Alkmaarsche Courant.
JhMicaties
Oledltszaken
5Binnenland
sniert) fier w uerflgste Jaargang.
WOENSDAG 30 NOVEMBER
Brieven uit Berlijn
Mo. 283 1932
ONTHEFFING BEPALINGEN
WINKELSLUITING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene
kennis, dat zij bij hun besluit van heden
in verband met den St. Nicolaasdag ten
aanzien van den daaraan voorafgaanden
ZONDAG ontheffing hebben verleend
van artikel 2 sub a der Winkelsluitings-
w t-1930, S. 460, met dien verstande dat
op dien dag (4 December a s.) de winkels
van 9 nn. des voormiddags tot 10 nur
des namiddags geopend mogen zijn.
Alkmaar, 30 November 1932.
Burgemeester en Wethoud;rs
voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
(Van onzen correspondent).
De „Vereeniging der Buitenlandsche Pers"
Berlijn is nu reeds bijna 27 jaar oud; zij
kan er op bogen, de grootste internationale
vereeniging van dagbladschrijvers te zijn
Meestal tusschen de 130 en 150 leden, behoo
rende tot 25 of zelfs 32 verschillende natio
naliteiten, eendrachtig te vereenigen, of
schoon zij bij de meest uiteenloopende poli
tieke nationale of internationale richtingen
zijn aangesloten, is een kunststukje, waarop
de buitenlandsche correspondenten in de
Duitsche hoofdstad terecht trotsch mogen
zijn. Toen twee jaar geleden bij het jaarlijk-
sche stichtingsbanket in het hotel Adlon,
deze vereeniging van dagbladschrijvers haar
25-jarig bestaan mocht herdenken, hoorde
men weer eens iets uit haar geschiedenis en
verheugde de Nederlandsche groep er zich
in, dat ook enkele Hollanders, zoo dr. M
van Blankenstein, Jan J. Bruna en H. J
Nassau Noordewier als eerste voorzitters
aan het hoofd van de „Verein der Auslandi
schen Presse zu Berlin" hebben gestaan, ter
wijl deze organisatie sedert Januari 1930
door een anderen Nederlander, mijn college
'Max Blokzijl van het „Algemeen Handels
blad" wordt geleid.
De traditie wil, dat deze vereeniging steeds
nauwe banden met de regeering van het
Duitsche Rijk, met het diplomatieke corps en
met de leden van het Duitsche parlement ge
knoopt heeft, terwijl natuurlijk ook de vriend
schappelijke verbinding met de voornaamste
kunstenaars, geleerden en zakenmenschen
aan oprechte hartelijkheid (in wederzijdsch
belang) nimmer te wenschen liet.
Met bijzondere voldoening is te consta-
teeren, dat ook in Nederland met name de
„Nederlandsche journalistenkring" er toe
overgegaan is, de laatste jaren noenmalen te
organiseeren, waarbij een gast van beteeke-
nis, meestal een minister of een beroemdheid,
het woord voerde, zoodat voor zulk een sa
menkomst van overheid en pers de noodige
belangstel'ing gewekt kon wordén. Voor ons
Berlijners is zulk een nauwe connectie geen
nieuwtje meer. Wij hebben aan de revolutie
van 1918 eigenlijk te danken gehad, dat
het mogelijk werd, voor de in Duitschland
werkzame internationale journalisten in het
bolwerk der Pruisisch-Duitschc overheid, in
haar ongenaakbaarheid tegen al'es, wat met
„ners" te maken had een bres te schieten.
Niet weinig democratische-republikeinsche en
socialistische journalisten aan de Duitsche
lnksche pers werkzaam, kregen plotseling
zelf hooge ei verantwoordelijke regeerings-
baantjes of werden met de overheidspropa
ganda in zoogenaamde „res;eerings-pers-
afdeelingen" belast; en natuurlijk was van
hen te verwachten, dat zij hun nieuwe chefs,
de ministers, en hun co'lega's van vroeger,
de journalisten, in nauw contact met elkander
zouden brengen; wat in vele gevallen, op
merkwaardige uitzonderingen na, dan ook
werkelijk geschied is.
