alkmaarsche courant Het jubileum van dokter Schröder. Ho. 248 ut a n Z4TERDA& '2 NOVEMBER 1932 Hartelijke toespraken en vele bloemen en cadeau* belangstelling «oor dit lublbum g^icd Alvorens wij met een enkel woord de groote verdiensten van een der meest bekende en bij zijn patiënten zeer gezienen huisarts bespre ken, moge een korte biographie daaraan voor af gaan. Dokter R G. C. Schröder werd geboren op 20 Juni 1869 te Egmond aan Zee, waar zijn vader de genees- en verloskundige practijk uitoefende. In 1875 verhuisde hij naar West Graftdijk, waar hij de lagere school bezocht Ha in Zaltbommel de Burgerschool afgeloo- pen te hebben, werd hij in 1890 als student te Groningen ingeschreven. Tevoren legde hij jn 1887 met goed succes het examen voor apothekersbediende af. In 1897 verwierf hij den artsbul en vestigde zich in Februari 1898 te Alkmaar waar hij allengs een groote practijk kreeg en zich vele trouwe vrienden verwierf Hij is werkzaam als spoorarts, ge meente-arts en als dokter in het Huis van Be waring. De oprichting van het eerste Mij. Ziekenfonds in den lande was in hoofdzaak zijn werk. Meermalen was hij voorzitter van den Kring Alkmaar en Omstreken der Neder 1. Mij. ter bevordering der genees kunst, veraer lid van het hoofdbestuur dier Mij., gedurende jaren voorzitter van de afd. Alkmaar van het Roode Kruis, voorzitter van het College van Regenten van het Wees huis en lid van het oclHge van Diakenen der Ned. Herv. kerk. Het was dus heden 35 jaren geleden, dat dokter Schröder het artsdiploma behaalde en hoewel van een 35-jarig jubileum gewoonlijk niet zooveel werk wordt gemaakt, werd uit de patiënten spontaan een comité gevormd om dit feit feestelijk te herdenken. Ouderen wilden niet wachten tot een veertigjarige her denking omdat men zekerder is van den dag van heden dan van dien van morgen. En jongeren wilden evenmin iets van uitstellen hooren omdat men maar al te dankbaar was eindelijk eens een gelegenheid te hebben gevonden om dezen dokter te toonen hoezeer zijn persoon en zijn werk in breeden kring gewaardeerd worden. Immers, nacht en dag, weer of geen weer, altijd stond deze medicus gereed om op het eerste S.O.S.-sein van dè zijde der patiënten zijn vaak zoo moeilijke en zware taak te vervullen en hij verwierf zich een breeden en trouwen vriendenkring, niet alleen omdat hij zijn plicht deed maar ook en vooral om de wijze waaróp hij dit deed Omdat hij niet alleen medicus, maar ook een vriend was, omdat hij den zieke nieuwe kracht gaf, den bedroefde wist te troosten en den arme in stilte wist te geven. Wie zoo met hart en ziel in zijn taak opgaat kon geen be ter beroep dan dat van medicus hebben geko zen, het beroep van den man voor wien alle deuren en harten zich openen en die juist daardoor zoo ruimschoots gelegenheid heeft zich in den mooisten zin des worrds Mensch te toonen. Vandaar dat een comité met zooveel enthousiasme aan het werk kon gaan en dat de dames, die zich met het inzamelen der gelden voor een persoonlijk geschenk zoozeer verdienstelijk gemaakt hebben, op een zeer sporadische uitzondering na alle patiënten en daarnaast nog vele vrienden en bewonde raars bereid vonden iets bij te dragen voor een huldeblijk, dat van aller waardeering en hartelijken dank zou getuigen. Tevergeefs heeft de jubilaris getracht aan deze hu'de te ontsnappen. Men heeft hem de gelegenheid daarvoor nu eenmaal niet willen bieden en toen het tot dokter Schröder door drong hoezeer n^en op de herdenking van dit jubileum prijs stelde, heeft hij zich gaarne gewonnen gegeven. In een met palmen en bloemen versierde woning, die de jubilaris