Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland. J. J. van Egmond. EEN DOODE HAND. Hulpbehoevend door rheumatiek. Op een zeker oogenblik dacht deze vrouw, dat ze voor goed het gebruik van haar rechterhand zou moeten mis sen. Maar „een zegen" in den vorm van Kruschen Salts bracht alles weer in orde. „Ik was er werkelijk slecht aan toe", schrijft zij. „Ik kon mijn huishouden niet meer doen, zoo ziek was ik door rheu matiek in armen en handen, 's Nachts kan ik niet slapen doch moest vaak.op- staan en heet water maken om de pijnen en krampen te stillen. Ik probeerde alle soorten medicijnen; ik masseerde en papte, maar het bleef. Ik dacht dat ik mijn rechter hand nooit meer zou kun nen gebruiken. Ik kon niets vasthouden, geen knoop aannaaien. Ik was bang dat mijn heele arm dood zou gaan. Men raadde mij aan Kruschen Salts te ne men en binnen drie weken had er een totale verandering plaats. Ik bleef door gaan met het t^nemen en 'k ben nu zoo dankbaar voor de zegen, die ik door Kruschen Salts heb gekregen. Ik slaap nu den heelen nacht door zonder pijnen, dank zij de weldadige werking van Kru schen Salts." Mevr. J. H. De zes zouten in Kruschen sporen lever en nieren aan tot gezonde regelmatige werking en helpen deze organen het te veel aan urinezuur te verdrijven, wat de oorzaak is vaa de rheumatische pijnen. En wanneer het giftige urinezuur met zijn hoeveelheid naaldscherpe kris tallen verdwijnt is het niet anders moge lijk, dan dat de rheumatische pijn ook verdwijnen zal. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a 0.90 en 160 per flacon. Laatstgenoemden dag zal ook de chief-scout lord Baden Powell of Gilwell een bezoek aan het kamp brengen. Den dag tevoren zullen de welpen in het kamp zijn aangekomen, die 's nachts overblijven in verschillende scholen in de stad, zoodat ook de jongens in de ge legenheid zullen zijn den chief-scout te zien. Wat er verorberd wordt. In de verschillende magazijnen in het kamp liggen enorme voorraden levensmiddelen op getast. Dat is ook wel noodig, want driedui zend hongerige jongensmagen kunnen wat aan. Per dag wordt er 1500 K.G. brood ver orberd en 2000 K.G. aardappelen, zegt het «bid. De geest in het kamp is perfect en de orde en tucht zijn al even voorbeeldig. De organi satie is puik in orde. RUIT IN EEN POLITIEBUREAU INGEGOOID. Wraak, omdat geen steun was ver leend. Gisterochtend meldde zich aan het bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon in de Regu liersdwarsstraat te Amsterdam een man om steun. Hij werd echter afgewezen. Uit boos heid daarover is hij naar het Rembrandt- plein gegaan met de bedoeling wraak te nemen. Die wraak bestond in het werpen van een steen door een ruit van het politieposthuis op den hoek van de Halvemaantseeg. De man is gearresteerd. EEN GUNSTIG GEVOLG VAN OONTINGENTEERING. En van goede reclame. De Woltana-schoenenfabriek te Nijmegen, die ongeveer anderhalf jaar geleden met drie man personeel een miniatuurbedrijfje begon, arbeidt thans, dank zij de contingenteering en een breed opgezette reclamecampagne, met 65 man personeel, met een productie van 1800 paar per week. Binnenkort hoopt men het aantal arbeiders op te voeren tot 100, met een productie van 4000 paar schoenen per week. FRANSCH OORLOGSSCHIP IN DEN HELDER. In de haven van Den Helder is aangeko men voor een niet-officieel bezoek het Fran- sche oorlogsschip „Ancre", een klein soort van kanonneerboot met een bewapening van vier kanonen van 10 c.M. en twee kleinere kanonnen. Het schip meet 705 ton. De „An cre" heeft ligplaats genomen vóór het direc tiegebouw der marine en blijft daar tot heden avond. VERZET TEGEN VERDERE LOONS- VERLAGING. Officieren en minderen bij de koop vaardij zullen den strijd aanbinden. De organisaties van officieren en scheeps gezellen, vertegenwoordigd in de „Contact- comissie van organisaties van werknemers ter koopvaardij", hebben in de voornaamste havenplaatsen vergaderingen gehouden, waarin de eischen van de