Spionnage in den grooten oorlog SS?SSiï Z iï Rechtszaken Jcumeel De heer Goosens vond 't niet te hoog, het is een langen dag en 't is niet van invloed op de begrooting. Het voorstel-Blaauboer werd niet onder steund. Bij de uitgaven van de O.L. school vroeg de heer Visser of misschien niet verschillende betrekkingen zijn te combineeren als bv. schoonmaak, klokkenist, enz. De voorzitter wilde hier wel aandacht aan schenken. Ook wilde de heer Visser aan het dage- lijksch bestuur in overweging geven om bij de brandspuit iedereen vergoeding te geven en dus ook aan den brandmeester. Ook dit zal door B. en W. worden besproken. De begrooting sloot in ontvangst en uit gaaf op een bedrag van 60955.49 met een post voor onvoorzien ad 2321.36. De kapitaaldienst gaf een eindbedrag van 20.27 Rondvraag. De heer Goosens vroeg inlich tingen omtrent de werken in den Sluisputten. De voorzitter deelde mede, dat hij deze week een onderhoud heeft gehad met den hoofdingenieur van den Waterstaat. Mis schien kunnen 25 pCt. van de arbeiders uit de gemeente te werk worden gesteld. Het hangt er nog van af of het Rijk het werk uit voert of dat 't bij aanbesteding zal gaan. Hierna volgde sluiting, waarbij de v0®f" zitter zijn leedwezen nog uitsprak over de afwezigheid van den heer Speets. Spreker wenschte hem een spoedig herstel, opdat hij weer op dezelfde wijze en met dezelfde toe wijding deel zal nemen aan de besluiten van den raad Ten slotte werd op voorstel van B. en W. besloten tot plaatsing der gemeente in de 2e klasse der gemeentefondsbelasting; idem tot verhooging der op de personeele belasting te heffen opcenten van 7 op 14 en verder werd besloten tot heffing van 30 opcenten op de vermogensbelasting. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TF AI VMi AR MEERVONDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 18 October. NACHTELIJKE BIJEENKOMST IN DE HOUTLOODS. Een misschien goeden slag precies misgeslagen. Een tweetal jeugdige zwervers, de 23- j'arige arbeider Pie H., geb. te Spanbroek en Niets de Vr., schoenmaker, geb. te Castricum, beiden zonder vaste woonplaats en den laat- sten tijd ook wel gelogeerd in een woon- schuitje, arriveerden op 28 Juli te den Helder en maakten alstoen het plan, om in den nacht een visite te maken in de houtloods van de firma Vinken Co., in de hoop 't een en ander te bemachtigen, dat hun van dienst kon zijn. Het gelukte hen dan ook zonder al te veel moeite zich tot die onbekende loods toe gang te verschaffen, doch toen zij bezig wa ren met de inspectie, werden zij betrapt en ingerekend. Deze beide mislukte speculanten, thans in voorarrest, stonden nu terecht ter zake poging tot diefstal onder verzwarende omstandigheden. Voorts was hen tenlaste gelegd, het rond zwerven te Alkmaar en Den Helder zonder middelen van bestaan, in 't kort aangeduid „landlooperij". De verdachten werden als onmiskenbare prodeaantjes in rechten bijgestaan door mr. Verdoorn en mr. Loos, advocaten te Alkmaar. Het bleek, dat de heeren ook nog zoo'n beetje in hun onderhoud voorzagen, door verkoop van prentbriefkaarten. De tweede verdachte kreeg ook wel eens een inspiratie om als vliegende schoenmaker op te treden en was deswege in het bezit van de benoo- digde gereedschappen, pikdraad, eist en diverse naalden. Brigadier Horsman, net op tijd gewaar schuwd, zat het ondernemende tweetal al spoedig achter den broek en smaakte het ge noegen hen te kunnen inpikken. Verdachte nummer één werd bevonden in het bezit van een groot mes, zeker om bij voorkomende gelegenheden kaas te snijden. Voorts ont I. De Engelsche spionnage, die