Alkmaarsche Courant.
150-jarig bestaan Physica.
De bruid van het Glomdai
30 ets. perj
ZENUWACHTIG, SLAPELOOS
EN OVERSPANNEN
Mijnhardi's Zenuwtabletten
Stad en Om
Jladianieiuvs
JeuUCetw
WEEl WAT U EET
VERSCH GEKARND
Honlerü vter en dertigste laargang.
MAANDAG 24 OCTOBER
Solus Nemo Satis Saplt herdsnkt feestelijk in eigen kring
den dag, waarop het vóór 150 jaar werd opgericht.
-
Mééi dan 700 maal
per jaar komt ge aan
tafel - voor Uw ont
bijt, Uw koffietafel, of
voor Uw maaltijd.
Va pondspakje j
met 25 °/o allerfijnste Roomboter onder Rijkscontrole
No. 251 1932
Dinsdag 25 October.
Hilversum, 296 M. 8.Gramofoonplaten.
9 AVRO-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt.
10.Morgenwijdinga 10.15 Gramofoonpl.
10 30 Concert. P. E. J. Appelius van Hobo-
ken, viool en M. C. Appellius van Hoboken—
Wymer, piano. 11— Declamatie door Mr.
ph. C. La Chapelle. 11.30 Vervolg concert.
12.— AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep en
gramofoonplaten. 2.15 Gramofoonplaten.
3Naaicursus. 4.— Pianorecital A. Koole
4 30 Radiokinderkoorzang o.l.v. J. Hamel.
5Kovacs Lajos en zijn orkest (refrein-
zang B. Scholte) en gramofoonplaten. 6.30
p. V. U.: Dr. J. D. Bierens de Haan: Het
begrip der persoonlijkheid (III). 7.Kovacs
Lajos. 7.30 Engelsche les. 8.Vaz Dias.
8.05 Orgelconcert P. Palla m. m. v. H. Vis-
Icil, tenor en B. Lensky, viool. 9.Gramo
foonplaten. 10.Omroeporkest o.l.v. N.
Treep m. m. v. Henr. Bosmans, piano. 11
Vaz Dias. 11.05 Vervolg concert. 11.30
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11 30
Godsd. halfuurtje. 12.15 Trioconcert. 2.
Causerie. 2.35 Voor de vrouw. 3.Knip
cursus. 3.30 Hoedenmaakcursus. 4.30 Orgel
concert. 5.30 Orkestconcert. 6.30 Esperanto-
les. 6.50 Orkestconcert. 7.10—7.30 Lezing.
7.45 Causerie. 8 Orkestconcert. 9 Vaz
Dias. 9.15 Radio-tooneel. 10.— Concert.
1-1.30—12.— Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Weerbericht. 11.05—11.20 Lezing.
12.20 Orgelspel E. O'Henry. 1.05 Commo
dore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 2.20
Voor scholen. 4.25 Lezing. 4.50 Moschet-
to's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten
6.50 Bach's Toccata's en fuga's door G
Thalben Ball. 7.10 Fransche conversatieles.
7.40 Radio-Militair-orkest o.l.v. B. Walton
O'Donnel, m. m. v. G. Garside, alt. 8.50 Le>
zing. 9.20 Berichten. 9.40 „Nor'-West"
mysterie van de zee door L.<du Garde Peach
10.30 Piano-recita! door Tob. Matthay. 10 55
Lezing. 11.12.20 Dansmuziek door Am
brose's Blue Lyres.
Parijs „Radio-Paris'''1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.20 Concert door 't Krettly
orkest. 7 40 Dito. 9.05 Symphonieconcert 0
1. v. Bigot.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con
eert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.202.40
Zang door H. Christoffersen en V. Fischer,
piano. 2.40—4.20 Concert uit Rest. „Ritz"
7.20—8.10 Concert door het Omroeporkest
0 lv. Reesen. 8.10 Trioconcert en Radio-
tooneel. 8.55 Viool-recital door J. Henriques
m. m. v. Jensen, piano. 9.4510 20 Concert
door het Omroeporkest o.l.v. Emil Reesen.
Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo
foonplaten 11.20—12.10 Concert uit Stutt
gart, m. m. v. G. Hansi, sopraan en H
Hanus, tenor. 12.20—1.50 Concert o.l.v
Wolf m. m v. solisten. 4.20—5.35 .Concert
uit Stuttgart o.l.v. Merten m. m. v. E. Beek
sopraan. 8.05 „Die Reiherjager", radio
tooneel. Regie: Rieth.
Rome441 M. 8.05 Concert m. m. v. solis
ten en orkest. 8.50 „La Signora vent'anni
dopo", blijspel in 1 bedrijf van Poggio. 9.30
Vervolg concert. 9.5010.15 Gramofoonpl
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 Gra
mofoonplaten. 5.20 bymphonie-orkest. 6 35
Gramofoonplaten. 6.50 Zangvoordracht
7 05 Gramofoonplaten. 8.20 Radio-tooneel.
9 20 en 10.30—11.20 Gramofoonpl. 338 M
12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroepklein
orkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroeporkest
o.l.v André. 6.50 Omroepklein-orkest. 8.20
Radio-symphonie-orkest ol.v. Meulemans m
m v. Zangsoliste 10.3011.20 Gramofoon
platen.
Zeesen, 1635 M. 7 20 Koorconcert m. m. v.
instrumentale solisten o.l.v. Albrecht. 7.50
Radio-tooneel. 9.30 Berichten. 9.5011.20
Concert uit Hamburg o.l.v. Adolf Secker.
Het Natuur- en Letterkundig Genootschap
Solus Nemo Satis Sapit hield Zaterdagavond
in het gebouw De Unie, ter eere van het feit,
dat het Genootschap op 21 October vóór 150
jaar werd opgericht, een feestelijke, druk be
zochte buitengewone vergadering.
De voorzitter, Mr. C. de Groot, verze
kerde, dat het bestuur de groote opkomst
waardeert en daarin ziet een meeleven der
leden met het heugelijke feit. Spr. heette spe
ciaal welkom het eerelid, den heer C. J. de
Lange, die 58 jaar lid is van de vereeniging
en Prof. Kloos, die jarenlang het penning
meesterschap had gevoerd en thans uit Breda
voor deze vergadering was overgekomen.
Spr. hield hierna de herdenkingsrede, waar
in hij erop wees, dat op 28 October 1782
door de toenmalige 9 leden, die op 21 Octo
ber het Genootschap hadden opgericht, de
wet van het Genootschap werd geteekend.
Wie wet hield in 25 artikelen, betreffende de
wekelijksche bijeenkomsten tot aanmoediging
der weetlust onder de zinspreuk: Solus Ne
mo Satis Sapit. Die zinspreuk dateert reeds
van 6 Febr. 1764. Op 9 Oct. 1759 werd in
Alkmaar een Genootschap opgericht, dat
zich deze zinspreuk koos, omdat men van
oordeel was, dat een Genootschap of Maat
schappij zonder wet niet bestaanbaar kon
tullen Uw zenuwen kalmeeren en sterken en
Uw slapeloosheid verdrijven.
Buisje 75 ct Bij Apothekers en Drogisten.
6/
uit het Noorsch van Jacob B. Buil.
Berit keek op. Heel ernstig nu.
O, dat zal je wel te weten komen wan.
neer de tijd daar is, antwoordde ze.
Nu zweeg hij en beiden stonden een poos
stil voor zich uit te staren.
Je moet naar binnen gaan, zei hij daarna
op kalmen toon.
Neen, dat kan ik niet doen, antwoordde
ze.
Hij keek haar aan.
Ik wilde alleen maar eens komen kijken
hier in het noorden, vergaarde ze, naar je
hoeve, voegde ze er aan toe.
Ja, daar was niet veel aan te zien
schertste hij.
Ze antwoordde niet.
Ik moet nu naar huis, zei ze opeens en
keerde om.
Hij volgde.
