Alkmaarsche Courant. De bruid van bet Giomdal sggBSSSS Jladioweuws ÜeuiUeloa Rechtszaken KeBderil vier en dertigste leergang. DONDERDAG 10 NOVEMBER. de luxemburgsche „vredes- zender". Londensch aanteekenboek No- 266 1932 Vrijdag 11 November. Hilversum, 296 M. (8.12.48 en 11.-12.— VARA, 12.-4.- AVRO en de VPRO van 8.—11.— uur). 8— Gramofoon platen. 10.VP RC-morgenwijding. 10.15 VARA-kleinorkest o.l.v. P. DuchanL 11.15 Kookpraatje P. J. Kers. 11.45 Declamatie door J. van Oogen 12.AVRO-kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gramofoonplaten. 2.— Gramofoonplaten. 2.30 AVRO-kleinorkest o.l.v. Nico Treep en gramofoonplaten. 4— Oramofoonplaten. 4.50 Voor da jeugd 5 30 De Notenkrakers" o.l.v. D. Wins. 6.15 Ór geispel J. Brookhouse MacCarthy. 6.40 Le zing. 7.— Vervolg orgelspel. 7.15 „De Flie refluiters". 8.— Lezing door Mej. Dr N A Bruining. 8.30 Herdenking Wapenstilstands dag. 11 Dr. F. M. Wibaut: Wordend Hu welijk. 11.3012.Gramofoonmuziek. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te verzorgen door de NCRV). 8— Schrift lezing. 8.15—9.30 Gramofoonplaten. 10 30 Morgen wijdienst. 11.— Concert. H. Her- piann, viool. T. G. v. d. Haar, viool. H v. d Horst Jr., cello en mevr. R. A. v. d. Horst- Bleekrode, piano. 1.15—2.— Piano-recital door A. Kooien. 2.30 Concert. Mevr. I Mulder— Belser, alt-mezzo. J. H. E. Wittpenj fluit. H. Scholl, viool. G. Scager, cello en G. Hengeveld, piano. 4.30 Gramofoonplaten. 5 Postzegelverzamelaars. 5.30 Voor ama teurfotografen. 6.Causerie door H. J. Steinvoort. 6.30 Causerie door A. J. Herwig! 7Literair halfuurtje. 7.45 PTT-kwartier- tje. 8.— Orgelconcert door W. de Vries. 9.— K D. Koning: Sint Maarten. 9.30 NCRV- kleinorkest o.l.v. P. v. d. Hurk, ca. 10.15 Vaz Dias. 11.-11.30 Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Plechtigheid bij de Cenotaaph. 12.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert M. Vinden. 1.05 Shepherd's Bush Paviljoen-orkest. 2.20 Voorscholen. 3.20 Gramofoonplaten. 4.15 Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge. 5.05 BBC-Dansorkest o.l.v. Henry Hall. 5 35 Kin deruur. 6.20 Berichten. 6.50 Composities voor cello en piano. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezin gen 8.20 Feestuitzending ter geleg. v. d. Wapenstilstandsdag. 9 20 Berichten. 9.40 „In memoriam", muziek van Sir Edward Elgar. 1035 Herdenking van de in den oor log gevallenen. 11.20 Scheepsweerbericht. harijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Concert door het Krettly-orkest. 6.50 Concert (vervolg). 9.05 Radio-tooneel. 9.50 Gramofoonmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Con cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.20—4.20 Radio-Harmonie-orkest o.l.v. Gröndahl, m. m v. E. Vedel, viool en V. Fischer, piano. 7.20 Gustaaf Adolf herdenking. 8.40 Piano recital door G. Sèligmann. 9.-- Radiotooneel. 9.50—10.20 Bala.aika-muziek door kwartet. 10.20—II 50 Dansmuziek o.l.v. Kai Julian Langenberg, 475 M. 6.25—7.20 Gramo foonplaten. 11.2012.10 Concert uit Mün- chen. 12.201.50 Toonkunst-kleinorkest o. 1 v Spitz. 4.205.35 Concert uit München. 7 35 „lm Zeichen des Elften im Elften", m. in. v. Omroepklein-orkest, blaaskapel en so listen oJ.v. Neumann. 10.0511.20 Concert o.l.v. Eysoldt. Rome, 441 M. 8.05 Gevariëerd concert m. tn. v. solisten, o.a. Minuetto, Haydn en Bolero, Lassen. Radio-tooneel, berichten. Dansmuziek. Brussel, 338 M. en 508 M. 338 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Omroep-kleinorkest o l.v. J. Kumps. 