over de geheele wereld werkt. Van de oudste tijden af zijn spionnen als verachtelijke wezens beschouwd. Voor een deel wellicht voortkomende uit het feit, dat zij voor geld, voor veel geld hun werk ver richten, en meestal lieden waren zonder be ginsel, zonder vaderland, zonder wat men innerlijke eer of fatsoen kan noemen. Naar mate de techniek en de internationale verhou dingen in de oorlogvoering zich hebben ont wikkeld, is de spionnage tot een wetenschap geworden, waarvan het dienen slechts dan nog als minderwaardig geldt, wanneer het uitsluitend om geld geschiedt. Die spionnage heeft geenszins uitsluitend op militair, doch ook op diplomatiek, ja zelfs op het gewoon ste burgerlijk gebied plaats. Gedurende den grooten oorlog heeft zij zich ontwikkeld op een tevoren ongekende wijze, ontwikkeld ook in dezen zin, dat de spionnen zich niet te vreden stelden met het vergaren van berich ten, doch ook invloed om zich heen trachtten te verspreiden, gevoelens trachtten te wek ken, die als défaitisme zijn gekenmerkt. Het ietwat verborgen werken dezer spionnen moge velen verachtelijk schijnen, men kan niet uit het oog verliezen, dat tal van diena ren van den spionnagedienst een persoonlij ken moed toonen, waarbij die op het slag veld in den stormaanval, onder den invloed van het gevecht, klein begint te lijken, Want de spion werkt in een omgeving, waarin één verkeerde blik, één verkeerd woord hem of haar kan verraden; hij moet beschikken over een onbeperkte zelfbeheersching, ovef zenu wen, die hem zelfs in het hachelijkst moment niet in den steek laten, en alleen dan kan hij, wanneer bovendien het toeval medewerkt, resultaat bereiken. Welke belangrijke resulta ten zijn dikwerf onbekend aan tal van de genen, dife zich nauwelijks een voorstelling maken van wat er aan geheimzinnige ge schiedenissen in den oorlog zich heeft afge speeld. o Van de diverse spionnagediensten mag de Engelsche wel als de beste worden be dekte de brigadier ook nog een leeren hand schoen, 'n stukje koperdraad en n kouwbei- tel, misschien bestemd voor afweer van vin gerafdrukken, het open peuteren van deurslo ten en het opwippen van keukenramen. Verdachten gaven evenwel van de aanwe- Verdachten gaven evenwel aan de aanwe zigheid van die heterogene verzameling een heel wat onschuldiger opheldering. Volgens verslag van den firma N. J. v in- ken bevond zich in het kantoortje een bedrag aan geld, wel 3 gulden aan koperen centen, tot welker annexatie heeren inbrekers natuur lijk niet gerechtigd waren. De getuige, die wat onbegrijpelijk scheen, verdiende door het verhoor wel dubbel en dwars zijn rijksdaalder getuigengeld. De officier was edelmoedigheid bereid, gelet op de velen die thans zonder middelen van bestaan zijn. de landlooperij en het subsidiair ten laste gelegd, te laten zwemmen, doch wierp zich met verdubbelden ijver op de po ging tot diefstal, daarbij niet aannemende het verweer van de verdachten dat zij zich alleen aan insluiping, beter gezegd, huis vredebreuk zouden hebben schuldig g-, i aakt, zulks met het doel een geschikt nachtverblijf te vinden. De officier maakte echter de heeren attent, dat zij ook nog beschikten over een eigen pied a terre in den vorm van het bewuste woonschuitje. Voorts wees de officier op de inbrekerswerktuigen, in hun bezit gevonden. Hij vorderde ten slotte voor dit ernstige feit voor ieder gelijkmatig een gevangenisstraf voor den tijd van 5 maanden. Mr. van Doorn opponeerde voor Petrus H., en ontkende de poging tot diefstal. Gaf voorts een plausibele verklaring der aanwezigheid der z.g. inbrekerswerktuigen en achtte de