Alkmaarsche Courant.
Fortinbras' toovermaebt
Jiadumieuws
Zeuilleton
Stad en Omgeving.
Protest tegen het
rapport-ïfeelter.
Hon(en) fter en dertigste Jaargang.
HAANDAG 12 SEPTEMBER
DRAISMAVANVALKEMBURQ'S-'
e t •iLEVERTR/
p
^•LEEUWARDEN
Jfo. 215 1932
Dinsdag 13 September.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO),
f Gramofoonplaten. 9.— AVRO-Kamer-
orkest o.l.v. L. Schmidt. 10.Morgenwij
ding. 1015 Gramofoonplaten. 10.30 Ensem
I,1e Rentmeester m. m. v. Marie Holtrop,
voordracht. 12.30 Gramofoonplaten. 1.30
Concert. F. L'oopuitRoeper, piano. Henri
Tibbe, viool. 2.15—2.45 Modepraatje. 3.
Gramofoonplaten 4.Max Tak: De musi
cal comedy en haar persoonlijkheden (Met
gramofoonplaten). 5Radio-Kinderkoor
zang o.l.v. J. Hamel. 5.30 Kovacs Lajos en
zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte, m. m.
v Betty Bienfait, zang en Pierre Palla,
piano. 7 30 Dr. M. Th. Hillen: De Griekschc
mythologie (II). 8.Omroeporkest o.l.v.
Nico Treep. Oude Schlagers. 8.30 Omroep
orkest o.l.v. Treep m. m. v. H. Ernst. (Jodel-
zang, aan den vleugel Egb. Veen en L. W.
Nijland (Intern. Chansons) 10.— Vaz Dias.
10.10 Vervolg Omroeporkest, o.a La Tziga
ne, Ganne en Handicapmarsch, Rosey. 11.
12.— Gramofoonplaten.
Huizen, 296 M. (Uitsluitend K.R.O.) 8.
9 15 en 10.Gramofoonpl. 11.30—12.
Godsd. halfuurtje. 12.15 Trioconcert. 1.45
Gramofoonpl. 2.Vrouwenuurtje. 3.3.30
Gramofoonplaten. 4.Gramofoonplaten.
5 30 Orkestconcert. 6.Causerie 6.15 Ver
volg concert. 7.107.30 Lezing. 7..45 Cau
serie. 8.11.— Orkestconcert m. m. v. piano-
solist, ca. 9.15 Vaz Dias. 11.12.— Gramo
foonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing.
12.20 Orgelspel Reg. Foort. 1.20 Leonardo
Kemp's Orkest. 2.202.50 Gramofoonpl.
4.20 Moschettto's orkest. 5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten. 6.50 Scriabin's pianomuziek
door L. MacKinnon. 7.10 Lezing. 7.40
Dansmuziek. 8.20 Promenadeconcert uit de
Queen's Hall: BBC-orkest m. m. v. solisten
o.l v. Henry Wood, o.a. Ouv. „Benvenuto
Cellini", Berlioz; uit „Aida", Verdi en Sym-
phonie d kl.t. Franck. 10.— Berichten. 10.20
Em. Starkey's orkest en The Three Ginx
II.2012.20 Dansmuziek door Roy Fox en
zijn Band.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8 05 en
12.20 Gramofoonpl. 3.206.50 Concert
door het Pathé-orkest. 7.20 Gramofoonpla
ten. 9.05 Radio-tooneel. 10.20 Gramofoon
platen, o.a Mazeppa, Liszt.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert uit Hotel Angleterre. 3.205.20 Om
roeporkest o.l.v. F. Mahler m. m. v. J. Kop
pel, viool en V. Fischer, piano. 8.20 Radio-
tooneel. 9.10 Radio-strijkorkest o.l.v. Grön-
dahl. 11.1012 50 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 7.258.20 Concert
o.i.v. K. Baule. 11.4012.20 Gramofoonpl
12.20 Concert uit Stuttgart. 1.303.50 Wc-
rag-orkest o.l.v. Kühn. 5.206.35 Solisten
concert uit Frankfurt. 8.20 Gramofoonpl.
(Philadelphia Symphony Orchestra o.l.v.
Leopold Stokowski). 8.50 „Aus der Jugend-
zeit" (Dans en liederen).