Er kwam nog een andere factor bij, die
deze nauwere aanraking sterk in de hand
werkte. De nieuwe, meestal socialistische re
geerders stelden er hoogen prijs op te demon
streeren. dat de toestanden en verhoudingen
onder hun régime in elk onzicht anders (en
beter!) geworden waren. Niets mocht meer
aan de tijden van keizerrijk, ambtenaars
inbeelding. drie klassenkiesrecht, standver:
schil adelsongenaakbaarheid, ministeriëele
pedanterie herinneren. „Vrijheid, gelijkheid
en broederschap" spookte in de hoofden der
r.ieuwe ministers; en daarbij nog het veel
misbruikte begrip der „internationale ver
broedering".
Het was niet meer dan natuurlijk, dat voo:
de nieuwe bazen de in Duitschland werkende
neer of minder „officiëele buitenlanders, in
ie eerste plaats de diplomaten en de jour
nalisten, de proefkonijntjes werden Me' de
dinlomp'en had men daarbij slechts ten d-"?le
geluk. De tvpische ambassadeur, gezant of
chargé d'affaire's van het „ancien regime"
toonde onmiddellijk en vaak demonstratief,
dat hij met de nieuwe „proletarische" minis
ters niets te doen wilde hebben en dat hij het
verkeer tot het hoogst noodzakelijke beperkt
wenschte te zien Zelfs een zoo voortreffelijk
en menschel ijk hoogstaand diplomaat a's wij
len baron Gevers, onze vorige Nederland
sche gezant te Berlijn, behoorde tot de reac-
tionnaire tvpe's die niet alleen duidelijk liet
merken, dat hij de nieuwe Duitsche regeer
ders slechts met uitersten tegenzin in zijn
overigens zèo gastvrije woning ontving,
maar die nog een gevaarlijken stap verder
ging en het Nederlandsch gezantschap tot
een soort vluchtoord maakte voor de leden
van de afgezette monarchieën, den vroege
ren hofadel en de ontevreden brommende
mannen en vrouwen, die verder nog in het
oude Duitschland" eerste violen gespeeld
hadden In later jaren heeft baron Gevers
dan ingezien, dat onder de „nieuwelingen",
de November-misdadigers" toch vele karak
ters'van beteekenis schuilden, en men merkte
dat vooral de eerste rijkspresident Fried-
rich Ebert in de gunst van den Nederland-
schen baron zeer hoog scheen aangeschreven
te staan. Voordat dit inzicht zich echter in
breeder verhoudingen kon doorzetten, moest
baron Gevers, die spoedig daarna in Zwit
serland stierf, zijn post verlaten om opge
volgd te worden door oud gouverneur-gene
raal Graaf van Limburg Stirum, voor wien
het stellig een geluk was. dat spoedig daar
na de „proleten" in de Wilhelmstrasse door
„heeren" afgelost werden, waardoor de kans
op botsingen en demonstraties van gebrek
aan tact zooveel geringer werd, dat men zich
als buitenstaander met eenige gerustheid van
deze broedplaatsen van conflicten door hul
pelooze en overleefde buitenlandsche ambte
naren kon afwenden.
De verhouding tusschen regeering en pers
echter die tusschen diplomatie en pers is
een hoofdstuk op zichzelf en blijve liever on
besproken, daar zij voor een Nederlandsch
journalist in Berlijn slechts tot uitingen van
verbittering aan leiding ware werd door
het „nieuwe Duitschland" een geheel ander
en wel op zoo radicale wijze, dat van deze
verandering zelfs een invloed ten goede voor
het interenationale persleven kon uitgaan!
Bekend is de bijna joviaal-kameraadschappe-
lijke wijze van omgaan tusschen de journa
listen in de Vereenigde Staten van Noord-
Amerikaen ten deele ook in Frankrijk en
Engeland) en de ministers, ja zelfs de hoof
den van staat. Nog heden spreekt het bijna
van zelf, dat de Engelsche kroonprins of de
President der Fransche Republiek aan bais
of banketten der nationale en zelfs der inter
nationale persvereenigingen deel neemt. En
het is vaak vermakelijk te lezen, hoe de ver
slaggevers in de nieuwe wereld met hun
„Presidenten der Republiek" omspringen, en
hoe mannen als Roosevelt, de nieuwe presi
dent, de mannen der pers joviaal met „boys"
aanspreken en toelaten, dat deze nieuwsgie
rigen het Hoofd van Staat tot in particulie
re vertrekken vervolgt.