6.20 Gramofoonplaten. 8.20 Zang door E. Borgers. Aan den vleugel: J. van Hoof. 8.35 „Brigade-telefoon", hoorspel van E. Johannsen. Vertaling: M. Beversluis. 9.20 Omroeporkest m. m. v. koor en solisten o-l.v. J. Kumps. 10.30 Gramofoonplaten. 508 M.: 12.20 Omroep-kleinorkest o.l.v. Lee mans. 1.30 Gramofoonplaten. 6.35 Omroep- kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroeporkest o l.v. Jean Kumps. 9.20 Vroolijk uurtje m. m V het Omroeporkest o.l.v. Franz André. 10.30 Gramofoonmuziek. Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijke Avond ten bate der werkloozen. 8.30 Orkest- en solisten concert uit Stuttgart o.l.v. Alois Melichar 9-40 Kurt G. Sell: Worüber man in Amerika spricht. Hierna tot 11.20 Dansmuziek door Barnabas von Heczy en zijn orkest. e- 20 uit het Noorsch van Jacob B Buil. De dominee keerde -zich geheel om. 01a Glomgaarden stond daar bleek te kijken. Nu, vaarwel! De dominee ging heen. -Vaarwel! Het antwoord was nauwelijks hoorbaar. Maar toen de dominee reeds de kamer uit Was, liep 01a Glomgaarden hem langzaam ach terna. Hij stond in het portaal, toen de knecht het paard naar voren leidde. U moet het paard toch wat laten uitrus ten, zei hij met gebroken stem. De dominee, die juist zijn voet in den stijg beugel zette, keerde zich om. Dank je, heden niet, zei hij. Ik moet nog naar Braaten. Ik heb de lieden daarginds nog het een en ander te zeggen. Maar misschien op den terugtocht. Hij zette zijn voet in den stijgbeugel en met «en vluggen zwaai zat hij te paard. J8i dominee zal welkom wezen, antwoord de Ola Glomgaarden. Dank je, dank je. De dominee reed weg. Peinzend staarde Ola Glomgaarden hem na. Het was ledig geworden, toen zijn zuster hem verliet. En meer dan één nacht had hij wak ker gelegen en aan zijn dochter gedacht. Nu dat alles met den dominee er nog bij was ge- Een Nederlandsche belangengroep. Belanjfriike mededeelingen in een persconferentie te Amsterdam. bur/in^et nUa!16™/1"01 za^' 'n Luxem-, verrezém we 1 We f« Jun?llster een zender naie gedachte zal propageeren En het mao- wo?denerdbaatnadkeen ver?eu«end feit «enoemd welkenïia geV0,g van besprekingen, olaah, oehad x/a Amsterdam hehhen plaats gehad, ook Nederland in deze zaak een aandeel zal hebben. Het is nl. de N V Internattonaie Dienst, die Dinsdag 11 jn Et «Jï u 18 die zich tot tafek hebnoef 0m ±ze de Nederlandsche belangen te verzorgen. Het bestuur van deze organisatie bestaat uit de heeren W. M. van Haaffen (van de firma Willemier, van Tijen en\an Laer), W. P. de Vries lid der tabaks- tirmvan dien naam en J. Fris, voorzitter rpnt ?n B°nd van Exploitanten van Radio centrales; de directie wordt gevormd door de heeren G. H. Knap en D. de Vries. Met betrekking tot deze zaak is gistermid- ag in het Amstel Hotel een persconferentie gehouden, waarin de heer Marcel Savern een der directeuren van de C.L.R., omtrent dezen zender verschil'ende mededeelingen heeft gedaan. 6 Dat deze zender op het grondgebied van Luxemburg is opgetrokken deskundigen uit Frankrijk, België, Duitsrhland, Engelan 1 en Nederland (PhiHpslampen) zijn bij den bouw betrokken geweest vindt zijn oorzaak in het feit, dat in dit land geen „radiotegen stellingen", om ons tot dit woord te bepalen, bestaan;, het is dus bij uitstek „neutraal" ge bied, dat ook geografisch zeer geschikt is. De C. L. P. wil nl. gaan uitzenden op een golflengte van 1260 Meter, doch zoolang de Internationale Radioconferentie de golfleng ten tusschen 1050 en 2000 Meter niet