poging alzoo niet bewezen. Mr. v. d. Loos, raadsman voor Nic. de Vr., bestreed de landlooperij, die trouwens al door den officier was prijsgegeven. Wat betrof de poging tot diefstaf oefende verdediger critiek uit op de duidelijkheid der dagvaarding en vermeende ten slotte eveneens dat het primair ten laste gelegde feit niet wettig en over tuigend was bewezen, omdat hi<*r geen straf bare poging kon worden aangetoond. De juridische argumentatie van dezen verdediger gaf den officier nog aanleiding tot repliek, waarop pleiter natuurlijk ook weer het antwoord niet schuldig bleef. Ook mr. Verdoorn liet zich te dien aanzien niet onbetuigd. Wij kregen echter een visionnaire voorstelling van onzen redacteur, afwijzend met het hoofd schuddend en willen dus eindi gen met de mededeeling, dat de uitspraak werd bepaald op a.s week. EEN OPGEWONDEN BELASTINGPLICHTIGE. De 55-jarige heer F. B., voorheen drogist, thans zonder beroep te Alkmaar, stond te recht ter zake dat hij op 8 Juni zich niet op de vordering van den rechthebbende had ver wijderd uit het gebouw der directe belasting van den inspecteur le afd., den heer P. Hart kamp, welke fiscustempel, zooals vele slacht offers zich wel tot hun onverdeeld genoegen zullen herinneren, is gelegen aan den Kenne- merstraatweg. Voort zou hij bedoelden heer inspecteur Hartkamp, in de aanwezigheid van den heer S. Peereboom, hebben beleedigd, door, doelende op den heer Hartkamp, tegen ge noemden heer Peereboom te zeggen: Ben jij de knecht van dien schoft? Als getuigen waren in deze zaak gedag vaard de heeren Hartkamp, mr Dibbets en S. Peereboom. De heer B. ontkende echter pertinent het voornemen te hebben gekoesterd op eenige wijze huisvredebreuk te plegen, nóch den heer Hartkamp te beleedigen. Wel beweerde hij,, toen hij zich bij de in spectie vervoegde om inlichtingen, door den heer Hartkamp zeer onbeleefd te zijn be handeld. Toen den heer Peereboom, die hij herkende als een vroegere bediende, zou hij alléén ge zegd hebben: Hé, ben jij hier ook, ben jij niet mijn vroegeren knecht of zoo iets! De heer Peereboom, in dienst bij de ad ministratie der belastingen, verklaarde ech ter dat verdachte had gezegd: Ben jij den knecht van dien man. van dien schoft? Dit werd gezegd boven op het portaal, om het nu wat meer deftig te zeggen, de hal van de eerste etage van het gebouw, alwaar de in spectie der le afd. is gevestigd. De heer Peereboom werd aan een tamelijk langdurig verhoor onderworpen, omdat zijn verklaringen niet overeen kwamen met die voor de politie afgelegd. Ook de heer B. had bij de politie een an dere verklaring afgelegd. Daar had hij ge zegd: Ben jij den knecht van dien man? De verdachte bleef echter bij zijn verweer. Op de desbetreffende vraag van mr. Ub- bens erkende deze getuige inderdaad nu 14 jaar geleden in dienst te zijn geweest van den heer B. Laatstgemelde heer beweerde het woord „schoft" in beleedigenden zin niet te hebben gebezigd. Hij had zich verwijderd mopperen de over de onhebbelijke behandeling en in zich zelf gezegd: 't is toch schoftig. Mr. Ubbens merkte echter op, dit als een groote smoes te beschouwen Mr. A. J. M. Dibbets, ook 'n inspecteur le afd., verklaarde voor zoover verstaanbaar de storm had krachtiger orgaan, dan deze hoofdambtenaar gehooid te hebben dat een deur werd geopend en het woord ,.ge- meene kerel!" Het woord „schoft" had ge tuige niet gehoord en zulks ook niet verklaard bij de po.itie. Ten slotte trad op als getuige de 45-jarige heer Petr. Hartkamp, inspect Dir. belastin gen le afdecling, die een relaas had opge maakt van de gepleegde huisvredebreuk. De