Alkmaarsche Courant. Jiadiouieuws SeuiCCeton Stad en Omgeving, N*. 272 1932 Honden! rtei eo dertigste Jaargang. DONDERDAG 17 NOVEMBER. EEN EPISODE ONDER HET SCHRIKBEWIND. DE VERGADERING VAN DEN VRIJZ.-DEM. BOND, Uitzending van de rede van mr. Marchant. REGEERINGSZORG EN VOLKSPLICHT. Sluiting. Vrijdag 18 November. Hilversum, 296 M. (8.12.4.-8.en 11.—12.- VARA, 12.-4— AVRO en de VPRO van 8.—11.— uur). 8— Gramofoon platen. 10.VPRO-morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 11.15 Onze keuken door p J. Kers Jr. 11.45 Voordracht door F. Nienhuys. 12.AVRO-kieinorkest o.l.v. N. Treep en gramofoonplaten. 2.— Mr. J. de Vries: „Indrukken uit Columbia". 2.30 AVRO-kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gra mofoonplaten. 4.Gramofoonplaten. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 VARA-kleinorkest o.l.v. P- Duchant. 6.10 Gramofoonplaten. 6.15 Orgelspel J. B. MacCarthy. 6.40 Cau serie over Rusland door Z. Stokvis. 7.Her denking van H. Spiekman. Joh. Jong, orgel en H. Brautigan, toespraak. 7.15 VARA- kleinorkest ol.v. P. Duchant. 8.Causerie door Mej. Dr. N. A. Bruining. 8.30 Concert Frieda Belinfante, cello en J. Feitkamp, fluit. 9.— Ds. J. J. Thomson: „Inzicht" 9.30 Vervolg concert, o.a Sonate a kl.t., fluit. C. P. E. Bach. 10.Vrijz. Godsd. Pers bureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Ds. E. D. Spelberg: „Fragmenten en verhalen". 11.— 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te verzorgen door de KRO). 89.15 en 10.Gramofoonplaten. 11.3012.Voor zieken en ouden van dagen 12 15—1.45 Sextetconcert. 2.— Gramofoonplaten. 3.— Orgelconcert. 4— Gramofoonplaten. 5.— Landbouwhalfuurtje. 5.30 Gramofoonplaten. 5 45 Altvioolrecital. 6.15 Lezing. 6.45 Ver volg recital. 7.10 Lezing. 7.45 Orkestcon cert. 8.30 Radiotooneel. 9.15 Vaz Dias. 9.30 Causerie. 9.40 Vervolg concert. 10.30 Repor tage van de Zesdaagsche Wielerwedstrijd Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10 50 Berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgel concert M. Vinden. 1.05 Shcpherd's Bush Paviljoen 'orkest o.l.v. H. Fryer. 2.20 Voor de scholen. 4.15 Northern Studio-orkest o l.v J. Bridge. 5.05 BBC-dansorkest o.l.v. H Hall 5 55 Lezing 6.20 Berichten. 6.50 Italiaansche liederen uit de 17de eeuw. 7.10, 7 25 en 7.50 Lezingen. 8.20 Germanconcert m m v. het BBC-orkest o 1 v. J. Lewis, het Radiókoor en S. Robertson, bariton. 9.20 Berichten. 9.40 Lezing. 10.20 „Die Schóp fung", oratorium van Haydn o.l v. P. Pitt 11 25—12 20 Dansmuziek door Geraldo zijn orkest m. m. v. The Savoy Hotey Orpheans. Parijs Radio-Paris"1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Concert door het Krettly.orkest. 7 40 Vervolg conce.t. 8.20 Radiotooneel. 9.50 Pianorecital Jean Doyen 10.20 Gramofoonplaten. Kalundborg, 1153 M. 12.05—1.20 Concert uit hotel Angleterre. 2.50—4.20 Concert uit rest „Wivex 7.20 L. Preii's orkest. Popu lair muziek. 7.55 Cello-recital R. Dietzmann m. m. v. F. Jensen, piano. 8.10 „Tempo- Tempo-Broad'vay", vroolijk hoorspel. 9. Noorsche liederen, zang en piano. 9.15 Preii's orkest, vervolg. 10.10.30 Vervolg concert, ca. La Paloma, paraphrase, Wenin ger. Langenberg, 473 M. 6 257.20 en 11.10 Gramofoonplaten. 11.25 Concert 12.20- 1 50 Concert o.l.v. Wolf m. m. v. M. Reith Ernst, sopraan. 4.20 Concert. 7.20 Operette concert o.l.v B. SeidlerWinkler m. m Vera Schwarz, sopraan en J. Schmidt, tenor 8.50 Radiotooneel Rome, 441 M. 7.50 Symphonieconcert o v. A. Pedrollo, o.a Symphonie in D gr.t Brahms. Na afloop berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 1.30 Radiokleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v André. