Alkmaarsche Courant.
Fortinbras' toovermachi
7 van de 10 moeders
Oladiomeuws
Jmilleim
konden Blue Band niet van
natuurboter onderscheiden
tBiwimhwd
DE OUDERDOM VAN ZON EN AARDE,
VERSCH GEKARND
dondert! fier en dertigste Jaargang.
WOENSDAG 28 JULI.
In deze tijden van bezuiniging
- nu de boterprijzen stijgen - is
Blue Band een ware uitkomst.
Waarom zoudt U dus geen
Blue Band koopen?
Blue Band wordt gemengd met
25% allerfijnste Roomboter
onder Rijkscontröle. Koopt Hol
lands beste StandaardmerkI
HKH.BIBEI
No. 175 1932
Donderdag 28 Juli.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO).
8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 10.30 Frits Kok, viool
en Ellen Kok, piano. 11.— Causerie. 11.30
Vervolg van 10.30. 12— Kwartet o.l.v. prof
Ugo Calatroni, piano, viool, cello en zang en
gramofoonplaten. 2.Pauze. 2.15 Concert.
P. R. J. Appelius van Hoboken, viool en
mevr. M. C. Appelius van Hoboken
iWijmer, piano. 3.— Gramofoonpl. 4— Zie-
kenuur. 5.Max Tak: Lois Armstrong en
Cab Callowag, met gramofoonpl. 5.30 Ko-
vacs Lajos en zijn orkest. Refreinzang: Bob
Scholte, m. m. v. Lya Roland, zang. 6.30
Sportpraatje, H. Hollander en T. E. Slot.
7.Kovacs Lajos en zijn orkest. 8.Gra
mofoonplaten. 8.30 Utrechtsch Stedelijk or
kest o.l.v. Albert van Raalte, o.a. fragm.
„Rosamunde", Schubert. 9.30 Voordracht
door Nico de Jong. 9.45 Vervolg concert m.
m v. Pierre Palla, piano, o.a. Rhapsodie in
blue, Gershwin. In de pauze voordracht door
Nico de Jong. 10.35 Vaz Dias. 10.45—12
Uit de „Vereeniging", Nijmegen: John van
Brück en zijn band.
Huizen, 296 M. (8.—9.15 en 11—2.—
KRO, 10—11.— en 2—11.30 NCRV). 8—,
9.15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zieken-
dienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsdien
stig halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2—
Gramofoonpl. 3.Vrouwenhalfuurtje. 3.30
'Pauze. 4.Ziekenuurtje. 5.Cursus Han
denarbeid, v. d. jeugd. 5.45 Cello-recital, L.
Werner, a. d. vleugel K. F. Borgers. 6.45
Knipcursus. 7.Declamatie door G. Mey-
nen. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.Ds. K.
'H. Wallien: Het bezoeken van Zender en
Studio. 8.15—10.45 Concert NCRV-klein-
orkest o.l.v. P. van Hurk, m. m v. Utrechtsch
Dubbelkwartet o.l.v. W. Schuileman, oa.
fragm. „Gioconda", Ponchielli en Fan'.
'Madame Butterfly". Puccini 9.9.30 Zen
dingspraatje door Ds. L.è Netelenbos. Ca.
10Vaz Dias. 10.4511.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10.50 Tijdsein en berichten. 11.05 Lezing.
12 20 Orgelconcert door Edw. O'Henry. 1.20
Shepherd's Bush Paviljoen orkest o.l.v. H.
Freyer. 2 202.50 Concert. P. Radmall,
en P. Grummit, piano. 3.20 Kerkdienst. 4 05
BBC-dansorkest o.l.v Henry( Hall. 4.50
Schotsch Studio orkest o.l v. G. Daines 5.35
Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Beethoven's
pianomuziek door D. Moggridge. 7.10, 7.30
en 7.50 Causerie 8.20 „Bach to Listeners'
Inn", vroolijk spel van A. de Bear en R
Arkell. MuMziek van W. Charles. 9.20 Ber.