Zooiets was zelfs in het „revolutionnaire"
Duitschland van 1919 niet denkbaar. Maar
men beschreed hier dadelijk een gulden mid
delweg, zorgde ervoor, dat de journalisten op
elk uur van den dag en vaak ook van den
nacht met de nieuwe regeerders in ver
binding konden komen, werkte in de hand,
dat ministers en journalisten bij een glas
bier in gemoedelijke lokalen 's avonds te za
men konden zitten een gebruik, dat bij in
ternationale politieke conferenties nog heden
gaarne toegepast wordt en was steeds te
vinden voor openlijke samenkomsten van bei
de instanties, liefst in den vorm van thee,
noenmalen en banketten, waarbij dan wat de
thee's betreft, de regeering, in alle andere
gevallen de vereenigingen der journalisten
als gastvrouwe plegen op te treden.
Juist de omstandigheid, dat op 8 Novem
ber j.1. de „Verein. der Auslandischen Presse
zu Berlin" bij een lunch o.a. rijkskanselier
von Papen en minister van Buitenlandsche
Zaken baron von Neurath te gast had, en
dat deze vereeniging op 3 December haar
groote jaarlijksche bal in alle feestzalen van
het deftige en internationaal beroemde Hotel
Adlon organiseert, brengt mij er toe, aan
deze dingen, die ten slotte van algemeene be
teekenis zijn, eenige opmerkingen te wijden.
Zeer opvallend is het namelijk, dat de Duit
sche politiek in het buitenland in de periode
sinds 1920 op succes heeft mogen bogen, zoo
dra in Berlijn rijkskanselier en ministers aan
het bewind waren, die de beteekenis van nau
we en zoo mogelijk intieme aanraking en ge
zellig verkeer met de buitenlandsche journa
listen inzagen, en dat de critische toon in de
buitenlandsche pers en daardoor de vijandi
ge stemming bij de vreemde volkeren toenam,
zoodra deze verhouding minder hartelijk
werd, of wel, sinds den dood van dr. Strese-
mann en de afgeslotenheid van rijkskanselier
dr. Brüning, zoo goed als geheel insliep.
Het is even opvallend, dat dit verschijnsel
niet door de Duitsche kabinetten na Strese-
mann's dood. evenmin door de leiders der
Duitsche perspolitiek, maar door de journa
listen zelf opgemerkt is en dat van de Ver
eenigingen der pers het initiatief moest uit
gaan om hierin (notabene ten gunste van
Duitschland) verbetering te brengen. In dit
verband beteekende het noenmaal, dat de
„Verein der Ausl. Presse zu Berlin" onlangs
rijkskanselier yon Papen aanbood, blijkbaar
een duidelijke demonstratie. Het ongeluk
heeft echter gewild (en hier herhaalt zich de
ervaring, die de „Verein" onmiddellijk na
zijn banket met den twee dagen later ten val
gebrachten rijkskanselier Brüning gemaakt
heeft) dat de laatste twee chefs der Duitsche
rijksregeering bij maaltijden van deze pers-
vereeniging hun „zwanenzang" lieten hoo-
ren, zoodat een bijgeloovig kanselier der toe
komst wel eens met ingaan op zulk een uit
noodiging zou kunnen wachten tot vaststaat,
dat zijn positie toch niet meer te redden is!
Ernstig gemeend is intusschen een andere
vrees. ri.1. dat dezer dagen toch nog de heer
Adojf Hitier en zijn. intiemste medewerkers
de hoogste posities in de Duitsche regeering
zullen gaan innemen en dat dan de nog altijd
goede verstandhouding tusschen pers en re
geering hopeloos in de war zou kunnen gera
ken. Een partij als die van Hitier n.1., die
steeds vrijwel alle andere dagbladen met de
gemeenste scheldwoorden bedacht heeft, wel
ker „journalisten" (lees: pamflettenschrij-
vers) door de bestaande persvereenigingen
niet als collega's erkend worden, zoodat zij
hun eigen organisatie moesten oprichten, een
partij, die den Jood minderwaardig vindt
(hoe talloos vele Joden nemen ook in de Duit
sche en in de internationale pers posities van
beteekenis in!) en den buitenlander liefst over
de grenzen verbannen zou, zal wel een koers
verandering van ongehoorde afmetingen
moeten inslaan, wil zij mogelijk maken, dat
straks regeering en pers goede vrienden blij
ven, tot zegen van Duitschland en van het
buitenland.