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Radio kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroep orkest o l.v. Kumps 10.301120 Dans muziek (gramofoonplaten). 338 M.: 12.20 Omroepklemerkest ol.v. Leemans. 1.30 Gramofoonpl. 9.05 Radiotoa neel. 9.35 Vervolg concert. 10.30—11 2U Gramofoonplaten. Zeesen, 1635 M. 7.20 Berlijnsche Om roeporkest m. m. v J. Schmidt en *e[a Schwartz o.l.v. B. SeidlerWinkler. 8.4o Concert door de Comedian Harmonists. 9 20 Berichten en hierna tot 11.20 Populair con eert o.l.v P. Scheinpflug Naar het Fransch van Honoré de Balzac door Hellen Randers. 2) Hij gaf den louis aan zijn vrouw en ge dreven door dat soort van dankbaarheid, dat zich van kooplieden meester maakt, wanneer zij het buitenkansje hebben om voor een koopwaar van middelmatige waarde een bui tengewonen prijs te ontvangen, trok hij zijn uniform van de nationale garde aan, nam zijn kort sabel op en kwam gewapend terug Maar zijn vrouw had intusschen tijd gehad om na te denken. En zooals het meer gaat met goedhartigheid, ging het ook hier: na denken stemde tot inkeer. Ongerust en be vreesd haar man in moeilijkheden te zien ge raken, trachtte ze hem tegen te houden, dcor hem aan een pand van zijn jas te trekken maar toegevend aan een gevoel van naasten liefde, bood de goede man dadelijk aan de oude dame te begeleden. Het lijkt wel of de man, waar de bur geres zoo bang voor is, nog altijd langs den winkel sluipt, zei de jonge vrouw opgewon den. Ik vreesde het, zei de oude dame op- reebt Als het eens een spion was? Als het eens een samenzwering was? Ga niet mee Krachtens beschikking van den minister van waterstaat zal de radio-zender te Hui zen 1875 M. op Zaterdag 19 November a s des avonds van 8.30 uur tot uiterlijk 22.30 u. ter beschikking zijn van den vrijzinnig-dem bond voor de uitzending van de redevoering over den algemeenen politieken toestand die e heer mr. Ff. P. Marchant dien avond in de algemeene vergadering van dien bond in het gemeente ijk concertgebouw te Haarlem zal uitspreken. de in Openbare vergadering van chr.-hist. kiesvereeniging „Waakt en Bidt". Onder de aanwezigen op deze, gisteravond gehouden vergadering de zaal was goed bezet bevonden zich verschillende dames. De voorzitter, de heer J. R i n g e r s, ver zocht de aanwezigen de bijeenkomst te ope nen met het zingen van Ps. 33 7, waarna hij voorging in gebed. Namens het bestuur sprak hij vervolgens een woord van welkom, speciaal tot de jongeren, alsmede tot den spreker van den avond, den heer J. R. Snoeck Henkemans, die ondanks de vergadering der Tweede Kamer, waar hij om half vijf nog had gesproken, toch reeds was gearriveerd, om te voldoen aan zijn belofte om te spreken over Regeeringszorg en volksplicht. Het woord erlangende, zei de heer S n o e c k H e n k e m a n s, dat het verkeerd is te denken als zouden de moeilijkheid van regeeren eerst thans aan den dag komen. Zij zijn er altijd al geweest, maar niet steeds in even groote mate. Het is nu juist de moeilijk heid van de politiek om de juiste wegen te vinden waarlangs het volk op de beste, recht vaardigste wijze kan worden geleid, gere geerd. Ieder begrijpt dat dit a i t ij d zorgen geeft. Echter in dezen tijd treden moeilijkheden op den voorgrond zooals er in vele jaren niet zijn geweest. Er is onder de volken een wanverhouding ontstaan tusschen productie en koopkracht. De bevolking is in de eerste halve eeuw sterk toegenomen en daaraan ontleenden