Alkmaarsche Courant. Fortinbras' toovermachi 7 van de 10 moeders Oladiomeuws Jmilleim konden Blue Band niet van natuurboter onderscheiden tBiwimhwd DE OUDERDOM VAN ZON EN AARDE, VERSCH GEKARND dondert! fier en dertigste Jaargang. WOENSDAG 28 JULI. In deze tijden van bezuiniging - nu de boterprijzen stijgen - is Blue Band een ware uitkomst. Waarom zoudt U dus geen Blue Band koopen? Blue Band wordt gemengd met 25% allerfijnste Roomboter onder Rijkscontröle. Koopt Hol lands beste StandaardmerkI HKH.BIBEI No. 175 1932 Donderdag 28 Juli. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO). 8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Frits Kok, viool en Ellen Kok, piano. 11.— Causerie. 11.30 Vervolg van 10.30. 12— Kwartet o.l.v. prof Ugo Calatroni, piano, viool, cello en zang en gramofoonplaten. 2.Pauze. 2.15 Concert. P. R. J. Appelius van Hoboken, viool en mevr. M. C. Appelius van Hoboken iWijmer, piano. 3.— Gramofoonpl. 4— Zie- kenuur. 5.Max Tak: Lois Armstrong en Cab Callowag, met gramofoonpl. 5.30 Ko- vacs Lajos en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte, m. m. v. Lya Roland, zang. 6.30 Sportpraatje, H. Hollander en T. E. Slot. 7.Kovacs Lajos en zijn orkest. 8.Gra mofoonplaten. 8.30 Utrechtsch Stedelijk or kest o.l.v. Albert van Raalte, o.a. fragm. „Rosamunde", Schubert. 9.30 Voordracht door Nico de Jong. 9.45 Vervolg concert m. m v. Pierre Palla, piano, o.a. Rhapsodie in blue, Gershwin. In de pauze voordracht door Nico de Jong. 10.35 Vaz Dias. 10.45—12 Uit de „Vereeniging", Nijmegen: John van Brück en zijn band. Huizen, 296 M. (8.—9.15 en 11—2.— KRO, 10—11.— en 2—11.30 NCRV). 8—, 9.15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zieken- dienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsdien stig halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2— Gramofoonpl. 3.Vrouwenhalfuurtje. 3.30 'Pauze. 4.Ziekenuurtje. 5.Cursus Han denarbeid, v. d. jeugd. 5.45 Cello-recital, L. Werner, a. d. vleugel K. F. Borgers. 6.45 Knipcursus. 7.Declamatie door G. Mey- nen. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.Ds. K. 'H. Wallien: Het bezoeken van Zender en Studio. 8.15—10.45 Concert NCRV-klein- orkest o.l.v. P. van Hurk, m. m v. Utrechtsch Dubbelkwartet o.l.v. W. Schuileman, oa. fragm. „Gioconda", Ponchielli en Fan'. 'Madame Butterfly". Puccini 9.9.30 Zen dingspraatje door Ds. L.è Netelenbos. Ca. 10Vaz Dias. 10.4511.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10.50 Tijdsein en berichten. 11.05 Lezing. 12 20 Orgelconcert door Edw. O'Henry. 1.20 Shepherd's Bush Paviljoen orkest o.l.v. H. Freyer. 2 202.50 Concert. P. Radmall, en P. Grummit, piano. 3.20 Kerkdienst. 4 05 BBC-dansorkest o.l.v Henry( Hall. 4.50 Schotsch Studio orkest o.l v. G. Daines 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Beethoven's pianomuziek door D. Moggridge. 7.10, 7.30 en 7.50 Causerie 8.20 „Bach to Listeners' Inn", vroolijk spel van A. de Bear en R Arkell. MuMziek van W. Charles. 9.20 Ber. en lezing. 9 55 Concert. P. Dawson, bariton en Belinda eather, piano, o.a Rhapsodie in g kl.t op. 79, Brahms. 10.50 Kerkdienst. 11.05 12.20 Dansmuziek door het BBC-dans orkest o.l.v. Henry Hall. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 5.05 Concert uit het 'Amerikaansch Conservatorium te Fontaine- bleau (Kamermuziek). 7.50 Gramofoonpl 8.20 Radio tooneel. „Claudie" van George Sand. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con cert uit het Bellevue Strandhotel. 