Je moet later nog maar eens komen kij
ken, zei hij. Hij liep naast haar. Langzaam
schreden ze zuidwaarts.
Ja, dat zal ik doen, zei ze.
Als mijn hoeve klaar is, schertste hij.
Ze lachte.
Ja, waarschijnlijk, zei ze.
Alzoo namen ze afscheid.
Langzaam keerde hij terug naar het oosch
te. nam zijn bijl op. Zij liep vlug zuidwaarts.
renzoon, is geweest een van de verdienste
lijkste leden van Physica.
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan
verscheen een feestgave onder den titel: s,'Wil
lekeur en hebzucht". Het Genootschap telde
toen nog 4 dirigeerende leden en ondanks het
feit, dat de honoraire leden 14 betaalden,
waren de financiën zwak. De vier dirigee
rende leden waanden zich de bezitters van
al wat het Genootschap bezat en in de feest
gave werd daarover dan ook smalend ge
schreven.
In het tijdperk van 1840—1856 trad in het
Genootschap ook een bizonder persoon op
den voorgronden.1. Jan Leguit, molenbaas in
de Heerhugowaard, een man, die voor het
Genootschap ontzettend veel heeft gedaan en
dit in het publieke leven een plaats heeft
doen innemen. 19 jaren lang kwam hij el-
ken Maandag naar Alkmaar, om des avonds
laat naar Heerhugowaard terug te keeren.
Hij was de man van de kolossale proeven,
demonstreerde met een magneet, nam proeven
met den electrischen vlieger, met een kleine
torpedo en slingerproeven, ja zelfs de ver
schijning van de geesten in de Stadsschouw
burg te Amsterdam werd door hem in 1869
in Diligentia verklaard.
Komende tot de herdenkingen, deelde spr
de
van
zijn. Doel van het Genootschap was om in mede, hoe, op initiatief van A. F. Goüdriaan
- en een zekere Blank het 25-jarig bestaan ge
vierd werd. Het ledental bewoog zich in die
jaren om de 24. Het 50-jarig bestaan werd
in de Lutersche kerk herdacht met een her
denkingsrede van Ds. Koense, Het 100-jarig
bestaan werd in alle glorie gevierd en zelfs
een feestgave verscheen, waarin de geschie
denis van het Genootschap werd geschre
ven, gedrukt bij P. Kluitman. De toenmalige
voorzitter was Dr. J. J. de Gelder.
Een bizonder feit noemde spr. het, dat het
eerelid C. J. de Lange, thans aanwezig, het
100-jarig feest heeft meegemaakt. Toen de
vereeniging 50 jaar bestond, was daar ook
nog één van de oprichters aanwezig en wel
de heer Kley. Spr. meende thans niet beter te
kunnen doen dan de woorden te herhalen,
die Ds. Koense toen tot den heer Kley sprak.
„Wij zijn u dankbaar", zoo vervolgde spr.,
tot den heer De Lange, „dat u steeds als één
der trouwste bezoekers gedurende 58 jaar
de vergaderingen hebt bijgewoond en ik
hoop, dat wij u nog een reeks van jaren als
eerelid in ons midden mogen hebben"!
(Applaus!)
Het woord was hierop aan den secretaris,
den heer F. H. M a s c h h a u p t, die verslag
uitbracht over de jaren 18821932.
Na de oprichting op 21 October 1782 te
hebben aangestipt, en voor de wordingsge
schiedenis naar de feestuitgave ter gelegen
heid van het 100-jarig bestaan te hebben
verwezen, stelde spr. vast, dat er bij het 100
jarig bestaan meer reden was voor een luis
terrijke viering dan dit bij dit lustrum het
geval is. Thans kan niet van een origekenden
bloei worden gesproken, al heeft ook in het
afgeloopen 50-jarig tijdperk Physica jaren
van voorspoed beleefd.