Rome, 441 M. 9.05 Concert en Radio-
tooneel o.a. Uit „Mignon", Thomas en uit
„Die Meistersinger von Nürnberg", Wagner
Brussel, 508 en 338 Af. 508 M.: 12 20
Gramofoonpl. 5.20 Concert o.l.v. Walpot.
6 50 Gramofoonplaten. 8.20 Concert o.l.v.
Meulemans, o.a. Balletsuite-Glazounow.
10.3011.20 Dansmuziek (gramofoonpl
338 M.: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert
o l.v. - Meulemans. 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Concert o.l.v. Walpot, o.a. Berceuse de
Jocelyn, Godard en Wiegenlied, Schubert.
10 30 Vervolg ne slot concert.
Zeesen, 1635 M. 8.20 Concert uit Leipzig
o.l v. J. F. Hess. 9.30 „Aufruhr im Sudan"
van O. Rombach en J. Schreiber. 11.—12.20
Oude Dansmuziek uit Hamburg.
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
De Raad dezer gemeente komt op Donder
dag 15 Sept. a.s., n.m. 1 uur, bijeen, ten einde
te beraadslagen en te besluiten omtrent de
hieronder vermelde punten
1. Vaststelling der notulen van de vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stuk
ken.
2. Benoeming eener commissie van vijf le
den tot onderzoek der gemeenterekening over
3. Idem van een onderwijzeres aan de Ge
meenteschool nr. 4 (Vondelschool) (bijlage
4. Idem van tijdelijke leeraren aan het gym
nasium (bijlagen nrs. 130 en 134).
5. Idem van een leeraar aan de Handels
avondschool (bijlage nr. 135).
6. Idem van een tijdelijk leeraar aan de
Handelsschool (bijlage nr. 137).
7. Idem van een onderwijzer aan de Ge
meenteschool nr. 6 (bijlage nr. 138).
8. Voorstel betreffende het uitvoeren van
werken in werkverschaffing (bijlage nr. 141).
9. Idem tot vaststelling van een verorde
ning houdende voorwaarden voor de gemeen
telijke radiodistributie (bijlage nr. 142).
10. Idem betreffende toepassing van de
Rijkssteunregeling aan den groven tuinbouw
in West-Friesland voor tuinbouwers in deze
gemeente (bijlage nr. 139).
11. Idem tot vaststelling van het uitbrei
dingsplan „West" en van de daarbij behoo
rde bebouwingsvoorschriften (bijlage nr.
12. Idem inzake verplaatsing hoofdpost
van de Brandweer (bijlage nr. 143).
13. Idem tot afwijzing van het verzoek om
de Vereeniging van hoogere ambtenaren in
dienst der gemeente Alkmaar toe te laten tot
het Georganiseerd Overleg (bijlage nr. 121).
14. Idem tot aanvaarding van een legaat
(bijlage nr. 128).
15. Idem inzake een adres van bewoners
van de Popelmanslaan betreffende het ver
keer in die straat en verbetering van de be
strating (bijlage nr. 132).
16. Idem inzake het adres van de stads-
vroedvrouw betreffende het verstrekken van
verloskundige hulp aan armlastigen (bijlage
nr. 133).
17. Idem betreffende het verzoek van het
bestuur der R.K. bewaarscholen inzake af
wijking van de voorwaarden omtrent subsi-
diëering van het bijzonder bewaarschoolon-
derwijs (bijlage nr. 136).
18. Vaststelling verordening gemeentelijke
avondschool voor lager nijverheidsonderwijs
en instructie voor het personeel dier school
(bijlage nr. 140).
naar het Engelsch van William Locke
door J. E. d. B. K.
46)
Eindelijk dan was er in zijn leven een
vrouw gekomen, een vorstelijke vrouw, een
schoonheid, met een melodieuze stem, en met
dat warme, echt vrouwelijke over zich. En de
anders zoo keurige Martin gookle zijn klee
ren door de kamer en stapte toen op en neer
in zijn ondergoed, tot een niesbui hem terug
voerde tot de werkelijkheid en de wintersche
koude.
HOOFDSTUK XIV.