reeders, inzake gageverlaging werden besproken. Deze eischen, geabieerd op de gages van zeevaart- landen met gedeprecieerd betaalmiddel, zijn door de vergaderingen afgewezen. Toepas sing van de bedeelde verlaging zou beteeke- nen, dat b.v. de nu geldende gages van onge veer f 300, 200 en 150 voor de officieren en van ongeveer 90 voor de matrozen, resp. met 100, 70, 35 en 25 per maand zou den worden verminderd. Hierdoor zou het in komen van de zeevarenden in tien jaren tijds op veel minder dan de helft van het oor spronkelijk zijn teruggebracht; daardoor zou een levenspeil worden bereikt, dat buiten elke verhouding staat van welke andere industrie- groep hier te lande ook. De verschillende toegepaste verlagingen, niet het minst ook die van November en Februari jl., ontheffen de zeevarenden van elk verwijt ten aanzien van starheid bij de loononderhandelingen. Op grond van deze overwegingen en door het bereiken van een bestaansgrens, welke niet redelijk is te achten, hebben de ledenver gaderingen de besturen gemachtigd tegen over de pogingen der reeders alle maatregelen te nemen, welke deze pogingen kunnen ver ijdelen. Deze maatregelen zullen na 16 Augustus naar omstandigheden eerst worden getroffen, omdat ten aanzien van de plannen der ree ders. om tot het door hen bejaarde doel te geraken, niets bekend is. Niettemin zullen de organisaties van officieren en schepelingen in geen geval toelaten dat iedere reederij, op eigen gelegenheid en op het tijdstip dat haar goeddunkt den strijd aanbindt. TEGEN BUITENLANDSCH FRUIT. Ook de Provinciale Zeeuwsche Veilings organisatie zond een telegram aan den mi nister van economische zaken en arbeid om met nadruk te wijzen op den onhoudbaren toestand, dat, terwijl de Nederlandsche fruit oogst reeds aan de markt komt, toch voort gegaan wordt met invoeren van buitenland- sche vruchten. ONGEVAL IN HET STADION. Tijdens een wedstrijd voor nieuwe lingen. Tijdens de wielerwedstrijden, die gister avond in het Stadion te Amsterdam zijn ge houden, is bij een wedstrijd voor nieuwelin gen een ongeval gebeurd, waarbij eenige deelnemers kwamen te vallen. Zij werden naar buiten gedragen, waar de Geneeskundi ge Dienst, die gewaarschuwd was, de noo dige hulp verleende. Twee der gevallen wielrijders, de 23-jarige A. Molendijk uit Haarlem en de 23-jarige R. Vonhoff uit Am sterdam, hadden beiden een hersenschudding en een hoofdwonde bekomen, zoodat zij In het Wilhelminagasthuis ter verpleging moes ten worden opgenomen. De andere gevallen renners werden ter plaatse verbonden en kon den op eigen gelegenheid huiswaarts keeren. NED. REISVEREENIGING. van het De nieuwe samenstelling hoofdbestuur. In de onlangs gehouden hoofdbestuursver gadering van de Ned. Reisvereeniging heeft een nieuwe verdeeling der functies plaats ge had. De samenstelling van het hoofdbestuur is thans als volgt: J. Panman, voorzitter, J G. P. Sabel, alg. secretaris; A. C. Dijkman, alg. penningmeester; mr. W. W. ösinga, ondervoorzitter; J. van Ettinger, 2e penning meester; J. H. van Egmond, J. J- Oltmans, V. J. Uri en S. de Leve. TIJDENS HET SPELEN DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Terwijl de 11-jarige Annie Lam, wonende in de Geraniumstraat te Hilversum aan het spelen was op de heide achter den Lorentz- weg, is zij door den bliksem getroffen en op slag gedood. Haar zusje, dat naast haar aan het spelen was, kreeg alleen brandwonden aan de beenen. y««2 DE OLYMPISCHE SPRINTKAMPIOEN VAN EGMOND. Een van de Haagsche sportcorresponden- ten der N.R.C. schetst van Egmond als volgt: Mag ik u even voorstellen Jac. J. van Eg mond. oud vierentwintig en 'n half jaar, lang één meter negen-en-tachtig en wegende schoon aan den haak negen-en-tachtig kilo gram. 'n Stuk blakende gezondheid op twee hooge sterke staken, 'n kop als een vogel, scherp en beenig met het frissche rood van jong en krachtig bloed door het abricoos- kleurige vel, en met oogen als een valk die in z'n humeur is. 