Zal een regeering-Hitier op het bal van
den „Verein der Auslandischen Presse ver
schijnen? Zullen Hitler-mimsters Joodsche
journalisten de hand schudden en aan hun
tafels plaats nemen? Of staan we aan den
vooravond van verwikkelingen, waarvan de
gevolgen nog niet te overzien zijn?
Natuurlijk is dit een kwestie, die bij groote
problemen, welke in de naaste weken opge
lost moeten worden, op den achtergrond
blijft. Maar er zou een tijd kunnen komen,
waarin de lezer ook aan zulke dingen van
minder actueele beteekenis herinnerd wordt.
ROLAND.
EEN AVONTUURLIJKE VERDACHTE.
De Rotterdamsche rechtbank heeft de za
ken behandeld tegen een 39-jarigen Oosten-
rijkschen machinebouwer, gedetineerd, die in
den nacht van 25 op 26 September j.1. te
Gouderak een leeren jas heeft gestolen ten
nadeele van den vrachtrijder H. van Domme
len en op 26 September te Krimpen a. d.
IJssel wat ondergoed en een pull-over ten
nadeele van den schipper J. Groenewegen.
Het vaststellen van de identiteit van den
verdachte leverde moeilijkheden op, omdat
hij geen papieren had. Toen verdachte werd
gearresteerd, is hij achtervolgd in de grien
den en hij acht het mogelijk, dat hij daar zijn
papieren is kwijt geraakt. De jas zou verd.
gevonden hebben, het andere goed zou een
onbekende man hem hebben gegeven.
Omtrent zijn komst in ons land vertelde
verdachte een even kleurig als avontuurlijk
verhaal. Naar zijn beweringen was hij ge
deserteerd uit het Fransche vreemdelingenle
gioen. Hij was met een Arabisch vliegtuig
naar Bagdad gevlogen, waarna de reis via
Stamboel tusschen de assen van den
Orient-Express naar Oostenrijk ging. Op
Oostenrijk volgde Zwitserland en in Geneve
hadden zoo verklaarde hij agenten van
het legioen hem over de Fransche grens ge
lokt en eenmaal in Frankrijk aangekomen,
werd hij daar gearresteerd en naar de ge
vangenis te Avignon gebracht, om zijn straf
wegens desertie uit te zitten. Uit de gevange
nis is hij weer ontsnapt en toen kwam het
plan in hem op naar Amerika te gaan. Daar
om wilde hij eerst naar Rotterdam, omdat
hij daar een schip wilde zoeken. Als verste
keling in treinen of als passagier op vracht
auto's is hij naar ons land gekomen. Toen hij
bijna zijn doel in Nederland had bereikt, is
de politie naar zijn verklaringen op
hem gaan jagen alsof hij een hond was. Hij
is toen het griendland ingevlucht. Met moeite
heeft hij zich, toen het water ging stijgen, in
een bootje weten te redden. Met het bootje
wist hij den overkant van de rivier te berei
ken, waar hij in een fabriek zijn kleeren
droogde. Juist toen hij daarmee bezig was
heeft de politie hem gearresteerd.
Na het hooren van de getuigen eischte de
vertegenwoordiger van het O. M., mr. J. F.
Hoeffelmann, wegens diefstal, een gevange
nisstraf voor den tijd van een jaar.
Uitspraak 6 December.
DE GEVOLGEN VAN INFLATIE.
Van een belegging in Marken.
In 1919 ontving een minderjarig meisje,
dat in Duitschland woonde, bij testament van
haar grootmoeder een som van 7000. Twee
personen werden aangewezen om het geld
tijdens haar minderjarigheid voor haar te
beheeren. Toen zij bij haar meerderjarigheid
niets in handen kreeg, deed zij de beide be
windvoerders voor de rechtbank te Arnhem
dagvaarden om rekening en verantwoording
te doen over het beheer. Het bleek, dat de be
windvoerders het geld hadden belegd in
Duitsche Marken en dat deze door inflatie
geheel waardeloos waren geworden.