heeft prijsgegeven, wil zij niet beginnen. Gehoopt wordt, dat de beslissing nog aan het einde van deze maand zal va'len en dat de golven tusschen 1050 en 2000 Meter dan vrijgege ven zullen zijn. Daar de C.L.R. na Oosten rijk en Roemenië „aan bod" is, hoopt zij om streeks Kerstmis haar uitzendingen te kun nen aanvangen. Begrijpelijk i- aldus de heer Severh dat de vraag gesteld zal worden: wat denkt de C.L.R. uit te zenden? Het antwoord op deze vraag is, dat zij in de beste beteekenis van deze begrippen, de kunst en de cultuur wil dienen. Want zou men alleen figuren van were'dnaam voor de microfoon brengen (dr. Mengelberg, Tauber, enz.), dan zou daar mede het doel voorbijgestreefd worden. De bedoeling is dan ook, ook kunstenaars, die aan het begin van hun loopbaan staan en door hun prestaties ook al zijn deze door allerlei omstandigheden in het eigen land nog niet erkend bewezen hebben, dat zij iets hebben te bieden, door middel van dezen zender op het „podium van Europa" te plaatsen en hun zóó de bekendheid of roem dee'achtig te doen worden, waarop zij door hun kunnen aanspraak mogen maken. Wat overigens de exploitatie van dezen Luxemburgschen zender betreft, kan worden medegedeeld, dat daarbij voor oogen heeft gestaan, het Amerikaansche systeem, d.w.z dat naast de zenduren, waarvoor de C.L.R het programma zelf verzorgt, financiert dus, een deel der zenduren van andere zijde zal worden gefinancierd en wel zoodanig dat om bij wijze van voorbeeld in Nederland te blijven de N.V. Internationale Radio ling of onderneming de kosten daarvan draagt. Dienst, of een andere Nederlandsche instel In dit verband deelde de heer Savern mede, dat hij in dezen besprekingen heeft gevoerc met den directeur van het omroepbedrijf der Avro, den heer W. Vogt, die de volle mede werking van deze organisatie heeft toege zegd; echter onder het uitdrukkelijk beding, dat in Madrid het door de C.L.R. verwachte resultaat wordt bereikt. Bij de besprekingen, welke met de Avro en het Amstel Hotel zijn gehouden, is de kwestie van exclusieve contracten niet in het geding geweest, alhoewel dergelijke contracten komen, wist hij in het geheel geen raad meer. Gerechtelijke beslissing! Wellicht nog straf bovendien! En de zaak bekend in alle dorpen! Hij was geweldig boos toen hij naar binnen ging, recht door de kamer naar de opkamer, waar hij zich op zijn bed neerlegde. De dominee was bij het veer gekomen, stapte in de boot en liet het paard voor zich uit zwemmen. Hij was aan allerlei soort bergrei- zen gewoon en kon zich in alle voorkomende ongeriefelijkheden schikken. De knecht greep naar den boom. Neen, zei de dominee, dat doe ik liever zelf. Hij pakte den boom en ging naar den steven. Dan weet ik hoe de stroom loopt, voegde hij er glimlachend aan toe. En met breede, vaste stooten boomde de kleine domi nee, met den bril op, de rivier over. Het paard, dat aan den oever stond te wachten, werd weer gezadeld. Daarna reed de dominee op zijn dooie gemak langs den smallen bergweg, noordwaarts, naar Braaten. In het oude huis te Braaten zaten ze )uist aan het middagmaal, toen het paard van den dominee voor de deur stil hield. Hemelsche goedheid, zei Kari en zag Bent aan. Ik geloof waarlijk, dat het de dominee is. En allen stonden op om van tafel te gaan. Neen, blijf zitten, zei de dominee. Hij stond al in de deur. Dan gaf hij ieder de hand. Berit het laatst Ja, het is eigenlijk met jou, dat ik wil pra ten, zei hij, terwijl hij plaats nam. Berit kleurde. Toen stond