vele jaren geleden reeds de geleerden de stelling, dat de productie daarmee geen gelijken tred zou kunnen houden. Evenwel het is juist andersom uitgekomen. Door toeneming der productiekracht is er zooveel voorraad van alles gekomen, dat er overal te veel van is. Na den oorlog is dit in vollen omvang gebleken, ofschoon zich de overproductie ook daarvóór reeds aankondigde. De mecaniek is in de laat ste helft der negentiende eeuw zóó vooruit gegaan, dat een en ander geen verbazing behoeft te wekken. Spr. gaf dezen vooruit gang nader aan. Het ging zóó snel, de uitvindingen volg den zóó vlug op elkaar (in den oorlog was het tempo al heel snel), dat men tot de con clusie komt, dat er wel een terugslag moest komen na de t e snelle ontwikkeling van de wetenschap en de techniek. Men heeft geen gelegenheid gehad zich voldoende aan te pas sen. Dit alles, waar nog bij kwam de bovenge^ noemde wanverhouding, geeft de regeering veel zorgen: werkloosheid, steunverleening enz. Deze zorgen op economisch gebied zijn ook overgeslagen naar politiek terrein: de ontevredenheid neemt toe, omdat men niet kan krijgen wat men nooidig heeft of noodig meent te hebben en men meent dat de regee ring daaraan zou kunnen tegemoet komen. De regeering wil niet anders dan het recht en de vrijheid voor allen handhaven en heeft het in deze dagen moeilijk doordat velen zich tegen haar keeren. Minister De Geer heeft deze week in de Tweede Kamer gezegd, dat de vele klachten over de regeering elkaar vrijwel opheffen de één had b.v. meer bezuiniging gewild, een ander vond het nu al te veel, enz. enz Een en ander verhoogt de moeilijkheden der re geering. Wat is nu tegenover de zorgen der regee ring de plicht van het volk? Niet anders dan de regeering te steunen in haar thans zoo moeilijke taak. Maar dat is niet zoo heel ge makkelijk, doordat de moeilijkheden ook voor het volk sterk zijn toegenomen. Spr. wees hierbij op den tuinbouw in deze streken: van een goed rendeerend bedrijf is hij geworden een bedrijf vol van tegenspoeden, steeds la ger prijzen en moeilijkheden met uitvoer. Dit maakt den plicht om de regeering te steunen, van wie men steun had verwacht, wel eens zeer moeilijk. En zoo is het ook in de vissche- rij en in vele andere takken van bedrijf, die voorheen een behoor.ijk bestaan opleverden. Overal nam de werkloosheid toe, men krijgt wel steun, maar minder dan men gewoonlijk verdiende; vele jongelieden konden heele- maal niet in het productieproces worden op genomen, enz. Dit alles gaf meermalen aan leiding tot ontevredenheid over de werkzaam heid en zorgzaamheid der regeering. Het is nu de plicht van ieder om stelling te nemen tegen hen, die meenen het beter te kunnen doen. Vandaag was spr. in de Twee de Kamer nog „slaags" geweest met mr. <nottenbelt, den voorz. der liberale fractie, die andere regeeringsmaatregelen had ge- wenscht om aan de crisis het hoofd te bie den. Spr. had tegen hem aangevoerd, dat de regeering geen scherper maatregelen had kunnen nemen, dan zij heeft gedaan. Als men slechts naar één kant kijkt, ja, dan kan men daar anders over denken en zeggen, dat meer voor den tuinbouw b.v. had kunnen worden gedaan. Maar spr. durfde te beweren, dat de regeering op juiste wijze haar maatregelen heeft genomen, om te voorkomen dat hetgeen men voor de ééne groep doet niet schadelijk wordt voor anderen. Terecht houdt de regee ring het oog op de toekomst, en wil zij zoo veel mogelijk mee werken aan herstel van den toestand. Ons land, ons gansche bedrijfs leven, is aangewezen op vrij verkeer