Alkmaarsche Courant. 150-jarig bestaan Physica. De bruid van het Glomdai 30 ets. perj ZENUWACHTIG, SLAPELOOS EN OVERSPANNEN Mijnhardi's Zenuwtabletten Stad en Om Jladianieiuvs JeuUCetw WEEl WAT U EET VERSCH GEKARND Honlerü vter en dertigste laargang. MAANDAG 24 OCTOBER Solus Nemo Satis Saplt herdsnkt feestelijk in eigen kring den dag, waarop het vóór 150 jaar werd opgericht. - Mééi dan 700 maal per jaar komt ge aan tafel - voor Uw ont bijt, Uw koffietafel, of voor Uw maaltijd. Va pondspakje j met 25 °/o allerfijnste Roomboter onder Rijkscontrole No. 251 1932 Dinsdag 25 October. Hilversum, 296 M. 8.Gramofoonplaten. 9 AVRO-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt. 10.Morgenwijdinga 10.15 Gramofoonpl. 10 30 Concert. P. E. J. Appelius van Hobo- ken, viool en M. C. Appellius van Hoboken— Wymer, piano. 11— Declamatie door Mr. ph. C. La Chapelle. 11.30 Vervolg concert. 12.— AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep en gramofoonplaten. 2.15 Gramofoonplaten. 3Naaicursus. 4.— Pianorecital A. Koole 4 30 Radiokinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5Kovacs Lajos en zijn orkest (refrein- zang B. Scholte) en gramofoonplaten. 6.30 p. V. U.: Dr. J. D. Bierens de Haan: Het begrip der persoonlijkheid (III). 7.Kovacs Lajos. 7.30 Engelsche les. 8.Vaz Dias. 8.05 Orgelconcert P. Palla m. m. v. H. Vis- Icil, tenor en B. Lensky, viool. 9.Gramo foonplaten. 10.Omroeporkest o.l.v. N. Treep m. m. v. Henr. Bosmans, piano. 11 Vaz Dias. 11.05 Vervolg concert. 11.30 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11 30 Godsd. halfuurtje. 12.15 Trioconcert. 2. Causerie. 2.35 Voor de vrouw. 3.Knip cursus. 3.30 Hoedenmaakcursus. 4.30 Orgel concert. 5.30 Orkestconcert. 6.30 Esperanto- les. 6.50 Orkestconcert. 7.10—7.30 Lezing. 7.45 Causerie. 8 Orkestconcert. 9 Vaz Dias. 9.15 Radio-tooneel. 10.— Concert. 1-1.30—12.— Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Weerbericht. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgelspel E. O'Henry. 1.05 Commo dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.20 Voor scholen. 4.25 Lezing. 4.50 Moschet- to's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten 6.50 Bach's Toccata's en fuga's door G Thalben Ball. 7.10 Fransche conversatieles. 7.40 Radio-Militair-orkest o.l.v. B. Walton O'Donnel, m. m. v. G. Garside, alt. 8.50 Le> zing. 9.20 Berichten. 9.40 „Nor'-West" mysterie van de zee door L.<du Garde Peach 10.30 Piano-recita! door Tob. Matthay. 10 55 Lezing. 11.12.20 Dansmuziek door Am brose's Blue Lyres. Parijs „Radio-Paris'''1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.20 Concert door 't Krettly orkest. 7 40 Dito. 9.05 Symphonieconcert 0 1. v. Bigot. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con eert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.202.40 Zang door H. Christoffersen en V. Fischer, piano. 2.40—4.20 Concert uit Rest. „Ritz" 7.20—8.10 Concert door het Omroeporkest 0 lv. Reesen. 8.10 Trioconcert en Radio- tooneel. 8.55 Viool-recital door J. Henriques m. m. v. Jensen, piano. 9.4510 20 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Emil Reesen. Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo foonplaten 11.20—12.10 Concert uit Stutt gart, m. m. v. G. Hansi, sopraan en H Hanus, tenor. 12.20—1.50 Concert o.l.v Wolf m. m v. solisten. 4.20—5.35 .Concert uit Stuttgart o.l.v. Merten m. m. v. E. Beek sopraan. 8.05 „Die Reiherjager", radio tooneel. Regie: Rieth. Rome441 M. 8.05 Concert m. m. v. solis ten en orkest. 8.50 „La Signora vent'anni dopo", blijspel in 1 bedrijf van Poggio. 9.30 Vervolg concert. 9.5010.15 Gramofoonpl Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 Gra mofoonplaten. 5.20 bymphonie-orkest. 6 35 Gramofoonplaten. 6.50 Zangvoordracht 7 05 Gramofoonplaten. 8.20 Radio-tooneel. 