'n Spontaan end mensch, dat 'n laaienden lach laat hooren wanneer het verbaasd is, wanneer het opschepperij hoont, wanneer het enthousiast bewondert en wanneer het van een verrassende kwink slag geniet. Want is de meeste gevallen is bij van Egmond een frissche lach de natuurlijke reactie. Alleen wanneer hij verbolgen in schiet de stem plotseling hoog uit en komt er met een Haarlemsch accent een stekelig woord over zijn lippen, vaak nog zeer origi neel stekelig woord. Van Egmond is het type van den goeden, fatsoenlijken en vooral goedwillenden volks jongen, een eenvoudige, prettige, aardige knul, spontaan en origineel, vertrouwenwek kend gemoedelijk en van een benijdingswaar- dig goed humeur. Hij heeft de zon van ge zondheid en kracht en de zon van den le vensblijden, innerlijk juichenden mensch om zich heen, en daardoor heeft hij iets ontwa- penends wanneer zijn weg hem brengt in een millieu waar ten opzichte van den volks jongen gereserveerdheid heerscht. Op zijn joviale, eerlijke manier praat hij bevroren slagboomen wee. Zeer ver verwijderd staat hij van hef type braniemaker in de sport. Als hij goed gereden heeft en hij de overwin ning heeft bepaald, zal hij er enthousiast van vertellen, hij zal in details gaan, welke een lekkere tevredenheid over eigen doen weer spiegelen, maar dat alles klinkt bij hem zoo natuurlijk, dat geen sterveling ook maar een moment aan zelfverheffing denkt. Wil men bij hem een voorwaarde tot goed rijden in het leven roepen, dan moet men hem tegenover 'n braniemaker stellen. Het is zijn groote lust zoo'n type op te knap pen en nooit hebben zijn klare oogen ge glansd als nu 'n goede anderhalve maand geleden toen hij bij het winnen van den Grooten Prijs van Kopenhagen een nogal luidruchtig en zelfingenomen Duitschen con current zijn achterwiel heeft laten zien. A'8,Yan Egmond tegen Jn braniemaker rijdt, is hij in staat een topprestatie te ver richten. Zijn levensloop. Van Egmond heeft van huis uit sport-af- fect meegekregen. Hij had den drang, den lust en den aanleg er toe. Als schooljongen deed hij aan voetbal, zwemmen en hardloopen, maar toen hij van school kwam en moest werken gaf hij het voetbal er aan en beoefende hij ('s avonds) voornamelijk zwemmen. Van Egmond was toen electricien, welk vak hij had gekozen omdat het zoo'n aardige naam was. Liefde voor het vak was er dus niet en het is dus begrijpelijk dat hij later over stag is gegaan. Trouwens, zeide van Egmond mij, wat voelt een jongen van amper 14 jaar voor z'n vak, die voelt alleen voor ravotten, 's Avonds dan ging hij met zijn kameraden zwemmen en dat hij ook hier aanleg voor had, bleek wel dat hij 'n jaar later diezelfde kameraden bij een onderlingen werdstrijd over 1500 meter maar liefst 500 meter achter liet. Van clubs moest hij in die dagen niets heb ben. Eerst toen hij 17 jaar was ging hij er toe over zich bij een sportvereeniging aan te sluiten en hij deed dit bij een athletiek-ver- eeniging. Evenals bij het zwemmen begon hij zich te trainen op den gemiddelden en den langen afstand. Het eerste jaar viel dat niet mee, en bovendien nam hij het niet al te serieus op Doch de ware liefde kwam toen er een rond je van 4 K.M. bij Kraantje Lek, de snelste man bleek te zijn. Na li/z jaar begon hij aan wedstrijden deel te nemen en won wat 2e en 3e prijzen, waaronder ook een 2e prijs ineen veldloop over 4 K.M. te Heemstede, die ge wonnen werd door A. Klaassen, toen een der beste loopers van Nederland. Zijn beste tijd was in die dagen 1500 meter in 4 min. 31 sec., waar velen een „belofte" in zagen. Praat men er met Van Egmond over, aan zegt hij nu nog altijd dat hij er van over tuigd was dat hij een goed athletieker was geworden wanneer hij er mede was doorge gaan. Maar zie- daar kwam plotseling, op 19-jarigen leeftijd, die wielrennerij er tus schen. Hij had tot nog toe voor het fietsen niets gevoeld. Er was in Haarlem geen wie lerbaan, hij hoorde wel eens wat van de twee Haarlemsche renners Tulleken en Kossen, maar hij zag