Den volgenden dag hadden zij weer cm
gesprek met elkaar. Ofschoon December,
leek het een warme herfstdag te zijn. et
eene einde van het terras baadde in zonne
schijn; daar lag Lucilla, in haar lwntmdntel
gedoken, in een lage, rieten stoel, die «it het
winterkwartier te voorschijn was gehaaia,
rustig te lezen. Het k.pje van het mees
je kwam van onder een plaid te voo.r^h
de kleine, mongoolsche oogjes staard
keurend de koude, tochtige wereldm.
Martin, die een vrij uurtje had, kwam naar
buiten geslenterd en zij, hoorende dat hij vrij
was, vroeg hem haar wat gezelschap te hou-
- Als ik nu een goede Amenkaansche
Was, zei zij, moest ik in mijn auto de streek
Ondanks regen en wind een
stampvolle zaal.
Het rapport-Welter, waartegen al zoo vele
protesten zijn opgegaan wij herinneren
slechts aan de adressen tegen opheffing der
Alkmaarsche rechtbank en aan den landdag
van het Personeel in Overheidsdienst on
langs in het Heilooër bosch had gister
middag tal van ambtenaren, georganiseerd
in het A. C. O. P., bijeengebracht. Ofschoon
de wind door de straten gierde en de regen
de weinige menschen die zich buiten waag
den in het gezicht striemde, was de zaal van
't Gulden Vlies geheel gevuld met menschen
wier belangen door de conclusies van ge
noemd rapport dreigen te worden geschaad,
reden waarom zij gevolg hadden gegeven
aan den oproep om gezamenlijk te protestee
ren.
Namens het plaatselijke A. C. O. P. sprak
de heer H. van Drunen een kort ope^
ningswoord, waarna de .heer L u b e r t i, se
cretaris van het A. C. O. P., uit Den Haag,
gelegenheid kreeg tot het uitspreken van een
gloeiend protest tegen het rapport.
Rede Luberti.
Spr. begon met te zeggen, dat het wel
eigenaardig is samen te komen om te pro
testeere.i tegen een rapport, 't is wel voor he.
eerst in de arbeidersbeweging, dat zij zich
verzet tegen een advies aan. de regeering,
waaromtrent deze nog een standpunt heeft in
te nemen. Maar het zit hier in de vraaghoe
zal een evenwicht worden gevonden in de
ontvangsten en uitgaven van het rijk?
Het is hier niet gegaan zooals zoo vaak
met een commissie, n.1. dat zij wordt inge
steld om van een zaak althans voorloopig af
te zijn. Neen, de commissie-Weiter werd in-
gesteld om op korten termijn te rapporteeren
rondvliegen, maar het is zoo verleidelijk om
rustig in de zon te zitten. En ik heb de stad
al gezien, ik ben er met Monsieur Bigourdin
geweest.
Hij is heel trotsch op Brantóme, be
weerde Martin.
Ik heb mijn hart aan hem verloren, zei
zij. Hij is zoo groot, zoo rustig, zoo oprecht,
en hij praat over geschiedenis als een dich
terlijke professor. Hij is een eenig type van
een hotelhouder.
Ik houd veel van Bigourdin, zei Mar
tin, maar dat type is niet zoo zeldzaam in
deze oude hotels van Frankrijk, vooral niet
in die, welke gedurende vele geslachten in
een familie zijn geweest. In Périgueux is
een hotelhouder, die een studie heeft gemaakt
van voor-historische oudheden.
Dat is heel interessant, zei Lucilla,
maar hij kan niet zijn wat Bigourdin is. Dit
is het zonderlingste hotel, dat ik ooit gezien
heb. Er is hier zoo'n aardige geest in huis.
Ik veronderstel, dat u niet uw heele
leven hier in betrekking zult blijven, zei zij.
Hij beduidde haar, dat deze veronderstel
ling juist was.
Wat bent u van plan te doen? vroeg zij
Hij had willen zeggen: U volgen tot
het eind der wereld, maar zijn gezond ver
stand gedoogde dit niet. Zij suggereerde
hem, dat hij moest gaén reizen.
U moest naar Egypte gaan en voelen
wat een nietig korreltje we slechts zijn als de
eeuwen zoo op ons neerkijken. Dat is zoo
gezond voor ons. Ik ga er heen in het begin
van het volgend jaar. Ik wil probeeren de
woestijn te schilderen.