verdachte had zich zoodanig gedragen, dat getuige zich verplicht gevoelde hem de deur te wijzen. Verdachte had toen tot den getuige Peere boom gezegd: Ben jij de knecht van dien gemeenen kerel? Verdachte kwam op het bureau van ge tuige, om inlichtingen in te winnen omtrent de redenen van een gewijzigden aanslag. De verdachte was door Peereboom in den arm genomen ter verwijdering uit de Kamer. Het woord „schoft" had getuige niet gehoord. De heer B. kende den heer Hartkamp niet en beweerde voorts dat hem geen stoel was aangeboden. Het was zijn bedoeling infor- matiën in te winnen omtrent zijn aanslag, doch de heer Hartkamp sneed hem de pas af op een brute en onbehoorlijke manier Aanvankelijk had verdachte den heer Mey willen spreken, doch deze heer was met va- cantie en werd hij naar den heer Hartkamp verwezen. De heer B. verklaarde nog, onmiddellijk gehoor te hebben gegeven aan het verzoek van den heer Hartkamp om de kamer te ver laten, maar hij bleef nog een oogenblik toe ven om zijn paperassen bijeen te zoeken. De heer Hartkamp liet hem daartoe echter geen tijd, drukte op het belletje, waarop de klerk Peereboom verscheen die verdachte bij den arm nam en hem uit de kamer geleidde. De officier achtte huisvredebreuk en alleen „gemeene kerel" bewezen, welke strafbare feiten de officier waardeerde op f 60 boete of 60 dagen hechtenis. Verdachte hield daarop nog een uitvoerig verkeer en handhaafde zijn ontkentenis. PSYCHIATER EN ANTHROPOLOOG EENDRACHTIG AAN HET WERK. Tegen Jan V., een 36-jarig landbouwer uit Wijdenes, die zich aan een ernstig zedenver- grijp had schuldig gemaakt en zich deswege in voorarreset bevond, had de rechtbank een tusschenvonnis gewezen en alsnog voortzet ting van het vooronderzoek gelast. Thans kwam die zaak opnieuw aan de orde en werden dr. Kruijtbosch en J. H. Wiggers andermaal en petit comité met betrekking tot het lot van J. van V., als getuigen gehoord. Alles met gesloten deuren, conform den aard van het misdrijf. MOEIELIJKHEDEN MET HET TOEPASSEN DER JUISTE - STRAFMAAT. Op 19 September stond terecht de 32-jari ge te Noordwijk geboren bloemist Gerard J., gedetineerd ter zake diefstal van bankpapier uit de woning van den landbouwer E. Ro- mar te Anna Paulowna. Deze bloemist scheen te zijn verzocht met dergelijke klep- schouwd. Eigenlijk gaat het niet aan de En- felsche Intelligence Service, die in Downing treet, temidden van de opperste organen der regeering, is gevestigd, als spionnage dienst zonder meer te beschouwen. Want zij is meer, veel meer; zij is zelfs zooveel, dat de oppermachtige organen, temidden waarvan zij werkt, maar voor een zeer klein gedeelte vat op haar hebben en invloed van zich op haar kunnen doen uitgaan, en dat het aantal gevallen niet gering is, waarin de leider van de Intelligence Service in het bezit was van geheimen en wetenschap, waarvan hij zich wel wachtte de leden der regeering, den Premier inbegrepen, in kennis te stellen. De Intelligence Service heeft een lang verleden achter zich, dat tot de tijden van Hendrik VII en Kardinaal Wolsey teruggaat om, met een lange onderbreking, voortgang te vinden bij Elisabeth, die door Willem Cecil, Lord Burleigh en Sir Francis Wnlsingham de verdere uitbreiding en perfectionneering deed geschieden. Cromwell heeft daaruit zijn geheim kabinet opgebouwd, en na hem heeft geen Engelsch staatsman dit machtig instru ment ongebruikt gelaten, al heeft niet ieder het weten te hanteeren gelijk William Pitt het deed. Uit dit alles volgt reeds, dat de In telligence Service oogen en ooren evenzeer open heeft in vredes- als in