ternauwernood als het eigene, vertrouwde doktershuis zal terug gekend hebben, hield hij gistermiddag, geze ten tusschen zijn naaste fami'ieleden, recep tie om alle patiënten en andere belangstellen den gelegenheid te geven hem op dezen dag te complimenteeren. De voorzitter van het huldigings comité spreekt. Daarvan werd natuurlijk allereerst een dankbaar gebruik gemaakt door het huldi gingscomité, welks voorzitter, mr. L. van Lookeren Campagne daarbij de volgende rede heeft gehouden: Geachte Jubilaris! Als voorzitter van het comité, dat zich ge vormd heeft om U, dr. Schröder. op dezen dag, namens al Uwe patiënten een „vrien delijkheid te bewijzen" (om in Uw termino logie te spreken), heb ik de aangename taak tot U het woord te mogen richten. Vandaag is het 35 jaar geleden dat U de practijk aanva.rdde. Een officieele jubileumdatum, in optima foima is dit, naar ik meen niet. Maar het is ook eigenlijk geen jubileum in den gebruikelijken zin des woords, dat ons hier vereenigt. Een jubileum komt van zelf: het behoort, zou men kunnen zeggen, tot de conventies, tot de maatschappelijke vormen om een zeker tijdvak, gedurende hetwelk een bekend per soon zijn ambt heeft vervuld, aan het einde af te sluiten met een huldiging Op zich zelf zit in de langdurige vervul ling van een ambt. vooral wanneer die ver vulling op goede wijze plaats vond, een zekere verdienste. Het is dan gebruikelijk die verdienste te erkennen en den jubilaris hulde te betuigen. Hier en ik wil daarop met eenigen na- d wijzen ligt de zaak echter eenigszins 'tier is de bepaalde datum il November luer pro fo-ma door Uwe patiënten aan- o t-oen met een aude: doel. ('we patiënten hebt-en zich met .zoozeer ve.eenigd. omdat zij het verdienste^ von den dat U gedurende 35 jaren Uw practijk als m-dicus heeft vervuld - hoe verdienstelijk dit op zich zelf ook moge zijn - doch om- vereffenenVOeleD U hadden te Zij hebben gevoeld dat de mijlpaal, Uwe lf r*n Pra'et»!k-vervulling, daarvoor een Uitstekende gelegenheid wai. ietsmeMI^.hrÖd€« Uwe patiënten hebben St tTh,^ a vereffenen" Z'l ziïn U dankbaar flat u hun daarvoor vandaag de gelegenheid heeft willen geven, dat U „toch thuis" is. Het is ook goed dat U hun die gelegenheid geeft: aan formaliteiten, ook al zijn anderen voornemens die eenigszins feestelijk in te Kleeden, mag men zich onttrekken. Aan een uiting als déze, mèg men zich, naar mijne meening, niet onttrekken. Die vereffening, waarvan ik sprak, bestaat hieno dat Uwe patiënten U willen toonen dat zij U hoogachten, dat zij U dankbaar zijn, dat zij van U houden. Uwe patiënten houden van U. En dat is niet in de eerste plaats omdat U hun geneesheer is, omdat U Uwe pogingen aanwendt om hen weer gezond te maken, maar omdat U hun vertrouwde en geliefde huisdokter is. U is hun hul sdokter, de dokter van hun huis, van de burcht, waarin zij zich tegenover de wereld, tegenover de andere menschen, terugtrekken. In dat huis, in die burcht waar in zij niet gauw een ander toelaten, laten zij U binnen. Er zijn vele specialisten, er zijn vele knanpe specialisten, doch nooit zullen al die specia listen de plaats van een echten huisdokter kunnen innemen De kracht van d .