Alkmaarsche Courant.
Jiadiouieuws
SeuiCCeton
Stad en Omgeving,
N*. 272 1932
Honden! rtei eo dertigste Jaargang.
DONDERDAG 17 NOVEMBER.
EEN EPISODE ONDER
HET SCHRIKBEWIND.
DE VERGADERING VAN DEN
VRIJZ.-DEM. BOND,
Uitzending van de rede van
mr. Marchant.
REGEERINGSZORG
EN VOLKSPLICHT.
Sluiting.
Vrijdag 18 November.
Hilversum, 296 M. (8.12.4.-8.en
11.—12.- VARA, 12.-4— AVRO en de
VPRO van 8.—11.— uur). 8— Gramofoon
platen. 10.VPRO-morgenwijding. 10.15
Gramofoonplaten. 11.15 Onze keuken door
p J. Kers Jr. 11.45 Voordracht door F.
Nienhuys. 12.AVRO-kieinorkest o.l.v. N.
Treep en gramofoonplaten. 2.— Mr. J. de
Vries: „Indrukken uit Columbia". 2.30
AVRO-kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gra
mofoonplaten. 4.Gramofoonplaten. 4.50
Voor de kinderen. 5.30 VARA-kleinorkest
o.l.v. P- Duchant. 6.10 Gramofoonplaten.
6.15 Orgelspel J. B. MacCarthy. 6.40 Cau
serie over Rusland door Z. Stokvis. 7.Her
denking van H. Spiekman. Joh. Jong, orgel
en H. Brautigan, toespraak. 7.15 VARA-
kleinorkest ol.v. P. Duchant. 8.Causerie
door Mej. Dr. N. A. Bruining. 8.30 Concert
Frieda Belinfante, cello en J. Feitkamp,
fluit. 9.— Ds. J. J. Thomson: „Inzicht"
9.30 Vervolg concert, o.a Sonate a kl.t., fluit.
C. P. E. Bach. 10.Vrijz. Godsd. Pers
bureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Ds. E. D.
Spelberg: „Fragmenten en verhalen". 11.—
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma
te verzorgen door de KRO). 89.15 en
10.Gramofoonplaten. 11.3012.Voor
zieken en ouden van dagen 12 15—1.45
Sextetconcert. 2.— Gramofoonplaten. 3.—
Orgelconcert. 4— Gramofoonplaten. 5.—
Landbouwhalfuurtje. 5.30 Gramofoonplaten.
5 45 Altvioolrecital. 6.15 Lezing. 6.45 Ver
volg recital. 7.10 Lezing. 7.45 Orkestcon
cert. 8.30 Radiotooneel. 9.15 Vaz Dias. 9.30
Causerie. 9.40 Vervolg concert. 10.30 Repor
tage van de Zesdaagsche Wielerwedstrijd
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10 50 Berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgel
concert M. Vinden. 1.05 Shcpherd's Bush
Paviljoen 'orkest o.l.v. H. Fryer. 2.20 Voor
de scholen. 4.15 Northern Studio-orkest o l.v
J. Bridge. 5.05 BBC-dansorkest o.l.v. H
Hall 5 55 Lezing 6.20 Berichten. 6.50
Italiaansche liederen uit de 17de eeuw. 7.10,
7 25 en 7.50 Lezingen. 8.20 Germanconcert
m m v. het BBC-orkest o 1 v. J. Lewis, het
Radiókoor en S. Robertson, bariton. 9.20
Berichten. 9.40 Lezing. 10.20 „Die Schóp
fung", oratorium van Haydn o.l v. P. Pitt
11 25—12 20 Dansmuziek door Geraldo
zijn orkest m. m. v. The Savoy Hotey
Orpheans.
Parijs Radio-Paris"1724 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Concert door het
Krettly.orkest. 7 40 Vervolg conce.t. 8.20
Radiotooneel. 9.50 Pianorecital Jean Doyen
10.20 Gramofoonplaten.
Kalundborg, 1153 M. 12.05—1.20 Concert
uit hotel Angleterre. 2.50—4.20 Concert uit
rest „Wivex 7.20 L. Preii's orkest. Popu
lair muziek. 7.55 Cello-recital R. Dietzmann
m. m. v. F. Jensen, piano. 8.10 „Tempo-
Tempo-Broad'vay", vroolijk hoorspel. 9.