ze op en trad nader. Dat is te doen, antwoordde ze w' groote waardigheid. Toen stond Tore ook op. geenszins worden buitengesloten, daar dit h.i. zal afhangen van dr voorwaarden welke kunnen worden bedongen. (Van onzen eigen correspondent). °e Censor Verlakt. Engeland heeft een tooneelcensor Het ambt wordt vervuld door een lid van de hof houding, den Lord-Kamerheer. Hij heeft uiteraard een staf van helpers. De tegen woordige censor gaat in het algemeen voor schappelijk en ruim door. Voor de uitoefe ning van zijn functie zijn zekere algemeene regels gesteld. Hij moet er voor zorgen dat aan godsdienstige en moreele opvattingen op het tooneel geen ge ld wordt aangedaan dat personen, die nog in leven zijn, er niet smadelijk worden voorgesteld, dat andere naties in generaliseerende karaaters of in na tionale uitbeelding niet zoodanig op de planken verschijnen, dat de natie." aldus uit gebeeld, er aanstoot aan kan nemen, zoodat er internationale verwikkelingen uit zouden kunnen voortvloeien. Binnen die beperkingen laat de Engelsche censor schrijvers en too- neelspelers en theaterdirecteuren zeer veel vrijheid. Wanneer men eernge tooneelstukken in Londen heeft gezien, beseft men al gauw. dat de censor niet zoo gauw bevreesd is. dat de moraal van de bevolking door een stuk kan worden ondermijnd. Ondanks de breede opvatting, welke de tooneelcensor van zijn werk heeft, is de in stelling allerminst populair. De overheer- schende opvatting is, dat de kunst vrij moet zijn. Die opvatting wordt uiteraard het Ie- vendigst gepropageerd door de kunstenaars zelf. Zij nemen graag aan dat het publiek niet alleen mondig is, maar ook zoozeer doordrongen van aesthetische waarden, dat het ten allen tijde een kunstwerk van het tooneel, hoe naakt en hoe vrij het ook in zijn voorstelling mag zijn, naar die aesthetische waarden zal schatten. En zelfs, mocht het publiek niet zoo ontwikkeld zijn, dan nog is de kunstenaarsopvatting zal de ver edelende invloed der kunst bij den aan schouwer overhterschen. Deze redeneering vooronderstelt, dat elke schrijver, die voor het tooneed werkt, een kunstenaar is en dat alle tooneelstukken ongelogeerde kunst zijn. Dit is uiteraard geenszins het geval; noch kan men zeggen, dat elk lid van de gemeen schap meer bevattelijk is voor den verheffen- den invloed van kunst, dan voor den ver- lagenden invloed van moraal schokkende voorstellingen. Parelen worden nog voor de zwijnen geworden. In zekeren zin zal men de voorstanders van censuur moeten zoeken bij hen, die weinig vertrouwen hebben in het peil van beschaving, dat de menschheid heeft bereikt en tegenstanders bij hen, "die wat dat betreft, veel vertrouwen hebben, ook al kan deze onderscheiding in haar algemeenheid niet op gaan. Het ambt van den censor komt vaak in op spraak. Nu is dit weer het geval als gevolg van de opvoering van „Versailles", het too- neelstuk van Emil Ludwig. De censor kon voor de vertooning -geen verlof geven, aan gezien er verscheidene personen, die nog in leven zijn, verre van vleiend in worden voor gesteld. Een Onafhankelijk Tooneelverbonc werd opgericht om de vertooning van „Ver sailles" in Engeland mogelijk te maken. Het Verbond heeft beslag gelegd op den Kings- way-schouwburg en het is voornemens daar een reeks andere door den censor verboden stukken te doen opvoeren. Iedereen, die het wenschte, heeft „Versailles" in Londen kunnen zien. Voorwaarde was slechts, dat men lit werd van het Verbond of dat men zich door een lid een plaatskaart