Alkmaarsche Courant.
De bruid van bet Giomdal
sggBSSSS
Jladioweuws
ÜeuiUeloa
Rechtszaken
KeBderil vier en dertigste leergang.
DONDERDAG 10 NOVEMBER.
de luxemburgsche „vredes-
zender".
Londensch aanteekenboek
No- 266 1932
Vrijdag 11 November.
Hilversum, 296 M. (8.12.48 en
11.-12.— VARA, 12.-4.- AVRO en de
VPRO van 8.—11.— uur). 8— Gramofoon
platen. 10.VP RC-morgenwijding. 10.15
VARA-kleinorkest o.l.v. P. DuchanL 11.15
Kookpraatje P. J. Kers. 11.45 Declamatie
door J. van Oogen 12.AVRO-kamerorkest
o.l.v. L. Schmidt en gramofoonplaten. 2.—
Gramofoonplaten. 2.30 AVRO-kleinorkest
o.l.v. Nico Treep en gramofoonplaten. 4—
Oramofoonplaten. 4.50 Voor da jeugd 5 30
De Notenkrakers" o.l.v. D. Wins. 6.15 Ór
geispel J. Brookhouse MacCarthy. 6.40 Le
zing. 7.— Vervolg orgelspel. 7.15 „De Flie
refluiters". 8.— Lezing door Mej. Dr N A
Bruining. 8.30 Herdenking Wapenstilstands
dag. 11 Dr. F. M. Wibaut: Wordend Hu
welijk. 11.3012.Gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma
te verzorgen door de NCRV). 8— Schrift
lezing. 8.15—9.30 Gramofoonplaten. 10 30
Morgen wijdienst. 11.— Concert. H. Her-
piann, viool. T. G. v. d. Haar, viool. H v. d
Horst Jr., cello en mevr. R. A. v. d. Horst-
Bleekrode, piano. 1.15—2.— Piano-recital
door A. Kooien. 2.30 Concert. Mevr. I
Mulder— Belser, alt-mezzo. J. H. E. Wittpenj
fluit. H. Scholl, viool. G. Scager, cello en G.
Hengeveld, piano. 4.30 Gramofoonplaten.
5 Postzegelverzamelaars. 5.30 Voor ama
teurfotografen. 6.Causerie door H. J.
Steinvoort. 6.30 Causerie door A. J. Herwig!
7Literair halfuurtje. 7.45 PTT-kwartier-
tje. 8.— Orgelconcert door W. de Vries. 9.—
K D. Koning: Sint Maarten. 9.30 NCRV-
kleinorkest o.l.v. P. v. d. Hurk, ca. 10.15 Vaz
Dias. 11.-11.30 Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Plechtigheid bij de Cenotaaph. 12.05
Lezing. 12.20 Orgelconcert M. Vinden.
1.05 Shepherd's Bush Paviljoen-orkest. 2.20
Voorscholen. 3.20 Gramofoonplaten. 4.15
Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge. 5.05
BBC-Dansorkest o.l.v. Henry Hall. 5 35 Kin
deruur. 6.20 Berichten. 6.50 Composities
voor cello en piano. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezin
gen 8.20 Feestuitzending ter geleg. v. d.
Wapenstilstandsdag. 9 20 Berichten. 9.40
„In memoriam", muziek van Sir Edward
Elgar. 1035 Herdenking van de in den oor
log gevallenen. 11.20 Scheepsweerbericht.
harijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Concert door het
Krettly-orkest. 6.50 Concert (vervolg). 9.05
Radio-tooneel. 9.50 Gramofoonmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Con
cert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.20—4.20
Radio-Harmonie-orkest o.l.v. Gröndahl, m.
m v. E. Vedel, viool en V. Fischer, piano.
7.20 Gustaaf Adolf herdenking. 8.40 Piano
recital door G. Sèligmann. 9.-- Radiotooneel.
9.50—10.20 Bala.aika-muziek door kwartet.
10.20—II 50 Dansmuziek o.l.v. Kai Julian
Langenberg, 475 M. 6.25—7.20 Gramo
foonplaten. 11.2012.10 Concert uit Mün-
chen. 12.201.50 Toonkunst-kleinorkest o. 1
v Spitz. 4.205.35 Concert uit München.