en lezing. 9 55 Concert. P. Dawson, bariton
en Belinda eather, piano, o.a Rhapsodie in g
kl.t op. 79, Brahms. 10.50 Kerkdienst. 11.05
12.20 Dansmuziek door het BBC-dans
orkest o.l.v. Henry Hall.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 5.05 Concert uit het
'Amerikaansch Conservatorium te Fontaine-
bleau (Kamermuziek). 7.50 Gramofoonpl
8.20 Radio tooneel. „Claudie" van George
Sand.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert uit het Bellevue Strandhotel. 3.505.50
Omroeporkest o.l.v. W. MeyerRadon, m.
m. v. J. Jensen, viool en C. Schnedler—
Meyer, piano. 8.209.10 Balletmuziek door
het Omroeporkest o.l.v. W. MeyerRadon,
o a. uit „Coppelia", Delibes. 9.10—9.55
Zang en declamatie. 10.2011.05 Marsch-
muziek door het Omroeporkest o.l.v. W.
MeyrRadon, o.a. Marschen uit „Lohen-
grin", en „Tannhauser", Wagner en uit
„Aida", Verdi. 11.0512.50 Dansmuziek uit
het Bellevue Strandhotel.
Langenberg, 472 M. 7.258.20 Concert
uit Bad-Bertrich o.l.v. Schulz. 12.201.35
Gramofoonplaten. 1.50—2.50 Concert o.l.v.
Wolf m. m. v. bariton en piano. 2.50 Gra
mofoonpl. 5.206.35 Concert o.l.v. Wolf.
8.20 Werag-kleinorkest o.l v. Eysoldt. 9.20
„Die Komödianten", van J. Haydn. 10.05
„Gianni Schicchi", opera van Puccini. 11.05
—12.20 Dansmuziek o.l.v. Eysoldt.
Rome, 441 M. 9.05 Gevariëerd concert,
o.a. uit „Othello", Verdi en 5de symphonie e
kl.t., Dvorak.
Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M
12.20 Gramofoonpl. 5 20 Omroeporkest o.l.v.
Kumps. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Omroep
orkest o.l.v. Walpot. 9.20 Concert in het
Casino te Knocke, m. m. v. Marinus de Jong,
piano. Na afloop gramofoonpl. 338 M.:
12.20 Gramofoonpl. 5.20 Omroeporkest o.l.v.
Walpot. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Om
roeporkest o.l.v. Kumps. 9.20 Symphoniecon-
cert in de Kurzaal te Ostende o.l.v. Elmen-
dorf, m. m. v. Mej. Marcelle Buniet, zang.
11.05 Gramofoonpl.
Zeesen, 1635 M. 8.20 „Der Strom ein
Leben", hoorspel. 9.20 Symphonieconcert uit
Ween en o.l.v. Anton Konraht, o.a. Sympho
nie in Es gr.t., Mozart. 10.40 en 11.Ber.
en hierna tot 12.20 Concert uit' Hamburg o.
1 v. Adolf Secker.
door drs. A. C. DE KOCK.
III.
Toen de radio-activiteit der chemische
elementen ontdekt werd, heeft men met
beide handen de warmteontwikkeling,
die daarbij optreedt, aangegrepen, om
de zonnewarmte te verklaren.
De warmte, die vrijkomt bij sommige
scheikundige processen bedraagt, per
gram reagentia, hoogstens enkele tien
duizenden calorieën. Bij de radio-actie
ve processen heeft men echter te doen
met hoeveelheden warmte van milliar-
den calorieën per gram radio-actieve
verbinding.
Hier staat echter tegenover, dat de
snelheid, waarmede radio-actieve stof
fen ontleden, zeer veel kleiner is, dan de
snelheid, waarmede exotherme reacties
verloopen, zelfs millioenen malen klei
ner.
1 gram Radium ontwikkelt per jaar
ongeveer 600.000 calorieën. Daar de zon
per jaar 3 X 10 calorieën uitstraalt,
moet zij minstens bevatten. 5 X 10"
gram Radium.
De totale zonnemassa bedraagt 2 X
10" gramm.
Om de zonnewarmte op grond der
radio-actieve-hypothese te verklaren
moet men dus aannemen, dat er op 4 X
105 gram zonnemasse, 1 gram Radium
voorkomt.
1 K G. zonnemassa bevat in dit geval
0.025 gram Radium. Dit lijkt een zeer
kleine hoeveelheid. Doch de rijkste ert
sen op aarde bevatten veel en vee" min
der. En men heeft goede redenen om
aan te nemen, dat in werkelijkheid het
Radium op de zon evenmin op zoo
kwistige wijze rondgestrooid is.