deed verstrekken. Een zoodanig gearrangeerde voorstelling werd voor de wet een zaak in besloten kring, waar de censor zich niet kon doen gelden, hoezeer duizenden menschen van dien besloten kring zonder veel vorm van proces deel konden uitmaken. Met dit voorbeeld voor oogen kan een ieder, die het initiatief neemt, tooneel stukken op het podium brengen, welke de censor heeft verbodenzoolang de wet gevers niet optreden, om de maas in het net te herstellen. Zij., die nu den censor me t „Versailles hebben verlakt, hebben hun schuldig geweten gesust met veel argumenten. Een der argu menten is, dat schrijvers van boeken, journa listen en caricaturisten vrij zijn, belangrijke personages van den tijd te bespotten, zoo lang zij de kwaadaardigheid niet te ver drijven. Waarom zou die vrijheid dan aan tooneelschrijvers worden onthouden? Het antwoord is waarschijnlijk, dat de autori teiten van meening zijn, dat het tooneel een Ga mee, om ginds mijn hoeve eens te be kijken, zei hij. De dominee knikte. Heel gaarne, antwoordde hij. Daarna volgde hij Tore en Berit, die langzaam het huis uitgingen, om naar de nieuw gebouwde woning te gaan. Halfweg gekomen keerde de dominee zich om. Iemand had hem geroepen. Het was de oude Kari Braaten, die nu op de stoep stond. Och, zou ik eerst even met U mogen pra ten? zei ze. De dominee keerde snel om en volgde haar naar binnen. De twee jongelui stonden verle gen beneden onder de galerij te wachten. Zoo dra de dominee de deur was binnen gekomen, keerde Kari Braaten zich om en greep hem met haar beide handen om den pols. Mijn beste dominee, wees niet te streng voor haar! smeekte ze. Haar moeder stierf toen ze nog een heel klein kind was! Op het gelaat van den dominee kwam zulk een zachte uitdrukking. Hij lei zijn hand over Kari's gerimpelde handen. Jij bent voor haar een moeder geweest hoor ik, zei hij. Kari Braaten glimlachte even. U weet, alles is hier niet geheel in orde geweest, zei ze. Maar U kunt Ola van mij groeten en hem zeggen, dat er geen schande over zijn dochter zal komen, omdat ze hier is geweest. Wij zijn gesproten uit een geslacht dat ruim zoo goed is als het zijnel Er kwam een trek van groote kracht op het oude gelaat. Jakob Braaten, die naar den grond had zitten kijken, terwijl Kari sprak, keek nu ook op en het scheen den dominee toe, als hief een veel grooteren invloed ten goede of ten kwade kan uitoefenen, dan de journalist, de caricaturist of de schrijver van Doeken. Met de opvoering van „Versaille»" in Londen beeft men de landswetten geschonden, zoo niet naar de letter, dan toch naar den geest, die belangrijker is. Het stuk is, naar u wellicht bekend zal zijn. Ludwig's opvatting van het Verdrag van Versailles en van de heeren, die het maak ten. Lloyd George wordt er in gecaricaturi- seerd op een wijze, die zoo hatelijk is. dat de gecaricaturiseerde zelf aan de uitnoodiging om het stuk te komen zien geen gehoor wenschte te geven. De liberale oud-premier verschijnt er in als een bedrieger en een draaier. Wijlen Clémeneeau is in „Versailles" niet alleen de atheïst, die hij was, maar ook een man, die tot veel bedrog in staat was. indien het zijn vaderland kon helpen. Elk woord en elke voorseltling in het stuk is er op berekend het besef te doen doordringen, dat het maken van vrede in Europa aan geen onwaardiger en geen onbekwamer handen had kunnen worden toevertrouwd. De vraag of de voorstelling juist is. kan hier onbeant woord blijven. Wel kan worden gezegd, dat „Versailles" voor