7 35 „lm Zeichen des Elften im Elften", m.
in. v. Omroepklein-orkest, blaaskapel en so
listen oJ.v. Neumann. 10.0511.20 Concert
o.l.v. Eysoldt.
Rome, 441 M. 8.05 Gevariëerd concert m.
tn. v. solisten, o.a. Minuetto, Haydn en
Bolero, Lassen. Radio-tooneel, berichten.
Dansmuziek.
Brussel, 338 M. en 508 M. 338 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Omroep-kleinorkest
o l.v. J. Kumps. 6.20 Gramofoonplaten. 8.20
Zang door E. Borgers. Aan den vleugel: J.
van Hoof. 8.35 „Brigade-telefoon", hoorspel
van E. Johannsen. Vertaling: M. Beversluis.
9.20 Omroeporkest m. m. v. koor en solisten
o-l.v. J. Kumps. 10.30 Gramofoonplaten.
508 M.: 12.20 Omroep-kleinorkest o.l.v. Lee
mans. 1.30 Gramofoonplaten. 6.35 Omroep-
kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroeporkest
o l.v. Jean Kumps. 9.20 Vroolijk uurtje m. m
V het Omroeporkest o.l.v. Franz André.
10.30 Gramofoonmuziek.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijke Avond ten
bate der werkloozen. 8.30 Orkest- en solisten
concert uit Stuttgart o.l.v. Alois Melichar
9-40 Kurt G. Sell: Worüber man in Amerika
spricht. Hierna tot 11.20 Dansmuziek door
Barnabas von Heczy en zijn orkest.
e-
20
uit het Noorsch van Jacob B Buil.
De dominee keerde -zich geheel om. 01a
Glomgaarden stond daar bleek te kijken.
Nu, vaarwel!
De dominee ging heen.
-Vaarwel!
Het antwoord was nauwelijks hoorbaar.
Maar toen de dominee reeds de kamer uit
Was, liep 01a Glomgaarden hem langzaam ach
terna.
Hij stond in het portaal, toen de knecht het
paard naar voren leidde.
U moet het paard toch wat laten uitrus
ten, zei hij met gebroken stem.
De dominee, die juist zijn voet in den stijg
beugel zette, keerde zich om.
Dank je, heden niet, zei hij. Ik moet nog
naar Braaten. Ik heb de lieden daarginds nog
het een en ander te zeggen. Maar misschien
op den terugtocht.
Hij zette zijn voet in den stijgbeugel en met
«en vluggen zwaai zat hij te paard.
J8i dominee zal welkom wezen, antwoord
de Ola Glomgaarden.
Dank je, dank je.
De dominee reed weg.
Peinzend staarde Ola Glomgaarden hem na.
Het was ledig geworden, toen zijn zuster hem
verliet. En meer dan één nacht had hij wak
ker gelegen en aan zijn dochter gedacht. Nu
dat alles met den dominee er nog bij was ge-
Een Nederlandsche belangengroep.
Belanjfriike mededeelingen in een
persconferentie te Amsterdam.
bur/in^et nUa!16™/1"01 za^' 'n Luxem-,
verrezém we 1 We f« Jun?llster een zender
naie gedachte zal propageeren En het mao-
wo?denerdbaatnadkeen ver?eu«end feit «enoemd
welkenïia geV0,g van besprekingen,
olaah, oehad x/a Amsterdam hehhen
plaats gehad, ook Nederland in deze zaak
een aandeel zal hebben. Het is nl. de N V
Internattonaie Dienst, die Dinsdag 11 jn
Et «Jï u 18 die zich tot tafek
hebnoef 0m ±ze de Nederlandsche
belangen te verzorgen. Het bestuur van deze
organisatie bestaat uit de heeren W. M. van
Haaffen (van de firma Willemier, van Tijen
en\an Laer), W. P. de Vries lid der tabaks-
tirmvan dien naam en J. Fris, voorzitter
rpnt ?n B°nd van Exploitanten van Radio
centrales; de directie wordt gevormd door de
heeren G. H. Knap en D. de Vries.