Noorsche liederen, zang en piano. 9.15
Preii's orkest, vervolg. 10.10.30 Vervolg
concert, ca. La Paloma, paraphrase, Wenin
ger.
Langenberg, 473 M. 6 257.20 en 11.10
Gramofoonplaten. 11.25 Concert 12.20-
1 50 Concert o.l.v. Wolf m. m. v. M. Reith
Ernst, sopraan. 4.20 Concert. 7.20 Operette
concert o.l.v B. SeidlerWinkler m. m
Vera Schwarz, sopraan en J. Schmidt, tenor
8.50 Radiotooneel
Rome, 441 M. 7.50 Symphonieconcert o
v. A. Pedrollo, o.a Symphonie in D gr.t
Brahms. Na afloop berichten.
Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Radiokleinorkest
o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v
André. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Radio
kleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Omroep
orkest o l.v. Kumps 10.301120 Dans
muziek (gramofoonplaten).
338 M.: 12.20 Omroepklemerkest ol.v.
Leemans. 1.30 Gramofoonpl. 9.05 Radiotoa
neel. 9.35 Vervolg concert. 10.30—11 2U
Gramofoonplaten.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Berlijnsche Om
roeporkest m. m. v J. Schmidt en *e[a
Schwartz o.l.v. B. SeidlerWinkler. 8.4o
Concert door de Comedian Harmonists. 9 20
Berichten en hierna tot 11.20 Populair con
eert o.l.v P. Scheinpflug
Naar het Fransch van Honoré de Balzac
door Hellen Randers.
2)
Hij gaf den louis aan zijn vrouw en ge
dreven door dat soort van dankbaarheid, dat
zich van kooplieden meester maakt, wanneer
zij het buitenkansje hebben om voor een
koopwaar van middelmatige waarde een bui
tengewonen prijs te ontvangen, trok hij zijn
uniform van de nationale garde aan, nam
zijn kort sabel op en kwam gewapend terug
Maar zijn vrouw had intusschen tijd gehad
om na te denken. En zooals het meer gaat
met goedhartigheid, ging het ook hier: na
denken stemde tot inkeer. Ongerust en be
vreesd haar man in moeilijkheden te zien ge
raken, trachtte ze hem tegen te houden, dcor
hem aan een pand van zijn jas te trekken
maar toegevend aan een gevoel van naasten
liefde, bood de goede man dadelijk aan de
oude dame te begeleden.
Het lijkt wel of de man, waar de bur
geres zoo bang voor is, nog altijd langs den
winkel sluipt, zei de jonge vrouw opgewon
den.
Ik vreesde het, zei de oude dame op-
reebt
Als het eens een spion was? Als het
eens een samenzwering was? Ga niet mee
Krachtens beschikking van den minister
van waterstaat zal de radio-zender te Hui
zen 1875 M. op Zaterdag 19 November a s
des avonds van 8.30 uur tot uiterlijk 22.30 u.
ter beschikking zijn van den vrijzinnig-dem
bond voor de uitzending van de redevoering
over den algemeenen politieken toestand die
e heer mr. Ff. P. Marchant dien avond in de
algemeene vergadering van dien bond in het
gemeente ijk concertgebouw te Haarlem zal
uitspreken.
de
in
Openbare vergadering van
chr.-hist. kiesvereeniging
„Waakt en Bidt".
Onder de aanwezigen op deze, gisteravond
gehouden vergadering de zaal was goed
bezet bevonden zich verschillende dames.
De voorzitter, de heer J. R i n g e r s, ver
zocht de aanwezigen de bijeenkomst te ope
nen met het zingen van Ps. 33 7, waarna
hij voorging in gebed. Namens het bestuur
sprak hij vervolgens een woord van welkom,
speciaal tot de jongeren, alsmede tot den
spreker van den avond, den heer J. R. Snoeck
Henkemans, die ondanks de vergadering der
Tweede Kamer, waar hij om half vijf nog had
gesproken, toch reeds was gearriveerd, om
te voldoen aan zijn belofte om te spreken
over
Regeeringszorg en volksplicht.