9 20 en 10.30—11.20 Gramofoonpl. 338 M 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroepklein orkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroeporkest o.l.v André. 6.50 Omroepklein-orkest. 8.20 Radio-symphonie-orkest ol.v. Meulemans m m v. Zangsoliste 10.3011.20 Gramofoon platen. Zeesen, 1635 M. 7 20 Koorconcert m. m. v. instrumentale solisten o.l.v. Albrecht. 7.50 Radio-tooneel. 9.30 Berichten. 9.5011.20 Concert uit Hamburg o.l.v. Adolf Secker. Het Natuur- en Letterkundig Genootschap Solus Nemo Satis Sapit hield Zaterdagavond in het gebouw De Unie, ter eere van het feit, dat het Genootschap op 21 October vóór 150 jaar werd opgericht, een feestelijke, druk be zochte buitengewone vergadering. De voorzitter, Mr. C. de Groot, verze kerde, dat het bestuur de groote opkomst waardeert en daarin ziet een meeleven der leden met het heugelijke feit. Spr. heette spe ciaal welkom het eerelid, den heer C. J. de Lange, die 58 jaar lid is van de vereeniging en Prof. Kloos, die jarenlang het penning meesterschap had gevoerd en thans uit Breda voor deze vergadering was overgekomen. Spr. hield hierna de herdenkingsrede, waar in hij erop wees, dat op 28 October 1782 door de toenmalige 9 leden, die op 21 Octo ber het Genootschap hadden opgericht, de wet van het Genootschap werd geteekend. Wie wet hield in 25 artikelen, betreffende de wekelijksche bijeenkomsten tot aanmoediging der weetlust onder de zinspreuk: Solus Ne mo Satis Sapit. Die zinspreuk dateert reeds van 6 Febr. 1764. Op 9 Oct. 1759 werd in Alkmaar een Genootschap opgericht, dat zich deze zinspreuk koos, omdat men van oordeel was, dat een Genootschap of Maat schappij zonder wet niet bestaanbaar kon tullen Uw zenuwen kalmeeren en sterken en Uw slapeloosheid verdrijven. Buisje 75 ct Bij Apothekers en Drogisten. 6/ uit het Noorsch van Jacob B. Buil. Berit keek op. Heel ernstig nu. O, dat zal je wel te weten komen wan. neer de tijd daar is, antwoordde ze. Nu zweeg hij en beiden stonden een poos stil voor zich uit te staren. Je moet naar binnen gaan, zei hij daarna op kalmen toon. Neen, dat kan ik niet doen, antwoordde ze. Hij keek haar aan. Ik wilde alleen maar eens komen kijken hier in het noorden, vergaarde ze, naar je hoeve, voegde ze er aan toe. Ja, daar was niet veel aan te zien schertste hij. Ze antwoordde niet. Ik moet nu naar huis, zei ze opeens en keerde om. Hij volgde. Je moet later nog maar eens komen kij ken, zei hij. Hij liep naast haar. Langzaam schreden ze zuidwaarts. Ja, dat zal ik doen, zei ze. Als mijn hoeve klaar is, schertste hij. Ze lachte. Ja, waarschijnlijk, zei ze. Alzoo namen ze afscheid. Langzaam keerde hij terug naar het oosch te. nam zijn bijl op. Zij liep vlug zuidwaarts. renzoon, is geweest een van de verdienste lijkste leden van Physica. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan verscheen een feestgave onder den titel: s,'Wil lekeur en hebzucht". Het Genootschap telde toen nog 4 dirigeerende leden en ondanks het feit, dat de honoraire leden 14 betaalden, waren de financiën zwak. De vier dirigee rende leden waanden zich de bezitters van al wat het Genootschap bezat en in de feest gave werd daarover dan ook smalend ge schreven. In het tijdperk van 1840—1856 trad in het Genootschap ook een bizonder persoon op den voorgronden.1. Jan Leguit, molenbaas in de Heerhugowaard, een man, die voor het Genootschap ontzettend veel heeft gedaan en dit in het publieke leven een plaats heeft doen innemen. 