Met betrekking tot deze zaak is gistermid-
ag in het Amstel Hotel een persconferentie
gehouden, waarin de heer Marcel Savern
een der directeuren van de C.L.R., omtrent
dezen zender verschil'ende mededeelingen
heeft gedaan. 6
Dat deze zender op het grondgebied van
Luxemburg is opgetrokken deskundigen
uit Frankrijk, België, Duitsrhland, Engelan 1
en Nederland (PhiHpslampen) zijn bij den
bouw betrokken geweest vindt zijn oorzaak
in het feit, dat in dit land geen „radiotegen
stellingen", om ons tot dit woord te bepalen,
bestaan;, het is dus bij uitstek „neutraal" ge
bied, dat ook geografisch zeer geschikt is.
De C. L. P. wil nl. gaan uitzenden op een
golflengte van 1260 Meter, doch zoolang de
Internationale Radioconferentie de golfleng
ten tusschen 1050 en 2000 Meter niet heeft
prijsgegeven, wil zij niet beginnen. Gehoopt
wordt, dat de beslissing nog aan het einde
van deze maand zal va'len en dat de golven
tusschen 1050 en 2000 Meter dan vrijgege
ven zullen zijn. Daar de C.L.R. na Oosten
rijk en Roemenië „aan bod" is, hoopt zij om
streeks Kerstmis haar uitzendingen te kun
nen aanvangen.
Begrijpelijk i- aldus de heer Severh
dat de vraag gesteld zal worden: wat denkt
de C.L.R. uit te zenden? Het antwoord op
deze vraag is, dat zij in de beste beteekenis
van deze begrippen, de kunst en de cultuur
wil dienen. Want zou men alleen figuren van
were'dnaam voor de microfoon brengen (dr.
Mengelberg, Tauber, enz.), dan zou daar
mede het doel voorbijgestreefd worden. De
bedoeling is dan ook, ook kunstenaars, die
aan het begin van hun loopbaan staan en
door hun prestaties ook al zijn deze door
allerlei omstandigheden in het eigen land
nog niet erkend bewezen hebben, dat zij
iets hebben te bieden, door middel van dezen
zender op het „podium van Europa" te
plaatsen en hun zóó de bekendheid of roem
dee'achtig te doen worden, waarop zij door
hun kunnen aanspraak mogen maken.
Wat overigens de exploitatie van dezen
Luxemburgschen zender betreft, kan worden
medegedeeld, dat daarbij voor oogen heeft
gestaan, het Amerikaansche systeem, d.w.z
dat naast de zenduren, waarvoor de C.L.R
het programma zelf verzorgt, financiert dus,
een deel der zenduren van andere zijde zal
worden gefinancierd en wel zoodanig dat
om bij wijze van voorbeeld in Nederland te
blijven de N.V. Internationale Radio
ling of onderneming de kosten daarvan
draagt.
Dienst, of een andere Nederlandsche instel
In dit verband deelde de heer Savern mede,
dat hij in dezen besprekingen heeft gevoerc
met den directeur van het omroepbedrijf der
Avro, den heer W. Vogt, die de volle mede
werking van deze organisatie heeft toege
zegd; echter onder het uitdrukkelijk beding,
dat in Madrid het door de C.L.R. verwachte
resultaat wordt bereikt.
Bij de besprekingen, welke met de Avro en
het Amstel Hotel zijn gehouden, is de kwestie
van exclusieve contracten niet in het geding
geweest, alhoewel dergelijke contracten
komen, wist hij in het geheel geen raad meer.
Gerechtelijke beslissing! Wellicht nog straf
bovendien! En de zaak bekend in alle dorpen!
Hij was geweldig boos toen hij naar binnen
ging, recht door de kamer naar de opkamer,
waar hij zich op zijn bed neerlegde.
De dominee was bij het veer gekomen, stapte
in de boot en liet het paard voor zich uit
zwemmen. Hij was aan allerlei soort bergrei-
zen gewoon en kon zich in alle voorkomende
ongeriefelijkheden schikken.
De knecht greep naar den boom.
Neen, zei de dominee, dat doe ik liever
zelf. Hij pakte den boom en ging naar den
steven. Dan weet ik hoe de stroom loopt,
voegde hij er glimlachend aan toe. En met
breede, vaste stooten boomde de kleine domi
nee, met den bril op, de rivier over.