3.505.50 Omroeporkest o.l.v. W. MeyerRadon, m. m. v. J. Jensen, viool en C. Schnedler— Meyer, piano. 8.209.10 Balletmuziek door het Omroeporkest o.l.v. W. MeyerRadon, o a. uit „Coppelia", Delibes. 9.10—9.55 Zang en declamatie. 10.2011.05 Marsch- muziek door het Omroeporkest o.l.v. W. MeyrRadon, o.a. Marschen uit „Lohen- grin", en „Tannhauser", Wagner en uit „Aida", Verdi. 11.0512.50 Dansmuziek uit het Bellevue Strandhotel. Langenberg, 472 M. 7.258.20 Concert uit Bad-Bertrich o.l.v. Schulz. 12.201.35 Gramofoonplaten. 1.50—2.50 Concert o.l.v. Wolf m. m. v. bariton en piano. 2.50 Gra mofoonpl. 5.206.35 Concert o.l.v. Wolf. 8.20 Werag-kleinorkest o.l v. Eysoldt. 9.20 „Die Komödianten", van J. Haydn. 10.05 „Gianni Schicchi", opera van Puccini. 11.05 —12.20 Dansmuziek o.l.v. Eysoldt. Rome, 441 M. 9.05 Gevariëerd concert, o.a. uit „Othello", Verdi en 5de symphonie e kl.t., Dvorak. Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M 12.20 Gramofoonpl. 5 20 Omroeporkest o.l.v. Kumps. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Omroep orkest o.l.v. Walpot. 9.20 Concert in het Casino te Knocke, m. m. v. Marinus de Jong, piano. Na afloop gramofoonpl. 338 M.: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Walpot. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Om roeporkest o.l.v. Kumps. 9.20 Symphoniecon- cert in de Kurzaal te Ostende o.l.v. Elmen- dorf, m. m. v. Mej. Marcelle Buniet, zang. 11.05 Gramofoonpl. Zeesen, 1635 M. 8.20 „Der Strom ein Leben", hoorspel. 9.20 Symphonieconcert uit Ween en o.l.v. Anton Konraht, o.a. Sympho nie in Es gr.t., Mozart. 10.40 en 11.Ber. en hierna tot 12.20 Concert uit' Hamburg o. 1 v. Adolf Secker. door drs. A. C. DE KOCK. III. Toen de radio-activiteit der chemische elementen ontdekt werd, heeft men met beide handen de warmteontwikkeling, die daarbij optreedt, aangegrepen, om de zonnewarmte te verklaren. De warmte, die vrijkomt bij sommige scheikundige processen bedraagt, per gram reagentia, hoogstens enkele tien duizenden calorieën. Bij de radio-actie ve processen heeft men echter te doen met hoeveelheden warmte van milliar- den calorieën per gram radio-actieve verbinding. Hier staat echter tegenover, dat de snelheid, waarmede radio-actieve stof fen ontleden, zeer veel kleiner is, dan de snelheid, waarmede exotherme reacties verloopen, zelfs millioenen malen klei ner. 1 gram Radium ontwikkelt per jaar ongeveer 600.000 calorieën. Daar de zon per jaar 3 X 10 calorieën uitstraalt, moet zij minstens bevatten. 5 X 10" gram Radium. De totale zonnemassa bedraagt 2 X 10" gramm. Om de zonnewarmte op grond der radio-actieve-hypothese te verklaren moet men dus aannemen, dat er op 4 X 105 gram zonnemasse, 1 gram Radium voorkomt. 1 K G. zonnemassa bevat in dit geval 0.025 gram Radium. Dit lijkt een zeer kleine hoeveelheid. Doch de rijkste ert sen op aarde bevatten veel en vee" min der. En men heeft goede redenen om aan te nemen, dat in werkelijkheid het Radium op de zon evenmin op zoo kwistige wijze rondgestrooid is. Bovendien is er de moeilijkheid, dat de radio-activiteit van een stuk Radium b.v. langzamerhand afneemt. In een tijdsverloop van reeds 1700 jaren, heeft het Radium de helft van zijn stralings vermogen ingeboet. Om het stralings vermogen op peil te houden, moet er een Radium-leverende bron zijn, welke ge stadig vloeit. De bron, welke het Radium levert, kent men, nl. het Ura nium Doch deze bron vloeit zoo traag, dat er 