19 jaren lang kwam hij el- ken Maandag naar Alkmaar, om des avonds laat naar Heerhugowaard terug te keeren. Hij was de man van de kolossale proeven, demonstreerde met een magneet, nam proeven met den electrischen vlieger, met een kleine torpedo en slingerproeven, ja zelfs de ver schijning van de geesten in de Stadsschouw burg te Amsterdam werd door hem in 1869 in Diligentia verklaard. Komende tot de herdenkingen, deelde spr de van zijn. Doel van het Genootschap was om in mede, hoe, op initiatief van A. F. Goüdriaan - en een zekere Blank het 25-jarig bestaan ge vierd werd. Het ledental bewoog zich in die jaren om de 24. Het 50-jarig bestaan werd in de Lutersche kerk herdacht met een her denkingsrede van Ds. Koense, Het 100-jarig bestaan werd in alle glorie gevierd en zelfs een feestgave verscheen, waarin de geschie denis van het Genootschap werd geschre ven, gedrukt bij P. Kluitman. De toenmalige voorzitter was Dr. J. J. de Gelder. Een bizonder feit noemde spr. het, dat het eerelid C. J. de Lange, thans aanwezig, het 100-jarig feest heeft meegemaakt. Toen de vereeniging 50 jaar bestond, was daar ook nog één van de oprichters aanwezig en wel de heer Kley. Spr. meende thans niet beter te kunnen doen dan de woorden te herhalen, die Ds. Koense toen tot den heer Kley sprak. „Wij zijn u dankbaar", zoo vervolgde spr., tot den heer De Lange, „dat u steeds als één der trouwste bezoekers gedurende 58 jaar de vergaderingen hebt bijgewoond en ik hoop, dat wij u nog een reeks van jaren als eerelid in ons midden mogen hebben"! (Applaus!) Het woord was hierop aan den secretaris, den heer F. H. M a s c h h a u p t, die verslag uitbracht over de jaren 18821932. Na de oprichting op 21 October 1782 te hebben aangestipt, en voor de wordingsge schiedenis naar de feestuitgave ter gelegen heid van het 100-jarig bestaan te hebben verwezen, stelde spr. vast, dat er bij het 100 jarig bestaan meer reden was voor een luis terrijke viering dan dit bij dit lustrum het geval is. Thans kan niet van een origekenden bloei worden gesproken, al heeft ook in het afgeloopen 50-jarig tijdperk Physica jaren van voorspoed beleefd. In 1923 bedroeg het aantal leden 100, het hoogste getal, ooit bereikt. Het aantal leden, dat zich 's Maandagsavonds vereenigde, be droeg gemiddeld 30 tot 40, maar na dien top viel een belangrijke vermindering van het le dental en afname van de belangstelling voor de bijeenkomsten te constateeren. De vraag is dan ook wel eens gesteld, op het Genoot schap nog wel reden van bestaan had, nu de kennis van natuurkundige vraagstukken meer algemeen goed zijn geworden door tijd schriften, wetenschappelijke werken, volks- universiteit en radiovoordrachten, alsmede door verandering van mentaliteit. Spr. was van oordeel, dat door het vast houden aan het karakter van sociteitsavon den ook langen tijd ingrijpende veranderin gen in Physica werden tegengehouden. Na 1915 traden een steeds grooter aantal spre kers van buiten op. In Januari 1928 werd besloten, éénmaal per maand te vergaderen. Wel werd besloten, op Maandagavond te blijven vergaderen, maar de geregelde weke lijksche bijeenkomsten gedurende de zes win termaanden, 146 jaren volgehouden, behoor den daarmede tot het verleden. Ook werden in de laatste jaren meerdere malen vergade ringen gehouden in combinatie met andere plaatselijke vereenigingen. De laatste decen wekelijksche bijeenkomsten te bespreken, het geen men in de afgeloopen week in de boek zaal der geleerde wereld en andere stukken gelezen had. In 1780 bestond dit Genootschap nog maar uit 5 leden en werd besloten tot ontbinding. Eén der 5 leden, Everhard Lang, zag ech ter kans, in 1782 opnieuw een Genootschap bij elkander te brengen en toen werd de grondslag gelegd voor ons Genootschap. Spr. deed hierna mededeeling van de 25 artikelen, waaruit bleek, dat men het geheele jaar door, iederen Maandag om 5 uur bij el kander kwam. Vreemdelingen konden door leden geïntroduceerd worden, doch niet vóór 6 uur worden toegelaten. Ieder lid moest achtereenvolgens voorzitter zijn en een spreekbeurt vervullen. Spreekbeurten over re- ligieuse zaken waren niet toegelaten. Wan neer er nog tijd overbleef, dan werd die ge bruikt om voor te lezen uit de wet van No- let. Wie niet op tijd met z'n rede gereed was, verbeurde drie stuivers. Ieder nieuw lid stortte 7 en 6 stuivers voor iedere vergade ring. Wie vóór 8 uur vertrok, kreeg één stui ver, na half zes twee stuivers en wie in 't geheel niet kwam drie stuivers boete, afwe zigheid uit de stad of ziekte uitgezonderd. Een halve flesch wijn kostte vijf stuivers en niemand mocht meer dan een halve flesch drinken, welke hoeveelheid op 1 April 1887 op een heele flesch werd gesteld. 