Het paard, dat aan den oever stond te
wachten, werd weer gezadeld. Daarna reed
de dominee op zijn dooie gemak langs den
smallen bergweg, noordwaarts, naar Braaten.
In het oude huis te Braaten zaten ze )uist
aan het middagmaal, toen het paard van den
dominee voor de deur stil hield.
Hemelsche goedheid, zei Kari en zag Bent
aan. Ik geloof waarlijk, dat het de dominee is.
En allen stonden op om van tafel te gaan.
Neen, blijf zitten, zei de dominee. Hij
stond al in de deur. Dan gaf hij ieder de
hand. Berit het laatst
Ja, het is eigenlijk met jou, dat ik wil pra
ten, zei hij, terwijl hij plaats nam.
Berit kleurde.
Toen stond ze op en trad nader.
Dat is te doen, antwoordde ze w' groote
waardigheid.
Toen stond Tore ook op.
geenszins worden buitengesloten, daar dit
h.i. zal afhangen van dr voorwaarden welke
kunnen worden bedongen.
(Van onzen eigen correspondent).
°e Censor Verlakt.
Engeland heeft een tooneelcensor Het
ambt wordt vervuld door een lid van de hof
houding, den Lord-Kamerheer. Hij heeft
uiteraard een staf van helpers. De tegen
woordige censor gaat in het algemeen voor
schappelijk en ruim door. Voor de uitoefe
ning van zijn functie zijn zekere algemeene
regels gesteld. Hij moet er voor zorgen dat
aan godsdienstige en moreele opvattingen op
het tooneel geen ge ld wordt aangedaan
dat personen, die nog in leven zijn, er niet
smadelijk worden voorgesteld, dat andere
naties in generaliseerende karaaters of in na
tionale uitbeelding niet zoodanig op de
planken verschijnen, dat de natie." aldus uit
gebeeld, er aanstoot aan kan nemen, zoodat
er internationale verwikkelingen uit zouden
kunnen voortvloeien. Binnen die beperkingen
laat de Engelsche censor schrijvers en too-
neelspelers en theaterdirecteuren zeer veel
vrijheid. Wanneer men eernge tooneelstukken
in Londen heeft gezien, beseft men al gauw.
dat de censor niet zoo gauw bevreesd is. dat
de moraal van de bevolking door een stuk
kan worden ondermijnd.
Ondanks de breede opvatting, welke de
tooneelcensor van zijn werk heeft, is de in
stelling allerminst populair. De overheer-
schende opvatting is, dat de kunst vrij moet
zijn. Die opvatting wordt uiteraard het Ie-
vendigst gepropageerd door de kunstenaars
zelf. Zij nemen graag aan dat het publiek
niet alleen mondig is, maar ook zoozeer
doordrongen van aesthetische waarden, dat
het ten allen tijde een kunstwerk van het
tooneel, hoe naakt en hoe vrij het ook in zijn
voorstelling mag zijn, naar die aesthetische
waarden zal schatten. En zelfs, mocht het
publiek niet zoo ontwikkeld zijn, dan nog
is de kunstenaarsopvatting zal de ver
edelende invloed der kunst bij den aan
schouwer overhterschen. Deze redeneering
vooronderstelt, dat elke schrijver, die voor
het tooneed werkt, een kunstenaar is en dat
alle tooneelstukken ongelogeerde kunst zijn.
Dit is uiteraard geenszins het geval; noch
kan men zeggen, dat elk lid van de gemeen
schap meer bevattelijk is voor den verheffen-
den invloed van kunst, dan voor den ver-
lagenden invloed van moraal schokkende
voorstellingen. Parelen worden nog voor de
zwijnen geworden. In zekeren zin zal men
de voorstanders van censuur moeten zoeken
bij hen, die weinig vertrouwen hebben in het
peil van beschaving, dat de menschheid heeft
bereikt en tegenstanders bij hen, "die wat dat
betreft, veel vertrouwen hebben, ook al kan
deze onderscheiding in haar algemeenheid
niet op gaan.
