m m
0
De nieuHt hedendaagsche
'éÊkI1É
"W'.
C%7///. z?
ANTI-OORLOGSCONGRES.
Negatieve belangstelling.
IN HET BAD
X
X
10
pe tandpasta, die de beste
uitwerking heeft, is tevens de
gneest onschadelijke.
r-R zijn tandpasta's, die wèl reinigen maar tevens
t ie tanden beschadigen. Andere zijn onscha-
lp, maar reinigen niet afdoende. Pepsodent
teinigt èn is levens onschadelijk.
0anj[ zij een nieuwe ontdekking der Pepsodent
Laboratoria bevat Pepsodent drie bijzondere
eigenschappen
de tandaanalag wordt geheel verwijderd.
de tanden worden blinkend wit.
de tanden worden gereinigd en gepolijit
op een voor het glazuur abtoluut on-
ichadelijke wijze.
Koopt nog heden een tube Pepsodent Het is
absoluut onschadelijk, zelfs voor het teerste gla
zuur. Het is de hedendaagsche wetenschappelijke
tandpasta.
Amerikaansche tandpasta
5012
2. 22—17 2. 12 21
3. 31—27 3. 21 32
4. 37:10 4. 4:15
5. io 3
op 17 28 volgt:
2. 21—17 2. 12 21
3. 31—27 3. 21 32
i. 39—33 4. 28 39
5. 37 10 5. 4 15
6. 25:3
Uit de partij.
Als wit in de volgende positie:
m.Jm
W/.
"m
'7%77//s -'/W/Z// Vn/mt
Ww* C7W/.
'Êk mk Wm
m m m mr
MÊ .m
Zw. 14 sch. op: 3, 8, 9, 10, li, 12, 14, 16,
18. 19, 20, 21, 23, 25.
W. 14 sch. op: 27, 28, 30, 32, 33, 34, 35,
37. 38, 40, 42, 43, 45, 48.
3731 speelt, mag zwart niet laten
volgen 2126, want dan zou wit een
combinatie uitvoeren ais volgt:
1. 30—24 1. 19:39
2 28:19 2. 39:37
3. 43—39 3. 14 23
4 48—43 4. 37 48
5 39—34 5. 48 30
6 35 2 6. 26 37
7. 27—21 7. lë 27
8 2 46!
Indien wit in den stand hieronder
33—28 speelt:
sgs np mi
m»/.wÊ-, JU
ML. jHI Hl 11
üfü ww.
mi
,pmy ,;w üi,.. Mi
jké.
mk
Illll
Zw. 11 sch. op: 7, 10/16, 18, 26, 27.
W. 11 sch. op: 25, 33, 34, 36/40, 42, 47, 48.
iou zwart gemakkelijk kunnen ant
woorden 14—19, maar dan zou wit heel
verrassend laten volgen 37—31, 42 22,
«8—32, 39—33 en 34 5 (alleen zetten van
wit).
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1241 van G Mantel, Hengelo.
ML
m
F B
m Awi/mm
V/. W&. m».
■L wm. W wm .tmt/.
m
I éz. m
/vm// w/y/k Wtz// r/mm
6 V/////A W///A wwa
zïW// L^iÉf mv/Ê/.
'tm y<m m
v.m
Aa.t 404'6'7'9' 12' 16'
W 14 sch 'op: 23, 25, 27, 29, 31, 36, 38,
43' 46' 47- 49-
ontlediStand bijna zeker remise. Fraaie
volgeil(*€ rubriek geven wij de
Brieven uit de Hoofdstad
(Van onzen eigen correspondent).
Twee en een halve dag bij welhaast tropi
sche hitte in een overvolle congreszaal met
moeilijk te volgen redevoeringen; het is geen
benijdenswaardig baantjeMaar het is
misschien juist omdat zoowel de Nederland-
sche Regeering als de meerderheid der ive-
derlandsche Pers in zoo negatieven zin haar
belangstelling toonde, dat ik gemeend heb
mij meer dan gebruikelijk te moeten interes
seeren voor het te Amsterdam gehouden
Anti-Oorlogscongres, waarvan aan het
groote publiek, behalve dan de mededeeling
van de weigering der Rusrcn en het over de
grens zetten van een aantal Polen en Cze-
chen uit België, eigenlijk elke objectieve be
richtgeving onthouden is. Direct dient voor
op te worden gesteld, dat inderdaad dit anti-
oorlogscongres geen anderen indruk heeft
kunnen wekken dan uit een oogpunt van
communistische propaganda te zijn georga
niseerd; zij het dan ook met behulp van een
aantal lieden, die veeleer tegenstanders, dan
vrienden van de Sovjet-republiek kunnen
worden genoemd. Maar daarnaast is tege
lijkertijd vast komen te staan, dat uit zuiver
ethische overwegingen een groot aantal an
dersdenkenden aan den oproep van het initi
atief-comité gevolg heeft gegeven en door
hun aanwezigheid in het R.A.I.-gebouw heb
ben bijgedragen tot laten wij zeggen
deze internationale manifestatie tegen den
oorlog. Want al zijn wij ervan overtuigd,
dat als hoofddoel met dit congres een be
scherming der Sovjet-Unie tegen buitenland-
sche aanvallen beoogd werd en al weten wij
wel, dat volgens de tegenstanders de strijd
tegen den „imperialistischen oorlog" niet als
den oorlog tegen den oorlog over de geheele
linie moet worden beschouwd, toch kan liet
niet anders of van een samenkomst van ruim
2000 gedelegeerden, uit niet minder dan 35
landen, moet over de gansche wereld iets
overblijven van het streven naar wereldvrede.