oorlogstijd. Zijn dienaren ziiji over geheel de wereld ver spreid, omdat over geheel de wereld Enge land zijn belangen heeft. Zij luisteren eener- zijds in hoeverre de trouw aan Engeland voorgewend of werkelijk is; zij beïnvloeden anderzijds gedachten, die zich ten gun ste van Engeland kunnen keeren. De agenten van de Intelligence Service zijn van den meest uiteenloopenden rang. Er ziju agenten, die een vaste verblijfplaats hebben, en er zijn er, die voortdurend reizen. Er zijn agenten, wier gebied van actie onbepaald is, en er zijn er ook, die uitsluitend op het eco nomisch terrein werkzaam zijn. Aan het hoofd staat de phef, met een souschef, ondei welke beiden gedelegeerden aan de Ministe ries van buitenlandsche Zaken, van Koloniën en van binnenlandsche zaken ressorteeren. Maar ook de allerbelangrijkste afdeeling van de inlichtingen, welke militaire, maritie me en luchtvaart-attaché's kent verbonden aan de drverse Ministeriën, en daarnevens tomanische neigingen, dat hij reeds norma len met de justitie in aanraking kwam. Er was echter ernstigen twijfel gereten aan de volledige toerekeningsvatbaarheid van den verdachte en de verdere behandeling werd uitgesteld tot heden. De heeren dr. Kruijt bosch en J. H. Wiggers werden ais getuigen gehoord. Om de bijzondere omstandigheden had voorts ook deze behandeling buiten te genwoordigheid van publiek plaats. VOOR 10 MAANDEN ONDER DE PANNEN. De 20-jarige los-werkman Simon Jan R. te Den Helder, stond op 1 Maart terecht ter zake diverse diefstallen met braak aldaar, zulks in vereeniging met zijn mede verdachte, den smid Bastiaan K. en werd op 15 Maart veroordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf met 3 proefjaren en opgelegde bijzondere voorwaarden. Blijkbaar heeft de reclassanr zich echter niet naar behooren gedragen, althans werd heden na verhoor van een offi cier van het Leger des Heils, onder wiens toezicht de voorwaardelijk veroordeelde was gesteld, door de rechtbank de ten uitvoerleg ging der voorwaardelijke straf gelast. NACHTELIJKE RUITENTIKKERIJ TE VENHUIZEN. Is Jan onschuldig? Een ge tuige van meineed verdacht! Jan Cornelis B., een 19-jarig slagers knecht te Venhuizen was op de middagzitting geconvoceerd op grond van het hem ten laste gelegde feit, dat hij in den nacht van 6 op 7 Maart een vensterruit zou hebben vernield in de woning van den bejaarden tuinder J. Bloemendaal aldaar. De heer Bloemendaal, die nog niet in Morpheus armen was gezon ken, hoorde een geschreeuw van brand' brand! en was in een minimum tijds uit de bedstee en in de kleeren gestoken. Hij snelde naar buiten, zag geen brand, maar wel dat het gesneeuwd had en een glasruit vernield was. Hij kwam bibberend van kou weer bin nen. reden waarom hij zich in een deken hulde en op den rand van het bed bleef zit ten. De vrouw bleef de wacht houden en waarschuwde haar man dat er onraad was. Ze loerden gezamentlijk door het venster en zagen verdachte, die schuin keek naar de vernielde glasruit. De heer Bloemendaal gaf van een en ander uitvoerig verslag en bracht ter zitting een keurige situatiefoto, benevens een rekening van den schilder ten bedrage van 17.10. In deze hoogst belangwekkende en emo- tioneele strafzaak moesten niet minder dan 7 getuigen worden gehoord! Dit wordt nog de doodsteek voor ae Alkmaarsche recht bank. Door verdachte werd beslist ontkend de vernieling te hebben gepleegd. Hij was nog wel op de been en had onder de onvermijdè lijke plichtsplegingen zijn meisje thuis ge bracht. Mej. Bloemendaal had veredachte bij het huis gezien, in het bezit van een brandende zaklantaarn. Hij is