- genezing, al is die natuurlijk van hoogere machten ai- hankelijk, zit voor een groot deel in het vertrouwen, dat men stelt in den geneesheer Dr. Schröder, Uwe patiënten houden van U. En zij doen dat, omdat U hen helpt hen steunt, met hen meeleeft, met hen praat, zoo als U dat alleen kunt, omdat U hun dr. Schröder is. Ik geloof niet dat ik veei meer zal behoeven te zeggen. Ik heb bemerkt en ik weet dar van mij zelf ook dat de gevoelens die Uwe patiënten voor IJ koesteren, innige gevoelen zijn. Daarover moet men niet lang praten, men moet ze slechts even aanraken. Beide partijen weten dan wel wat men be doeld heeft. Dr. Schröder, aan deze vereffening behoort een aandenken te worden vetbonden. Spr. herinnerde aan een vorig jubileum, toen de heer Cohen Stuart de woordvoerder was geweest. Het was thans moeilijk, iets passends te bedenken. Men had wel eens gedacht aan een centrale verwarming als symbool van de warme toegenegenheid der patiënten, maar het huis leende zich daarvoor minder. Al Uwe patiënten, aldus sprUwe parti culiere patiënten en Uwe patiënten van het Zieken- en Ondersteuningsfonds der Spoor wegen, Uwe buspatiënten, Uwe arme patiën ten. Uw oud-patiënten, en zelfs zij die geen patiënten van U zijn, hebben in één elan, een geschenk bij elkaar gebracht. De dames van het comité, gesteund door andere dames en heeren, hebben hier de be hulpzame hand geboden. Van den beginne af moest het echter zijn een p e r s o o n 1 ij k geschenk voor U. Dit moet U begrijpen U heeft Uw patiënten zoo veel persoonlijk goeds aangedaan, dat zij uit drukkelijk gevoeld hebben U dezen keer iets persoonlijks terug te doen. Het was spreker een genoegen den jubila ris in enveloppe een som te kunnen aanbie den met de bedoeling dat hij daarvoor een reis zou kunnen maken. Het voornemen was geweest deze envelopj>e te verbergen in een wereldbol van chocolade maar, aangezien deze nog niet aanwezig was, zou spreker het cadeau nu maar zelf overhandigen. Daarnaast heeft het comité in overeen stemming met den wensch van den jubilaris een nieuwe encyclopaedie gekocht waar van spreker het eerste deel, dat juist ver schenen was, thans kori overreiken. Het voordeel, dat in het geleidelijk verschijnen dezer uitgave is gelegen, is dat men een encyclopaedie niet leest als men alle deelen tegelijk krijgt, maar wel als men daarvan zoo nu en dan een deel ontvangt. (Applaus). De jubilaris antwoordt. Dokter Schröder zeide in zijn antwoord van harte dankbaar te zijn voor alle moeite, welke men zich getroost heeft om dezen dag voor hem tot een feestdag te maken. Juist in deze dagen gaan zijn gedachten terug naar het jubileum, dat hij tien jaar geleden heeft gevierd toen men hem ook op zoo hartelijtce wijze heeft gehuldigd. Spr. dacht daarbij aan zoovele goede vrienden door den dood en in het leven verloren, in de eerst^plaats aan ziin vader, aan de heeren Cohen Stuart en dokter Dirken, die helaas sindsdien over eden zijn en aan wien hij zooveel heeft te danken. Spr. is dankbaar gestemd, dat deze hulde j het hart komt van a len die er aan hehben deelgenomen. Spr. heeft in zijn jeugd reeds zeer veel geleerd'door het goede joorbedd van zijn vader en begrepen, dat het ni g makkelijk is om geneesheer te zijn Men w 1 wonderen d.en «.slaagt daarin Maar «aar men mei generen *an daar kan mon iafpni<* en troost brengen Dat heelt spreker in zijn leven geleerd en dat heeft zijn geluk in de practijk grooter gemaakt. S echts één beroep heeft spreker ooit kunnen bedoren en dat is het zijne. Nu hij zooveel vnenden om zich heen ziet die het goed met hem meenen is hij nog meer dan ooi 0 tmf»1- „oed gednan te hebben toen hij zijn vader en moeder vroeg om medicus te mogen worden Spreker hoopte nog lang te mogen leven om zijn vrienden nog lang te kunnen behouden en nieuwe daarbij te kunnen maken en ein digde zijn met instemming begroette rede met woorden van dank uit te spreken voor den voorzitter en de leden van het Comité, die dezen dag voor hem tot een onvergetelijken hebben gemaakt, Een vriendenwoord. Zeer