En ik geloof, dat deze wereldvrede van een
dergelijke beteekenis voor de menschheid in
het algemeen is, dat men nu eens niet spits
vondig den aard der middelen moet berede
neeren, maar uitsluitend het doel en dat al
evenmin daarom het initiatief minder op
prijs gesteld mag worden, wijl de initiatief
nemers niet tot de uitverkorenen der massa
behooren. Laten wij toch elke poging, van
w i e d a n o o k, om een volgenden oorlog,
tegenwiedan ook, zoo krachtig moge
lijk ondersteunen en ons niet gaan verliezen
in partijnaijver of onderlinge animositeit.
Uit dezen gezichtshoek bezien was het Am-
sterdamsche anti-oorlogscongres uiterst be
langwekkend. Nog nimmer zagen wij zulk
een verscheidenheid van vreemde gedelegeer
den uit alle oorden der wereld eensgezind
vereenigd. Daar waren menschen van naam,
als Barbusse, de Deensche schrijver Ander-
sen Nexö, de Amerikaansche auteur Sher-
wo:d Andersen, het vrouwelijke Duitscfle
Rijksdaglid Traute Hoelz, een spreekster bij
uitnemendheid, de Britsch-Indiër Patel, de
bekende nationalist, die jarenlang in verband
met het koloniale vraagstuk van Engeland
een groote rol speelt, de schrijfster Karin
Michaelis en vele anderen, door wier aan
wezigheid dit congres toch zeker uiterst in
teressant kon worden genoemd.
De directe practische maatregelen van
congressen zijn veelal niet zoo maar voor het
grijpen en zoo was het ook hier. In een
schier onafgebroken stroom van woorden in
alle talen vrijwel en ten overvloede dan nog
soms letterlijk, dan weer eens wat al te vrij
vertaald, hebben practisch alle inleiders het
zelfde betoogd. En voor het uiteindelijke
resultaat had het zeker geen afbreuk gedaan,
wanneer men begonnen was hef manifest, de
resolutie eigenlijk, maar direct bij aanvang
van het congres in behandeling te nemen,
instede van het afsteken der eindelooze be
groetingsredevoeringen, waaruit de commu
nistische propaganda wel wat al te sterk
sprak. Zoo ook had men de romantiek rond
dit anti-oorlogscongres weg mogen laten.
Het optreden van Ada Wright, de moeder
der veroordeelde „negerjongens van Scotts-
boro", had men gerust als „nummer" kunnen
laten vervallen. Evenals de niet zeer kie-
sche vertooning om de 82-jarige Iersche vrij-
staat-propagandiste Daspard hier te laten
spreken. Had men aan den Engelschen ma
troos, een der stakingsleiders bij het vloot-
oproer, of aan den officier uit het Joego
slavische leger, die na de mislukte revolutie
vluchtte, voor propaganda niet voldoende?
Deze, wel wat al te gewilde spreekbeurten
brachten het peil van het congres niet naar
omhoog. En hoewel het geheimzinnige ver
schijnen en verdwijnen van den Italiaan-
schen matroos, in uniform van de fascisti
sche marine, sensatie genoeg opleverde,
vooral toen de deuren gesloten werden en er
gedurende een klein half uur geen mensch
meer naar binnen of naar buiten mocht,
vóór en na de anti-fascistische rede van den
zonderlingen Italiaan, was in verband met
de serieuse bedoelingen van dit congres dit
punt van het programma niet het meest ge
slaagde.