hen nooit, en een wegwedstrijd- je dat hij eens had gezien, had totaal geen in druk op hem gemaakt. Edoch, hij was nu van werkkring veran derd en magazijnmeester in een groote bak kerij geworden en daar ontmoette hij een be diende, die aan wielrennen deed, die met z'n race-karretje naar de zaak kwam, enthou siaste verhalen deed en Van Egmond „de oogen uitstak" met zijn kast vol gewonnen prijzen. Van Egmond moest dat karretje „natuur lijk" een probeeren. Hij ging in den.tijd van den baas! een straatje om fietsen, maakte een spurtje en kocht de fiets, toevallig een goede. Hij werd toen lid van de Haarlemsche wielerclub „De Kampioen" en werd daarvan nog in hetzelfde jaar de beste van de B-klassers. Een en ander had plaats in Augustus 1928, toen te Amsterdam de O- luympische Spelen werden gehouden. Daar zag hij voor het eerst een wielerwedstrijd op de baan, de sprint, de tandemrace, de achter volging in groep en de tijdrace (de K.M. te gen het horloge) en daar leefde hij zoo in mee veel meer dan bij de athletiekwed strijden, zei hij dat hij besloot een baan- fiets te koopen om het volgende jaar (dus in 1929) aan wedstrijden deel te nemen. Ande ren begonnen als nieuweling, maar hij greep direct hooger en debuteerde in het voorjaar bij de openingswedstrijden van het Stadion direct als amateur. Nu moet men weten, dat hij door zijn werkkring (s' avonds was het nog vroeg don ker) niet op de baan had kunnen trainen, zoodat hij dus zijn eersten wedstrijd tevens voor het eerst op de baan reed. Wat dat be- teekent weten alleen zij volkomen die zich het gevoel herinneren hetwelk zich van hen meseter maakte toe hij zelf voor de eerste maal op de baan reden. „Ik had geen schrik voor de bocht", aldus heeft Van Egmond verteld, „en ik dacht een voudig: waar een ander kan rijden kan ik »het ook", en met die gedachte ging hij zijn eerste sprintace in. Hem was aangeraden om met den spurt vroeg te beginnen en van verren afstand won zijn serie van den kop af In de demi-finale kreeg hij af te rekenen met twee renners, en een van hen (Klopper) kwam naar hem toe om hem te zeggen dat hij maar precies eender moest rijden, dan zou hij wel zorgen dat nummer drie, „die gevaarlijke was", niet van de derde plaats kon komen. Lachende zei Van Egmond, dat de bedoeling wel geweest zou zijn dat Klop- j?er aan mijn wiel zou gaan zitten om dan zelf te trachten op het laatste eindje weer bij te komen. Maar Van Egmond was zoo pienter geweest „om nog wat voor het laat ste te bewaren", zoodat Klopper er niet langs kon, en zoo zat de debutant meteen in de finale. Die beslissing ging tusschen 4 man, die hem er met hun taktiek netjes inmetselden. Op 400 meter kwam v. Egmond naar voren en begon meteen te spurten. Na 200 meter kwam Kramer plotseling naast hem en toen deze hem half gepasseerd was zakte deze iets, waardoor v. Egmond moest tegen trappen om er uit te komen. En toen hij tegen trapte, zat hij meteen tusschen de ande ren opgesloen. „Enfin, ik wist nu dat hardrijden alleen niet voldoende was". Zijn debuut was echter zoo goed geweest dat de directeur van het Stadion hem steeds in de volgende wedstrijden liet meerijden, waarin Van Egmond ook steeds in de prij zen kwam (2e, 3e en 4e,) maar niet kon win nen, totdat hij juist in de sluitingswedstrij den, een wedstrijd over 6 K.M. won door vroeg hard van achteren te komen en meteen hard door te gaan. Hij won dien wedstrijd met vele lengten en daarmede was tevens zijn debuut-jaar 1929 ten einde. Van Egmond als opkomend wielrenner. Dit wat zijn begin-tijd betreft. Over de volgende jaren zal ik kort zijn. In 1930 bereikte hij in nagenoeg alle wed strijden waaraan hij deelnam de finale, doch in den sprint strandde hij doorloopend op den kleinen Amsterdammer v.d. Linden, die de prijzen voor zijn neus wegkaapte. Het toeval heeft gewild dat ik tot dat mo ment van Egmond nog niet had zien rijden. In het voorjaar 1931 woonde ik een wed strijd in het Stadion bij en daar werd mijn aandacht