14 Juli werd besloten, om boven Solus Ne mo Satis Sapit te schrijvenNatuur- en Let terkundig Genootschap, omdat meerdere le den bezwaar maakten te spreken over onder werpen, die niet tot het vak natuurkunde ge rekend konden worden. Het Genootschap be stond uit dirigeerende, honoraire en buiten leden. Honoraire leden betaalden 14 con tributie, buitenleden moesten 6 stuivers voor een gewone vergadering voldoen en waren ook verplicht, verhandelingen in te zenden, die ter lezing werden rondgezonden. De huisvesting voor het Genootschap le verde in den aanvang groote moeilijkheden, zoodat op 20 December 1884 werd besloten, daarvoor het huis aan te koopen aan het Verdronkenoord naast de Kath. kerk voor 1395 en voor 300 werd nog een deel van het erf met de stal daarvan verkocht aan den pastoor, die steeds een ijverig lid van het Ge nootschap is geweest. Op 12 October 1897 werd besloten, in den tuin een botanische be planting aan te leggen en op verlangen van Govert de Beer een steenen piédestal aan te brengen voor sterrekundige waarnemingen - Die Govert de Beer, een boerenzoon uit Friesland, was als gruttersknecht naar Alk maar gekomen. Spr. citeerde over dezen merkwaardigen Alkmaarder een lezing van Domela Nieuwenhuis, waaruit bleek, dat hij met succes de grondbeginselen der sterre- kunde bestudeerde en dat hij op 13 Jan. 1891 als lid van het Genootschap de opdracht kreeg, gedurende 8 maanden, tegen een hono rarium van 36, lessen te geven in de astro nomie. Govert de Beer, de eenvoudige boe- Maar toen ze ver genoeg weg was, begon ze te neuriën onder het loopen en toen hij weer alleen was, glimlachte hij aldoor onder het hakken. De rusttijd was voorbij toen Berit Glom- gaarden zich over de rivier had geboomd en thuis kwam. Waar ben je naar toe geweest? vroeg haar vader. Naar boven, naar de weide, antwoordde ze. Hm! Hij vroeg niet verder. Maar hij had haar van den noordkant zien komen aan de over zijde. Wat moest je doen, daarginds, over de rivier? vroeg tante Karen, toen beiden alleen waren. Ik moest naar het noorden, naar Braaten, antwoordde Berit. Wat had je daar te doen? Ik wilde daar eens kijken. Er werd niet verder gevraagd. 01a Eriksen Glomgaarden stond met de pijp in den mond midden op het voorplein. Hij keek uit over den weg, die naar de hoeve voerde, waar een jongmensch aankwam met een gezadeld paard achter zich. Mijn hemel, wie kon dat wezen! Ja, nu meende hij hem te herkennen! Het moest stellig Gjermund wezen, de zoon op Hangsett. Hij kende het paard. Het was anders zonderling, dat er nu mid den in den oogsttijd bezoek kwam uit het dorp. Ola Eriksen stond met de pijp in den mond te turen naar den man, die naderde. niën kwam ook steeds ter sprake de toela ting van dames-leden. Voor vele leden woog het behoud van het sociteitskarakter echter zóó zwaar, dat voorstellen om daartoe te besluiten, nooit eenig resultaat hebben op geleverd. Wel werden vóór 1915 enkele le zingen, bizondere bijeenkomsten, die in Cen traal of in Diligentia werden gehouden, toe gankelijk gesteld voor dames. Eerst in 1916 werden van Januari tot April de lezingen voor dames toegankelijk gesteld, mits de spreker daartegen geen bezwaren maakte. Dames-leden heeft Physica tot nu toe niet ge kend, ook niet, na de laatste herziening