De rechtbank nam met deze verklaring ge
noegen.
In hooger beroep werd voor het gerechts
hof te Arnhem geprocedeerd over de aanspra
kelijkheid van de beheerders waar de wet
aan voogden voorschrijft op welke wijze zij
het bezit van minderjarigen moeten beleggen
en voorts over de vraag of de belegging in
Marken wel voldeed aan de eischen van een
goed beheer.
In het arrest van 't Hof werd beslist dat
de wettelijke voorschriften voor belegging
door voogden niet toepasselijk zijn op be
windvoerders en dat het beleggen in Marken
in dien tijd niet als onsolide was te beschou
wen, te meer waar het meisje in Duitschland
woonde en haar vader voor haar op zulk een
belegging had aangedrongen.
Het Hof bevestigde het vonnis der recht
bank, zoodat de eischeres de gevolgen van de
inflatie moet dragen.
DOODSLAG OP KONINGINNEDAG.
De rechtbank te Rotterdam heeft gister uit
spraak gedaan in de zaak van den 41-jarigen
koopman H. W., gedetineerd, die terechtge
staan heeft ter zake, dat hij op Koninginne
dag van dit jaar in de Rotterdamschestraat
zijn zwager G. Ph. Helders met een mes heeft
doodgestoken. De verhouding tusschen beide
personen was reeds gedurende geruimen tijd
zeer slecht. De oorzaak hiervan moet voor
namelijk hierin gezocht worden, dat het ge
zin van W. met kinderen was gezegend en dat
van Helders niet. Herhaaldelijk had W. aan
allerlei schunnige opmerkingen van Helders
blootgestaan, en toen er op Koninginnedag
weer kwestie was gekomen, hadden zij zich
met de wapenen tegenover elkaar gesteld.
Het mes van verdachte was Helders in de
borst gedrongen, waarbij de linkerlong werd
geraakt en de lichaamsslagader werd dood-
gesneden, tengevolge waarvan Helders bijna
op slag werd gedood.
De rechtbank hoorde thans in een zitting
met gesloten deuren verdachte's vrouw en de
vrouw van den verslagene, die nadere inlich
tingen verstrekte omtrent de verhoudingen
in de familie.
Het O. M., waargenomen door mr. J. S.
Loke, persisteerde bij zijn requisitoir, waar
bij het geëischt had. 5 jaar gevangenisstraf
met aftrek van den tijd in voorloopige hechte
nis doorgebracht.
De rechtbank veroordeelde verdachte over
eenkomstig deze eisch.
MET PEPER GEGOOID.
Maandagavond werd er gebeld aan de
woning van de familie M. aan den Schieweg
te Rotterdam, ;oen de familie met thuis was.
Het dienstmeisje, de 20-jarige C. P., ging
naar de straatdeur om te zien wie er was.
Aanvankelijk zag zij niemand, maar toen zij
de deur op een kier opende, kwam er opeens
een arm te voorschijn, die riep: „Ik zal je
leeren mij te plagenwaarna hij haar den
inhoud van een zakje peper in het gezicht
wierp. Het méisje werd pijnlijk aan de ooger.
getroffen. Zij is in het ziekenhuis Eudokia be
handeld. Zij heeft den dader niet herkend. De
man is verdwenen.
GESTOLEN DUITSCHE AUTO'S.
Een vermaarde Nederlandsche voetballer
in een gestolen auto van een Zweedschen
prins klinkt het niet romantisch, als een
„thriller" van Edgar Wallage?
Onbewust van de historie van zijn auto,
zat onze gewezen aanvoerder van het Neder
landsch elftal, ir. Harry Denis wekenlang
achter het zelfde stuur, dat daarvoor door
prins Sigvard van Zweden was bestuurd
Sinds eenigen tijd maakte een bende Duit
sche autobandieten er haar werk van, kost
bare auto's in Duitschland te stelen, de num
mers te vervalschen en de wagens de Neder
landsche grens over te brengen, waar zij te
gen een flinken prijs van de hand werden ge
daan. De heer Denis, die zelf een Lancia
reed, ruilde deze in Juni in tegen een tweede-
handseh Hörch bij een garagehouder te Rot
terdam met bijpassing van 4000, een be
hoorlijke prijs dus; de lancia werd daarbij op
800 getaxeerd. Dat was in Juni van dit
jaar.