een buurman van Bloe mendaal en kwam achter zijn woning van daan. Hierbij werd de kaart geraadpleegd. Het verdere verhoor was alleen met een kop telefoon te volgen. De verdachte was zoo vrij op te merken, dat er geen woord waar was van hetgeen de juffrouw van hem vertelde. Hij was. alleen in het bezit van een vulpenlantaarntjé, dat bij na geen licht verspreidde. Dit instrumentje was op de zitting aanwezig. Rijksveldwach ter Weijland had een onderzoek ingesteld en ook den vulpenzaklantaarn in beslag geno men. De heer Weijland verdacht de personen, die al eens vroeger bij Bloemendaal balda digheid hadden gepleegd, doch daar was ver dachte niet bij. Getuige Bobeldijk had niets te vertellen wat de moeite waard was, maar die sober heid pakte later anders uit! Deze Bobbeldijk had echter op Zondag 17 Juli in het café van T. Rozendaal aan den getuige J. Roozendaal uit Enkhuizen vertek dat hij wist wie het gedaan had, nu echter beweerde Bobbeldijk te hebben gezegd: wist ik maar wie 't gedaan had! Volgens de heer Weijland zouden de jon gens bang zijn van Bobbeldijk, die nogal 'n mannetjesputter schijnt te zijn. Ook Weij land bekeek hem voor den dader. consuls, agenten van den geheimen diens* en internationale agenten, die weer onder an dere Ministeries resorteeren. Het speciale In telligence Departement is het orgaan, dat alle documenten verzamelt en opbergt, na tuurlijk om ze te gelegener tijd voor den dag te brengen; de chefs van den specialen dienst der koloniale gebieden en die van het Indische departement ressorteeren hieron der. Het is niet onwaarschijnlijk, dat gedu rende den oorlogstijd de Intelligence Service versterkt is met tal van tijdelijke krachten vooral onder de mobiele agenten, maar zijn werkzaamheid reikt ver over de grenzen van den oorlog heen. Welk een onaangename verrassing hebben de Fransche „bondgenoo ten" niet beleefd, toen.nog slechts enkele jaren geleden, op een kouaen Decemberdag de ontdekking van geheel een Engelsch spi onnage-centrum in Parijs hen als een koud bad op het lijf viel. Zoowel het Engelsch gezantschap als de Regeering ontkende elke wetenschap, en der Intelligence Service.... wordt natuurlijk niets gevraagd. Het is niet zoo heel gemakkelijk om in dienst van de Intelligence Service te treden Er moeten bijzondere redenen voor zijn, en men moet een bijzondere ontwikkeling bezit ten. Gezien den aard van het beroep, kan het niet verbazen, dat lieden die op den drempe' tusschen leven en dood staan, tengevolge van zedelijke of materieele catastrophe, in de gelederen van de Intelligence Service plaats krijgen, uiteraard vooropgesteld, dat eenige moreele catastrophe met een algemeen begrip van misdaad niet te maken heeft. De Intel hgence Service leidt de agenten zeer nauw keurig op, want in Devonshire is de school waaruit de agenten voortkomen. Robert Bou- card, die bijzondere belangstelling op het ge bied van de spionnage heeft getoond weet ons te verte len dat twee jaren van lichame lijke ontwikkeling voorafgegaan aan de eigenlijke intellectueele opleiding, gedurende welke allereerst aan de aanstaande agenten wordt geleerd om te correspondeeren op een wijze, die een onvoorbereide zeer zeker niet zal treffen en zelfs den voorbereide meer dan eens om den tuin leidt. Hoe zou men in een goed gepointilleerde teekening van be paalde bladeren van boomer. of in de nauw keurig uitgewerkte vleugels van een vogel de Ook tegen Jan Noordeloos had Bobbeldijk gezegd, dat hij wel wist wie het gedaan had, doch zijn kameraden niet wou verraden. De president, mr. Ledeboer, wees Bobbel. dijk ernstig op het gewicht