met an dere volken en daarom is het zoo goed, dat de regeering daarop het oog houdt en tracht overal waar daaraan iets hapert, tegemoet te komen. Over de bezuiniging, door de regeering toegepast, is al veel gesproken en mr. Knot tenbelt had dié grooter gewild. Spr. ging na hoe in de gezinnen de bezuiniging niet maar steeds door kan gaan, maar, zei hij, wij hebben ons leven wel wat royaal ingericht: vele inderdaad goede wetten kosten veel geld. En thans moeten wij iets terug, en de regee ring doet dat: er wordt gecombineerd en be perkt, er wordt hier en daar personeel ont slagen, maar daaraan komt een grens. De re geering heeft dit begrepen en tracht het be staande in stand te houden door met beper king niet verder te gaan dan voor dit in stand houden mogelijk is. De regeering is in dezen ver genoeg ge gaan, al zijn er natuurlijk velen, die meenen dat op velerlei terrein nog wel kon worden bezuinigd. Zoo bepleiten de soc.-dem. ver dere inkrimping van leger en vloot, maar, zei spr., ook daar is en wordt reeds heel. héél veel bezuinigd. Hij gaf dit in het kort aan. Anderen eischen van de regeering, dat zij niet tornt aan salarissen, steunregeling, enz. Maar ook deze eischen missen eiken grond, want als de ambtenaren informeeren in het bedrijfsleven, zullen zij moeten erkennen dat men daar nog veel méér heeft moeten laten vallen. De korting op de ambtenaarssalaris sen was dus niet onrechtvaardig. De voortzetting der Zuiderzeewerken het droogleggen van den Z.O.-polder aan de Friesche kust is 'n moeilijk vraagstuk. Spr. was er voorstander van geweest, ofschoon hij de moeilijkheden der financiering (er zal tot in verre toekomst aan rente-geven door de daarin gestoken kapitalen niet kunnen wor den gedacht) wel erkende en dus niet sterk aandrong op die voortzetting. Tot zijn vol doening heeft de minister thans uit een oog punt van werkverruiming aangekondigd dat hij 'n wetsontwerp ervoor zal indienen. Mag men de regeering dan verwijten dat zij niet genoeg doet voor werkverruiming? De chr. historischen steunen de regeering overal daar waar zij meenen dat de recht vaardigheid dit gebiedt. Dit is een uitvloeisel van hun beginsel, dat hen ook deed opkomen tegen aanvallen op minister Posthuma en an dere regeeringspersonen, ook al waren het niet wat men noemt politieke vrienden. Voor vier groote beginselen strijden de chr.-historischen: eenheid van heel het volk, geloof, gezag en vrijheid. Zij zijn ervan over tuigd, dat alle verzet tegen de regeering, alle zoeken van zich zelf, voortkomt uit onge loof. Het gezag vindt zijn hoogste roeping in het beschermen van de vrijheid en het recht. Zonder gezag is van ware vrijheid en van zuiver recht onder het volk geen sprake. Tezamen staan zij tegenover geweld en revo lutie Bij het roepen om gezag, zooals men tegen woordig wel hoort, bedoelt men niet het wa re gezag, maar geweld, en dat mogen wij niet wenschen. Daarom moeten wij naast het gezag staan, dat recht en vrijheid wil hand haven. Elke regeering die dat wil, kunnen wij steunen, al spreekt het van zelf, dat wij ons veiliger gevoelen bij gelijkdenkenden. en neem haar de doos weer af, fluisterde de banketbakkersvrouw haar man in, wat hem den zoo plots opgekomen moed weer deed ontzinken. Wacht! Ik zal hem twee woorden zeg gen en U op slag van hem bevrijden, riep de banketbakker uit, terwijl hij de deur opendo en zich naar buiten spoedde. De oude dame ging, gelaten als een kind en bijna verstompt door overspanning, weer op haar stoel zitten. De beleefde koopman talmde niet lang om terug