Het woord erlangende, zei de heer
S n o e c k H e n k e m a n s, dat het verkeerd
is te denken als zouden de moeilijkheid van
regeeren eerst thans aan den dag komen. Zij
zijn er altijd al geweest, maar niet steeds in
even groote mate. Het is nu juist de moeilijk
heid van de politiek om de juiste wegen te
vinden waarlangs het volk op de beste, recht
vaardigste wijze kan worden geleid, gere
geerd. Ieder begrijpt dat dit a i t ij d zorgen
geeft.
Echter in dezen tijd treden moeilijkheden
op den voorgrond zooals er in vele jaren
niet zijn geweest. Er is onder de volken een
wanverhouding ontstaan tusschen productie
en koopkracht.
De bevolking is in de eerste halve eeuw
sterk toegenomen en daaraan ontleenden vele
jaren geleden reeds de geleerden de stelling,
dat de productie daarmee geen gelijken tred
zou kunnen houden. Evenwel het is juist
andersom uitgekomen. Door toeneming der
productiekracht is er zooveel voorraad van
alles gekomen, dat er overal te veel van is. Na
den oorlog is dit in vollen omvang gebleken,
ofschoon zich de overproductie ook daarvóór
reeds aankondigde. De mecaniek is in de laat
ste helft der negentiende eeuw zóó vooruit
gegaan, dat een en ander geen verbazing
behoeft te wekken. Spr. gaf dezen vooruit
gang nader aan.
Het ging zóó snel, de uitvindingen volg
den zóó vlug op elkaar (in den oorlog was
het tempo al heel snel), dat men tot de con
clusie komt, dat er wel een terugslag moest
komen na de t e snelle ontwikkeling van de
wetenschap en de techniek. Men heeft geen
gelegenheid gehad zich voldoende aan te pas
sen.
Dit alles, waar nog bij kwam de bovenge^
noemde wanverhouding, geeft de regeering
veel zorgen: werkloosheid, steunverleening
enz.
Deze zorgen op economisch gebied zijn
ook overgeslagen naar politiek terrein: de
ontevredenheid neemt toe, omdat men niet
kan krijgen wat men nooidig heeft of noodig
meent te hebben en men meent dat de regee
ring daaraan zou kunnen tegemoet komen.
De regeering wil niet anders dan het recht
en de vrijheid voor allen handhaven en heeft
het in deze dagen moeilijk doordat velen zich
tegen haar keeren.
Minister De Geer heeft deze week in de
Tweede Kamer gezegd, dat de vele klachten
over de regeering elkaar vrijwel opheffen
de één had b.v. meer bezuiniging gewild, een
ander vond het nu al te veel, enz. enz Een
en ander verhoogt de moeilijkheden der re
geering.
Wat is nu tegenover de zorgen der regee
ring de plicht van het volk? Niet anders dan
de regeering te steunen in haar thans zoo
moeilijke taak. Maar dat is niet zoo heel ge
makkelijk, doordat de moeilijkheden ook voor
het volk sterk zijn toegenomen. Spr. wees
hierbij op den tuinbouw in deze streken: van
een goed rendeerend bedrijf is hij geworden
een bedrijf vol van tegenspoeden, steeds la
ger prijzen en moeilijkheden met uitvoer. Dit
maakt den plicht om de regeering te steunen,
van wie men steun had verwacht, wel eens
zeer moeilijk. En zoo is het ook in de vissche-
rij en in vele andere takken van bedrijf, die
voorheen een behoor.ijk bestaan opleverden.
Overal nam de werkloosheid toe, men krijgt
wel steun, maar minder dan men gewoonlijk
verdiende; vele jongelieden konden heele-
maal niet in het productieproces worden op
genomen, enz. Dit alles gaf meermalen aan
leiding tot ontevredenheid over de werkzaam
heid en zorgzaamheid der regeering.
Het is nu de plicht van ieder om stelling
te nemen tegen hen, die meenen het beter te
kunnen doen. Vandaag was spr. in de Twee
de Kamer nog „slaags" geweest met mr.