van den eed en waarschuwde hem dat de officier wel eens heel onaangename maatregelen tegen hem con nemen. Verdacht van meineed. De officier bleef dan ook niet achterwege en verzocht proces-verbaal tegen Bobbeldijk ter zake een tegen hem gerezen verdenking van meineed en deze zaak te verwijzen naar de instructie. Volkers Bobbeldijk werd daarop onder be. waking gesteld en alsnog gehoord de gem. veldwachter Rustenburg van Venhuizen Deze verklaarde dat het echtpaar Bloemen, daal aan hem niet anders verklaard had, dan dat er eei^ steen door de ruiten was gegooid, toen zij nog te bed lagen. De heer Bloemendaal ging daarop heftig te keer en protesteerde tegen de opmerking van Rustenburg die hem verweet persé een dader te willen hebben. Het werd nu zóó druk dat de verdachte heelemaal op den achtergrond verdween en met recht en reden had kunnen vragen: ïebben jullie hier de hoofdrol of ki? De getuige Volkers Bobbeldijk werd daar op weer binnengeleid en bleef onvermurwd bij zijn verklaring volharden, waarop het toe- gezegde proces-verbaal werd opgemaakt, ïem voorgelezen en door hem geteekend. De heeren Roozendaal en Noordeloos mochten óók meeteekenen waarop eindelijk het uur der verlossing sloeg en de zitting werd gesloten NA EEN POLITIEK RELLETJE. Van rechtsvervolging ontslagen. I De rechtbank te 's-Gravenhage heeft uit- spraak gedaan in de zaak tegen een loop jongen, die terecht heeft gestaan ter zake dat hij in den avond van 9 Augustus, tijdens een botsing tusschen fascisten en communisten op den Hofweg twee van laatstgenoemden, een 24-jarigen broodbezorger en een 26-ja- rigen smid, door messteken heeft verwond. Volgens de verklaring van den psychiater dr. Scholtens behoort verd. tot de imbeciellen en kan hem het gepleegde misdrijf niet wor den toegerekend. De rechtbank ontsloeg den man van rechtsvervolging en stelde hem voorwaarde lijk ter beschikking van de regeering. weergave van het schema eener versterking kunnen vermoeden. Het spreekt vanzelf, dat bij de opleiding de talen een plaats van be teekenis inneemen, en dat daarnevens de ge schiedenis van de spionnage, de listen, de on verschrokken bekwaamheden van het verle den met ijver worden geleerd. De geschiede nis vertelt, dat een der tyrannen van Syra cuse, die de Ioniërs tot opstand tegen Dari us wilde aanzetten, zich van den kalen schedel van zijn boodschapper bediende om daarop in uit te wisschen en weer te voor schijn te brengen inkt een brief te schrijven Inderdaad is de boodschapper gevangen en onderzocht, en losgelaten, omdat men niets bij hem vond. Wie zou ook op dit denkbeelc zijn gekomen! o Het merkwaardigste, maar tegelijk de re den voor het veelvuldig resultaat van de In telligence Service, is toe te schrijven aan de onafhankelijke positie, die deze inneemt. Im mers, feitelijk ondergeschikt is de dienst aan geen enkel departement of aan alle departe menten tegelijk, en het hoofd van dien dienst, met de grootste zorg uitgekozen, overleeft in den regel een reeks van ministers en regee ringen. De Intelligence Service kan leugens verzinnen alsof deze gedrukt zijn; men be hoeft maar te denken wat de dienst op mari tiem en continentaal gebied gedurende den oorlog uitvond. Zoo is het voorgekomen, dat de Intelligence Service, handelende los van eenig departement, agenten zond naar Kiel Emden en Cuxhaven teneinde een voorgeno men uitloopen der Duitsche vloot te vermij den; uitloopen, dat de Engelsche admirali teit met voldoening zou hebben gezien, maar dat de Intelligence Service tegen het belang van het land oordeelde. De dienst heeft eigen financiën, die het