getrokken door een zeer langen jongen kerel die afschuwelijk op zijn fiets zat. Hij reed niet, doch volgens het renners jargon zat hij te harken. Hij wist met dat lange lichaam op de fiets geen raad en ik heb toen in een wielerblad een artikeltje aan hem gewijd waarin ik het beeld van den pe likaan in den kinderstoel gebruikte. Ik heb toen geschreven dat ik er van overtuigd was dat er kwaliteit, zells veel kwaliteit in hem stak, doch dat die kwaliteit belet werd tot volle uiting te komen wanneer hij zoo harke rig op zijn fiets bleef zitten. Dat artikeltje is voor Egmond van betee- kenis geweest. Er zijn oh der de sportsmen karakters die aan een woord van geloof in hun voorbeschiktheid een groote kracht ver kenen en Van Egmond heeft er van ge tuigd dat hij van dat moment ook een zeer sterk geloof in zichzelf heeft gekregen. Het is hier ook weer wat den heer Karei Lotsy duidelijk is geworden, (en wat in Ne derland en ook buiten onze grenzen nog maar steeds niet werd ingezien) dat bij den sportman de innerlijke mensch is die het doet Goede spieren, goede longen en sterke har ten zijn er bij millioenen en door de bezitters daarvan worden alle takken van sport in Europa beoefend. En toch! hoeveel werkelijk goede, hoe veel groote sportsmen zijn er? Heusch, het zit 'm in andere dingen dan in den vleezenlijken mensch, en daar is de snelle ontwikkeling van Van Egmond weder een bewijs geweest. Want sindsdien begin 1931 waren zijn vorderingen per week zichbaar en hij stormde dan ook lijnrecht op het amateur-kampioenschap van Nederland, aan, dat dan ook door hem werd gewonnen. Hij zag toen door de Ned. Wielren. Unie naar de wereldkampioenschappen te Ko penhagen afgevaardigd. Ik heb hem daar zien rijden, maar ten eer ste stond hij toen nog niet op internationale hoogte en ten tweede had hij nog te veel ge brek aan routine. Maar niettemin maakte hij er ook in de bijnummers waarvan hij er ee,n won een goeden indruk zoodat de baandirecteur (de beroemde oudijrenner Ellegaard) hem nog een weekje liet blijven. Veel heeft hij daar te midden der internatio nale schare geleerd en dat hij een goede leerling was is wel dit jaar begin Juni ge bleken toen hij in den Grooten Prijs van Ko penhagen nagenoeg al de concurrenten van het vorige jaar ontmoette (de drie beste De nen waaronder de wereldkampioen Harder, dan de beste Duitschers, de beste Franschen en de beste Italianen) en hij op schitterende wijze over hen zegevierde. Dat hij daarna het amateur-kampioenschap van Nederland ten tweede male won en dat hij tevens algemeen kampioen werd door Moeskops en v. d. Heuvel te slaan (de kam pioenen der andere categorieën) ligt nog versch in het geheugen. Dit geschiedde maar kort voor zijn vertrek naar Los Angeles. Grooten groeien snel. Een sporman die niet snel op komt wordt nooit 'n crack. Zie hoe snel Van Egmond is gegroeid in een voor hem nieuwen tak van sport. Maar ik wilde nog op iets anders de aan- dacht vestigen. Bij het zwemmen beoefende Van Egmond den langen afstand. Daarna bij het hardloopen, trainde hij op den ge! middelden en den langen afstand. Hij voelde dus niet den drang en den aan- leg tot den sprint in zich. En ziet, als wiel. renner gaat hij over tot den sprint. Dat zegt u mogelijk niets, maar mij zegt het veel. Het zegt mij dat Van Egmond geen gebo ren sprinter is en dat hij thans, alhoewel hij Olympisch sprintkampioeni is geworden nog geen sprinter is. Een volle sprinter, een man van de felle demarrage en van de flitsende laatste meters, een man van rush en jump, is hij niet en zal hij ook nooit worden. Hij is een stayer-sprinter, een afmattingssprintei een man van vroeg beginnen van geleidelijk versnellen, van zonder schokken op zijn hoogste snelheid komen om dan zoo lang mogelijk op zijn top-vitesse door te gaan, kortom, een energiesprinter. Duseen zeer eenzijdig sprinter, een man van beperkte middelen, neep, 'n man van slechts één middel. Maar!'n machtig middel. Een middel evenwel dat een