In 1923 bedroeg het aantal leden 100, het
hoogste getal, ooit bereikt. Het aantal leden,
dat zich 's Maandagsavonds vereenigde, be
droeg gemiddeld 30 tot 40, maar na dien top
viel een belangrijke vermindering van het le
dental en afname van de belangstelling voor
de bijeenkomsten te constateeren. De vraag
is dan ook wel eens gesteld, op het Genoot
schap nog wel reden van bestaan had, nu
de kennis van natuurkundige vraagstukken
meer algemeen goed zijn geworden door tijd
schriften, wetenschappelijke werken, volks-
universiteit en radiovoordrachten, alsmede
door verandering van mentaliteit.
Spr. was van oordeel, dat door het vast
houden aan het karakter van sociteitsavon
den ook langen tijd ingrijpende veranderin
gen in Physica werden tegengehouden. Na
1915 traden een steeds grooter aantal spre
kers van buiten op. In Januari 1928 werd
besloten, éénmaal per maand te vergaderen.
Wel werd besloten, op Maandagavond te
blijven vergaderen, maar de geregelde weke
lijksche bijeenkomsten gedurende de zes win
termaanden, 146 jaren volgehouden, behoor
den daarmede tot het verleden. Ook werden
in de laatste jaren meerdere malen vergade
ringen gehouden in combinatie met andere
plaatselijke vereenigingen. De laatste decen
wekelijksche bijeenkomsten te bespreken, het
geen men in de afgeloopen week in de boek
zaal der geleerde wereld en andere stukken
gelezen had.
In 1780 bestond dit Genootschap nog maar
uit 5 leden en werd besloten tot ontbinding.
Eén der 5 leden, Everhard Lang, zag ech
ter kans, in 1782 opnieuw een Genootschap
bij elkander te brengen en toen werd de
grondslag gelegd voor ons Genootschap.
Spr. deed hierna mededeeling van de 25
artikelen, waaruit bleek, dat men het geheele
jaar door, iederen Maandag om 5 uur bij el
kander kwam. Vreemdelingen konden door
leden geïntroduceerd worden, doch niet vóór
6 uur worden toegelaten. Ieder lid moest
achtereenvolgens voorzitter zijn en een
spreekbeurt vervullen. Spreekbeurten over re-
ligieuse zaken waren niet toegelaten. Wan
neer er nog tijd overbleef, dan werd die ge
bruikt om voor te lezen uit de wet van No-
let. Wie niet op tijd met z'n rede gereed was,
verbeurde drie stuivers. Ieder nieuw lid
stortte 7 en 6 stuivers voor iedere vergade
ring. Wie vóór 8 uur vertrok, kreeg één stui
ver, na half zes twee stuivers en wie in 't
geheel niet kwam drie stuivers boete, afwe
zigheid uit de stad of ziekte uitgezonderd.
Een halve flesch wijn kostte vijf stuivers en
niemand mocht meer dan een halve flesch
drinken, welke hoeveelheid op 1 April 1887
op een heele flesch werd gesteld.
14 Juli werd besloten, om boven Solus Ne
mo Satis Sapit te schrijvenNatuur- en Let
terkundig Genootschap, omdat meerdere le
den bezwaar maakten te spreken over onder
werpen, die niet tot het vak natuurkunde ge
rekend konden worden. Het Genootschap be
stond uit dirigeerende, honoraire en buiten
leden. Honoraire leden betaalden 14 con
tributie, buitenleden moesten 6 stuivers voor
een gewone vergadering voldoen en waren
ook verplicht, verhandelingen in te zenden,
die ter lezing werden rondgezonden.