Bovendien is er de moeilijkheid, dat
de radio-activiteit van een stuk Radium
b.v. langzamerhand afneemt. In een
tijdsverloop van reeds 1700 jaren, heeft
het Radium de helft van zijn stralings
vermogen ingeboet. Om het stralings
vermogen op peil te houden, moet er een
Radium-leverende bron zijn, welke ge
stadig vloeit. De bron, welke het
Radium levert, kent men, nl. het Ura
nium Doch deze bron vloeit zoo traag,
dat er 3000 K G. Uranium noodig zijn,
om 1 gram Radium te leverer
Om de straling van de zon te verkla
ren, moet men er het bestaan veronder
stellen van 15 X 10" gram Uranium.
Dit is een massa, die 7Ü maal zoo groot
is, als de zonnemassa in werkelijkheid
bedraagt. Dit is een feitelijke onmoge
lijkheid. Daarenboven is er nog de moei
lijkheid, dat er bij het uiteenvallen van
Radium tevens Heliumgas ontstaat.
Doch uit de hoeveelheid Helium, die op
de zon voorkomt, blijkt, dat de radio
actieve processen, wanneer zij al op de
zon gebeuren, er toch een zeer onderge
schikte rol spelen.
In de laatste 15 jaren heeft men steeds
fantastischer, steeds gewaagder hypo
thesen ingevoerd, om het zonneraadsel
op te lossen. Wij maken kennis met
speculaties en denkbeelden, die ons
binnenleiden in een wereld, die veel
tooverachtiger is dan het looverland
van de sprookjes oneer kinderjaren.
Zoo is een van di nieuwste, meest re-
volutionnaire denkbeelden, dat de ma
terie, de vaste stof, welke altijd voor het
summum van onverwoestbaarheid
heeft gegolden, vervluchtigd kan wor
den. Vervluchtigd, niet in gas, doch in
stralingsenergie en warmte. De Engel-
sche natuurkundigen spreken daarom
van: „the annihilation of matter", de
vernietiging der materie.
I r naar het Engelsch. van William Locke
1 door J. E. d. B. K.
6)
Dan gebruikte je een geweer met getrok
ken loop en niet een jachtgeweer, zei Corinna
Heb je wel eens een vogel geschoten?
Neen, zei Martin.
j Of een visch gevangen?
Neen, zei Martin.
Heb je wel eens cricket of golf gespeeld?
Kan je paard rijden?
Ik fiets, zei Martin.
Dat is tenminste iets. Waarvoor gebruik
je je fiets?
Om heen en weer naar mijn werk te
gaan»
Wat doe je voor je amusement?
Niets, zei Martin met een diepen zucht
Beste Fortinbras, zei Corinna, je werk
ligt afgepast voor je.
De bediende bracht het bestelde drinken
brengen en na gevraagd te hebben of ze al de
lichten noodig hadden, draaide hij de meeste
Nooit vergat Martin dat tafereelde kleine
lage kamer, de groteske muurschilderingen,
die in de halve duisternis zoo fantastisch op
doemden. 't Lawaai en de warme geuren, die
van de straat opstegen; de spotachtige blik^
ken, waarmee het meisje tegenover hem, met
het strootje tusschen haar lippen, hem e
haar glas kummel met ijs, aankeek, de g
zette figuur en het vriendelijke gezicht van
hun vreemden metgezel, die voor vijf francs
hem een toekomst wilde scheppen en voorover
leunde met de ellebogen op de tafel, zijn kin
met de hand steunend, kalm afwachtend tot
hij zijn grootste levensgeheimen zou open
baren Hij was met stomheid geslagen, voel
de zich verlegen en, zenuwachtig zuigend
aan het rietje, verslikte hij zich in de sterke
likeur, 't Was iets om voor Corinna zijn hart
uit te storten, maar heel iets anders was om
een geregeld verslag uit te brengen over zijn
verdrietelijkheden aan een wildvreemde.
Ik ben geheel tot je dienst, mijn beste
Overshaw, zei deze vriendelijk. Uit wat ik
persoonlijk heb opgemerkt en uit wat ik ver
neem uit je antwoord op Corinna's serie van
vragen, krijg ik den indruk, dat er geen op
eenstapelingen van ongelukken is gewees.,
maar dat het je negatieve tragedie is een
hongerlijdende ziel te zijn. Een ziel die hon
gert naar liefde en vreugde en genot en gees
telijk voedsel. Je moeilijkheid is om aan dezen
man te zeggen: geef mij brood voor mij ziel
Heb ik geen gelijk?