Het „Rood Front" en „Heil Moskou" do
mineerden te veel. Van de internationale
verbroedering spraken de revolutionnaire
liederen, op gelijke wijs met andere woorden
gezonden, sprekend genoeg; hier was te veel
franje. Oh, ik weet wel, dat de eerbiedwaar
dige gestalte van Patel in zijn Oostersche
kleeding, en met zijn gevolg, zoo goed als de
artistieke figuur van Barbusse, de uniformen
der Rood-frontstrijders, die nauwkeurig alle
toegangen der zaal bewaakten en geen enke
len keer iemand zonder kaart of legitimatie
doorlieten, evenals de vele vlaggen en banie
ren tot de noodzakelijke entourage van zulke
„meetings" behooren, maar hier zou een
gulden middenweg te prefereeren zijn ge
weest boven de thans alles overheerschende
„lawaai-tendenz". Dat voelden ook de an
deren, de meer behouden congressisten, die
naar Amsterdam waren gekomen, hoewel zij
het er „op den koop toe" bijnamen. „Ik ben
geen communist", zei mij een Engelschman,
met wien ik op de tram in gesprek raakte,
„maar er moet iets gedaan worden tegen een
anderen oorlog. Ik ben een Engelschman,
een trouw vaderlander en ik heb mijn plicht
gedaan En op het achterbalcon van lijn
25, die ons naar de R.A.I. bracht, haalde hij
uit zün binnenzak een reeks eeremedailles
v OQB Dm KIiBIHTJBB.
LEGKAART
Deze
legkaart stelt voor:
Een neush oorn mot twee aapjes op den rug staat voor een plas en. durft er niet over. Een
aapje heeft een touwtje aan zijn hoorn vastgeknoopt. (Nadruk verboden).
aan kleurig lint tc voorschijn. „W e d o n "t
want another ,var". Dat zei de man.
„Nog dagelijks ondervinden we de droeve
naweeën van 19141918. Er mag geen
oorlog meer komen; een volgende oorlog zal
nog verschrikkelijker, nog afschrikwekkender
en wreeder zijn dan toen. Daarom zijn we
naar Amsterdam gekomen om te demon-
streeren met wie dan ook tegen den
oorlog!"
Op dat congres ontbraken de Nederland-
sche persvertegenwoordigers, terwijl hun
buitenlandsche collega's allen aanwezig wa
ren. Daar mankeerde de fotopers, wier ver
tegenwoordigers zich staan te verdringen om
een ingehaalden dorpsburgemeester of voor
het bezoek van buitenlandsche filmjuffrou
wen, die lachen, omdat het in haar contract
staat. En overtuigende voorbeelden van vre-
desgedachte zijn er genegeerd. In onze
bioscopen toonen elke week de journaals ons
de oorlogsvoorbereidingen uit vrijwel alle
landen. Hier een tank, die met 100 K.M.
slootje springt, daar een traangaswolk, die
een heele stad versluiert of vloot-manoeuvres
in groot formaat.
Waar waren de filmmenschen nu? Of was
het misschien niet belangrijk om een Fran-
sche verpleegster te hooren praten voor
Duitsche moeders of om, het enthousiasme te
aanschouwen van Duitsche mijnwerkers,
toen er een Fransche boer een rede hield?
Zou dat geen betere anti-oorlogspropaganda
zijn?
En waarom niet een stukje spreekfilm ge
draaid van den medicus, die in schrille
realistische bewoordingen verhaalde van de
ontzettende verschrikkingen van een volgen
den gasoorlog?
Het is ongetwijfeld uit die overwegingen,
dat ik op deze plaats zoo uitvoerig verslag
meende te moeten doen van het Amsterdam-
sche congres, waaraan mijns inziens te wei
nig aandacht werd besteed.
VAN SIEGEN.
fPuiMicaties
HANDELSAVONDSCHOOL TE
ALKMAAR.
CURSUS 1932-1933.
De Directeur dezer school brengt ter alge-
meene kennis, dat de TOELATINGS- en
HEREXAMENS zullen plaats hebben op
MAANDAG 5 SEPTEMBER en DINS
DAG 6 SEPTEMBER a.s., telkpns des
avonds 6.30 uur in het schoolgebouw aan de
Doelenstraat.
De lessen worden hervat op DONDER
DAG 8 SEPTEMBER a.s.
Zij, die geen persoonlijk bericht van onder-
geteekende hebben ontvangen, zijn zonder
examen toegelaten.
Alkmaar, 1 September 1932.
De Directeur der Handelsavondschool,
J. H- DE GROOT.
Raadselhoekie
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
1. Semarang. Gram, mes, graan, gems,
gras.
2. Je moet niet met zulke volle emmers
loopen, Mies! (leem).
Ik zoek Leida overal. Weet jij ook,
waar ze is? (klei)
Door den brand verloor de arme
boer have en goed. (veen).
3. S Schildpad
och
schip
kruimel
Schildpad
voedsel
koper
dak
d
4.
Ch in a
China
Voor kleineren.
1. De oogen.
2. Dak, tak, hak, zak, lak, wak.
3. Klok, huis; klokhuis
4. Muilperen en peren van electrisch
licht.
Tolboomen.
Oorvijgen.