En voor Martin's geestesoog verrezen ka-
ver beperking van 's lands uitgaven en,
i, wonder, zij heeft daaraan ook voldaan.
Van belang is, dat, lang vóór het rapport
verscheen, reeds maatregelen werden geno
men, die in de richting van de conclusies van
dit rapport gingen. De regeering heeft dus
welbewust de commissie-Weiter samengesteld
en richting aangegeven.
Alles wijst erop, dat de regeering thans,
nog eer de volksvertegenwoordiging er over
heeft gesproken, allerlei dingen begint uit te
voeren, die de commissie heeft aangegeven.
Daarom is het zeker wel noodig, een protest
beweging te volgen tegen de conclusies van
het rapport.
Brutaal noemde spr. wat De Ned. Werk
gever over dit rapport schreef, n.1., dat de ge
troffenen alleen in het geweer komen, omdat
zij slechts op eigen belang letten. Als de
werkgevers en andere machthebbers beseften
wat zij van de wereld hebben gemaakt, zou
den zij anders spreken en zich daarover
schamen. Immers er zijn grondstoffen voor
alles in overvloed, de ontwikkeling van de
techniek en van het kunnen is tot enorme
hoogte gestegen; er zou een paradijs op aar
de kunnen zijn, en wat zien wij? Duizenden
werkloozen die aangewezen zijn op openba
ren steun, maar dien vaak niet krijgen.
Is het oogenblik dan niet aangebroken om
tot een andere inrichting der maatschappij te
komen?
En wat doet de regeering? Zij geeft Wei
ter ojxiracht slechts eenzijdig' de uitgaven te
besnoeien. Maar op leger en vloot wordt
niet veel bezuinigd en wat er ten aanzien van
de marine werd voorgesteld is nog weer op
wensch der regeering opnieuw commissiori-
aaal gemaakt. Spr. keurde ten zeerste af de
eenzijdige opdracht der commissie en ook, dat
zij leger en vloot spaarde.
Minister Ruijs sprak voor de radio wel
over noodzaak van opofferingsgezindheid,
maar zei de heer Luberti waar blijft hij
met een belasting op de weelde? Deze zou
heele kapitalen kunnen opbrengen. En waar
om komt de minister niet met een voorstel
tot een algemeene crisisheffing?
Zelfs op dit oogenblik zijn er nog 'heele
groepen, die flink verdienen, en de contingen-
teering e. d zullen nog evenzeer voor velen
groote winsten brengen. En dan, wat te zeg
gen van hen, die onnoodige renten vragen
van hun kapitalen, ten laste van gemeenten,
waar die kapitalen volkomen safe zijn? Betere
controle op de belastingen zou eveneens heel
wat kunnen opbrengen
Maar om dit alles bekommert de regeering
zich niet. Eerste plicht van de regeering was
geweest om de werkloozen aan werk te hel
pen, waarvoor vele wegen reeds zijn aan
gegeven. Zij zou daarmee de volkskracht heb
ben kunnen bewaren en verhoogen, en nu is
niet onder cijfers te brengen de schade, door
de deprimeerende werkloosheid toegebracht
Voor deze regeering is het evenwel niet de
mensch, waarvoor hare maatregelen gelden,
maar alleen de begrooting. Verschillende
jaren zijn er groote overschotten geweest en
thans, nu de uitgaven grooter worden dan de
inkomsten, wilde de regeering voorstellen op
korten termijn om de uitgaven te doen
dalen.
Opmerkelijk is, dat chr. en andere recht-
schen zich beijveren om de commissie-Welter
„liberalistisch" te noemen (ofschoon de heer
Weiter r.-k. is).
Wel is juist, zei spr., dat de commissie zeer
eenzijdig is samengesteld, wat een reden
moet zijn om ook in de kringen der hoogere
ambtenaren op doorwerking van de demo
cratie aan te sturen.
En de voorstellen, die de commissie deed?
Ieder ander, -heel wat minder ontwikkeld, zou
met eenzelfde opdracht tot dezelfde conclusies
komen: vermindering van het aantal ambte
naren, verlaging van salarissen, enz. Alsof zij
geen verstand heeft van cijfers! Zij hakt en
slaat maar in het rond zonder op de gevolgen
te letten inplaats van te zoeken naar wegen,
■die zouden kunnen leiden tot verhooging van
het welzijn van het heele volk en de gelden te
halen, waar zij te vinden zijn.