geachte Jubilaris, zoo zeide Dr. F. A Stehr Al Uwe patiënten en vrienden zullen zich gelukkig achten thans een gelegenheid hebben om hun dankbaarheid aan u te te -- nviu at>u betuigen. Gijzelf echter wilde liever dit ju bileum ongemerkt laten voorbijgaan en Gij wildet U zelfs aan alle hulde ontrekken Dit mocht echter niet geschieden en geluk kig wist men U over te halen om Uw vrien den en patiënten uiting te laten geven aan hunne gevoelens van vriendschap en dank baarheid jegens U. Men zeide U daarbij ronduit: medice cura te ipsum, geneesheer genees U zelf, na zoovelen met kundigheid te hebben genezen. De dag van heden toont duidelijk, dat de jubilaris van zijn ontvluch tingsplannen volkomen is genezen. Dit is ons een groot genoegen want velen willen vandaag eens aan hun dankbaarheid uiting geven. Hooggeachte jubilaris, het is bekend aan ieder welk een hooge opvatting gij hebt van Uw taak als medicus, met hoeveel toe wijding en liefde Gij U van Uw beroep kwijt, hoe Gij steeds bereid zijt en klaar staat een ieder te helpen en hoe U wordt be mind bij arm en rijk. Mij dunkt, dat het U dikwijls goed moet doen wanneer Gij bij Uw patiënten komend aldaar Uw portret bij het ziekbed ziet hangen als een uiting van een dankbaar ge voelen jegens U, of wanneer een kind U spontaan om den hals valt met de woorden O dokter, wat ben ik U dankbaar dat U mij weer gezond gemaakt hebt. Ik ben er van overtuigd, dat meerderen van uwe patiënten, die niet in staat zijn U vandaag te komen ge- lukwenschen, met blijdschap en dankbaar heid in hun hart Gods zegen over U afsme ken voor Uw verder leven. Als een bewijs hoe Uwe patiënten met U mee leven is mij de aangename taak opge dragen namens twee van Uwe allereerste Alkmaarsche patiënten en ook namens meer dere andere patiënten welke zich tot groote dankbaarheid jegens U verplicht achten U heden met uw 35-jarig doktersjubileum harte lijke gelukwenschen aan te bieden en U te bedanken voor alle hulp en milddadigheid, welke zij van U mogen ontvangen, terwijl zij U vriendelijk verzoeken als bijzonder blijk van hun dankbaarheid jegens U 'n klein aan denken in den vorm van een gouden potlood met inscriptie „Aan Dr. Schröder, 11 No vember 1932" en een klein documentje, getee- kend door een patiënt van U op zijn ziekbed, met meerdere handteekeningen te willen aan nemen. Het zij U gegeven nog vele jaren in goede gezondheid Uw edel beroep te dienen tot heil van vele ingezetenen dezer stad. (Applaus.) Nog een woord van het perso neel. Namens het spoorwegpersoneel, zeide de heer W. C. Swart, en namens een aantal ge- pensionneerden wil ik gaarne een enkel woord tot U spreken bij de officiëele herden king van Uw 35-jarige practijk als arts. Toen mij door een aantal vertegenwoordigers uit de verschillende bestaande spoorwegorgani saties, die spontaan gevolg hebben gegeven aan den oproep mede te werken aan de her denking van Uw jubileum, gevraagd werd zitting te nemen in het klein-comité, heb ik mij daarvoor gaarne beschikbaar gesteld. De wetenschap, dat U niet alleen als medicus, doch vooral als mensch buitengewoon door Uwe patiënten geëerd wordt, heeft daaraan niet weinig bijgedragen. In de bijna 12M jaar dat ik met een aanstelling tot machinist bij de Ned. Spoorwegen van Amsterdam naar Alkmaar overgeplaatst werd en mijn gezin en ik zich onder Uwe patiënten moch ten rekenen, heb ik zeer veel van Uwe goede hoedanigheden mogen vernemen. Zeker, er zijn wel leden van ons zieken en ondersteu ningsfonds, die zich wel eens een enkele maal over Uw behandeling probeerden te beklagen welke dokter zou dat niet ondervinden? maar voor mij staat het vast, dat U per soonlijk daar onschuldig aan zijt en dat dit op rekening geschoven moet worden van het bestuur van het Z. en O. fonds, die U een te groote rem aanlegt wanneer het betreft de fi nanciëele uitgave, die in bijzondere gevallen voor den patiënt en zijn herstel geboden zijn. Ik ben er van overtuigd, dat U in soort gelijke gevallen ais arts graag anders zoudt willen handelen, doch dat U dit onmogelijk gemaakt wordt door de onthouding van de goedkeuring van het Z. en O.