3000 K G. Uranium noodig zijn, om 1 gram Radium te leverer Om de straling van de zon te verkla ren, moet men er het bestaan veronder stellen van 15 X 10" gram Uranium. Dit is een massa, die 7Ü maal zoo groot is, als de zonnemassa in werkelijkheid bedraagt. Dit is een feitelijke onmoge lijkheid. Daarenboven is er nog de moei lijkheid, dat er bij het uiteenvallen van Radium tevens Heliumgas ontstaat. Doch uit de hoeveelheid Helium, die op de zon voorkomt, blijkt, dat de radio actieve processen, wanneer zij al op de zon gebeuren, er toch een zeer onderge schikte rol spelen. In de laatste 15 jaren heeft men steeds fantastischer, steeds gewaagder hypo thesen ingevoerd, om het zonneraadsel op te lossen. Wij maken kennis met speculaties en denkbeelden, die ons binnenleiden in een wereld, die veel tooverachtiger is dan het looverland van de sprookjes oneer kinderjaren. Zoo is een van di nieuwste, meest re- volutionnaire denkbeelden, dat de ma terie, de vaste stof, welke altijd voor het summum van onverwoestbaarheid heeft gegolden, vervluchtigd kan wor den. Vervluchtigd, niet in gas, doch in stralingsenergie en warmte. De Engel- sche natuurkundigen spreken daarom van: „the annihilation of matter", de vernietiging der materie. I r naar het Engelsch. van William Locke 1 door J. E. d. B. K. 6) Dan gebruikte je een geweer met getrok ken loop en niet een jachtgeweer, zei Corinna Heb je wel eens een vogel geschoten? Neen, zei Martin. j Of een visch gevangen? Neen, zei Martin. Heb je wel eens cricket of golf gespeeld? Kan je paard rijden? Ik fiets, zei Martin. Dat is tenminste iets. Waarvoor gebruik je je fiets? Om heen en weer naar mijn werk te gaan» Wat doe je voor je amusement? Niets, zei Martin met een diepen zucht Beste Fortinbras, zei Corinna, je werk ligt afgepast voor je. De bediende bracht het bestelde drinken brengen en na gevraagd te hebben of ze al de lichten noodig hadden, draaide hij de meeste Nooit vergat Martin dat tafereelde kleine lage kamer, de groteske muurschilderingen, die in de halve duisternis zoo fantastisch op doemden. 't Lawaai en de warme geuren, die van de straat opstegen; de spotachtige blik^ ken, waarmee het meisje tegenover hem, met het strootje tusschen haar lippen, hem e haar glas kummel met ijs, aankeek, de g zette figuur en het vriendelijke gezicht van hun vreemden metgezel, die voor vijf francs hem een toekomst wilde scheppen en voorover leunde met de ellebogen op de tafel, zijn kin met de hand steunend, kalm afwachtend tot hij zijn grootste levensgeheimen zou open baren Hij was met stomheid geslagen, voel de zich verlegen en, zenuwachtig zuigend aan het rietje, verslikte hij zich in de sterke likeur, 't Was iets om voor Corinna zijn hart uit te storten, maar heel iets anders was om een geregeld verslag uit te brengen over zijn verdrietelijkheden aan een wildvreemde. Ik ben geheel tot je dienst, mijn beste Overshaw, zei deze vriendelijk. Uit wat ik persoonlijk heb opgemerkt en uit wat ik ver neem uit je antwoord op Corinna's serie van vragen, krijg ik den indruk, dat er geen op eenstapelingen van ongelukken is gewees., maar dat het je negatieve tragedie is een hongerlijdende ziel te zijn. Een ziel die hon gert naar liefde en vreugde en genot en gees telijk voedsel. Je moeilijkheid is om aan dezen man te zeggen: geef mij brood voor mij ziel Heb ik geen gelijk? Een schijntje ironie in zijn lachende oogen of een tintje spot in zijn sonore stem zou het vleiende