Het ambt van den censor komt vaak in op
spraak. Nu is dit weer het geval als gevolg
van de opvoering van „Versailles", het too-
neelstuk van Emil Ludwig. De censor kon
voor de vertooning -geen verlof geven, aan
gezien er verscheidene personen, die nog in
leven zijn, verre van vleiend in worden voor
gesteld. Een Onafhankelijk Tooneelverbonc
werd opgericht om de vertooning van „Ver
sailles" in Engeland mogelijk te maken. Het
Verbond heeft beslag gelegd op den Kings-
way-schouwburg en het is voornemens daar
een reeks andere door den censor verboden
stukken te doen opvoeren. Iedereen, die het
wenschte, heeft „Versailles" in Londen kunnen
zien. Voorwaarde was slechts, dat men lit
werd van het Verbond of dat men zich door
een lid een plaatskaart deed verstrekken. Een
zoodanig gearrangeerde voorstelling werd
voor de wet een zaak in besloten kring, waar
de censor zich niet kon doen gelden, hoezeer
duizenden menschen van dien besloten kring
zonder veel vorm van proces deel konden
uitmaken. Met dit voorbeeld voor oogen kan
een ieder, die het initiatief neemt, tooneel
stukken op het podium brengen, welke de
censor heeft verbodenzoolang de wet
gevers niet optreden, om de maas in het net
te herstellen.
Zij., die nu den censor me t „Versailles
hebben verlakt, hebben hun schuldig geweten
gesust met veel argumenten. Een der argu
menten is, dat schrijvers van boeken, journa
listen en caricaturisten vrij zijn, belangrijke
personages van den tijd te bespotten, zoo
lang zij de kwaadaardigheid niet te ver
drijven. Waarom zou die vrijheid dan aan
tooneelschrijvers worden onthouden? Het
antwoord is waarschijnlijk, dat de autori
teiten van meening zijn, dat het tooneel een
Ga mee, om ginds mijn hoeve eens te be
kijken, zei hij.
De dominee knikte.
Heel gaarne, antwoordde hij. Daarna
volgde hij Tore en Berit, die langzaam het
huis uitgingen, om naar de nieuw gebouwde
woning te gaan.
Halfweg gekomen keerde de dominee zich
om. Iemand had hem geroepen.
Het was de oude Kari Braaten, die nu op de
stoep stond.
Och, zou ik eerst even met U mogen pra
ten? zei ze.
De dominee keerde snel om en volgde haar
naar binnen. De twee jongelui stonden verle
gen beneden onder de galerij te wachten. Zoo
dra de dominee de deur was binnen gekomen,
keerde Kari Braaten zich om en greep hem
met haar beide handen om den pols.
Mijn beste dominee, wees niet te streng
voor haar! smeekte ze. Haar moeder stierf
toen ze nog een heel klein kind was!
Op het gelaat van den dominee kwam zulk
een zachte uitdrukking. Hij lei zijn hand over
Kari's gerimpelde handen.
Jij bent voor haar een moeder geweest
hoor ik, zei hij.
Kari Braaten glimlachte even.
U weet, alles is hier niet geheel in orde
geweest, zei ze. Maar U kunt Ola van mij
groeten en hem zeggen, dat er geen schande
over zijn dochter zal komen, omdat ze hier is
geweest. Wij zijn gesproten uit een geslacht
dat ruim zoo goed is als het zijnel
Er kwam een trek van groote kracht op het
oude gelaat.
Jakob Braaten, die naar den grond had
zitten kijken, terwijl Kari sprak, keek nu ook
op en het scheen den dominee toe, als hief een
veel grooteren invloed ten goede of ten
kwade kan uitoefenen, dan de journalist, de
caricaturist of de schrijver van Doeken. Met
de opvoering van „Versaille»" in Londen
beeft men de landswetten geschonden, zoo
niet naar de letter, dan toch naar den geest,
die belangrijker is.
Het stuk is, naar u wellicht bekend zal zijn.