te komen. Zijn van nature al rood ge zicht, dat door de hitte van het ovenvuur hoogrood gekleurd was, werd plotseling doodsbleek; zoo'n groote angst had zich van hem meester gemaakt, dat hij op z'n beenen stond te trillen en z'n oogen er uitzagen als die van een dronken man. Wilt U ons den hals laten afsnijden, on gelukkige aristocrate schreeuwde hij woedend. Maak dat U weg komt en waag het niet hier ooit terug te komen want bij mij behoeft U niet te rekenen op hulp bij een sa menzwenng! Terwijl hij dat zei trachtte de banketbak ker het doosje; dat hij in één der zakken van de oude dame had gedaan, terug te nemen maar nauwelijks raakten zijn brutalen han den haar kleeren aan, of de onbekende, die zich liever aan de gevaren van den weg bloot stelde, zonder andere beschermer dan God, dan te verliezen, wat ze gekocht had herwon de vlugheid van haar jeugd; ze liep op de deur toe, die ze driftig opende en ver dween voor de oogen van de verbaasde en sidderende kooplui. Buiten gekomen ijlde ze En dit is de boodschap, die wij hebben strijdt voor uw eenheid, geloof, recht en vrij heid. Dit hebben wij altijd gezegd en dit blijft onze overtuiging. Als men dezen strijd voert, zal men de moeilijkheden te boven kunnen komen en zullen welvaart en blcei terugkeeren. (Applaus.) Gedachtenwisseling. De heer T h e e s i n g vroeg of de inkom stenbelasting niet kon worden verhoogd en of de regeering wel goed doet met de werk loosheid te vergrooten door inkrimping van spoorwegdiensten, posterijen, enz. Zou het niet goed zijn ambtenaren te pensionneeren op 60-jarigen leeftijd en moet aan hen, die een behoorlijk pensioen genieten, niet verbo den worden nog anderen betaalden arbeid te verrichten? Is verplichte verzekering niet wenschelijk? De heer Lesterhuis vroeg studie van het verkeer op den weg, om het thans be staande levensgevaar te verminderen. De heer Beerends vroeg of de samen stelling der verschillende regeeringscolleges onder het huidige kiesstelsel niet zoodanig is, dat het verantwoordelijkheidsgevoel van de gekozenen steeds wordt afgeschoven. De heer Snoeck Henkemans beant woordde eerst den heer Lesterhuis. Het door dezen ter sprake gebrachte is deze week in de Tweede Kamer niet behandeld, maar zal zeker worden besproken bij de waterstaats- begrooting en de wegenwet. Het gevaar op den weg is inderdaad zeer toegenomen als gevolg niet alleen van woest rijden, maar ook tengevolge van kleinigheden vaak. Er zal zeker opgetreden moeten worden tegen snel rijden. Men zal waarschijnlijk deelen van de wegen naast dén gewonen rijweg moeten beschikbaar houden voor snelver keer. De veiligheid van den voetganger en ieder ander moet gewaarborgd zijn en daar over zal zeker nog worden gesproken. Daarna beantwoordde spr. den heer Thee- sing. Men krijgt nu al verhooging van op centen, zei spr., maar men vergete niet, dat elke verhooging de koopkracht vermindert Men mag het kapitaal ook niet te veel aan tasten, om te voorkomen dat er straks bij we deropleving van de bedrijven geen kapitaal voldoende meer beschikbaar zou zijn. Voort gaande verhooging zou ook kapitaalvlucht kunnen bevorderen. Met het op wachtgeld stellen enz. moet de regeering zeer zeker voorzichtigheid be trachten, om te voorkomen, dat ons volk zou worden een volk van gepensionneerden, wachtgelders en ondersteunden. Steeds ver der doorgevoerde bezuiniging bij de poste rijen enz. bevordert ongerief en werkloos heid. Overheidsdiensten mag men dus niet maar voortdurend inkrimpen. Pensionneeren op 60-jarigen leeftijd heeft tot gevolg