van de wet van het Genootschap in 1931. Ook het gebruik om schriftelijke vragen in een bus te doen welke vragen in een volgen de vergadering door één der leden werden beantwoord, geraakte in onbruik. De traditie getrouw, heeft Physica zich in afgeloopen halve eeuw verre gehouden alles, wat naar politiek zweemt. Nim mer werden voor nationale feesten bijdragen geschonken. Alleen in 1916 werd 50 gege ven aan het Comité ter bestrijding der noo- den, door den watersnood in den Anna Pau- lownapolder en in Waterland ontstaan. Een belangrijke gebeurtenis in de geschie denis van het Genootschap was de verhui zing in 1906 naar het gebouw De Unie. De illusie, een eigen lokaal, werd nooit verwe zenlijkt. Vanaf 1802 werd steeds in het Pro veniershuis vergaderd. In 1894 werden daar nog vertimmeringen aangebracht, die niet minder dan 700 kostten. In 1906 werd men genoodzaakt, het oude lokaal, waarin men 104 jaar had vergaderd, te verlaten. Als ver goeding werd door de gemeente toegezegd, jaarlijks 100 aan het Genootschap te be talen, zoolang het aantal leden meer dan vijftien bedroeg. Op voorstel van den toenmaligen secreta ris, wijlen Mr. A. P. H. de Lange werd in 1926 besloten, excursies te organiseerden en ingevolge dit besluit, werd in Mei 1927 een bezoek aan de sluiswerken te IJmuiden ge bracht en in 1930 een bezoek aan Artis. Na dien zijn echter geen excursies meer gehouden Spr. wijdde nog woorden van waardeering aan den heer J. de Lange Corn.Jz. en het oud-lid E. M. van Soest, thans te Utrecht, die beide in 1882 het eeuwfeest hadden meege vierd. De heer J. de Lange kon ook nu nog tot een der meest getrouwe bezoekers der ver gaderingen worden gerekend. Bij gelegen heid van zijn 50-jarig lidmaatschap werd hij Nu was deze bij de poort en tilde de klink op. Ja, het was Gjermund Hangsett. Ola Eriksen, die in zijn hemdsmouwen stond, keerde zich om, ging naar binnen en trok zijn buis aan. Er komt bezoek uit het dorp, zei hij tot het vrouwvolk, dat bezig was het avondeten gereed te maken. Zuster Karen keek op van den brijpot waarin ze aan het roeren was en lei nu den karnstok weg. Wie dan? vroeg ze. Ola Eriksen ging naar buiten. Het is een paard van Hangsett, zie ik, antwoordde hij, terwijl hij heenging. Maar Berit, die ook had opgekeken, bloosde het was een blos, die onmiddellijk verdween. Daarop ging ze naar de alkoof om zich te verkleeden. Toen Ola Glomgaarden weer buiten op het plein der hoeve was gekomen en nu dicht bij de galerij stond, draaide Gjermund Hangsett juist het erf op. Hij was in Zondagsche kleeding en hield Hangsettborken gezadeld achter zich bij dén teugel. Hij bond het paard aan de heining en kwam recht op Ola toe. Ola Glomgaarden trippelde hem langzaam tegemoet. Goedendag, zei Gjermund Hangsett. Goedendag en wees welkom, antwoordde Ola Eriksen. Gjermund Hangsett reikte hem de hand. Dank voor 't laatste, zei hij. O, niets te danken! Ola Eriksen bleef even staan. Het is mooi weert in October 1924 tot eerelid benoemd, welke benoeming hij beantwoordde met een vorste lijke gave aan het Genootschap. Als één der meest getrouwe bezoekers werd in herinnering gebracht wijlen Ds. de Boer, die bijna 40 jaren getrouw de vergaderingen bijwoonde. Tot de zeer verdienstelijke leden mocht ge rekend worden Dr. J. J. de Gelder, de voor zitter van Physica, bij het herdenken van het 100-jarig bestaan en schrijver van de toen verschenen feestgave. Op 18 April 1900 na men de leden van het Genootschap als corps deel aan zijn begrafenis en later werd door het Genootschap op zijn graf een grafsteen geplaatst. Een dergelijke eer viel ook te beurt aan één der meest actieve leden, die Physica ge kend heeft, aan Dr. H. W Waalewijn, die én als spreker én als bestuurslid, in verschillen de functies van 18751902 zeer veel heeft bijgedragen tot