Na een korte pauze vervolgde de heer
Luberti zijn rede. Met een voorbeeld gaf hij
aan, hoe z.i wordt bewezen, dat de com
missie-Welter geen verstand heeft van cijfers.
Spr. doelde hier op de zinsnede in het rap
port over den toegenomen schuldenlast der
gemeenten. Als een eenvoudige klerk had
gedaan wat de commissie-Welter deed, zou
hij een geweldigen uitbrander hebben ge
kregen. Want waardoor zijn de schulden ge
stegen? Door de uitbreiding der terreinen,
waarop de gemeenten zich bewegen: gas,
electriciteit en zooveel meer. Dit wijst op een
gezond bestuur in plaats van een afkeuring
te verdienen.
meelen en pyramiden en zandvlakten en
mooie zonsondergangen en hij zei, dat hij
zijn ziel zou willen geven om Egypte te zien.
Egypte is wel een ziel waard, lachte zij.
Zijn eigen woorden en haar antwoord wer
den opeens uit zijn geest verdreven door een
groote vetvlek, die hij ontwaarde op één van
zijn broekspijpen. Een pak, dat een bedien
de drie of vier maanden draagt in de uit
oefening van zijn beroep, ziet er in het zon
licht niet op zijn voordeeligst uit. Hij
kruiste zijn beenen over elkaar om de vlek te
verbergen. Toen ontdekte hij dat een van
zijn overhemdsknoopjes voortvluchtig was
en hij voelde dat Lucilla hem spotachtig
aankeek, zoodat hij het niet waagde haar
blik te ontmoeten. Maar na eenig nadenken
begreep hij dat zij die vetvlek al lang gezien
moest hebben en dat zij hem gevraagd had
om wat met haar te praten, was het bewijs
dat zij om al die uiterlijkheden niet veel gaf.
De vraag is, vervolgde hij, of mijn ziel
zooveel waarde zou hebben om mij een biljet
naar Egypte te bezorgen.
Ze glimlachte even. Nu het zonlicht
vlak op haar gezicht viel, zag hij dat ze
bruine wimpers had.
In alle geval, hernam zij, waar een
ziel is, daar is ook een weg.
Ze nam een sigaret uit een gouden koker
tje, dat bij haar lag, en Martin bood haar
dadelijk een lucifer aan.
Geld doet het hem niet, zei zij. U
vindt het misschien vreemd dat een Araeri-
kaansche dat zegt, maar het is de ziel, die
groote dingen tot 6tand brengt en het geld is
een bijkomende omstandigheid. En waar wij
1 trotsch op zijn, dat is niet het geld, maar de
Tegenover de toegenomen schulden der
gemeenten staan groote bezittingen aan fa
brieken. gronden, enz. De klacht der com-
roissie-Welter is dus absoluut onjuist. En
toch wil zij rigoureuze maatregelen om de
uitgaven der gemeenten te beperken.
Spr. waarschuwde, dat het streven der
commissie en der regeering naar loonsver
laging voor de ambtenaren niet gaat alleen
tegen deze menschen, maar een streven is tot
verlaging langs de heele linie van werk
nemers. Daarom moeten de ambtenaren be
denken. dat zij met al die anderen één geheel
uitmaken en zich dus met dezen hebben te
verzetten tegen eiken aanslag. Spr. citeerde
het rapport om dat verband tusschen de amb
tenaren en anderen (werkloozen) aan te
toonen. De commissie-Welter gaf hier een
les in den klassenstrijd, zooals de ambte
naren dien nog niet altijd voelen.
Dat de ambtenaren geen offer zouden wil
len brengen als dit noodig is. ontkende spr.
met verwijzing naar het verleden. Echter, zij
moeten weten, dat dit offer komt waar het
behoort en het moet niet gevraagd worden
om anderen in hun bezit te laten. En zoo
lang er geen weeldebelasting is en geen
crisishefing wordt ingesteld, zullen wij ons
verzetten tegen salarisverlagingen, die slechts
dienen cm belastingverhooging voor de
kapitalisten te ontgaan. In dit erband deelde
spr. mede, dat er in „het rijke Den Haagnog
slechts zes opcenten worden geheven op de
vermogensbelasting en toch wil men daar
ook verlaging van loonen van het gemeente-
personeel.