In 't kleine kinder-kamertje
Komt 't zonlicht door de ruit.
Daar zit ons broertje in het bad
Met o zoo'n oolijk snuit!
Hij krijgt vandaag 't is eerlijk waar!
Een extra groote beurt.
Want, weet je, 't is sinds gist'ren toch
Geen enk'len keer gebeurd!
(Nadruk verboden).
Dat heerlijk badje eiken 'dag
Vindt kindje toch zoo fijn.
En als 't aan hem lag, zou hij wel
Altijd in badje zijn!
Maar heusch, dat kan nu eenmaal niet,
Al is 't ook lekker frisch!
Want broertj»; is een kindje en
Een kindje is geen vischl
R. ASSCHER—VAN DER MOLEN.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Vul deze 16 vakjes in met:
5A1E2K2L2M1N2R1S
zoodat je van links naar rechts en
van boven naar beneden te lezen
krijgt:
2.
lo een weekdier.
2o een schaap uit Peru.
3o een rivier in Noord-Brabant.
4o een melkvat.
Welke edelsteen wordt gevormd door
een zeedier, een water en een
medeklinker?
Ladderraadsel.
y lo (bovenste) sport een
broodje.
y 2o sport oen lang, smal
X
X
voorwerp.
3o
een rivier in
Zuid-Holland.
4o
een spel.
5o
een vorstelijk
persoon.
6o
een rond voor
werp.
De woorden bestaan alle uit 5 letters
en de middelste 'etters vormen,
van boven naar beneden gelezen,
den naam van een dikwijls fraaie
bloem.
4. Mijn geheel wordt met 8 letters ge
schreven en noemt een voorwerp,
dat bij veel buitenhuizen te vinden
is. In de stad treft men het minder
vaak aan.
Een 6, 7, 1 is een insect.
Een 1, 4, 3, 2, 8, 6 is een bestuurder.
Ik denk, dat je eiken dag 3, 1, 7, 2,
5, 6, 4 eet.
Voor kleineren.
1. Verborgen dranken.
Oom Henk was te moe om mij te ver
gezellen.
Moeder liet Piet heele verhalen doen
over zijn reis.
Zij brachten in Arabië ruim een
half jaar door.
Hadden Vader en Oom Bram elkaar
in zes jaren niet gezien?
2. Met gr ben ik een gewicht, met Br
een jongensnaam, met tr een ver
voermiddel en met kr een metalen
haak.
3. Ik noem een harde stof en
'k Ben ook een oude stad,
Geschreven met vijf letters.
Raadt even: Wat is dat?
4 Mijn eerste is een kleur, aan mijn
tweede kun je je leelijk branden
en mijn geheel is een ziekte.
Een wedstrijd.
Verhaaltje op rijm.
1
In Dierenland werd op een keer
Een wedstrijd uitgeschreven
Door Koning Leeuw. De dikke teer
Rjep: Heb ik van mijn leven! __j
2 --^T\
- Veel loopen doe 'k voor mijn plezier.
Ik win den prijs dus vast!
En ieder, die graag mee wil doen,
Verliest het! Opgepast! r-,
3.
't Ging alles heel, heel deftig toe.
Lid van de jury waren:
Een dromedaris, olifant,
Een aap met lange haren.
4
Het varken en de hond Caro,
Die riepen boos en luid:
Ik win het! Ik! Nee, ik! Ik-ik!
Ze scholden elkaar uit.
De vos, om sluwheid zeer bekend,
Die lachte in zijn pootje
En n ompelde: Wacht jullie maar!
Ik neem je toch in 't ootje!
Mijn vrouwtje moet mij helpen en
Wij foppen jullie samen!
Wie had gedacht, dat wij jelui
Er netjes tusschen namen?
7
Ik ren naar 't and're eind, blijf daar!
Zij blijft hier bij 't begin.
Wie 't eerst terug is, luidt de vraag
O, jongens, 'k heb zoo'n zint
8
Ik roep na 'n poosje: 'k Ben al half!
En doe, of 'k weg weer ren.
En als mijn -«rouw daarna wat roept,
Denkt elk, dat ik het benl r—
9
De strijd begon en 't ging precies
Zooals de slimme vos
Het uitgedacht had: Lekker lag
Hij op het koele mos,
Toen iemand van de jury riep:
De vos heeft het gewonnen!
Hij kwam aan 't eindpunt vlak nada'
De thuisreis was begonnen!
11
Het vosje was de winnaar dus.
Hij en zijn vrouwtje lachten
In 't veilig', stille hol eens saam,
't Kwam niemand in gedachten,
12
Dat Reintje hen gefopt weer had.
Hij is een slimme rakker!
Maar e e r 1 ijk was het niet! En 'k had
Geen vosje graag tot makker!
ANNIE O,
(Nadruk verboden).