambten de zaal en nam
plaats op de beklaagdenbank. Zijn opvallen
de kalmte vormde een groote tegenstelling
met de nervositeit van de ambtenaren en bijna
alle aanwezigen in de zaal.
Klokslag 12 uur kondigde een deurwaarder
de komst van het gerechtshof aan. President
is de 70-jarige rechter Dreyfus, 'n grijsaard
met een langen witten baard, gehuld in een
roodfluweelen toga. Hij wordt gevolgd door
den procureur-generaal Donath Guige en de
overige leden van de rechtbank.
President Dreyfus verklaarde te ruim 12
uur de zitting voor geopend en de griffiers
begonnen met de gebruikelijke formaliteiten.
Op dat oogenblik wordt de actie van be
schuldiging tegen Gorgoelof voorgelezen. Uit
den aard der zaak brengt zij geen nieuws. Dc
beklaagde wordt door een tolk bijgestaan. Hij
zal zich vooral tegen de beschuldiging van
met voorbedachten rade gehandeld te hebben,
moeten verdedigen.
Terstond na voorlezing van de acte van be
schuldiging krijgt de advocaat het woord om
conclusie te nemen aangaande de geweigerde
contra-expertise van psychiatrische zijde. Hij
wil, dat daartoe nog wordt overgegaan.
De zaal is stampvol, hoe streng de toegang
ook bewaakt wordt. Er zijn eenige personen,
die de aandacht trekken, met name behalve de
beklaagde, die een afgestompten indruk
maakt en zijn advocaat met patriarchalen
baard, Claude Farrère, de kozak, die meent
intertijd door Gorgoelof als vertegenwoordi
ger van de Tsjeka mishandeld te zijn en
mevrouw Gorgoelof. De laatste doet niet
anders dan snikken en mompelt voor zich
heen: Mijn God, hij had dat nooit moeten
doen. Wat is hij mager geworden.
Op het verzoek van den verdediger om den
psychiaters van de verdediging gelegenheid
te geven tusschen de rechtzittingen vrij met
den beklaagde te mogen praten, antwoordde
president Dreyfus, dat hij zulks niet mocht
toestaan, daar de deskundigen als getuigen
zijn gedagvaard en dus niet met den beklaag
de in aanraking mogen komen.
Voordat het verhoor van Gorgoelof begon
maande de president het publiek aan zich
kalm te houden. Dat is de eenige manier om
Paul Doumer, den grooten burger, dien
Frankrijk verloren heeft, nog een laatste eer
te bewijzen.
Hierop volgde het verhoor van den be
klaagde. Gorgoelof begint in onsamenhangen
de zinnen over den aanslag en zijn politieke
opvattingen te spreken. Hij is te Rostof a. d
Don onder den naam Koskoi tooneelspeler
geweest en heeft onder 't psuedoniem Paul
Bréde boeken geschreven. Hij heeft nooit be
trekkingen onderhouden met de bolsjewiki
Hij had contact gezocht met boeren, doch
nooit politiek bedreven. Hij is nooit aanhan
ger van de monarchie geweest, want de
monarch heeft zijn vaderland verraden.
De president merkte op, dat een kozak.
Lazaret geheeten, in het voorloopig onder
zoek heeft verklaard, dat Gorgoelof agent
van de Tsjeka is geweest, en dat hij door Gor
goelof, die zich toen Mongol noemde, mis
handeld was.
Gorgoelof: „Dat is gelogen-"
Gorgoelof noemde verder Lazaref een
spion, een agent van de monarchisten. Hij,
Gorgoelof, is idealist. Hij heeft zijn ziel niet
willen verkoopen. Maar menschen als Laza
ref zijn als spionnen verkocht. Hij begrijpt,
dat zijn leven ten einde is. Hij zou het ook
niet willen voortzetten.
Toen de president hem herinnerde aan zijn
vlucht uit Rusland, zei de beklaagde: Ia. ik
ben 's nachts over de grens gegaan. De roode
gardisten hebben ook op mij geschoten, doch
mij niet geraakt. Ik ben daarop naar War
schau gegaan en heb daar omgegaan met
Russische democraten. In Polen heb ik mijn
studie voortgezet.
Bij het verdere verhoor hield de president
den beklaagde o.a. voor, dat er te Praag
klachten van tal van vrouwen tegen hem wa
ren ingediend, wier geld hij, onder voorgeven
geld voor een operatie noodig te hebben, had
opgemaakt.
Gorgoelof: „Dat is een monarchistisch
complot. Alles zweert tegen mij samen!"