affect van deze korte speech te niet hebben gedaan. Martin had zich nooit over zijn ziel bekommerd. Deze diagnose stelde zijn leven in een ander licht. De honger van zijn ziel was zonder twijfel de oorzaak van al het verdriet; en dat was veel gewichtiger dan ontevredenheid over je omgeving. Ja, zei hij, u hebt gelijk. Gelegenheid tot ontwikkeling heb ik nooit gehad. Mijn eigen schuld misschien. Ik had niet genoeg kracht om tegen de omstandigheden op te tornen. De omstandigheden hebben mij, zooals Corinna zegt, opgesloten als een eekhoorn in een Algemeen neemt men tegenwoordig aan, dat de atomen der chemische ele menten opgebouwd zijn uit atomen eener „oerstof nl. het waterstof atoom b.v. bestaat uit een conglomeraat van 16 waterstof-atomen. Een Natrium atoom bestaat uit 23 Waterstofatomen' Het gewicht van een zuurstof-atoom is dus 16 maal zoo groot, als dat van een waterstof-atoom, dat van een Natrium atoom 23 maal zoo groot etc. Uit laboratorium-onderzoekingen is nu gebleken, dat dit wel met zeer groote benadering, doch niet precies uitkomt Uit 1 gram waterstof-atomen, die zich vereenigen tot atomen van een ander chemisch element, ontstaat 0.9923 gram van dat nieuwe element. Men heeft nu de hypothese opgewor pen, dat de ontbrekende 7.7 milligram, vervluchtigd zijn, en omgezet in stra lingsenergie. Volgens de relativiteits theorie bezit arbeidsvermogen echter massa. Warte „weegt" dus, evenzeer a ls de materie. Een massa van 1 gram komt overeen met een arbeidsvermogen van 216 X 1011 calorieën. Uit het bovengenoemde bedrag van 7.7 milligrammen ontstaat dus 0.0077 X 216 X 10", of ongeveer 170 milliard calorieën. Men schijnt hier dus een warmtebron aangeboord te hebben, die zeer over vloedig vloeit. Wij hebben vroeger reeds gezien, dat een gram zonnematerie, per jaar, 1.5 calorie uitstraalt. Uit de versmelting van waterstof-atomen tot atomen van gecompliceerdere elementen, volgt dus, dat de massa van de zon nog groot ge noeg is om ons nog gedurende de eerst volgende 110 milliard jaren van straling te kunnen voorzien. Het eenige, dat zeker geacht mag worden in de hier geschetste hypothe sen is echter, dat de atomen der chemi sche elementen opgebouwd zijn uit ker nen van waterstof-atomen. De rest is geheel en al voorloopig oncontroleer bare hypothese, waar nog wel het een en ander op aan te merken valt. Zoo is de afwijking van de atoomge wichten der chemische elementen ook op geheel andere wijze te verklaren, na melijk door het bestaan van isotopen. Een zeer bekend voorbeeld hiervan is het element chloor, dat een atoomge wicht van 35.5 heeft. Men heeft echter aangetoond, dat er twee soorten chloor- atomen zijn, de eene soort met een atoomgewicht van 36, de andere met een atoomgewicht van 37, welke zoo door elkander gemengd zijn, dat het meng sel een atoomgewicht van 35.5 heeft. Ook is het niet uitgesloten, dat het massaverlies slechts een rekenresultaat is, waarachter geen physieke realiteit schuilt. Bovendien ligt aan de® bovengenoem- den stralingsduur van 110 milliard ia- ren de onderstelling ten grondslag, dat de energie-ontwikkeling gedurende al dien tijd met dezelfde intensiteit als thans geschiedt. Dit is natuurlijk zeer willekeurig, want wij weten niets, maar dan ook niets, van de wijze waarop deze transformatie der atomen gebeurt. Het is trouwens ook mogelijk, da: de zon en de sterren werden opgebouwd uit reeds „gereedliggende" atomen, zoodat de „transformatie-energie" reeds ontwik