Ludwig's opvatting van het Verdrag van
Versailles en van de heeren, die het maak
ten. Lloyd George wordt er in gecaricaturi-
seerd op een wijze, die zoo hatelijk is. dat de
gecaricaturiseerde zelf aan de uitnoodiging
om het stuk te komen zien geen gehoor
wenschte te geven. De liberale oud-premier
verschijnt er in als een bedrieger en een
draaier. Wijlen Clémeneeau is in „Versailles"
niet alleen de atheïst, die hij was, maar ook
een man, die tot veel bedrog in staat was.
indien het zijn vaderland kon helpen. Elk
woord en elke voorseltling in het stuk is er
op berekend het besef te doen doordringen,
dat het maken van vrede in Europa aan geen
onwaardiger en geen onbekwamer handen
had kunnen worden toevertrouwd. De vraag
of de voorstelling juist is. kan hier onbeant
woord blijven. Wel kan worden gezegd, dat
„Versailles" voor nagenoeg 100 percent in
aanmerking kwam om door den censor op de
grondslagen, waarop hij zijn functie uit
oef t, te worden verboden.
De zorg voor de werkloozen.
De eerste betooging van de hongerwande-
laars is met een sisser afgeloopen Uit wat
er over is gezegd en geschreven, kan men op
maken, dat de Enge'schen meenen, dat de
woelige Zaterdag aan het buitenland heeft
geleerd, hoe voorbeeldig ordelijk een Engel
sche massa feitelijk is. Inderdaad mag men
zich afvragen of ender gelijke omstandighe
den in andere landen niet meer zou zijn ver
woest en niet bloediger zou zijn gevochten
dan hier het geval is geweest. Maar de voor
stelling der dagbladen, dat de werklooze hon-
gerloopers zelf slechts vreedzame betoogers
waren en dat de gewelddadigheden werden
veroorzaakt door de vijanden van Engeland
en door de misdadigers, die altijd in een
groote massa te vinden zijn, klopt in het ge
heel niet met de ontdekking, onder een la
dinglevensmiddelen, in een der volgwagens
van hongerloopeers uit Lancashire van een
groote hoeveelheid knuppels en met spijkers
beslagen stokken.
De middelentoets, die het motief werd voor
den convergeerenden marsch, zal dan nu
worden herzien in de toepassing. Aangeno
men, dat het kabinet tot overeenstemming zal
komen, wordt die toepassing meer uniform
en zullen zij, die bij het einde van wettigen
werkloosheidssteun voor overgangssteun in
aanmerking willen komen, niet meer eerst al
hun spaarpenningen behoeven op te maken
of hun stoffelijk bezit te gelde maken De re
geering, die zich op den beenarden staat van
's lands schatkist Leroept, zal niet veel doen;
dat is al duidelijk geworden. En men kan al
bij voorbaat aannemen, dat de herziening
den werkloozen niet ver genoeg zal gaan. De
toestand blijft bedenkelijk en benard De
overtuiging is nagenoeg algemeen, dat het
gros van de menschen, die thans geen werk
hebben, nimmer meer kans op werk zullen
hebben. De meeningen zijn wal verdeeld. Al
leen algemeene herleving van welvaart, in de
gansche industrieele en commercieele wereld,
zal is de overheerschende opvatting
bij machte zijn de leege handen weer aan den
arbeid te zetten. Een minderheid, die meer en
meer van zich doet spreken, verklaart, dat de
grootst denkbare herleving van welvaart In
de wereld nochtans millioenen zonder werK
zal laten, aangezien de machine, die met den
tijd meer en meer werk uit menschenhanden
zal nemen, meer en meer productie zal over
nemen en overvloed van alles zal verschaf
fen. Voor hen verschijnt het vraagstuk der
werkloosheid in een licht, dat wel zeer ver
schilt van dat, waarin de conventioneele
staatsman en economist het ziet. Voor hen is
er geen vraagstuk van werkverschaffing,
waar wel een vraagstuk van het beste ge
bruik van vrijen tijd, die meer en meer het
deel der menschheid zal worden. Het is een
wat nevelige voorstelling, die in elk geval op
het oogenblik nog geen bijdrage levert voor
verbetering van den toestand. De regeering
heeft haar hoop gevestigd op terugkeer van
welvaart, maar doet, volgens haar tegenstan
ders, al het omgelijke om zulk welvaartsher
stel, waarvoor een vriier handelsverkeer in de
wereld een eerste eisch is. tegen te gaan, n.1
door haar tariefmaatregelen. Er zijn nu
plannen in overweging om een deel der werk
loozen te helpen aan stukjes land, gereed
schappen en zaden, om hen in de gelegen
heid te stellen als kleine land- en tuinbou
wers in hun onderhoud en dat van hun gezin
te voorzien. Het is een van de plannen, wel
oude versleten adelaar den kop omhoog tegen
iets, dat zijn borst te na was gekomen.