bloei van Physica. Op 9 Jan. 1903 droeg Dr. D. M. Kooy het op het graf geplaatste gedenksteen over aan de familie Waalewijn. Voorts werden in het verslag herdacht de oud-eereleden F. H. Delachaux en Mr. A. P. H. de Lange, alsmede Dr. M. N. J. Moltzer, de oud-conrector van het Gymnasium en den trouwen custos J. van Heerden, die in 1894, na een diensttijd van 36 jaren op zijn verzoek ontslag werd verleend. Tenslotte werd vermeld, dat de wet van het Genootschap in de afgeloopen halve eeuw viermaal werd gewijzigd en wel in 1884, 1908, 1923 en 1931. Bij de laatste wij ziging werd de wetenschappelijke commissie opgeheven in verband met de sterk verander de werkwijze van het Genootschap. D vraag, of de golven van depressie en bloei zich zouden blijven voortzetten, oor deelde spr. een open vraag. Z.i. zou het ech ter te betreuren zijn, dat een Genootschap, dat 150 jaar een zij het ook bescheiden rol in onze gemeente heeft gespeeld, en dat voor de ontwikkeling van zijn leden zeker veel heeft bijgedragen, zou moeten verdwijnen. Reeds heeft Physica tol moeten betalen aan de niets en niemand sparende evolutie, zoo als Dols leerde, een onomkeerbaar proces. Spr. eindigde met den wensch, dat een vol gende verslaggever niet genoodzaakt zal zijn, de lijkrede aan Physica's graf te hou den, maar zijn mededeelingen zal kunnen eindigen met een stralend D-majeur ac- coora (Applaus!) ''A.v Gjermund bekeek de lucht aan alle kanten. - Ja, echt mooi weer, antwoordde Ola Eriksen. Ze talmden weer even. Het is warm! Gjermund droogde het zweet af. Ja. Weer bleef het even stiL Je moet het paard binnen zetten_en mee gaan. Gjermund Hangsett draalde even. O, dank U ik moest dat toch maar niet doen, antwoordde hij. Ola Eriksen gaat zonder hierop te antwoor den heen, maakt den teugel los en leidt het paard naar den stal. Gjermund volgt. Hiermee gereed gekomen gaan ze weer naar buiten, blijven even bij de staldeur over den hooioogst staan praten. Er komt veel voer dit jaar, zegt Ola Glomgaarden. Ja, daarmee staat het niet kwaad, -nt- woordt Gjermund. Jelui zult er ook wel spoedig mee klaar zijn, zegt hij. O, ja, heel gauw, antwoordt Ola Eriksen. Beiden zwijgen. Daarna zegt Ola Eriksen: Ga nu mee naar binnen! Ja, dank je! En beiden treden binnen; Gjermund groet eerst Karen en geeft haar de hand en daarna Berit. Dan stapt hij naar voren en neemt plaats, terwijl Berit naar den kelder gaat om bier te halen. Maken allen het goed in het dorp, vraagt Karen. Ze stajt bij het buffet en is bezig koekjes op een schaal te leggen. Ja, dank je, voor zoover ik weet, ant woordt Gjermund. Hij spreekt als een menscb op leeftijd. Je moeder is zeker op de bergweide. Ja, ze is daar nu al drie weken. De koeien daarboven geven zeker wel veel melk? Ja, dat gaat wel. Nu komt Berit boven met het bier en gaat naar Gjermund. O, dank je! Met groote deftigheid neemt hij het aan en drinkt. Zij blijft in afwachting staan. Neen, lesch eerst je dorst maar, zegt ze, als hij haar den beker reikt. O, dank jel Hij drinkt weer. Dank je, nu niet meer, zegt hij daarna. Zij neemt den beker aan en brengt dezen naar het buffet, daarna komt ze terug met de gebakschaal. Hij bedient zich. Nadat Ola Glomgaarden ook gedronken heeft, beginnen ze met z'n viertjes onder elkaar te praten. Men somt over en weer de gebeurtenissen op, die in het dorp hebben plaats gehad. Er wordt rustig navraag gedaan naar alles en nog wat. Daartusschen in vallen lange poozen van stilzwijgen. De vrouwen hebben buiten nog enkele bezigheden te ver richten en komen daarna de een na de ander binnen. Berit neemt iets ter hand. Maar de beide mannen blijven zitten en praten lang zaam en voorzichtig met elkaar. Het gesprek komt op de verwantschap en opeens vraagt Ola Glomgaarden: fWordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5