keld was vóór het ontstaan der zon. In dit geval kan deze transforatie-energie de zonnewarmte natuurlijk in het geheel niet verklaren. In het boek: La constitution et l'évo- lution de 1'univers", wijst A. Véronnet zeer terecht op het verschil van meening dat heerscht tusschen de leidende phy- s'ci en astronomen. Zoo is Perrin van meening, dat sinds meer dan een milliard ja ren de aard- sche klimatologische omstandigheden niet veranderd zijn, wat alleen verklaar baar is, indien de straling der zon ge durende al dien tijd constant geweest is. Eddington is afwisselend van meening dat de zon vroeger veel heeter was dan thans, en dat de zon sinds tien milliard jaren geen variatie in haar straling ver toond heeft. Het verschijnsel der ijstijden wijst er intusschen op, dat dit laatste zeker niet juist is. Uit het feit, dat de autoriteiten het niet met elkaar eens zijn volgt wel, dat het vraagstuk zeer moeilijk is. Een defi nitieve oplossing kent men nog niet. kooitje, en ik heb mijn tijd verbruikt door het wiel doelloos rond te laten draaien. „En wat das dat voor een wiel? vroeg For tinbras. Hebt u wel eens gehoord van Margitt's Kostschool Dat heb ik wel, zei Fortinbras, 't is een van de vele verstand bedervende inrichtingen, waarop ons vaderland zoo trotsch is. Ik ben blij u dit te hooren zeggen, riep Martin uit. De laatste tien jaren heb ik mee geholpen om den geest van de jeugd te beder ven. Ik heb Fransch onderwezen, niet de Fransche taal, maar examen-Fransch. Wan neer de jongste zoon van een kruidenier jongste klerk wil worden op de gemeente secretarie, dan moet hij bepaald weten dat bal, cal, carneval, pal, regal, chacal (bal, eelt, carneval, staak, feest, jakhals) een s in het meervoud krijgen, ofschoon millioenen Franschen door het leven gaan zonder ooit die woorden in het meervoud te gebruiken. Hoe kwam u er toch toe om Fransch te onderwijzen? Het is mijn moeder taal, mijn moeder was een Zwitsersche. En uw vader? Was een Engelsche hulpprediker in Zwitserland. Ja, ziet u, 't was zoo. En zoo vertelde de eenvoudige Martin, aan den gang gebracht en nu en dan geholpen door een goed doordachte sympahieke vraag, zijn heele levensgeschiedenis, terwijl Corinna die het meeste er van al meer gehoord had en het dus vervelend vond, zich amuseerde met karikatuurtjes van hem te teekenen op het tafelkleed. Deelde hij iets mede dat zij niet wist, dan hield zij even op en keek hem aan Evenals bij haar was zijn auto-biogra fie een catalogus van onbekwaamheid, maar LUE BAND "f 1'W1 I fWyWfTKWi Ml DE DRONKEN LANTAARNPAAL. De gewapende macht in actie. Het Hbld. vertelt: Het was een verkeersongeval, zooals er in een groote siad honderd en eenigen per dag voorkomen. Eigenlijk het vermelden niet waard, als niet Het gebeurde om half één pal vóór het Handelsblad op den vluchtheuvel; dit is al een reden om het niet te verzwijgen. Maar er is nog wat. Men zegt wel eens: „Als er wat aan de. hand is, zie je nooit politie". Doch nu? Dit was het geval. Een personen-auto, die vlak vóór den vluchtheuvel keerde, werd van hij sprak niet van gedwarsboomde eerzucht. Wat er uit geopenbaard werd was de be rusting van het gedresseerde ezeltje, dat er ook in berustte een lastdier te zien. Harts tochtelijk verlangen naar genot was er nooit geweest. Waarom te verlangen dat de maan in je schoot zal vallen? Met een sa laris van 135 pond in het jaar, waarvan hij nog een bedrag moest afstaan aan zijn moe der, die weduwe