<nottenbelt, den voorz. der liberale fractie,
die andere regeeringsmaatregelen had ge-
wenscht om aan de crisis het hoofd te bie
den. Spr. had tegen hem aangevoerd, dat de
regeering geen scherper maatregelen had
kunnen nemen, dan zij heeft gedaan. Als men
slechts naar één kant kijkt, ja, dan kan men
daar anders over denken en zeggen, dat meer
voor den tuinbouw b.v. had kunnen worden
gedaan. Maar spr. durfde te beweren, dat de
regeering op juiste wijze haar maatregelen
heeft genomen, om te voorkomen dat hetgeen
men voor de ééne groep doet niet schadelijk
wordt voor anderen. Terecht houdt de regee
ring het oog op de toekomst, en wil zij zoo
veel mogelijk mee werken aan herstel van
den toestand. Ons land, ons gansche bedrijfs
leven, is aangewezen op vrij verkeer met an
dere volken en daarom is het zoo goed, dat
de regeering daarop het oog houdt en tracht
overal waar daaraan iets hapert, tegemoet te
komen.
Over de bezuiniging, door de regeering
toegepast, is al veel gesproken en mr. Knot
tenbelt had dié grooter gewild. Spr. ging na
hoe in de gezinnen de bezuiniging niet maar
steeds door kan gaan, maar, zei hij, wij
hebben ons leven wel wat royaal ingericht:
vele inderdaad goede wetten kosten veel geld.
En thans moeten wij iets terug, en de regee
ring doet dat: er wordt gecombineerd en be
perkt, er wordt hier en daar personeel ont
slagen, maar daaraan komt een grens. De re
geering heeft dit begrepen en tracht het be
staande in stand te houden door met beper
king niet verder te gaan dan voor dit in
stand houden mogelijk is.
De regeering is in dezen ver genoeg ge
gaan, al zijn er natuurlijk velen, die meenen
dat op velerlei terrein nog wel kon worden
bezuinigd. Zoo bepleiten de soc.-dem. ver
dere inkrimping van leger en vloot, maar,
zei spr., ook daar is en wordt reeds heel.
héél veel bezuinigd. Hij gaf dit in het kort
aan.
Anderen eischen van de regeering, dat zij
niet tornt aan salarissen, steunregeling, enz.
Maar ook deze eischen missen eiken grond,
want als de ambtenaren informeeren in het
bedrijfsleven, zullen zij moeten erkennen dat
men daar nog veel méér heeft moeten laten
vallen. De korting op de ambtenaarssalaris
sen was dus niet onrechtvaardig.
De voortzetting der Zuiderzeewerken
het droogleggen van den Z.O.-polder aan de
Friesche kust is 'n moeilijk vraagstuk. Spr.
was er voorstander van geweest, ofschoon
hij de moeilijkheden der financiering (er zal
tot in verre toekomst aan rente-geven door de
daarin gestoken kapitalen niet kunnen wor
den gedacht) wel erkende en dus niet sterk
aandrong op die voortzetting. Tot zijn vol
doening heeft de minister thans uit een oog
punt van werkverruiming aangekondigd dat
hij 'n wetsontwerp ervoor zal indienen. Mag
men de regeering dan verwijten dat zij niet
genoeg doet voor werkverruiming?
De chr. historischen steunen de regeering
overal daar waar zij meenen dat de recht
vaardigheid dit gebiedt. Dit is een uitvloeisel
van hun beginsel, dat hen ook deed opkomen
tegen aanvallen op minister Posthuma en an
dere regeeringspersonen, ook al waren het
niet wat men noemt politieke vrienden.
Voor vier groote beginselen strijden de
chr.-historischen: eenheid van heel het volk,
geloof, gezag en vrijheid. Zij zijn ervan over
tuigd, dat alle verzet tegen de regeering, alle
zoeken van zich zelf, voortkomt uit onge
loof. Het gezag vindt zijn hoogste roeping
in het beschermen van de vrijheid en het
recht. Zonder gezag is van ware vrijheid en
van zuiver recht onder het volk geen sprake.
Tezamen staan zij tegenover geweld en revo
lutie
Bij het roepen om gezag, zooals men tegen
woordig wel hoort, bedoelt men niet het wa
re gezag, maar geweld, en dat mogen wij
niet wenschen. Daarom moeten wij naast het
gezag staan, dat recht en vrijheid wil hand
haven. Elke regeering die dat wil, kunnen
wij steunen, al spreekt het van zelf, dat wij
ons veiliger gevoelen bij gelijkdenkenden.
en neem haar de doos weer af, fluisterde de
banketbakkersvrouw haar man in, wat hem
den zoo plots opgekomen moed weer deed
ontzinken.