een te vroeg doen intreden van improductieve ver diensten. Het doel moet zijn zooveel mogelijk menschen te hebben, die werken voor hun on derhoud. Echter, overwogen wordt de maat regel wel en hij zal misschien in de toekomst moeten worden toegepast. Als 'n gepensionneerde aangesloten was bij een werkloozenkas, heeft hij zeer zeker recht op uitkeering indien hij werkloos wordt. Bij zijn steunverleening wordt wel rekening ge houden met zijn pensioen. Een gepension neerde te verbieden anderen betaalden arbeid te verrichten, is niet mogelijk. Wel zal het goed zijn uit twee gelijkwaardige sollicitan ten den niet-gepensionneerde te kiezen. Maar overigens mag men de vrijheid om te wer ken niet te veel aantasten. Dat wij beperking hebben gekregen van den arbeid in fabrie ken enz., is gekomen uit zorg voor veiligheid en gezondheid, maar verder kan men toch ook niet gaan. Verplichte verzekering heeft men al in be ginsel (ziektewet, enzen als de crisis niet gekomen was, zouden we allicht ook uitbrei ding van ouderdomsverzekering enz. hebben gekregen. Tot den heer Beerends zei spr., dat feite lijk de verantwoordelijkheid van een raadslid grooter is dan van een Kamerlid, omdat hij onmiddellijk beslist over heffingen enz. Bij de beoordeeling van het optreden van een raadslid moet men niet alles direct willen schrijven op rekening van gemis aan verant woordelijkheidsbesef, maar ook bedenken dat in onderscheiden kringen verschillende opvat tingen en gedachten leven. Daarom is het goed, dat een gemeenteraad bestaat uit men schen uit verschillenden kring. Kan een raadslid zich niet opwerken tot een behoor lijk inzicht van opvattingen ook in andere kringen, dan deugt hij niet voor zijn functie. Voor de Tweede Kamer geldt dit ook, maar niet in dezelfde mate, omdat de regee ring regeert en niet de Kamer. Er zijn onder de Kamerleden wel die hun verantwoordelijk heid niet voldoende voelen, maar men moet vertrouwen op de gezondere opvattingen daaromtrent bij de anderen. Wij zijn een vrij heidlievend volk, met staatsinstellingen in dien geest en wij moeten ons niet te gauw bezorgd maken over aantasting ervan. Voor fascisme is in ons land geen plaats. De heer R i n g e r s bracht den heer Snoeck Henkemans dank voor de uiteenzet-, ting van het beginsel der chr. historischen en ried aan, het volgend jaar bij de verkie- zingen ernaar te streven dat meerdere man nen als deze worden afgevaardigd. Na gemeenschappelijken zang sloot de heer Snoeck Henkemans de vergadering met dank zegging. SUPPLETOIRE BEGROOTINGEN PLANTSOENBEDRIJF EN ARMENRAAD DIENST 1931 EN 1932 EN REKENING ARMENRAAD, DIENST 1931. In bijlage no. 165 schrijven B. en W. B en W. bieden ter vaststelling en goed keuring aan supp'.etoire begrootingen van het plantsoenbedrijf en den armenraad, res pectievelijk voor den dienst 1991 en 1932 en de rekening van den armenraad over den dienst 1931. Het onderzoek van deze stukken geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Zij stellen voor ten aanzien van deze stuk ken het volgende besluit te nemep: De raad der gemeente Alkmaar besluit vast te stellen respectievelijk goed te keuren. 1. de suppletoire begrooting van: a. het plantsoenbedrijf voor den dienst 1931, in ontvang en uitgaaf met een totaal van 58.478.99, onder toekenning van een nadere bijdrage van 11.415.18 tot dekking van het exploitatieverlies, welke bijdrage in middels reeds in de gemeentebegrooting voor 1931 is geregeld; b. den armenraad voor den dienst 1932, in ontvang en uitgaaf met een totaal van 6.125. 