van het gewone bud get toegewezen krijgt, maar die het versterkt door eigen operaties ter beurse en elders. en begrijpt, dat het voor een lichaam als COMITÉ VOOR TOONEEL- UITVOERIN'GEN. Een inleiding van den tooneelavcmd op a.s. Woensdag. Voor het eerst sinds zijn bestaan heeft het Comité voor tooneeluitvoeringen vóór een voorgenomen tooneelavond een specialen avond belegd, om een inleiding te geven over de dan te geven voorstelling. Het wil ons voorkomen, dat een dergelkijken avond wel op prijs wordt gesteld, omdat men dan de strek- Icing van het op te voeren werk leert kennen, waardoor men er meer begrijpend tegenover komt te staan. De dancing van de Harmonie, die zich voor dergelijke avonden zoo bij uitstek leent, was goed bezet, toen de heer dr. J. B. van Amerongen namens het Comité een ope ningswoord sprak, waarin hij als doel van den avond noemde: het wekken van belang stelling voor het werk van de beide schrij vers (Schnitzler en Shaw), van ieder waar van a.s Woensdag een stuk zal worden op gevoerd door de Amsterdamsche Tooneelver- eeniging. En daarnaast gaf spr. als een be doeling aan: het wekken van belangstelling voor tooneel in het algemeen, waaraan eigen lijk een tekort valt te constateeren in de laat ste jaren. Spr. zegde den heer A. Defresne dank, dat hij belangeloos was gekomen om te spreken over Schnitzler, waardoor de aan trekkelijkheid van den tooneelavond der vol gende week wordt verhoogd, omdat hij (Defresne) als regisseur van het te geven stuk gelegenheid heeft gehad diep in het wezen ervan door te dringen. Terloops deelde spr. mede, dat het Comité ligence Service in oorlogstijd aan de Gealli- eerden heeft bewezen, en ook volledig erken nende hoezeer Fransche en andere spionna gediensten tekort schoten, waar de Engel sche nimmer of bijkans nimmer faalde, gaat in zijn bitterheid tegen de eigenaardige macht van de Engelsche spionnage zoover, om de Intelligence Service zelfs in verband te brengen met den aanslag op de „Now, Hampshire", waarmede Lord Kitchener ver ongelukte. Hij zegt het niet bepaaldelijk, maar hij constateert, dat nimmer een onder zeeër in de omgeving is waargenomen; dat de mijnen niet zijn ontdekt, en aat voorzeker, had eenig vijandig land dezen aanslag ge pleegd, het niet zou hebben nagelaten daar van onmiddellijk met grooten ophef te gewa gen, Kitchener was een der weinigen, die zich aan de macht van de Intelligence Ser vice onttrok, die zijn eigen weg ging, tegen de raadgevingen van den dienst in. Alleen daar uit te concludeeren, dat deze dienst hem te gronde heeft gericht, schijnt toch wel erg ge waagd. o Want ongetwijfeld, de Intelligence Service heeft zekere onafhankelijkheid, maar hoe zotf de dienst kunnen werken, indien niet mede werking door leger en vloot, door binnen- en buitenlandsche zaken werd verleend. Gedu rende den oorlog was het Hotel Bristol Warschau, naast Hotel Europa wel het voor naamste dezer stad, die een poort is tot h« Oosten zonder dit naar het uiterlijk al te erg te toonen, .wel het meest mondaine elegante. Zoolang de Russen Polen hielden, ja zelfs op het oogenblik, dat zij W invallen in Oost-Pruisen deden, achtte Intelligence Service het gewenscht op hoogte te zijn van wat in het Russische teS® omging. Gelijk later is gebleken, niet Gelijk later is gebleken, niet ten onrechte, zelfs heet het, dat de Intelligence ServjC® op een gegeven oogenblik bijna in slaagd om den Keizer de oogen te oj*® voor het saboteerend verraad van zijner generaals en zoodoende Grootv Nicolaas reeds vroeger den weg naar bet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6