Wacht! Ik zal hem twee woorden zeg
gen en U op slag van hem bevrijden, riep de
banketbakker uit, terwijl hij de deur opendo
en zich naar buiten spoedde.
De oude dame ging, gelaten als een kind
en bijna verstompt door overspanning, weer
op haar stoel zitten.
De beleefde koopman talmde niet lang om
terug te komen. Zijn van nature al rood ge
zicht, dat door de hitte van het ovenvuur
hoogrood gekleurd was, werd plotseling
doodsbleek; zoo'n groote angst had zich van
hem meester gemaakt, dat hij op z'n beenen
stond te trillen en z'n oogen er uitzagen als
die van een dronken man.
Wilt U ons den hals laten afsnijden, on
gelukkige aristocrate schreeuwde hij
woedend. Maak dat U weg komt en waag
het niet hier ooit terug te komen want bij mij
behoeft U niet te rekenen op hulp bij een sa
menzwenng!
Terwijl hij dat zei trachtte de banketbak
ker het doosje; dat hij in één der zakken van
de oude dame had gedaan, terug te nemen
maar nauwelijks raakten zijn brutalen han
den haar kleeren aan, of de onbekende, die
zich liever aan de gevaren van den weg
bloot stelde, zonder andere beschermer dan
God, dan te verliezen, wat ze gekocht had
herwon de vlugheid van haar jeugd; ze liep
op de deur toe, die ze driftig opende en ver
dween voor de oogen van de verbaasde en
sidderende kooplui. Buiten gekomen ijlde ze
En dit is de boodschap, die wij hebben
strijdt voor uw eenheid, geloof, recht en vrij
heid. Dit hebben wij altijd gezegd en dit
blijft onze overtuiging. Als men dezen strijd
voert, zal men de moeilijkheden te boven
kunnen komen en zullen welvaart en blcei
terugkeeren. (Applaus.)
Gedachtenwisseling.
De heer T h e e s i n g vroeg of de inkom
stenbelasting niet kon worden verhoogd en
of de regeering wel goed doet met de werk
loosheid te vergrooten door inkrimping van
spoorwegdiensten, posterijen, enz. Zou het
niet goed zijn ambtenaren te pensionneeren
op 60-jarigen leeftijd en moet aan hen, die
een behoorlijk pensioen genieten, niet verbo
den worden nog anderen betaalden arbeid te
verrichten? Is verplichte verzekering niet
wenschelijk?
De heer Lesterhuis vroeg studie van
het verkeer op den weg, om het thans be
staande levensgevaar te verminderen.
De heer Beerends vroeg of de samen
stelling der verschillende regeeringscolleges
onder het huidige kiesstelsel niet zoodanig
is, dat het verantwoordelijkheidsgevoel van
de gekozenen steeds wordt afgeschoven.
De heer Snoeck Henkemans beant
woordde eerst den heer Lesterhuis. Het door
dezen ter sprake gebrachte is deze week in
de Tweede Kamer niet behandeld, maar zal
zeker worden besproken bij de waterstaats-
begrooting en de wegenwet. Het gevaar op
den weg is inderdaad zeer toegenomen als
gevolg niet alleen van woest rijden, maar
ook tengevolge van kleinigheden vaak. Er
zal zeker opgetreden moeten worden tegen
snel rijden. Men zal waarschijnlijk deelen
van de wegen naast dén gewonen rijweg
moeten beschikbaar houden voor snelver
keer. De veiligheid van den voetganger en
ieder ander moet gewaarborgd zijn en daar
over zal zeker nog worden gesproken.
Daarna beantwoordde spr. den heer Thee-
sing. Men krijgt nu al verhooging van op
centen, zei spr., maar men vergete niet, dat
elke verhooging de koopkracht vermindert
Men mag het kapitaal ook niet te veel aan
tasten, om te voorkomen dat er straks bij we
deropleving van de bedrijven geen kapitaal
voldoende meer beschikbaar zou zijn. Voort
gaande verhooging zou ook kapitaalvlucht
kunnen bevorderen.