Een schijntje ironie in zijn lachende oogen
of een tintje spot in zijn sonore stem zou het
vleiende affect van deze korte speech te niet
hebben gedaan. Martin had zich nooit over
zijn ziel bekommerd. Deze diagnose stelde
zijn leven in een ander licht. De honger van
zijn ziel was zonder twijfel de oorzaak van al
het verdriet; en dat was veel gewichtiger dan
ontevredenheid over je omgeving.
Ja, zei hij, u hebt gelijk. Gelegenheid tot
ontwikkeling heb ik nooit gehad. Mijn eigen
schuld misschien. Ik had niet genoeg kracht
om tegen de omstandigheden op te tornen. De
omstandigheden hebben mij, zooals Corinna
zegt, opgesloten als een eekhoorn in een
Algemeen neemt men tegenwoordig
aan, dat de atomen der chemische ele
menten opgebouwd zijn uit atomen
eener „oerstof nl. het waterstof
atoom b.v. bestaat uit een conglomeraat
van 16 waterstof-atomen. Een Natrium
atoom bestaat uit 23 Waterstofatomen'
Het gewicht van een zuurstof-atoom is
dus 16 maal zoo groot, als dat van een
waterstof-atoom, dat van een Natrium
atoom 23 maal zoo groot etc.
Uit laboratorium-onderzoekingen is
nu gebleken, dat dit wel met zeer groote
benadering, doch niet precies uitkomt
Uit 1 gram waterstof-atomen, die zich
vereenigen tot atomen van een ander
chemisch element, ontstaat 0.9923 gram
van dat nieuwe element.
Men heeft nu de hypothese opgewor
pen, dat de ontbrekende 7.7 milligram,
vervluchtigd zijn, en omgezet in stra
lingsenergie. Volgens de relativiteits
theorie bezit arbeidsvermogen echter
massa. Warte „weegt" dus, evenzeer
a ls de materie. Een massa van 1 gram
komt overeen met een arbeidsvermogen
van 216 X 1011 calorieën.
Uit het bovengenoemde bedrag van
7.7 milligrammen ontstaat dus 0.0077 X
216 X 10", of ongeveer 170 milliard
calorieën.
Men schijnt hier dus een warmtebron
aangeboord te hebben, die zeer over
vloedig vloeit.
Wij hebben vroeger reeds gezien, dat
een gram zonnematerie, per jaar, 1.5
calorie uitstraalt. Uit de versmelting
van waterstof-atomen tot atomen van
gecompliceerdere elementen, volgt dus,
dat de massa van de zon nog groot ge
noeg is om ons nog gedurende de eerst
volgende 110 milliard jaren van straling
te kunnen voorzien.
Het eenige, dat zeker geacht mag
worden in de hier geschetste hypothe
sen is echter, dat de atomen der chemi
sche elementen opgebouwd zijn uit ker
nen van waterstof-atomen. De rest is
geheel en al voorloopig oncontroleer
bare hypothese, waar nog wel het een
en ander op aan te merken valt.
Zoo is de afwijking van de atoomge
wichten der chemische elementen ook
op geheel andere wijze te verklaren, na
melijk door het bestaan van isotopen.
Een zeer bekend voorbeeld hiervan is
het element chloor, dat een atoomge
wicht van 35.5 heeft. Men heeft echter
aangetoond, dat er twee soorten chloor-
atomen zijn, de eene soort met een
atoomgewicht van 36, de andere met een
atoomgewicht van 37, welke zoo door
elkander gemengd zijn, dat het meng
sel een atoomgewicht van 35.5 heeft.
Ook is het niet uitgesloten, dat het
massaverlies slechts een rekenresultaat
is, waarachter geen physieke realiteit
schuilt.