nagenoeg 100 percent in aanmerking kwam om door den censor op de grondslagen, waarop hij zijn functie uit oef t, te worden verboden. De zorg voor de werkloozen. De eerste betooging van de hongerwande- laars is met een sisser afgeloopen Uit wat er over is gezegd en geschreven, kan men op maken, dat de Enge'schen meenen, dat de woelige Zaterdag aan het buitenland heeft geleerd, hoe voorbeeldig ordelijk een Engel sche massa feitelijk is. Inderdaad mag men zich afvragen of ender gelijke omstandighe den in andere landen niet meer zou zijn ver woest en niet bloediger zou zijn gevochten dan hier het geval is geweest. Maar de voor stelling der dagbladen, dat de werklooze hon- gerloopers zelf slechts vreedzame betoogers waren en dat de gewelddadigheden werden veroorzaakt door de vijanden van Engeland en door de misdadigers, die altijd in een groote massa te vinden zijn, klopt in het ge heel niet met de ontdekking, onder een la dinglevensmiddelen, in een der volgwagens van hongerloopeers uit Lancashire van een groote hoeveelheid knuppels en met spijkers beslagen stokken. De middelentoets, die het motief werd voor den convergeerenden marsch, zal dan nu worden herzien in de toepassing. Aangeno men, dat het kabinet tot overeenstemming zal komen, wordt die toepassing meer uniform en zullen zij, die bij het einde van wettigen werkloosheidssteun voor overgangssteun in aanmerking willen komen, niet meer eerst al hun spaarpenningen behoeven op te maken of hun stoffelijk bezit te gelde maken De re geering, die zich op den beenarden staat van 's lands schatkist Leroept, zal niet veel doen; dat is al duidelijk geworden. En men kan al bij voorbaat aannemen, dat de herziening den werkloozen niet ver genoeg zal gaan. De toestand blijft bedenkelijk en benard De overtuiging is nagenoeg algemeen, dat het gros van de menschen, die thans geen werk hebben, nimmer meer kans op werk zullen hebben. De meeningen zijn wal verdeeld. Al leen algemeene herleving van welvaart, in de gansche industrieele en commercieele wereld, zal is de overheerschende opvatting bij machte zijn de leege handen weer aan den arbeid te zetten. Een minderheid, die meer en meer van zich doet spreken, verklaart, dat de grootst denkbare herleving van welvaart In de wereld nochtans millioenen zonder werK zal laten, aangezien de machine, die met den tijd meer en meer werk uit menschenhanden zal nemen, meer en meer productie zal over nemen en overvloed van alles zal verschaf fen. Voor hen verschijnt het vraagstuk der werkloosheid in een licht, dat wel zeer ver schilt van dat, waarin de conventioneele staatsman en economist het ziet. Voor hen is er geen vraagstuk van werkverschaffing, waar wel een vraagstuk van het beste ge bruik van vrijen tijd, die meer en meer het deel der menschheid zal worden. Het is een wat nevelige voorstelling, die in elk geval op het oogenblik nog geen bijdrage levert voor verbetering van den toestand. De regeering heeft haar hoop gevestigd op terugkeer van welvaart, maar doet, volgens haar tegenstan ders, al het omgelijke om zulk welvaartsher stel, waarvoor een vriier handelsverkeer in de wereld een eerste eisch is. tegen te gaan, n.1 door haar tariefmaatregelen. Er zijn nu plannen in overweging om een deel der werk loozen te helpen aan stukjes land, gereed schappen en zaden, om hen in de gelegen heid te stellen als kleine land- en tuinbou wers in hun onderhoud en dat van hun gezin te voorzien. Het is een van de plannen, wel oude versleten adelaar den