Met het op wachtgeld stellen enz. moet de
regeering zeer zeker voorzichtigheid be
trachten, om te voorkomen, dat ons volk zou
worden een volk van gepensionneerden,
wachtgelders en ondersteunden. Steeds ver
der doorgevoerde bezuiniging bij de poste
rijen enz. bevordert ongerief en werkloos
heid. Overheidsdiensten mag men dus niet
maar voortdurend inkrimpen. Pensionneeren
op 60-jarigen leeftijd heeft tot gevolg een te
vroeg doen intreden van improductieve ver
diensten. Het doel moet zijn zooveel mogelijk
menschen te hebben, die werken voor hun on
derhoud. Echter, overwogen wordt de maat
regel wel en hij zal misschien in de toekomst
moeten worden toegepast.
Als 'n gepensionneerde aangesloten was bij
een werkloozenkas, heeft hij zeer zeker recht
op uitkeering indien hij werkloos wordt. Bij
zijn steunverleening wordt wel rekening ge
houden met zijn pensioen. Een gepension
neerde te verbieden anderen betaalden arbeid
te verrichten, is niet mogelijk. Wel zal het
goed zijn uit twee gelijkwaardige sollicitan
ten den niet-gepensionneerde te kiezen. Maar
overigens mag men de vrijheid om te wer
ken niet te veel aantasten. Dat wij beperking
hebben gekregen van den arbeid in fabrie
ken enz., is gekomen uit zorg voor veiligheid
en gezondheid, maar verder kan men toch
ook niet gaan.
Verplichte verzekering heeft men al in be
ginsel (ziektewet, enzen als de crisis niet
gekomen was, zouden we allicht ook uitbrei
ding van ouderdomsverzekering enz. hebben
gekregen.
Tot den heer Beerends zei spr., dat feite
lijk de verantwoordelijkheid van een raadslid
grooter is dan van een Kamerlid, omdat hij
onmiddellijk beslist over heffingen enz. Bij
de beoordeeling van het optreden van een
raadslid moet men niet alles direct willen
schrijven op rekening van gemis aan verant
woordelijkheidsbesef, maar ook bedenken dat
in onderscheiden kringen verschillende opvat
tingen en gedachten leven. Daarom is het
goed, dat een gemeenteraad bestaat uit men
schen uit verschillenden kring. Kan een
raadslid zich niet opwerken tot een behoor
lijk inzicht van opvattingen ook in andere
kringen, dan deugt hij niet voor zijn functie.
Voor de Tweede Kamer geldt dit ook,
maar niet in dezelfde mate, omdat de regee
ring regeert en niet de Kamer. Er zijn onder
de Kamerleden wel die hun verantwoordelijk
heid niet voldoende voelen, maar men moet
vertrouwen op de gezondere opvattingen
daaromtrent bij de anderen. Wij zijn een vrij
heidlievend volk, met staatsinstellingen in
dien geest en wij moeten ons niet te gauw
bezorgd maken over aantasting ervan. Voor
fascisme is in ons land geen plaats.
De heer R i n g e r s bracht den heer
Snoeck Henkemans dank voor de uiteenzet-,
ting van het beginsel der chr. historischen en
ried aan, het volgend jaar bij de verkie-
zingen ernaar te streven dat meerdere man
nen als deze worden afgevaardigd.
Na gemeenschappelijken zang sloot de heer
Snoeck Henkemans de vergadering met dank
zegging.
SUPPLETOIRE BEGROOTINGEN
PLANTSOENBEDRIJF EN ARMENRAAD
DIENST 1931 EN 1932 EN REKENING
ARMENRAAD, DIENST 1931.
In bijlage no. 165 schrijven B. en W.
B en W. bieden ter vaststelling en goed
keuring aan supp'.etoire begrootingen van
het plantsoenbedrijf en den armenraad, res
pectievelijk voor den dienst 1991 en 1932 en
de rekening van den armenraad over den
dienst 1931.
Het onderzoek van deze stukken geeft geen
aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Zij stellen voor ten aanzien van deze stuk
ken het volgende besluit te nemep:
De raad der gemeente Alkmaar besluit
vast te stellen respectievelijk goed te keuren.