Bovendien ligt aan de® bovengenoem-
den stralingsduur van 110 milliard ia-
ren de onderstelling ten grondslag, dat
de energie-ontwikkeling gedurende al
dien tijd met dezelfde intensiteit als
thans geschiedt. Dit is natuurlijk zeer
willekeurig, want wij weten niets, maar
dan ook niets, van de wijze waarop deze
transformatie der atomen gebeurt. Het
is trouwens ook mogelijk, da: de zon en
de sterren werden opgebouwd uit reeds
„gereedliggende" atomen, zoodat de
„transformatie-energie" reeds ontwik
keld was vóór het ontstaan der zon. In
dit geval kan deze transforatie-energie
de zonnewarmte natuurlijk in het geheel
niet verklaren.
In het boek: La constitution et l'évo-
lution de 1'univers", wijst A. Véronnet
zeer terecht op het verschil van meening
dat heerscht tusschen de leidende phy-
s'ci en astronomen.
Zoo is Perrin van meening, dat sinds
meer dan een milliard ja ren de aard-
sche klimatologische omstandigheden
niet veranderd zijn, wat alleen verklaar
baar is, indien de straling der zon ge
durende al dien tijd constant geweest is.
Eddington is afwisselend van meening
dat de zon vroeger veel heeter was dan
thans, en dat de zon sinds tien milliard
jaren geen variatie in haar straling ver
toond heeft. Het verschijnsel der ijstijden
wijst er intusschen op, dat dit laatste
zeker niet juist is.
Uit het feit, dat de autoriteiten het
niet met elkaar eens zijn volgt wel, dat
het vraagstuk zeer moeilijk is. Een defi
nitieve oplossing kent men nog niet.
kooitje, en ik heb mijn tijd verbruikt door het
wiel doelloos rond te laten draaien.
„En wat das dat voor een wiel? vroeg For
tinbras.
Hebt u wel eens gehoord van Margitt's
Kostschool
Dat heb ik wel, zei Fortinbras, 't is een
van de vele verstand bedervende inrichtingen,
waarop ons vaderland zoo trotsch is.
Ik ben blij u dit te hooren zeggen, riep
Martin uit. De laatste tien jaren heb ik mee
geholpen om den geest van de jeugd te beder
ven. Ik heb Fransch onderwezen, niet de
Fransche taal, maar examen-Fransch. Wan
neer de jongste zoon van een kruidenier
jongste klerk wil worden op de gemeente
secretarie, dan moet hij bepaald weten dat
bal, cal, carneval, pal, regal, chacal (bal,
eelt, carneval, staak, feest, jakhals) een s in
het meervoud krijgen, ofschoon millioenen
Franschen door het leven gaan zonder ooit
die woorden in het meervoud te gebruiken.
Hoe kwam u er toch toe om Fransch te
onderwijzen?
Het is mijn moeder taal, mijn moeder
was een Zwitsersche.
En uw vader?
Was een Engelsche hulpprediker in
Zwitserland. Ja, ziet u, 't was zoo.
En zoo vertelde de eenvoudige Martin, aan
den gang gebracht en nu en dan geholpen
door een goed doordachte sympahieke vraag,
zijn heele levensgeschiedenis, terwijl Corinna
die het meeste er van al meer gehoord had
en het dus vervelend vond, zich amuseerde
met karikatuurtjes van hem te teekenen op
het tafelkleed. Deelde hij iets mede dat zij
niet wist, dan hield zij even op en keek hem
aan Evenals bij haar was zijn auto-biogra
fie een catalogus van onbekwaamheid, maar
LUE BAND
"f 1'W1 I fWyWfTKWi
Ml
DE DRONKEN LANTAARNPAAL.
De gewapende macht in actie.
Het Hbld. vertelt:
Het was een verkeersongeval, zooals er in
een groote siad honderd en eenigen per dag
voorkomen. Eigenlijk het vermelden niet
waard, als niet
Het gebeurde om half één pal vóór het
Handelsblad op den vluchtheuvel; dit is al
een reden om het niet te verzwijgen. Maar
er is nog wat. Men zegt wel eens: „Als er
wat aan de. hand is, zie je nooit politie".
Doch nu?
Dit was het geval. Een personen-auto, die
vlak vóór den vluchtheuvel keerde, werd van
hij sprak niet van gedwarsboomde eerzucht.