2. goed te keuren de rekening van den ar menraad over 1931, in ontvang en uitgaaf met een totaal van 4.650.70. voort. Maar al heel gauw begaven haar haar krachten, want ze hoorde hoe de sneeuw achter haar kraakte door de zware voetstappen van den spion, die haar meedoo- genloos bleef volgen. Zij voelde zich genood zaakt even te blijven staan en ook de man stond stil. Ze durfde op noch om te zien, het zij door den angst, die haar had aangegrepen, hetzij door gebrek aan intelligentie. Langzaam voortloopend vervolgde ze toen weer haar weg; de man hield zijn pas in, om op een af stand op haar te kunnen letten. Het leek wel of hij de schaduw was van deze oude vrouw. De klok sloeg negen uur, toen het zwijgende paar voorbij de Sint-Laurenskerk kwam. In de natuur van alle dingen volgt op een he vige emotie een toestand van rust, want al mo gen onze gevoelens onbegrensd zijn, onze orga nen zijn begrensd. Zoo wilde de oude dame, die niet het minste kwaad van haar voorge wenden vervolger ondervond, tenslotte een hei- melijken vriend in hem zien, die bereid was haar te beschermen. Zij vereenigde alle om standigheden, die de verschijningen van den vreemdeling hadden vergezeld, om aanneem bare gegevens te kunnen vinden voor deze ver troostende gedachte en zij slaagde er dan ook in, eerder goede, dan kwade bedoelingen in hem te veronderstellen. Zij vergat den schrik, die deze man bij den banketbakker had te weeg gebracht en spoedde zich met vasten tred naar het bovengedeelte van den faubourg Saint Martin. Na een half uur loopen kwam ze aan een huis, gelegen aan een kruispunt, gevormd door de hoofdstraten van de wijk en een straat, die leidde naar de poort van Parijs. Die plaat» ia ook heden nog een der meest verlatene van heel Parijs. De Noordoostenwind, die langs de heuvelen van Saint Chaumont en Belleville strijkt, blies door de huizen, of, beter gezegd, door de hut ten heen, die in dit kleine, bijna onbewoonde dal, verspreid lagen. Deze eenzame streek scheen het natuurlijk toevluchtsoord voor el lende en wanhoop. De man, die het arme schepsel, dat zoo dapper was om bij nacht deze stille straten over te steken, zoo hardnekkig volgde, scheen getroffen door het schouwspel, dat zich voor zijn oogen afspeelde. Peinzend en in aarzelende houding bleef hij staan, flauw belicht door een straatlantaarn, wier vage schijnsel met moeite door den mist heendrong. Maar de oude dame zag in haar angst veel meer dan gewoonlijk en ze meende in de trek- ken van den man iets onheilspellends op te merken. Weer voelde zij haar angst ontwaken en, profiteerende van zijn onzekere houding, sloop ze in het duister naar de deur van het eenzame huis, waarin ze met wonderlijke snel heid verdween. Onbewegelijk bleef de man staan en nam het huis op, dat als 't ware het type vertegen woordigde der ongelukkige bewoners van deze wijk. Dit wankelige, uit steenen opgetrokken krot, was bedekt met een laag vergeelde pleis terkalk en was zóó vol scheuren en barsten, dat men zou vreezen, dat de minste windstoot het omver zou werpen. Het bruine, met mos bedekte pannendak was op verscheidene plaat sen zoo ingezakt, dat het er uitzag alsof het onder den last der sneeuw zou bezwijken. Op elke verdieping van het huis waren drie ramen, waarvan de lijsten waren vergaan door vocht GRONDBEDRIJF; VIJFJAARLIJK- SCHE SCHATTING EIGENDOMMEN. In bijlage nr. 171 schrijven B. en W.: Ingevolge artikel 10 van de verorde ning betreffende het gemeentelijk grond bedrijf (gem. blad no. 716), zooals deze nader is gewijzigd, moet naar den toe stand op 31 