kop omhoog tegen iets, dat zijn borst te na was gekomen. Dat weet ik! Dat weet ik! zei hij en streelde even de hand van Kari Braaten, die zijn hand nog vast hield. Dat zal ik dat zal ik hij maakte zich los en ging, zijn keel schrapend, naar de deur. Kari Braaten liep hem na, en kreeg hem bij zijn mouw te pakken nog voor hij buiten was. Beste dominee, wees toch niet hard voor haar, verzocht ze opnieuw. Komt er nu nog meer bij, dan ben ik zoo vreeselijk bang, dat het verkeerd loopt. Het is zoo gevaarlijk hier, ziet U! De rivier en zoo ver weg van menschen en De dominee keerde zich om. Neen, neen, dat is nu immers voorbij! Het is nu immers voorbij, mijn beste moedertje! zei hij. Hij klopte haar op den schouder en sloot de deur achter zich dicht. Daarna begaf hij zich vlug naar het tweetal, dat, ieder aan een kant bij den ingang van het nieuwe huis op hem stond te wachten. De dominee schraapte zijn keel heel scherp, als bij een ambtsbediening en knikte, terwijl hij hen beiden voorbij ging en het portaal binnen trad. Daarna opende hij de kamerdeur en liep rond te midden van den verschen dennegeur en de koelte der pas opgetrokken wanden. Het tweetal volgde talmend en bleef ver legen bij de deur staan.. De dominee liep een paar keer op en neer, keerde zich om en .keek de muren langs. Hier heb je het echt gezellig, Tore, zei hij. Hij wreef zich de handen. Er ontbreekt je alleen nog maar vrouw en kind Beiden keken den dommee ve;wonderd aan De dominee wachtte even en bracht zijn ke als vruchtdragend de regeering kunnen bewegen er geld voor uit te trekken. Het werk, door de Kwakers ondernomen, heeft blijkbaar in regeeringskringen indruk ge maakt. En het plan is nu om op het voor beeld der Kwakers de plaatselijke autoriteiten in de zelfde richting te doen handelen. Maar deze beweging „terug naar het land" kan slechts eenige duizenden helpen. Lloyd George heeft in het debat over de werkloos heid verleden week voor de zooveelste maal gevraagd om uitvoering van een verschei denheid van „productieve" werken, zooals wegen-, haven-, kanaalaanleg, uitbreiding van het telephoonstelsel, plaatselijke werken als aanleg van zwembassins en bouw van bi bliotheken. De regeering zegt, dat er voor zulke grootscheepsche plannen geen geld is en acht ze tevens niet voldoende productief om ze te kunenn rechtvaardigen. Voor zoo ver er officieele constructieve plannen zijn, zijn ze beperkt tot het kweeken van een nieu wen kleinen boerenstand, als dat gaat, en tot het draineeren van land, dat in Engeland nog over uitgestrekte gebieden plaats moet hebben. Veel kan het niet baten. „PARTICULIER DETECTIVE" VOOR HET HOF. Verdacht van meineed. Begrijpt u niet. dat het verschrikkelijk is wat u doet? U bent een hoogst gevaarlijk sujet, er zijn geen woorden voor te vinden aldus de president van het Amsterdamsche gerechtshof tegen een „particulier detective" uit Rotterdam, die gister terecht stond ver dacht van meineed. De man was te dier zake door de Rotterdamsche rechtbank tot ander half jaar gevangenisstraf veroordeeld; het Hof te Den Haag had het vonnis bevestigd, doch na cassatie was de zaak naar het Hof te Amsterdam verwezen. Deze echtscheidingsfabrikant maakt er zijn werk van de „bewijzen" in de scheidingspro cedure bijeen te brengen. In een enquête had hij onder eede verklaard, dat mevrouw X be zoek van een heer had gehad op 7 Maart 1931. Er werd een klacht tegen den „detec tive" ingediend, daar de bewuste dame kon bewijzen, dat zij van den bedoelden man