Spr. ontkende dat het gevraagde offer
thans noodig is: het toenemende autoverkeer
(ook van particuliere luxe-wagens), de vele
feestelijkheden e.d. bewijzen dat.
Personeel-inkrimiping keurde spr. sterk af,
omdat het leger der werkloozen daardoor
weer vergroot wordt en dus anti-maatschap
pelijk zou zijn. De commissie-Welter vond
daarvoor wel een mooi woord, het zou „psv-
chologisch werken", maar dat is slechts om
een slechte zaak goed te praten.
Beter dan ambtenaren te ontslaan en dien
sten in te krimpen zooals b.v. de postbe
stellingen met verlenging van werktijden voor
anderen (in Alkmaar zelfs van ongeveer 8
uur 's av. tot 7 uur in den volgenden morgen,
iets wat een particuliere werkgever niet zou
durven verlangen) kon de regeering haar
bemoeiingen beter uitbreiden; velerlei terrein
is daar nog bij uitstek geschikt voor. Een
betere controle op de belasting is b.v. zeer
noodig.
In dit verband hekelde spr. de jongste mi-
nisterieele besluiten ten aanzien van het per-
sonel der rijksopvoedingsgestichten (verla
ging in salaris en ambtelijke degradatie.)
Wij hebben ons hiertegen verzet, zei spr
en hebben hoop dat het iets zal baten.
De werkloozen-uitkeeringen, door Weiter
genoemd als zijnde 26, zijn sterk overdre
ven, want nergens zijn zij hooger dan
22.50 en in haast alle gemeenten zijn zij
lager.
„Schande", werd er uit de vergadering ge
roepen, toen de heer Luberti citeerde wat het
rapport Weiter schrijft over de werkloozen.
De heer Luberti onderschreef dezen uitroep
en zei, dat hij de leden der commissie en hun
verdedigers wel eens eenige weken in den
„steun" zou willen zien meeloof>en. Dan zou
den zij wel anders leeren denken.
Het heele rapport is één kapitalistisch ge
doe, zei spr., zoowel wat ten aanzien der
loontrekkenden is gezegd als over het onder
wijs en andere onderdeelen. 't Is alles door
trokken van de kapitalistische gedachte.
Hoe is dit alles mogelijk? Doordat er nog
zoovele groepen Nederlandsche werkers be-
hooren tot het volgzame deel. Zoolang dat
nog zoo blijft, zal men van kapitalistische
zijde steeds weer durven aanvallen datgene
wat door de arbeidersklasse na veel strijd is
veroverd. Daarom is het uw taak; zei spr,
om te pogen die menschen te brengen aan
onze zijde. Wel zijn er velen bij ons gekomen
uit de kringen der r.-k. en andere rechtsche
partijen, maar er blijven daar nog altijd te
veel trouwe volgelingen der rechtsche regee-
ring.
Sterk wekte spr. op, om in gesloten drom
men op te trekken naar de groote demonstra
tie op '25 Sept. te Amsterdam.
Gestreden moet worden tegen de groote
verdeeldheid op vakvereenigingsgebied hier te
lande. Een goed voorbeeld van eenheid noem
de spr. het optreden van de opvarenden van
het stoomschip „Rotterdam". Als de andere
organisaties even eensgezind waren, zou het
rapport-Welter allicht niet zijn verschenen en
zou een maatschappij kunnen worden opge
bouwd, die tot welzijn van het heele volk
zou leiden.
ziel, die de natie bij elkaar houdt. En dat
bedoelde ik, toen ik zeiwaar een ziel is, daar
is ook een weg.
Terwijl ze sprak verloor haar gezicht de
gewone kalme uitdrukking, het werd geani
meerd, haar oogen straalden en ze begon
sneller te spreken.
Martin kon zijn oogen niet van haar af
wenden. Hij zag in haar een vrouw, die tot
groote dingen in staat was en zij scheen het
zelfde van hem als man te denken.