„Ik las dat er zooveel Hörch-auto's in
Duitschland gestolen werden," vertelde de
heer Denis aan een redacteur van de Tel., in
een gesprek, dat deze met hem over de af
faire had. „Zulks wekte bij mij eenige be
vreemding en achterdocht en ik besloot"
zoo vervolgde de heer Denis „om eens bij
de Haagsche politie te gaan informeeren
naar de mogelijkheid of mijn Hörch ook mis
schien van diefstal afkomstig was. De betrok
ken inspecteur van politie beloofde een nader
onderzoek in te zullen stellen en het resultaat
was, dat iemand van de Kriminal-polizei te
Dusseldorp, inspecteur Böhmer, dien ik toe
vallig nog van vroeger ken, in Den Haag
kwam. Op het hoofdbureau van politie
Alexanderveld ontmoette ik hem. Mijn wagen
werd bekeken, de nummers genoteerd en voor
het verdere onderzoek nam hij een paar
plaatjes van den wagen mede dure mascot
tes, die niet tot de standaard-inrichting be
hoorden en misschien bij de opsporing van de
daders van dienst zouden zijn. Ik bleef met de
politie in verbinding en hoewel het niet di
rect kwam vast te staan, werd toch wel aan
genomen, dat mijn Hörch van diefstal af
komstig was. Daarop ben ik naar den gara
gehouder te Rotterdam gegaan en hem de
zaak voorgelegd.
De garagehouder leek mij, aldus de heer
Denis, geheel te goeder trouw. Hij wist van
den diefstal niets af en had den wagen op
normale wijze gekocht. Hij was echter bereid
den auto voor 4000 terug te nemen, het
geen hij dan ook deed. Mijn Lancia, ter
waarde van 800, verspeelde ik er echter mee
Enfin, ik had zes weken met de Hörch gere
den en dat was dus eenige compensatie.
Thans heb ik mij een nieuwe Hörch aange
schaft. Bij het verdere onderzoek is, naar ik
verneem, gebleken, dat de nummers van den
gestolen Hörch vervalscht waren, terwijl de
Hörch-fabriek in Duitschland vaststelde, dat
de wagen in Berlijn gestolen was en toebe
hoorde aan prins Sigvard van Zweden.
Moeilijk opsporingswerk. Ge
raffineerde dieven.
De avontuurlijke rit, welken prins Sig
vard's auto maakte, nadat de wagen te Ber
lijn, waar hij vóór het Savoyhotel geparkeerd
stond, gestolen was, en daarna in verschillen
de handen overging, vestigt weer eens de aan
dacht op de auto-diefstallen, te meer nu juist
in Dusseldorp een aantal leden van een auto
dievenbende gearresteerd is.
Groot is het getal auto's, dat in Duitsch
land gestolen wordt, en dan gewoonlijk naar
ons land wordt gebracht, om verkocht te wor
den. Meestal zijn de koopers te goeder trouw,
als zij tegen een lagen prijs zulk een gestolen
auto koopen. Evenwel is de kans groot, dat
zij daarvan veel last ondervinden, want de
belanghebbende verzekeringsmaatschappijen
laten, in geval van opsporing, beslag op de
ze wagens leggen. Het is dus voor koopers
van tweede-handsche automobielen zaak de
herkomst van de aangeboden wagens goed
na te gaan. De autobeurzen, welke in ons
land gehouden worden, werken het euvel van
verkoop van gestolen auto's in de hand.
Het expertise-bureau van ir. H. H. Scheur-
holts en Tichelaar te Amsterdam, hetwelk
zich voor de Duitsche verzekeringsmaatschap
pijen o.m. belast met het opsporen van gesto
len auto's, heeft aan de Tel. over dezen han
del in gestolen auto's eenige merkwaardige
mededeelingen verstrekt.