Dat weet ik! Dat weet ik! zei hij en
streelde even de hand van Kari Braaten, die
zijn hand nog vast hield.
Dat zal ik dat zal ik hij maakte zich
los en ging, zijn keel schrapend, naar de deur.
Kari Braaten liep hem na, en kreeg hem bij
zijn mouw te pakken nog voor hij buiten was.
Beste dominee, wees toch niet hard voor
haar, verzocht ze opnieuw.
Komt er nu nog meer bij, dan ben ik zoo
vreeselijk bang, dat het verkeerd loopt. Het is
zoo gevaarlijk hier, ziet U! De rivier en zoo
ver weg van menschen en
De dominee keerde zich om.
Neen, neen, dat is nu immers voorbij!
Het is nu immers voorbij, mijn beste moedertje!
zei hij. Hij klopte haar op den schouder en
sloot de deur achter zich dicht. Daarna begaf
hij zich vlug naar het tweetal, dat, ieder aan
een kant bij den ingang van het nieuwe huis
op hem stond te wachten.
De dominee schraapte zijn keel heel scherp,
als bij een ambtsbediening en knikte, terwijl hij
hen beiden voorbij ging en het portaal binnen
trad. Daarna opende hij de kamerdeur en liep
rond te midden van den verschen dennegeur en
de koelte der pas opgetrokken wanden.
Het tweetal volgde talmend en bleef ver
legen bij de deur staan..
De dominee liep een paar keer op en neer,
keerde zich om en .keek de muren langs.
Hier heb je het echt gezellig, Tore, zei
hij.
Hij wreef zich de handen. Er ontbreekt
je alleen nog maar vrouw en kind
Beiden keken den dommee ve;wonderd aan
De dominee wachtte even en bracht zijn
ke als vruchtdragend de regeering kunnen
bewegen er geld voor uit te trekken. Het
werk, door de Kwakers ondernomen, heeft
blijkbaar in regeeringskringen indruk ge
maakt. En het plan is nu om op het voor
beeld der Kwakers de plaatselijke autoriteiten
in de zelfde richting te doen handelen. Maar
deze beweging „terug naar het land" kan
slechts eenige duizenden helpen. Lloyd
George heeft in het debat over de werkloos
heid verleden week voor de zooveelste maal
gevraagd om uitvoering van een verschei
denheid van „productieve" werken, zooals
wegen-, haven-, kanaalaanleg, uitbreiding
van het telephoonstelsel, plaatselijke werken
als aanleg van zwembassins en bouw van bi
bliotheken. De regeering zegt, dat er voor
zulke grootscheepsche plannen geen geld is
en acht ze tevens niet voldoende productief
om ze te kunenn rechtvaardigen. Voor zoo
ver er officieele constructieve plannen zijn,
zijn ze beperkt tot het kweeken van een nieu
wen kleinen boerenstand, als dat gaat, en tot
het draineeren van land, dat in Engeland
nog over uitgestrekte gebieden plaats moet
hebben. Veel kan het niet baten.
„PARTICULIER DETECTIVE" VOOR
HET HOF.
Verdacht van meineed.
Begrijpt u niet. dat het verschrikkelijk is
wat u doet? U bent een hoogst gevaarlijk
sujet, er zijn geen woorden voor te vinden
aldus de president van het Amsterdamsche
gerechtshof tegen een „particulier detective"
uit Rotterdam, die gister terecht stond ver
dacht van meineed. De man was te dier zake
door de Rotterdamsche rechtbank tot ander
half jaar gevangenisstraf veroordeeld; het
Hof te Den Haag had het vonnis bevestigd,
doch na cassatie was de zaak naar het Hof
te Amsterdam verwezen.