Toen de stichting behandeld werd van
Gorgoelof's Groene Partij probeerde de be
klaagde met aanteekeningen in de hand een
toespraak te houden tot het publiek, doch al
dadelijk bij de woorden „Hoort mij aan,
Frankrijk", maakte de president daar een ein
de aan.
Gorgoelof vertelde vervolgens, dat hij de
Groene Partij gesticht had met een dertig
leden. Hij had ze alle dertig uit de partij
moeten stooten, omdat zij hem hadden ver
raden.
Vervolgens besprak hij zijn verblijf in
Frankrijk en zijn vierde huwelijk met een
Zwitsersche, die een bruidsschat van 40.000
frs. meebracht. Hij gaf toe daarvan 10 000
frs. in het casino te Monte Carlo verspeeld te
hebben.
Ten slotte kwam ook de dag van den moord
ter sprake. Van de bijzonderheden van zijn
aanslag zeide de beklaagde zich niets meer te
herinneren. Hij weidde echter uitvoerig uit
over de motieven die hem tot zijn daad ge
bracht hadden en verzekerde, dat hij niet
Doumer had willen dooden, tegen wien hij
geen wrok koesterde, doch den man, die de
noodlottige politiek tegen Rusland leidde.
Na een korte onderbreking van de zitting
in het proces-Gorgoelof werd het verhoor van
beklaagde voortgezet, waarbij de president
vergeefs trachtte de richting der z.g. groene
partij, welke Gorgoelof had opgericht, vast te
stellen. De president wees er op, dat Gorgu-
lof de bedoeling heeft gehad toe te treden tot
de groep van Hitier. Beklaagde verwierp deze
onderstelling evenwel ten zeerste en noemde
haar eveneens een aanval van zijn politieke
tegenstanders. Ten slotte kwam de president
te spreken over de eigenlijke misdaad, den
moord op den president van de republiek. Hij
wees er op, dat Gorgoelof den nacht voor den
moord in een hotel had doorgebracht met een
vrouw, die hij op straat had ontmoet, en den
nacht zelve zijn „herinneringen van Dr. Paul
Gorgoelof, den man. die president Doumer
heeft vermoord" heeft geschreven.
Voortgaande zeide president: Den volgen
den morgen dronk Gorgoelof in een bar zeven
glazen wijn en een hoeveelheid cognac, waar
na hij zich naar het tentoonstellingsgébouw
begaf, waar zich korten tijd later het drama
afspeelde.
Toen Gorgoelof opmerkt: „Ik heb eerst ge
aarzeld den president te dooden", antwoord
de de president: „U hadt echter te voren uw
revolver geprobeerd en bovendien voorzich
tigheidshalve een tweede revolver meegeno
men. U wist, dat de president een oude heer
was, die zijn vaderland reeds vier zonen in
den oorlog had geofferd.
Hierop antwoordde Gorgoelof: „Ik heb niet
den heer Doumer gedood, maar den president
der republiek, van wien ik wist, dat hij de
politiek van het land leidde".
Op den vraag van den president, of hij
alleen gehandeld had, verklaarde Gorgoelof,
dat hij alleen reeds daarom geen helpers kon
hebben, omdat hij voortdurend door ver
raders was omringd geweest.
Na het verhoor van den beklaagde gaf oud
minister Reynaud een uitvoerige beschrijving
van den aanslag.
Aan het slot van zijn verhoor heeft Gor
goelof een lange verklaring afgelegd, waar
in hij zeide, dat zijn aanslag niets was dan
een groote proclamatie uit naam van 150 mil-
lioen Russische boeren, die tot dwangarbeid
zijn veroordeeld. Het is vreeselijk, dat de
wereld de sovjets maar laat begaan. Hij had
het idee gehad een bondgenootschap te sluiten
met de Fransche republiek tegen de sovjet;
maar Frankrijk heeft zijn denkbeeld met min
achting bejegend.
Op de vraag of hij dan een stap dienaan
gaande bij de Fransche regeering gedaan
had, antwoordde Gorgoelof „Neen". Uit zijn
trekken bleek, dat hij er zich over verbaasae,
dat hij -daaraan niet gedacht had.
Het verdere getuigenverhoor geschiedt van
daag.
Indrukken van het proces.
De N.R.C-correspondent te Parijs meldde
gisteravond:
De eerste zitting van het proces-Gorgoelof
is kalm voorbijgegaan. In het geheel worden
er drie zittingen verwacht. Woensdagavond
kan de uitspraak vallen. Incidenten hebben