Zoo u begrijpt, komen de nadeelen
voor rekening der Duitsche verzekerings
maatschappijen, want deze hebben voor de
honderden in Duitschland gestolen auto's de
schade-penningen te betalen. Deze maat
schappijen nemen de rechten op de auto's dan
over en stellen, zooals vanzelf spreekt, alles
in het werk, om ze terug te krijgen. Met deze
recherchediensten is ons bureau belast en wij
hebben sedert de groote toeneming der dief
stallen in dit jaar de opsporing in handen
gehad van niet minder dan 1700 gestolen
auto's.
Wij krijgen de gegevens over de auto's welke
in Duitschland verdwijnen, en meestal den
weg naar ons land volgen, en publiceeren
dan de gegevens en opvallende bijzonder
heden van den auto. 's Morgens komt b.v. een
bericht in en 's middags reeds gaan deze ge
gevens de deur uit in 5000 exemplaren aan
de 5000 garagehouders, die er ifl ons land
zijn.
Helaas hebben wij bij ons recherchewerk
weinig medewerking der Nederlandsche poli-
tie-autoriteiten, zoodat strafrechtelijk optre
den veelal moeilijk is. Wij kunnen, als we
zeker weten, dat een bepaalde auto de gesto-
lene is, dezen per deurwaarder in beslag la
ten nemen en ageeren dus slechts langs civiel-
rechtelijken weg met alle bezwaren daaraan
verbonden.
Zoodra de circulaire, waarop de gegevens
van een gestolen auto staan, bekend is, krij
gen wij van tientallen garagehouders mede
deelingen en vragen, of de bewuste wagen
misschien bij hen is, want er wordt voor op
sporing een belooning gegeven.
Meestal zijn de motornummer er uit, of is
er reeds aan den auto geknoeid, maar de ge
heime, en den dief onbekende nummers op de
onderdeelen en de eigenaardigheden kennen
wij dan inmiddels via den leverancier.
Wij hebben eens een aardig geval gehad
van een gestolen auto. Wij wisten, waar hij
stond en gingen eerst naar den oorspronke-
lijken eigenaar, die inmiddels al een anderen
auto had gekocht. Toen wij bij de bewuste
garage kwamen, werden we er met een koe
voet uit geslagen. Noodig is, dat ons opspo-
ringspersoneel onbezoldigd rijksveldwachter
is, en vooral, dat de minister van Justitie aan
de politie opdracht geeft, meer medewerking
te verleenen bij het in beslag nemen van een
gestolen auto. Er ontbreekt op dit gebied een
centrale recherche. De verzekeringsmaat
schappijen hebben daar groot belang bij, al
dus onze zegsman, evenals de bona fide
handel en de importeurs in auto's, want de
gestolen wagens verknoeien den prijs.
Ongeveer 50 a 70 procent der gestolen wa
gens in Duitschland komt naar Holland. Hoe
meer ze van de eene hand in de andere over
gaan, hoe meer onherkenbaar ze worden.
Typeerend is het volgende geval. Iemand
vertelt op de autobeurs, dat hij een bepaalden
wagen wil hebben van een bepaalde kleur.
De „handelaar" zegt er voor te zullen zor
gen. Hij stelt zich in verbinding met een tus-
schenpersoon in Berlijn, en weldra steelt deze
er een in de Wilhelmstrasse, welke precies
voldoet aan de wenschen van den aspirant-
kooper. Deze tusschenpersoon brengt den be
stolen wagen naar de grens, waar een ander
lid der bende den auto met een nationaliteits-
bewijs, vervalschte nummers en papieren over
de grens brengt.
Wij hebben thans een organisatie over het
geheele land en door het snelle verzenden der
opsporingsberichten worden de dieven voor
zichtiger. Er gaat een preventieve werking
van uit, want wij kennen de verdachte adres
sen, zoodat het afzetgebied in Holland nu
moeilijker wordt. Het wordt thans lastiger
de wagens van de hand te doen, want ook de
koopers worden gelukkig voorzichtiger.
Naar schatting is tot dusver voor een
waarde van 140.000 aan auto's, die gesto
len zijn, opgespoord. Jammer is het, dat onze
politie weinig ambitie heeft, ons behulpzaam
te zijn. Wekelijks komen bij ons bureau ette
lijke aangiften van diefstal binnen met ver
zoek, de wagens in Holland op te sporen. On
langs heeft Kriminal-sekretar Beumer, uit
Kaldenbirchen, een onderzoek hier te lande
ingesteld en in samenwerking met ons bureau
een belangrijk aatal auto's opgespoord.