Deze echtscheidingsfabrikant maakt er zijn
werk van de „bewijzen" in de scheidingspro
cedure bijeen te brengen. In een enquête had
hij onder eede verklaard, dat mevrouw X be
zoek van een heer had gehad op 7 Maart
1931. Er werd een klacht tegen den „detec
tive" ingediend, daar de bewuste dame kon
bewijzen, dat zij van den bedoelden man noch
oo 7 Maart, noch op een anderen avond of
dag bezoek had gehad. Zij kende hem zelfs
niet van aanzien
De looze detective was echter nog verder
gegaan: hij had aan de echtgenoote van den
man verteld, dat haar echtgenoot een slip
pertje had gemaakt met mevr. X, een slip
pertje, dat echter slechts in de verbeelding
van den verd. bestond Op die wijze breidde
de nieuwbakken rechercheur zijn clientèle uit.
De man gaat nog steeds door met zijn ge
vaarlijk werk en hoe gevaarlijk dit werk is,
blijkt wel uit de opmerking van den presi
dent:
U gaat eens informeeren wie in de ter
men valt en dan beticht u iemand van over
spel.
Verdachte had het echter ditmaal niet ge
troffen met zijn beschuldigingen. De vrouw
kon zich nog precies herinneren en bewijzen
wat zij dien bewusten dag had gedaan, ter
wijl de man ziek was geweest en gedurende
tien dagen het bed had gehouden.
Voor de rechtbank en het Haagsche Hof
had verd. zijn bij de echtscheidingsprocedure
afgelegde verklaring volgehouden. Thans
kwam hij echter met het verhaal, dat hij zich
blijkbaar in den datum had vergist.
De procureur-generaal, mr. baron Van Ha-
rinxma thoe Slooten, noemde de feiten zeer
ernstig en eischte wegens meineed een gevan
genisstraf van een jaar en zes maanden.
Het Hof besloot na raadkamer op 13 De
cember a.s. nog een getuige te hooren.
POGING TOT DOODSLAG.
Een mislukte poging tot ontvluch
ting uit de gevangenis.
Voor de rechtbank te Arnhem heeft gister
terecht gestaan de 40-jarige koopman W. H.
F. uit Enschede, die in den nacht van 18 op
19 Juni .1. gepoogd heeft uit deze gevangen .s
te ontsnappen. De man had met een stuk
ijzer van een ledikant, waaraan hij een scher
pe punt had geslepen, een paneel uit de deur
van de ziekencel, in welke cel hij wegens een
lichte ziekte was ondergebracht, gebroken.
Eenmaal buiten de cel zijnde, heeft hij een
surveilleerenden bewaker overvallen en ge
tracht dezen te overmannen. Tijdens de wor
steling, die daarop ontstond, heeft hij den
gevangenbewaker eenige kleine wonden aan
de rug en buik toegebracht. Toesnellende ge
vangenbewakers hebben den uitbreker in ver
zekerde bewaring gesteld.
gezicht in de strenge ambtspooien. Weer
stond hij een oogenblik te peinzen. Daarna
trad hij recht op Berit toe, die bleek werd.
Hier hebben jelui het echt gezellig,
kind, zei hij, terwijl hij haar een keer of drie
over de wang streelde.
Vragend keek zij op.
Je had dadelijk naar mij toe moeten ko
men, zei hij en legde zijn hand zwaar op
haar schouder.
Zij sloeg de oogen neer.
Ja, het was verkeerd dat ik dat niet
deed, antwoordde ze zacht.
Ja, dat was het! Het klonk kort en be
slist. Toen strekte hij plotseling beide armen
uit. Mijn lieve, lieve vrienden, zei hij op den
innigen toon van een waren zieleherder.
Beiden keken op.
Hij stond daar alsof hij hen beiden wilde
omarmen.
Die elkander waarachtig lief hebt!
vervolgde hij. De armen zonken. Hij keerde
zich om, ging naar het raam en bleef staan
turen uit het nieuwe huis het oude woud in.
Opeens keerde hij zich om en keek van
achter zijn bril Berit scherp aan.
Maar nu moet je meegaan, zei hij ge
biedend Ik ben vandaag bij je vader geweest
en ga er weer heen
Geen van beiden antwoordde. Berit staar
de Tore hulpeloos aan.
Dat moet je, vervolgde de dominee op
stelligen toon. De bruid moet trouwen uit
de Glomgaard. Er zal geen schande komen
over het geslacht.
Tore kuchtte.
Wil Ola dan nu? vroeg hij voorzichtig
De dominee knikte.
(Wordt •ervolgd).