De huisvesting voor het Genootschap le
verde in den aanvang groote moeilijkheden,
zoodat op 20 December 1884 werd besloten,
daarvoor het huis aan te koopen aan het
Verdronkenoord naast de Kath. kerk voor
1395 en voor 300 werd nog een deel van
het erf met de stal daarvan verkocht aan den
pastoor, die steeds een ijverig lid van het Ge
nootschap is geweest. Op 12 October 1897
werd besloten, in den tuin een botanische be
planting aan te leggen en op verlangen van
Govert de Beer een steenen piédestal aan te
brengen voor sterrekundige waarnemingen -
Die Govert de Beer, een boerenzoon uit
Friesland, was als gruttersknecht naar Alk
maar gekomen. Spr. citeerde over dezen
merkwaardigen Alkmaarder een lezing van
Domela Nieuwenhuis, waaruit bleek, dat hij
met succes de grondbeginselen der sterre-
kunde bestudeerde en dat hij op 13 Jan. 1891
als lid van het Genootschap de opdracht
kreeg, gedurende 8 maanden, tegen een hono
rarium van 36, lessen te geven in de astro
nomie. Govert de Beer, de eenvoudige boe-
Maar toen ze ver genoeg weg was, begon ze
te neuriën onder het loopen en toen hij weer
alleen was, glimlachte hij aldoor onder het
hakken.
De rusttijd was voorbij toen Berit Glom-
gaarden zich over de rivier had geboomd en
thuis kwam.
Waar ben je naar toe geweest? vroeg
haar vader.
Naar boven, naar de weide, antwoordde
ze.
Hm!
Hij vroeg niet verder. Maar hij had haar
van den noordkant zien komen aan de over
zijde.
Wat moest je doen, daarginds, over de
rivier? vroeg tante Karen, toen beiden alleen
waren.
Ik moest naar het noorden, naar Braaten,
antwoordde Berit.
Wat had je daar te doen?
Ik wilde daar eens kijken.
Er werd niet verder gevraagd.
01a Eriksen Glomgaarden stond met de pijp
in den mond midden op het voorplein.
Hij keek uit over den weg, die naar de
hoeve voerde, waar een jongmensch aankwam
met een gezadeld paard achter zich.
Mijn hemel, wie kon dat wezen!
Ja, nu meende hij hem te herkennen! Het
moest stellig Gjermund wezen, de zoon op
Hangsett. Hij kende het paard.
Het was anders zonderling, dat er nu mid
den in den oogsttijd bezoek kwam uit het
dorp.
Ola Eriksen stond met de pijp in den mond
te turen naar den man, die naderde.
niën kwam ook steeds ter sprake de toela
ting van dames-leden. Voor vele leden woog
het behoud van het sociteitskarakter echter
zóó zwaar, dat voorstellen om daartoe te
besluiten, nooit eenig resultaat hebben op
geleverd. Wel werden vóór 1915 enkele le
zingen, bizondere bijeenkomsten, die in Cen
traal of in Diligentia werden gehouden, toe
gankelijk gesteld voor dames. Eerst in 1916
werden van Januari tot April de lezingen
voor dames toegankelijk gesteld, mits de
spreker daartegen geen bezwaren maakte.
Dames-leden heeft Physica tot nu toe niet ge
kend, ook niet, na de laatste herziening van
de wet van het Genootschap in 1931.
Ook het gebruik om schriftelijke vragen in
een bus te doen welke vragen in een volgen
de vergadering door één der leden werden
beantwoord, geraakte in onbruik.
De traditie getrouw, heeft Physica zich in
afgeloopen halve eeuw verre gehouden
alles, wat naar politiek zweemt. Nim
mer werden voor nationale feesten bijdragen
geschonken. Alleen in 1916 werd 50 gege
ven aan het Comité ter bestrijding der noo-
den, door den watersnood in den Anna Pau-
lownapolder en in Waterland ontstaan.
Een belangrijke gebeurtenis in de geschie
denis van het Genootschap was de verhui
zing in 1906 naar het gebouw De Unie. De
illusie, een eigen lokaal, werd nooit verwe
zenlijkt. Vanaf 1802 werd steeds in het Pro
veniershuis vergaderd. In 1894 werden daar
nog vertimmeringen aangebracht, die niet
minder dan 700 kostten. In 1906 werd men
genoodzaakt, het oude lokaal, waarin men
104 jaar had vergaderd, te verlaten. Als ver
goeding werd door de gemeente toegezegd,
jaarlijks 100 aan het Genootschap te be
talen, zoolang het aantal leden meer dan
vijftien bedroeg.