December a.s. (de vorige taxatie heeft plaats gehad naar den toe stand op 31 December 1927) de waarde van de in het grondbedrijf aanwezige eigendommen opnieuw door deskundi gen worden geschat. De buitengewone economische omstan digheden nopen ons evenwel Uwe Ver gadering voor te stellen deze schatting één jaar uit te stellen. Indien de schatting van de in het grondbedrijf ingebrachte gror.den naar den tegenwoordigen toestand, deiTMve met inachtneming van de thans gelden de abnormaal lage grondprijzen, zou plaats vinden, zou de geschatte waarde vermoedelijk beneden de boekwaarde van de gronden blijven, waardoor in verband met artikel 11 van de desbetref fende verordening het reservekapitaal van het grondbedrijf zou moeten wor den aangesproken. Daar de grondprijs o.a. met den on- gunstigen toestand waarin het land-, tuinbouw- en veehoudersbedrijf op het oogenblik verkeeren nauw verband houdt, is het naar onze meening niet juist de waarde van de gronden voor vijf jaren vast te leggen naar de in den huidigen onzekeren toestand geldende prijzen. Indien in den economischen toestand eerlang eenige verbetering op treedt, hetgeen niet uitgesloten is, zal de vraag naar bouwterrein en naar de voor landbouw-, tuinbouw- en veehoudersbe drijf noodige gronden toenemen en de waarde daarvan stijgen. In 1933 kan de vraag onder oogen worden gezien of de daling van de grondprijzen van blijvenden aard is te achten, in welk gev^.1 bedoelde schatting zonder bezwaar alsnog kan geschieden. De meerderheid der commissie van bijstand voor het grondbedrijf is van oordeel, dat wanneer de jaarlijksche schatting wordt uitgesteld, bij de bepa ling van de rente over de ongerealiseer de reserve met een waardeverminde ring van tenminste 30 pet. moet worden rekening gehouden. Hiermede kunnen wij ons niet vereenigen. Bij uitstel van de 5-jaarlijksche schatting toch zullen de uitkomsten daarvan zich doen gelden in de rekeningen van het bedrijf over het daarop volgend 5-jarig tijdvak. Het en gespleten door de inwerking der zon. Het was duidelijk te zien, dat de koude er door heen moest dringen in de kamers. Dit afge zonderde huis deed denken aan een ouden to ren, dien de tijd had vergeten omver te halen. Een flauw schijnsel verlichtte de vensters, waardoor hier en daar de zolderverdieping werd onderbroken, waarin het armzalige ge bouwtje eindigde, terwijl het overige deel van het huis in volmaakte duisternis was gehuld. Met moeite beklom de oude dame de ruwe trap, waarlangs een touw liep, bij wijze van trapleuning; stilletjes klopte ze aan de deur van het dakkamertje aan en liet zich op een stoel neervallen, dien een oude man baar aanbood. Verberg U, verberg UI riep ze hem toe. Hoewel we maar zelden uitgarn, zijn onze gan gen bekend, onze voetstappen bespied- Wat is er gebeurd? vroeg een oude vrouw, die bij het vuur zat. De man, die sinds gisteren om het huis zwerft, heeft me vanavond gevolgd. De drie bewoners van het krot keken el kaar aan, terwijl groote angst op hun gezich ten lag uitgedrukt. De grijsaard verontrustte zich het minst van allen, misschien wel, omdat hij het meest in gevaar verkeerde. In dagen van groote spanning of onder het juk der vervolging is een moedig man bereid zich zelf te offeren en iederen dag van zijn leven beschouwt hij als een overwinning op het noodlot. De zorg volle blikken,- waarmede de beide vrouwen den grijsaard omringden, gaven zoo duide lijk te kennen, dat hij het eenige doel was ia hun bestaan» {Wordt »crvoLgdL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5