U hebt mij den weg naar Egypte ge
wezen.
Daar ben ik blij om, zei Lucilla. Zie
maar eens naar mij uit als u er bent. Het
lijkt zoo groot, maar dat is het niet. Cairo,
Luxor, Assouan, Semiramis-hotel in Cairo is
mijn adres.
En toen begon zij te praten over dat ver
wonderlijke land, over het geheimzinnige van
de woestijn, over de ondoorgrondelijke goden
beelden van graniet. Groote kennis en en
thousiasme spraken uit haar woorden. En
uit enkele kleine gezegden bleek haar ruime
blik op het leven. Niet alleen was ze zoo
bekoorlijk, haar vurige geest werkte stimu-
leerend op Martin, wiens eigen geest zoo
lang in diepen slaap gedompeld had gelegen.
Nog nooit was hij in aanraking geweest met
de zeer ontwikkelde vrouw uit de groote we
reld. Onwillekeurig vergeleek hij haar met
Corinna, die in de eerste dagen van hun
pelgrimstocht hem verbijsterd had, met haar
vele kundigheden. Zij had een vlug ver
stand, maar weinig diepte, en ze streek gauw
neer op een klip, als dit haar veiliger leek.
Maar Lucilla zwom vrij uit in den wijden
Oceaan.
vr j Resolutie.
Na deze met daverend applaus beloonde
rede ook tijdens het uitspreken ervan werd
herhaaldelijk geapplaudisseerd las de heer
Van Drunen de volgende resolutie:
„De openbare gewestelijke protestvergade
ring van het A. C. O. P., gehouden op Zon
dag 11 September 1932, te Alkmaar;
gehoord de uiteenzetting over het rapport
van de commissie-Welter;
neemt met verontwaardiging kennis van
het voorstel van die commissie om de uïtkee-
ringen aan de werkloozen, welke reeds thans
voor een allersoberst levensbestaan nauwe
lijks voldoende zijn, sterk te verminderen;
komt er ten krachtigste tegen op, dat de
commissie in haar voorstellen zonder meet
uitgaat van de opvatting dat tekorten op de
rijksbegrooting moeten worden gedekt door
verlaging van de loonen ert salarissen van
het rijkspersoneel en de onderwijzers;
verzet zich ten sterkste tegen de •voorge
stelde aantasting der gemeentelijke autono
mie betreffende de loonen en salarissen en
verdere arbeidsvoorwaarden van het perso
neel en de daaruit voortvloeiende ondermij
ning van het georganiseerd overleg;
stelt vast, dat uit vrijwel alle voorstellen
van de commissie blijkt, dat zij van de voor
opgezette meening is uitgegaan, dat de so
ciale bemoeiingen van den Staat en zijn on<
derdeelen belangrijk moeten worden inge
krompen en dat de geheele arbeidersklasse
door een drastische verlaging van het levens
peil moet worden teruggeworpen in de kom
mervolle omstandigheden, welke zij door een
voortdurenden, taaien, opofferenden strijd
aanzienlijk heeft weten te verbeteren;
van oordeel, dat vooral deze strekking van
het rapport de duurzame belangen van de
geheele arbeidersklasse bedreigt en het krach
tigste verweer gebiedend noodzakelijk
maakt;
protesteert reeds bij voorbaat tegen eventu-
eele geheele of gedeeltelijke overname van de
voorstellen door de regeering;
betuigt zijn volledige instemming met de
actie van het A. C. O. P. tegen het rapport-
Welter;
besluit deze motie aan het A. C. O. P.-be-
stuur te zenden met verzoek haar aan de re
geering, de Staten-Generaal, de Centrale
Commissie voor Georganiseerd Overleg in
Ambtenarenzaken en de pers te doen toe
komen;
en gaat over tot de orde van den dag".
Deze resolutie werd onder applaus met al
gemeene stemmen aangenomen.
De heer Van Drunen sloot hierna de
bijeenkomst met een aansporing om in eigen
kring over de rede van den heer Luberti te
spreken en te protesteeren tegen het rapport-
Welter, opdat het verweer krachtig zal zijn,
als straks de regeering met voorstellen tot
bezuiniging bij de volksvertegenwoordiging
zal komen.
INGEKOMEN PERSONEN.