1. de suppletoire begrooting van:
a. het plantsoenbedrijf voor den dienst
1931, in ontvang en uitgaaf met een totaal
van 58.478.99, onder toekenning van een
nadere bijdrage van 11.415.18 tot dekking
van het exploitatieverlies, welke bijdrage in
middels reeds in de gemeentebegrooting voor
1931 is geregeld;
b. den armenraad voor den dienst 1932, in
ontvang en uitgaaf met een totaal van
6.125.
2. goed te keuren de rekening van den ar
menraad over 1931, in ontvang en uitgaaf
met een totaal van 4.650.70.
voort. Maar al heel gauw begaven haar
haar krachten, want ze hoorde hoe de
sneeuw achter haar kraakte door de zware
voetstappen van den spion, die haar meedoo-
genloos bleef volgen. Zij voelde zich genood
zaakt even te blijven staan en ook de man
stond stil. Ze durfde op noch om te zien, het
zij door den angst, die haar had aangegrepen,
hetzij door gebrek aan intelligentie. Langzaam
voortloopend vervolgde ze toen weer haar
weg; de man hield zijn pas in, om op een af
stand op haar te kunnen letten. Het leek wel
of hij de schaduw was van deze oude vrouw.
De klok sloeg negen uur, toen het zwijgende
paar voorbij de Sint-Laurenskerk kwam.
In de natuur van alle dingen volgt op een he
vige emotie een toestand van rust, want al mo
gen onze gevoelens onbegrensd zijn, onze orga
nen zijn begrensd. Zoo wilde de oude dame,
die niet het minste kwaad van haar voorge
wenden vervolger ondervond, tenslotte een hei-
melijken vriend in hem zien, die bereid was
haar te beschermen. Zij vereenigde alle om
standigheden, die de verschijningen van den
vreemdeling hadden vergezeld, om aanneem
bare gegevens te kunnen vinden voor deze ver
troostende gedachte en zij slaagde er dan ook
in, eerder goede, dan kwade bedoelingen in
hem te veronderstellen. Zij vergat den schrik,
die deze man bij den banketbakker had te weeg
gebracht en spoedde zich met vasten tred naar
het bovengedeelte van den faubourg Saint
Martin.
Na een half uur loopen kwam ze aan een
huis, gelegen aan een kruispunt, gevormd door
de hoofdstraten van de wijk en een straat, die
leidde naar de poort van Parijs. Die plaat» ia
ook heden nog een der meest verlatene van
heel Parijs.
De Noordoostenwind, die langs de heuvelen
van Saint Chaumont en Belleville strijkt, blies
door de huizen, of, beter gezegd, door de hut
ten heen, die in dit kleine, bijna onbewoonde
dal, verspreid lagen. Deze eenzame streek
scheen het natuurlijk toevluchtsoord voor el
lende en wanhoop. De man, die het arme
schepsel, dat zoo dapper was om bij nacht deze
stille straten over te steken, zoo hardnekkig
volgde, scheen getroffen door het schouwspel,
dat zich voor zijn oogen afspeelde. Peinzend
en in aarzelende houding bleef hij staan, flauw
belicht door een straatlantaarn, wier vage
schijnsel met moeite door den mist heendrong.
Maar de oude dame zag in haar angst veel
meer dan gewoonlijk en ze meende in de trek-
ken van den man iets onheilspellends op te
merken. Weer voelde zij haar angst ontwaken
en, profiteerende van zijn onzekere houding,
sloop ze in het duister naar de deur van het
eenzame huis, waarin ze met wonderlijke snel
heid verdween.
Onbewegelijk bleef de man staan en nam het
huis op, dat als 't ware het type vertegen
woordigde der ongelukkige bewoners van deze
wijk. Dit wankelige, uit steenen opgetrokken
krot, was bedekt met een laag vergeelde pleis
terkalk en was zóó vol scheuren en barsten,
dat men zou vreezen, dat de minste windstoot
het omver zou werpen. Het bruine, met mos
bedekte pannendak was op verscheidene plaat
sen zoo ingezakt, dat het er uitzag alsof het
onder den last der sneeuw zou bezwijken. Op
elke verdieping van het huis waren drie ramen,
waarvan de lijsten waren vergaan door vocht
GRONDBEDRIJF; VIJFJAARLIJK-
SCHE SCHATTING EIGENDOMMEN.