Op voorstel van den toenmaligen secreta
ris, wijlen Mr. A. P. H. de Lange werd in
1926 besloten, excursies te organiseerden en
ingevolge dit besluit, werd in Mei 1927 een
bezoek aan de sluiswerken te IJmuiden ge
bracht en in 1930 een bezoek aan Artis. Na
dien zijn echter geen excursies meer gehouden
Spr. wijdde nog woorden van waardeering
aan den heer J. de Lange Corn.Jz. en het
oud-lid E. M. van Soest, thans te Utrecht, die
beide in 1882 het eeuwfeest hadden meege
vierd. De heer J. de Lange kon ook nu nog
tot een der meest getrouwe bezoekers der ver
gaderingen worden gerekend. Bij gelegen
heid van zijn 50-jarig lidmaatschap werd hij
Nu was deze bij de poort en tilde de klink
op. Ja, het was Gjermund Hangsett.
Ola Eriksen, die in zijn hemdsmouwen
stond, keerde zich om, ging naar binnen en
trok zijn buis aan.
Er komt bezoek uit het dorp, zei hij tot
het vrouwvolk, dat bezig was het avondeten
gereed te maken.
Zuster Karen keek op van den brijpot
waarin ze aan het roeren was en lei nu den
karnstok weg.
Wie dan? vroeg ze.
Ola Eriksen ging naar buiten.
Het is een paard van Hangsett, zie ik,
antwoordde hij, terwijl hij heenging.
Maar Berit, die ook had opgekeken, bloosde
het was een blos, die onmiddellijk verdween.
Daarop ging ze naar de alkoof om zich te
verkleeden.
Toen Ola Glomgaarden weer buiten op het
plein der hoeve was gekomen en nu dicht bij
de galerij stond, draaide Gjermund Hangsett
juist het erf op.
Hij was in Zondagsche kleeding en hield
Hangsettborken gezadeld achter zich bij dén
teugel.
Hij bond het paard aan de heining en kwam
recht op Ola toe.
Ola Glomgaarden trippelde hem langzaam
tegemoet.
Goedendag, zei Gjermund Hangsett.
Goedendag en wees welkom, antwoordde
Ola Eriksen. Gjermund Hangsett reikte hem
de hand.
Dank voor 't laatste, zei hij.
O, niets te danken!
Ola Eriksen bleef even staan.
Het is mooi weert
in October 1924 tot eerelid benoemd, welke
benoeming hij beantwoordde met een vorste
lijke gave aan het Genootschap.
Als één der meest getrouwe bezoekers werd
in herinnering gebracht wijlen Ds. de Boer,
die bijna 40 jaren getrouw de vergaderingen
bijwoonde.
Tot de zeer verdienstelijke leden mocht ge
rekend worden Dr. J. J. de Gelder, de voor
zitter van Physica, bij het herdenken van het
100-jarig bestaan en schrijver van de toen
verschenen feestgave. Op 18 April 1900 na
men de leden van het Genootschap als corps
deel aan zijn begrafenis en later werd door
het Genootschap op zijn graf een grafsteen
geplaatst.
Een dergelijke eer viel ook te beurt aan
één der meest actieve leden, die Physica ge
kend heeft, aan Dr. H. W Waalewijn, die én
als spreker én als bestuurslid, in verschillen
de functies van 18751902 zeer veel heeft
bijgedragen tot bloei van Physica. Op 9 Jan.
1903 droeg Dr. D. M. Kooy het op het graf
geplaatste gedenksteen over aan de familie
Waalewijn.
Voorts werden in het verslag herdacht de
oud-eereleden F. H. Delachaux en Mr. A. P.
H. de Lange, alsmede Dr. M. N. J. Moltzer,
de oud-conrector van het Gymnasium en den
trouwen custos J. van Heerden, die in 1894,
na een diensttijd van 36 jaren op zijn verzoek
ontslag werd verleend.
Tenslotte werd vermeld, dat de wet van
het Genootschap in de afgeloopen halve
eeuw viermaal werd gewijzigd en wel in
1884, 1908, 1923 en 1931. Bij de laatste wij
ziging werd de wetenschappelijke commissie
opgeheven in verband met de sterk verander
de werkwijze van het Genootschap.