zwaar beroep doet op ka rakter en overtuiging omdat je daarbij al tijd als gangmaker van de concurrenten op treedt die achter je wegkruipen om tot den aanval over te gaan wanneer je het zwaar ste werk hebt verricht. En als zij dan aan vallen, geloof mij dat er ook dan iets in den mensch moet gebeuren om dan toch de baas te kunnen blijven. Het publiek zit bewonderend te kijken naar de stayers die 'n marathon loopen of 100 in sneltreinvaart achter motoren rijden. „Hoe houden ze het uit?" vraagt het vol verbazing. Maar dat een sprinter van 'n paar honderd meter net zoo vermoeid, neen! net zoo ca- deu kan zijn als de athletieker van zijn 42 lA K.M. en de styer met motorgangmaking van zijn 100 K.M., dat wil er bij de menigte nog maar niet in. En toch is dat zoo. De verdedigingssprint welke Van Egmond rijdt is er een van uiterlijke en van innnerlij- ke kracht. Het is een sprint van „overtui ging". Een sprint wele een lang gevecht is. Zeker, wij kenden hem een kans toe toen hij naar Los Angeles vertrok, zelfs een groo te kans. Maar bij de eenzijdigheid van zijn sprint vermogen waren wij verre van gerust. De demarrage, de rush en de jump waarover de beste van zijn tegenstanders beschikken, wa ren ons veel te gevaarlijk om Van Egmond tot favoriet te durven stempelen. Bovendien!.... hoe reageerde hij op het kli maat. Maar nu? Een driewerf hoera voor den gezonden jo- vialen en fideelen Hollander die daar ginds het klimaat plus al zijn tegenstanders de baas is gebleven. O Tot slot nog één karaktertrek. Van zijn 14e tot zijn 24e jaar is Van Eg mond nooit zonder patroon. Uiteraard wa ren zijn inkomsten de eerste jaren al zeer ge ring. Daarbij moest hij een deel van zijn loon afstaan en moest hij zijn sportuitrus- tingen, zijn fietsen en banden (wielrennen is een van de duurste sporten) zelf betalen. Hoevelen zijn er die juist in die vlegelja ren een spaarpotje maken? Begin van dit seizoen had Van Egmond 1200 bij elkaar. En weet ge wat hij deed? Hij zei: „ik heb er geloof in dat ik als ren ner zal slagen. Ik kan het een jaar uitzingen Ik ga mij er speciaal op toe leggen. Ik zet alles op alles. Zie ik na een jaar dat het niet gaat zooals ik het wensch, dan ga ik weer gauw naar den baas terug. Ik ben er dan niet minder op geworden want ik heb dan 'n heele boel van de wereld gezien en heel waf geleerd. 0 Een leven als een schaterlach. Om hem heen cirkelt een tourbillon van levensvreugde en pret, echter lekkere gezon de pret. Er zit iets gierends om zijn wezen. Maar de volksjongen die in 10 jaar vatt zijn loontje 1200 gulden spaart, staat te midden als een hechte spil en niet als een meezwiepend twijgje dat weldra van zijn bladeren beroofd zal zijn. Wij vertrouwen dat het hem wel zal gaan. A t 'h 1 e t i e k. DE OLYMPISCHE ATLETIEK WEDSTRIJDEN. Nieuw Olympisch record speerwerpen. LOS ANGELES, 4 Aug. De belangstel ling van heden was niet zoo groot als die van gisteren. Ongeveer 40.000 toeschouwers waren in het Olympisch Stadion aanwezig, teen een aanvang gemaakt werd met de se ries 400 Meter hardloopen. De inschrijvin gen voor dezen wedstrijd waren talrijk, zoo- 85. Mat gebeurde er? Toen Kruimeltje ook op het-touw kwam staan, bleken de uiteinden niet stevig genoeg vast te zitten aan de paal en zoo schoot het koord plotseling los Kruimelt,e lag het eerst op den grond en even daarna viei Tuimelt,e boven op hem. De ondeugden die bang waren dat er iemand zou komen, liepen heel hard weg en gingen recht on een hondenhok af, dat een eind verder in den Win stond indeïiik^want'-ï uP w*t zitten rusten, zei Tuimeltje n 1,' ^en erÊ moe van al dat dansen en zoo goed en ynrv T u,uc van aai aansen en zoo Maar baH V' a k100? ia boven op het hondenhok, hii torti u, i Saweten dat het zoo onsterk zflu zijn, da nhad la<* T'iim lc e?°S ,®ter "''gekeken. Krak, krak, ging het. Daar Z:;J'mueUJe, 'usschan de planken en stroo, grond. Het hondenhok midden op den was ingestort.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6