was, kan een man zich wei nig weelde veroorlooven. En Martin was niet een van hen, wien alles meeloopt. Hij had de laatste tien jaren geleefd in een soort van mist, die alle schittering als 't ware om- foerste. Maar op dezen avond was de mist opgetrokken. De flonkering van Parijs, zelfs 't Pantheon en de Eyffeltoren hadden ge holpen den nevel te verdrijven, zooals Co rinna sarcastisch opmerkte. De zusterlijke belangstelling van Corinna in zijn saaie belangen had er ook toe bijgedragen. Maar meer dan dat alles deed de zelfanalyse, die hij had toegepast onder den dringenden in vloed van den philantroop met glimmende mouwen en rafelig linnen, tegelijkertijd prie ster, advokaat en geneesheer, die zijn vijf fancs stuk had opgestoken. Hij sprak lang en ernstig; en hoe meer hij sprak en hoe meer hij haarfijn vertelde van de dorheid van zijn jong leven, zooveel te sterker in hem werd de geest van opstandig heid dien hij vroeger nooit had gekend. Dat is alles, zeide hij eindelijk, zijn be zweet voorhoofd afvegend. 't Heeft mij zeer geinteresseerd, zeide Fortinbras. Ja, niet waar, zeide Corinna. En hij heeft zelfs nooit de dochter van zijn hospita gekust, die met den loodgieter trouwde. Hier uit blijkt dus hoe volledig Martin's beliide- achteren aangereden door een vrachtauto, daar blijkbaar de chauffeur van dit laatste voertuig de manoeuvre van zijn collega niet goed begreep. De j>ersonenauto kreeg een duw en schoot den vluchtheuvel op tegen den lantaarnpaal aan. Hevig was de klap niei daar beide wagens een matig gangetje had den. Maar de paal kwam toch scheef te staan. Voorbijgangers, die dat zien, weten, dat de paal dronken is en dat niet zij „onder den invloed" zijn. En nu de dienders. Eén was er dadelijk bij en meteen reed een heele détachements-auto voor. Vlug niet? De deur ging open. Een agent stapte er uit, een 'weede volgde. En zoo ging het voort. Tot er een heele gewa pende macht stond. Het leek meer op Chicago dan op Amsterdam. Of wij ook veilig zijn: twaalf dienders bij een kleine botsing! nis geweest is. Uitdagend keek ze hem aan Ik durf daar een eed op te doen. Verlegen vertrok Martin zijn lippen. Ja wel. Een keer. Waarom niet twee keer, vroeg Corinna Ja, waarom niet, vroeg Fortinbras, toen hij zag dat Martin aarzelde, en hij glimlachte vriendelijk als een welwillende bisschop. Waarom maar één keer van die ambrosyne lippen geproefd? Martin's olijfkleurige huid werd door een vuurrooden blos overtogen. Dat zeg is liever niet, het lijkt zoo onkiesch. Allons donc (kom dan toch), riep Co rinna. We zijn in Parijs en niet in Wendlebury. Dat moeten wij toch weten, mijn beste Martin ik vraag altijd aan mijn clënten of ik hen bij den naam mag noemen— dan is er meer voeling tusschen hen en mij. Dus Martin, ik zeg nog eens, we moeten weten hoe de breuk ontstond of de losmaking of het eind van wat schijnt te zijn de eenige ro mantische épisode in je leven. Ik maak geen gekheid, zeide Fortinbras ernstig. Van uit een psychologisch oogpunt is het noodig dat ik het weet. Smeekend blikte Martin hen aan. Fortin bras zoo ernstig. Corinna zoo koel spot achtig. Zoo'n mieserig loodgietertje, dat aan gemoedigd moest worden? opperde ze. Hij ging rechtop zitten en hijgde: goede hemel, neen. Hij werd rood van verontwaar diging. Zij was een heel fatsoenlijk meisje. Niets van dat alles Ik wou dat ik er nooit over gepraat had, het is van niets geen be- (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5