Wat er uit geopenbaard werd was de be
rusting van het gedresseerde ezeltje, dat er
ook in berustte een lastdier te zien. Harts
tochtelijk verlangen naar genot was er
nooit geweest. Waarom te verlangen dat de
maan in je schoot zal vallen? Met een sa
laris van 135 pond in het jaar, waarvan hij
nog een bedrag moest afstaan aan zijn moe
der, die weduwe was, kan een man zich wei
nig weelde veroorlooven. En Martin was
niet een van hen, wien alles meeloopt. Hij
had de laatste tien jaren geleefd in een soort
van mist, die alle schittering als 't ware om-
foerste. Maar op dezen avond was de mist
opgetrokken. De flonkering van Parijs, zelfs
't Pantheon en de Eyffeltoren hadden ge
holpen den nevel te verdrijven, zooals Co
rinna sarcastisch opmerkte. De zusterlijke
belangstelling van Corinna in zijn saaie
belangen had er ook toe bijgedragen. Maar
meer dan dat alles deed de zelfanalyse, die
hij had toegepast onder den dringenden in
vloed van den philantroop met glimmende
mouwen en rafelig linnen, tegelijkertijd prie
ster, advokaat en geneesheer, die zijn vijf
fancs stuk had opgestoken.
Hij sprak lang en ernstig; en hoe meer hij
sprak en hoe meer hij haarfijn vertelde van
de dorheid van zijn jong leven, zooveel te
sterker in hem werd de geest van opstandig
heid dien hij vroeger nooit had gekend.
Dat is alles, zeide hij eindelijk, zijn be
zweet voorhoofd afvegend.
't Heeft mij zeer geinteresseerd, zeide
Fortinbras.
Ja, niet waar, zeide Corinna. En hij
heeft zelfs nooit de dochter van zijn hospita
gekust, die met den loodgieter trouwde. Hier
uit blijkt dus hoe volledig Martin's beliide-
achteren aangereden door een vrachtauto,
daar blijkbaar de chauffeur van dit laatste
voertuig de manoeuvre van zijn collega niet
goed begreep. De j>ersonenauto kreeg een
duw en schoot den vluchtheuvel op tegen
den lantaarnpaal aan. Hevig was de klap niei
daar beide wagens een matig gangetje had
den. Maar de paal kwam toch scheef te
staan. Voorbijgangers, die dat zien, weten,
dat de paal dronken is en dat niet zij „onder
den invloed" zijn.
En nu de dienders. Eén was er dadelijk bij
en meteen reed een heele détachements-auto
voor. Vlug niet? De deur ging open. Een
agent stapte er uit, een 'weede volgde. En
zoo ging het voort. Tot er een heele gewa
pende macht stond. Het leek meer op Chicago
dan op Amsterdam. Of wij ook veilig zijn:
twaalf dienders bij een kleine botsing!
nis geweest is. Uitdagend keek ze hem aan
Ik durf daar een eed op te doen.
Verlegen vertrok Martin zijn lippen.
Ja wel. Een keer.
Waarom niet twee keer, vroeg Corinna
Ja, waarom niet, vroeg Fortinbras,
toen hij zag dat Martin aarzelde, en hij
glimlachte vriendelijk als een welwillende
bisschop. Waarom maar één keer van die
ambrosyne lippen geproefd?
Martin's olijfkleurige huid werd door een
vuurrooden blos overtogen.
Dat zeg is liever niet, het lijkt zoo
onkiesch.
Allons donc (kom dan toch), riep Co
rinna.
We zijn in Parijs en niet in Wendlebury.
Dat moeten wij toch weten, mijn beste
Martin ik vraag altijd aan mijn clënten
of ik hen bij den naam mag noemen— dan
is er meer voeling tusschen hen en mij. Dus
Martin, ik zeg nog eens, we moeten weten
hoe de breuk ontstond of de losmaking of
het eind van wat schijnt te zijn de eenige ro
mantische épisode in je leven. Ik maak geen
gekheid, zeide Fortinbras ernstig. Van uit
een psychologisch oogpunt is het noodig dat
ik het weet.
Smeekend blikte Martin hen aan. Fortin
bras zoo ernstig. Corinna zoo koel spot
achtig.
Zoo'n mieserig loodgietertje, dat aan
gemoedigd moest worden? opperde ze.
Hij ging rechtop zitten en hijgde: goede
hemel, neen. Hij werd rood van verontwaar
diging. Zij was een heel fatsoenlijk meisje.
Niets van dat alles Ik wou dat ik er nooit
over gepraat had, het is van niets geen be-
(Wordt vervolgd).