-fonds Er zijn mij zelfs gevallen bekend, dat U als arts niet de noodige medewerking kon verkrijgen bij het verstrekken van versterken de midde'en, die noodig waren voor het her stel van Uw patiënt. Uw mensch-zijn reikte echter verder dan de strenge bepalingen van het Z.- en O.-fonds en U betaalde uit eigen beurs de zoo hoog noodige versterkende mid delen met als resultaat een volledig herstel van Uw patiënt. Uw 35-jarige praktijk en niet te vergeten Uw menschlievendheid, welke gij in tal van gezinnen ten goede hebt aangewend, herden ken wij gaarne bij deze officieele plechtig heid. Dr. Schröder, „nog vele jaren in goede ge zondheid" is de wensch van het spoorweg personeel, de gepensionneerden en hun ge zinnen. die lid zijn van het Z.- en O -fonds waaraanU als arts is verbonden. (Applaus) Dokter Schröder zich tot Dr. Stehr rich tende zeide reeds even de hem verstrekte namen te hebben ingezien. Het heeft spr. ge troffen, dat deze patiënten in gedachten bij hem zouden zijn en spr. gedachten zijn op dit oogenblik zeker bij hen. Zich tot den heer Swart richtende zeide de jubilaris, dat hij als arts het spoorwegperso neel als het ware op het dak is geschoven. Er is dus een eigenaardige verhouding tusschen hem en het spoorwegpersoneel en juist daar om fteeft het spreker zoo goed gedaan, dat dit jsersoneel ook deelneemt aan deze huldi ging. Hoewel aan voorschriften gebonden zal spreker steeds zijn best blijven doen en dankte recht hartelijk voor de hem op dezen dag betoonde sympathie. (Applaus). De burgemeester spreekt De burgemeester, Mr. W. G Wendelaar, zeide gaarne bij deze huldebetuiging tegen woordig te willen zijn. Spr. wist, toen hij ge waarschuwd werd, evenwel niet dat hij het voorrecht zou hebben tegenwoordig te zijn op zoo'n intiem feest dat dokter en patiënten omvat. Toch achtte spreker zich ook hier op zijn plaats, omdat hij in zekeren zin de stads patiënten vertegenwoordigt. De burgemees'er wees er op, dat dokter Schröder in zijn 35- jarige practijk niet minder dan 33 jaren als stadsarts is werkzaam geweest. Spreker bracht hem dan ook namens de stadspatiën- ten hartelijk dank voor zooveel goeds, zooveel liefs en zooveel verstandigs, dat hij in deze oractijk ten uitvoer heeft kunnen brengen. Het gemeentebestuur weet wat dokter Schrö der voor deze stad heeft beteekend, hoeveel nuttig werk hij deed in commissies en bestu ren, als voorzitter van het Ziekenfonds, a's diaken der Ned. Herv. Gem., destijds als voorzitter van de afdeeling Alkmaar van het Nederlandsche Roode Kruis en als regent van het Burgerweeshuis. In sprekers tijd was de jubilaris nog lid van de bouwcommissie van het Neutraal Ziekenhuis. Spreker had zoo juist nog gehoord hoeveel goed de jubi laris in stilte gedaan heeft, iets, dat in deze moeilijke tijden zoo bijzonder gewaardeerd wordt. Het was ook daarom, dat spreker met een enkel woord dokter Schröder dank heeft willen zeggen voor alles wat deze in het be lang van Alkmaars inwoners gedaan heeft. (Applaus.) Dokter Schröder zeide het zeer op prijs te stellen, dat de burgemeester namens het ge meentebestuur dit heeft