D vraag, of de golven van depressie en
bloei zich zouden blijven voortzetten, oor
deelde spr. een open vraag. Z.i. zou het ech
ter te betreuren zijn, dat een Genootschap,
dat 150 jaar een zij het ook bescheiden rol
in onze gemeente heeft gespeeld, en dat voor
de ontwikkeling van zijn leden zeker veel
heeft bijgedragen, zou moeten verdwijnen.
Reeds heeft Physica tol moeten betalen aan
de niets en niemand sparende evolutie, zoo
als Dols leerde, een onomkeerbaar proces.
Spr. eindigde met den wensch, dat een vol
gende verslaggever niet genoodzaakt zal
zijn, de lijkrede aan Physica's graf te hou
den, maar zijn mededeelingen zal kunnen
eindigen met een stralend D-majeur ac-
coora (Applaus!)
''A.v
Gjermund bekeek de lucht aan alle kanten.
- Ja, echt mooi weer, antwoordde Ola
Eriksen.
Ze talmden weer even.
Het is warm!
Gjermund droogde het zweet af.
Ja.
Weer bleef het even stiL
Je moet het paard binnen zetten_en mee
gaan. Gjermund Hangsett draalde even.
O, dank U ik moest dat toch maar
niet doen, antwoordde hij.
Ola Eriksen gaat zonder hierop te antwoor
den heen, maakt den teugel los en leidt het
paard naar den stal.
Gjermund volgt.
Hiermee gereed gekomen gaan ze weer naar
buiten, blijven even bij de staldeur over den
hooioogst staan praten.
Er komt veel voer dit jaar, zegt Ola
Glomgaarden.
Ja, daarmee staat het niet kwaad, -nt-
woordt Gjermund.
Jelui zult er ook wel spoedig mee klaar
zijn, zegt hij.
O, ja, heel gauw, antwoordt Ola Eriksen.
Beiden zwijgen.
Daarna zegt Ola Eriksen:
Ga nu mee naar binnen!
Ja, dank je!
En beiden treden binnen;
Gjermund groet eerst Karen en geeft haar
de hand en daarna Berit. Dan stapt hij naar
voren en neemt plaats, terwijl Berit naar den
kelder gaat om bier te halen.
Maken allen het goed in het dorp, vraagt
Karen.
Ze stajt bij het buffet en is bezig koekjes op
een schaal te leggen.
Ja, dank je, voor zoover ik weet, ant
woordt Gjermund. Hij spreekt als een menscb
op leeftijd.
Je moeder is zeker op de bergweide.
Ja, ze is daar nu al drie weken.
De koeien daarboven geven zeker wel
veel melk?
Ja, dat gaat wel.
Nu komt Berit boven met het bier en gaat
naar Gjermund.
O, dank je! Met groote deftigheid neemt
hij het aan en drinkt.
Zij blijft in afwachting staan.
Neen, lesch eerst je dorst maar, zegt ze,
als hij haar den beker reikt.
O, dank jel
Hij drinkt weer.
Dank je, nu niet meer, zegt hij daarna.
Zij neemt den beker aan en brengt dezen
naar het buffet, daarna komt ze terug met de
gebakschaal.
Hij bedient zich.
Nadat Ola Glomgaarden ook gedronken
heeft, beginnen ze met z'n viertjes onder
elkaar te praten. Men somt over en weer de
gebeurtenissen op, die in het dorp hebben
plaats gehad. Er wordt rustig navraag gedaan
naar alles en nog wat. Daartusschen in vallen
lange poozen van stilzwijgen. De vrouwen
hebben buiten nog enkele bezigheden te ver
richten en komen daarna de een na de ander
binnen. Berit neemt iets ter hand. Maar de
beide mannen blijven zitten en praten lang
zaam en voorzichtig met elkaar. Het gesprek
komt op de verwantschap en opeens vraagt
Ola Glomgaarden:
fWordt vervolgd).