Is er weinig tegen de diefstallen te
doen?
Soms is het publiek zorgeloos en de Ne
derlandsche verzekeringsmaatschappijen be
talen meestal niet meer uit, als blijkt, dat
zorgeloosheid (openstaande portieren) de
oorzaak is van den diefstal. Evenwel zijn
motor- en andere sleuteltjes voor den be-
roepsdief, die routine heeft en op de dure
merken loert, geen bezwaar, om zijn slag te
slaan.
Op de autobeurzen aan de grens, ook in
Utrecht en Noord-Brabant worden de in
Duitschland gestolen auto's zoo gauw moge
lijk van de hand gedaan voor den prijs, dien
men er redelijk voor krijgen kan. Vooral de
dure merken worden in Duitschland gestolen.
Soms zijn ze in zooveel handen overgegaan,
dat de oorspronkelijke dief niet meer te vin
den is en de wagens, die gestolen zijn in
Duitschland, staan openlijk op de autobeur
zen te koop.
Zooals ik u reeds zeide, aldus besloot onze
zegsman, zijn de nieuwe eigenaren te goeder
trouw. Ik ken een professor, doktoren en an
deren, wier auto's wij als gestolen hebben
kunnen identificeeren, maar de geheele
transactie van den een op den ander was niet
meer na te gaan.
DE AANSLAG OP AÖENT BAAS
TE DEN HAAG.
Naar wij vernemen, heeft de rechtbank de
gevangenhouding van den verdachte van B.,
die gearresteerd is in verband met den
moordaanslag op den agent Baas op 20 Sept.
bij de brug aan de Heerengracht te 's-Gra-
venhage, met 30 dagen verlengd.
HOOG WATER.
Vijftig schapen verdronken.
Tijdens een storm zijn Zondagnacht de
gorzen buiten den Zeedijk te Herkingen on-
dergeloopen. Ruim vijftig schapen van den
landbouwer E. St prijk zijn op het Diederik-
sche gors verdronken.
VERMIST MEISJE GEVONDEN.
Maandagnacht omstreeks 12 uur heeft de
recherche in een perceel aan de Keizerstraat
in Den Haag aangehouden de vermiste 17-
jarige Alexandrina Peverelli. Tevens is m dit
perceel aangehouden een 27-jarige koopman
terzake van het onttrekken van genoemde
minderjarige aan het ouderlijk gezag.
VERKEERSONGEVALLEN.
Op he trottoir aangereden.
Maandagavond is op het Frederiksplein te
Amsterdam een jongeman, die op het trottoir
liep, aangereden door een auto Het bleek,
dat de chauffeur, die het irottoir opreed, be
schonken was. De jongeman is naar een
ziekenhuis overgebracht.
Zich laten voorttrekken.
Te Diepenveen is de 9-jarige J Jonkman,
die naast een vrachtauto fietste en zich daar
aan vasthield, gevallen; de knaap kreeg een
schedelbreuk en was dadelijk dood.
Door de tram gedood.
Hedenmorgen reed een motorrijder in de
richting van de Meerwen'aan naar het
IJ-veer te Amsterdam. Van den tegenoverge-
stelden kant kwam een tramtrein van de N
Z.-Hollandsche tramweg Mij. De jonge
man reed tegen de tram op en verdween on
der de baanschuiver. Levenloos werd hij on
der de tram vandaan gehaald.
SMOKKELARIJ.
Als een bewijs, hoe sterk de smokkelhandel
in margarine in den Gelderschen Achterhoek
is toegenomen, moge dienen, dat in de grens
plaatsen de bona fide margarinehandel van
50 tot 100 pCt. van zijn debiet heeft ver
loren.
BRAND.
Een smeulende sigaret de oorzaak
Een felle brand heeft hedenochtend ge
woed in het „Deutsche-Madchen Heim" aan
de Vlamingstraat—hoek Raamstraat te Den
Haag.
De zolder étage, die evenals de daaronder ge-