willen zeggen. In de 33 jaren dat spreker stadsarts is, heeft hij niet alleen kennis gemaakt met veel men schen, maar ook met hun nooden en die noo- den zijn niet alleen van financieelen en mate- rieelen aard. Met vele stadspatiënten heeft spreker vriendschapsbanden aangeknoopt. Spreker stelde de vriendelijke woorden van den burgemeester zeer op prijs en was dank baar, dat deze hem, in sprekers kwaliteit van stadsarts, heeft willen toespreken. Dr. Korteweg spreekt namens de afd. Alkmaar van de Ned. Maat schappij tot bevordering van ge neeskunst. Waarde Jubilaris, zoo sprak de heer Kor teweg. Als ondervoorzitter van de afdeeling Alkmaar der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van geneeskunst is het mij een eer en een voorrecht U hier te mogen toespreken bij het begin van Uwe achtste lustrum als arts. Weinig minder dan 35 ja ren hebt gij te Alkmaar de geneeskundige practijk beoefend; daarvoor alleen reeds heb ben wij recpect, maar meer nog door de wij ze waarop. Gij zijt voor ons, uwe collega's de vertegenwoordiger van dat geslacht van toegewijde huisartsen, waarvan door som migen een geleidelijk uitsterven wordt ge vreesd. Op dezen dag zult gij ons willen en moeten toestaan, dat wij enkele van Uw ken merkende eigenschappen hardop noemen, die te zamen 'n beeld kunnen geven van de figuur van dien ouderwetschen huisarts, voor wien zijn arbeid niet is een beroep, nog minder een bedrijf, maar een ambt, een roe- Eing, een zending. Het is niet zoo gemak elij k een medicus te analyseeren en ik ben overtuigd, dat men door 't opnieuw samen vatten van de gescheiden eigenschappen ot lange na niet terug krijgt de figuur van col lega Schröder zooals hij hier voor ons staat, maar anderen zullen in het licht stel len, wat in mijn verbeelding in het duister is gebleven. Welnu dan, waar kunnen wij beter be ginnen dan met de wetenschap met een groote W, wier dienaar gij toch ook na Uwe studie aan de Groningsche Akademie zijt ge bleven. De boeken in Uw spreekkamer zijn als stille getuigen a decharge, tegenover de meening, dat onze leermeesters ons geestelijke proviand voor den ganschen le vensweg zouden kunnen meegeven; die boe ken zijn ook Uwe vrienden, die U goeden raad geven, als Uw parate kennis te kort schiet. Maar de boeken zijn niet het zéér bijzon dere in dit doktershuis; dat is de geheim zinnige kamer daarachter, uw laboratorium. Men zal weinig huisartsen in Nederland vin den, die een zoo veelgebruikt en welbenut la boratorium tot hun persoonlijke beschikking hebben en bovendien nog een zelfopgeleide analyste voor het routinewerk. Aan het ziek bed moge onze kunst vaak dienaar der na tuur zijn, hier, in uw laboratorium, is de Kunst de meerdere Naturae Ars Magistra. Gij ontsluit hier hare geheimen; dat gij tijc en lust hebt gevonden om dit zelf te doen, onafhankelijk van anderen, getuigt van uw vrijheidszin en uw behoefte om alles niet al leen door uw eigen bril, maar ook door uw eigen miskroskoop te bezien. Daarin toont gi U Nederlander, die zijn zelfstandig oordee hoog stelt en wars is van autoriteitsgeloof. Wat gij als huisarts voor uw patiënten zijt hebben deze beter onder woorden gebracht dan ik dat zou kunnen, maar toch weet ik bij ervaring, dat uw tegenwoordigheid de zorgen verlicht en de patiënt reeds half genezen is, zoodra gij de ziekenkamer binnentreedt. Ook daarom zijt gij zoo'n goed huisarts, omdat in U de overtuiging leeft, dat gezondheid slechts middel is, nooit doel. Ook in de tijden, dat rustkuren ten zeerste in de geneeskunde mo de waren, hieldt gij uw patiënten niet gaarne langeren tijd te bed. Gij gelooft