Echtg. P. van Dijk, huishoudster, R.K., en
dochter, van Amsterdam naar Wildemanstr.
5. M. Pranger, l.l.verpl., N.H., van Noord-
scharwoude naar Kruislaan 14. A. J. Wa-
gendrever, metaalbewerker, R.K., van Heiloo
naar Oudorperdijkje 5. H. I. J. Cox, d.b.,
R.K., van Eindhoven naar Nassaulaan 41.
Wed. J. Schoenmaker en dochter, kantoorbe
diende, N.H., van Heiloo naar Kennemer-
straatweg 70. C. Butter, z.b., N.H., van
Nieuwe Niedorp naar Kruislaan 14.
Echtg. P. J. Bakker en zoon, N.H., van Ned.
Oost-Indië naar Westerweg 71. G. Wes-
trik, dienstbode, N.H., van Nieuwleusen naai
Limmerhoek 12. A. C. Schuitemaker, kan
toorbediende, N.H., van Beemster naar Corf-
straat 55. P. F. Kuijjoer, onderwijzer, R.K.,
van Nieuwkoop naar Zeglis 39. H. Rijs,
monteur, van Zijpe naar Leeghwaterstraat
19. Echtg. J. Colijn, en zoon, geen, van
Soerabaja (N.O.I.) naar Jaagpad 34.
Wed. C. Keg, z.b., geen, van Amsterdam naar
Kruislaan 14. Echtg. D. Steeman, z.b.,
R.K., van Heiloo naar Eikelenbergstraat 52.
A. de Groot, metselaar, R.K., en gezin,
van Oudorp naar Kanaaldijk 23. C. Dijt
en echtg., z.b., R.K., van Bergen (N.H.) naar
Friescheweg 8. A. J. Jonkman, smid, geen,
van Utrecht naar Eilanaswal 1. A. Groot,
z.b., N.H., van Wormerveer naar Kruislaan
14. M. Seehaus, huishoudster, E.L., van
Barsingerhorn naar Achterweg 2a. Wed.
P. de Vries, geen, van Haarlem naar Kruis
laan 14. L. Barentsen, z.b., en gezin, G.K.,
van Schagen naar Dahliastraat 13. R. G.
Oud, dienstbode, R.K., van Berkhout naar
Laat 144. A. H. M. Schulpen, chauffeur,
R.K., van Oudorp naar Verdronkenoord 12.
J. C. M. Hepp>enhuis, religieuse, R.K., van
Amersfoort naar Oudegracht 204. A. M.
G. ter Laare, bewaarschoolonderwijzeres,
van Amersfoort naar Oudegracht 204. L.
Na eenigen tijd begon ze rillerig te wor
den. De zon was om den hoek verdwenen
en grauw lag het terras. Het stralende van
den korten winterdag was voorbij. Ze nam
Heliogabalus onder den arm en ging naar
binnen, gevolgd door Martin, die de plaids
droeg.
Wilt u me thee laten brengen in mijn
aardige kleine zitkamer en wilt u Félise vra
gen mij gezelschap te houden?
Verdere gesprekken had hij niet met haar.
Des avonds kwam een gezelschap automobi
listen, die verschillende dranken bestelden,
zoodat hij onafgebroken bezig was en niet
naar het café kon gaan.
Den volgenden morgen vertrok Lucil
la naar de Riviera. Zij nam de route
over Toulouse, Carcasonne, Narbonne
en langs de kust. Tot Martin's verwon
dering ging Félise mede voor een dag of
tien, veertien. Dit plannetje was den
vorigen avond laat opgekemen en be
sproken en op haar aardige manier, met
haar lieven glimlach, had Lucilla, het
voorstel doende, alle bezwaren weggecij
ferd. Kleeren! Ze had veel meer dan ze
noodig had. Félise zou nooit de reis te
rug alleen kunnen doen. Treinen, die
niet correspondeerden, de reis was te
lang. Het was gemakkelijker om van
Parijs naar Moskou te gaan dan van
Monte Carlo naar Brantóme. Lucilla
lachte. Cook was er immers. Zij zou
aan een man van Cook met koperen
knoopen en met gouden letters op zijn
pet opdragen om Félise goed af te leve
ren thuis.
Wordt vervolgd,