noch oo 7 Maart, noch op een anderen avond of dag bezoek had gehad. Zij kende hem zelfs niet van aanzien De looze detective was echter nog verder gegaan: hij had aan de echtgenoote van den man verteld, dat haar echtgenoot een slip pertje had gemaakt met mevr. X, een slip pertje, dat echter slechts in de verbeelding van den verd. bestond Op die wijze breidde de nieuwbakken rechercheur zijn clientèle uit. De man gaat nog steeds door met zijn ge vaarlijk werk en hoe gevaarlijk dit werk is, blijkt wel uit de opmerking van den presi dent: U gaat eens informeeren wie in de ter men valt en dan beticht u iemand van over spel. Verdachte had het echter ditmaal niet ge troffen met zijn beschuldigingen. De vrouw kon zich nog precies herinneren en bewijzen wat zij dien bewusten dag had gedaan, ter wijl de man ziek was geweest en gedurende tien dagen het bed had gehouden. Voor de rechtbank en het Haagsche Hof had verd. zijn bij de echtscheidingsprocedure afgelegde verklaring volgehouden. Thans kwam hij echter met het verhaal, dat hij zich blijkbaar in den datum had vergist. De procureur-generaal, mr. baron Van Ha- rinxma thoe Slooten, noemde de feiten zeer ernstig en eischte wegens meineed een gevan genisstraf van een jaar en zes maanden. Het Hof besloot na raadkamer op 13 De cember a.s. nog een getuige te hooren. POGING TOT DOODSLAG. Een mislukte poging tot ontvluch ting uit de gevangenis. Voor de rechtbank te Arnhem heeft gister terecht gestaan de 40-jarige koopman W. H. F. uit Enschede, die in den nacht van 18 op 19 Juni .1. gepoogd heeft uit deze gevangen .s te ontsnappen. De man had met een stuk ijzer van een ledikant, waaraan hij een scher pe punt had geslepen, een paneel uit de deur van de ziekencel, in welke cel hij wegens een lichte ziekte was ondergebracht, gebroken. Eenmaal buiten de cel zijnde, heeft hij een surveilleerenden bewaker overvallen en ge tracht dezen te overmannen. Tijdens de wor steling, die daarop ontstond, heeft hij den gevangenbewaker eenige kleine wonden aan de rug en buik toegebracht. Toesnellende ge vangenbewakers hebben den uitbreker in ver zekerde bewaring gesteld. gezicht in de strenge ambtspooien. Weer stond hij een oogenblik te peinzen. Daarna trad hij recht op Berit toe, die bleek werd. Hier hebben jelui het echt gezellig, kind, zei hij, terwijl hij haar een keer of drie over de wang streelde. Vragend keek zij op. Je had dadelijk naar mij toe moeten ko men, zei hij en legde zijn hand zwaar op haar schouder. Zij sloeg de oogen neer. Ja, het was verkeerd dat ik dat niet deed, antwoordde ze zacht. Ja, dat was het! Het klonk kort en be slist. Toen strekte hij plotseling beide armen uit. Mijn lieve, lieve vrienden, zei hij op den innigen toon van een waren zieleherder. Beiden keken op. Hij stond daar alsof hij hen beiden wilde omarmen. Die elkander waarachtig lief hebt! vervolgde hij. De armen zonken. Hij keerde zich om, ging naar het raam en bleef staan turen uit het nieuwe huis het oude woud in. Opeens keerde hij zich om en keek van achter zijn bril Berit scherp aan. Maar nu moet je meegaan, zei hij ge biedend Ik ben vandaag bij je vader geweest en ga er weer heen Geen van beiden antwoordde. Berit staar de Tore hulpeloos aan. Dat moet je, vervolgde de dominee op stelligen toon. De bruid moet trouwen uit de Glomgaard. Er zal geen schande komen over het geslacht. Tore kuchtte. Wil Ola dan nu? vroeg hij voorzichtig De dominee knikte. (Wordt •ervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5