in het gees telijk heil van den arbeid, nog voordat de ar- beidstherapie ontdekt was. Alleen in den arbeid vinden de meesten onzer de noodige prikkels voor het geestelijk leven; alleen in den arbeid zijn wij deelge- nooten in de wenschelijke gemeenschap; al leen in den arbeid zijn wij geheel mensch Theorie en practijk zijn voor U één en uw leven getuigt dagelijks van uw toewijding aan den arbeid. Gij rust den zevenden dag niet, maar op Zondag doet gij uw werk an ders dan in de week. Hoe verbaasde ik mij wel eens als gij een Zondag of nog grooter feestdag hadt uitver koren om samen een patiënt te ziendat leek U een goed werkje voor den Zondag! Gij hebt den moed uwer overtuiging. Wee hem, dien gij bestrijdt, maar gelukkig degene voor wier belangen gij strijdt! Gij laat niet los. Als gij uw schouder onder eenig idee hebt gezet, dan wordt het een daad, al duurt het jaren. Ik denk aan uw initiatief om de on bemiddelde invalide oudjes een goed tehuis te bereiden. Jarenlang hebt gij daarvoor ge streden. Uw daad wekte leven en het „Wes terlicht" in den Hout is mede aan uw kroon een parel. Andere instellingen zullen hier on getwijfeld komen vertellen wat zij aan uw initiatief en werkkracht dankenik mag daar over zwijgen Maar niet over datgene, wat gij in den loop van een derde eeuw voor de afdeeling Alkmaar van de Nederlandsche Maatschap pij tot bevordering der geneeskunst zijt ge weest; daarvoor ben ik hier. Gij zijt sinds vele jaren cyklisch recidivee rend haar voorzitter, ook weer op heden. Waarom hebben wij U zoo graag als voor zitter? Is 't omdat gij meer en energieker dan anderen voor de belangen der geneesheeren op de bres staat? Dat betwijfel ik. Anderen zijn U daarin de baas. Gij strijdt liever voor onze plichten dan voor onze rechten. Gij zijt de vriend, die onze feilen toont en het recht heeft, om ons ongezouten de waarheid te zeggen. Ik verklap wel geen geheim als ik zeg, dat de inhoud van wat nog al eens „geneeskun dige ethica" wordt genoemd gedragsregels zijn, die dienen moeten om collegiale belan gen te ontzien. Men zou deze geneeskundige ethica dan ook beter als „etiquette'' kunnen bestempelen. Voor U, collega Schröder, is de genees kundige ethica een waarachtige menschelijke zedeleer, toegepast op den geneeskundigen stand. Uw boek daarover is helaas nog niet uitgegeven, zelfs nog niet geschreven. De tijd ontbrak U steeds voor de theorie, niet voor de practijk dier zedeleer. Maar als voorzitter onzer afdeeling gaaft gij ons capita selecta uit dat levensboek. Het beginsel der rotarians is voor U wel een zeer oude bekende; ik zou haast zeggen, het is voor vanzelfsprekend, dat de ge neeskundigen er zijn om te dienen met hun volle arbeidskracht, met al hun verstand, met hun geheele hart. Dat beginsel hebt gij hoog gehouden en toegepast in uw practijk al aie jaren lang en wij hopen dit evenzeer als uw patiënten, dat zult gij blijven doen nog vele jaren lang. Ik kan slechts zeer onvolledig schetsen wat gij voor ons zijt. Laten wij nog noemen uw sterk besef van kameraadschappelijke saam- hoorigheid met uw collega's en uw humor, die slechts zelden zijn plaats ruimt aan ver bittering. En als ik dan in één woord uw persoon lijkheid mag samenvatten dan is 't dit, dat uw voortreffelijk verstand, uw veelgeprezen karakter, uw taai arbeidsvermogen hun volle waarde pas krijgen door uw warm .mensche- lijk medevoelend hart, dat als in het men- schelijk lichaam al de deelen uwer persoon lijkheid voedt en activeert en U maakt tot onzen collega Schröder, zooals gij daar staat. Op U moge zeker toepassing vinden de slotregels van een sonnet, dat