In bijlage nr. 171 schrijven B. en W.:
Ingevolge artikel 10 van de verorde
ning betreffende het gemeentelijk grond
bedrijf (gem. blad no. 716), zooals deze
nader is gewijzigd, moet naar den toe
stand op 31 December a.s. (de vorige
taxatie heeft plaats gehad naar den toe
stand op 31 December 1927) de waarde
van de in het grondbedrijf aanwezige
eigendommen opnieuw door deskundi
gen worden geschat.
De buitengewone economische omstan
digheden nopen ons evenwel Uwe Ver
gadering voor te stellen deze schatting
één jaar uit te stellen.
Indien de schatting van de in het
grondbedrijf ingebrachte gror.den naar
den tegenwoordigen toestand, deiTMve
met inachtneming van de thans gelden
de abnormaal lage grondprijzen, zou
plaats vinden, zou de geschatte waarde
vermoedelijk beneden de boekwaarde
van de gronden blijven, waardoor in
verband met artikel 11 van de desbetref
fende verordening het reservekapitaal
van het grondbedrijf zou moeten wor
den aangesproken.
Daar de grondprijs o.a. met den on-
gunstigen toestand waarin het land-,
tuinbouw- en veehoudersbedrijf op het
oogenblik verkeeren nauw verband
houdt, is het naar onze meening niet
juist de waarde van de gronden voor
vijf jaren vast te leggen naar de in den
huidigen onzekeren toestand geldende
prijzen. Indien in den economischen
toestand eerlang eenige verbetering op
treedt, hetgeen niet uitgesloten is, zal de
vraag naar bouwterrein en naar de voor
landbouw-, tuinbouw- en veehoudersbe
drijf noodige gronden toenemen en de
waarde daarvan stijgen.
In 1933 kan de vraag onder oogen
worden gezien of de daling van de
grondprijzen van blijvenden aard is te
achten, in welk gev^.1 bedoelde schatting
zonder bezwaar alsnog kan geschieden.
De meerderheid der commissie van
bijstand voor het grondbedrijf is van
oordeel, dat wanneer de jaarlijksche
schatting wordt uitgesteld, bij de bepa
ling van de rente over de ongerealiseer
de reserve met een waardeverminde
ring van tenminste 30 pet. moet worden
rekening gehouden. Hiermede kunnen
wij ons niet vereenigen. Bij uitstel van
de 5-jaarlijksche schatting toch zullen
de uitkomsten daarvan zich doen gelden
in de rekeningen van het bedrijf over
het daarop volgend 5-jarig tijdvak. Het
en gespleten door de inwerking der zon. Het
was duidelijk te zien, dat de koude er door
heen moest dringen in de kamers. Dit afge
zonderde huis deed denken aan een ouden to
ren, dien de tijd had vergeten omver te halen.
Een flauw schijnsel verlichtte de vensters,
waardoor hier en daar de zolderverdieping
werd onderbroken, waarin het armzalige ge
bouwtje eindigde, terwijl het overige deel van
het huis in volmaakte duisternis was gehuld.
Met moeite beklom de oude dame de ruwe
trap, waarlangs een touw liep, bij wijze van
trapleuning; stilletjes klopte ze aan de deur van
het dakkamertje aan en liet zich op een stoel
neervallen, dien een oude man baar aanbood.
Verberg U, verberg UI riep ze hem toe.
Hoewel we maar zelden uitgarn, zijn onze gan
gen bekend, onze voetstappen bespied-
Wat is er gebeurd? vroeg een oude
vrouw, die bij het vuur zat.
De man, die sinds gisteren om het huis
zwerft, heeft me vanavond gevolgd.
De drie bewoners van het krot keken el
kaar aan, terwijl groote angst op hun gezich
ten lag uitgedrukt.
De grijsaard verontrustte zich het minst
van allen, misschien wel, omdat hij het meest
in gevaar verkeerde. In dagen van groote
spanning of onder het juk der vervolging is
een moedig man bereid zich zelf te offeren
en iederen dag van zijn leven beschouwt hij
als een overwinning op het noodlot. De zorg
volle blikken,- waarmede de beide vrouwen
den grijsaard omringden, gaven zoo duide
lijk te kennen, dat hij het eenige doel was ia
hun bestaan»
{Wordt »crvoLgdL