mijn vriend A. le Cosquino de Bussy bij gelegenheid van de promotie van een zijner clubgenooten dichtte: en adelt uw bedrijf, want hij niet doktert goed die slechts het lijf cureert, maar die der ziele nood in zachten vreê verkeert. (Applaus.) -i Dokter Schröder herinnerde er aan hoezeer de medici in vereenigingsverband naar een zeker broederschap streven. Spreker heeft al tijd getracht een goed kringlid te zijn en den kring te doen beantwoorden aan het gestelde ideaal. Dat hij dit doen kon, is uitsluitend te danken aan de vriendelijkheid zijner mede leden. Het bestuurslidmaatschap van den kring was spreker een groote vreugde, maar de vreugde was vaak het grootst als de strijd het felst was. Spreker is den kring dankbaar, omdat deze zooveel tot zijn geluk heeft bij gedragen. (Applaus.) Een Ringers-Atlas draagt den wereldbol. Daarna, of liever reeds tijdens het ant woord van dokter Schröder, werd de deur wijd open gedaan, heel wijd, want er moest niet meer of minder dan een geheelen wereld bol worden binnengedragen. Deze bol op een zeer kunstig bewerkt voetstuk, waarop „gou den" engeltjes tusschen groen en bloemen op bazuintjes bliezen, was, evenals het voetstuk zelf, geheel van chocolade en suiker en een van de zeer kunstzinnige producten uit de chocoladefabriek der firma Ringers. Wij heb ben er vroeger al eens op gewezen, dat men daar beeldhouwers en architecten heeft, die met chocolade en suiker kunstwerken schep pen, die men iedereen zou willen toonen en wel altijd zou willen bewaren als de grond, stoffen dit slechts mogelijk maakten. Deze wereldbol was het slachtoffer van het verkeer geworden. Men had voor onze veel besproken kanaalbruggen moeten wachten en het resultaat was, dat de echte wereldbol doorgedraaid was en de tijd was verstreken, terwijl de chocoladen imitatie te laat op de receptie was verschenen. De waardeering voor dit fraaie werk was niettemin zeer groot. Landen en zeeën waren met de daarbij be- hoorende namen in gekleurde suiker aange geven. Bij Alkmaar was een vlaggetje ge plant en een klein luchtschip bevond zich in de nabijheid als symbool, dat de reis van den jubilaris niet alleen per trein of jjer boot be hoefde te gaan. Zeer terecht wees de voorzitter van het comité er op, dat deze wereldbol het uitzoe ken van den aanstaanden doktersreis ten zeerste zou vergemakkelijken. Een druk bezoek ter receptie. De aanwezigen namen afscheid en reeds stonden kamers en gangen vol dankbare pa tiënten, collega's, vrienden en kennissen, die er allemaal prijs op stelden den jubilaris op dezen dag te complimenteeren. Zeer druk werd van de gelegenheid daartoe gebruik ge maakt. Door Dr. Degenaar werd de jubilaris tijdens de receptie nog gecomplimenteerd namens de huisartsen en door Dr. van Dam namens het Ziekenfonds en een der patiënten, de heer Elzas, heeft een zelf vervaardigd ge dicht voorgedragen. Van de zeer vele fraaie bloemstukken noemen wij o.a. die van „Wes- terlicht", van den geneeskundigen kring, van de Apotheekhoudende geneeskundigen, van de Pius-stichting en de Diaconie, van de Alkmaarsche huisartsen, van de Ver. Zieken- huisverpleging. Namens het Huis van Be waring werd een cadeau aangeboden en van het Centraal Ziekenhuis een „Leerdani"- druivenschaal, gevuld met orchideeën. Verder waren er bloemen en cadeaux van velerlei soort, vorm en afmeting en heeft dat alles tesamen den jubilaris zeker het bewijs ge geven hoezeer men zijn persoon en zijn werk Iop prijs stelt en hoe al zijn patiënten hopen hem nog lang als hun vriend en geneesheer te kunnen behouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9